Amsiertoscie Brieyen.
HENRIK GEHRTS.
Mededeelingen
Zondag 8 April 1006.
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
Arrondissements Recht
bank te Alkmaar.
Sitapr Cöiuil.
XXXVII.
En na b«n lk weer In Amsterdam terug,
en zit lk weer voor mijn «chrgftafel, mijn
gewone schrijftafel. te ichrjjven. Ik heb weer
mija eigen penhoader, mqa eigen Inktpot,
mqa eigen papier; ea m9n eigen lamp bengelt
wear boven mijn hoofd Ik drink weer mijn
thee nlt mgn eigen kopje en mijn eigen
hond ligt over den rand van rijn mand, ijjo
mand, naar me te loeren, alaof hij «eggen
wilBaai, baa», wat scheelt Je toch, dat je
me lederen keer verlaat Denk-je, dat t «oo
prettig Ia, uttbeateed en door vreemden over
mijn kop geetreken te worden Doe alt Ik
en bljjf thuis, daar hoor je.
Et ala 't dier 100 denkt, dan heeft Ie fceljjk.
Ik hoorde van de kellnera In „American,
dat ie daar wel 'n keer of drie geweeat wta
om naar me te eoeken. En al den vrlndon
heeft Ie »8n nood weren klagen. M tar als
ie zag dat lk er niet wa», dan ging Ie maar
weer heen.
Totdat ik elndeljjk weer In Amaterdam
terug kwam en de kruier ons wel en wee
bier ligt voor 'n groot deel in de handen
van krater* en de kruier hem en zyn
mand weer ging halen nlt sgo tgdelyk
„home Toen Ie 'n paar keeten tegeu mg
aangesprongen waa, la Ie me gaan zitten
aankijken wel 'n half uur lang, en toen ie
zag, dat 't onds liedje weer begon van
achrQven en nog één* ichrgven, la Ie la slaap
gevallen.
Maar Ik ben weer thnl* en heb mgn taak
weer opgevat, die taak, die nooit afkomt,
die hoogatena eich wijzigen kan, die misschien
ala 'n «troom In een andere bedding gelegd,
maar die nooit kan tegengehouden worden
Doch die ook, evenal» een bergstroom
hoe noodfg ook voor 't leven een leven
ten gronde kan richten, kan breken, *00,
dat 't «Ich niet meer *on kannen ophtffm.
De «trjjd tasschen ledigheid, arbeid en o?er-
matigen arbeid 1* nog lang niet aitgeatreden.
Het beeit van veel geld heeft met ledigheid
maar weinig nlt te ataan, en de arme, die
werkdrift in «Ich heeft, blijft 'n ijverig
mensch, al won hij morgen dan hoofdprgs.
En toohen* oordeel wijzigt «ich. Al la
't ook waar, dat 'n mensch soms hoerscht
over de omatacdlgbtdtn, over 't geheel
blijft hij den omstandigheden onderworpen,
en wijzigen «ich zijn denkbeelden naar rijn
ondervindingen. Niet naar de lessen, die hij
van anderen ontving, niet naar raadgevingen,
naar waarschuwingen, naar experimenten van
anderen, maar naar eigen ervaringen. Onder
vinding la en blijft de beate leermeesteres
Wjj tasten in 't dalster, en weten niet* van
den ultalag van onsen arbsld. Wat wij onder
nemen, gaat op goed geluk, en wat met de
beate bedoelingen begonnen wordt, lydt
soma 't apoedlgat schipbreuk- Inspanning en
toewijding hebben niet altijd succes in hun
gevolg, terwijl het laisser aller menigeen,
rij 't dan ook bg toeval, In rgkdom en
eere bracht. En naar Oad Teetsmentlsche
wgsheld Is ons heele leven een groot
toeval. De sohrijver van het Botk de
Prediker Hoofdstuk IX wist er geen
anderen raad op, dan 'c leven maar «oo
gemakkelijk mogelijk op te nemen„aet uw
brood met vreugde, driDk uw wijn van goeder
harte, kleed n netjes, zalf nw hoofd en
geniet het leven met de vionw, die gij lief-
hebt." En laat verder alles maar aan 't t o e-
v a 1 over. „Want de overwinning in den
loop, ls niet het deel der snellen, («oo staat
het er in 't Hebreenwsch), noch de overwinning
In den strijd het deel der helden, noch cok
de spijs het deel der wijzen, noch de rijk
dom het deel der verstandigen, noch de
gonst het deel der kondigen, maar tjjd en
toeval beschikken dit alles."
Wij tjjn dus overgeleverd en hebben be
halve on«e plichten en verplichtingen, niets
in te brengen. Wij hebben te werken en af
te wachten, en wie een hem toekomend loon
verwacht, wordt teleurgesteld. Hoofdst. IX
vervolgt: „Er was een kleine stad met wei
nig menschen erin. En er kwam een groot
koning, die de atad omaingelde en groote
■terkten tegen haar benwde. Eu in die atad
woonde een arme, wijze man, die de stad ver
loste door z{jn wijsheidmaar toen de atad
verlost was, gedaoht niemand dien armen man."
Zie, dat Is de geschiedenis van het leven,
üat Is de gewone beaoldlgicg der toewijding
Wie 't anders verwacht, maakt zich schol,
dlg aan historische onjuistheden, en zon be.
wijs geven met blinde oogen door 't leven te
Bomt»
van
FRANS BOSEN.
82. o
„Dan moest sjj dat liever tot mg «eg
gen en niet u er lastig mede vallen,"
mopperde Rnth. Zg meende het angstig
wiekgeelag harer ziel te hooren.
Dus heelt zg gelgk ging Henrik
hardnekkig voort.
Buth zat als op gloeiende kolen, zg
wist, dat er geen ontkomen aan was.
„Ach vader meende zg, „het is
immer* zeer natuurlgk, dat ik lgd wanneer
gg lgdt. En dat «ie ik toch
Hg had het zich kunnen denken, dat
dit de reden was, en toch had een klank
in haar stem hem buitengewoon getroffen.
„Arm kind seide hg, „ik had mg
jouw jeugd ook veel vroolgker gedacht
„Laat dat toch, vader, ik mis werkelijk
niets. Ik zou tot geen prgs van mgn
leven willen genieten zooals de zusters
terwgl gg hier gebrek lgdt."
„Wat meent ge metgebrek lgden
„Gebrek aan geluk!" fluisterde zg schuw.
Zg zwegen beiden. Hendrik staarde voor
zich heen en zg bokte naast hem als een
gewonde vogel.
„Ge moogt je zusters daar geen ver-
wjjt van maken," begon hg, haar gedach-
tengang volgend.
rijn gegaan. Lat op den uitslag van eiken
oo-log; de gelsuwe den en g»decodeerden
«yn uit het vgandeiyk vuur gebleven, de hel
den, die hun «iel veil bedden, zijn djod
Er tooh... „*ü»heid beter den krscht",
toewijding be'er dan wicetbejsg. Wie leven
wil met zijn «lel, maakt 'n andere rekening
den hg. die alteen leeft voor glorie en eer
der wereld. letz voor 'r oog der menechen te
doen, is voor hem 'n overweging van de
laa'ate, of liever de laags'e orde Loon 'n
kwestie rek*r niet var den «e-iten reng Het
woord d»t Multa-oll Mrx H»vel**r He? «p-e
ken tot de Iulardich? Hoofden, is khst'.ek
gebleksn„De «lel des menschen
groeit riet van loon, ™a3r van
den ARBEID d I e h e 11 o o nVERDIENT.
Het ontvangen mag ultbljjven, het verdie
nen li hoofdzaak.
Natuurlijk moet 'n mensch leven, moet n
mensch brood en kleeren en ruit hebben.
NatuurlgkMiar wees niet gdel genoeg.,
teveel ven dit alles te begeeren bet zou uw
«lel groote schade kannen berokkenen. Wie
nog niet neerviel onder den lest. die hem
werd opgelegd, kan niet In wamrheld getut
gen, dat zgn leet te «waar wta. Maar aan
den anderen kant vu 't 'n farizeeër, die aan
anderen te «ware lasten opbond, welke hij
zelf mst den vinger zelfs niet aanraakte 't I«
alweer 'n toeval, dat gTOOte tractementen 'n
recht meebrengen van niet tegengesproken
of geoorrlgeerd te worden. Mur 't Is 'o lam
meling en 'u serviel individu, die daar reke
ning mee houdt en den booze voet geeft.
Wie arbeidt, heeft rechten, ook rechten van
tegenspraak.
Dit moet door iederesn, door elke party, die
ona woratelend leven achlep, begrepen en
gevoeld worden. En boven elke berekening,
elke overweging, elke handeling, moet de
verzekerdheid In ledera hart en geweten leven,
van te hebben geaproken en gedaan cooala
dit moeat; zooale dit niet andera kon, omdat
t niet anders mocht. De arbeider arbelde,
maar de werkgever die toch op zijn beurt
ook weder arbeider ia oordsele een reoht-
vaardig oordeel, legge geen werk op boven
krachten, onthonde niet een rechtmatig loon.
Ia 't zoo moeilijk, 'n goed mensch te wezen
Te overwegen, te consldereeren. zich te stel
len ln eens anders plaats Zijn de rijken
rechtvaardig, als tij steeds meer van den
arme elschen En is het oordeel der armen
jnist, wanneer «g bg den rijke niets andeis
dan weelde speuren, omdat hg veel geld
heeft Zie, lk ruil met niemand, met n I e-
mand. Ik ben zóó ovartulgd van 'n onver
klaarbare geheimzinnige gelijkheid van Ieders
lot, dat indien zich de hemel bakken zon,
en de loten nogmaals schudden, en tot mij
zeggen zonkies, misschien treft gij 'n ander
lot! Ik dan mija niet terug zou nemen
Want wat mijn vroegere rijkdom niet ver
mocht, dat heeft tegenspoed tot stand ge
bracht. Ik heb myzelven gevonden. Ik ben
verlost van den leugen van vrleche vriend
schap; ik weet nu, dst 'n uur arbeid meer
waarde heeft dan 'n week feestvieren. Nu
weet Ik, dat 't niet om de armen was, dat
Christus tot den rgkenjongellcg seide:„Verkoop
al nw goed en geef het den armen", maar dat
't waa om het welzijn van dien
jongeling zelf. Want voorwaar,voorwaar
Ik zeg n, 't is niet alleen moeilijk
voor 'n rijke, om 't Godsrijk binnen te gaan,
maar hg kan er nooit, nooit komen.
Bij God zgn alle dingen mogelijkmaar d i t
niet. Want al kan 'n rijke 'n goed mensch
weren, eerlijk, arbeidzaam, rechtvaardig rein,
deugdzaam, rijk aan liefde; de Waurheid
nadert hem nooit. Zlchzelven leert hij nooit
kennen, 't leven b'yft hem vreemd evenals
leder, met wlen hg omgaat Eu hoe zou
Iemand, die zlchzelven vreemd gebleven Is,
ooit
Laat ons donken, laat ons vorscben naar
het levensraadsel, laat ons zoeken ln ons
zelf naar geluk, taar vrede; gereed tot
blgven, gereed ook om heen te gaan. Vaardig
te winnen en te derven. Bereid in de eerste
plaats tot arbeiden, zg 't ook zonder loon.
Denk aan Multatuli's woord. Arbeid alleen
kan ons met 't leven verzoenen, arbeid en
roeping en edele strgd.
Onder de vele lusoriptles, die 't Centraal
station versieren, Is er een, die mg altgd In
de gedachten komt
„De wereld wordt beheerscht door zucht
[naar vrede en orde,
Maar als een bllxem elaat beweging er
[door heen,
Dan komt er vruchtbaaiheid, waar nieuwe
[bloei uit worde;
Geen heerlyk leven klemt nit rust
[die rcest alleen."
Hoort ge 't menschen! „Die roest alleen"
Eu daarom moeien wg, waar 't leven ors
ln den steek laat, waar 't toeval ocs parten
speelt, voor ons eigen heerlijk leven zorgen
door te wei ken, te arbeideD, te denken. Oose
ziel ken daar niet battenen te veislgten
desnoods, ziedaar versigten, met 'n sohok
ondergaan als 't meet, zon niet zoo erg
wezen ale te verroesten.
Behalve over de Rembrandtfeesten, wordt
„Dat doe ik ook niet, bepaald niet,"
weerde zg zich levendig. „Het ie voor
haar natuur het beste, en ik weet dat het
u verheugt en goed doet, dat het zoo
ia."
„Dan moet ge het ook begrypen, dat
het mg verontrust, dat het bg jou anders
is."
Het werd haar te eng om het hart, «oo
ging het niet langer,
„Zoudt u mg dan liever kwgt zgn, va
der vroeg ze met een poging tot schert
sen. Maar de scherts mislukte en de glim
lach verdween spoedig van haar treurig
geaichtje.
„Kind kind niet zenuwachtig
worden," zeide hg en drukte haar vaster
tegen «ich aan.
„Ik beeld mg nu eenmaal in. dat wg
bg elkaar hooren," riep zg uit, al h»»r best
doende om haar tranen in te slikken.
„Daar heb je ook volkomen gelgk in",
zeide hg geroerd en manhaftig tegen deze
ontroering strgdend. „Ik sou het niet gaarne
anders hebben. Het zal cok wel wat heter
worden. En kom nu dan garn we
nog een uurtje samen lezen. Wg hebben
onze lectuur al reeds zoo lang verwaarloosd."
Terwgl zg het boek haalde, dacht hg na
en besloot, haar voortaan zeer opmerkzaam
gade te slaan.
Ettelgke weken later, toen Lisa Behren
weer eens bg Jesta was en baar wat
trachtte op te beuren, brak er buiten een
geduchte sneeuwstorm los. Den gaEechen
dag had de lucht reeds grauw en donker
op bosch en beemd neergekeken. Nu brak
de bui met geweld los.
Het werd nog vroeger donker d«n »n.
er hier druk gesproken over de Nieuwe Beurs,
die aooveel scbeu-en vertoont,- dat «potter*
er beiacke'gke prenten v-~> maken, en iemand
ln „de Telegraaf" Der Kinderen aanried om
alch wat te haasten met zjja maurbeschllde-
rlagen. Als hg er nog lang mee wacht, ligt
de Beurs In puin.
Er zchgnt veel geld te zgn in Holland,
vooral In Amiterdam. We kijken hier op geen
millioentjs. Wat hier tnetchen dn lm en vin
ger weggigdt, daar zon 'n stad voor gekocht
kunoen worden
De Beur* echeurt, het Poe'kantoor te te
klein, h-t Stadhui* allaa Prinsenhof
word atcadt vergroot en gerestaureerd, m»ar
wordt nooit goed Alle e dere onderafdee
Hoger va i Gemeenteadministratie en pollt e-
dienst koeten dulzecdea en dnizecden en over
drie jaar bigkt 't, dst 't geld weggeimeten
ie. dit men aan dit of datalet gedaoht heefe.
Ea d»n gaat men 't praatje de wereld inatrooien,
dat 't ook maar „voor tgdelijk" wa«. Mooi
zoo! Na enfin, we betalen zooveel belasting
dat 'c paar millioen meer voor stommiteiten
er ook eigenlijk niet op aankomt. Zoolang
we nog failliet kannen gaan, behoeven we
niet te wanhopen. H- d. H.
omtrent zgn verolgf i" Frankrgk
door A D Gboxzhan.
Opgemaakt voor en voorgelezen in de ver
gadering van Oud-leerlingen der
R. L W. S. te Schigen.
o—
V.
Op de markten ia het ook al nat ala bg
ona: het allerbeste wordt er niet gevonden,
óf heel gauw verkocht. Maar ar big ven nog
heel wat mooie, adellgke modellen over, al
zgn ona de gangen niet steppend genoeg.
De remontecommlseie gaat daar niet de
markten en de boeren rond, maar achrgft
van te voren data uit, waarop men haar
paarden, beantwoordende aan die en die
elschen, kaD presenteeren. Veel waarde wordt
daarbg ook gehecht aan goede afstamming
hoe meer bloed, hoe liever. Ze schgnt ln
hare keuae echter riet soo heel kieskeurig te
kannen wezen. Er wordt v»n f 460 tot
f 900 beeteed.
Voorts bezochten we nog verscheidene der
meest bekende en beste fokkers, die dan
meestal het harddraversbloed fokken en vaak
een enorm kapitaal aan paaiden hebben,
voor een groot deel echter om hunne zoel
heid en afstamming zoo'n extra groote waarde
vertegenwoordigende. Eén van die fokkers
had in 't geheel 80 paarden, waaronder 80
veulen msrrlea. Over 't algemeen beachouwt
men de paardenfokkery wel al* winstgevend.
De rondveeteelt ia er ook een voorname
tak van bestaan en Normandië heeft z'n
eigen ras, n.1 roodbont, sterk gebouwd, maar
meer vieesca- dan melktype en van de swaarte
van ons goed Hollaiiaach vee De melkop-
brengst staat er bg ten aohter, maar het
vetgehalte schgnt te varieeren tasschen 8 5
sa 4 B
Het vee is er buitengewoon sterk en ge
zond tuberculose komt er zeker zoo
gosd als niet voor.
Men schryft dit toe aan de hardende ievenz-
wgze; maar dat die ook alleen ln een derge-
lijk klimaat kan toegepaat worden, spreekt
wel vanzelf. 31echta een paar maanden
worden de melkkoeien 's nachts onder dak
gebracht, overdag loopen zo altgd in 't land
en zelfs als het eens gebenrt dat er sneeuw
ligt, moeten ze dan toch minstens een paar
nar naar baltan, alleen omdat men de bui
tenlucht soo heilzaam oordeelt. Koedekken
schgcen er onbekendzelfs do stieren, die
bet heele jaar door dag en nacht bulten blg
ven, hebben toch nooit een dek op. De versche
kalikoeien worden een paar dagen binnen
gehouden en voor de rest niets geen bijton-
dare zorgen, alleen dat die nogal langen tgd
8 maal daags gemolken worden.
De stal, waarin do koeien 's nachts ver
beven, is gelgkvloers, al of niet gemetseld,
eetbakken langs de muren, waaroverlangs een
ketting, waaraan de koelen, eik op haar
eigen plaats, worden vastgezst. Vóór melk-
tgd worden ze binnengehaald, terwgl dan
hooi en wortelen worden gevoederd en
's morgens na het meiken worden ze losgelaten
en moeten ze overdag zelf den kost weer op-
eohatrelen op het altgd groeiende welland.
Zoodoende komen ze beel wat goedkooper
door den winter dan tg ons en behoeft er
ook betrekkelgk lang niet zooveel hooi te
worden geteeld. De koeien kalven er een
heel jaar door en onze dlrectenr, die nogal
naam en daardoor aftrek bad met fokmate
riaal, hield alle kalveieD aan, zoowel stier- als
kntkalveren, die later voor de fokkerg weer
voor goede pigzen van de hand werden ge
daan Eén jaar waren er op de boeideigeena
verkocht 80 stieren (waaronder ook niet zelf
gefokte) voor gezamenlgk 16000 franca.
Hetgeen ons zeer frappeerde, was, dat de
stieten 's zomeis maar ééca per dag water
kregen en nu in da wintermaanden maar
zoo'n paar maal in de week. Water zat er
genoeg in het gras en in de wortelen,zelde men
der*, De storm huilde door het woud, hg
gierde om het huis en dreef de vlokken
in wilde jacht in 't rond. Mansh ogte woei
de sneeuw in de hoeken op elkaar en hoopte
zich op tot halve torens en barricaden en
wreef de epen en vrge plaatsen spiegel
glad.
Ruth had het vuur aangelegd en de
luiken gesloten. Maar de storm spotte met
dit verweer, floot door de naden, drukte
tegen de vensters zóó, dat zg angstig
zuchtten, en blies dooi den Bchoorsteen
dat de vonken de kamer in vlogen.
„Ach hemel wat een weer klaagde
Jesta, die bg storm en duisternis nog
prikkelbaarder en droever gestemd was
dan anders. „Hoe moet ge cu thuis ko
men
„O dat aal wel gaan", stelde Lisa naar ge
rust. „Het is buiten niet zoo erg, als het
hier binnen wal lgkt."
„Henrik is ook nog niet terug," ging
Jesta op denzeifden klagenden toon voort.
„De hemel mag weten, waar bij op dit
oogenblik met dit ellendige weer rond
zwalkt."
In het swggen, dat op deze woorden
volgde, hoorde men de huisdeur gaan en
dadelgk daarop een stampen van iemand
die zich de sneeuw van de voeten doet.
„Dat zal hg wel zgn," meende Jesta
zuchtend.
Ruth stond op en ging kgken.
Daar stond Henrik in het weifelende
licht der lantaarn. Zgn lsrnge mantel was
dik met sneeuw bedekt, die in kleverige
brokken op den grond viel zoodra Henrik
de eece of andere beweging maak'e
Hg wierp zgn muts ai Zgn gelaat was
fiisch rood gekleurd, .uit zgn oogen sprak
en dat vele waterdrinker! was nergens goed
voor Eu 't moet gazegd te gedgdan goed.
Op een paar groots jaarmarkten zagen we
eeclge honderden van dit ras bgeen en onze
Irdrnk was, dat. indien voorzien van zwart
bont haar, het Nortnandltche type wel in den
■m«ak sou vallen van een deel onzer fokker*
in de riohtfng vleeach- en melkvorm. Op
vallend groot was het asntal goede jonge
stieren, wa»'ln veel handel scheen te «gn.
Ouder de Fiansche melkraasen staat het
Normandtache bovenaan.
Hoewel melkmeten niet wordt uitgevoerd
en melkondersoek op de nieuwe methoden
voo* de meeaten een onbekende zaak Is, zoo
praat toch tedere boer den ander na, dat de
Normandtache koelen veel boter geven en
als wg dan de goede eigenschappen van het
Hollandache raa een* naar voren wilden
achnlven en pkoto'a er van lieten sien,
dan was het korte bescheid„veel melk,
maar weinig boter
Op de achool werd de melk 2 maal daags
met de centrifuge ontroemd, de room van
lederen keer aisonderigk bewaard in
een aarden pot, die in een kelderruimte
wordt geplaatat.waar gelegenheid beetaat om
zomers door stroomend water af te koelen,
's Wiutera wordt er niets verwarmd en ook
geen zuursel of dergelgk toegevoegd. Na
ééu week wordt gekarnd Op temperatuur
wordt daarbg heelem3*l niet gelet en toch
waa de karn steeds op tgd klaar. De Nor-
m ndlache kam is eau om da lengte-aa draai
end vat met een p.-.ar alaglgateo er In, heel
eenvoudig. Da beweegkracht ia meestal een
rosmolen. Is da boter in fgne hagelkorrel-
vorm, dan wordt de karnemelk afgetapt door
een met een stop geeloten gat en wordt weer
eenzelfde hoeveelheid water toegevoegd,
de karn weer eenige keeien gedraaid, het
water weer afgetapt en deze bewerking
wordt 8 maai herhaald, waarna het afvloei
ende water geheel helder ea alle karnemelk
verwgdord ia- De karnemelk en de centrifuge
onder melk worden aan kalveren en vaikens
varvoeder d.
Wanneer d»n de boter tot een klont ge
karnd ia, wordt se in een groote mand ln een
doek gewikkeld en klaar la ze voor de markt,
die de boter ongezouten verlangt. En wg, die
meenen dat onze Noord-Hollandache boter
toch ook heel goed waa, moesten erkennen,
dat wg de Normandlsche veel liever nog
haddan.
Zeer intereasant zgn daar de botermarkten,
geheel andera Ingericht dan bg ona en nataur-
lgk veel grooter aanvoeren, daar alleen boter
en geen kaae gemaakt wordt. Veel boter
wordt door de handelaaia geëxpedieerd naar
de Londeusche markt.
Ee i beroemd merk ia de boter van Isigny,
maar er wordt thans door de har.delaa:* een
massa boter onder dien naam verkocht, die
IaigDy nooit gezien heeft. Groote exporthnizen
verhandelen ontzaglgke hoeveelheden en ver
senden door de geheale we eld, voor leder
land bepaalde kwaliteit en verpakking. De
bezichtiging van too'n ixporthal» is zeer
interessant. Als vreemdelingen mochten wg
ee:oa de toestemmiDg daartoe verkrggen.
De varkensfokkerg wordt ook op nogal
mime tobaal gedreven. Zoover lk me herin
ner, wordt er bgna alleen gefokt met het
Craonn&lsohe raa, een vleozig varken met zeer
groote ooreu.
Schapanf okkerg is meer bgzask en kan ook
lang niet met de onze ooncurreeren. De
schapsn zgn kleine, kortwoillge dieren, die
eohter een zeer goed smt.kenl vleeach leve
ren. Schspevleesob wordt er zeer veel
gegeten en een lamsbout behoort tot de
lekkerngen De meeste slagers verknopen dan
ook wel schspevlseech en in den tgd ziet
men reeds zeer jonge «a.'giamme.enbouten
ala reclame voor de winkel* hangen.
Waren over 't algemeen de boerdergsn
vau zeer primitieve inrichting en erg ver
waarloosd, één exploitatie hebben we bezocht,
waar alle» model en kenrlg was ingericht.
Er behoorden 2000 H A land bg Ws zagen
er de nieuwste machines, een eigen tlmmer-
wlnkel, bakkerij en smldae, terwgl een groote
stoommachine den geheelen dag maar door
werkte voor het in beweging brengen van
allerhande machine». Hier werd ook voor
trekkracht gebruik gemaakt van ossen, wat
ln andere deelen van Frankrgk regel, maar
hier uitzondering is. Het werk ermede gaat
niet snel, maar 't ie verbazend, wat zoo'n
zrespan ossen wegtrekt.
De eigenaar is de heer Fonly, Paigsenaar
en aacnemer van dan Pargschen osdergrond-
schen spoorweg.
De ontwikkeling van de Normandlsche
boeren voor zoover wg die leerden koenen,
staat over 't algemeen ten achter bg de onze.
Z.ken, uit de wetenschap geboren en die
hier reeda als algemeen bekend beschouwd
worden, sebgoen daar vaak nog onbekend.
Men bondt er ven goed eten en drinken
2 maala daagt warm eten met erg veel vleetch
en daarbg a's drank deD „cidre" of appolwyn,
die daar ln 't groot gefabriceerd wordt en
waarvan jaarlyki op zoo'n boerderg ongeloof-
Igke hoeveelheden opgedronken worden Maar
het is dan ook d e drank Knechts en melden,
ja ledereen, hetrq in 't land of bg hals werk
zaam en bg de drie maaltgden, iedereen drinkt
levenslast en jengdige overmoed. Hg zag
er zoo jong uit zoo jong Buth
staarde hem geheel verbaasd aan.
„Is dit een weer," zeide hg vroolgk.
„Dat doet een mensch nog eens goed
het is een waar genot daarin rond te loo
pen".
„In de kamer lgkt dat er in 't geheel niet
op," zeide Ruth, terwgl zg hem den
zwaren mantel hielp uittrekken.
„Je hadt moeten msegaan, dat vele zit
ten in de kamer maakt het bloed dik en
zwaar."
„Mevrouw Vod Bahren is er," vertelde
zg, in plaats van antwoord te geven, en zg
keek hem daarbg ook niet aan, want ze
hing den mantel aan den kapstok.
Hg schrikte, maar antwoordde niets
„Ik moet eerst een paar andere schoenen
aantrekken ik kom dadelgk," riep hg
Ruth toe, toen hg alreeds in de gang
liep en eich met den zakdoek het voch
tige gelaat afdroogde.
Zg ging naar de kenken om thee voor
hem te bestellen. Zg wist dat hg daar
veel van hield als hg van buiten kwam.
„Waarom komt hg nu niet?" klaagde
Jesta intufschen ongeduldig.
„Hg zal zich misschien moeten verklee-
den", meende Lisa. In stilte ergerde zg
zich en dacht, dat elke andere vrouw haar
man tegemoet gesneld zou zgn op dit
oogenbiik. Maar dat was hier nu eenmaal
geen gebruik.
„Zoo doet bg nu altgd", knorde Jesta
voort. „Bij het ruwste weer loopt hg rond
te dwalen, ec ik kan mg onderwgl me.ar
angstig over hem maken."
„Maar hg is een gezond man wat
voor schade zou hem dat na doen en wjj
den geheelen d*g door „cidre". Vonden wjj
in den beginne den smaak vreemd, later ge
wende dat gsnw en ten alotte dweepten we
er mee, vooral met de snivere, onverdunde
op flesschen, die echter alleen bg bgzondere
gelegenheden werd aangeboden.
Bovendien houdt de Normandlër ook veel
van «terken drank en worden er groote hoe
veelheden cognac verbruikt. Het alcohol-
verbruik per hoofd ls er dan ook zeer hoog.
Slot volgt
Zitting van Dinsdag 3 April 1906.
„Wat ia dat riep moeder Jantje, de
wettige wederhelft van Piet Ruig van Lam-
bertachaag op een goeden, of beter gezegd,
een kwaden morgen: „*t roofe baaien hemd
van Piet weg Weer i a dat nou
■trakkles hing 't nog an die apgker déér in
de boeten 't molton-hemd en da
bruine kiel en het broekie van m'n jcönje
en mgn kousen.
„Ach du lleber Anguitgn, allea lat weg,"
had de goede ziel, indien ee Dnitach had
kunnen zingen, met het volste recht mogen
aanheffen, want 't kooitje (in casu de boet-
deur) stond open en het vogeltje waa
gevlogen.
Jantje de Graaf, vronw Ruig, keek niks lek
ker op dien algecsten lSden Februari, toer za
merkte dat al die kleeren weg waren. 'tWaa
dan ook min of meer eeue verlichting voor
haar, dst Piet thuis kwamtoen kon ze
haar hart eens uitstorten waar dat behoorde,
n.1. aan den boezem ven haren krachtlgen
echtvriend. Zóó'n Februaridag had ze nog
nooit beleefd.
Wie of er op dien Dinsdagmorgen lntusschen
zoo slim was geweest J», daar waren
Piet en echtgenoote recht nieuwsgierig naar
en 't werd dan ook „angeven" en waar
achtig, de dader werd gesnapt. De Medem-
blikker koopman Piet Herman bad 'm uit
de boet zien komen, welk gebouwtje vlak
aan den zeedijk staat.
Het was de 67-jarige Willem Wouter*,
vroeger talman, thans gedetineerd en
landlooper zonder vaste woonplaats en
gedomicilieerd te Amsterdam.
Hg ging met den buit ln een wit zakje op
weg naar Alkmaar. Daar aangekomen, wou
Wouters wel weer van den boel af ook en
verkocht den heelen witten sak vol aan Trgntje
van der Slnle, huisvrouw van A. de Vet,
wonende als koopvronw op het Raaksje te
Alkmaar.
Voor dezen dag waren na de taken afge
daan nn zocht de avonturier een onderkomen
voor den nacht.
Uitstekend gelnimd, slenterde do langvin-
gsrige ainjenr naar de Keetgraoht, tikte even
tegen het gewei van „Het Rood® Hert" [een
alaapstrê onder directie van den heer Schoen
maker], en het „tn saam van Oranje doe
open de poort" waa niet noodig heel ge
dienstig ging de denr open en weldra was
de vermoeide voetganger met verbanning van
elle aardacho zorgen onder dak, dat eveneans
herbergde een paar ridders van de naald, dis
als J »n Gerrit van Eist en J. B. Kamp, in
het Alkms&rsclre adresboek zgn te vinden.
Hoewel het na den arbeid goed rosten is,
was Wouters tooh bg nacht en ontg al weer
lang en breed op de been, om den inventaris
van de beide kleermakers een» op te maken
en ware hst al, dat hg aanvankelgk minach
tend de schoudert ophaalde, omdat hg niet
veel in de garderobe ven de twee snyders
vond, dat het meanemen waard was, toch
glinsterden zij ie scherpziende oogjea van een
heimelgk genoegen, toen hg, vergenoegd
grinnekende, nog 2 hemden, 1 onderbroek en
1 sportoverhemd vond, alles van prima kwa
liteit. Onmiddsliyk dsn^ boel bgeengepakt met
een voor znlka dingen aangeboren handigheid
ea voort in de grsawe morgenschemering 1
Loopsn Wimple, loopen 1
Wel wat tra ispireerende, kwam hg 'a Woens
dag* [14 Feb.j bg den logementhouder Hendrik
Harma te Beverwgk aan, maar gverig ala hg is,
ke;k hg al spoedig b{ een nltdrager, of die den
Alkmaarschen balt wilde overnemen. Dat ge
lakte eohter niet en toen werd Haring maar
koopman Met nltsonderiog van den onderbroek
kocht de hospes den heelen rommel voor 75
cents. Den 16en Februari vertrok de gast
weer, om elders zgne kwade praktgken te gaan
uitoefenen.
Maar het kruikje gaat te water zoolang tot
het breekt.... De rgksveldwacbter C. van
der Molen, onlange van Alkmaar naar
Noord-Scharwonde verplaatst, wint dn goede-
-en, herkomstig vau Limbertsohaag, bg vronw
De Vet in het Rrakijs op te sporea en in
beslag te namen, terwgl de helden
daden van den doortrapten dief spoedig in
het volle licht werden gesteld. Hg bekende
heden groote gks het hem ten laste gelegde.
ZEG. was over den beklaagde goed lnge-
llcut en releveerde, dat Wouters ettelijke
oogen blikjes ln de doos en in de rgkawerkinrich-
tlng had doorgebracht-
De O. v. J «telde dan ook aan de recht-
hebben onsook eigenlgk niet angBtig ge
maakt," voegde Lisa er lachend aan toe.
Uit takt zeide sj wg. niet gg.
Henrik zag er in 't geheel niet uit dat
het ruwe weer ham gehinderd had. inte
gendeel, alsof het hem wèl gedaan had, toen
hg eindelijk de kamer binnentrad. Evenals
zooeven Ruth, viel dat nu ook Lisa op,
hoe jong hg er uitzag. En boe diep
schitterden zgn oogen, evenals na een
groot, innerlijk geluksleven. God wist,
wat hg daar buiten bestreden en overwon
nen had,
Jesta ergerde «ich er over. dat hg er
zoo frisch ea opgewekt uitzag, dat was
als een uittarting van baar. Lisa aam
daarentegen de kracht, die er van hem
uitging, bsgeerig in haar ziel op.
„Ia geen geval kunt ge nu nog naar
huis gaan", zeide bg na de eerste begroe
ting „Ge moet vannacht bier blgven
Asn dit allematnnrlgkste had nog nie
mand gedacht. Ruth, die juist de ka
mer binnenkwam, wilde dadelgk wa%r
gaaB, om de logeerkamer iu te rich
ten,
Maar Lisa besliste op de meesl nadruk-
kelgk wgze anders.
„Mijn peisoneel verwacht mg beslist
thuis en wanneer ik niet kom, zullen ze
denken, dat mg iets is overkomen, dan
zullen ze er op uit gaan ea mg zoeken."
„Dan zoeken ze maar tevergeefs, dat is
beter, dan wanneer U een ongeluk over
kwam."
Maar zg bleef op haar stuk staan
„Ik ben uiet ba^g En wat zal er met
mg gebcurc Zoo erg is het immers niet".
Daar Henrik zag dat zg zich niet zou
latea bepraten, deed hg ook geen enkele