Amsiertoscie Brieyen. HENRIK GEHRTS. Mededeelingen Zondag 8 April 1006. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. Arrondissements Recht bank te Alkmaar. Sitapr Cöiuil. XXXVII. En na b«n lk weer In Amsterdam terug, en zit lk weer voor mijn «chrgftafel, mijn gewone schrijftafel. te ichrjjven. Ik heb weer mija eigen penhoader, mqa eigen Inktpot, mqa eigen papier; ea m9n eigen lamp bengelt wear boven mijn hoofd Ik drink weer mijn thee nlt mgn eigen kopje en mijn eigen hond ligt over den rand van rijn mand, ijjo mand, naar me te loeren, alaof hij «eggen wilBaai, baa», wat scheelt Je toch, dat je me lederen keer verlaat Denk-je, dat t «oo prettig Ia, uttbeateed en door vreemden over mijn kop geetreken te worden Doe alt Ik en bljjf thuis, daar hoor je. Et ala 't dier 100 denkt, dan heeft Ie fceljjk. Ik hoorde van de kellnera In „American, dat ie daar wel 'n keer of drie geweeat wta om naar me te eoeken. En al den vrlndon heeft Ie »8n nood weren klagen. M tar als ie zag dat lk er niet wa», dan ging Ie maar weer heen. Totdat ik elndeljjk weer In Amaterdam terug kwam en de kruier ons wel en wee bier ligt voor 'n groot deel in de handen van krater* en de kruier hem en zyn mand weer ging halen nlt sgo tgdelyk „home Toen Ie 'n paar keeten tegeu mg aangesprongen waa, la Ie me gaan zitten aankijken wel 'n half uur lang, en toen ie zag, dat 't onds liedje weer begon van achrQven en nog één* ichrgven, la Ie la slaap gevallen. Maar Ik ben weer thnl* en heb mgn taak weer opgevat, die taak, die nooit afkomt, die hoogatena eich wijzigen kan, die misschien ala 'n «troom In een andere bedding gelegd, maar die nooit kan tegengehouden worden Doch die ook, evenal» een bergstroom hoe noodfg ook voor 't leven een leven ten gronde kan richten, kan breken, *00, dat 't «Ich niet meer *on kannen ophtffm. De «trjjd tasschen ledigheid, arbeid en o?er- matigen arbeid 1* nog lang niet aitgeatreden. Het beeit van veel geld heeft met ledigheid maar weinig nlt te ataan, en de arme, die werkdrift in «Ich heeft, blijft 'n ijverig mensch, al won hij morgen dan hoofdprgs. En toohen* oordeel wijzigt «ich. Al la 't ook waar, dat 'n mensch soms hoerscht over de omatacdlgbtdtn, over 't geheel blijft hij den omstandigheden onderworpen, en wijzigen «ich zijn denkbeelden naar rijn ondervindingen. Niet naar de lessen, die hij van anderen ontving, niet naar raadgevingen, naar waarschuwingen, naar experimenten van anderen, maar naar eigen ervaringen. Onder vinding la en blijft de beate leermeesteres Wjj tasten in 't dalster, en weten niet* van den ultalag van onsen arbsld. Wat wij onder nemen, gaat op goed geluk, en wat met de beate bedoelingen begonnen wordt, lydt soma 't apoedlgat schipbreuk- Inspanning en toewijding hebben niet altijd succes in hun gevolg, terwijl het laisser aller menigeen, rij 't dan ook bg toeval, In rgkdom en eere bracht. En naar Oad Teetsmentlsche wgsheld Is ons heele leven een groot toeval. De sohrijver van het Botk de Prediker Hoofdstuk IX wist er geen anderen raad op, dan 'c leven maar «oo gemakkelijk mogelijk op te nemen„aet uw brood met vreugde, driDk uw wijn van goeder harte, kleed n netjes, zalf nw hoofd en geniet het leven met de vionw, die gij lief- hebt." En laat verder alles maar aan 't t o e- v a 1 over. „Want de overwinning in den loop, ls niet het deel der snellen, («oo staat het er in 't Hebreenwsch), noch de overwinning In den strijd het deel der helden, noch cok de spijs het deel der wijzen, noch de rijk dom het deel der verstandigen, noch de gonst het deel der kondigen, maar tjjd en toeval beschikken dit alles." Wij tjjn dus overgeleverd en hebben be halve on«e plichten en verplichtingen, niets in te brengen. Wij hebben te werken en af te wachten, en wie een hem toekomend loon verwacht, wordt teleurgesteld. Hoofdst. IX vervolgt: „Er was een kleine stad met wei nig menschen erin. En er kwam een groot koning, die de atad omaingelde en groote ■terkten tegen haar benwde. Eu in die atad woonde een arme, wijze man, die de stad ver loste door z{jn wijsheidmaar toen de atad verlost was, gedaoht niemand dien armen man." Zie, dat Is de geschiedenis van het leven, üat Is de gewone beaoldlgicg der toewijding Wie 't anders verwacht, maakt zich schol, dlg aan historische onjuistheden, en zon be. wijs geven met blinde oogen door 't leven te Bomt» van FRANS BOSEN. 82. o „Dan moest sjj dat liever tot mg «eg gen en niet u er lastig mede vallen," mopperde Rnth. Zg meende het angstig wiekgeelag harer ziel te hooren. Dus heelt zg gelgk ging Henrik hardnekkig voort. Buth zat als op gloeiende kolen, zg wist, dat er geen ontkomen aan was. „Ach vader meende zg, „het is immer* zeer natuurlgk, dat ik lgd wanneer gg lgdt. En dat «ie ik toch Hg had het zich kunnen denken, dat dit de reden was, en toch had een klank in haar stem hem buitengewoon getroffen. „Arm kind seide hg, „ik had mg jouw jeugd ook veel vroolgker gedacht „Laat dat toch, vader, ik mis werkelijk niets. Ik zou tot geen prgs van mgn leven willen genieten zooals de zusters terwgl gg hier gebrek lgdt." „Wat meent ge metgebrek lgden „Gebrek aan geluk!" fluisterde zg schuw. Zg zwegen beiden. Hendrik staarde voor zich heen en zg bokte naast hem als een gewonde vogel. „Ge moogt je zusters daar geen ver- wjjt van maken," begon hg, haar gedach- tengang volgend. rijn gegaan. Lat op den uitslag van eiken oo-log; de gelsuwe den en g»decodeerden «yn uit het vgandeiyk vuur gebleven, de hel den, die hun «iel veil bedden, zijn djod Er tooh... „*ü»heid beter den krscht", toewijding be'er dan wicetbejsg. Wie leven wil met zijn «lel, maakt 'n andere rekening den hg. die alteen leeft voor glorie en eer der wereld. letz voor 'r oog der menechen te doen, is voor hem 'n overweging van de laa'ate, of liever de laags'e orde Loon 'n kwestie rek*r niet var den «e-iten reng Het woord d»t Multa-oll Mrx H»vel**r He? «p-e ken tot de Iulardich? Hoofden, is khst'.ek gebleksn„De «lel des menschen groeit riet van loon, ™a3r van den ARBEID d I e h e 11 o o nVERDIENT. Het ontvangen mag ultbljjven, het verdie nen li hoofdzaak. Natuurlijk moet 'n mensch leven, moet n mensch brood en kleeren en ruit hebben. NatuurlgkMiar wees niet gdel genoeg., teveel ven dit alles te begeeren bet zou uw «lel groote schade kannen berokkenen. Wie nog niet neerviel onder den lest. die hem werd opgelegd, kan niet In wamrheld getut gen, dat zgn leet te «waar wta. Maar aan den anderen kant vu 't 'n farizeeër, die aan anderen te «ware lasten opbond, welke hij zelf mst den vinger zelfs niet aanraakte 't I« alweer 'n toeval, dat gTOOte tractementen 'n recht meebrengen van niet tegengesproken of geoorrlgeerd te worden. Mur 't Is 'o lam meling en 'u serviel individu, die daar reke ning mee houdt en den booze voet geeft. Wie arbeidt, heeft rechten, ook rechten van tegenspraak. Dit moet door iederesn, door elke party, die ona woratelend leven achlep, begrepen en gevoeld worden. En boven elke berekening, elke overweging, elke handeling, moet de verzekerdheid In ledera hart en geweten leven, van te hebben geaproken en gedaan cooala dit moeat; zooale dit niet andera kon, omdat t niet anders mocht. De arbeider arbelde, maar de werkgever die toch op zijn beurt ook weder arbeider ia oordsele een reoht- vaardig oordeel, legge geen werk op boven krachten, onthonde niet een rechtmatig loon. Ia 't zoo moeilijk, 'n goed mensch te wezen Te overwegen, te consldereeren. zich te stel len ln eens anders plaats Zijn de rijken rechtvaardig, als tij steeds meer van den arme elschen En is het oordeel der armen jnist, wanneer «g bg den rijke niets andeis dan weelde speuren, omdat hg veel geld heeft Zie, lk ruil met niemand, met n I e- mand. Ik ben zóó ovartulgd van 'n onver klaarbare geheimzinnige gelijkheid van Ieders lot, dat indien zich de hemel bakken zon, en de loten nogmaals schudden, en tot mij zeggen zonkies, misschien treft gij 'n ander lot! Ik dan mija niet terug zou nemen Want wat mijn vroegere rijkdom niet ver mocht, dat heeft tegenspoed tot stand ge bracht. Ik heb myzelven gevonden. Ik ben verlost van den leugen van vrleche vriend schap; ik weet nu, dst 'n uur arbeid meer waarde heeft dan 'n week feestvieren. Nu weet Ik, dat 't niet om de armen was, dat Christus tot den rgkenjongellcg seide:„Verkoop al nw goed en geef het den armen", maar dat 't waa om het welzijn van dien jongeling zelf. Want voorwaar,voorwaar Ik zeg n, 't is niet alleen moeilijk voor 'n rijke, om 't Godsrijk binnen te gaan, maar hg kan er nooit, nooit komen. Bij God zgn alle dingen mogelijkmaar d i t niet. Want al kan 'n rijke 'n goed mensch weren, eerlijk, arbeidzaam, rechtvaardig rein, deugdzaam, rijk aan liefde; de Waurheid nadert hem nooit. Zlchzelven leert hij nooit kennen, 't leven b'yft hem vreemd evenals leder, met wlen hg omgaat Eu hoe zou Iemand, die zlchzelven vreemd gebleven Is, ooit Laat ons donken, laat ons vorscben naar het levensraadsel, laat ons zoeken ln ons zelf naar geluk, taar vrede; gereed tot blgven, gereed ook om heen te gaan. Vaardig te winnen en te derven. Bereid in de eerste plaats tot arbeiden, zg 't ook zonder loon. Denk aan Multatuli's woord. Arbeid alleen kan ons met 't leven verzoenen, arbeid en roeping en edele strgd. Onder de vele lusoriptles, die 't Centraal station versieren, Is er een, die mg altgd In de gedachten komt „De wereld wordt beheerscht door zucht [naar vrede en orde, Maar als een bllxem elaat beweging er [door heen, Dan komt er vruchtbaaiheid, waar nieuwe [bloei uit worde; Geen heerlyk leven klemt nit rust [die rcest alleen." Hoort ge 't menschen! „Die roest alleen" Eu daarom moeien wg, waar 't leven ors ln den steek laat, waar 't toeval ocs parten speelt, voor ons eigen heerlijk leven zorgen door te wei ken, te arbeideD, te denken. Oose ziel ken daar niet battenen te veislgten desnoods, ziedaar versigten, met 'n sohok ondergaan als 't meet, zon niet zoo erg wezen ale te verroesten. Behalve over de Rembrandtfeesten, wordt „Dat doe ik ook niet, bepaald niet," weerde zg zich levendig. „Het ie voor haar natuur het beste, en ik weet dat het u verheugt en goed doet, dat het zoo ia." „Dan moet ge het ook begrypen, dat het mg verontrust, dat het bg jou anders is." Het werd haar te eng om het hart, «oo ging het niet langer, „Zoudt u mg dan liever kwgt zgn, va der vroeg ze met een poging tot schert sen. Maar de scherts mislukte en de glim lach verdween spoedig van haar treurig geaichtje. „Kind kind niet zenuwachtig worden," zeide hg en drukte haar vaster tegen «ich aan. „Ik beeld mg nu eenmaal in. dat wg bg elkaar hooren," riep zg uit, al h»»r best doende om haar tranen in te slikken. „Daar heb je ook volkomen gelgk in", zeide hg geroerd en manhaftig tegen deze ontroering strgdend. „Ik sou het niet gaarne anders hebben. Het zal cok wel wat heter worden. En kom nu dan garn we nog een uurtje samen lezen. Wg hebben onze lectuur al reeds zoo lang verwaarloosd." Terwgl zg het boek haalde, dacht hg na en besloot, haar voortaan zeer opmerkzaam gade te slaan. Ettelgke weken later, toen Lisa Behren weer eens bg Jesta was en baar wat trachtte op te beuren, brak er buiten een geduchte sneeuwstorm los. Den gaEechen dag had de lucht reeds grauw en donker op bosch en beemd neergekeken. Nu brak de bui met geweld los. Het werd nog vroeger donker d«n »n. er hier druk gesproken over de Nieuwe Beurs, die aooveel scbeu-en vertoont,- dat «potter* er beiacke'gke prenten v-~> maken, en iemand ln „de Telegraaf" Der Kinderen aanried om alch wat te haasten met zjja maurbeschllde- rlagen. Als hg er nog lang mee wacht, ligt de Beurs In puin. Er zchgnt veel geld te zgn in Holland, vooral In Amiterdam. We kijken hier op geen millioentjs. Wat hier tnetchen dn lm en vin ger weggigdt, daar zon 'n stad voor gekocht kunoen worden De Beur* echeurt, het Poe'kantoor te te klein, h-t Stadhui* allaa Prinsenhof word atcadt vergroot en gerestaureerd, m»ar wordt nooit goed Alle e dere onderafdee Hoger va i Gemeenteadministratie en pollt e- dienst koeten dulzecdea en dnizecden en over drie jaar bigkt 't, dst 't geld weggeimeten ie. dit men aan dit of datalet gedaoht heefe. Ea d»n gaat men 't praatje de wereld inatrooien, dat 't ook maar „voor tgdelijk" wa«. Mooi zoo! Na enfin, we betalen zooveel belasting dat 'c paar millioen meer voor stommiteiten er ook eigenlijk niet op aankomt. Zoolang we nog failliet kannen gaan, behoeven we niet te wanhopen. H- d. H. omtrent zgn verolgf i" Frankrgk door A D Gboxzhan. Opgemaakt voor en voorgelezen in de ver gadering van Oud-leerlingen der R. L W. S. te Schigen. o— V. Op de markten ia het ook al nat ala bg ona: het allerbeste wordt er niet gevonden, óf heel gauw verkocht. Maar ar big ven nog heel wat mooie, adellgke modellen over, al zgn ona de gangen niet steppend genoeg. De remontecommlseie gaat daar niet de markten en de boeren rond, maar achrgft van te voren data uit, waarop men haar paarden, beantwoordende aan die en die elschen, kaD presenteeren. Veel waarde wordt daarbg ook gehecht aan goede afstamming hoe meer bloed, hoe liever. Ze schgnt ln hare keuae echter riet soo heel kieskeurig te kannen wezen. Er wordt v»n f 460 tot f 900 beeteed. Voorts bezochten we nog verscheidene der meest bekende en beste fokkers, die dan meestal het harddraversbloed fokken en vaak een enorm kapitaal aan paaiden hebben, voor een groot deel echter om hunne zoel heid en afstamming zoo'n extra groote waarde vertegenwoordigende. Eén van die fokkers had in 't geheel 80 paarden, waaronder 80 veulen msrrlea. Over 't algemeen beachouwt men de paardenfokkery wel al* winstgevend. De rondveeteelt ia er ook een voorname tak van bestaan en Normandië heeft z'n eigen ras, n.1 roodbont, sterk gebouwd, maar meer vieesca- dan melktype en van de swaarte van ons goed Hollaiiaach vee De melkop- brengst staat er bg ten aohter, maar het vetgehalte schgnt te varieeren tasschen 8 5 sa 4 B Het vee is er buitengewoon sterk en ge zond tuberculose komt er zeker zoo gosd als niet voor. Men schryft dit toe aan de hardende ievenz- wgze; maar dat die ook alleen ln een derge- lijk klimaat kan toegepaat worden, spreekt wel vanzelf. 31echta een paar maanden worden de melkkoeien 's nachts onder dak gebracht, overdag loopen zo altgd in 't land en zelfs als het eens gebenrt dat er sneeuw ligt, moeten ze dan toch minstens een paar nar naar baltan, alleen omdat men de bui tenlucht soo heilzaam oordeelt. Koedekken schgcen er onbekendzelfs do stieren, die bet heele jaar door dag en nacht bulten blg ven, hebben toch nooit een dek op. De versche kalikoeien worden een paar dagen binnen gehouden en voor de rest niets geen bijton- dare zorgen, alleen dat die nogal langen tgd 8 maal daags gemolken worden. De stal, waarin do koeien 's nachts ver beven, is gelgkvloers, al of niet gemetseld, eetbakken langs de muren, waaroverlangs een ketting, waaraan de koelen, eik op haar eigen plaats, worden vastgezst. Vóór melk- tgd worden ze binnengehaald, terwgl dan hooi en wortelen worden gevoederd en 's morgens na het meiken worden ze losgelaten en moeten ze overdag zelf den kost weer op- eohatrelen op het altgd groeiende welland. Zoodoende komen ze beel wat goedkooper door den winter dan tg ons en behoeft er ook betrekkelgk lang niet zooveel hooi te worden geteeld. De koeien kalven er een heel jaar door en onze dlrectenr, die nogal naam en daardoor aftrek bad met fokmate riaal, hield alle kalveieD aan, zoowel stier- als kntkalveren, die later voor de fokkerg weer voor goede pigzen van de hand werden ge daan Eén jaar waren er op de boeideigeena verkocht 80 stieren (waaronder ook niet zelf gefokte) voor gezamenlgk 16000 franca. Hetgeen ons zeer frappeerde, was, dat de stieten 's zomeis maar ééca per dag water kregen en nu in da wintermaanden maar zoo'n paar maal in de week. Water zat er genoeg in het gras en in de wortelen,zelde men der*, De storm huilde door het woud, hg gierde om het huis en dreef de vlokken in wilde jacht in 't rond. Mansh ogte woei de sneeuw in de hoeken op elkaar en hoopte zich op tot halve torens en barricaden en wreef de epen en vrge plaatsen spiegel glad. Ruth had het vuur aangelegd en de luiken gesloten. Maar de storm spotte met dit verweer, floot door de naden, drukte tegen de vensters zóó, dat zg angstig zuchtten, en blies dooi den Bchoorsteen dat de vonken de kamer in vlogen. „Ach hemel wat een weer klaagde Jesta, die bg storm en duisternis nog prikkelbaarder en droever gestemd was dan anders. „Hoe moet ge cu thuis ko men „O dat aal wel gaan", stelde Lisa naar ge rust. „Het is buiten niet zoo erg, als het hier binnen wal lgkt." „Henrik is ook nog niet terug," ging Jesta op denzeifden klagenden toon voort. „De hemel mag weten, waar bij op dit oogenblik met dit ellendige weer rond zwalkt." In het swggen, dat op deze woorden volgde, hoorde men de huisdeur gaan en dadelgk daarop een stampen van iemand die zich de sneeuw van de voeten doet. „Dat zal hg wel zgn," meende Jesta zuchtend. Ruth stond op en ging kgken. Daar stond Henrik in het weifelende licht der lantaarn. Zgn lsrnge mantel was dik met sneeuw bedekt, die in kleverige brokken op den grond viel zoodra Henrik de eece of andere beweging maak'e Hg wierp zgn muts ai Zgn gelaat was fiisch rood gekleurd, .uit zgn oogen sprak en dat vele waterdrinker! was nergens goed voor Eu 't moet gazegd te gedgdan goed. Op een paar groots jaarmarkten zagen we eeclge honderden van dit ras bgeen en onze Irdrnk was, dat. indien voorzien van zwart bont haar, het Nortnandltche type wel in den ■m«ak sou vallen van een deel onzer fokker* in de riohtfng vleeach- en melkvorm. Op vallend groot was het asntal goede jonge stieren, wa»'ln veel handel scheen te «gn. Ouder de Fiansche melkraasen staat het Normandtache bovenaan. Hoewel melkmeten niet wordt uitgevoerd en melkondersoek op de nieuwe methoden voo* de meeaten een onbekende zaak Is, zoo praat toch tedere boer den ander na, dat de Normandtache koelen veel boter geven en als wg dan de goede eigenschappen van het Hollandache raa een* naar voren wilden achnlven en pkoto'a er van lieten sien, dan was het korte bescheid„veel melk, maar weinig boter Op de achool werd de melk 2 maal daags met de centrifuge ontroemd, de room van lederen keer aisonderigk bewaard in een aarden pot, die in een kelderruimte wordt geplaatat.waar gelegenheid beetaat om zomers door stroomend water af te koelen, 's Wiutera wordt er niets verwarmd en ook geen zuursel of dergelgk toegevoegd. Na ééu week wordt gekarnd Op temperatuur wordt daarbg heelem3*l niet gelet en toch waa de karn steeds op tgd klaar. De Nor- m ndlache kam is eau om da lengte-aa draai end vat met een p.-.ar alaglgateo er In, heel eenvoudig. Da beweegkracht ia meestal een rosmolen. Is da boter in fgne hagelkorrel- vorm, dan wordt de karnemelk afgetapt door een met een stop geeloten gat en wordt weer eenzelfde hoeveelheid water toegevoegd, de karn weer eenige keeien gedraaid, het water weer afgetapt en deze bewerking wordt 8 maai herhaald, waarna het afvloei ende water geheel helder ea alle karnemelk verwgdord ia- De karnemelk en de centrifuge onder melk worden aan kalveren en vaikens varvoeder d. Wanneer d»n de boter tot een klont ge karnd ia, wordt se in een groote mand ln een doek gewikkeld en klaar la ze voor de markt, die de boter ongezouten verlangt. En wg, die meenen dat onze Noord-Hollandache boter toch ook heel goed waa, moesten erkennen, dat wg de Normandlsche veel liever nog haddan. Zeer intereasant zgn daar de botermarkten, geheel andera Ingericht dan bg ona en nataur- lgk veel grooter aanvoeren, daar alleen boter en geen kaae gemaakt wordt. Veel boter wordt door de handelaaia geëxpedieerd naar de Londeusche markt. Ee i beroemd merk ia de boter van Isigny, maar er wordt thans door de har.delaa:* een massa boter onder dien naam verkocht, die IaigDy nooit gezien heeft. Groote exporthnizen verhandelen ontzaglgke hoeveelheden en ver senden door de geheale we eld, voor leder land bepaalde kwaliteit en verpakking. De bezichtiging van too'n ixporthal» is zeer interessant. Als vreemdelingen mochten wg ee:oa de toestemmiDg daartoe verkrggen. De varkensfokkerg wordt ook op nogal mime tobaal gedreven. Zoover lk me herin ner, wordt er bgna alleen gefokt met het Craonn&lsohe raa, een vleozig varken met zeer groote ooreu. Schapanf okkerg is meer bgzask en kan ook lang niet met de onze ooncurreeren. De schapsn zgn kleine, kortwoillge dieren, die eohter een zeer goed smt.kenl vleeach leve ren. Schspevleesob wordt er zeer veel gegeten en een lamsbout behoort tot de lekkerngen De meeste slagers verknopen dan ook wel schspevlseech en in den tgd ziet men reeds zeer jonge «a.'giamme.enbouten ala reclame voor de winkel* hangen. Waren over 't algemeen de boerdergsn vau zeer primitieve inrichting en erg ver waarloosd, één exploitatie hebben we bezocht, waar alle» model en kenrlg was ingericht. Er behoorden 2000 H A land bg Ws zagen er de nieuwste machines, een eigen tlmmer- wlnkel, bakkerij en smldae, terwgl een groote stoommachine den geheelen dag maar door werkte voor het in beweging brengen van allerhande machine». Hier werd ook voor trekkracht gebruik gemaakt van ossen, wat ln andere deelen van Frankrgk regel, maar hier uitzondering is. Het werk ermede gaat niet snel, maar 't ie verbazend, wat zoo'n zrespan ossen wegtrekt. De eigenaar is de heer Fonly, Paigsenaar en aacnemer van dan Pargschen osdergrond- schen spoorweg. De ontwikkeling van de Normandlsche boeren voor zoover wg die leerden koenen, staat over 't algemeen ten achter bg de onze. Z.ken, uit de wetenschap geboren en die hier reeda als algemeen bekend beschouwd worden, sebgoen daar vaak nog onbekend. Men bondt er ven goed eten en drinken 2 maala daagt warm eten met erg veel vleetch en daarbg a's drank deD „cidre" of appolwyn, die daar ln 't groot gefabriceerd wordt en waarvan jaarlyki op zoo'n boerderg ongeloof- Igke hoeveelheden opgedronken worden Maar het is dan ook d e drank Knechts en melden, ja ledereen, hetrq in 't land of bg hals werk zaam en bg de drie maaltgden, iedereen drinkt levenslast en jengdige overmoed. Hg zag er zoo jong uit zoo jong Buth staarde hem geheel verbaasd aan. „Is dit een weer," zeide hg vroolgk. „Dat doet een mensch nog eens goed het is een waar genot daarin rond te loo pen". „In de kamer lgkt dat er in 't geheel niet op," zeide Ruth, terwgl zg hem den zwaren mantel hielp uittrekken. „Je hadt moeten msegaan, dat vele zit ten in de kamer maakt het bloed dik en zwaar." „Mevrouw Vod Bahren is er," vertelde zg, in plaats van antwoord te geven, en zg keek hem daarbg ook niet aan, want ze hing den mantel aan den kapstok. Hg schrikte, maar antwoordde niets „Ik moet eerst een paar andere schoenen aantrekken ik kom dadelgk," riep hg Ruth toe, toen hg alreeds in de gang liep en eich met den zakdoek het voch tige gelaat afdroogde. Zg ging naar de kenken om thee voor hem te bestellen. Zg wist dat hg daar veel van hield als hg van buiten kwam. „Waarom komt hg nu niet?" klaagde Jesta intufschen ongeduldig. „Hg zal zich misschien moeten verklee- den", meende Lisa. In stilte ergerde zg zich en dacht, dat elke andere vrouw haar man tegemoet gesneld zou zgn op dit oogenbiik. Maar dat was hier nu eenmaal geen gebruik. „Zoo doet bg nu altgd", knorde Jesta voort. „Bij het ruwste weer loopt hg rond te dwalen, ec ik kan mg onderwgl me.ar angstig over hem maken." „Maar hg is een gezond man wat voor schade zou hem dat na doen en wjj den geheelen d*g door „cidre". Vonden wjj in den beginne den smaak vreemd, later ge wende dat gsnw en ten alotte dweepten we er mee, vooral met de snivere, onverdunde op flesschen, die echter alleen bg bgzondere gelegenheden werd aangeboden. Bovendien houdt de Normandlër ook veel van «terken drank en worden er groote hoe veelheden cognac verbruikt. Het alcohol- verbruik per hoofd ls er dan ook zeer hoog. Slot volgt Zitting van Dinsdag 3 April 1906. „Wat ia dat riep moeder Jantje, de wettige wederhelft van Piet Ruig van Lam- bertachaag op een goeden, of beter gezegd, een kwaden morgen: „*t roofe baaien hemd van Piet weg Weer i a dat nou ■trakkles hing 't nog an die apgker déér in de boeten 't molton-hemd en da bruine kiel en het broekie van m'n jcönje en mgn kousen. „Ach du lleber Anguitgn, allea lat weg," had de goede ziel, indien ee Dnitach had kunnen zingen, met het volste recht mogen aanheffen, want 't kooitje (in casu de boet- deur) stond open en het vogeltje waa gevlogen. Jantje de Graaf, vronw Ruig, keek niks lek ker op dien algecsten lSden Februari, toer za merkte dat al die kleeren weg waren. 'tWaa dan ook min of meer eeue verlichting voor haar, dst Piet thuis kwamtoen kon ze haar hart eens uitstorten waar dat behoorde, n.1. aan den boezem ven haren krachtlgen echtvriend. Zóó'n Februaridag had ze nog nooit beleefd. Wie of er op dien Dinsdagmorgen lntusschen zoo slim was geweest J», daar waren Piet en echtgenoote recht nieuwsgierig naar en 't werd dan ook „angeven" en waar achtig, de dader werd gesnapt. De Medem- blikker koopman Piet Herman bad 'm uit de boet zien komen, welk gebouwtje vlak aan den zeedijk staat. Het was de 67-jarige Willem Wouter*, vroeger talman, thans gedetineerd en landlooper zonder vaste woonplaats en gedomicilieerd te Amsterdam. Hg ging met den buit ln een wit zakje op weg naar Alkmaar. Daar aangekomen, wou Wouters wel weer van den boel af ook en verkocht den heelen witten sak vol aan Trgntje van der Slnle, huisvrouw van A. de Vet, wonende als koopvronw op het Raaksje te Alkmaar. Voor dezen dag waren na de taken afge daan nn zocht de avonturier een onderkomen voor den nacht. Uitstekend gelnimd, slenterde do langvin- gsrige ainjenr naar de Keetgraoht, tikte even tegen het gewei van „Het Rood® Hert" [een alaapstrê onder directie van den heer Schoen maker], en het „tn saam van Oranje doe open de poort" waa niet noodig heel ge dienstig ging de denr open en weldra was de vermoeide voetganger met verbanning van elle aardacho zorgen onder dak, dat eveneans herbergde een paar ridders van de naald, dis als J »n Gerrit van Eist en J. B. Kamp, in het Alkms&rsclre adresboek zgn te vinden. Hoewel het na den arbeid goed rosten is, was Wouters tooh bg nacht en ontg al weer lang en breed op de been, om den inventaris van de beide kleermakers een» op te maken en ware hst al, dat hg aanvankelgk minach tend de schoudert ophaalde, omdat hg niet veel in de garderobe ven de twee snyders vond, dat het meanemen waard was, toch glinsterden zij ie scherpziende oogjea van een heimelgk genoegen, toen hg, vergenoegd grinnekende, nog 2 hemden, 1 onderbroek en 1 sportoverhemd vond, alles van prima kwa liteit. Onmiddsliyk dsn^ boel bgeengepakt met een voor znlka dingen aangeboren handigheid ea voort in de grsawe morgenschemering 1 Loopsn Wimple, loopen 1 Wel wat tra ispireerende, kwam hg 'a Woens dag* [14 Feb.j bg den logementhouder Hendrik Harma te Beverwgk aan, maar gverig ala hg is, ke;k hg al spoedig b{ een nltdrager, of die den Alkmaarschen balt wilde overnemen. Dat ge lakte eohter niet en toen werd Haring maar koopman Met nltsonderiog van den onderbroek kocht de hospes den heelen rommel voor 75 cents. Den 16en Februari vertrok de gast weer, om elders zgne kwade praktgken te gaan uitoefenen. Maar het kruikje gaat te water zoolang tot het breekt.... De rgksveldwacbter C. van der Molen, onlange van Alkmaar naar Noord-Scharwonde verplaatst, wint dn goede- -en, herkomstig vau Limbertsohaag, bg vronw De Vet in het Rrakijs op te sporea en in beslag te namen, terwgl de helden daden van den doortrapten dief spoedig in het volle licht werden gesteld. Hg bekende heden groote gks het hem ten laste gelegde. ZEG. was over den beklaagde goed lnge- llcut en releveerde, dat Wouters ettelijke oogen blikjes ln de doos en in de rgkawerkinrich- tlng had doorgebracht- De O. v. J «telde dan ook aan de recht- hebben onsook eigenlgk niet angBtig ge maakt," voegde Lisa er lachend aan toe. Uit takt zeide sj wg. niet gg. Henrik zag er in 't geheel niet uit dat het ruwe weer ham gehinderd had. inte gendeel, alsof het hem wèl gedaan had, toen hg eindelijk de kamer binnentrad. Evenals zooeven Ruth, viel dat nu ook Lisa op, hoe jong hg er uitzag. En boe diep schitterden zgn oogen, evenals na een groot, innerlijk geluksleven. God wist, wat hg daar buiten bestreden en overwon nen had, Jesta ergerde «ich er over. dat hg er zoo frisch ea opgewekt uitzag, dat was als een uittarting van baar. Lisa aam daarentegen de kracht, die er van hem uitging, bsgeerig in haar ziel op. „Ia geen geval kunt ge nu nog naar huis gaan", zeide bg na de eerste begroe ting „Ge moet vannacht bier blgven Asn dit allematnnrlgkste had nog nie mand gedacht. Ruth, die juist de ka mer binnenkwam, wilde dadelgk wa%r gaaB, om de logeerkamer iu te rich ten, Maar Lisa besliste op de meesl nadruk- kelgk wgze anders. „Mijn peisoneel verwacht mg beslist thuis en wanneer ik niet kom, zullen ze denken, dat mg iets is overkomen, dan zullen ze er op uit gaan ea mg zoeken." „Dan zoeken ze maar tevergeefs, dat is beter, dan wanneer U een ongeluk over kwam." Maar zg bleef op haar stuk staan „Ik ben uiet ba^g En wat zal er met mg gebcurc Zoo erg is het immers niet". Daar Henrik zag dat zg zich niet zou latea bepraten, deed hg ook geen enkele

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1906 | | pagina 5