Aistertoscle Brieven.
HENRIK GEHRTS.
Mededeelingen
Zondag 15 April '06.
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
Mair Courant
omtrent zjjn verblijf in Frankrijk
door A. D. Gboxsman.
Opgemaakt voor en voorgelezen in de ver
gadering van Oad-leerlingen der
E. L. W. S. te Schagen.
o
SLOT.
Ter afwisssling maakten we wel eens een
enkelen keer een altetapje en zoo bezochten
we In 't begin van de maand Maart 't schil
derachtig mooie en lieve eiland Jersey, bezit
ting der Ecgelschen, waarvan beter dan ook
wemelt, maar toch spreekt bjjna ledereen er ook
Fransen en worden er vele hotels gehouden
door Franacben, die vroeger bet eiland zelf
bezaten ea het na 's zomers nog diak be-
soeken.
Hot heeft een heerlijk zacht k'lmaat en
een zeer rijken bodem, waorop heel veel
vroege aardappelen worden verbouwd, terwyl
ftjnooaw en bloembollenteelt er ook nogal
heel wat worden toegepast. Het bekende,
lieve Jersey-koetje treft men bier tn haar eigen
moederlana aan. In groote koppels herinner
lk me niet ze gezien te hebben, vaak één,
twee of meer aan kettingen en zeker toebe-
hoorende aan keuterboertjes of aan boeren,
waar da veehouder^ geheel bijzaak Is.
Het eiland biedt voorts met z'n bergland
en steile, grillige rotskusten met haar vele
grotten verbazend veel natuurschoon, zoodat
men er best drie dagen kan doorbrengen zon
der zich een oogenbllk te vervelen. Het
leven in 't hoofdstadje St. Hé Ier is geheel
een vastelacdsleven. Opmerkelijk wat ook
voor ons, die de Normandisohe onzindelijkheid
na zoo gewend waren, de groote zindelijkheid
en keurige orde. Ook de soldaten maakten
een kranlgen lndrnk.
Op de terugreis bezochten we nog een ge
deelte van Ëretagne, den beroemden M o n t
8 t. Micbelen een paar steden In 't zuiden
van Normandlë en keerden half Maart hoogst
voldaan terug naar Colgiy, dat we den 20sten
Maart voor goed giDgen verlaten, waarbij we
veracheidenen een „tot weldra" toeriepen,
omdat we elkaar weer zonden ontmoeten op
de groote jaarlijksche nationale landbouw- en
veetentoonstelling, die van 20—27 Maart te
Parys werd gehouden.
Vrijdag den 24tten bezochten we die ten
toonstelling voor 'c eerst en daarna zijn we
er nog 8 dagen geweest. Deze tentoonstel
Ung, die grootendeels In het machtig groote,
overdekte gebonw de „Galerie des Machines"
achter den E'ffeltoren gehouden wordt, naar
waarde geheel te beschrijven, is mij niet
mogeiyk en zon ook te lang duren. De
cstaiogus ervan is een heel boekdeel. Alles
wat tot den landbonw en de veeteelt in den
meest nltgebreiden zin van 't woord gerekend
zou kannen worden, trof men er aan, en
behalve dat nog massa's andere tectoonatel-
lingsaicstallingen.
De nummers voor rnndvee waren legio en
verdeeld over verscheidene klassen, o.a. 1ste
afdeellngvetvee met hare talrijke klassen
als a. jqpge ossen zonder onderscheid van ras.
b. ossen naar rasten Ingedeeld, c- vrouwelijke
8 jarige en oudere dieren, verdeeld in 2 cate
gorieën. d. verzameling ossen, minstens 4 stuks
van éénzelfde raa en toebehoorende aan één
eigenaar.
2e Afdeellng fokvee met 23 categorieën
vcor de vertohlllende rassen, waarbij dan vaak
meerdere minder belangrijke rassen onder
één categorie waren samengevat. Elk dier
dong bier afzonderlijk naar de in zijne
categorie te behalen prijzen.
8s Afdeellngkoppels melkkoeien, naar de
taille in tweeën verdeeld en open voor alle
rassen, mits toebehoorende evensls in de
voorgaande nnmmers van het programma,
aan Franschen. Totaal voor de rnnderen 1161
Ingeschreven nnmmers.
Alt vleeschras staat bovenaan het Charolais
of Nivernalsche, een prachtig vleeachtype
van zeldzame gelijkvormigheid, liohtgrye
van klenr, sterk, breed en diep gebouwd met
mooi geronde billen. Het levert naar men
■egt, het bette vleetch van alle ratten.
Een oe van dat soort, bijna 6 jaar oud, woog
1360 K.G. en werd aan een verlotingscom-
mtssle verkocht voor 4100 trance, das inim
2000 galden.' Op het „feest van den vetten
os" wordt dan zoo'n dier de straten van
Parijs doorgereden.
De eerste prijzen In de sfdeallngen vetvee
werden meest alle behaald door dit ras,
dst de zoo beroemde Dnrbame nog overtreft.
Hierop volgt wellicht het Limousine ras,
Roman
van
FRANS ROSEN.
84. o
„Hoe ia het gegaan vroeg Euth en
keek schuw naar haar vader.
„Heel goed. Wjj zjjn eenmaal omgeval
len aan den grooten hollen weg, dat
weet ge wel. Maar het heeft ons weinig
gedeerd."
„Het was toch maar goed, dat u is
meegegaan," meende Ruth.
„Ja natuurlijk."
Zjj gaf hem thee. Hjj dronk den warmen
drank met graagte en haalde in lange
teugen het kopje leeg.
„Je bent een goed kind, Ruth, kom wat
dichter bjj."
Zjj deed het. Hg keek baar teeder aan en
streek liefkoosend met de hand over heur
haar.
Plotseling sloeg Ruth haar beide armen
om zgn hals en barstte in een wild snik
ken los.
„Maar kind, wat is d&t eensklaps?" riep
hg verschrikt.
„Ik ben soo angstig geweest riep
zjj nauwelijks verstaanbaar uit.
„Maar dat is toch geen reden, om zoo
-enuwachtig te zgn. En waarover heb je
„o dan zoo angstig gemaakt Je doet, of
k naar den een of anderen veldslag ben ge-
sea zasr gosd vlaesch- oa traktype, terwyl
daarop nog weer verscheidene i-ndere. soms
zeer Teemde rassen volgen, die soms aan
bet btffd'ype doen der ken, voor ops van
geen belang fijn, maar toch zser Interessant
om eens mee kennis te meken.
In de afdeeiirg „verzameling melkkoeien"
werd de eerste prijs van de groote taille ge
wonnen door 4 ex "tripleren van het Viaamsche
ras. prachtig donkerroods, best gebouwde
melkkoeien met mooie uiers. Dit ra* is door
kruising met het Hollandscfce verkregen
de 2e prijs werd door 4 stuks van hetzelfde
ras behaald en de 8s ea 4s respectievelijk
door het Fribourgeoise - en bet Noimsndliche
ras.
Voor de kleine taille werden de le en 3e prijs
gewonnen door het Bretonsche, de 2e door
het Jertfy-rss.
Het Hollandsche ras, dst In de omstreken
vsn Pa-ij» veel voorkomt, waar men er met
't oog op de dure melk goede zeken mee
maakt, was bepaaldelijk door één eigenaar
waardig vertegenwoordigd. Met zijn Inzendin
gen had hjj ook op Hollandsche tentoonstel
liegen met succes konoen concurreren. In de
afdeellng „verzameling melkkoeien" dong bij
thans niet mee; vorige jaren had het Holland
sche ras ook hierin vaak de overwinning
behaald en de melkboeren bg Parje hebben
geen rae liever dan 't Hollandsche.
Het Bretonsche ras is precies bet Hol
landsche in mlniatunr; de mast is van 90
tot 1.10 M. Veracbe kalfkoeien kunnen van
12 tot 13 liter melk psr dag geven. Zjo ooit
bg koelen, 1» het woord „pittig" in s'n
Hollandsche beteekenls hier op zyn plaats.
De Jerisy's zyn heel wat zwaarder dan de
vorige. Za geven in den gorden tgd 13 4 16 L.
melk per dag, zooals bekend van zeer hoog
vstgchalte, waarom het zeer ln trek Is "n
voor de beste rxrmplsren van 400 tot 600
francs wordt betaald.
Voorts trof men er allerlei schapen-, geiten
en varkensrassen aan, waarvan ook zeer
veel Inzendingen waren. Met d* schapee kan
Frankrijk echter niet tegen Eugeland con-
carreeren Hoewel er verscheidene Eugelsche
rassen giëxposeerd waren, zochten wg er
tevergeefs de Llncolns-
Enorm waren verder de Inzendingen levend
en gaslaoht gevogelte, landbouw znivel- en
tninbonwprodaotec, machines en gereedschap
pen, meer cf minder tot den landbouw in
betrekking staande.
De inrichting van de tentoonstelling was
voorbeeldig, daardoor alles gemakkelyk te
vinden en, daar za onder een met een glazen
kap overdekt gebouw gehouden wordt, onaf-
hankelqk van het weer. Er heerschte een
bgzonder opgewekte, gezelliga geest onder
de duizenden bezoeken en we kunnen daarom
ledereen, die in de gelegenheid is, ten
sterkste aanraden, deze jtarlyks terng-
keerende, buitengewoon interessante
tentoonstelling te gaan bezoeken.
We bloven ln 'c geheel 10 dagen in Pargs,
waar we ln bet Groote Paleil van de Champi-
Elysée» nog een prachtig conoonrs-hipp'qus
bijwoonden en het feest van den „half-vaaten"
meemaakten. Meer menschen dan we
toen bg elkaar zagen, zullen we wel
nooit meer te zien kragen. De anders van
auto's rijtuigen-, tram- en personenverkeer
zoo drukke boulevards waren voor de passage
geheel gestremd en de menschen stonden er
overal als haring ln een ton, in afwachting
van den straks voorbykomenden feestelyken
optocht. Tot laat ln den avond dnurde de
pret voort en na iflxrp lagen de straten
bezaaid met oonfetti, waarvan ongelooflijke
hoeveelheden versmeten worden.
Na 10 dagen van groot genot op velerlei
gebied, wuarvan de beschaving my In dit
grootendeels z a k e 1 g k e verslag te nitge
breid zou doen worden, keerden we den
Sisten Maart weer naar 't vaderland terug,
meenemende massa's ervaringen en allerlei
herinneringen en met de grootste voldoening
terugziende op ons 8 maandelyksch verblyf,
In welken tgd we meer ondervinding
hadden opgedaan dan thnls in hetzelfde aan
tal jaren.
Ik kan dan ook niet nalaten, alvorens te
eindigen, een ieder, die in de gelegenheid iz,
krachtig op te wekken, van een derge
lijke reis te profiteeren.
xxx vin C*#)
Laat mg n dezen brief 'n week vroeger
staren, dan ge verwacht'n Paaschbrief. Al
zoudt ge zoo onchrlsteigk wezen als keizer
Julianus, die van het Christendom niets en
van Christus nog minder weten wilde, dan
zoudt ge, na door Amsterdam wandelend,
tooh wel gedwongen worden 'n oogenbllk
nw aandacht te bepalen by de groote gebeur
tenis, die In het jaar twee-, drie-, vier- of
vyf en-dertig van onze jaartelling Id en bg
Jeruzalem heeft plaats gehad en waarin
Chriatuz de hoofdpersoon was. Bg Buil) in
de Kalverstrsat dezelfde sxposltie van prach
tige gravures, zooals we dat elk jaar gewend
weest 1"
Zg snikte steeds luider. Ea daar tue-
schen stamelde ze „Ach vader, het was niet
om dat weer van hedenavond ik draag
het reeds zoo lang bg mg rond en nu,
terwgl ik op u wachtte, heb ik zooveel
domme gedachten mg in het hoofd ge
haald en daardoor ben ik ia de war
geraakt."
„Wat voorgedachten heb je je dan in je
hoofd gebaald vroeg hg met klimmende
onrust.
„Over u en over alles ach vader,
lieve, goede, vader, wees toch niet
boos".
„Maar waar ter wereld moet ik boos om
zjjn
Omdat ik het weet," fluisterde
zjj nauweljjks hoorbaar.
Een oogenblik was het alsof hjj als door
een bliksemstraal getroffen zou neerstorten.
Hjj was niet in staat zich te bewegen. En
dan met een heftige beweging greep hjj
zjjn dochter aan beide schouders, richtte
haar omhoog en keek baar met donkere,
dreigend fonkelende oogen in het ver
schrikte gelaat.
„Wat meent ge vroeg hjj moeilgk.
Hare lippen bewogen zich. Toen zag zjj
hem san—zag zjjn dreigenden,wiiden blik
„Ik kan het niet zeggen," steunde ze en
drukte haar kopje weer tegen hem aan.
Zwaar liet hjj de armen zakken.
„Zinspelingen maken en ze dan niet
kunnen verklaren, dat is lal," zeide hjj
zonder erbarmen.
Zjj kromp in elkaar. Zwaar als lood
leunde zjj tegen hem aan.
„Dus: wat weet ge?" vroeg hjj nog-
zyn Alk betrekking hebbend op Je laatste
degen van Jezus' leven. Cnrls'ui met Zgn
jongeren voor 't laatst aan den Paaschdlacn,
brood brekend, wijn ple^irer-d. en dit eenvou
dig ceremonieel verhiffjnd tot 'n eeuwige
herinnering voor allen, die z!ch naar Zjcen
naam zenden noemen en ln Zijn spoor zonden
willen gaan. Christna in den bof van
Getohmacé, verlaten van allen, alleen met
Zgn smart. Christus gegrepen, sangewtzsn
door Judas. Christus voor Pilatus, naar de
beroemde schilderg van MuccakiyChristus
op Golgotha, waar eindejyk het aacdoenlyk
Tete'enal: Het Is volbracht I naar lnfd der
overlevering, Hem van de stervende lippen
klonk.
Als in een statie, zooals men die in de
Roomschs kerken kan zien en medemaken,
ging Ik verder de Kzlverstraat ln, naar den
wlckel van Koch bg het Spnl. Andermaal
die aacdoenigke tsfereelen uit dat korte, veel
bewogen, veelbeteekenende leven. Andermaal
die krnlstocht. Christus by Herodes, de pur
peren mantel, de doornenkroon, het „Ecce
Homo", waar reeds het ïgden dezen „Man
van 8marten" 'n «roddelgke glorie ver
leent. En daar, bg Eoch, tosscben al die
ontroerende voorstellingen in, een tooneeltje
alt Jezas' jongste kindsheid. Ik bedoel „de
Madonna van Kanlbach Christus, sis zui
geling nog, neergelegd op 'n schaafbank,
het mooie krollende kindei kopje op'n kassen,
het lyfje met 'n dekenijs overdekt. Het
rechterhandje rnst tegen de borst en de
linkerhand wordt vastgehouden door Zyn
moeder en asn haar lippen gedrnkt. Een
jonge vrouw met angst en schrik in de
oogen, buigt zich over het kind en 'n traan,
een enkele traan, vloeit over haar
waog. En daaronder de woorden„Celne
Seeie aber wlrd ein Scbwert dorchdringen"
„Een zwaard zal door nw ziele gaan."
Dit laatste had ik motten zien bg den aan
vang van myn rondgangdan was er opvol
ging in myn aandoeningen geweesthad ik
echter reeds gezien, toosls Ik 't eiken dag
zie op mgn kamer, omdat 'n jaar of drie
geleden ik, in BerlQo rondloopend, do verzoe
king niet kon weerstaan en een sxtrs post alt
trok voor dezs ontroerends voorttelling.
Maar nu Ik 't daar Z9g langs de straat, ln 'n
andere omgeving dan by mg, In 'n andere
lgst, na ik daar vrouwen elkander voor dat
winkelraam zag verdringen, om dit wonder
van schilder - en graveerkunst ia ziob op te
nemen, nn trof 't mg opnieaw met 'n won
dere aandoening, 't li de oude geschiedenis,
die bg elke geboorte weer opnieaw aanvangt:
moederliefde,
„Een lang gebed, van 't kraombd tot den
dood."
Een goed geslaagde symbolische voorstel
ling van wat er in 'n moeder omgaat, als
zg gaat nadenken over al de moeiten en ge
varen, waaraan ook haar kind etraks In het
moeitevolle leven zal blootstaan.
Mochten deze brieven alleea een cateche
tisch of exegetisch —(verklarend, uitlegkun
dig)karakter dragen, ik zou kolommen
kunnen vallen over de mensebkandige en
godidiecetige waarde van al de verhalen, die
over Jezus zgn opgeschreven en In omloop
zijn. Geschiedkandigo waarde hebben ze niet.
Wat er van Hem geschreven is uit Zgu jeugd
cn uit den eersten tyd van Zyu optreden,
hebben eerbied en vrome aanhankelijkheid
den schrijvers in de pen gegeven. Van den
hlstorlschen Jezus weten wy maar bitter
weinig; niets meer dan Zjn komen en ver
toeven in Jerazalemcn Zyn daarop gevolgden
dood. Maar die korte tgd was dan ook zoo
vol van menschelyke grootheid, van bgna
goddelyke kracht, dat elke eeuw zich ultpnt-
re, om eenlgazins den lndrnk weer te" geven,
dien de fl;nnr van Christus op haar maakte.
Dit beeld slaat de eenweu met ontzetting, en
de vroomste vrome en ds heldhaftigste held
gaat in schaduwen schuil, wear Hg versebgut.
Men heeft Socrates nevens Hem willen stel
len, en zonder tegenspraak li deze eeu der
merkwaardigste helden op 't gebied der mo
raliteit en beschaving maar het „Uw wil
geschiede" van Christus maakt 'n einde aan
elke vergelyklng. Dit is niet de morrende on
derwerping, de ziellooze berusting; dit
is de victorie roep, de overwinoingskreet van
den held, wien niemand het leven kon ont
nemen, maar die zichzelf het leven iflsgde,
omdat Zyn taak volbracht was
Het wat 'n kort procss geweest. Wetende,
dat Hg den vyand op eigen terrein in de
oogen moest zien, had hg de reis naar 't
kerkelyk Jeruzalem aanvaard. Daar wist
men niet, dat lammeren op bergen konden
ronddwalen, verloren en zonder herder, zooalt
men dat ln Galilea wistdaar, in dat steen
achtig Jernialem, wist men niet van vogelen
en bloemen, van leliën, die heerlyker waren
dan Salomo ln al zyn grootheid; daar wist
men niet van 'n kostbaren parel, waarvoor
'n mensch zon geven al wat hg bezat. Daar
kende men den Samaritaan alleen als 'n
ketterschen vyacd van het altverkoren volk,
ea moest de parabel van den Samaritaan,
die den Jood liefde beweer wel 'n vreemden
lndrnk maken. Daar, in Jerazalem, had
men de Wet, waarvan geen tlt'el of jota
mocht worden verzaaktdaar hield men zich
„Dat u mevrouw Von Bsbren
lief hebt."
Ea Jan bleef het stil doodstil.
Vlak bjj zyn hart had zjj hem dit toe
gefluisterd. En in dat hart zaten ze nu,
deze sidderende, doodsbange wooiden, en
lieten zich daar hooren zoo, dat hg bjjna
zjjne bezinning verloor van smart
Buiten huilde de storm en rukte
aan deuren en vensters, en de klok
op den schoorsteen tikte.
Eindeljjk was Henrik zjjn ontroering
weer meester.
„En daarom omdat gjj dat weet
zou ik boos op je zjjn, arm kind vroeg
hjj met gebroken stem en legde zjjn hand
op haar hoofd.
„Niet, omdat ik het weet, maar om
dat ik het zèg snikte ze, zonder haar
hoofd te durven opheffen,
„Doe met mjj wat u wilt straf
mjj jaag mg weg sla mjj ik
had het ook niet willen zeggen, maar
van avond
„Wat hebt ge dan toch steeds met dat
„vanavond"
„Toen Lk u samen wegr jjden zag fluis
terde ze, „zoo heel alleen, in kef donker
het groote gevaar tegemoet toen dacht
ik dacht ik
Henrik was die pjjniging moede. „Toen
dacht ge dat het oogenblik gekomen was,
waarop je vader zou vergeten, dat hjj je
vader was?"
Zjj knikte. „Ach, wees niet boos, wees
niet boos."
„Stel je maar gerust, mgn kind. Wordt
nu eerst wat kalmer, dan kunnen we ver
der praten."
Zgn hand, die nog steeds zwaar en
krampachtig vast aan alk vomacfuift, «pys*
wetten, reiniging*wetten, sabbath* wetten
voorschriften en ceremonieel, die 't hoofd
vol bezorgdheid maakten over 'n enkel
ritueel verzuim, maar 't hart kond lieten en
voor vroomheid geen plaata. Daar heetten
de heidenen „honden". Ia 't wonder, dat
'n Gallieeër zich daar ergeren zou De groote
hslrwegen van Azië naar zee liepen over
Galilea, ec. minder vreesachtig voor onreine
aanraking dan in het Zuldeo, had er nit-
wiaaeling van gedachten en verbroedering
plaata tunchen de verschillende vo ken. Ia
Galilea kon waardeering zgn voor anders
denkenden, ln Jeruzalem niet. Daar had
men aich opgesloten in den kerker van eigen
dogmatiek; daar werd elke afwyklng van
het voorschrift met vijandige oogen beloerd
daar wlat men geen andere weerlegging dan
het verschimmelde: „Daar staat ge
schreven." Daar had de letter den dood
bewerkt, en den geest, die levend maakt,
verbannen. Daar waren de Profeten gedood
en gezteenfgd, daar zon Chriatna gekruisigd
worden. Daar 1 Christus gekruisigd, zoo
als Hg dat weer telkeus gedaan wordt, waar
men meent Gods Heiligen Geest in letter*
te kannen vastleggenwaar de Christenen
'n clubje vormen van gereglementeerde
Christelgkheld en dogmatiek; waar men n
ala 'n ketter behandelt, ala ge geen geloof
hecht aan wonderen, ook al worden die n
zoo plat mogelyk en zoo materieel mogelyk
opgedrongen. Op te klimmen tot den dich-
teriyken geest van den schrgver dier wonder-
vethalen la dien geloovsre niet mogelyk
minder nog, duizendmaal minder nog, op te
klimmen tot den verheven geeet van ChrUtns
zelf. Laat hen ophonden te verdoemen en
te verketteren, en ophonden zichzelven ala
uitverkorenen te beschouwen en *g snllen
de beslissende schrede gedaan hebben, die
naar de Waarheid en het Evangelie leidt.
Erkenning van elk eerigk streven le de eisch
van Christna. En daarom leest 'n msneoh,
die de Evangeliën zoo vaak las, dat hg ze
in zgn ziel met zich draagt, met dezelfde
waardeering „Adam Bsde" al* „Faust",
Longfellow en Dickens met dezelfde ont
roering als Gnido Gezelle.
„Klaar bloed en lonter wonden,
daar hangt Dn, aan den bont,
gestrafd voor mgns zonden,
gegalgd om mgae schond: (schuld)
om Dg soo wille lk leven,
om Dy zoo wille ik lleën, (lgden)
die 't lyf my hebs gegeven
en 't sterven niet ontzien 1
G. G.
Wg vragen niet, ln hoeverre Gnido Gezelli)
denken van het onze verschilt, wg
voelen alleen dat tgne vroomheid In onze
ziel weerklank vindt, eu dat hg wil leven om
Christus' wil en wil lgden om Christus' wil.
De rest van zijn overtuigingen ligt balten
onze beschouwing; al wilde hy gelooven,dat
God vier eenlg of vgf eenig was; al wilde hy
gelooven, dat niet alleea het krais van Chris
tus, maar ook de stal waarin Hg geboren
Is, heilig was, ons is hg er niet minder dier
baar om, een strydor voor die vroomheid, die
harten zalig maakt en den hemel doet vinden.
Maar na dien Vrydag met zgn wcnderigkec
naam van „Goeden Vrgdag", waarop
men Jezus tor dood bracht en laat in den
avond begroef, is een Paaschmorgen gekomen
Moet ik u het eenweoonde verhaal nog eens
verhalen? Van die vrouwen, die specergen
gekocht hadden, om Zjn lichaam te zalven
Van dien engel, die den steen van het graf
wentelde? Van zija antwoord aan de vrouwen,
dat haar Heer was opgestaan
Wie ééns goed naar dit verhaal luisterde,
of het met aandacht las, weet het voor zyn
heele leven.
Praat mg niet van tegenatrgilgheden ln
al die verhalen, dat Mittheus en Marcus
spreken van één engel, die de wacht hield
bg Jezns' graf, en Locos en Johannes van
twee mannen in blinkende kleeren.
Wat doet dit alles af aan de groote waar
heid, dat Jezus' geest, de geest van Christus,
niet begraven kon worden, nooit begraven
geweest is, niet gestorven zelfs, maar eenwlg
geleefd heeft, leeft en leven tal in dc harten
van die allen, die door de Waarheid vrij
werden en nog vrg gemaakt zullen worden 1
De dichtende legende heeft er verhalen van
gemaakt, dis voor onbesnedenen van hart en
ooren totaal onverstaanbaar zyn. Zij had
evengoed kunnen spreken van Chrlstns, die
leefde vóór Jezus nog geboren was, zooals de
Evangelist Johannes dan ook deed, toen hg
sprak vau het Woord, „dat in den beginne
wasen het Woord was bg God en het
Woord was God."
Jezus, bygensamd da Christus, was de
openbaring van dat Woord, zooals Hg het
Licht was, waarvan de Dooper getuigde. „Hg
kwam tot da wereld, die ham niet kende;
Hg kwam tot de Zguen, doch werd door hen
niet aangenomen. Maar zoovelen Hem aan
namen, dien heeft Hg macht gegeven kin
deren Gods te worden, namelyk die in Hem
gelooven."
Eu wie van hen, die dit in geest en waar
heid doen, zonden angstvallig vragen naar
warm op haar hoofd lag, was het beste
middel om haar te kalmeeren.
Langzaamaan hield het beven en sidde
ren cp en stond zjj op en droogde haar
tranen. Zjj knielde naast hem neer en
wachtte zoo geduldig af, wat er nu komen
zou. Slechts durlde ze hem nog niet
aanzien.
„Nu kruip je daar weg en schaam je je.
En houdt het toch voor je plicht, een soort
van beschermengel over mjj te zjjn
„Neen vader viel zjj hem in de
rede, „dat niet, waarachtig niet, een
beschermengel hebt u niet noodig."
„Zoo, meen je?" Hjj lachte droef.
„Dat is het ook in het geheel niet wat
mjj bezig hield," zoo ging ze haastig ver
der. „Ik ben alleen maar zoo treurig
soo verschrikkeijjk treurig
„Om wien dan toch, mgn kind
„Om u, vader."
„En waarom?"
„Omdat ge allea hebben moest, wat
tot het geluk van een mensch behoort en
ge toch soo weinig hebt."
„Nu vergis je je, Ruth, ik heb niet
weinig. Ik heb mjjn heerljjke bezitting en
mjjn werk. Ik heb vier goede, lieve doch
ters, en daaronder ééae en ik heb
ook je moeder, voor wie ik moet zorgen
en nog zoo velerlei."
„Ja, maar het beste mist u toch," voegde
zjj er met droeven ernst aan toe.
Zjj was te rjjp en te verstandig, dan dat
hjj haar zoo maar iets zou kunnen wjjs
maken.
„Ieder mensch moet eenmaal in zjjn
leven teleurstelling en ontgoocheling leeren
kennen, en wie het daar niet mee klaar
speelt, is een menech van niets. En daartoe
hUtorUchó bisonJerheden 't Is om dan geelt
te doen en om de waarheid, en al wat er
bniten die twee om, aan het verhaal toege
voegd of ervan afgenomen wordt, Is ons het
zelfde; die twee zgn onscheidbaar.
Chrlstns is opgestaan Christus is verrezen
Ea HJ zal opstaan en verrysen telkens weer
als m«Q Hem doodt en begraaft. En daarom
vieren wy Paacben. Daarom vieren wij het
feest der Verrgienia. Daarom vieren wg het
als de Lente pis begonnen is,omdat de dood van
den Winter is overwonnen en de Lente big en
lachend met haar jonge hoopvolle leven te
voorschgu treedt, 't Aardrijk ontroert van
vreugd In die bewustheid.
„God heeft te niet gedaan
't Vonnis, geveld door 't wreedst geweld.
Hoog mocht het lgden gaan,
Hg*heeft den held
ln zyn eer hersteld.
Of een varbaaierd
Israël Hem lastert,
Elndloote dank hief Hem straks ten troon
Nimmer zag de aarde
lnister of waarde
Al* van den held met de doornenkroon.
Roept Hem tot Koning alt!
Liefde verwint, zy verlost, zg bindt,
Niets wat haar Invloed stuit.
Vrede hervindt
Ieder hart, dat mint.
Overal wyden
Zgne bevrijden
Zsegnend hun zangen aan Zgne macht;
Gode te leven,
Zelf sich te geven,
Dat is onsterll.jke levenskracht.
Schoon, siaryk Paasohverhaal
„Machtloos geknot liggen haat en spot.
Groot is de zegepraal,
Zalig het lot
van wie leeft voor God 1"
Vreest dan geen menschen I
Hoe se n ver wen schen:
Liefde dwingt eindelijk weêrliefde af.
Vreest dan geen smarten
Edele harten
Vinden hun kroon ook bg krol* en graf."
(F. W. N. Hngenholts.)
Deze brief is 'n intermezzo, 't Was volstrekt
myn plan niet, hem te schrijven, totdat lk
mgn kalender afscheurde en las
„Those blessed feet
Whioh, fcurtean hnndred years ago, were nail'd
For oor advantage, on the bitter cross."
Henry IV.
„Die gezegende voeten,
die, veeitlen honderd jaar geleden, genageld
[waren.
Ons ten voordeel, aan een bitter krnis.
't Is nagenoeg vierhonderd jaren geleden
dat Sbakïspeare „Hendrik IV" schreef, en
lk sloeg 't drama op, om er nog eens even
van te genieten Maar dan gaat 't mg als
Elixabeth Browning: „Esn bladiy
krenk ik ea Zijn beeld staat voor mg 't Is
mat bewondering voor Chrlstns, als met
liefde; die ze eens kent, proeft ze ln alles.
Ik moest da straat op, zag de uitstalling ln
de kasten, en eer ik 't wist, zat lk dezen
brief te scbryven.
Zal hg welkom zyn Ik hoop hetzooals
elk vader van zyn kind hoopt, dat hg 'n
goeden lndrnk maakt.
Feitelijk had Ik gegevens verzameld, of
liever, ban ik aan 't verzamelen van gegevens
voor 'n heel ander onderwerp. We leven
hier door alles heen, ln het teeken van
Rembrandt. De wonderdoener met 't penseel,
de aahepper van licht en kleuren.
„Arti", de Vereeulging tot bevordering van
beeldende Kunsten, zond zijn leden een
portefeuille, waarin 'n „Vrouwenportret" van
Rembrandt voorkomt. Het boek van Bredins
wordt ongevraagd thuie gostuurd, met de
kwitantie erby „Maneer zal, 't zou wel goed
wezen." De firma Nnsz nlt Haarlem zendt
'n pakje prentbriefkaarten. Van ochtend twee
uitnoodigingen van kunsthandelaars, „of me
neer misschien vandaag of morgen even zon
kannen aankomen
Eu zoo gaat dat maar door. Elke post
brengt nieuwe procédés en nieuwe verraa-
singen. Als we aan al die oproepen en ult-
noodigingen moeten voldoen, dan znllen we
ln 's hemels naam 'n ton los moeten maken,
want van 't gewone zakgeld kan dat alle
maal niet af.
Maar dat zal dan ook de laatste wezen
ale die op is, tya we uitgepraat.
Ale lk gelegenheid heb, dan stnnr ik u
reeds da volgende week iets. Dat wil zeggen
schrift, 'n stuk brief; geen geld natnnrigk.
Geld 't Is om te lachen.
Geld en lk
H. d. H.
zult ge uw vader toch zeker niet rekenen.
Nu dan ge behoeft je nooit weer angstig
om hem te maken, mjjn kind. Begrjjpt gc?"
Zjj knikte.
„En wat ge ontdekt hebt, dat houdt ge
voor jezelt. Mevrouw von Behren mag daar
niets van weten, Zjj zou anders niet meer
hier komen. En dan zou moeder zich daar
maar over verbazen. En moeder mag sich
niet verbazen. Begrjjpt ge dat ook myn
kind
Zjj knikte weer.
„Zóó. En kjjk mjj nu eens in de oogen,
gjj kleine, dappere levensgezellin, opdat ik
weet, of je die domme gedachten nu uit
je hoofdje hebt g^zet."
In de oogen. die zjj nu tot hem opsloeg,
lag niet anders als een grenzenloos vertrou
wen en een groote bewondering. Hjj boog
zich neer, nam haar gelaat tusschen zjjn
handen en drukte zjjn lippen op deze reine
oogen.
„En ga nu heen, myn kind, Het is laat
en meer hebben we bepaald vanavond wel
niet met elkaar te bespreken."
Zjj gehoorzaamde zwjjgend.
\V at leed dat kind om hem j door haar
innige liefde voor hem.
„Hoeveel meer moest hg 1 jjden, dotft zijne
lietde," dacht zjj bg zichzelf.
Zjj was niet meer angstig om hem, maar
haar smart om hem was zoo mogeljjk nog
grccter geworden.
Henrik Gehrts liep rusteloos in zjjn ka
mer op en reer Zj;n thee werd koud, bg
vergat ze Het liebt onder het keteltje ging
uit. De lamp begen te knappen en te
walmen.
Bjj rukte het vei ster epen en liet
sneeuw en wind naar binnen waaien. Zop