kijkjes op Kiekjes op de Hoofdstad. HENRIK GEHRTS. Zondag TWEEDE BLAD. in Friesland. FEUILLETON. Arrondissements Recht bank te Alkmaar. Coöperatieve Zuivelfabrieken. waarover ik een tijdje geleden eeni iets ge- rie). In Cadsant begrijpt men elkaar als men t .i' F'0®"®!! door den heer Keestra, schreven heb. Io dit opzicht rijn alle regt: Z g bindt een kenvel aan eerttaits van den Bood, en den heer Haytema. Engeiscben als kinderen ze gelooven alle#, haar voeten, maar in Amsterdam weet .rF-.ar v.n den Bond, genoot ik het voor:echt Als er in M A. P. stond, dat de kippen van niemand wat 't beduidt- m een paar uren te kunnen spreken met hen den Koning tieo eieren per dag legden, dan Zoo snappen wij op soo geringen afstand ver de krachtige organisatie. zonden ze 't gelooven. Maar als ge datzelfde niets van eikaars zeggen en zegswijzen, en zondt vertellen van de kippen van onze daarom was 't van vele misschien wel Koningin, dan zouden se je heel vriendelijk van de meeste Amsterdammers dikdoe- en gemoedelijk op den schouder kloppen en nerjj en aanstellerij, om met 'n wjji gezicht je zoo vertroostend mogelijk zeggen, dat dit in den schouwburg te gaan zitten luisteren In het voorste gedeelte van het landboaw- huis woont de vaste arbeider, die belast is met de verzorging van den hengst, de ter dekking gebrachte merriën en de stieren, met de voedering der varken» en de afgifte der voedcrartlkelen en machines. Er is dus steeds Iemand aan het gebouw, zoodat men nooit behandeld, eene vergeefeche reis behoeft te maken. Verder wordt er eene flinke woning verhuurd en tenlaatste is de zolder ingericht voor berg plaats van graan nn vlas. Het gebouw, dat zooveel praktische raken herbergt, is gelegen aan de stoomtram, in de onmiddellijke nabijheid der halte en het dorp. Kan het nu anders, dan dat een dergelijke Inrichting, tot stand gebracht door flinke voornitstrevende landbouwers, een zegen voor je plaats harer vestiging wordt Zelfs In Zooals da naam nn reeds uitdrukt, is de Bond eene vereeniging van coöperatieve fa brieken en behartigt hjj dns uitsluitend de belangen van fabrieken, waar de leden ge zamenlijk alle koeten drsgen, doch eveneens het geheele bedrag der gemaakte pi ijzen, verminderd met de exploitatiekosten, uitbetaald krijgen, soodat van wicstmaklcg voor d^zen of genen persoon door de exploitatie, geen sprake is. Bg den Bond zijn 65 fabrieken aangesloten .Ge zamenlijk verwerkten deze in 1904 282 000 000 Ki ogram melk. De Bond bestaat uit gewone en buitengewone leden.Gewone leden zjjo de fa brieken, die stemrecht hebben; buitengewone leden, te verdeelen over drie categorieën mogen wel aan de dlscussiëo op de vergaderingen deelnemen, doch hebben geen stemrecht Alle zaken, die op de ledenvergaderingen worden worden eerst op de agenda ann onmogelijk is Ik heb 't geprobeerd en 't ging zoo. Toen Ik 't volhield en zei, dat 't tóch waar was, en mij om hunne ongeloo- vigheid boos maakte, kregen ze zoo'n woeste l&chbu.' over mjjn onnoozelheid, dat sommigen hunner tegen de wereld rolden. Toen Vrij dags M. A. P. weer bezorgd werd, ving het smullen weer aan en verslikten ze zich aan de leden medegedeeld, zoodat dere op hunne vergaderingen de kwestlën kannen bespreken, waarna de algemeens vergadering, die bestaat uit stemgerechtigde afgevaardigden, beslist. De leden betalen, evenals de buitengewone leden, een matige contributie. Zijn deze ontvangston niet in staat om de uitgaven te dekken, dan wordt er van iedere 1000 K.G. verwerkte melk een omslag geheven, al naar er noodig is In 1904 bedroeg deze omslag 8 cent. Wan- het ondenkbare geval, dat Blies mocht te niet neer men nu ziet wat er voor verkregen wordt, gaan, dan nog is het gebouw zoodanig Inge- 1 dan mag dit bedrag, dat geheel ten bate van naar Engelsch sprekende ac'enrs. Wat drom mel, ik moet soms de paar Engeltche vrin den die ik hier heb, wet twee, driemaal 'n zin laten herhalen, eer Ik ze begrijp. En lk laat er mij op voorstaan, dat ik tamelijk knap Eogeisch kan praten Maar dat komt, omdat zg ik bedoel die vrinden niet begrijpen, dat ik oningewijd ben ln hun den onzin over 't Koninklijk huis en 't idioom en historie, plaatselijke historie, voor- Eogelrche volk. Evenals ons geleerd is, dat Piet Hein en De Ruijter en meer van dat soort die er 'n eer In stelden krggtgevan genen in volle zee overboord te gooien, om koer nlt te winnen evenals ons geleerd is dat zij zoo min of meer, met God In over leg, hemel en aarde regeerden ever alt wij op ons tiende jaar al wisten, dat de Bfy van velletjes historie, zegswijze historie. Er waren dan ook In The Walls of J e r I c h o wel honderd tinnen, die over mijn hoofd hoenvlogen, al heb ik zoo tameljjkjes het stuk kannen volgenmaar de twee welgedane heeren. die voor mij zaten en van wie de een den ander aanstiet en zeiHoor, hij zegt„Oh, no", die hebben er b'slist geen Tanis zich een koliek sohrok, als hij de lor van begrepen of verstaan. En zóó zullen Hollaudsche vlag zag wapperen, zoo weten er wel meer geweest zijn alle Eagelschen, dat de zon morgen niet zon opgaan, alt de Koning van Eogeland daar een stekje voor won (tekeD. „Brittan- Dis rules the waves." Wat de Koning van Engeland niet vermag, vermag niemand. Hjj kan alles, hg weet tlles, hg doorziet alles, en daarom bestnnrt hij ook alles Alt falicant uitkomt, dan is 't zijn goed er iets ™u, - o —O---- hartigheid geweest, die bem heeft doen toe- richt, dat het door plaatsing van enkele schot- de leden en hun bedrijf wordt aangewend, niet geven. SoriyEn de schrandersten hunner ten, volkomen geschikt gemaakt kan worden hoog genoemd worden. zouden er ean toevoegen, dat ook God soms voor goede, ruime arbeiderswoningen. Het aantal stemmen, door de leden uit te het kwade laat geschieden, om er het goede Alle respect voor hen, die dit alles hebben brecgeD, is verschillend. Om dit te regelen, tot stand gebraoht tot verbetering van den redeneert men als volgt„een lid van den slgemeenen toestand der landbouwers en hunne Bond zal van de voordeelen, door de werk- arbeiders. Het dient toch gezegd, dat ook voor zaamheden van den Bond verkregen, profl- ben werd gezorgd, doordat des winters het T]g« als werkverschaffing, wordt bewerkt jn het landbouwhuis. Het zal niemand zeker verwonderen, dat ik mij daar temidden van hen, die mg, uitge zonderd vriend Postma, voor enkele uren nog vreemd waren, geheel thuis gevoelde. Hoe eer.oot ik bj) het aansohouwen van hetgeen Ik gezien had en bg het luisteren naar hetgeen ik van dit alles vernam 1 Weinig had ik ver moed van dit alles, toen ik het kleine dorpje Kimswerd kwam bezoeken. Innig verhengd ben lk, na een welgemeend efscheid te heb ben genomen van mjjn nieuwe vrienden, laat in den avond naar Leeuwarden gegaan. Mgn vast vertrouwen, dat er zooveel is dat anders en beter kan, en ook zal worden, mits men elkaar wil begrijpen en beschouwen als men- schen die bjjeen hooren, was vooral door mijn bezoek ten zeerste versterkt. In Leeuwarden aangekomen,zooht ik haastig mjjn nachtkwartier op, om mij na den langen en nuttig besteden dag ter ruste te begeven, dubbel tevreden over den dag die voorbq wae, verlengend near den dag die komen zou. Den tweeden dag ging ik om negen uur in den morgen mijne opwachting maken bij den WelEdelen Heer Keestra, Secretaris van den Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken In Friesland. Ik begaf mij daartoe naar het landbouwhuis, weer de kantoren van den Bond zijn gevestigd. Het is een statig gebouw, dit landbouwhuis, dat den goeden zin en de liefde voor het landbouw bed jgf der Frieten alle eer aandoet. Bg het betreden ervan krggt men onwille keurig de gedachte, dat men ook hier prak tisch weet te zgn en volkomen doordrongen is van het groote nnt der concentratie van de veschillecde gezaghebbende landbouwver- eeefgingen in de Provincie. Het gebouw is het eigendom der Friesche Maatschappij van Landbouw en geeft huisves ting ean tal van vereeniglngen. De Friesche Msatschappg van Landbouw, evenals de re dactie van het Frlescb Werkblad en de Af- deeling Leeuwarden der Friesche Maatschappij van Landbouw zgn er gevestigd. Verder worden er kantoren verhuurd aan den Bond van Coöperatieve Zuivelfa brieken de Coöperatieve Zuivelexportvereeni- ginghet Friesche B-undveestamboek bet Friesche Paardenstamboekde Provinciale Commissie voor de Veefokkerij; den Rijks- landbouwleeraarhet Boteroontrole-statlon terwijl ook het laboratorium van den zuival- oontulent er gevestigd is- Voorts vindt men ei een vergadersaal voor plm. 12 personen en eene leeszaal. Ik behoef hier verder niets aan toe te voegen, want het gewicht dezer bijeen brenging is onbetwistbaar. Hoe vaak komt het niet voor, dat de verschillende vereeniglngen gezamen lijk belangen hebben te behartigen I Wat kan er op deze manier een correspondentie worden vermeden door even hij elkaar aan te kloppen en de zaken te bespreken Ik zei evenwel niet lenger over deze zaak uitweiden, wjjl de oprichting van een zoodanig gebouw voor onze Provincie nog wel tot dc vrome menschen zal bljjven behooren. Ik zal dus maar wat gaau verhalen van den Bond Roman van FRANS ROSEN. 14. Alle treurigheid der laatste weken was van Henrik's gelaat, uit zgn geheele wezen weggevaagd. Een zachte ghuis verjongde zgn m&nnelgk gelaat Hg babbelde vroolgk en onbevangen, en het onbeduidendste Woord dat hg sprak, kreeg beteekenis door de warmte en innigheid, waarmede het werd gezegd. Ruth keek haar vader verbaasd aan. Zóó had zg hem in lang niet gezien. Zco had zg hem slechts in zgu beste uren gekend Re eenzaamheid, waarin hg leeft, deugt niet voor hem, dacht zg. Hg moest meer uitgaan en meer menschen zien. De rijk dom van zgn ziel is veel te groot voor zgn ®nge omgeving. En moeder dat *ist zg reeds lang die goede moeder begreep haar man niet. Eindeljjk moest men afscheid nemen Henrik Gehrts was zeer bewogen, toen zgn liefste dochter, voor lange weken voor het laatst, in zgn armen drukte. Zij waren nog nooit zoo lang van elkaar ge scheiden geweest. «God behoede je, mijn lief kind", zeide hfl, „en geniet met volle teugen van dezen schoonen tgd wees voor mevrouw Von •hren een opmerkzame verpleegster." Toen hg zioh daarna tot Lisa wendde, teeren in dezelfde verhouding, als zijne pro ducten staan tot de geheele hoeveelheid zuivel, die verwerkt wordt. Eene fabriek, die das vee' zuivel bereidt, zal veel kannen profiteeren, doch moet ook veel bijdragen. Ergo zal zij veel stemmen uit brengen. Dit ais hoofdpunten der organisatie. [Wordt vervolgd G. NOBEL. XXXII. De Amsterdammers hebben ln de twee, drie weken, die achter ons liggen, hun ken nis in vreemde talen kannen lnchten. Dat wil zeggen,door d'r mond te houden; 't was dus misschien beter om te zeggen „van" vreemde talen. Want ze behoefden alleen maar te luisteren, elkaar zoo nu en dan eens veelbeduidend aan te kijken, en als 't tepas kwam, te lachen en te applaudisseeren. Op 't Leldsche Plein heeft het Engelsche gezel- echap van Art har Bourchler gegevenThe Wall* of Jerioho, [spreek uit: dzjé-ri- ko], een Engelsch tooneeïspel, dat in 't Hol- landschDe muren van Jericho zon heeten. De vier, vijf keeren, dat 't ge gaan is, waren de duurdere plaatsen tamelijk wel bezet, en in de goedkoopere rangen, ofschoon de prijzen verdobbeld waren, waren ook nog heel wat koppen te tellen. De onder nemers mogen de kassier van den Schouw burg zei het mij persoonlijk de onderne mers mogen tevreden zgn. Dat hadden ze van Amsterdam misschien nog niet zoo dur ven denken of verwachten, want als wjj weten willen, hoe wij In Engeland genoteerd staan, dan moet ge maar eens opletten, hoe vaak men daar 't woordje Datch, d.1 „Hollandsch", gebruikt in afkeurenden of be- spotteljjken zin. Onzin bv. of brabbel taal heet ln 't Engelsch d o u b 1 e-D u t o b; erger kon 't toch zeker niet. Aan wlen of waaraan we die reputatie daar aan den over kant te danken hebben, weet ik niet, m&ar ze i s er,Toen ik eeos vier beschreven briefkaarten had ontvangen, die elk met een halve penny 2'/i ct. gefrankeerd waren, moest lk daar 4 maal 7'/i ct. strafport voor betalen. Ik nam een paar weken later de briefkaarten mee, om ze te laten zien eu hen die dure correspondentie sf te leeren Ik wees ze op de halve port op elke briefkaart' Ze maakten honderd excuses over deze stommiteit, maar ik hoorde zacht de een tot der. ander zeg gen Yes, tbey have there on the continent a post too: Ja, ze hebben daar op 't vaste land óók 'n post. Maar ik moest mgn mond houden. Voor hen bestaat maar één taal en dat is het Engelsch, alle andere talen zgn namaak. Onze Koningin ze hebben 't me met nadruk en overtuiging verzekerd t o o k the late Queen as a patern: nam de overleden koningin [Victoria] als voorbeeld. Eofin, ze hadden 't erger kunnen maken, en daarom zei ik dan ook dadelijk, dat ik daar niet aan twijfelde uit geboren te deen worden- Niet waar Al wat groot iz, is onbegrij pelijk. Maar dat alles te zamen en nog veel meert is toch niet in staat, mjj niet met heimwee te doen denken aan dat lieve, mooie land, waar 't gras 'n mooier kleur heeft dan hier, j e r 6 n o, als zi waar 't water vee! malacher is, waar 'n ac- fU®®P 1 en toen dere conversatie heerscht, 'n betere manier van menschen te ontvangen bestaat, waar de oomplexle, vooral bfj jonge meisjes, ieder verbaast en betoovert Dat laatste vergeet niemand. De gastvrijheid der Eagelschen maakt ons beschaamd. Hun taal is alleen leelgk voor temend, die geen Engelsch kent, evenals onze taal een groot vraagteeken is voor ieder, die geen Hollandsch verstaat. Toen lk nog ln Amerika studeerde, was daar aan de aoademle een andere Hollander Piet Huizlnga, die nn hier of daar in 't Noor den van ons land moat wonen en toen wg eens op 'n „sociable"'n partijtje bg Professor L(vermore op zgn verzoek Hol landsch spraken, zat de man ons aan te kijken, alsof hg het te Kenlen neen, dat kan nietnu goed, alsof hg het te New- York hoorde donderen. Hij wist eerst niet, wat hg zeggen moest, maar zei eindelijk in zgn ontsteltenis tegen zgn vronw 11 leemi to be a langnage of oats: Het lgkt wel een taal van katten. Toen wij over dit antwoord uitgelachen waren, vroegen wg, waaraan die indrnk te wgten kon zgn, en we bekwamen de overtnlging, dat de soherpe uitspraak van onze G daar de oorzaak van was. In Dnltschland oordeelen ze precies eender. Maar wg echter hebben onze taal lief, omdat wjj haar kennen, omdat wjj haar voelen, omdat wij weten, hoe staalhard en hoe flaweelzaoht zjj wezen kan. Onze taal is verschelden in haar openbaringen. We spreken heel anders tot een kind. dan tot groote menschen, heel anders in den gezel- llgen kring van vrienden dan op een katheder. En kom eens in winkels, en hoor eens hoe heel anders daar gesproken wordt dan ln een trein of op reis. En bovenal, ga de buurten eens in en ga de grachten eens ophoor eens, hoe een knecht tot zgn heer en een heer tot zgn knecht spreekt, een moeder tot haar kind en omgekeerd. Ga naar Leiden, naar Utrecht, naar Gouda, naar Den Bosch, en let, behalve op 't eigenaardig dialect, op de telkens verschillende Idioom en woordkeus. Ik zie kans, om met een door-en-door stad genoot van mjj in uwe tegenwoordigheid een gesprek ln 't Hollandsch te voeren, waar ge alleen de woorden, niet den zin vau zoudt snappen. En zoo kan Ieder Rotterdammer of Pnrmerender, of wat ge maar wilt, met ieder, evenals hg, geconfljt stadsgenoot, een gesprek voeren, waar 'n ander niets vau zou begrijpen. We hooren de woorden wel, maar snappen den zin niet Daarvoor moet men lang in 'n land of stad vertoefd hebben het gebeuren heeft invloed op een taal, een voorval doet een spreekwjjze ontstaan. Al wat betrekking heeft op „Z w a r t Jannetje van over de Lek" kan door een Sahager niet worden begrepen. „Over de weidjee naar Vllssln- g e n" vers aat men In Noord-Holland niet. Iu maar 'n klein deel van Zuid-Holland weet men, wat 't keteekent 'n krant ten onderst boven voor zich te hebben, en als iemand dit En zoo gaat 't precies eender, of misschien nog erger, bjj de voorstellingen, die Eleonora Duse hier in de Amstelctraat geeft. Dat goeie mensch praat Italiaansoh, en ik durf er mgn kop onder verwedden, dat er, behalve de schoor steenvegers hier, geen vjjf-en-seventig Italiaansch-sprekende Amsterdammers zgn. Ik heb, omdat ik plan had in 1903 een reis door Italië te maken, In 1902 les gehad ln 't Itallaansch,een heel jaar lang,en ik ben nog al vlug In 't leeren. Maar toen lk verleden meer zouden eten. Ook zouden we geen laat meer hebben van schooljongens en nachtelijk burengerucht. Natuurljjk kregen onze kinderen een voorbeeldige opvoeding, als ze die nameljjk nog noodig hadden. Geen baker zou ze met dotjes voerengeen vertoornd pspa zou ze meer op oorvijgen onthalen. Onze dienstmeiden zouden bg hsar tegenwoordige mevrouw haar dienst uitbundig roemen. A'.tgd, van de ver onderstelling uitgaande, dat ze van een vorigen dienst konden pratenwant men zou ze geen veertien dagen, maar veertig jaar in dienst houden. De ruzie was de wereld uitwant als mgn buurman me in het gedrang op den voet trapte, zon ik hem mgn anderen voet toesteken, n weet wel, die met dien kolossalen likdoorn, en ik ton-hem zeggen daar bnnrman, trap nog eens. Indien ik namelijk nog lik doorns had. Want ik kan me dan een mensch niet voorstellen met eksteroogen. 't Zon zoo alles vrede en vriendschap zgn op aarde. Geen politiek meer, geen partgschappen, geen Marokko-oonferenties, geen troebelen ln Rnsiand, geen „heibel" meer tnsschen tooneel en kritiek Maar, gelooft n niet, dat 't verbazend saai zou worden op dit ondermaantche tranendal Smaakt nw boterham n wel bg 'e ontbijt, als ge de krant niet naast nw bord vindt liggen en als apéritif een beetje spoorwegstakingen, kiearechtmanifeetatles, hypotheekbank- malversatiën en tooneelmtschelderg. hebt geconsumeerd Als alle menschen wèl wilden eu daarbg wgs waren, was de krant ongenietbaar. Stel n eens voor, dat de Rns- sische autoriteiten wgs waren en wèl wilden. Dan was het Zondag j. 1. geen „roode Zondag" geweest ln alle landen. Stel n eens voor, dat onze Kamerleden nit het Noorden even weinig bespraakt waren als hnn collega's nlt het Zuiden,dat er in den effectenhoek alleen eerlijke beneden roepen werd, omdat er een Italiaan- menschen waren, dat je op knnstcritiek als sche dame was, die niemand verstaan kon, op een rots kon bonwen. Dat hadden ze ook gelezen In dat lijvige opmerkt, te antwoordenJa, lk weet 't wel, maar ik heb een goed memento-morl (memo weekblad M- A. P M n o h «bont Feople, toen heb Ik taalkundige kopstanden en aalto- mortales moeten maken, om zoo zoo mekaar te kannen begrijpen. Ik scharrelde maar wat van Si Signora! van abastansa mg vroeg of ik haar be- Ik een oogenblik met haar alleen gelaten werd, dankte ik den hemel, dat ik haar vragen kon S o n o m o 11 i nominl per estrada?: Zgn er veel wandelaars op straat Dat was 'n regel nit 'n opstel, dien ik nog wist. en 't redde mgn netelige positie. Of de ziel terecht gekomen is op de Inlichtingen, die ik haar op mgn manier gegeven heb, weet ik niet, maar ik geloof 't wel. Ze is tenminste niet terug gekomen. Ze moest wezen eerst aan La Palazza d'Indnstrla (Paleis voor Volksvlijt) en dan nog 'n endje verder. Maar of se er gekomen is, weet ik niet. Ja, 't is trenrig als je 'n taal zoo wat kent, en toch eigenlijk niet kent Als er kans voor is, ga ik er toch weer eens aan beginnen. Maar zooals lk 't nn ken, dnrf ik niet naar Eleonora Dnse. Ik ken La signora dolle Camelie van Dam as tamelijk wel. Ik heb 't gelezen en eens van Sarah Bernard gezien, en zon 't dns tamelgk wel kunnen volgen, maar dat Italiaansoh maakt me bang, en lk acht den rijksdaalder of driegal den zoo goed als weggegooid, 't Is waar, ik had kannen gaan om deze wondere tooneelspeelster, die 'n wereldroem bezit, te zien spelen, maaroch, de rgks daalder* zgn hier zoo duur, weet ja En dan. Nn ja, maar al schrijf Ik nn brieven, lomi zelfs Intieme brieven, daarom behoeven ze toch nog geen biecht te bevatten. Ik zal eens gaan beginnen aan 'n sprookje, waarin ik zal vertellen van 'n man, die in Holland woonde en In het Hollandsch wat schreef en daar rgk meê werd. Hoe plezierig die man leefde, hoeveel vrijen tgd hg had en hoeveel geld hg jaarigk» overspaarde. Enzoovoorts, enz. En als ge dan dat sprookje goed leest, dan sal n veel van wat ln mgn brieven staat, dnldeigk worden. Maar ge moet er toch altijd bg bedenken, dat 't maar 'n sprookje is. H. d. H. XXVIII. Als Als alle menscnen eens waren zooals ze wezen moesten, dan kon onze minister van fnstitie beter een reisje naar Zuid- Amerika onder nemen, dan thans minister Krans doet. Dan hadden we geen commissaris van politie en geen dienders noodig, de raadsheeren en rechters konden op waohtgeld gesteld worden en de advocaten konden allemaal zloh uit sluitend gaan wijden aan den effectenhandel Deurwaarders zonden zonder werk zgn en van de gevangenissen kon men burgerscholen maken. Een groote besnlniglng op het bndget van oorlog zon onmiddellijk volgen, de politie zon vervallen en de prgs van den jenever aan zienlijk dalen. 't Spreekt vanzelf, dat we geen vervalaohten wjjn meer zonden drinken en geen ziek vleesch Kunst-tooneel, heelemaal geen reden van beataan meer. Heijermans zon absoluut geen stof meer vinden. De „Twee Weezen", levende onder wèl-wlllende menschen, zonden nooit de beproevingen ondergaan kannen hebben, waartoe d'Ennery hen veroordeelde, en als Maria Staart „wgs" had gehandeld, als Fanst zich burgerlijk en kerkelijk met Gretchen had laten trouwen, waren ze nooit op de planken gekomen. Verder zondt ge nooit het genoegen smaken, iets beter te weten dan een ander, want we waren allen wgs. Hebt n er wel eens aan gedacht, hoe de wereld er nlt zon zien, met louter wjj ze menschen Zon er nog een zekere poësle schuilen in een effen zee, overwelfd door een helder blanwen hemel of In een brnln heideveld, brnin op den voorgrond, braln op den achter grond? Maar ik vind de zee nog wel zoo poëtisch, alz ze golft en als enkele zware wolken slagsohadnwen werpen op haar schui mige heuvels. En als een kndde schapen zich een weg baant, dan mag Ik tnsschen het glinsterend wit van de hoop wel zoo'n enkele zwarte vacht. Ziet ge, die zwarte schapen, als die er niet waren Je, dan waren ze allen wit, te wit. Maar hoe zondt n weten, dat ze wit waren Als er geen kleine menschen waren, dan zon een kermisgast nooit geld kannen verdienen, met zich te laten kgken omdat hg zoo groot is. En als er geen leelgke meisjes waren, zonden wg het bevallige van onze uitverkorene niet kannen waardeeren I Zonder licht geen schaduw, maar ook zonder sckadnw geen licht. Als alle mensehen wèl wilden, had Zola geen „Dierlijke ln den menscli" kannen schrg- venhadden we ook niet kunnen laohen bg de Fransche klachten bg Prot, waar de men schen door swakheidjes en onwgsheidjes soms in vreemde situaties raken. Maar we willen de wereld beter hebben. Naar den Idealen toestand verlangt alles. En we kannen gerust meedoen, er propa ganda voor te maken, omdat die volmaakte wereld van absolnnt wijze menschen toch nog wel een pootje op zich zal laten waohten. Men zon er haast aan twijfelen. En als we den dichter hooren zingen Ooh, waren alle menschen wgs En wilden daarbg wel, De aard waar' dan een Paradgs, Nn is ze meest een hel dan moeten we maar denken, dat hg een dlohter is en dat het paradgs, waarvan hg spreekt, misschien nog zoo heel paradgsachttg niet zon zgn. En dat het in de „hel", zooals wg hem thans op aarde kennen, voor de meesten nog wel om nlt te honden Is. Zitting van Dinsdag 23 Januari 1906. 't Eerste drama, dat heden onder presidium van den gisteren geïnstalleerden president Mr. D. van Honweninge de revne pas seerde, speelde teEnkhnlzen, doch de hoofd persoon, de man die, zooal niet de titelrol, dan toch de voornaamste rol in het stukje moest vervallen, was jammer genoeg abeent zag h\j,dat zg de tranen in de oogen had. Hjj aarzelde, zg bloosde. Haar kalmte verliet haar. Zg, die elkaar zooveel te zeg gen hadden, scheidden zonder een woord te zeggen, met een stillen handdruk. En toch was die stille handdrnk voor hem welsprekender dan woorden. De reis, die Rnth maakte, de afwisseling die daardoor haar deel werd, de velerlei genietingen, die haar geschonken werden, en waarvan zg in lange, dankbare brieven vertelde, verwekten allerlei gedachten in Jesta's moederhart. De dochters waren alle drie volwassen; zg konden haar leven niet voortdurend in deze eenzaamheid bljjven. Zg moesten de wereld en mentchen leeren kennen. Zg moesten trouwen, of anders een nuttigen werkkring zoeken Voortdurend vier aietsdoende dochters in huis dat was voor die meisjes zelf ook al even onbevredigend als voor de ouders. Voor de eerste maal na langen tgd was Henrik van dezelfde meening als zgc vrouw. Hg begreep niet, dat hem dit ook niet lang reeds wae ingevallen. Jesta wisselde met verschillende bloed verwanten brieven, die uitnoodigingen ten gevolge hadden, waarvan gaarne gebruik gemaakt werd. Luus en Gred reisden voor eenige weken naar de hoofdstad. Alle drie de meisjes te laten gaan, daartoe konden de ouders niet besluiten. Zjj hadden bei den een zekere vrees voor het alleen zijn met elkaar. Van den zomer wilden zg dan allen naar een badplaats gaan, opdat ook Els haar beurt zou krggen. Big was de levensdigste en levenlostigste der zusters. Zjj maakte er volstrekt geen geheim van, dat die eenzaamheid hier haar geducht verveelde. Jong als zg was, scheen haar het huwelgk het eenige aanlokkelijke doel voor de vronw, en het was dns zeer natuurlijk, dat zg dan ook zoo spoedig mogeljjk wenschte te trouwen. Henrik lachte, wanneer Els zulke idéeëa uitte, die Jesta in hooge mate onvrouwelijk vond. „Laat haar m..ar," zeide hg. „Waarom mag ze dat nu niet zeggen Io den gTond denkt toch een ieder zoo, en met recht. Ik verheug er mjj over, dat haar dit echt vrouweljjk gevoel zoo oorspronkelijk en onbedorven bijgebleven is. In onze een zaamheid is geen gelegenheid voor die valsche preutschheid, en dat is een geluk." Henrik's stemming had het zwaar geschok te evenwicht teruggekregen Zg leefden eendrachtiglijk naast alkaar en hadden met hun drieën een gezellig leven. Innerlijke gemeenschap verlangde hjj niet meer daarvan had hij al lang afgezien. Hg was sterk genoeg geweest om eenzaam te kunnen zgn vele lange, ernstige jaren Hg wilde het blijven. Toen kwem Rnth thuis. Op een goeden dag was zg daar. ge bruind en gezond, popelend van louter groote, mooie, schitterende indrukken, die een diep spoor van gelnk door haar ziel hadden getrokken. Maar het mooiste en beste van de geheele reis was toch Lisa Behren voor haar geweest. Dat klonk door al Rnth's vertellingen heen. Alles wat zg genoten had, was haar door het bjjzgn van Lisa Behren tot genot ge worden, en de mooiste uren waren die ge weest, welke zg pratend of droomend met haar te midden van de heerlijke natuur had mogen doorbrengen. En toen zg eens haar begeestering voor Lisa Behren uitte, bemerkte zg plotseling, dat haar moeder bot zweeg, en toen Rnth haar aankeek was Jesta's gelaat scherp en onvriendelijk en de mond stgf dicht gedrukt, als moest zg booze woorden met geweld binnenhouden. Van dat oogenblik af vermeed Rnth het, in Jesta's tegenwoordigheid over mevrouw Von Behren te spreken. Maar tegenover haar vader geloofde zg zich geen dwang te behoeven op te leggen. Zg wandelde met hem door het bosch. Els was thuisgebleven, om met hoogroode wangen en schitterende oogen te luisteren naar de verhalen van haar zusters, die uit de hoofdstad waren teruggekeerd. Ook voor Jesta waren de berichten van Luus en Gred veel belangrijker, dan die van haar oudste. Ruth voelde dat en trad gedwee op den achtergrond. Zooveel te liever opende zg haar hart voor haar vader in dit ongestoord samenzijn. Zg had hem steeds weer wat anders te vertellen, ot hetzelfde met andere woorden, en altgd weer kwam het op Lisa Behren terug. „Zg is een heerlgke vrouw," zeide zg begeesterd, en wanneer ge eens wist, vader, hoeveel zg van n houdt," voegde zg er warm aan toe. „Zjj Bpreekt van u als van den besten, verstandigsten en edelsten man, zooals men slechts van u kan spreken als men udoor en door kent. Ik was er dikwgls veibaasd over, zoogoed zg n kende." Henrik zweeg en ditmaal glimlachte hg ook niet. „Wg moesten meer met elkaar omgaan," ging Rnth ijverig voort, „zjj is zoo alleen en wg zgn het eigenlgk ook". „En een elk van ons houdt van de een zaamheid," antwoordde Henrik. Ruth keek hem vragend aan. „Ik geloof, dat door zulk een omgang datgene, wat wg onze eenzaamheid noemen, niet verloren zou gaan. Maar ik begrijp het wel." „Wat begrjjpt mijn kleine verstandige meisje vroeg hg, zgn onrust met scherts bemantelend. „Moeder heeft geen zin in dien omgang en daarom is het niemendal voor ons." Henrik's onrust werd grooter. Wat had dat kind voor gedachten Hg moest ze alle kennen alle „Waarom gelooft ge dat?" vroeg hg. „Moeder houdt niet van mevrouw Von Behren, en al zegt ze het niet ronduit het is toch meer dan goed te bemerken. En ik denk dat dat komt door de jongens". Henrik haalde verlicht adem, olschoon hjj nog niet wist. wat Butb bedoelde. „Moeder voelt het onderscheid zoo," ging zjj daarop vertrouwelijk voort, „en het ia ook een zeer groot verschil En dat is voor haar zeer smartelijk. Het is zoo na tuurlijk. Zjj heeft Rik boven èlles lief en dat maakt haar een weinig wangunstig of treurig tegenover mevrouw Von Behren. En zoo komt het een nit het ander voort." Henrik zuchtte lang en diep. „Ruth wanneer je moeder dat eens hoorde, „O tot u mag ik daarover wel spreken Ik sou het beslist tegenover niemand ander^

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1906 | | pagina 5