Aistertoscle Brieven. HENRIK GEHRTS. Mededeelingen Zondag 15 April '06. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. Mair Courant omtrent zjjn verblijf in Frankrijk door A. D. Gboxsman. Opgemaakt voor en voorgelezen in de ver gadering van Oad-leerlingen der E. L. W. S. te Schagen. o SLOT. Ter afwisssling maakten we wel eens een enkelen keer een altetapje en zoo bezochten we In 't begin van de maand Maart 't schil derachtig mooie en lieve eiland Jersey, bezit ting der Ecgelschen, waarvan beter dan ook wemelt, maar toch spreekt bjjna ledereen er ook Fransen en worden er vele hotels gehouden door Franacben, die vroeger bet eiland zelf bezaten ea het na 's zomers nog diak be- soeken. Hot heeft een heerlijk zacht k'lmaat en een zeer rijken bodem, waorop heel veel vroege aardappelen worden verbouwd, terwyl ftjnooaw en bloembollenteelt er ook nogal heel wat worden toegepast. Het bekende, lieve Jersey-koetje treft men bier tn haar eigen moederlana aan. In groote koppels herinner lk me niet ze gezien te hebben, vaak één, twee of meer aan kettingen en zeker toebe- hoorende aan keuterboertjes of aan boeren, waar da veehouder^ geheel bijzaak Is. Het eiland biedt voorts met z'n bergland en steile, grillige rotskusten met haar vele grotten verbazend veel natuurschoon, zoodat men er best drie dagen kan doorbrengen zon der zich een oogenbllk te vervelen. Het leven in 't hoofdstadje St. Hé Ier is geheel een vastelacdsleven. Opmerkelijk wat ook voor ons, die de Normandisohe onzindelijkheid na zoo gewend waren, de groote zindelijkheid en keurige orde. Ook de soldaten maakten een kranlgen lndrnk. Op de terugreis bezochten we nog een ge deelte van Ëretagne, den beroemden M o n t 8 t. Micbelen een paar steden In 't zuiden van Normandlë en keerden half Maart hoogst voldaan terug naar Colgiy, dat we den 20sten Maart voor goed giDgen verlaten, waarbij we veracheidenen een „tot weldra" toeriepen, omdat we elkaar weer zonden ontmoeten op de groote jaarlijksche nationale landbouw- en veetentoonstelling, die van 20—27 Maart te Parys werd gehouden. Vrijdag den 24tten bezochten we die ten toonstelling voor 'c eerst en daarna zijn we er nog 8 dagen geweest. Deze tentoonstel Ung, die grootendeels In het machtig groote, overdekte gebonw de „Galerie des Machines" achter den E'ffeltoren gehouden wordt, naar waarde geheel te beschrijven, is mij niet mogeiyk en zon ook te lang duren. De cstaiogus ervan is een heel boekdeel. Alles wat tot den landbonw en de veeteelt in den meest nltgebreiden zin van 't woord gerekend zou kannen worden, trof men er aan, en behalve dat nog massa's andere tectoonatel- lingsaicstallingen. De nummers voor rnndvee waren legio en verdeeld over verscheidene klassen, o.a. 1ste afdeellngvetvee met hare talrijke klassen als a. jqpge ossen zonder onderscheid van ras. b. ossen naar rasten Ingedeeld, c- vrouwelijke 8 jarige en oudere dieren, verdeeld in 2 cate gorieën. d. verzameling ossen, minstens 4 stuks van éénzelfde raa en toebehoorende aan één eigenaar. 2e Afdeellng fokvee met 23 categorieën vcor de vertohlllende rassen, waarbij dan vaak meerdere minder belangrijke rassen onder één categorie waren samengevat. Elk dier dong bier afzonderlijk naar de in zijne categorie te behalen prijzen. 8s Afdeellngkoppels melkkoeien, naar de taille in tweeën verdeeld en open voor alle rassen, mits toebehoorende evensls in de voorgaande nnmmers van het programma, aan Franschen. Totaal voor de rnnderen 1161 Ingeschreven nnmmers. Alt vleeschras staat bovenaan het Charolais of Nivernalsche, een prachtig vleeachtype van zeldzame gelijkvormigheid, liohtgrye van klenr, sterk, breed en diep gebouwd met mooi geronde billen. Het levert naar men ■egt, het bette vleetch van alle ratten. Een oe van dat soort, bijna 6 jaar oud, woog 1360 K.G. en werd aan een verlotingscom- mtssle verkocht voor 4100 trance, das inim 2000 galden.' Op het „feest van den vetten os" wordt dan zoo'n dier de straten van Parijs doorgereden. De eerste prijzen In de sfdeallngen vetvee werden meest alle behaald door dit ras, dst de zoo beroemde Dnrbame nog overtreft. Hierop volgt wellicht het Limousine ras, Roman van FRANS ROSEN. 84. o „Hoe ia het gegaan vroeg Euth en keek schuw naar haar vader. „Heel goed. Wjj zjjn eenmaal omgeval len aan den grooten hollen weg, dat weet ge wel. Maar het heeft ons weinig gedeerd." „Het was toch maar goed, dat u is meegegaan," meende Ruth. „Ja natuurlijk." Zjj gaf hem thee. Hjj dronk den warmen drank met graagte en haalde in lange teugen het kopje leeg. „Je bent een goed kind, Ruth, kom wat dichter bjj." Zjj deed het. Hg keek baar teeder aan en streek liefkoosend met de hand over heur haar. Plotseling sloeg Ruth haar beide armen om zgn hals en barstte in een wild snik ken los. „Maar kind, wat is d&t eensklaps?" riep hg verschrikt. „Ik ben soo angstig geweest riep zjj nauwelijks verstaanbaar uit. „Maar dat is toch geen reden, om zoo -enuwachtig te zgn. En waarover heb je „o dan zoo angstig gemaakt Je doet, of k naar den een of anderen veldslag ben ge- sea zasr gosd vlaesch- oa traktype, terwyl daarop nog weer verscheidene i-ndere. soms zeer Teemde rassen volgen, die soms aan bet btffd'ype doen der ken, voor ops van geen belang fijn, maar toch zser Interessant om eens mee kennis te meken. In de afdeeiirg „verzameling melkkoeien" werd de eerste prijs van de groote taille ge wonnen door 4 ex "tripleren van het Viaamsche ras. prachtig donkerroods, best gebouwde melkkoeien met mooie uiers. Dit ra* is door kruising met het Hollandscfce verkregen de 2e prijs werd door 4 stuks van hetzelfde ras behaald en de 8s ea 4s respectievelijk door het Fribourgeoise - en bet Noimsndliche ras. Voor de kleine taille werden de le en 3e prijs gewonnen door het Bretonsche, de 2e door het Jertfy-rss. Het Hollandsche ras, dst In de omstreken vsn Pa-ij» veel voorkomt, waar men er met 't oog op de dure melk goede zeken mee maakt, was bepaaldelijk door één eigenaar waardig vertegenwoordigd. Met zijn Inzendin gen had hjj ook op Hollandsche tentoonstel liegen met succes konoen concurreren. In de afdeellng „verzameling melkkoeien" dong bij thans niet mee; vorige jaren had het Holland sche ras ook hierin vaak de overwinning behaald en de melkboeren bg Parje hebben geen rae liever dan 't Hollandsche. Het Bretonsche ras is precies bet Hol landsche in mlniatunr; de mast is van 90 tot 1.10 M. Veracbe kalfkoeien kunnen van 12 tot 13 liter melk psr dag geven. Zjo ooit bg koelen, 1» het woord „pittig" in s'n Hollandsche beteekenls hier op zyn plaats. De Jerisy's zyn heel wat zwaarder dan de vorige. Za geven in den gorden tgd 13 4 16 L. melk per dag, zooals bekend van zeer hoog vstgchalte, waarom het zeer ln trek Is "n voor de beste rxrmplsren van 400 tot 600 francs wordt betaald. Voorts trof men er allerlei schapen-, geiten en varkensrassen aan, waarvan ook zeer veel Inzendingen waren. Met d* schapee kan Frankrijk echter niet tegen Eugeland con- carreeren Hoewel er verscheidene Eugelsche rassen giëxposeerd waren, zochten wg er tevergeefs de Llncolns- Enorm waren verder de Inzendingen levend en gaslaoht gevogelte, landbouw znivel- en tninbonwprodaotec, machines en gereedschap pen, meer cf minder tot den landbouw in betrekking staande. De inrichting van de tentoonstelling was voorbeeldig, daardoor alles gemakkelyk te vinden en, daar za onder een met een glazen kap overdekt gebouw gehouden wordt, onaf- hankelqk van het weer. Er heerschte een bgzonder opgewekte, gezelliga geest onder de duizenden bezoeken en we kunnen daarom ledereen, die in de gelegenheid is, ten sterkste aanraden, deze jtarlyks terng- keerende, buitengewoon interessante tentoonstelling te gaan bezoeken. We bloven ln 'c geheel 10 dagen in Pargs, waar we ln bet Groote Paleil van de Champi- Elysée» nog een prachtig conoonrs-hipp'qus bijwoonden en het feest van den „half-vaaten" meemaakten. Meer menschen dan we toen bg elkaar zagen, zullen we wel nooit meer te zien kragen. De anders van auto's rijtuigen-, tram- en personenverkeer zoo drukke boulevards waren voor de passage geheel gestremd en de menschen stonden er overal als haring ln een ton, in afwachting van den straks voorbykomenden feestelyken optocht. Tot laat ln den avond dnurde de pret voort en na iflxrp lagen de straten bezaaid met oonfetti, waarvan ongelooflijke hoeveelheden versmeten worden. Na 10 dagen van groot genot op velerlei gebied, wuarvan de beschaving my In dit grootendeels z a k e 1 g k e verslag te nitge breid zou doen worden, keerden we den Sisten Maart weer naar 't vaderland terug, meenemende massa's ervaringen en allerlei herinneringen en met de grootste voldoening terugziende op ons 8 maandelyksch verblyf, In welken tgd we meer ondervinding hadden opgedaan dan thnls in hetzelfde aan tal jaren. Ik kan dan ook niet nalaten, alvorens te eindigen, een ieder, die in de gelegenheid iz, krachtig op te wekken, van een derge lijke reis te profiteeren. xxx vin C*#) Laat mg n dezen brief 'n week vroeger staren, dan ge verwacht'n Paaschbrief. Al zoudt ge zoo onchrlsteigk wezen als keizer Julianus, die van het Christendom niets en van Christus nog minder weten wilde, dan zoudt ge, na door Amsterdam wandelend, tooh wel gedwongen worden 'n oogenbllk nw aandacht te bepalen by de groote gebeur tenis, die In het jaar twee-, drie-, vier- of vyf en-dertig van onze jaartelling Id en bg Jeruzalem heeft plaats gehad en waarin Chriatuz de hoofdpersoon was. Bg Buil) in de Kalverstrsat dezelfde sxposltie van prach tige gravures, zooals we dat elk jaar gewend weest 1" Zg snikte steeds luider. Ea daar tue- schen stamelde ze „Ach vader, het was niet om dat weer van hedenavond ik draag het reeds zoo lang bg mg rond en nu, terwgl ik op u wachtte, heb ik zooveel domme gedachten mg in het hoofd ge haald en daardoor ben ik ia de war geraakt." „Wat voorgedachten heb je je dan in je hoofd gebaald vroeg hg met klimmende onrust. „Over u en over alles ach vader, lieve, goede, vader, wees toch niet boos". „Maar waar ter wereld moet ik boos om zjjn Omdat ik het weet," fluisterde zjj nauweljjks hoorbaar. Een oogenblik was het alsof hjj als door een bliksemstraal getroffen zou neerstorten. Hjj was niet in staat zich te bewegen. En dan met een heftige beweging greep hjj zjjn dochter aan beide schouders, richtte haar omhoog en keek baar met donkere, dreigend fonkelende oogen in het ver schrikte gelaat. „Wat meent ge vroeg hjj moeilgk. Hare lippen bewogen zich. Toen zag zjj hem san—zag zjjn dreigenden,wiiden blik „Ik kan het niet zeggen," steunde ze en drukte haar kopje weer tegen hem aan. Zwaar liet hjj de armen zakken. „Zinspelingen maken en ze dan niet kunnen verklaren, dat is lal," zeide hjj zonder erbarmen. Zjj kromp in elkaar. Zwaar als lood leunde zjj tegen hem aan. „Dus: wat weet ge?" vroeg hjj nog- zyn Alk betrekking hebbend op Je laatste degen van Jezus' leven. Cnrls'ui met Zgn jongeren voor 't laatst aan den Paaschdlacn, brood brekend, wijn ple^irer-d. en dit eenvou dig ceremonieel verhiffjnd tot 'n eeuwige herinnering voor allen, die z!ch naar Zjcen naam zenden noemen en ln Zijn spoor zonden willen gaan. Christna in den bof van Getohmacé, verlaten van allen, alleen met Zgn smart. Christus gegrepen, sangewtzsn door Judas. Christus voor Pilatus, naar de beroemde schilderg van MuccakiyChristus op Golgotha, waar eindejyk het aacdoenlyk Tete'enal: Het Is volbracht I naar lnfd der overlevering, Hem van de stervende lippen klonk. Als in een statie, zooals men die in de Roomschs kerken kan zien en medemaken, ging Ik verder de Kzlverstraat ln, naar den wlckel van Koch bg het Spnl. Andermaal die aacdoenigke tsfereelen uit dat korte, veel bewogen, veelbeteekenende leven. Andermaal die krnlstocht. Christus by Herodes, de pur peren mantel, de doornenkroon, het „Ecce Homo", waar reeds het ïgden dezen „Man van 8marten" 'n «roddelgke glorie ver leent. En daar, bg Eoch, tosscben al die ontroerende voorstellingen in, een tooneeltje alt Jezas' jongste kindsheid. Ik bedoel „de Madonna van Kanlbach Christus, sis zui geling nog, neergelegd op 'n schaafbank, het mooie krollende kindei kopje op'n kassen, het lyfje met 'n dekenijs overdekt. Het rechterhandje rnst tegen de borst en de linkerhand wordt vastgehouden door Zyn moeder en asn haar lippen gedrnkt. Een jonge vrouw met angst en schrik in de oogen, buigt zich over het kind en 'n traan, een enkele traan, vloeit over haar waog. En daaronder de woorden„Celne Seeie aber wlrd ein Scbwert dorchdringen" „Een zwaard zal door nw ziele gaan." Dit laatste had ik motten zien bg den aan vang van myn rondgangdan was er opvol ging in myn aandoeningen geweesthad ik echter reeds gezien, toosls Ik 't eiken dag zie op mgn kamer, omdat 'n jaar of drie geleden ik, in BerlQo rondloopend, do verzoe king niet kon weerstaan en een sxtrs post alt trok voor dezs ontroerends voorttelling. Maar nu Ik 't daar Z9g langs de straat, ln 'n andere omgeving dan by mg, In 'n andere lgst, na ik daar vrouwen elkander voor dat winkelraam zag verdringen, om dit wonder van schilder - en graveerkunst ia ziob op te nemen, nn trof 't mg opnieaw met 'n won dere aandoening, 't li de oude geschiedenis, die bg elke geboorte weer opnieaw aanvangt: moederliefde, „Een lang gebed, van 't kraombd tot den dood." Een goed geslaagde symbolische voorstel ling van wat er in 'n moeder omgaat, als zg gaat nadenken over al de moeiten en ge varen, waaraan ook haar kind etraks In het moeitevolle leven zal blootstaan. Mochten deze brieven alleea een cateche tisch of exegetisch —(verklarend, uitlegkun dig)karakter dragen, ik zou kolommen kunnen vallen over de mensebkandige en godidiecetige waarde van al de verhalen, die over Jezus zgn opgeschreven en In omloop zijn. Geschiedkandigo waarde hebben ze niet. Wat er van Hem geschreven is uit Zgu jeugd cn uit den eersten tyd van Zyu optreden, hebben eerbied en vrome aanhankelijkheid den schrijvers in de pen gegeven. Van den hlstorlschen Jezus weten wy maar bitter weinig; niets meer dan Zjn komen en ver toeven in Jerazalemcn Zyn daarop gevolgden dood. Maar die korte tgd was dan ook zoo vol van menschelyke grootheid, van bgna goddelyke kracht, dat elke eeuw zich ultpnt- re, om eenlgazins den lndrnk weer te" geven, dien de fl;nnr van Christus op haar maakte. Dit beeld slaat de eenweu met ontzetting, en de vroomste vrome en ds heldhaftigste held gaat in schaduwen schuil, wear Hg versebgut. Men heeft Socrates nevens Hem willen stel len, en zonder tegenspraak li deze eeu der merkwaardigste helden op 't gebied der mo raliteit en beschaving maar het „Uw wil geschiede" van Christus maakt 'n einde aan elke vergelyklng. Dit is niet de morrende on derwerping, de ziellooze berusting; dit is de victorie roep, de overwinoingskreet van den held, wien niemand het leven kon ont nemen, maar die zichzelf het leven iflsgde, omdat Zyn taak volbracht was Het wat 'n kort procss geweest. Wetende, dat Hg den vyand op eigen terrein in de oogen moest zien, had hg de reis naar 't kerkelyk Jeruzalem aanvaard. Daar wist men niet, dat lammeren op bergen konden ronddwalen, verloren en zonder herder, zooalt men dat ln Galilea wistdaar, in dat steen achtig Jernialem, wist men niet van vogelen en bloemen, van leliën, die heerlyker waren dan Salomo ln al zyn grootheid; daar wist men niet van 'n kostbaren parel, waarvoor 'n mensch zon geven al wat hg bezat. Daar kende men den Samaritaan alleen als 'n ketterschen vyacd van het altverkoren volk, ea moest de parabel van den Samaritaan, die den Jood liefde beweer wel 'n vreemden lndrnk maken. Daar, in Jerazalem, had men de Wet, waarvan geen tlt'el of jota mocht worden verzaaktdaar hield men zich „Dat u mevrouw Von Bsbren lief hebt." Ea Jan bleef het stil doodstil. Vlak bjj zyn hart had zjj hem dit toe gefluisterd. En in dat hart zaten ze nu, deze sidderende, doodsbange wooiden, en lieten zich daar hooren zoo, dat hg bjjna zjjne bezinning verloor van smart Buiten huilde de storm en rukte aan deuren en vensters, en de klok op den schoorsteen tikte. Eindeljjk was Henrik zjjn ontroering weer meester. „En daarom omdat gjj dat weet zou ik boos op je zjjn, arm kind vroeg hjj met gebroken stem en legde zjjn hand op haar hoofd. „Niet, omdat ik het weet, maar om dat ik het zèg snikte ze, zonder haar hoofd te durven opheffen, „Doe met mjj wat u wilt straf mjj jaag mg weg sla mjj ik had het ook niet willen zeggen, maar van avond „Wat hebt ge dan toch steeds met dat „vanavond" „Toen Lk u samen wegr jjden zag fluis terde ze, „zoo heel alleen, in kef donker het groote gevaar tegemoet toen dacht ik dacht ik Henrik was die pjjniging moede. „Toen dacht ge dat het oogenblik gekomen was, waarop je vader zou vergeten, dat hjj je vader was?" Zjj knikte. „Ach, wees niet boos, wees niet boos." „Stel je maar gerust, mgn kind. Wordt nu eerst wat kalmer, dan kunnen we ver der praten." Zgn hand, die nog steeds zwaar en krampachtig vast aan alk vomacfuift, «pys* wetten, reiniging*wetten, sabbath* wetten voorschriften en ceremonieel, die 't hoofd vol bezorgdheid maakten over 'n enkel ritueel verzuim, maar 't hart kond lieten en voor vroomheid geen plaata. Daar heetten de heidenen „honden". Ia 't wonder, dat 'n Gallieeër zich daar ergeren zou De groote hslrwegen van Azië naar zee liepen over Galilea, ec. minder vreesachtig voor onreine aanraking dan in het Zuldeo, had er nit- wiaaeling van gedachten en verbroedering plaata tunchen de verschillende vo ken. Ia Galilea kon waardeering zgn voor anders denkenden, ln Jeruzalem niet. Daar had men aich opgesloten in den kerker van eigen dogmatiek; daar werd elke afwyklng van het voorschrift met vijandige oogen beloerd daar wlat men geen andere weerlegging dan het verschimmelde: „Daar staat ge schreven." Daar had de letter den dood bewerkt, en den geest, die levend maakt, verbannen. Daar waren de Profeten gedood en gezteenfgd, daar zon Chriatna gekruisigd worden. Daar 1 Christus gekruisigd, zoo als Hg dat weer telkeus gedaan wordt, waar men meent Gods Heiligen Geest in letter* te kannen vastleggenwaar de Christenen 'n clubje vormen van gereglementeerde Christelgkheld en dogmatiek; waar men n ala 'n ketter behandelt, ala ge geen geloof hecht aan wonderen, ook al worden die n zoo plat mogelyk en zoo materieel mogelyk opgedrongen. Op te klimmen tot den dich- teriyken geest van den schrgver dier wonder- vethalen la dien geloovsre niet mogelyk minder nog, duizendmaal minder nog, op te klimmen tot den verheven geeet van ChrUtns zelf. Laat hen ophonden te verdoemen en te verketteren, en ophonden zichzelven ala uitverkorenen te beschouwen en *g snllen de beslissende schrede gedaan hebben, die naar de Waarheid en het Evangelie leidt. Erkenning van elk eerigk streven le de eisch van Christna. En daarom leest 'n msneoh, die de Evangeliën zoo vaak las, dat hg ze in zgn ziel met zich draagt, met dezelfde waardeering „Adam Bsde" al* „Faust", Longfellow en Dickens met dezelfde ont roering als Gnido Gezelle. „Klaar bloed en lonter wonden, daar hangt Dn, aan den bont, gestrafd voor mgns zonden, gegalgd om mgae schond: (schuld) om Dg soo wille lk leven, om Dy zoo wille ik lleën, (lgden) die 't lyf my hebs gegeven en 't sterven niet ontzien 1 G. G. Wg vragen niet, ln hoeverre Gnido Gezelli) denken van het onze verschilt, wg voelen alleen dat tgne vroomheid In onze ziel weerklank vindt, eu dat hg wil leven om Christus' wil en wil lgden om Christus' wil. De rest van zijn overtuigingen ligt balten onze beschouwing; al wilde hy gelooven,dat God vier eenlg of vgf eenig was; al wilde hy gelooven, dat niet alleea het krais van Chris tus, maar ook de stal waarin Hg geboren Is, heilig was, ons is hg er niet minder dier baar om, een strydor voor die vroomheid, die harten zalig maakt en den hemel doet vinden. Maar na dien Vrydag met zgn wcnderigkec naam van „Goeden Vrgdag", waarop men Jezus tor dood bracht en laat in den avond begroef, is een Paaschmorgen gekomen Moet ik u het eenweoonde verhaal nog eens verhalen? Van die vrouwen, die specergen gekocht hadden, om Zjn lichaam te zalven Van dien engel, die den steen van het graf wentelde? Van zija antwoord aan de vrouwen, dat haar Heer was opgestaan Wie ééns goed naar dit verhaal luisterde, of het met aandacht las, weet het voor zyn heele leven. Praat mg niet van tegenatrgilgheden ln al die verhalen, dat Mittheus en Marcus spreken van één engel, die de wacht hield bg Jezns' graf, en Locos en Johannes van twee mannen in blinkende kleeren. Wat doet dit alles af aan de groote waar heid, dat Jezus' geest, de geest van Christus, niet begraven kon worden, nooit begraven geweest is, niet gestorven zelfs, maar eenwlg geleefd heeft, leeft en leven tal in dc harten van die allen, die door de Waarheid vrij werden en nog vrg gemaakt zullen worden 1 De dichtende legende heeft er verhalen van gemaakt, dis voor onbesnedenen van hart en ooren totaal onverstaanbaar zyn. Zij had evengoed kunnen spreken van Chrlstns, die leefde vóór Jezus nog geboren was, zooals de Evangelist Johannes dan ook deed, toen hg sprak vau het Woord, „dat in den beginne wasen het Woord was bg God en het Woord was God." Jezus, bygensamd da Christus, was de openbaring van dat Woord, zooals Hg het Licht was, waarvan de Dooper getuigde. „Hg kwam tot da wereld, die ham niet kende; Hg kwam tot de Zguen, doch werd door hen niet aangenomen. Maar zoovelen Hem aan namen, dien heeft Hg macht gegeven kin deren Gods te worden, namelyk die in Hem gelooven." Eu wie van hen, die dit in geest en waar heid doen, zonden angstvallig vragen naar warm op haar hoofd lag, was het beste middel om haar te kalmeeren. Langzaamaan hield het beven en sidde ren cp en stond zjj op en droogde haar tranen. Zjj knielde naast hem neer en wachtte zoo geduldig af, wat er nu komen zou. Slechts durlde ze hem nog niet aanzien. „Nu kruip je daar weg en schaam je je. En houdt het toch voor je plicht, een soort van beschermengel over mjj te zjjn „Neen vader viel zjj hem in de rede, „dat niet, waarachtig niet, een beschermengel hebt u niet noodig." „Zoo, meen je?" Hjj lachte droef. „Dat is het ook in het geheel niet wat mjj bezig hield," zoo ging ze haastig ver der. „Ik ben alleen maar zoo treurig soo verschrikkeijjk treurig „Om wien dan toch, mgn kind „Om u, vader." „En waarom?" „Omdat ge allea hebben moest, wat tot het geluk van een mensch behoort en ge toch soo weinig hebt." „Nu vergis je je, Ruth, ik heb niet weinig. Ik heb mjjn heerljjke bezitting en mjjn werk. Ik heb vier goede, lieve doch ters, en daaronder ééae en ik heb ook je moeder, voor wie ik moet zorgen en nog zoo velerlei." „Ja, maar het beste mist u toch," voegde zjj er met droeven ernst aan toe. Zjj was te rjjp en te verstandig, dan dat hjj haar zoo maar iets zou kunnen wjjs maken. „Ieder mensch moet eenmaal in zjjn leven teleurstelling en ontgoocheling leeren kennen, en wie het daar niet mee klaar speelt, is een menech van niets. En daartoe hUtorUchó bisonJerheden 't Is om dan geelt te doen en om de waarheid, en al wat er bniten die twee om, aan het verhaal toege voegd of ervan afgenomen wordt, Is ons het zelfde; die twee zgn onscheidbaar. Chrlstns is opgestaan Christus is verrezen Ea HJ zal opstaan en verrysen telkens weer als m«Q Hem doodt en begraaft. En daarom vieren wy Paacben. Daarom vieren wij het feest der Verrgienia. Daarom vieren wg het als de Lente pis begonnen is,omdat de dood van den Winter is overwonnen en de Lente big en lachend met haar jonge hoopvolle leven te voorschgu treedt, 't Aardrijk ontroert van vreugd In die bewustheid. „God heeft te niet gedaan 't Vonnis, geveld door 't wreedst geweld. Hoog mocht het lgden gaan, Hg*heeft den held ln zyn eer hersteld. Of een varbaaierd Israël Hem lastert, Elndloote dank hief Hem straks ten troon Nimmer zag de aarde lnister of waarde Al* van den held met de doornenkroon. Roept Hem tot Koning alt! Liefde verwint, zy verlost, zg bindt, Niets wat haar Invloed stuit. Vrede hervindt Ieder hart, dat mint. Overal wyden Zgne bevrijden Zsegnend hun zangen aan Zgne macht; Gode te leven, Zelf sich te geven, Dat is onsterll.jke levenskracht. Schoon, siaryk Paasohverhaal „Machtloos geknot liggen haat en spot. Groot is de zegepraal, Zalig het lot van wie leeft voor God 1" Vreest dan geen menschen I Hoe se n ver wen schen: Liefde dwingt eindelijk weêrliefde af. Vreest dan geen smarten Edele harten Vinden hun kroon ook bg krol* en graf." (F. W. N. Hngenholts.) Deze brief is 'n intermezzo, 't Was volstrekt myn plan niet, hem te schrijven, totdat lk mgn kalender afscheurde en las „Those blessed feet Whioh, fcurtean hnndred years ago, were nail'd For oor advantage, on the bitter cross." Henry IV. „Die gezegende voeten, die, veeitlen honderd jaar geleden, genageld [waren. Ons ten voordeel, aan een bitter krnis. 't Is nagenoeg vierhonderd jaren geleden dat Sbakïspeare „Hendrik IV" schreef, en lk sloeg 't drama op, om er nog eens even van te genieten Maar dan gaat 't mg als Elixabeth Browning: „Esn bladiy krenk ik ea Zijn beeld staat voor mg 't Is mat bewondering voor Chrlstns, als met liefde; die ze eens kent, proeft ze ln alles. Ik moest da straat op, zag de uitstalling ln de kasten, en eer ik 't wist, zat lk dezen brief te scbryven. Zal hg welkom zyn Ik hoop hetzooals elk vader van zyn kind hoopt, dat hg 'n goeden lndrnk maakt. Feitelijk had Ik gegevens verzameld, of liever, ban ik aan 't verzamelen van gegevens voor 'n heel ander onderwerp. We leven hier door alles heen, ln het teeken van Rembrandt. De wonderdoener met 't penseel, de aahepper van licht en kleuren. „Arti", de Vereeulging tot bevordering van beeldende Kunsten, zond zijn leden een portefeuille, waarin 'n „Vrouwenportret" van Rembrandt voorkomt. Het boek van Bredins wordt ongevraagd thuie gostuurd, met de kwitantie erby „Maneer zal, 't zou wel goed wezen." De firma Nnsz nlt Haarlem zendt 'n pakje prentbriefkaarten. Van ochtend twee uitnoodigingen van kunsthandelaars, „of me neer misschien vandaag of morgen even zon kannen aankomen Eu zoo gaat dat maar door. Elke post brengt nieuwe procédés en nieuwe verraa- singen. Als we aan al die oproepen en ult- noodigingen moeten voldoen, dan znllen we ln 's hemels naam 'n ton los moeten maken, want van 't gewone zakgeld kan dat alle maal niet af. Maar dat zal dan ook de laatste wezen ale die op is, tya we uitgepraat. Ale lk gelegenheid heb, dan stnnr ik u reeds da volgende week iets. Dat wil zeggen schrift, 'n stuk brief; geen geld natnnrigk. Geld 't Is om te lachen. Geld en lk H. d. H. zult ge uw vader toch zeker niet rekenen. Nu dan ge behoeft je nooit weer angstig om hem te maken, mjjn kind. Begrjjpt gc?" Zjj knikte. „En wat ge ontdekt hebt, dat houdt ge voor jezelt. Mevrouw von Behren mag daar niets van weten, Zjj zou anders niet meer hier komen. En dan zou moeder zich daar maar over verbazen. En moeder mag sich niet verbazen. Begrjjpt ge dat ook myn kind Zjj knikte weer. „Zóó. En kjjk mjj nu eens in de oogen, gjj kleine, dappere levensgezellin, opdat ik weet, of je die domme gedachten nu uit je hoofdje hebt g^zet." In de oogen. die zjj nu tot hem opsloeg, lag niet anders als een grenzenloos vertrou wen en een groote bewondering. Hjj boog zich neer, nam haar gelaat tusschen zjjn handen en drukte zjjn lippen op deze reine oogen. „En ga nu heen, myn kind, Het is laat en meer hebben we bepaald vanavond wel niet met elkaar te bespreken." Zjj gehoorzaamde zwjjgend. \V at leed dat kind om hem j door haar innige liefde voor hem. „Hoeveel meer moest hg 1 jjden, dotft zijne lietde," dacht zjj bg zichzelf. Zjj was niet meer angstig om hem, maar haar smart om hem was zoo mogeljjk nog grccter geworden. Henrik Gehrts liep rusteloos in zjjn ka mer op en reer Zj;n thee werd koud, bg vergat ze Het liebt onder het keteltje ging uit. De lamp begen te knappen en te walmen. Bjj rukte het vei ster epen en liet sneeuw en wind naar binnen waaien. Zop

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1906 | | pagina 5