Uit de Oude Doos.
DODI.
Zondag li Nov. '05.
Arrondissements Recht
bank te Alkmaar.
tweede BLAD.
x.
West- Fries'and's onderwerping
F nria III ter kruisvaart gestorven, liet
ziin land na aan zija zoon Dirk VII, onder
wiens bestanr de oorlog inet vernieuwde
woede uitbarstte, voornamelijk ook door toe
dobo van 's graven broeder Willem, die
door middel van deze aloude vganden van
't Hoilandsohe Huls het hem toekomende
Oost-Vriesland en Kennemerland meende
terug te zullen krijgen. Onder zijn aanvoe
ring besprongen de West Friezen de Hol
landers bijna dagelijks, al konden ze bij
E ;mond en Alkmaar Diet meer zoo gemakke
lijk doorbreken, als weleer. Dirk VII ver
keerde daardoor in een lastig geval, want
behalve door zijn broer met diens troepen,
werd hij ook bedreigd door de Vlamingen
en de eena z>owel als de andtre vyand moest
rrorden bestreden. Daarom besloot hg zelf de
Vlamingen onderhanden te nemen,terwijl hij d«
tuchtiging zijner Noordelijke vijanden aan
zijn vronw Adelheid van Cleef opdroeg. Zien
wij, hoe zij zich van deze taak kweet.
Iq 1195 kwam zij met Laar leger in de
buurt van de Abdij van Egmond „tot groote
schade van 't klooster ende ongemack van
de geheele orden, alzoo de G jestelijoke goe
deren, soo in de viv8rej ais in verschegie
andere dingen aen de soldaten werden
besteedt, ende dagelijoln liepen de Ka
meniers van de Gravlnne ende
andere bijkomende vrouwen door
't Convent, 't eenmael tegen da Discipline-"
Dooh den tijd braoht ze niet in ledigheid
doormet zeldzaam doorzicht regelde ze alles,
-wat op den aanstaanden veldslag betrekking
had, voor de zooveelste maal bewijzende
„Eéa vronw is dnizsnd mannen te erg."
Met haar scherpen blik zag ze evenwel, dat
haar zaak nog niet zoo heel best stond en
daarom wist ze de Winkelders en Niedorpere
om te koopen, zoodat dezen toen eenmaal
'c gevecht van Willem tegen da Gravin aan
den gang was, schandelijk op de vlucht
sloegen. De aanvoerder der West-Friezen
werd daarop door de aanstormende Hollan
ders zóó in 't nanw gedreven, dat hij met
moeite 't leven redde. Kort daarop werd
door den invloed van de moeder en andere
verwanten de twist tnsschen de broeders
bijgelegd. [Zoo 't schijnt is Dirk VII in
1198 nog eens West F.iesland binnenge
trokken
Weer rustten de partijen een tijdlang, als
vergaderden zij krachten voor den strijd, die
onder Willem II met te grooter felheid
uitbrak.
Deze toch liet te Heemskerk een slot bon-
wan, waarin een flink getal soldaten werd
gelegd onder bevel van Heer Gerrit van
Heemskerk, die van den Graaf do opdracht
kreeg, om de West Friezen voortdurend
„in onrust te honden", iets wat, de prikkel
baaiheid van dezen in aanmerking genomen,
een klein kunstje was. Door zijn gedurig
„tokkelen" waren deze aarts vechtersbazen
8teed3 vinniger tegen de Hollanders opgetre
den en vond de Graaf eindelijk, dat hij nu mat
oogenschijnlijk 't volste reoht van de wereld
tearen hen kon optrekken.
Ia 1254 verscheen hg met een aantal
koggen (wkkr wordt niet gemeld) en werden de
vijanden met een verlies van 600 man gesla
gen.
Maar wat baatte hem al znlk krijgsgeweld
Immsrs.de welvaart der bevolking bestond voor
namelijk in hnn landerijen en deze herstelden
zich na de gevechten merkwaardig snel, ter
wijl tevens 't verlies der verbrande woningen
en van 't weinieje huisraad heel gering te
schatten was. Zoodoende bleef 't land na
elke plundering, beschermd als 't was door
zijn merengordel, nagenoeg onneembaar en
da haat en da wraakzucht der bevolking
groeide aan met het getal landgenooten, door
de Hollanders verslagen. Zoo kon 'c zelfs
gebeuren, dat Vroonen, liggende onder het
oog des graven, voortdurend mede bleef tegen
spartelen.
En toch, balgen zonden ze, die vervloekte
West-Friezen, buigen voor de majesteit van
den Roomsch-Koning, en daarom moest een
Dienwe helrtocht worden ondernomen. Eerst
In 1256 was de winter streng genoeg en kon
Willem II den 28en Febr, van 't volgende jaar
naar Vroonen trekken, dat hij voor zga on
willigheid deed boeten, waarna hij ter be
scherming van Alkmaar 't kasteel Torenburg
deed bonwen, welke beveiliging afdoende
bleek te zjjn, want na dien heeft Alkmaar van de
FEUILLETON.
Roman
van
PAUL OSKAR HÖCKER.
o—
29.
Op den avond van den derden dag trad
eea geheele bewusteloosheid in.
^°di leetde eigenlek niet ia deze moei-
Hlke dagen, het was een planten-
j n gelijk.
.-lo de sterf kamer hield zij het niet lang
Wanneer zjj haar moeder zoo hoorde
ermen, dan was het, of haar de keel met
zS Viaa werd diohtgedraaid. En al was
H ook maar door een dunnen wand van
ar gescheiden, dan maakte een groote
k*Azich van haar meesterde stervende
lan" 00gan öens openen, naar haar ver-
g«Q, haar zoeken en haar missen,
Wa#®l0op Dodi op haar teenen weer naar
die\eeQ ze^er8n dag, toen de liefdezuster,
blik *nr mo0der oppaste, haar een oogen-
h»ar k?'j®en 'n <*e kamer had gelaten, viel
gen.L, °P den in een hoek staanden, half
8'Jktan koffer.
8cbrijfm'16n a"6r'e' dingen zag zij de
bet port**Van 'laar mo®der, waarin zich
k'd het t 'an kRar vader bevond. Zjj
Dodi ®D,min»Je voorjaren daarin gezien,
0t° ®r u niet, wat er haar toe dreef,
frhtret er Van te overtuigen dat het
er nog was.
West Friezen geen overlast meer geleden.
Het gansohe j «ar besteedde de graaf aan
Ie uitrusting zijner trospen en toen in 1266
de winter dien van 't vorige jsar scheen te
willen evenaren en de natnnr hem das in
zjjn plannon scheen bij te staan, trok hij met
flja leger over de bevroren Heer Hagowaard,
waarna zich 'c helr sp'i-sra in tweeë j etn
deel ging onder Heer Willem van Brede-
rode de DregtcrS bekampen, de G aaf zalf
trok den kant uit van Hoogwonl, om dat
dorp „te barnen." Doch da West F lezen
wareD op hnn post, gewapend en in lichte
linnen wapenrokken stonden ze op 'c fjs, de
Hollanders af t8 wachten
't Geveoht ving aan ea de Friezen leken
alras in verwarring to geraken, ten minste
sg trokken zich haastig terug, om zich in d9
naburige rietbosschen te bergen. De Hol
landers en voornamelijk de Graaf, dit ziende,
zoch'en er partij van te trekken en vervolgden
se fjverlg Deze laatete, door zijn vurigen
krijgslast vor van da zijnen afgeraakt, viel
la een hinderlaagmot zgn paard en zga
zware wapenrusting kwam hij op 't nog
broze ijs, Zikte ar door heen en noch zgn
smeeken om lijfsbehoud, noch het aanbieden
van een groot losgeld kon hem reddenkoel
bloedig werd hij door den vijand doodgeslagen
„De VrieseD, die baose lngden, slende dat het
q reliek gemaeckt was", hebben het lijk des
forsten „In een seer verachte plaets gelegt"
in een huis te Hoogwoud
„De Edele van de andere psrtije verrich
teden haer voornemen na wil en weneoh
endo keerden met jaijchc-n ende blijdschap
wederomrnasr als Bij 'o ongelaok des
Konlncx vernamen, wieidt haer cyther van
vrenghde in een luyt van treuren ende haer
vrolgckhegt met vee! tranen bevochtlght.
Eade voorwaer met reden: want als 't Hooft
is vol pijnen, soo moeten de leden q lijnen
„O, vervloect Vrleslant." zoo vraagt ea deze
ontboezeming Willem Procurator, „waervan-
daen qaam deze ver woedtheijt
Misschien hadden de Friezen, zoo zg zgn
nitroep hadden verstaan, hem herinnerd aan
een zeker spreekwoord, waarin van een knil
graven sprake is, Of misschien ook hadden
ze niet den tijd gehad te antwoorden, want
onder den jongen Graaf Floris, die ziji vader
opvolgde, ging niet minder heet to8.
In 1268 toch reeds ontstond er, waarschijn
lijk doordat de E leien en het volk 't oneen»
waren over de voogdij van den jongen graaf,
een opstand, die heel Holland en Ucrecht in
vuur en vlam zette. Da Kannemsrs, geholpen
door de Waterlanders en da West-Friezen,
hadden niet meer en niet minder ten doel
dan „alle de Edelen en de machtigsten wel
geboren Mannen cyt den L inde en de Stiohte
te verdrijven." Sloten, burchten, kasteelen en
hulzen ter nederwerpsnda, trok dit „raeende"
volk voort tot het in Amstelland kwam, waar
Heer Gijabrecht da „dolle" menigte met schrik
zag naderen. Maar „aisoe hg eea scalk man"
was, wist hg hen ta bewegen hem ais opper
bevelhebber te erkennen, (Anderen bewaren dat
Ggabiecht werd ged wongen), waardoor natuur
lijk zga landen van de algemeene verwoesting
verschoond bleven. Da bende trok hierop naar
't Sticht, waar de aanvoerder menigea per
soonleken vijand had, met wien hg nu op
goedkoops,dooh niettemin doaltrtff icde manier
kon afrekenen. Usrecht werd veroverd, 't huig
te Abcoude, te IJsenbnrch (Risenborch) en
dat te Vlanen werden „nedergsworpeu" en
mat dit sneoss was Heer Gijsbrecht voldaan.
't Kwam er na slechts op ann, de vrienden
goedschiks naar huis te krijgen. Dooh zija
„scslkheit" liet hem ook ln dezen niet in den
steek. Hij sprak ze aldus aan: „Ghij stoute
koatie luden en lieve Vrienden gg siet wel hoe
wij dit heeie Bisdom ons binnen desen jser
onderdsnich gemaeckt hebben, eade aile die
Welgeboren Ludea daer cy: verdreven, hoir
hcysen neder geworpen, eade ten naasten
jier willen wij den Hertoge van Gslre ver
drijven 6nde zgn Haerllohegt destrneeren. om
dat hij hem tegecs ons verset heeft. Eade,
want nn die boutijt aenetaet, soe dnnot mij
dattet oirbaar is, dat elck man tea sijnen
keero ende verssmea, daer onse wgve ende
oase kijnderen bg levsn moegen."
Deze raad werd opgevolgd, maar niet zoo,
ras, of de Kennemers belegerden nog even in
't voorbijgaan Haarlem, doch werden door
middel van een krijgslist bg de stad vandaan
gelokt en kort daarop deerlijk verslagen.
De afrekening met de West-Friezen, die
behalve deelname aar dezen plundertocht, ook
nog den dood van Floris' vader op hnn ge
weten hadden, stond nog te geschieden en
dat was een zaakjv, 't welk de graaf per
soonlijk in orde wenschte te brengen, 'c Liep
evenwel aan tot 1272, voordat alles voor de
heirvaart gereed was.
Ia Oogstmaard van dst j->ar, als alle
wateren voor een sroed deel waren uitge
droogd, vergaderde F.oris V zija volk, waar
mede hij naar Alkmaar trok, om zich vandaar
over Ondorp op de West Friezen te werpen.
Tocb, hoe lang 't ook gedroogd had, tal van
vaarten, killen en braken versperden hem
den weg en 'i opgevatte plan om den vol
genden dag reeds verder te gaan, was onmo
gelijk eerst moesten die hinder palen uit den
weg gernlmd. Daarom werd een deel van
't krijgsvolk bevolen, dat „elc man hojj ende
stroij dragen zonde totten dammen," iets wat
de in de nabijheid gelegerde vijanden niet
dan met schrik zagen gebeuren. Hnn bestaan
toch hing jaiat van die hinderpalen voor de
Hollanders af en daarom is 'c zeer begrgpalgk,
dat ze in 'c einde op die dijkers aanstormden,
tengevolge waarvan bij Vronen op de geest
een gevecht ontstond, welks krggsrnmoer tot
in Alkmaar werd vernomen. Hoewel de Alk-
maarders jjlingr hnn onde vrienden ter hnlpe
snelden, 'i baatte nietachterna gezeten door
de West-Friezen, moesten ze vluchten. In den
omtrek van Heilo, waar ze weer vasten grond
onder de voeten hadden, wist echter de graaf
zgn troepen z.ro goed te ordenen, dat in den
nn dadelgk volgenden slag de zege aan de
HollandeiS bleef en 8X) vgandeu suenvelden.
De Graaf verloor ia beide gevechten omtrent
5'JO Hoiiandsche ridders. Lijkt ons vreemd
toe, niet waar, een vluchtend leger, dat op
eenmaal weer gereed is strijd te voeren, maar
ook Mriis S.oke vermeldt hst als een feit, al
voegt bij er bg
„Oe Grave hadt den qraetsten koop."
Na den slag bg Vronen trok de graaf nog
meermalen tegen de West-Friezsn op, strij
dend mat wisselend geluk, want, zoo lezen
we, „somtijt won hij, somtijt verloor hij."
Nauwk «urig te verhalen wat er echter is
geschied, is totaal onmogelijk. Al.'em dit is
zeker da Kennemers hielpen hem toen. Als
bewijzen daarvoor mogea dienen, hoe hij in
1277 Akersloot en Uitgeest het schot, dat zij
jaarlijks gewoon waren te geven, vrij schold
voor dan tijd van drie jaren, opdat zij zich
„te williger en te dapperer tegen de Friezen
stellen zouden." En die vaa Wormer werden
vier jaar later van alle grafelijke beden en
tollen vrij verklaard, omdat zg in zeker ge-
vegt eenlge Friezen gevangen en den Graaf
overgeleverd hadden.
Hoe da Graaf 'c aanlegde, om West-Fries
land te doen bakken, als slot de volgende
maal. D V.
Zitting van Dinsdag 7 November 1905.
Toen zij de map, die niet gesloten was,
opende, ontdekte haar oog een pas be
gonnen, aan haarzelf gerichten brief. Twee
kantjes waren er reeds dicht beschreven
en zjj las de hartstochtelijke woorden met
groote ontroering.
In een zytascbje tusschen allerlei papieren
vond zjj het portret. Larg keek zjj naar
de trekken van de verbleekte fjtografi3.
De terugkomst van de zuster schrikte
haar uit haar gedachten op. Daar de zieke
stortbaden moest hebben, moest Dodi de
kamer verlaten, Maar van het portret kon
zjj oamogeljjk scheiden, ook niet van den
aan haar gerichten brief. Het was immers
de laatste, dien zjj van moeder ontving Zoo
doende nam Dodi de map miê en legde
die bjj hare dierbaarste herinneringen.
Io den vroegen Zondagmorgen juist
waren de kerkklokken beginnen te luiden
stierf Dodi's moeder.
Het zwakke lichaam had geen zwaren
doodstrjjd te strjjden had. Toen Dodi aan
het sterfbed van haar moeder gebracht
werd, zag zjj daar het ontzielde lichaam zoo
vredig liggen als in eea sluimering.
Lang bleef zjj staan, als verstomd voor
de majesteit des doods. Doch plotseling
zakte zjj in elkaar Hsar gelaat zonk r-p
het kussen en zjj stounde„Ach, moeder
moedertje
Oom en taste en ook do justitieraad
stonden daarbij. Zjj spraken het jonge
meisje vol medelijden toe, hoe ontroerd
zjj ook zelf waren, met kalme, verstandige
woorden, Ea de dokter meende, dat de
dood een verlossing voor haar was.
Dodi bemerkte niet eens, dat men tot
haar sprak. Zjj leefde in een andere
wereld, in een sfeer waarin zjj geloofde
Do eerste der zes heden op de strafzitting
behandelde z iken mocht ln zooverre bijzonder
heeten, omdat er eea respectabel aantal ge
tuigen in werd gedagvaard, die stellig „te
zemen en in verecniging" zegt de recht
bank dan een geweldigen dnw aan 's rijka
schatkist zullen hebben gegeven, toen zjj zoo
successievelijk hnn reis- en tgdverzuimver-
goeding kwamen ope'schen't Was van
allerlei slag dames en heeren, oud en jong,
een inderdaad bonte verzameling, die, op de
getuigenbank plaats zoekende, ons onwillekeu
rig deden hopen, dat zij met het oog op hunne
beduidends talrijkheid niet a! te langdradig
en „taai ia de kook" mochten wezen.
Gelukkig bleken ze in doorslag nogal van
„af we ven" te houden, zoodat we vrjj spoedig
te weten kwamen, wat de snuiter, die in dit
drama d3 hoofdrol die van beklaagde
moest spolen, allemaal wel op zija kerfstok
had. Dit personage was al lang geen onbe
kende meer in de audiëntiezaal, 't Was name
lijk Dirk Times, zoon van Jan dito en Haartje
Bokkum, oud 24 jaren, van beroep koopman,
koedrjjver en zoo al meer, wonende In de
Nieuwstraat te Schagen, zijn geboorteplaats.
Hg was op Maandag II Sep't- j i. te Scha-
gerbrng, alwaar hot toen kermis on paarden
markt was, en wist zich dien eigen dag nog
In 't bezit van een rijwiel te stellen, waarmtê
hij 's avonds huiswaarts fietste, zoodat het
met hem, in tegenstelling met dien heer, „die
eens te paard naar 't bad was getogen en op
z'n voeten wederkeerde", heal aardig mar
cheerde h ij toch was te voet gekomen en
op de fiets den onderlijken kaard komen op
zoeken. Eigenlijk kwam hij zoover niet, dank
zjj de mildheid, waarmee hg zijne maag van
Jan Schiedam bad voorzien. Doch laat ons
zijne avonturen eens nagaan. Dirk wss nog
niet zoo heel erg onder den indruk, toen hg
'e m:ddags om een uur of vier, vjjf, door
Schagerbrng fl meerde, in gezelschap van den
metselaarsknecht Dirk Keuris, dien het toeval
hem in de armen voerde.
A's men Diik Tames wil gelcoven dan
won hij toen ai naar hnls, doch zga wil bleek
van de omstandigheden zeer afhankelijk te
zijn. Hij werd namelijk gewenkt door een
onbekende, gekleed in fliweelen breek en
zwarte Jas, ongeveer 26 —28 jaar oud, die
hem Dirk noemde, een borrel!je presenteerde
en vroeg, of hg een fDts naar Schagen wou
brengen, dan zon hij beloond worden
met een kwaitje! Diik wilde wel, maar dan
moest hij een briefje hebbenZgn lastgever
scheurde nit een nagelnienw zakboek een
onbeschreven blad en schreef er het een en
ander op. Dirk stak het ongelezen in den
zak en verloor het later! Etfi.i, hij schom
melde zijn vriend van daareven, Kenris, weer
op, wien hij vertelde, dat hij een flsts voor
f 20 had gskocht, die bij de Wad. Rijs stond,
waar beiden omstreeks 8 nar zi wilden
ook nu nog in verbinding te etaan met
de doode. Plotseling stond zjj op, mst de
handen aan het hoofd. Ea zonder ook maar
naar da anderen te kjjken, verliet zjj de
kamer. Toen zjj terugkeerde, had zjj het
portret van haar vader in de hand.
Op haar teenen trad zjj op het bed toe
en legde het verbleekte kaartj 8 in de
verstjjfde handen van de docda.
Zjj hadden allen het portret herkend
Eén oogenblik scheen het, als wilde Al win
verontwaardigd toespringen.
Maar de justitieraad schudde het hoofd
en legde zjj a hand op Alwin's schouder.
„Laat haar toch!" fliisterde hjj.
Daarop liet oom Atwin da opgeheven
hand weder zakken.
Wat kon dat armzalige portret ook de
doode schaden De strjjd was nu immers uit
Dodi knielde weer naast het bed neder.
Het wes haar zoo hoog, zoo plechtig te
moede. En zjj had bet gevoel, als moest
er een wonder geschieden, dat de lieve
oogen nog eenmaal zou openen, opdat een
laatste, stomme blik het portret zou tri dan
on haar zeggen, of zjj goed gedaan bad.
Maar de mooie, wondermooie oogen van
haar moeder gingen niet meer open,
de diepblauwe, zachte oogen, waarvan
vadertje gezegd hadl dut het kerkevensters
waren 1 kerkevensters, waardoor men
ziet in het allerheiligste wanneer niet steeds
zooveel tranen, zooveel gruweljjk leed ze
immer boslagen had doen zjjn.
Dat moede, zoo zwaar gewonde vrou i
wenhart had opgehouden te kloppen.
I
Dezelfde groote, plechtige, bjjna pracht
volle apparaten, die bjj den dood van
toen naar kuis aankwamen. Tamis nam
de fiets, die hij een uur ta voren bij haar
bracht, m-de, terwijl Keuris de zijne bg hare
buurvrouw vandaan haaide, die het rijwiel
mat zorgzame hand eeu plaataje in huis had
gegeven. Toen naar Schagen gefietst, waar
ze nog voor half 9 aankwamen en bjj den
koopman Jan Jonkman ia de Nlsuwstraat,
wiens vrouw Maria Snaas een biernuls houdt,
het anker neergelegd. Moê van de reis en de
genoegens, dien dag gesmiakt, ging Keuris
op de canapé z tten, tsrwgl zija metgezel de
fiats eerst bg zgn ouders, die baren zgn van
Jonkman, tegen het hek zette.
Daarna naui ook Tames in de gelagkamer
plaats en praatte wat met Arle Piakman,
Maarten Weeland en nog ean ander, Z wak
man, schipper van beroep, bij wien Tamss
zich voor f 4 60 per week wilds verharen
on die wilde maar f4— geven
Ook de flits kwam ter sprake en'au had
onze baas weer een geheel ander smoesj
pasklaarhij vertelde tegen vrouw Jonkman,
dat hij de fiets voor f6.— kon koopen, doch
„hij moest niet hebben en won weer nnar
tJchagerbrug, want 't zon met deze fiats wei
net zoo zgn al» laatst met die van buurman
WiC, die eeu gehuurde fi Jts verkocht,
wolk rg wiel echter later werd opgeëisoht
met verbreking van den gesloten koop.
Aan Piakman wilde hg echter later, brataal
genoeg, de firta verkoopen en deze had er
wel zin in, als hst rijwiel maar niet „gemir-
rewiekt" was.
Weldra begon 'c gesprek te veiflmwen en
ging Zwakman Loetwaarta, om zijn sohnit
op te zoeken.
Weeland en Piakman stapten ln tegen
overgestelde richting op en wachtten bg t
Vosje" aan 't einde van de Nieawstraat op
Tames, terwijl Kenris op eigen gelegenheid
vertrok.
Diederich haalde de fiets uit huis en sprak
nog even over den verkoop, doch Piakman
wilde d'r niet an en ging met \n eiland
naar 't station. Toen stapte Dirk op de fiets
en reed naar de Loet, om te zien of Z wak
man goed aan boord kwam.... en om 't met
de hunr te rooien. De nachtwaker W. Dom
per zag hem op de fiets stappen en ging,
vergezeld van den egent Abma, hem achterna,
daar belden nog moesten sluiten. TameR had
dra da terugreis aanvaard en ontmoette het
tweetal, zoo „Rnap" als hg toen kon
g'navend bnnrmar, g'navend Abma;
tegen hen brommende.
Hij toog met spoed naar het Noord. Hg
had Damelgk (zooals hg zegt) de bedoeling
om de fiïta weer naar Sohagorbrug terug te
brengen naar den onbekenden fiaweelen-
broezen-man en er, als hij dien niet vond
wat nogal te vreezsn wbb tenminste
aangifte van te doen.
Miar eer hg met de fists de woning
van Tntnman op het Noord good en wel
was gepasseerd, deed de natuur hare rechten
geiden en zakte Dirk op da stoap dier
woning ineen. De fiats viel tegen hem aan
en het danrde zeer kort of Ditk lag in Mor-
pheus' armen en vergat alle plichtsbesef
en afmatting in dat ééne gevoal rast!
Tot zoover Dirk's hoogelijk opgesmukt
en verdicht verhaal, dat heden grootelijks
werd verdrongen door een andare, vaal meer
proz.ïjcke vertelling, die door Lêendert
Zwaag, groentenhandelaar te Schagen, werd
gedaan.
Deze was psr rijwiel naar Scnagerbrng
gegaan en had daar de fi lts bg den herbergier
Jacob Tuinman in den stal gezet. Er stonden
nog enkele andere fijlsen en Zwaag had
verder er niet meer naar omgezien.
Doch toen hij 's avonds om 9 nnr de
„kar" kwam halen, was de ding gevlogen
of althans ge marrewiekt.
Goede raad wss duurZoeken, vragen
ea allerlei pogingen in het werk stelles, om
het karretje terug te bekomen, dooh.
vergeefsch! Niets mooht baten: voorwaar
een vrceoadigheidje, ma3r. prettig was
het nietDat vond Zwaag ock en het was
dan ook in een ver van p'.eizierige stemming,
dat hij 'a nachts om 12 uur eindelijk te voet
naar Schagen trok. Doch het gradental,
dat de thermometer van zgn humeur de
laatste uren had aangewezen, b9gon plotse
ling aanzienlijk te rijzon, want daar ziet
zoowaar hij den rnst'g slapenden Tames, dien
hij o vei dag nog h»d gesproken. in
gezelschap van 'n fi >ts, van zgn
fi jtsGeen twijfel mogelijkSpoedig den
nachtwaker Domper erbg ger q lireerd,
die nog vlgtig voor het heil der burgers in
da weer wes ook Z vaag's vronw, zgn broer
en nog een paar belangstellenden waren
gauw ter plaatse. „Hei!" schreeuwde Dom
per, en er kwam in slaper en fiits beiden
direct „leven," daar door het ontweken van
den eenen, de ander haast omviel „wiens
flits is dat
't Ontwaakte tachtschae.p begreep dra
den toestand, waarin hg verkeerde en spoe-
dig was Z vaag in het bijzgn der 6 getuigen
In het bezit van zgn rechtmatig eigendom
gesteld. Dirk wandelde Schagen vervolgens I
nog 'n beetje op en neer, tot hij, steeds door I
Domper in bet oog gebonden, jnist om half 2, j
in de ouderlijke woning verdween. Daarmede I
was die aan einatles zoo rgke dag voor Dirk
teneinde un kjn h\) thans een ongestoorde
rast gonleten.
Eaater had hst gevallatji verder nog een
'a Eerst moest ons baasje voor den brigadier
der rfiksveldwicht varschgnen, daarna werd
hij op' het kantongereoht voor den reolV®r"
stoel gedaagd, dooh déér zoowel als hlot
traohtte hij zloh er met de onmogeigkste ver
zinsels nit te praten. Wèl moest hg vandaag
erkennen, daï sommige gedeelten nit zgn
relaas, onder meer het verzinsel, dat hg de fiats
had gekocht totaal gelogen waren, maar,
och.... dat hal hg maar eens voor een
lolld'.i9 goddttQ l II 4
Overigen* moaet alles waar heeten, al liet
de President ham duidelijk voelen, dat de
rechtbank nlels van de grove leugens waar
op hij het E A. college vergastte, geloofde.
Trouwens, het gaheele getuigenverhoor leve»da
ook in heerec Offieler's zin voldoende bewgs
voor Dirk's sohaid op en ontzenuwde vele
ziiner verklaringen.
Mr Cnopiua wees er op, dat Dirk bij von
nis van 11 Oot. 1934 nog tot dria maarden
gevangenisstraf werd veroordeeld, ook toen
al niet voor den eersten keer, terwgl hij zloh
ook bg die vorige melen als iemand nut eeu
aan ftntasis aaer rijken geest had doan kan
nen. ZEG. beweerde, het volkomen met
Ticnoa eena te zijn, dat hg een heel goedkoops
flets had dien dag: gestolen fljtsen zqn
goedkoop, maarse kaanen ook dndr
worden «n dat hoopte spreker nn, dat Dirk
zon ondervinden.
De eisch luidde, wegens diefstal (bg reoi-
dive) met toepassing der artt. 310 en A-A
W. v. Str., 6 maanden gevangenisstraf. Be
klaagde was daar lang niet over voldaan.
No. 2 die was absent. Het was overigens,
voor zoover op de zitting is gebleken, óok
al niet veel soeps.
We hebben hier het oog op zekeren Jaoo-
bus van Wonderen, wonende te Bergen, van
beroep koopman en agent van de Onderlinge
Vee- en Paardeuverzekering-Maatschappg
„Almelo" te Almelo.
't Was in die laatstgenoemde qaallteit, dat
dit heerschap kennis met de reebt oank begon
te maken. Het was zoo wat in Februari '04,
dat de heer G- Schekkerman van Parmerend,
hoofdagent dier Maatschappg, dezen snuiter
op Texel ontmoette, waar Van Wonderen var-
klaarde veel den boer op te komen, reden
waarom hg graag agent wilde worden.
Schekkerman droeg hem voor en weldra
werd hg door den directeur N. F. Snel als
agent beuosmd. Jacobns sloot spoedig een
paar posten af, een bg bakker Roos ts Bergen
en een anderen bij Msarten Koorn te Koedgk
doch de £22 39, die hij na aftrek van provisie
had te verantwoorden, zond hg maarniet op.
Dat in-gabreke blijven begon toch eindelijk
de Directie te vervelen en, kwade vermoedens
isrggende, stuurde zy den Hoofdagent Schek-,
kermen eens op verkenning uit. W e. waren
de resultaten bedroevendIn April j 1. bij
Van Wonderen aan huis komende, kreeg
Sohekkerman daar al eea zeer ongnnatlgen
Indruk van 'c zaakje. Geld om to betalen
was er niet en 9 Mei werd daarvoor bepadd.
Hij betaalde echter niet. Den lOden Mei
hervatte Schekkerman zijn bezoek, ook toen
geen betaling, die trouwens nooit is gevolgd.
Ontslag volgde natuurlijk-
De directie van de „Almelo" liet niet na,
eene rechtsvervolging tegen den onbecronw-
baren agent in te stellen- De O v. J. deelde
mede, dat namens Van Wondoren een scha
ven is overgelegd, dat het geld nn bg hem
beschikbaar is. ZEG. vond dit voor de
„Almelo" nu wel pieizierig, maar oordeelde
dat de strafzaak er echter niet door werd
gewijzigd. De feiten achtte Spr. bewezen,
terwijl beklaagde zeer ongunstig bekend
stond, pss voor het kantongerecht was ge
weest ec zelfs langzamerhand candldaat werd
voor de Rijkswerkinrichting te Hoorn-
De eisch wegen» verdnisterfijg, met toeprs-
sing van de artt. 321 en 322 ingesteld, lnidde
2 maanden gevang.
Thans werden een paar staaltjes van fe
handigheid van den 36-jarfgen Fries J. M.
Coers, geboren te Beetsterzwaag, gedomicili
eerd te 's-Gravenhage en gedetineerd in het
Huis van Bewaring te Alkmaar, cpgediieht.
Dat kereltje was wel zoo vriendelgk, om
zich den 23sten October j.1. een geweer van
den 40-jarigen arbeider Dirk Tromp te Egmond
Binnen toe te eigenen, terwijl hij in het
begin dier maand ten nadeele van een Heilooër
boer, N. J. Bakker genaamd, een paar lederen
stooten van een hoofdstel wegnam. Het
geweer verkocht Coers aan den heer J. Hol-
lenberg te Alkmaar voor f 3 60. 't Wapen
werd echter spoedig door den Egmonder
Rijksveldwachter Dekker opgespoord en in
beslag genomen. Ook de ontvreemde stooten,
die voor 76 cents door bekl. waren van de
hand gedaen, weiden opgespoord en dienden
heden mede als coipns delict'.
Roeretde toone6len hing Coeis op, van de
armoede en den tegenspoed, die hem tot deze
dsden hadden genoopt, aan welke schetsen
de heer Oificier echter de geloofwaardigheid
grootmama dienst hadden gedaan, en cok
bg den dood van Elisabetb's ouders, moesten
ook nu dienen voor haar, die zoo ba-
scheiden, met zoo weinig eischen, door het
leven was gegaanzouden nu ook
Mia vergezellen op haar laatste pad.
Een sterfgeval werd bg de MaDgelsdoift'a
□iet opgevat als iets, dat alleen den kleinen
kring van huisgenooten aangiog. Mia's be
grafenis gaf de gansche familie aanleiding bg
een te komen, om daardoor bewgs te geven,
dat er tusschen hen allen een innig verband
bastond, dat zelfs niet door den dood was
te verbreken- En vrienden en bekenden
gingen eveneens medo. De lgkkoeis, door
vier paarden getrokken, borg haar lichten
last onder een waren barg van bloemen.
Ia de kapel zong een koor, door oen
haag van kransen voor het oog der familie
verborgen, een lied, en de geestelgke sprak
datrna woorden van troost.
Het oor van het bleeke meiejo trof dit
alles s'echts als een holle klank.
Hot was Dodi, alsof zg hetgeen rendom
haar gebeurde, in 't geheel niet meêloefde,
Tranen had zg niet meer. Er lag een cen
tenaarsgewicht op haar hoofd, zoodat hef
haar bgna onmoge'gk was, het hoofd omhoog
te houden. Ea wanneer zg de blikken van
de bloedverwanten op zich voelde rusten,
dan sidderde zg. Te midden van al die
deelneming, al die bawgren van hartelijk
heid, voelde zg zich zoo troosteloos alleen,
De kluiten aarde vielen op do doodkist
uit Dodi's hand vialen eea paar bloeman
dan de zegen, een laatste lied, het
laatste gebed dan fluisterwoorden, deel
nemende handdrukken en in zwggenden
optocht door de lachende herfstzon keerden
de treurenden naar de stad terug.
Niets was er buiten in de stad
veranderd, de cirkelgang w«s hetzelfde,
evena's steeds te voren, slechts een
jong menscbenleven is van zgn grootste en
liefste bezit berooid, is een dierbaar
moederhart armer is bitter, bitter
arm geworden 1
Zooals steeds in haar leven, wss Mia bg
haar dood ook nog een lastpak voor haar
familie.
De verhuizing stond voor de deur,
Nog gedurende de ziekte van zgn zuster
had Alwii eecige telegrammen moeten
wissa'en met den eigenaar van het villaat je,
dat hg bg Barlgn wilde koopener had
den zich intusechen andere koopers voor
gedaan. Op den derden dag na Mia's
I begrafenis moest Alwin midden uit de
droefenis weg. reeds weer op reis, om zgn
i zeken ta regelen. En tante Elisabeth zag
zichzelf geplaatst tegenover een macht van
1 huishoudelijke zorgen, die voor de ver-
j huizing allemaal nog beredderd moesten
j worden.
Op deze manier had ook da sterfkamer
spoedig haar treurig aanzien verloren.
I „Arbeid - arbeid dat is bet eenige,
dat da droefheid eenigermate kan over-
i winnen," zeide Elisabeth.
In een hoekje van haar bart verdroot
het haar, bjj alle medeljjdon. dat zg
voor het meisje gevoelde dat Dodi nog
steeds, van '8 morgens tot 's avonds, zich
zoo aan haar verdriet overgafals men haar
energiek toesprak, sprong zg op, ia
tranen uitbarstend, en dan sloot zjj zich
uren en uren aaneen in haar kamer op.
Allen waren zjj immers zeer aangegrepen,
sterk onder den indruk maar lieve
hemel het leven deed toch ook zjjn