DOM EERSTE BLAD. Binnenlandsch Nieuws. Donderdag 3i Augustus 1905. 49ste Jaargang No. -1075 FEUILLETON. S C HU! E COURANT. liwiiitn-1 Lmiinw en Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- flaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTKNTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst, INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. üureaia®CII AfcJüKfêf, Laao, II 4. Uitgever s P. TRAPMAN. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 6 Cent. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaal uit iioee bladen INGEZONDEN. Open brief aan den heer D. van Gosliga, Hoofd Inspec teur der Nationale Werkgevers Verzekerings bank tegen Ongevallen te Utrecht. Mijnheer 1 Op den 5 Juli j l' was ik in de gelegenheid in een bijeenkomst van werkgevers in het Yclkekoffiahuts te Bodegraven met U te debatteeren en in U we tegenwoordigheid alstoen uiteen te zetten, dat voor werkgevers in de bouwbadrijven en aanverwante vakken, ter voldoening aan de hun door de „Onge vallenwet 1901" opgelegde financieels verplich tingen, het door U aanbevolen omslag-stelsel niet dengt en geenszins aanbevelenswaardig is, terwijl het premiestelsel met winstaandeel verre de voorkeur verdieDt, vooral wanneer den werkgever daarbij de gelegenheid wordt geboden, zich door het nemen van aandeelen by de betrokken Maatschappij fiaantiëel te interesseeren. Al mijn beweringen, geen enkele uitgezonderd, heb ik gestaafd met bewijzen, met cijfers en statistieke gegevens, die geen tegenspraak toelieten. Geen mijner stellingen is door U omverge worpen, geen enkele mjjner beweringen door U ontzenuwdgij hebt U bepaald tot per soonlijkheden, scheldwoorden en verdacht makingengij hebt niets weerlegd en Uw betoog droeg voor den ingewijde de duide lijkste sporen van zinledigheid en zwakheid, niettegenstaande gij door het bezigen van enkele technische termen, wellicht hier of daar door U bij toeval opgevangen waar van althans klaarblijkelijk zin en beteekeDfs voor U zelf duister waren, heb getracht daarean een schijn van wetenschappelijkheid te geven. Gij hebt beweerd, dat Stajestfeken (het woord Statistieken scheen U te machtig èa cijfers ia feiten, door mij in debat gebracht, niets beteekenen, daar gij (o, wetenschap!) U met dergelijke „nonsens" niet inliet, doch U liever hieldt aan de logica van het feit. En toen ik naar aanleiding Uwer grove en on bewezen insinuatiën U ter verantwoording riep en het volle licht Het vallen op den door U ultgekraamden onzin, op Uwe oppervlak kigheid en onkunde van het terrein, waarop gij U waagdet, toen ik U Bommeerde de balans over 1903 der door U vertegenwoordigde „Nationale Werkgevers Verzekeringsbank tegen Ongeval len te Utrecht" te verdedigen en het daarover uitgebrachte, alles behalve streelend repport vanden accountant over te leggen, toeD ik U de critlek van het „Algemeen Weekblad" zoowel als van den „Open Brief" van den heer Everard Lombaita naar de ooren slingerde, toen hebt gij mij moeten toegeven, totaal on bekwaam te zijn de balans Uwer Bank te verdedigengij hebt èa de Eedactie van het Algemeen Weekblad èa den heer Everard Lombarts schromelijk belasterd, iets wat ik op dat moment niet bewijzen kon, omdat ik U toen nog te vleiend beoordeelde. Ten slotte hebt gjj, door mij tot in 't uiterste in't nanw gebracht, het hazenpad gekozen, Uwe vlucht dekkende met de uitvlucht, „geen tijd meer te hebben". En niettegenstaande dat alles durft gjj na dien de grenzenlooze brutaliteit nemen, op verschillende tijdstippen en plaatsen uit te strooien, te Bodegraven een uitbundig succes te hebben gehad, terwijl ik een smadelijk fiasco zou bebben geleden- Ik gun U uwe eer en uw succeswat meer zegt, ik stel U in de gelegenheid, uw succes te vertwaalfvoudigen. Bij dezen daag ik U uit tot een openbaar debat in al da provinciale hoofdsteden van ons land, tijdstip en localt tel'en nader te be palen, teneinde alsdan met U van gedachten te wisselen over het onderwerp „Omslag- Vereeniging of Premie-Maatschappij"de koBteu van zaalhuur, enz. gehsel voor mijne rekening. Prat als gjj zijt op U w te Bodegraven be haald succes mcogt gij deze uitdaging niet afwijzen en wacht ik van U de verklaring dat gij ze aanneemt per aangeteekend schrij ven in mijn bezit. Weigert gij, dan zal ik U zooveel mij be lieft aan de kaak stellen in U we ware gedaante, het aan het publiek verdsr overlatende te beoordeelen, welken naam sn welk vertrouwen de instelling verdient, die gij als Hoofd In specteur vertegenwoordigt, en waar men U handhaaft, niettegenstaande men weet, althans kon weten, wie en wat gij zijt, nadat gij elders zjjt uitgebannen. Zwolle, 16 Augustus 1905. A. V. M. M. VERNIMMEN. Wegens te late ontvangst eerst heden geplaatst. Vergadering van den Baad der gemeente ANNA PAULOWNA, op Dins dag 29 Angnstns 1905, des morgens ten 10 nre. Aanwezig alle leden. Voorzitter de heer J. Jelles, Burgemeester Na opening der vergadering volgt de lezing en goedkeuring der notulen. Hierna is aan de orde het onderzoek der geloofsbrieven der nieuwbenoemds raadsleden, de heerenBakker, Waiboer, Matzelaar en De Mazure. De heeren verlaten de vergade ring, waarna de geloofsbrieven worden onder zocht en goedgekeurd. Hierna komen de ge noemde heeren weer binnen. Is na aan de orde de vaststelling van de gemeenterekening over het jaar 1904. De heer Geerligs rapporteert namens de commissie, met het nazien belast, dat de ontvangsten ba- dragen f 36267 285, de nitsraveu f 84548 80, dus het batig saldo f 1708 48s. De commissie heeft alles zeer nauwkeurig nagezien en in de meest volmaakte ords bevonden. Z j brengt tevens dar>k aan den gemeente-ontvanger voor het zeer net en accuraat beheer. Voorzitter brengt de commissie dank voor haar rapport en wordt de rekening mot al- gemeene stemmen voorloopig vastgesteld. Aangeboden wordt d3 begrooting voor het jaar 19C6. die evenals vorige jaren weer bij de leden zal clrcnleeren. Volgen nu eenige reclames Hoofdeljjken Omslag, die straks in geheime vergadering zullen worden behandeld. Naar aanleiding van de notulen kan Voor zitter meedealen, dat de pat aan da Kaas fabriek te Breezand door B. en W. is onder zocht. Het water zag helder en Je smaak scheelde zooveel niet. Maar als het een poos aan de lncht was blootgesteld geweest, dan kwam or een vette laag op en veel bezinksel was er In. B. en W. durven niet te advl- seeren een put te slaan, of een leiding aan den bestaacden put ten verbinden. De heer Stammes vraagt, cf het water scheikundig is onderzocht. Voorz.Dat kost een massa geld. Verschillende heeren kunnen zich dat niet begrijpen. De heer De Graaf meent, dat als 'n analyse van het water wordt opgemaaktdèt is er Id, en dat, en dat, dat dan een dokter wel zal kunnen zeggen, of het water goed is of niet. Roman van PAUL OSKAR EÖCKER. o 9. „Ik noem zooiets het noodlot tarten 1" zeide Elisabeth. „Als je verstandig bent, moest je tenminste de kleine hier laten." Mia snikte. Zjj kon nauwelijks meer spreken. „Dus je gaat vroeg z\j. «da, Mia." ,u barstte de schoonzuster uit: „Dat is Gif de dwaasheid ten Difers draaide zich driftig tot haar om. haar woorden af en haalde de ouders °P> «enigszins geschrokken van 6W k' ^'en hÜ haar toewierp. Weinige minuten later stond Max aan et roer van de boot. Een paar stappen v°0r het water gaande, schoof hjj de boot hn°r U^' ■^oen z0 v'°* was' 8Pron8 dl» 6 'n de b00* die daarbij ï0° van^ WfK,zon^i dat de luidjes op het strand ®chrik schreeuwden daarna ging In 8^ *?ank zitten en nam de riemen, i ^Kicne was het een warme strijd, regelmatig danste de boot op de golven, 'os a bediende het roer, en wilde, ondanks riemotn k8 8'hweist was, ook een paar even^oi an'eeren- Olfers verzocht hem 6 naa6t de kleine Dcdi te blijven, hfi bon 8 if j£leite Dcdi (e hjj wi]de° £00t best alleen brengen Spoedrg draaide de boot en waar naar de richting van den wind en één, twee, drie haalde Max de riemen in en was het zeil geheschen. Dadelijk legde de boot zich op zy'de en de kiel sneed in het vol gende oogenblik den onstuimige goh en. Van het strand af zag deze reis in de ranke boot op het onstuimige water er zeer avontuurlijk uit. Ook de heeren, die te bevreesd waren geweest om mcê te gaan, lieten zich nu in afkeurenden zin over M x Olfers uit. Het was groote lichtzinnig heid, zoo tegen den avond en bjj een dergeljjken wind een klein kind meê te nemen. Mia had de handen tegen de slapen gedrukt. Met angstige groote oogen nog buiten zichzelf over hetgeen gebeurd was staarde zjj de boot na, waarvan zij spoedig niets meer dan een donker stipje kon gewaar worden. De wind scheen haar plotseling nog heftiger te worden. In dit oogenblik had zjj werkeljjk geen innerljjke gemeenschap met haar man. Hjj pjjuigde haar, hjj deed haar Ijjden, omdat hjj haar wilde strafisn voor haar aanhan kelijkheid aan haar bloedverwanten. Daarom zocht hjj haar te treden in de heiligste gevoelens die zjj had, in haar gevoel als moeder. Dat was slecht van hem. Hjj was een egoïst, een hsrde, wreede egoïst. Eerst later, toen fjj huivererd in het rjjtuig zat, en toen Elisabeth uitsprak wat zijzelf zooeven had gevoeld, teen eerst verzette zjj zich daartegen. Snikkend vierp zjj zich in een hoek van het rijtuig. „Zwjjg, o zwjjg toch, Elisabeth. Ach, ik ben zco orgelukkig, zco grenzenlocs orgelukkig Die op het water beleefden een wonder lijk uur; Olfers en Kictta met de kleine Maar de heeren, zegt Voorz., kunnen nu zelf toch zien, hoe of het is Het laten fil- j treeren gaat niet, dat weten we aan den filtreer hier bij het raadhuis, die kost f E00 a f 600 en dengt nog niet. De heer Volder oordeelt het toch zeer noodig, dat het wa' er scheikundig wordt onderzocht. Men stelt de mcnschen ermee tevreden, dan weet men het. maar. De heer Van Mullem vertelt, dat toen de vorige put ia gegraven, in '78 meent spr., hij veel logé's had. Daaronder vras een heer, die zeer precies op zijn drinkwater was en steeds selserwater meenam om te drinken. Die mijnheer beweerde, dai het water, dat de pnt toen gaf, beter was dan het beste selser water en dat 't bezinksel, dat het water had, niet nadeellg, maar voordeelig voor een mensch was. Dat kan ook nu het geval zijn en daarom ben ik, zegt spr., er voor, dat het water onderzocht wordt. Voorz. zegt, dat B. en W. van oordeel zijn, dat het water zooals het uit den put komt, niet goed is. De heer Volder wil dan mentchen daarvan het bewijs leveren. De heer Rezelman zegt: maar al is het water nu goed, is het dan noodig, dat daar een put gemaakt wordi Er zijn daar in de omgeving verschillende putton, die goed zijn, beter zelfs nog dan de put van de ksaBfabriek. Daar zullen de menschen liever hun water blijven halen, cmdat het dichtbij is. Drink water wordt dit putwater toch nooit, h6t le voor koffie, thee, wasschen enz. Daarvoor kan het gebruikt worden zonder schade. Door een enkele zal het gt fi treerd ge dronken worden, Spr. oordeelt daar een put onnoodig. De heer Volder is juist van een tegenover gesteld gevoelen. De heer Rezelman noemt eenige personen in Oost- en Westpoider op, die beste putten hebben. Voor drinkwater 1* geen enkele pnt geschikt, dat is met alle putten precies het zelfde. Is het na noodig, om te Breezand van gemeentewege een pnt en een pomp ts maken De menscban znllen er bepaald geen water halen. De heer Volder zegt, dat het hoog ncodig is. Men gebruikte nu zelf» slootwater. De heer Rezelman zegt, dat sommigen slootwater boven patwater prefere8ren. Ik weet wel, dat hat slootwater in den West- po'der niet goed is. De heer Volder weet voorbeelden van menschen, die e,>n goeden pnt hebben, maar anderen geen water geven willen, of tegen ge'd Dat kannen sommige heeren zich niet voorstellen. De heer Stammes kan zich dat wel begrij pen. Ia tijd van nood moet men do menschen aan water helpen, dat mag men niet weige ren. Maar om steeds iedereen op de weif te krijgen om water, is ook alles niet- Spr. is van meening dat het op den weg der gemeente ligt, aan Breezand een put te slaan of een leiding aan den bestaanden pnt te maken, om misschien zoodoende het water eenigszins te kannen fi treeren. Dat er gebrek aan water is her ft de Raad «enigszins beaamd, door indertijd een onderzoek in te stellen naar den ouden pat aan het Breezand. Wij weten allen, dat het zeer moeilijk is daar water te krijgen, omdat men daar midden in het brakke water zit. De heer Van Mnllem deelt mede, dat het water nit den eersten pnt bij de kaasfabriek niet deugde, later is men dieper gegaan en kreeg men dit water, waarvaD na nog moet worden uitgemaakt of het goed water is. Ia Breezand wonen groote gezinnen in kleine halsjes en valt het daar velen zeer moeilijk aan water te komen. Spr. is het dan ook volkomen met Dodi. De wind blies geducht, maar de avond was helder, de hemel wolkeloos. Het schitterde en flikkerde aan het firmament, dat het een heerlijk vuurwerk gaf. Daar zjj voorloopig met ruim schoot voeren, behoefde Olfers zich vooreerst niet om het zeil te bekommeren. Hjj kroop dus naar de beide anderen toe en in het achtereinde van de boot zaten zjj weldra zeer gemoedeljjk bjj elkaar. De beide heeren onderhielden zich over verschil lende dingen, en Dodi, met haar eene hand in die van haar vader, met de andere j de leuning vasthoudend, luisterde aan- j dachtig toe en keek met stille verrukking naar den hemel. Een paar maal boog zjj zich tot haar vader over, en kuste hem wanneer hjj zich voorover boog, op de wangen of ook wel op de mouw van zjjn jas. Dan drukte hij haar steeds vaster tegen zich aan. Meer en meer week zjjn trots en boosheid voor zachtere gevoelens, hjj was spoedig weer de joviale zeeman. Er was alleen nog maar een groote droef heid in zjjn hart, dat Mia hem ook nu weêr niet had begrepen. „Kind ben je nog warm?" vroeg hjj plotseling bezorgd De kleine zeide van ja, maar zeker wist zjj het zelf niet. Haar stemmetje beelde, misschien wel van opgewondenheid over het avontuur. Hjj wilde zjjn jas neg uit trekken cm haer te warmen. M«ar dat wilde Krosta niet bebben, hjj bad een plaid bjj zich, die zou hjj even krijgen. Toen Dodi sis een klein pakje rp de back hokte, kregen zjj beiden medeljjden met de kleine, nu viel het hun eerst recht op, hce nietig en hulpbehoevend zjj nog was. den heer Stammes eens, dat het op den weg der gemeente ligt, in de daar bestaande be hoefte te voorzien. Wij mogen er ons niet afmaken met to zeggen, dat het water wel hier cf daar is te kiijgen. Voorz. zegt, dat het water scheikundig zal worden onderzocht en dat in een volgende vergadering een beslissing kan worden ge nomen. Bij de rondvraag vestigt de heer Van Mullem de aandacht van B. en W. op de begraafplaats. Spr. vindt het daar een ver waarloosden toestand. Voorz. deelt mede, dat op de begrooting een post voor verbetering is uitgetrokken. De heer De Cè.aaf vraagt, of het niet mogelijk is van de begrooting van 1906, die als naar gewoonte zal clrculeeren, een afdruk te ontvangen. Men krijgt het ding zoo kort, dat, als men niet thuis is, of verhindering hoeft, de cijfers vluchtig worden nagezien. Voorz. zegt, dat, om ieder raadslid een exemplaar te geven, nogal duur ia. Wij zouden den termijn van rondzenden wat lan ger kannen nomen. Hierna sluiting. Zaterdag 26 Angnstns hield de afdeeling ANNA PAULOWNA van de Hoilandscho Maatschappij van Landbouw eene vergadering in „Veerburg". Nadat de heer P. Kaan Dz. de vergadering met ean kort woord had geopend, waarin hij het betreurde, dat zoo weinig leden aanwezig waren, verkreeg de Secretaris het woord tot lezing der notulen, die goedgekeurd werden Hierna had do behandeling van den beschrijvingsbrief der algemeene vergadering te Vianen plaats. Op voorstel van den Voorzitter werd algemeen goedgevonden, dat de te kiezen afgevaardigde zijne stem zal uitbrengen op dea heer Jb. Zijp als hoofdbestuurder en zal helpen bevorderen, dat de volgende algemeene vergadsrieg te Schegen zal worden gehouden. Tot afgevaardigde werd gekozen de heer M. Kooij ea tot plaatsvervanger de heer Jb. Bakkerbeiden namen de benoeming aan. Voorat werd nog bepaald, dat met het oog op de groote reis de kosten daarvan tot op zekere hoogte alt de kas der afdeeling zouden worden vergoed. Toen kwam aan de orde: bespreking proefvelden en het maken van glerkelders, vervolg der behandeling van dit laatste punt in eene vorige vergadering. Het bestuur had aan don heer J. A Kaan gevraagd, of deze geneigd was naar de gegevens van den heer Nobel een glerkelder als proef te laten maken, waarop een toestem mend antwoord was ingekomen. Een langdurig debat had plaats over de waarde van gierputten en de betrekkelijke zekerheid vat. het slagen der proef. Ten slotte werd door de ver gadering het bestuursvoorstel aangenomen, waardoor bij den heer J. A. Kaan een gier- kelder zal worden gemetseld. Tot Commissie van toezicht werden gekozen da heeren N. Raap, K A. Kaan en P. Kaan Dz., die zich de keuze lieten welgevallen. Nadat nog een logokomen schrijven was voorgelezen van de heeren Zuurbieren Visser, aangaande de aanschaffing van rsmmen, wees een der leden bij de rondvraag erop, dat het convoceeren in de Polderbcde in plaats van met biljetten velen niet beviel, waarom men besloot, tot de vroeger gevolgde wijze terug te keeren. Hierna slniticg Uitslag der veiling, gehou den door Dotaris BacVx op 28 Aug. 1905 te ANNA PAULOWNA. Kooper van het hnis met erf en bouwland te Anna Peulowna, groot 1.62.50 H.Awerd de heer S. Speet* aldaar voor f 1100. „Maar trotsch ban ik toch op ja, kleine," zeide Olfers, het pakje teeder tegen zich aan drukkend. Ook Krosta prees haar als een dappere kleine kameraad. Krosta was een lang op geschoten, grijze vijftiger met een vrien delijk gezicht, maar met een zeldzaam melan- cholieken trek in de oogen. Hij moest bepaald pjjn in zjjn hand hebben, want het gewricht was, zooals Olfers zag. sterk opgezwollen. Maur daarvan wilde de scheepsbouwmeester niet hooren. In het gesprek werd hjj steeds levendiger. Zjjn metgezellen, vluchtige hotelkennissen hadden de ware betoovering van het zeilen niet gekend. Nu voelde hij zich eerst recht in zijn element en hjj verheugde ?ich levendig, dat hjj eindelijk eens iemand had gevonden, die met hem meêvoelde. Krosta had een zeer bewogen loopbaan achter zich. Hjj was de zoon vau een visscher van het Stettiner Hsfl. Van jongs ataan was hjj een persoon geweest met een drang tot handelen in zich. Als jonge man had hjj eerst op een Duitsche helling gewerkt, doch was later naar Holland gegaan en had naast practischen arbeid zjjn avonduren aan talen en andere noodige zaken besteed. Daardoor was hjj zijn beiden chefs opgevallen, vooral mijnbeer Ten Hage had zich zjjn lot aangetrokken. Stap voor stap was hjj dus bjj de firma hooger en hooger gekomen en sedert den dood van den ouden zonderling was hjj mede-eigenaar van de scheepstimmerwerf van de firma Van der Lips en Ten Hage. Van zjjn bloed verwanten was niemand meer in leven, hjj zelf was jonggezel gebleven, maar uit oude aanhankelijkheid trok hjj elk jaar een poosje naar de Oostzee, Deze vacantie Verslag der buitengewone algemeene vergadering van „Ons Belang" te HEER HUGOWAARD, gehouden 28 Aug. Na in korte trekken do aanleiding tot het uitschrijven dezer vergadering te hebben meegedeeld, geeft de Voorzitter, de heer Van Slooten, aan den Secretaris het woord, tot lezing der notulen van de vergadering, den 24sten dezer gehouden. Na goedkeuring en vaststelling dezer, brengt de Voorz. terstond in behandeling het kritieke pnnt, dat in de vorige vergadering tot heel wat geharrewar had geleid. Hoewel dit pnnt, besprekingen omtrent verschillende bepalingen bstrefifande de veiling, aller belangstelling wekte, bleef de disenssie in dan goeden toon. Na ruim schoots gelegenheid te hebben gegeven om de kwestie van alle zijden te bezien en ver schillende voorstellen in ontvangst te hebben genomen, sloot de Voorz. tenslotte het debat over de zaak en werd een stemming gehouden over het laatste voorstel dat werd ingediend, luidende„De kool wordt afgeslagen aan de afslagplaats en gebracht waarheen de kooper ze wil hebben. Wenscht iemand ze niet verder te brengen dan ean bepaalde plaats, dan blijft hij daarin volkomen vrij, doch moet dit vooruit bekend maken." Dit voorstel had buitengewoon succes, aangezien het met algemeene stemmen werd aangenomen. Vervolgens schafte het menu een buiten gewoon taal kostje in de verkiezing van een geheel nieuw bestuur, bestaande uit negen leden. Stemmensmoê ontving dan ook de vergadering met een zucht van verlichting het voorstal, om na de verkiezing van een zestal bestuursleden, de verdere aanvulling tot een volgende vergadering te verdagen. Gekozen (en zittiDg beliefden te nemen) de heeren W. van Slooten, Jo. Zuurbier, D. Stet, A. Borst, J. SnelteD en A. de Boer. Ia de na t&>op der algemeene vergadering gehouden bestuursvergadering werden de drie eerstgenoemde heeren respectievelijk gekozen tot VoorzSecr. en Pennlngm., terwijl tevens de heer Zuurbier opnieuw werd benoemd tot Betaalmeester. Bij de behandeling van het nn volgende pnnt der agenda„Bespreking omtrent voor waarden tot aanneming van leden," kwamen wederom verschillende voorstellen ter tafel, welke min of meer breedvoerig werden be sproken. Het eindresultaat dezer bespreking was de aanneming (met algem. stemmen) van het volgende voorstelToetreding tot de ver- eeniging Btaat open tegen een contributie van 60 Ct-, verhoogd met een bijdrage van f 1. voor hat afmijntoestel. De Voorz. Is van oordeel, dat nog 'n andere bindende bepaling dient te vervallen, nl. het verbod aan de leden, om elders daa op dea afslag van „Oas Belang" ter velling te gaan. Hij stelt daarom voorIeder lid is vrij zijn producten te doen afslaan, waar hjj dit ver kiest. Ook dit voorstel mag zich verhengen in algemeenen bijval. Nadat nog, onder krachtige instemming der vergadering, protest was aangeteekend tegen de uiting van ean zeer beleedlgende uitdruk king tegenover het afgetreden bestuur, sluit de Voorz., ouder dankzegging voor de mede werking, de vergadering, hopende, dat de ge nomen besluiten znllen blijken te wezen in het belang der vereeniging. Na overdracht van kas en bescheiden door den afgetreden Penningmeester, den heer Jb. de Geus, verklaart het bestuur de zaken in volmaakte orde te hebben bevonden en brengt het den heer De Gans den dank der verg., voor zijn werkzaamheden, in het belang der vereeniging verricht. Aan het Leidsche Dbl. ont leenden wij dezer dagen het bericht van een werd hem ook geboden door de hartkwaal, waaraan hij sinds jaren leed en die hem eigenljjk elke inspanning verbood. Vol belangstelling keek hjj toe, hoe de jonge offifier de boot bestuurde en met de zeilen manoeuvreerde, Om met een goede vaart bjj Mistrcy te kunnen landen, moest men eerst een eind voorbjj zeilen. De daarbij vereischte manoeuvres met het zeil voerde Msx Olfers zoo handig en vlug uit, dat men spoedig den goeden koers had. Krosta betreurde het zeer, dat zjj elkaar niet eerder hadden leeren kennen en een paar grootere tochten met z'n tweeën hadden kunnen ondernemen. Over een paar dagen moest hjj voor de zaak weer in Amsterdam terug zjjn. Hjj had een zijner onder geschikten laten komen, die hem met het jacht moest volgen. „Dat moet anders een prachtigo tocht zijn, zoo in deze boot naar huis!" zeide Max vol begeestering. „Had ik nog tijd ik ging bepaald meê. Maar jammer genoeg is mijo verlof reeds Zondag ton einde." Nauweljki had hjj uitgesproken, of hjj dacht aan Mia en aan het afscheid. Zjjn rechterhand tastte naar Dodi. Hjj drukte haar hartstochtelijk tegen zich aan, nam haar op zijn schoot en kuste haar herhaaldelijk. De kleine wilde haar armpjes om hem heenslaan, maar zjj koa het niet vanwege de plaid, waarin zjj ingebakerd zat. WORDT VERVOLGD,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1905 | | pagina 1