Alpieeo wiens- rtcitlG- k LiiüiiflliL Raai D 0 DI. eerste blad. feuilleton. 49ste Jaargang No. 4091. loterijen. WORDT VERVOLGD. Donderdag 20 October 1905. SCBAGER Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden AÜVERTËNTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Stureay s •CHAfïlSW, ILaau, II 4. Uttgevar P. TRAPMAN. COURANT. Prijs per j ar f 3,Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit twee bladen. O ©meen te Schagen. BEKENDMAKINGEN. POLITIE. Te? S'cretarie dezer gemeente worden inlichtingen verzocht omtrent een portemonnaie, inhoudende onge veer f 7. Wettelijke TJepalingen betreffende Burgemeester en Wethouders der gemeente Schagen achten het niet ondienstig onder de aandacht der in gezetenen te brengen, dat op den lsten Juli 1905 is in werking getreden de Wet van den 6den Juni 1905, Staatsblad No. 171, hondende wettelijke bepalingen betreffende loterijen, krachten8 welke wettelijke bepa lingen ook verboden is het verloten van koek, gebak, geslacht vee, mann- factu en, artikelen van huishondelijken aard, enz., enz., zoodat daarvoor door Burgemeester en Wet- honders geea vergunning meer kan worden verleend dat verlotingen van geldprijzen, van villa's, bouw hoeven en andere onroerende goederen, van équipages, paa den en vee, van rijwielen, loterijen op andere loterijen, tijv. op loten der Nsdedandsche Staats loterij, zoogenaamde pi ijsraadseiloterijeo, tombola's, het gratis verstrekken van loten aan koopers van boeken en van allerhande winkelwaren en al derge lijke ondernemingen, evenmin mogen plaats hebben dat overtreding der verbodsbepalingen wordt ge straft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste drie duizend gulden. Voorwerpetr, den veroordeelde toebehoo ende, welke door middel van het strafbaar feit zpn verkregen, en aandeelen in de loterij en andere voorwerpen, den veroordeelde toebehoorende waarmede het feit ia ge pleegd, knnnen worden verbeurd verklaard. Van de wetsbepalingen is uitgesloten: het aanleggen en honden van eene loterij, nitslni-, tend strekkende tot een liefdadig doel of bevordering van wetenschap, knnst of een ander algemeen belang, en waarin de prijzen o f premiën niet in geld of geldswaardig papier bestaan. Voor zoodanige loterijen kan toestemming worden verleend, indien de prijzen en premiën gezamenlijk geen grootere waarde dan éénhonderd gnlden hebben, door Burgemeester en Wethouders der gemeente, waar zjj zullen worden gehouden en, indien die waarde meer dan éénhonderd gnlden bedraagt, door Hare Majesteit de Koningin, op voordracht van den Minis ter van Justitie. Schagen, den 21 October 1905, De Secretaris, De Burgemeester, ROGGEVEEN. H. J. POT. Zitting van 24 October 1905, des morgens lO'/t oer. Voorzitter de heer H. J. Pot, Burgemeester. Aanwezig alle leden. Na opening der vergadering volgt de lezing en de goedkeuring der notnlen. Wordt aan de orde gesteld een adres, met verzoek om voor den cnrsns in het Fransch voor onderwijzers Zaterdags van 6 tot half 10 een schoollokaal, verwarmd en verlicht, beschikbaar te stellen. B. en W. stellen voor, dat verzoek in te willigen, waartoe de Baad met algemeene stemmen besluit. Vsn den aannemer der gasfabriek, den heer Vlaming, is ingekomen da eindrekening der gasfabriek. Die staat van den heer Vlaming van meer en minder werk is f 25.hooger dan die, door den dagelijkscben Opzichter op gemaakt. Die staat van den dag. Opz. is door d8n heer Claassen goedgekeurd. Die meerdere f 26.zoo licht Voorzitter toe, is ontstaan door eenige verzwaring, die in de kap is aangebracht, er zijn nieuwe mallen gemaakt, wat telegram-orkosten zijn ontstaan, en nu stellen B. en W. voor, die f 26 in de eindrekoning op te nemen en aan den heer Vlaming uit te betalen. De heer Roggeveen informeert, hoe hoog het bedrag is van het meerdere werk aan de gasfabriek. Voorz. zegt, d&t het bedrag f 678.— hooger ia voor het meerdere werk f 746.maar er gaat f 66 985 aan minder werk af, wat dus aan het eindcijfer een versohil geeft van f 678 01'. De heer Meur»Is aan den heer Claassen geïnformeerd, of die f 26.— werkelijk in de eindrekening thuis behooren Voorz.De heer Claassen heeft die f 25. buiten zija berekening gehouden, omdat dat, zooals hg meent, buiten hem is omgegaan, die heeft alleen rekening gehouden met den toestand zooais die werkelijk is. De heer Eeisser: Dat meerdere werk, waar aan ia dat te wijter.? zijn dat tekortkomingen in het bestek, of aanvullingen Voorz.Alleen is dat te wijten aan kleine aanvullingen. De heer Claassen oordeelde de verzwaring van de kap niet noodig, de dag. Opzichter meende van wel, en nu zijn B. en W. met dat laatste oordeel meê^egaan en ook de heer Claassen heeft zich daartegen niet verzet, zoodoende is er afgeweken van het oorspronkelijk bestek en moesten er nieuwe mallen bij gemaakt worden, wat meer der werk gaf. Do heer Feisser: Waarop grondt de heer Claatsen zyn ooideel, om die f 26.niet in ziju staat te willen opnemen, als dat meerdere werk geschied is buiten de schuld van den aannemer De heer Asjes: Heeft de Opzichter dan ge adviseerd het niet uit te betalen Voorzitter: De heer C:aaesen meent, dat deze f 26.niet in de e'ndrekenicg thuis behoort, en daarom heeft hij ze er ook niet ingebracht. De heer Manrs meent, dat de adviseurs der gemeente in deze toch behooren aan te geven, wat de gemeente heeft te batalen of niet. De heer VaderDe heeren Ciaassan en Margadant meenen, dat Vlaming die f 26. niet toekomen. B. en W. meenen evenwel van wel. Maar er is wel iets voor te zeggen, dat Claassen dat zegt, omdat de verzwaring van de kap tegen zijn advies is ingegaan, j Hij heeft Vlaming dan ook gezegd, het maar fcij d8n Raad te moeten probeeren om die f 26.te krijgen. De heer MenrgDat ie nu alles heel goed en wel, maar het is toch alleen de vraag komt die f 25.— den heer Vlaming toe, ja of neen. De heer Vader Die mallen zijn extra ge maakt en door den fabrikant zijn die Vlaming apart in rekening gebraoht, en nu meenen B. en W., dat het Vlaming ock toekomt. Claassen meent evenwel van niet. De heer Meurs Zoo oppervlakkig bekeken, meen ik ook, dat die f 25.Vlaming niet toekomen. De mallen moesten tóch worden gemaakt, of de kbp nu iets zwaarder gemaakt werd of niet. Dat bleef voor Vlaming toch hetzelfde. De hesr Vader Het zijn niet alleen de mailen, ook de telegramkosten en nog en kele extra uitgaven meer. De heer Asjes: Ik meen, als het anders gemaakt wordt dan in het bestek staat, dat de meerdere kosten aan Vlaming moeten worden uitbetaald. De heer Meurs De verzwaring van de kap valt buiten dit bedrag. De heer Vader zegt, dat die verzwaring van de kap ook een verandering braoht in de constructie der mallen, er moesten das andere mallen worden gemaakt, dat was een tx:ra-levering waarvan Vlaming de betaling ad f 20toekomtmet telegramkosten en andere kleiae uitgaven f 25.—. De heer Meurs De dag. Opz. en de opzichter i Claassen zijn voor de gemeente toch de adviseurs, die hebben te beoordeelen, of hst geld uitbetaald moet worden ja of neen. Het is hier de vraag alleenkomt het Vlaming toe. Het is een klein bedrag, dus daar gaat het niet om, maar het is een ptincipe. j De heer Fjieser geeft In overweging, nadere J motieven van den heer Ciaassan te vragen, waarop hg adviseert die f 25.— niet toe te staan, dan kan de Raad tenminste oordeelen. t De toelichting is nu zeer sober. De heor Buis markt op, dat de heer Vlaming reeds lang heeft gewacht op zijn afrekening I en er niet spoedig eau nieuwe raadsverga dering volgt, en hij dus nog langer zou moe- ten wachten. De heer Roggeveen is hst met de heeren Meurs en F disaar eens, da Riad dient te rade te gaaa met zijn adviseurs en des kundigen. Hij meent daarom, dat het noodig is, dat nader wordt gevraagd waarom of die f 25 niet voorkomen op den staat van den hear Ciaassan. Spr. is niat van oordeel, om het niet te geven, hij voelt veel voor het voorstel van B-anW-nit een oogpunt van billijk heid maar het kennen van het motief van den hear Cisassea ls toch eerst noodig. Voorz De wijziging van de kap, de ver zwaring drarv&n, la geschied tegen het advies van den heer Claassen Hij heeft zich steeds verzet tegen die verzwariDg en die altijd onnoodig geoordeeld. B, ea W. hebben het laten onderzoeken, of verzwaring noodig was, en omdat alle zekerheid er moest zija, dat het werk goed uitgevoerd werd, hebben zij de verzwaring gelast. Het is dns voor den heer Claassen heel goed te begrijpen, dat hij zich liever buiten die kwestie houdt, en oordeelt, dat Vlaming de buitengewone kosten, daaraan verbonden, moet dragen. Maar daar die ver zwaring is geschied in opdracht van B. en W-, is het, naar het oordeel van d it college, ook niet meer dan billijk dat Vlaming de f26 krijgt uitbetaald. De heer Roggeveen De heer Claassen staat zocals n zegt, bulten de kwestie, maar dat behoeft nog geen reden te ziju voor hem, om geen advies te geven over het uitbetalen der f25Ik blijf waarde hechten aan dat advies. De uitbetaling van het bedrag aan Vlaming behoeft geen vertraging te geven, de som kon uitbetaald worden na aftrek van f26.waarover later beslist wordt. De heer Meurs oordeelt de kwestie toch eigenaardig. Volgens den dag. Opz. is de kap ni6t zwaar genoeg, en het meerdere werk, dat uit die verzwaring voortvloeit, mag toch niet volgens hem door Vlaming in rekening worden gebracht. Voorz Die rekening van den dag. Opzichter zal wel heen en weer zijn gegaan en op aan drang van den heer Claassen zal die f 25. wel gecehrspt zijn. Die verzwaring van de kap is niet het werk van den deg. Opzich ter, maar geschied op aandrang van de fabriek, die achtte eenige verzwaring noodig en op grond vbd informaties hebben B. en W. Roman van PAUL OSKAR HÖCKER. o 21 Het was Dodi niet mogelijk op die vraag van haar moeder ook maar iets te ant woorden. Dat angstige beven kwam weer. Waarom ging haar moeder op het voorstel van oom en tante in Waarom ver ste zjj er zich niet tegen, haar van zich laten heengaan juist nu Toen afscheid genomen werd en zjj den pro fessor, die haar zeer vriendeljjk toesprak, een hand geven moest, kostte haar dat veel moeite. Hezen avond en ook den volgenden jjforgen trachtte zjj een kwartiertje met haar mama alleen te zjjn. Maar tante Fusabeth hield haar steeds in beslag, zoo- et het onmogeljjk was, een vertrouwelijk Woord te spreken. Wat zjj tot haar moe- nrU o had willen zeggen, dat wist zjj zelf die ToKen den steeds aangroeienden angst, zich van haar had meester gemaakt, kon «*lch onmogeljjk meer verzetten. WeJi middageten den volgenden dag al 7 nauw^eurig besproken, wat zjj zoo zel( °U meênemea. Tante Elisabeth kwam e° h-? T, haar keertje te kjjken sloiten 6 de cartonnen doos te Sep&kt zataann haM ZondaK8che jurk de namiddag en de avond ver liep zonder dat tante Elisabeth haar met haar mama alleen gelaten had. Tenslotte kwam het goedennacht zeggen. Alhoewel zjj reeds vijftien jaar was, moest Dodi nog steeds een uur vroeger naar bed dan de anderen. Langer dan anders hield Mia de hand van haar dochtertje vast P.otseling zeide zjj, alsof zjj een zwaar en moeilijk besluit genomen had„Ja Ottilie, en aan stonds kom ik nog even, om je bjj je nieuwe kapsel te helpen hoor, je weet wel." Dodi knikte slechts. Zjj wilde om alles ter wereld voor haar tante niet verraden, hoe opgewonden zjj was, Een uit Oostenrjjk gekomen vriendin van Dodi had met haar frisuur een ware storm doen opsteken onder de jonge dames. Ook Dodi had haar moeder gesmeekt, haar dat te laten dragen. Maar het was nu niet de voldoening over dit verlof, dat haar nu zoo plotseliog het bloed naar da waDgan dreef. Terwijl haar moeder haar het lange haar strengelde, zat Dodi stil voor zich heen te kjjkenzjj babbelde niet, verroerde zich nauwelijks, keek ook zelfs niet één enkele maal in den spiegel, Ook Mia vermeed bet eerst, een blik in den spiegel te werpen. „Wat heb je toch een dik haar, kindlief. Weet je, de eerste paar keeren moet je je maar door een van da meisjes van tante Naeldeke laten holpen. Alleen krijg je het bepaald niet klaar." Zoo praatte Mia schjjnbaar onbe vangen. Maar met haar gedachten was zjj er niet bjj, Zjj zocht naar een overgang, om Dodi vanavond met alles in te wjjden. Mat haar bloedverwanten had zjj daarover reeds lange debatten gevoerd. Dat iemsnd anders dan zjj zelve hear kind de eerste mede- deeling zou doen over de scheiding harer ouders over hat heengaan van haar vader, die weggegaan en niet gestorven was, dat wilde zjj beslist niet hebben. Dat moest en zou de kleine uit haar eigen mond vernemen. En toch, hoezeer het haar kwelde, kon zjj geen woorden vinden om te beginnen, „Zult ge daar géén verlangen naar huis krjjgen, Dodi vroeg Mia na een poosje, zachtkecs, door het zwjjgen van haar kind nog meer verontrust. Dodi knikte slechts met bet hoofd. Wederom trad er een pauze iu, Plotseling draaide Dodi zich evenwel om en drukte haar gelaat tegen den schouder van haar moeder. „Moedertje," snikte zjj zachtkens, maar in groote opgewondenheid, „ik weet het, u stuurt mjj alleen weg, omdat omdat ach, moedertje, ik voel zulk een grooten angst „Angst? Waarvoor bonje bang, lieveling?" vroeg Mia met bevende stem. „Ach mooke professor Lange niet waar dat is het toch die zal met u trouwen, en mjj stuurt u alleen weg opiat ik er maar niet zal zjjn. Acb, en ik geef u toch niet aan hem over I Moedertje, moedertje, gjj moogt u niet van mjj weg geven Neen, dat mag u niet doen I" Mia was te ontsteld, om een enkel woord te kunnen antwoorden. Zenuwachtig maakte zjj zich uit de armen van haar kind los. „Kind!" weerde zjj af. Haastig stond zjj op besluiteloos bleef zjj dan staan. Schrik eu ook een zekere schaamte streden in haar. Angstig volgde Dodi elke harer be wegingen. „Hoe ban je op die gedachte go order gegeven dat te doen. De heer Vader De heer Claassen heeft die verzwaring nooit gewild. Hij heeft gezegd: willen de heeren verzwaren, dat is hun zaak. De mallen van die verzwaarde kap zijn extra gemaakt, en nu vraagt de heer Vlaming te recht moet ik die extra-onkosten nn drager De heer Roggeveen Waren dan de mailen voor de andere kap reeds gereed De h6er VaderDie waren klaar. Toen do fabriek de kap bjjna klaar had, gaf men ons in overweging de kap te verzwaren. De heeren Meurs en Roggeveen blijven nochtans aandringen op een advies van den he8r Claassen. De heer Vader: In het bestek staat, dat de kap geleverd moest worden op het terrein der gasfabriek, om daar te worden gekeurd. De leverancier van de kap stelt voor, om de kap bij hem aan de fabriek te keuren. Als er dan nog wat verbeterd moet worden, is dat spoedig en gemakkelijk gereed. Dat was men niet verplicht om te doen, het be3tek gaf het anders aan, maar om de aflevering te bespoedigen, is de dagelijkscbe opzichter daarheen gegaan, en dat heeft de heer Vlaming betaald. Dat altes in oogenschouw nemend, achten B. en W. het gewsnsoht, de f 26 uit te betalen. Da heer Feisser wil het geld aan Vlaming uitbetalen behalve de f 26.— en dat later afhandelen. Voorz.Vlaming heeft zijn rekening al vroeger ingediend en we hadden gehoopt, dat de heer Claassen hier Vrijdag zon geweest zija, dan hadden B. en W. hem bepaald zelf gevraagd, wat de heeren nn gaarne wil len weten. De heer Feisser geeft er zijn verwondering over te kennen, deze zaak niet bij de stukken te hebben gevonden. Voorz. zegt, dat B. en W. hierover Vrijdag niet hebben kannen vergaderen. Zjj hebben daarover Maandag vergaderd en besloten het vandaag in den Raad te brengen. De heer Feisser verzoekt vriendeljjk, dat, als men zich da moeite getroost om de stuk ken te komen iczien, alle stukkan dan ook aanwezig zjjn. Hij verzoekt dat daarmede in do toekomst rekening wordt gehouden. Voorzitter: Dit is ook altijd het geval, maar B. en W. waren nu niet in staat daarvoor te zorgen. De heer Vlaming had reeds lang gewacht, en om hem niet teleur te stellen, was het vandaag in den Raad ge bracht. Eindelijk wordt het voorstel van B en W., om die f 26.— ook uit te betalen, in rond vraag gebracht en aangenomen. Vóórde heeieu Smit, Asjoe, Bijpost, Bnis en Vader; tegen de heeren Meurs, Feisser en Roggeveen. VoorzitterNu moet nog iets behandeld worden, dat ook niet vooraf meegedeeld ia kannen worden. Overtoom is gister in de vergadering van B. en W. geweest en die heeft voorgesteld, op de pomp op de Gedempte Gracht te plaatsen 1 lantaarn, In plaats van 8. Dat wijkt natuurlijk af van het aanbod, indertijd door Algemeen Belang gedaan. Ed alhoewel dit punt nu later is inge komen dan uw convocatie biljet is verzonden, hebben B. en W. gemeend, het hier maar aan de orde te moeten brengen. De heer Meurs meende, dat dit een zaak was van Algemeen Belang, en hij vraagt, of die vereenfgicg daarmede accoord g-at. Voorz Wij meenen aan Overtoom te heb ben begrepen,dat die dat doen kon.De inlichtin gen, die B. en W. van hem ontvangen heb ben, waren zóó, dat wij dachten dat Algemeen Belang niet tegen die verandering zón zijn en daarvoor brengen wij het voorstal in den Raad, of men genoegen neemt met 1 lan- komen?" vroeg Mi» ra een korte pauze. „Ze hebben het op school gezegd ja, omdat u nog zoo jong was en de moeder van Eggebrechts is ook weer opnieuw getrouwd en nu hebben Lena en Willi een stiefvader gekregen, van wien ze bepaald niet houden; omdat omdat Ach, en bjj kjjkt u altjjd zoo aan en dat mag hjj nietIk ben daar zoo onge- lukkig overMoeder, ach, lief, lief moedertje 1" Onsamenhangend, hartstochtelijk kwam haar dit alles over de lippen. Zjj wierp zich snikkend voor haar moeder op de knieën, die als gebroken in de vensterbank was neergezakt, en verborg haar van tranen natgezichtje in de plooien van moeders kleed. „Kind kind 1" fluisterde Mia at werend. Eu met onzekere hand streelde zij haar lokken. Maar zij was geheel buiten zichzelf, want op zulk een uitbarsting van vertwijfe ling was zg niet voorbereid geweest. Angstig luisterde zjj naar den corridor. Zjj voelde zich altijd en eeuwig afhankelijk van E isabeth en Alwin, ook al waren zjj er niet bjj. „Zeg dan toch, moedertje, is het waar vroeg Dodi eindeljjk, terwjjl zjj het boven lijf oprichtte, maar op haar knieën naast haar moeder bleef liggen. Mia drukte zich beide handen tegen het hoofd, daar bonsde en hamerde het zoo. „Ja Dodi," fl ilsterde zjj, „het is waar. Stil, stil, ik zal je alles zeggen. Professor L mge heeft mjj gevraagd, om zjjn vrouw te worden. En hjj heeft ook gezegd, dat hij jou zou liefhebben alsof hjj alsof hjj Een plotseling sidderen maakte het haar onmogelijk voort te gaan. Haar kind had het hoofd opgeheven, en met haar groote, verschrikte oogen staarde Dodi taam. De heer Asjes Om welke reden De Voorz.: Voornamelijk om de groote kosten en nu zal die eene lantaarn sierlijker gemaakt kunnen worden, dan anders die drie. De heer Feisser zegt, dat de drie lantaarns ten deels voor verlichting en ten deele voor versiering zijn aangebracht. Drie lantaarns op de marktplaats, zooals oorspronkelijk het plan was, was met het oog op de verliohting van het plein zeer mooi, maar op de Gedempte Gracht heeft dat geen raison meer en daarom achtte hat bestuur van Algemeen Belang 1 lantaarn verkieslijker. Voorz Dat was het idee van B. en W. ook, maar hst was de vraag, of de Raad met dat idéj kon meegaan. De heer Vader: B. en W. konden daar nog eerder in meegaan, omdat, als er 3 lan taarns kwamen, zeide Overtoom, het dan zeer eenvondige zouden worden, en dan achtten wij 1 sierlijke beter. Hjj had de pomp zeker wat krap aangenomen en nu moest hij zeker op die manier weer met de rekening uit komen. De heer MeursDe Raad kan op het ver zoek van Overtoom niet ingaan. Hat moet met Algemeen Belang worden afgehandeld. Het is geen zaak tusschen Overtoom on den Raad, maar tusschen den Raad en Algemeen Belang. En zoover ik weet, is er in Algemeen Belang ncolt besloten 1 lantaarn te nemen in plaats van 3. Een algemeene vergadering van Algemeen Belang zal daarover eerst hebben te beslissen. Voorzitter Het kwam B. en W. voor, alsof Overtoom handelde in overleg met Algemeen Belang. Maar moet Algemeen Belang hierin nog gehoord worden, dan geeft dat weer uitstel. B en W. hebben het verzoek alleen in den Rrad gebracht, omdat zij meenden, dat het geschied was mot goedvinden van Algemeen Belang. De heer ManrsPersoonlijk ben ik ook wel v o o r 1 lantaarn, vooral als dat wordt een flinke lantaarn, en maar niat langzamer hand verandert in een lantaarn t j e. Maar toch acht ik het werkelijk noodzakelijk, dat Algemeen Belang zich over dit punt eerst uitspreekt. Da heer Vader: Het Is gemakkelijk, ons in deze zaak helderheid te verschaffen: de voorz. van Algemeen Belang zit in ons midden. De heer F aisser het motief waarop men 1 lantaarn beter oordeelde dan 3, heb ik straks al meegedeeld. En ook O zertoom heeft dat in onz8 bestuursvergadering ter sprake gebracht en toen heeft het bestuur van Alge meen Belang geoordeeld, dat dit een zaak was, die Overtoom had uit te maken met den Raad. Want het was de vraag, of die gene gen was een dergelijke lantaarn te acceptoeren. De heer Roggeveen Dat ben ik niet met den heer Feisser eens. Het is geheel een kwestie tusschen Algemeen Belang en den Raad. Spr. heeft persoonlijk geen bezwaar in 1 lantaarn, maar met Overtoom kin die kwestie niet worden afgehandeld. Da heer Vader: De pomp kan evengoed, gemaakt worden. Men is er direct nog niet aan toe, er een lantaarn op te plaatsen. Dan kan de zaak eerst in Algemeen Belang ge braoht worden. Na nog eenige discussie wordt besloten, de zaak niet verder te behandelen, nadat de heer Feisser verklaard had, dat, als dat ge- wenscht werd, er nog tijd genoeg was om een adres van Algemeen Belang in te zenden. De heer Overtoom had nog eea tweede zaak onder de aandacht van B. en W. gebracht. Doordat die pomp komt in aan sluiting met den dlepwelpnt en de beide spui ten daarop zullen kannen worden aangesloten, haar aan. „Moeder ik ik Lait hem!" etiet het kind plotseling hartstochtelijk uit. „Ik kan en wil hem niet zien 1" „Waarom dan kind Wees toch bedaard. Wat heb je dan tegen hem „Hjj is slecht, moedertje. Zeker en waar achtig, hjj is slecht I" „Hoe kunt ge dat zeggen?" „Hjjwil u van mjj wegnemen 1 Ja i van mij en van vadertje 1" Nu liet ze het gelaat weder in den echoot harer moeder vallen, geheel ontsteld en hartbrekend schreiend. „Ach Dodi wat roep je daar wakker, wat een pjjn doe je me nu," „Wees niet boos op me, moeder. Ik kan niet anders. Ea wanneer ik het mjj zoo voorstel Lma en Willi moeten ook vadertje zeggen tegen haar stiefvader, en dat is immers niet hasr eigen vadertje. En zjj hebben zoo erg geweend maar thuis mogen zjj niet meer 'van baar eigen vader spreken. Maar zjj hebben tenminste zjjn graf, waar zjj heen kunnen gaan. Ja, van uit de school gaan zjj heel stil naRr het korkhot eenmaal ben ik ook m'ê geweest en dan bidden zjj en spreken met haar vadertje.Maar ik weet niet eens, waar mjjn vader gestorven is en waar zjjn graf is. Oom Alwin zegt maar steeds zwjjg wanneer ik er hem naar vraag. En u weet hat evenmin, zegt tante Elisabeth, Ja en wanneer ik nu een anderen vader zou krjjgen dan kan ik niet eens daarheen gaan, waar vadertje begraven ligt en met hem spreken evenals Lena en WilliAch moeder, moeder, laat die booze professor niet bjj ons komen 2

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1905 | | pagina 1