kijkjes op
Kiekjes op de Hoofdstad.
HENRIK GEHRTS.
Zondag
TWEEDE BLAD.
in Friesland.
FEUILLETON.
Arrondissements Recht
bank te Alkmaar.
Coöperatieve Zuivelfabrieken. waarover ik een tijdje geleden eeni iets ge- rie). In Cadsant begrijpt men elkaar als men
t .i' F'0®"®!! door den heer Keestra, schreven heb. Io dit opzicht rijn alle regt: Z g bindt een kenvel aan
eerttaits van den Bood, en den heer Haytema. Engeiscben als kinderen ze gelooven alle#, haar voeten, maar in Amsterdam weet
.rF-.ar v.n den Bond, genoot ik het voor:echt Als er in M A. P. stond, dat de kippen van niemand wat 't beduidt-
m een paar uren te kunnen spreken met hen den Koning tieo eieren per dag legden, dan Zoo snappen wij op soo geringen afstand
ver de krachtige organisatie. zonden ze 't gelooven. Maar als ge datzelfde niets van eikaars zeggen en zegswijzen, en
zondt vertellen van de kippen van onze daarom was 't van vele misschien wel
Koningin, dan zouden se je heel vriendelijk van de meeste Amsterdammers dikdoe-
en gemoedelijk op den schouder kloppen en nerjj en aanstellerij, om met 'n wjji gezicht
je zoo vertroostend mogelijk zeggen, dat dit in den schouwburg te gaan zitten luisteren
In het voorste gedeelte van het landboaw-
huis woont de vaste arbeider, die belast is
met de verzorging van den hengst, de ter
dekking gebrachte merriën en de stieren, met
de voedering der varken» en de afgifte der
voedcrartlkelen en machines. Er is dus steeds
Iemand aan het gebouw, zoodat men nooit behandeld,
eene vergeefeche reis behoeft te maken.
Verder wordt er eene flinke woning verhuurd
en tenlaatste is de zolder ingericht voor berg
plaats van graan nn vlas.
Het gebouw, dat zooveel praktische raken
herbergt, is gelegen aan de stoomtram, in de
onmiddellijke nabijheid der halte en het dorp.
Kan het nu anders, dan dat een dergelijke
Inrichting, tot stand gebracht door flinke
voornitstrevende landbouwers, een zegen voor
je plaats harer vestiging wordt Zelfs In
Zooals da naam nn reeds uitdrukt, is de
Bond eene vereeniging van coöperatieve fa
brieken en behartigt hjj dns uitsluitend de
belangen van fabrieken, waar de leden ge
zamenlijk alle koeten drsgen, doch eveneens
het geheele bedrag der gemaakte pi ijzen,
verminderd met de exploitatiekosten, uitbetaald
krijgen, soodat van wicstmaklcg voor d^zen of
genen persoon door de exploitatie, geen sprake
is. Bg den Bond zijn 65 fabrieken aangesloten .Ge
zamenlijk verwerkten deze in 1904 282 000 000
Ki ogram melk. De Bond bestaat uit gewone
en buitengewone leden.Gewone leden zjjo de fa
brieken, die stemrecht hebben; buitengewone
leden, te verdeelen over drie categorieën mogen
wel aan de dlscussiëo op de vergaderingen
deelnemen, doch hebben geen stemrecht Alle
zaken, die op de ledenvergaderingen worden
worden eerst op de agenda ann
onmogelijk is Ik heb 't geprobeerd en
't ging zoo. Toen Ik 't volhield en zei, dat
't tóch waar was, en mij om hunne ongeloo-
vigheid boos maakte, kregen ze zoo'n woeste
l&chbu.' over mjjn onnoozelheid, dat sommigen
hunner tegen de wereld rolden. Toen Vrij
dags M. A. P. weer bezorgd werd, ving het
smullen weer aan en verslikten ze zich aan
de leden medegedeeld, zoodat dere op hunne
vergaderingen de kwestlën kannen bespreken,
waarna de algemeens vergadering, die bestaat
uit stemgerechtigde afgevaardigden, beslist.
De leden betalen, evenals de buitengewone
leden, een matige contributie. Zijn deze
ontvangston niet in staat om de uitgaven te
dekken, dan wordt er van iedere 1000 K.G.
verwerkte melk een omslag geheven, al naar
er noodig is
In 1904 bedroeg deze omslag 8 cent. Wan-
het ondenkbare geval, dat Blies mocht te niet neer men nu ziet wat er voor verkregen wordt,
gaan, dan nog is het gebouw zoodanig Inge- 1 dan mag dit bedrag, dat geheel ten bate van
naar Engelsch sprekende ac'enrs. Wat drom
mel, ik moet soms de paar Engeltche vrin
den die ik hier heb, wet twee, driemaal 'n
zin laten herhalen, eer Ik ze begrijp. En lk
laat er mij op voorstaan, dat ik tamelijk
knap Eogeisch kan praten Maar dat komt,
omdat zg ik bedoel die vrinden niet
begrijpen, dat ik oningewijd ben ln hun
den onzin over 't Koninklijk huis en 't idioom en historie, plaatselijke historie, voor-
Eogelrche volk. Evenals ons geleerd is, dat
Piet Hein en De Ruijter en meer van dat
soort die er 'n eer In stelden krggtgevan
genen in volle zee overboord te gooien, om
koer nlt te winnen evenals ons geleerd
is dat zij zoo min of meer, met God In over
leg, hemel en aarde regeerden ever alt wij
op ons tiende jaar al wisten, dat de Bfy van
velletjes historie, zegswijze historie.
Er waren dan ook In The Walls of
J e r I c h o wel honderd tinnen, die over mijn
hoofd hoenvlogen, al heb ik zoo tameljjkjes
het stuk kannen volgenmaar de twee
welgedane heeren. die voor mij zaten en
van wie de een den ander aanstiet en zeiHoor,
hij zegt„Oh, no", die hebben er b'slist geen
Tanis zich een koliek sohrok, als hij de lor van begrepen of verstaan. En zóó zullen
Hollaudsche vlag zag wapperen, zoo weten er wel meer geweest zijn
alle Eagelschen, dat de zon morgen niet
zon opgaan, alt de Koning van Eogeland
daar een stekje voor won (tekeD. „Brittan-
Dis rules the waves." Wat de Koning van
Engeland niet vermag, vermag niemand.
Hjj kan alles, hg weet tlles, hg doorziet
alles, en daarom bestnnrt hij ook alles Alt
falicant uitkomt, dan is 't zijn goed
er iets
™u, - o —O---- hartigheid geweest, die bem heeft doen toe-
richt, dat het door plaatsing van enkele schot- de leden en hun bedrijf wordt aangewend, niet geven. SoriyEn de schrandersten hunner
ten, volkomen geschikt gemaakt kan worden hoog genoemd worden. zouden er ean toevoegen, dat ook God soms
voor goede, ruime arbeiderswoningen. Het aantal stemmen, door de leden uit te het kwade laat geschieden, om er het goede
Alle respect voor hen, die dit alles hebben brecgeD, is verschillend. Om dit te regelen,
tot stand gebraoht tot verbetering van den redeneert men als volgt„een lid van den
slgemeenen toestand der landbouwers en hunne Bond zal van de voordeelen, door de werk-
arbeiders. Het dient toch gezegd, dat ook voor zaamheden van den Bond verkregen, profl-
ben werd gezorgd, doordat des winters het
T]g« als werkverschaffing, wordt bewerkt
jn het landbouwhuis.
Het zal niemand zeker verwonderen, dat
ik mij daar temidden van hen, die mg, uitge
zonderd vriend Postma, voor enkele uren nog
vreemd waren, geheel thuis gevoelde. Hoe
eer.oot ik bj) het aansohouwen van hetgeen
Ik gezien had en bg het luisteren naar hetgeen
ik van dit alles vernam 1 Weinig had ik ver
moed van dit alles, toen ik het kleine dorpje
Kimswerd kwam bezoeken. Innig verhengd
ben lk, na een welgemeend efscheid te heb
ben genomen van mjjn nieuwe vrienden, laat
in den avond naar Leeuwarden gegaan. Mgn
vast vertrouwen, dat er zooveel is dat anders
en beter kan, en ook zal worden, mits men
elkaar wil begrijpen en beschouwen als men-
schen die bjjeen hooren, was vooral door mijn
bezoek ten zeerste versterkt.
In Leeuwarden aangekomen,zooht ik haastig
mjjn nachtkwartier op, om mij na den langen
en nuttig besteden dag ter ruste te begeven,
dubbel tevreden over den dag die voorbq wae,
verlengend near den dag die komen zou.
Den tweeden dag ging ik om negen uur
in den morgen mijne opwachting maken bij
den WelEdelen Heer Keestra, Secretaris van
den Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken
In Friesland. Ik begaf mij daartoe naar het
landbouwhuis, weer de kantoren van den Bond
zijn gevestigd.
Het is een statig gebouw, dit landbouwhuis,
dat den goeden zin en de liefde voor het
landbouw bed jgf der Frieten alle eer aandoet.
Bg het betreden ervan krggt men onwille
keurig de gedachte, dat men ook hier prak
tisch weet te zgn en volkomen doordrongen
is van het groote nnt der concentratie van de
veschillecde gezaghebbende landbouwver-
eeefgingen in de Provincie.
Het gebouw is het eigendom der Friesche
Maatschappij van Landbouw en geeft huisves
ting ean tal van vereeniglngen. De Friesche
Msatschappg van Landbouw, evenals de re
dactie van het Frlescb Werkblad en de Af-
deeling Leeuwarden der Friesche Maatschappij
van Landbouw zgn er gevestigd.
Verder worden er kantoren verhuurd
aan den Bond van Coöperatieve Zuivelfa
brieken de Coöperatieve Zuivelexportvereeni-
ginghet Friesche B-undveestamboek bet
Friesche Paardenstamboekde Provinciale
Commissie voor de Veefokkerij; den Rijks-
landbouwleeraarhet Boteroontrole-statlon
terwijl ook het laboratorium van den zuival-
oontulent er gevestigd is- Voorts vindt men
ei een vergadersaal voor plm. 12 personen en
eene leeszaal.
Ik behoef hier verder niets aan toe te voegen,
want het gewicht dezer bijeen brenging is
onbetwistbaar. Hoe vaak komt het niet voor,
dat de verschillende vereeniglngen gezamen
lijk belangen hebben te behartigen I Wat kan
er op deze manier een correspondentie worden
vermeden door even hij elkaar aan te kloppen
en de zaken te bespreken
Ik zei evenwel niet lenger over deze zaak
uitweiden, wjjl de oprichting van een zoodanig
gebouw voor onze Provincie nog wel tot dc
vrome menschen zal bljjven behooren. Ik zal
dus maar wat gaau verhalen van den Bond
Roman
van
FRANS ROSEN.
14.
Alle treurigheid der laatste weken was
van Henrik's gelaat, uit zgn geheele wezen
weggevaagd. Een zachte ghuis verjongde
zgn m&nnelgk gelaat Hg babbelde vroolgk
en onbevangen, en het onbeduidendste
Woord dat hg sprak, kreeg beteekenis door
de warmte en innigheid, waarmede het
werd gezegd.
Ruth keek haar vader verbaasd aan.
Zóó had zg hem in lang niet gezien. Zco
had zg hem slechts in zgu beste uren gekend
Re eenzaamheid, waarin hg leeft, deugt
niet voor hem, dacht zg. Hg moest meer
uitgaan en meer menschen zien. De rijk
dom van zgn ziel is veel te groot voor zgn
®nge omgeving. En moeder dat
*ist zg reeds lang die goede moeder
begreep haar man niet.
Eindeljjk moest men afscheid nemen
Henrik Gehrts was zeer bewogen, toen
zgn liefste dochter, voor lange weken
voor het laatst, in zgn armen drukte. Zij
waren nog nooit zoo lang van elkaar ge
scheiden geweest.
«God behoede je, mijn lief kind", zeide
hfl, „en geniet met volle teugen van dezen
schoonen tgd wees voor mevrouw Von
•hren een opmerkzame verpleegster."
Toen hg zioh daarna tot Lisa wendde,
teeren in dezelfde verhouding, als zijne pro
ducten staan tot de geheele hoeveelheid zuivel,
die verwerkt wordt.
Eene fabriek, die das vee' zuivel bereidt, zal
veel kannen profiteeren, doch moet ook veel
bijdragen. Ergo zal zij veel stemmen uit
brengen. Dit ais hoofdpunten der organisatie.
[Wordt vervolgd G. NOBEL.
XXXII.
De Amsterdammers hebben ln de twee,
drie weken, die achter ons liggen, hun ken
nis in vreemde talen kannen lnchten. Dat
wil zeggen,door d'r mond te houden; 't was
dus misschien beter om te zeggen „van"
vreemde talen. Want ze behoefden alleen
maar te luisteren, elkaar zoo nu en dan eens
veelbeduidend aan te kijken, en als 't tepas
kwam, te lachen en te applaudisseeren. Op
't Leldsche Plein heeft het Engelsche gezel-
echap van Art har Bourchler gegevenThe
Wall* of Jerioho, [spreek uit: dzjé-ri-
ko], een Engelsch tooneeïspel, dat in 't Hol-
landschDe muren van Jericho
zon heeten. De vier, vijf keeren, dat 't ge
gaan is, waren de duurdere plaatsen tamelijk
wel bezet, en in de goedkoopere rangen,
ofschoon de prijzen verdobbeld waren, waren
ook nog heel wat koppen te tellen. De onder
nemers mogen de kassier van den Schouw
burg zei het mij persoonlijk de onderne
mers mogen tevreden zgn. Dat hadden ze
van Amsterdam misschien nog niet zoo dur
ven denken of verwachten, want als wjj
weten willen, hoe wij In Engeland genoteerd
staan, dan moet ge maar eens opletten, hoe
vaak men daar 't woordje Datch, d.1
„Hollandsch", gebruikt in afkeurenden of be-
spotteljjken zin. Onzin bv. of brabbel
taal heet ln 't Engelsch d o u b 1 e-D u t o b;
erger kon 't toch zeker niet. Aan wlen of
waaraan we die reputatie daar aan den over
kant te danken hebben, weet ik niet, m&ar ze
i s er,Toen ik eeos vier beschreven briefkaarten
had ontvangen, die elk met een halve penny
2'/i ct. gefrankeerd waren, moest lk
daar 4 maal 7'/i ct. strafport voor betalen.
Ik nam een paar weken later de briefkaarten
mee, om ze te laten zien eu hen die dure
correspondentie sf te leeren Ik wees ze op
de halve port op elke briefkaart' Ze maakten
honderd excuses over deze stommiteit, maar
ik hoorde zacht de een tot der. ander zeg
gen Yes, tbey have there on the continent
a post too: Ja, ze hebben daar op 't vaste
land óók 'n post. Maar ik moest mgn
mond houden.
Voor hen bestaat maar één taal en dat
is het Engelsch, alle andere talen zgn namaak.
Onze Koningin ze hebben 't me met
nadruk en overtuiging verzekerd t o o k
the late Queen as a patern: nam
de overleden koningin [Victoria] als voorbeeld.
Eofin, ze hadden 't erger kunnen maken, en
daarom zei ik dan ook dadelijk, dat ik daar
niet aan twijfelde
uit geboren te deen worden-
Niet waar Al wat groot iz, is onbegrij
pelijk.
Maar dat alles te zamen en nog veel meert
is toch niet in staat, mjj niet met heimwee
te doen denken aan dat lieve, mooie land,
waar 't gras 'n mooier kleur heeft dan hier, j e r 6 n o, als zi
waar 't water vee! malacher is, waar 'n ac- fU®®P 1 en toen
dere conversatie heerscht, 'n betere manier
van menschen te ontvangen bestaat, waar de
oomplexle, vooral bfj jonge meisjes, ieder
verbaast en betoovert Dat laatste vergeet
niemand. De gastvrijheid der Eagelschen
maakt ons beschaamd. Hun taal is alleen
leelgk voor temend, die geen Engelsch
kent, evenals onze taal een groot vraagteeken
is voor ieder, die geen Hollandsch verstaat.
Toen lk nog ln Amerika studeerde, was daar
aan de aoademle een andere Hollander
Piet Huizlnga, die nn hier of daar in 't Noor
den van ons land moat wonen en toen
wg eens op 'n „sociable"'n partijtje bg
Professor L(vermore op zgn verzoek Hol
landsch spraken, zat de man ons aan te
kijken, alsof hg het te Kenlen neen, dat
kan nietnu goed, alsof hg het te New-
York hoorde donderen. Hij wist eerst niet,
wat hg zeggen moest, maar zei eindelijk in zgn
ontsteltenis tegen zgn vronw 11 leemi
to be a langnage of oats: Het
lgkt wel een taal van katten.
Toen wij over dit antwoord uitgelachen waren,
vroegen wg, waaraan die indrnk te wgten kon
zgn, en we bekwamen de overtnlging, dat
de soherpe uitspraak van onze G daar de
oorzaak van was. In Dnltschland oordeelen
ze precies eender. Maar wg echter hebben onze
taal lief, omdat wjj haar kennen, omdat wjj
haar voelen, omdat wij weten, hoe staalhard
en hoe flaweelzaoht zjj wezen kan. Onze taal
is verschelden in haar openbaringen. We
spreken heel anders tot een kind. dan tot
groote menschen, heel anders in den gezel-
llgen kring van vrienden dan op een katheder.
En kom eens in winkels, en hoor eens hoe
heel anders daar gesproken wordt dan ln een
trein of op reis. En bovenal, ga de buurten
eens in en ga de grachten eens ophoor
eens, hoe een knecht tot zgn heer en een
heer tot zgn knecht spreekt, een moeder tot
haar kind en omgekeerd. Ga naar Leiden,
naar Utrecht, naar Gouda, naar Den Bosch,
en let, behalve op 't eigenaardig dialect, op
de telkens verschillende Idioom en woordkeus.
Ik zie kans, om met een door-en-door stad
genoot van mjj in uwe tegenwoordigheid
een gesprek ln 't Hollandsch te voeren, waar
ge alleen de woorden, niet den
zin vau zoudt snappen. En zoo kan Ieder
Rotterdammer of Pnrmerender, of wat ge
maar wilt, met ieder, evenals hg, geconfljt
stadsgenoot, een gesprek voeren, waar 'n
ander niets vau zou begrijpen. We hooren
de woorden wel, maar snappen den zin niet
Daarvoor moet men lang in 'n land of stad
vertoefd hebben het gebeuren heeft invloed
op een taal, een voorval doet een spreekwjjze
ontstaan. Al wat betrekking heeft op „Z w a r t
Jannetje van over de Lek" kan
door een Sahager niet worden begrepen.
„Over de weidjee naar Vllssln-
g e n" vers aat men In Noord-Holland niet.
Iu maar 'n klein deel van Zuid-Holland weet
men, wat 't keteekent 'n krant ten onderst
boven voor zich te hebben, en als iemand dit
En zoo gaat 't precies eender, of misschien
nog erger, bjj de voorstellingen,
die Eleonora Duse hier in de
Amstelctraat geeft. Dat goeie mensch
praat Italiaansoh, en ik durf er mgn kop
onder verwedden, dat er, behalve de schoor
steenvegers hier, geen vjjf-en-seventig
Italiaansch-sprekende Amsterdammers zgn.
Ik heb, omdat ik plan had in 1903 een reis
door Italië te maken, In 1902 les gehad ln
't Itallaansch,een heel jaar lang,en ik ben nog al
vlug In 't leeren. Maar toen lk verleden
meer zouden eten. Ook zouden we geen laat
meer hebben van schooljongens en nachtelijk
burengerucht. Natuurljjk kregen onze kinderen
een voorbeeldige opvoeding, als ze die nameljjk
nog noodig hadden. Geen baker zou ze met
dotjes voerengeen vertoornd pspa zou ze
meer op oorvijgen onthalen. Onze dienstmeiden
zouden bg hsar tegenwoordige mevrouw haar
dienst uitbundig roemen. A'.tgd, van de ver
onderstelling uitgaande, dat ze van een vorigen
dienst konden pratenwant men zou ze geen
veertien dagen, maar veertig jaar in dienst
houden. De ruzie was de wereld uitwant
als mgn buurman me in het gedrang op den
voet trapte, zon ik hem mgn anderen voet
toesteken, n weet wel, die met dien kolossalen
likdoorn, en ik ton-hem zeggen daar bnnrman,
trap nog eens. Indien ik namelijk nog lik
doorns had. Want ik kan me dan een mensch
niet voorstellen met eksteroogen. 't Zon zoo
alles vrede en vriendschap zgn op aarde.
Geen politiek meer, geen partgschappen,
geen Marokko-oonferenties, geen troebelen
ln Rnsiand, geen „heibel" meer tnsschen
tooneel en kritiek
Maar, gelooft n niet, dat 't verbazend saai
zou worden op dit ondermaantche tranendal
Smaakt nw boterham n wel bg 'e ontbijt, als
ge de krant niet naast nw bord vindt liggen
en als apéritif een beetje spoorwegstakingen,
kiearechtmanifeetatles, hypotheekbank-
malversatiën en tooneelmtschelderg. hebt
geconsumeerd Als alle menschen wèl
wilden eu daarbg wgs waren, was de krant
ongenietbaar. Stel n eens voor, dat de Rns-
sische autoriteiten wgs waren en wèl wilden.
Dan was het Zondag j. 1. geen „roode Zondag"
geweest ln alle landen. Stel n eens voor, dat
onze Kamerleden nit het Noorden even weinig
bespraakt waren als hnn collega's nlt het
Zuiden,dat er in den effectenhoek alleen eerlijke
beneden roepen werd, omdat er een Italiaan- menschen waren, dat je op knnstcritiek als
sche dame was, die niemand verstaan kon, op een rots kon bonwen.
Dat hadden ze ook gelezen In dat lijvige opmerkt, te antwoordenJa, lk weet 't wel,
maar ik heb een goed memento-morl (memo
weekblad M- A. P M n o h «bont Feople,
toen heb Ik taalkundige kopstanden en aalto-
mortales moeten maken, om zoo zoo mekaar
te kannen begrijpen. Ik scharrelde maar wat
van Si Signora! van abastansa
mg vroeg of ik haar be-
Ik een oogenblik met haar
alleen gelaten werd, dankte ik den hemel,
dat ik haar vragen kon S o n o m o 11 i
nominl per estrada?: Zgn er veel
wandelaars op straat Dat was 'n regel nit
'n opstel, dien ik nog wist. en 't redde mgn
netelige positie. Of de ziel terecht gekomen
is op de Inlichtingen, die ik haar op mgn
manier gegeven heb, weet ik niet, maar ik
geloof 't wel.
Ze is tenminste niet terug gekomen. Ze
moest wezen eerst aan La Palazza
d'Indnstrla (Paleis voor Volksvlijt) en dan
nog 'n endje verder. Maar of se er gekomen
is, weet ik niet.
Ja, 't is trenrig als je 'n taal zoo wat kent,
en toch eigenlijk niet kent Als er kans voor
is, ga ik er toch weer eens aan beginnen.
Maar zooals lk 't nn ken, dnrf ik niet
naar Eleonora Dnse. Ik ken La signora
dolle Camelie van Dam as tamelijk wel.
Ik heb 't gelezen en eens van Sarah Bernard
gezien, en zon 't dns tamelgk wel kunnen
volgen, maar dat Italiaansoh maakt me
bang, en lk acht den rijksdaalder of driegal
den zoo goed als weggegooid, 't Is waar,
ik had kannen gaan om deze wondere
tooneelspeelster, die 'n wereldroem bezit,
te zien spelen, maaroch, de rgks
daalder* zgn hier zoo duur, weet ja En
dan.
Nn ja, maar al schrijf Ik nn brieven, lomi
zelfs Intieme brieven, daarom behoeven ze toch
nog geen biecht te bevatten. Ik zal eens
gaan beginnen aan 'n sprookje, waarin ik
zal vertellen van 'n man, die in Holland
woonde en In het Hollandsch wat schreef
en daar rgk meê werd. Hoe plezierig die man
leefde, hoeveel vrijen tgd hg had en hoeveel
geld hg jaarigk» overspaarde. Enzoovoorts,
enz. En als ge dan dat sprookje goed leest,
dan sal n veel van wat ln mgn brieven staat,
dnldeigk worden. Maar ge moet er toch
altijd bg bedenken, dat 't maar 'n sprookje is.
H. d. H.
XXVIII.
Als
Als alle menscnen eens waren zooals ze wezen
moesten, dan kon onze minister van fnstitie
beter een reisje naar Zuid- Amerika onder
nemen, dan thans minister Krans doet. Dan
hadden we geen commissaris van politie en
geen dienders noodig, de raadsheeren en
rechters konden op waohtgeld gesteld worden
en de advocaten konden allemaal zloh uit
sluitend gaan wijden aan den effectenhandel
Deurwaarders zonden zonder werk zgn en van
de gevangenissen kon men burgerscholen
maken. Een groote besnlniglng op het bndget
van oorlog zon onmiddellijk volgen, de politie
zon vervallen en de prgs van den jenever aan
zienlijk dalen.
't Spreekt vanzelf, dat we geen vervalaohten
wjjn meer zonden drinken en geen ziek vleesch
Kunst-tooneel, heelemaal geen reden van
beataan meer. Heijermans zon absoluut geen
stof meer vinden. De „Twee Weezen", levende
onder wèl-wlllende menschen, zonden nooit
de beproevingen ondergaan kannen hebben,
waartoe d'Ennery hen veroordeelde, en als
Maria Staart „wgs" had gehandeld, als Fanst
zich burgerlijk en kerkelijk met Gretchen had
laten trouwen, waren ze nooit op de planken
gekomen.
Verder zondt ge nooit het genoegen smaken,
iets beter te weten dan een ander, want we
waren allen wgs. Hebt n er wel eens aan
gedacht, hoe de wereld er nlt zon zien, met
louter wjj ze menschen
Zon er nog een zekere poësle schuilen in
een effen zee, overwelfd door een helder
blanwen hemel of In een brnln heideveld,
brnin op den voorgrond, braln op den achter
grond? Maar ik vind de zee nog wel zoo
poëtisch, alz ze golft en als enkele zware
wolken slagsohadnwen werpen op haar schui
mige heuvels. En als een kndde schapen zich
een weg baant, dan mag Ik tnsschen het
glinsterend wit van de hoop wel zoo'n enkele
zwarte vacht. Ziet ge, die zwarte schapen,
als die er niet waren Je, dan waren ze
allen wit, te wit.
Maar hoe zondt n weten, dat ze wit waren
Als er geen kleine menschen waren, dan zon
een kermisgast nooit geld kannen verdienen,
met zich te laten kgken omdat hg zoo groot
is. En als er geen leelgke meisjes waren,
zonden wg het bevallige van onze uitverkorene
niet kannen waardeeren I Zonder licht geen
schaduw, maar ook zonder sckadnw geen
licht.
Als alle mensehen wèl wilden, had Zola
geen „Dierlijke ln den menscli" kannen schrg-
venhadden we ook niet kunnen laohen bg
de Fransche klachten bg Prot, waar de men
schen door swakheidjes en onwgsheidjes soms
in vreemde situaties raken.
Maar we willen de wereld beter hebben.
Naar den Idealen toestand verlangt alles.
En we kannen gerust meedoen, er propa
ganda voor te maken, omdat die volmaakte
wereld van absolnnt wijze menschen toch nog
wel een pootje op zich zal laten waohten.
Men zon er haast aan twijfelen. En als we
den dichter hooren zingen
Ooh, waren alle menschen wgs
En wilden daarbg wel,
De aard waar' dan een Paradgs,
Nn is ze meest een hel
dan moeten we maar denken, dat hg een
dlohter is en dat het paradgs, waarvan hg
spreekt, misschien nog zoo heel paradgsachttg
niet zon zgn. En dat het in de „hel", zooals
wg hem thans op aarde kennen, voor de
meesten nog wel om nlt te honden Is.
Zitting van Dinsdag 23 Januari 1906.
't Eerste drama, dat heden onder presidium
van den gisteren geïnstalleerden president
Mr. D. van Honweninge de revne pas
seerde, speelde teEnkhnlzen, doch de hoofd
persoon, de man die, zooal niet de titelrol,
dan toch de voornaamste rol in het stukje
moest vervallen, was jammer genoeg abeent
zag h\j,dat zg de tranen in de oogen had.
Hjj aarzelde, zg bloosde. Haar kalmte
verliet haar. Zg, die elkaar zooveel te zeg
gen hadden, scheidden zonder een woord
te zeggen, met een stillen handdruk.
En toch was die stille handdrnk voor
hem welsprekender dan woorden.
De reis, die Rnth maakte, de afwisseling
die daardoor haar deel werd, de velerlei
genietingen, die haar geschonken werden,
en waarvan zg in lange, dankbare brieven
vertelde, verwekten allerlei gedachten in
Jesta's moederhart.
De dochters waren alle drie volwassen;
zg konden haar leven niet voortdurend in
deze eenzaamheid bljjven. Zg moesten de
wereld en mentchen leeren kennen. Zg
moesten trouwen, of anders een nuttigen
werkkring zoeken
Voortdurend vier aietsdoende dochters
in huis dat was voor die meisjes zelf ook
al even onbevredigend als voor de ouders.
Voor de eerste maal na langen tgd was
Henrik van dezelfde meening als zgc vrouw.
Hg begreep niet, dat hem dit ook niet
lang reeds wae ingevallen.
Jesta wisselde met verschillende bloed
verwanten brieven, die uitnoodigingen ten
gevolge hadden, waarvan gaarne gebruik
gemaakt werd. Luus en Gred reisden voor
eenige weken naar de hoofdstad. Alle drie
de meisjes te laten gaan, daartoe konden
de ouders niet besluiten. Zjj hadden bei
den een zekere vrees voor het alleen
zijn met elkaar.
Van den zomer wilden zg dan allen naar
een badplaats gaan, opdat ook Els haar
beurt zou krggen.
Big was de levensdigste en levenlostigste
der zusters. Zjj maakte er volstrekt geen
geheim van, dat die eenzaamheid hier haar
geducht verveelde.
Jong als zg was, scheen haar het huwelgk
het eenige aanlokkelijke doel voor de
vronw, en het was dns zeer natuurlijk, dat
zg dan ook zoo spoedig mogeljjk wenschte
te trouwen.
Henrik lachte, wanneer Els zulke idéeëa
uitte, die Jesta in hooge mate onvrouwelijk
vond.
„Laat haar m..ar," zeide hg. „Waarom
mag ze dat nu niet zeggen Io den gTond
denkt toch een ieder zoo, en met recht.
Ik verheug er mjj over, dat haar dit echt
vrouweljjk gevoel zoo oorspronkelijk en
onbedorven bijgebleven is. In onze een
zaamheid is geen gelegenheid voor die
valsche preutschheid, en dat is een
geluk."
Henrik's stemming had het zwaar geschok
te evenwicht teruggekregen Zg leefden
eendrachtiglijk naast alkaar en hadden
met hun drieën een gezellig leven. Innerlijke
gemeenschap verlangde hjj niet meer
daarvan had hij al lang afgezien. Hg was
sterk genoeg geweest om eenzaam te
kunnen zgn vele lange, ernstige jaren
Hg wilde het blijven.
Toen kwem Rnth thuis.
Op een goeden dag was zg daar. ge
bruind en gezond, popelend van louter
groote, mooie, schitterende indrukken, die
een diep spoor van gelnk door haar ziel
hadden getrokken.
Maar het mooiste en beste van de geheele
reis was toch Lisa Behren voor haar geweest.
Dat klonk door al Rnth's vertellingen heen.
Alles wat zg genoten had, was haar door
het bjjzgn van Lisa Behren tot genot ge
worden, en de mooiste uren waren die ge
weest, welke zg pratend of droomend met
haar te midden van de heerlijke natuur
had mogen doorbrengen.
En toen zg eens haar begeestering voor
Lisa Behren uitte, bemerkte zg plotseling,
dat haar moeder bot zweeg, en toen Rnth
haar aankeek was Jesta's gelaat scherp en
onvriendelijk en de mond stgf dicht gedrukt,
als moest zg booze woorden met geweld
binnenhouden.
Van dat oogenblik af vermeed Rnth het,
in Jesta's tegenwoordigheid over mevrouw
Von Behren te spreken. Maar tegenover
haar vader geloofde zg zich geen dwang
te behoeven op te leggen.
Zg wandelde met hem door het bosch. Els
was thuisgebleven, om met hoogroode
wangen en schitterende oogen te luisteren
naar de verhalen van haar zusters, die uit
de hoofdstad waren teruggekeerd. Ook voor
Jesta waren de berichten van Luus en Gred
veel belangrijker, dan die van haar oudste.
Ruth voelde dat en trad gedwee op den
achtergrond. Zooveel te liever opende zg
haar hart voor haar vader in dit ongestoord
samenzijn. Zg had hem steeds weer wat
anders te vertellen, ot hetzelfde met andere
woorden, en altgd weer kwam het op Lisa
Behren terug.
„Zg is een heerlgke vrouw," zeide zg
begeesterd, en wanneer ge eens wist, vader,
hoeveel zg van n houdt," voegde zg er
warm aan toe.
„Zjj Bpreekt van u als van den besten,
verstandigsten en edelsten man, zooals men
slechts van u kan spreken als men udoor
en door kent. Ik was er dikwgls veibaasd
over, zoogoed zg n kende."
Henrik zweeg en ditmaal glimlachte hg
ook niet.
„Wg moesten meer met elkaar omgaan,"
ging Rnth ijverig voort, „zjj is zoo alleen
en wg zgn het eigenlgk ook".
„En een elk van ons houdt van de een
zaamheid," antwoordde Henrik.
Ruth keek hem vragend aan.
„Ik geloof, dat door zulk een omgang
datgene, wat wg onze eenzaamheid noemen,
niet verloren zou gaan. Maar ik begrijp
het wel."
„Wat begrjjpt mijn kleine verstandige
meisje vroeg hg, zgn onrust met scherts
bemantelend.
„Moeder heeft geen zin in dien omgang
en daarom is het niemendal voor ons."
Henrik's onrust werd grooter. Wat had
dat kind voor gedachten Hg moest ze
alle kennen alle
„Waarom gelooft ge dat?" vroeg hg.
„Moeder houdt niet van mevrouw Von
Behren, en al zegt ze het niet ronduit
het is toch meer dan goed te bemerken.
En ik denk dat dat komt door de jongens".
Henrik haalde verlicht adem, olschoon
hjj nog niet wist. wat Butb bedoelde.
„Moeder voelt het onderscheid zoo," ging
zjj daarop vertrouwelijk voort, „en het ia
ook een zeer groot verschil En dat is
voor haar zeer smartelijk. Het is zoo na
tuurlijk. Zjj heeft Rik boven èlles lief
en dat maakt haar een weinig wangunstig
of treurig tegenover mevrouw Von
Behren. En zoo komt het een nit het
ander voort."
Henrik zuchtte lang en diep.
„Ruth wanneer je moeder dat eens
hoorde,
„O tot u mag ik daarover wel spreken
Ik sou het beslist tegenover niemand ander^