Gelüffige Menscta.
Zondag 22 Juli <)6.
50e Jaargang. No. 4171.
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
Arrondissements Recht
bank te Alkmaar.
hier en den deer voor korteren of langsren
tgd neer te strgken. Waarom Ik weet
't niet. De meester op school verdacht mg
paardevleetch te eten; mijn vadrr
Van H. d. H.
o
Ongetwijfeld sgn er onder de leaera van
mjjn brieven velen, die meer gereisd hebben
dan Ik, die althans niet minder dan Ik heb
ben gedwaald over de wereld, en ook, even
als Ik, maar weer telkens tjjc teruggekeerd
naar de ark, waar «g waren uitgevlogen,
omdat zij evenals de dolf, geen plek konden
vinden voor het hol van hun voet. Maar er
sollen er ook onder zgn, die nooit de grenzen
van hoo vaderland overschreden hebben, die
't misschien brachteo tot Amsterdam of
Rotterdam en niet verder die 't geroesemoes
bijwoonden op de Alkmaarsche of Hoornsohe
markt, maar nooit het gedraaf en geschreenw
hoorden op den Boulevard du Nord
of Boulevard du Halnaua te
Brussel. Er sullen er onder rjjo, die op
de Alkmaar Packet'n nat pak haal
den, maar die nimmer nog overstort werden
door 'n tienmeter hooge golf. soodat sjj bljj
mochten wesen weer heelhuids In hun hut
te belanden. Er sullen er misschien onder mijn
lesers sjjn, die 't eindelijk, na maanden van
voorbereiding, waagden, hun getrouwde
dochter te Utrecht of te Breda op te zoeken,
en na behouden weergekeerd te sijo, aan de
buren en vrienden vertelden, nooit of nimmer
te hebben geweten, dat de wereld ,100
groot" was. Er sullen onder mijn lesers
„ultvllegers" en .hokvaste duiven" sjjn, en
dan mag de vraag gedaan worden, welke
aooit er het beate aan toe Is, en wie slch
't gelukkigst gevoelt.
Henry W. Longfellow, die onge
twijfeld veel gerelad heeft, was 't met de
.hokvaste" duiven eens, en song
„Stay, stay at home, my heari, and rest
Home-keeping hearts are happleat,
For they that wander they know not
[where,
Are fuil of trouble and full of care
To stay at home la beet."
(Song)
En John Howard Paine heeft in siJn
wereldberoemd geworden lied „Home,
sweet home" de aandoenlijkstegedachten
en herinneringen neergelegd aan eigen huis
en haard.
„I gaae on the moon as I treed the drear
[wild
And feel that mi) mother now thlnks of her
[ohild
Aa she looks on that moon from our own
[cottage door,
Thro' the wood blne whoee fragranoe shall
[cheer me no more.
Home, home, sweet, sweet home!
There's no place llke home. Oh, there's no
[place llke home."
Snikkend heb Ik het gezongen op de hooge
heuvelen van P e n n a y 1 v a n I e, wanneer
Ik dacht en wanneer dacht ik niet aan
Haar? aan mijn lieve moeder. Dan stelde
ik geen belang In Grlekach en kon het mij
niet schelen al waren al mijn latjjnsche
thema's vol fouten Wat kon mij die preoh
tlge natuur sohelenl Wat hielp het mij, of
vriendelijke menachen mi) al ten hunnent
Doodlgden en mij de kostelijkste gerechten
voorzetten Ik had geen eigen thuU, Ik
boorde niet mijn moeders zoete stem en niet
de driftige woorden van mijn vader en dat
alles kon ik niet missen. Ik had 'n draal om
mijn ooren, van mijn vader, wel met vijf-en-
twintig dollars willen betalen.
Later is dat alles anders geworden. Ik
embarkeerde en debarkeerde met minder
ontsteld gemoed Ik liep te fluiten op de
kaden van Hamburg, song de echo voor in
het Spreewald, en maakte den kopatand op
het hoogste plateau van den Eiffeltoren.
Maar. ala iemand denkeu mocht, dat Ik
den tinnen kroes vergeten ben, waar lk thuis
uit dronk, die zou sloh vergissen. Als Iemand,
die mjjn brieven leest, mocht meenen, dat Ik
de kleine lieve hulskamer, thuis, vergeten
ben, die sou slch vergissen. Als iemand
geloovec mocht, dat van al de zoenen, die Ik
in mgn leven kreeg, ik de zoenen van mjjn
moeder niet het hoogst sou stellen, niet het
dierst sou aohten, die zich zou ve'gissen.
Boven 'n Moeder, boven eigen huls en
haard gaat niets. Dit heb Ik altjjd gewe
ten, altjjd, en toch, als 'n andere Ahasveros
ben ik als 't ware telkens opgejaagd, om nu
van
beweerde, dat Ik geen zitvlak had en Doolt
voor Iets sou deugenalleen mgn moeder
streek mjj over mjjn haar en zei, dat ik baar
lieve jongen was, als Ik maar niet zoo
onstuimig lachte en maar niet zoo bitter
bedroefd wou wezen. O, had die hand mjj
langer kunnen streelen en mjj langer kunnen
wijzen den weg dien Ik te gaan had, mtr-
ichten misschien I Voor *n moe
der sohjjnt men nooit 'n man te worder;
met zjjn vader groeit men op, wordt zelfs
eenmaal zijn gelf ke, disputeert met hem over
recht en politiek; maar voor zjjn moeder
bijjft men 'n kind. Tot zjjn moeder blijft
men opzien ala tot °n heilige, en die aan 'n
klrd Iets kwaads sou zeggen van zjjn moe
der, begaat in mjja oog 'n zware misdaad 1
Maar 't Ie waar. lk ben in Engeland en
moet nu vandaar brieven schrijven. Ik herinner
mg, in rnjn vorlgen brief reeds te hebben
gezegd, welke countles ik van Londen af
ben doorgeapoord, om hier te komen. Ik zit
nu In den meest Noordwestelgken hoek van
Worcestershire, op de uiterste
grens. Het huls, waar Ik gelogeerd ben, heet
„Do wies House", en we zgn bier op
't oogenbllk met ocs veertienen ala gasten
Mis'er en Mistress Hemming met twee
dochters uit Worcester; Mr. en Mra
Elllot met zoon en dochter uit I p s w I o h In
8 n f f o 1 k Mr. and Mrs Coupland met twee
jongens van acht en tien jaar uit Breek-
nock in Wales. Maar die kan Ik niet
verstaan. En d.n Is er nog 'n juffrouw, die
hier schijnt gekomen te zjju om zich op te
sluiten. Ik heb haar twee of drie keer aan
tafel ontmoet, maar verder was zg onzicht
baar. Zg eet vreeaeigk verschrikte oogen als
ge haar aaDkgkt, en zegt zonder eenlge
aanleiding, tienmaalT h a n k y o u. Of zg
sloh nu alvast oefent om na haar verscheiden
te komen spoken, weet Ik niet, maar Ik sou
't zoo zeggen.
Vlak achter „Dowles House" ligt
„Dowlea Farm", maar In 'n ander
Graafsohap, n.1. In Salopshlre, dat hier
zoo ongelooflgk snel wordt uitgesproken, dat
't klinkt als 8 u p s J e. Toen Ik 't mg voor
liet schrgven, kreeg Ik twee lezingen, n.1.
Salopshlre en Shrubshlre. Later
hoorde Ik, dat beide schrgfwgzen erkend
worden.
Of het nu de schuld ls van het paarde-
vleesoh, dat de onder wgzer mg toedichtte, of
dat Iets anders er de oorzaak van kan sgo,
weet ik niet, maar toen Ik zag, dat achter
'n sohuttlng en 'n hekje en nog 'n hekje,
'n toegang was tot de farm, had ik daar al heel
gauw toegang weteD te krggen. Ik maakte
keDnls met den M a s t e r en zgn vrouw, met
8 a r a h en C1 a r a, de melden, met Adam
and Willlam and John and Lealle,
de knechts, en had verder het voorrecht
vriendschap te sluiten met L o d d 1 e, den
hond, en B o b b 1 e, het paard, dat soms
boodschappen doet ln de stad. L o d d I e en
B 0 b b I e eten suikerdaarmede heb Ik hun
hart gewonnen.
Voor koeien ben Ik 'n beetje bang, maar
nu ik hier wat thuis begin te raken, la 't 'n
pleister 's morgens en 's avonds de ganzen,
eenden en kippen te voeren. Hoeveel er met
elkaar wel sgo, weet ik niet. Misschien
overdrgf lk, als Ik zeg vijfhonderd, en mis
schien zeg Ik nog niet de helft als ik zeg
zevenhonderd- Ik weet 't nietbot there
are a lot of them. (Maar daar zgn er
'n heeleboel).
Maar mfln grootste vrienden hier zgn de
varkens Ja, lk weet wel, grappenmakers
kannen ln dit respect hun hart lnohten en
zeggensoort zoekt soort, maar Kgk,
daar is 'n reden voor en die zal Ik vertellen.
't Was varleden Maandag, toen Ik over de
farm dwa.lde en 'n gesprek bgwoonde over
gekochte p I g s, d. z. biggen ofschoon de
grootere varkens hier ook pigs genoemd
worden Ik hoorde, dat Adam naar K I d d e r-
minster moest, om acht biggen te halen.
Of ik mee wou Graag 1 Als Ik dan maar
even 'n ander pak mocht aantrekken.
'n Mensoh heeft twee pakken noodlgeen
om branie mee te slaan en 'n ander om te
reizen en te werken 't laatste moet hg 't meest
gebruiken. En zoo reden 'n kwartiertje
later Adam en lk, met Bobble ln 't tuig.
naar „B r 0 c k e n o o t e", 'n uur voorbg
Klddermlnater. Hoe we daar ten haring
voeren, daar op Brockencote, zal ik nu maar
niet vertellen, daar zou 'n winteravond voor
nocdlg wezen. Maar kort en goed, de acht
prachtige zwarte Berkshire pigs konden
we niet alle meenemenwe hadden er geen
ruimte voor Vier ging; maar meer niet.
Goed vier dan. Toen een net er over, dat
aan alle kanten goed vast gebonden werd, en
terug ging het over Klddermlnster
naar Bewdley, naar „Dowles Farm."
Dat de pigs telkens hun lollige swarte
snoeten door de mazen van het net heen
wroitten, en Adam en mg In de kuiten trachtten
te bgten, veinsden* we eerst niet op te
merken m»ar 't werd ten slotte zoo erg, dat
Ik mgn jas uittrok en die over 't net onder
den bok heen le?d«. Nu konden se In mgn
jas bgten, maar onze beecen zouden althans
gespaard blgven.
Zoo, lk in mgn hemdsmouwen, Adam ln
'n groen-schotschen kiel, kwamen we door
Klddermlnster. Ik had gedacht, dat de lui
ons wel aangehouden zouden hebben, onder
verdenking van de. biggen geitolen te hebben,
omdat wg er zoo verwaaid uit zagen, maar
geen mensch gaf acht op ons. Eveo door
Klddermlnater, bfl 't afrennen van 'n heuvel,
schoot plotaellng de wind uit en woel mgn
pet weg, over 'o muur. Er was niets aan
te doen. Als er 'n wagen en vier bfggeB aan
lemsLds zorgen zgn toevertrouwd, mag hg
die niet ln den ateek laten voor zgn pet. En
zoo kwzm ik blootshoofds en zonder jss met
mgn biggen op „Dowlez Farm" aan.
verdiend, maar hensch niet door zgn K. C. B.- houden. Beet, daar ateekt niets In, ala Je
schap, daB ook maar belasting er voor betalen wilt.
En om die op te haleo, ging Dekker gewapend
Ongeveer vgfrlg schreden van 8lr Rowland met de ïgtt, die zgn voorgznger 't vorige jaar
HlU staat 'n ander standbeeld. Bjjna tonder had gebesfgd en waarop alle belastlngscbnl-
bet te willen, hield Ik mgn paard In. Ik dlgrn voorkwamen, zich bg leder, die In de
ontroerde toen Ik 't naderde, 't Is het stand terman viel, dus ook bg Groot, vervoegen,
beeld van Riohard Baxter. Wat "n De vrouw iel echter, dat de hond toevallig
Van
WILHELM VON POLENZ
Tweede Boek.
20.
Hindort stelde zich eens voor. levende aan
haarsjjde. Het waren niet soozeer de jaren,
die hem van baar scheidden, ale wel hetgeen
hg had beleefd, on dat een jong meisje
nooit zou loeren verstaan.
Eea dergelijk jong meisje aan zich te
kunnen binden, Ernst van Hindort gevoelde
het ala bet hoogste genot, maar ook als
de grootste verantwoording en gevaar. Hg
h*d te ernstige dingen beleefd en op sjjn
eelaat was daarvan de stempel afgedrukt.
En toch het alleen-sgn was zoo moei-
1 vrouwenliefde was toch het sohoonste
10 de wereld. Maar het lot had hem tot
feti7-aam uian gemaakt en dat wilde hg niet
ïchtzianig veranderen. Het heiligdom van
et door hem doorleelde mocht door andere
banden niet geprofaneerd worden Hg ging
den rand van zgn ledikant zitten en
acht na over zgn leven. Dat was zoo zgn
ttwuer van bidden.
In Baderwitsch was een zoon geboren.
-r fiöortchte algemecne vroolgkheid over
e komst van den stamhouder. Aurelie
hrgtt aan Anna Marie een verzoenenden
nef en noodigde haar voor het doopfeest
uu Anna Marie gaat heen eu houdt den
Ik had opgemerkt, dat Adam niet tot de
•cuggersten behoorde. Da arme jongen, die
zestien of savantlen jatr is, ksn niet lezen en
•preekt 'n allertreurlgit dialect,zoodatonzeoon-
verzatle cp den wagen niet oorverdoovend was.
Daarom vroeg lk aan den M a s t e r, of ik den
volgenden dag de andere vier biggen alleen
kon halen, waarop ik onmlddellgk „Sure" ten
antwoord kreeg.
Ik geloof, dat de offervaardigheid door mg
aan den dag gelegd In 't leggen van mgn
jas ovsr de biggen, z|n boorenhart verteederde.
Dinsdags toog Ik met Bobble alleen naar
Brockencote, en Ik moet zeggen, dat de
broertjeten zot jet van de eerste vier Berks
hire pigs iu ongegeneerdheid en ongezeg-
gelflkheld de andere niete toegaven. Tot
tweemaal toe was Ik verplicht af te stappen
en Bob vast te binden, om dat swarte ge
boefte tot orde te brengen En elndeirjk lotte
Ik msar weer mgn noodschoten stond mgn
jas aan hea af om In te bgten.
Maar als Ik ze na In de afgesloten ruimte
tusschen de schuren ontmoet, dan Is 't alsof
zg mg kcncen. Ze schreeuwen en gillen, dat
't 'n zard heeft. Misschien la 't, omdat ik
kersenpitten voor hen vertamel, of omdat Ik
weet waar de zakken met mtït staan. Want
zoo dom lz zelfs 'n varken niet, of hg weet
gauw genoeg, wie hem al of niet genegen Is.
Of souden ze soms denken, dat Ik weer mgn
jzs voor hen zal uittrekken? Nu, dan kunnen
ze lang wachten.
Wat ik verder met L o d d I e overbracht
en hoe wg beiden, de een tegenover den
ander, onze vriendschap betoonden, ken Ik nu
allemaal niet vertellen, omdat 't al twee nar
is, en dese brief vóór vier uar gepest moet
worden Maar dat komt later wel weer een*
te pas. L 0 d d I e heeft een poging tot moord
gepleegd op 'n lam, en als ik niet toegescho
ten was, had 't een treurig verloop gehad.
Nu heb ik 't lem van den dood en L o d d I e
van 't schavot gered maar ik praat er niet
verder over, want balten mg, Loddle on 't lam
weet alleen 8 ar ah er van, en die heeft mg
beloofd, dat tg 'r niet over soa spreken.
„Sure n't, 8lr, li you don 't lolk 't, Oll
keep soll'nt. 'f coarte.
Na, en daar vertrouw Ik nu maar op
anders zou 't er treurig voor Loddle uitzien
Maar zooveel haast had lk niet met mgn
biggen, of 'n oogenbllk hield Ik, door Kldder
mlnater rgdeude, Bobble In, om 'n standbeeld
aan te kgken. Ik zag daar het standbeeld
van „8 Ir Rowland HUIK C. B", den
man die niet alleen voor Engelend, maar voor
da geheele beschaafde wereld tot grooten
segen geworden Is door de Invoering van de
„pe nny postag e",onzen stnlvera poetzegel.
Dit deed hg In 1840. Hg was In 1798
in Klddermlnater geboren en werd In
1879 ln de W e s t m 1 n s t e r - A b b e y be
graven.
Van welke beteekeniz de Invoering van den
postsegel was, kan bigken uit 'n oud Amater-
damtch liedje
„Alweer een brief van de Leid-
|s c h e post,
Dat heeft mg alweer een schel-
[11 n g gekost."
Nu verzenden we voor die som zes brieven,
zes gewone brieven althans, en dien segen
danken we aan Slr Rowland HUI. De
letters K. C B. achter zgD naam bettekenen
Kntght Commander of the Bath,
waarvan ik wel de vertaling: Ridder
Commandenr van het Bad, maar
verder geen verklaring kan geven, 't Is zoo-
iets ais K G K n I g h t of the Garter:
Ridder van den Kouseband; of
K. G. C.: Knlght of the Grand Cross:
Ridder van het Groote Kruis.
Maar wat die titels beteekenen, weet ik niet.
Wg hebbeu se in one land ook. Ridder
der Militaire Wlllemaorde, b-v.
i Maer hoe je soo'n ridder worden moet, weet
ik niet, kan me niet echelen ook. TiteJe
en waardigheden hebben voor my nooit groote
beteekenis gehad, minder nog ridderorden,
'n Mensch moet goed sgn eu zjjn plicht doen,
en als t kau veel meer dan zgn plicht, en
trachten zooveel mogeigk te weten en dit
ten natte van anderen, weer aan anderen
meedeelen.
Dat men voor Slr Rowland Hlll een
■tandbeeld oprichtte, heeft hg dobbel en dwars
wonders expressie, wat 'n machtige uitdruk
king, ligt er In dien kop. Het lange kleed
ven dan piediker hangt af lot op de voeten
een hand rost op bank cd de andeie
houdt aan de borat het kleed vaat. Groote
wilskiacht en ernstig, diep medelijden hebben
In dit figuur hun ware uitdrukking ontvan
gen. Hier is 'n groot kunstenaar doende
geweest, om 'n groot karakter ln de toekomst
te doen leven. Dit beeld te alen iszich-
zeiven te gevoelen In 't geselschap van 'n
goed mensch.
B a x t r was
Riohard
Vlcar. laat mg zeggen predikant van de
Eugelzche kerk te Klddermlnster.
Toen werd hem evenals meer goede
menachen de kerk te ondraaglgk en
scheidde hg slch van haar af Hg «tlohtte
deCongregationalSect en was met
hls labonri", met „sgn arbeiders"
daags te voren verdronken was. msar csd
paar dagen later sag Dekker haar met den
„verzopen" hond hare woning binnenstappen,
doch had geen succes, toen hg haer ander-
maal aansprak' Ten derden male beproefde
Dekker op den 22sten Mei J.l. sgn geluk, teen
hg Groot self met denselfden hond de botte-
j lsrg zeg inmarcheereu M ar met een sten
torstem, soodat men 't de heele Appelhaven
langs wel kon hooren, balderde Groot: Jelui
loop me g. v. d. de deur plat„'k heb géén
I hond. In Maart ls ie al verdronken." Verder
26 jaren lang werd de in ambtsuitoefening zgnde Dekker
nog gruweigk beleedlgd en zelfs geschopt,
welk een en ander natnnrlgk aanleiding gaf
om 't «tandje voor de rechtbank te brengen.
Beklaagde ontkende zgn schold op hoogen
toon, doch met al zgn praatjes bracht hg het na
niet ver De 0. v. J. vond zgn optreden verre
van correct en zon 't heel jzmmer vinden, alt
zoo vermeldt het voetstok tnzschen beklaagde'* smoesjes werkeigk Invloed op de
1641 en 1660 te Klddermlnster werkzaam, nitspraak der rechtbank vermochten te hebben.
Tot nn toe heeft die non-cooformistische Dan toch zon de hondenbelasting daar ln
»-cte sloh in Engeland gehandhaafd, en Hoorn Impopulair als belasting Inruimen
eanige jaren geleden hebben hare leden met zin la belachelgk worden en dat zou spreker
hulp van de leiden der kerk, waarvan Baxter niet gaare zien.
zich scheidde, hem dit monument opgericht. De eitch
Als kostbare relieken bewaart de U n 11 a- hechtenis,
risn Chnreh te Klddermlnater
den preekstoel, den Bgbel en
dsn armstoel door Baxter gebrnikt,
toen bg nog Vlcar was; en de groote,- -.
sommen, door de Congregationai do«n relsen Klaasje Brouwer, haar
om ze In bezit te banrvronw, die getroawd Is met Jaap Vader,
luidde f10 boete tube. 10 dagen
Anna Lanwerman is een armoedig 29-jarlg
vrouwtje alt Enkhalzen, maar praten dat ze
kanwel, dat zou haren op kale hoofden
8 e 01 haar geboden,
krggen, worden met eerbiedwaardige ge
hechtheid van de hand gewezen. Er zijn
zoo van die mentchen, die ledereen eerbied
afdwingen, ook al gaat men geen twee
schreden met hen op hetzelfde pad Dat iz,
omdat zg goed zgn en karakter hebben.
Noteer dit.
Klddermlnster is vroeger 'n groote
welvarende stad geweest, toen de K I d d e r-
mlnster-carpe t-m annfactory daar
nog bloeide. Na worden er zoogenaamde
Brusseltche tapgten vervaardigd en deze
Industrie plns de geheeld haudel ln in
verval, 't Is de groote strgd, tusschen Cham-
berlain en zgn tegenstanders,"Die hier ge
streden wordt. Er #gn In Klddermlnster wel
dalsend leege botsen en nog elke week
verlaten landverhuizers de toch reeds soo
kleine stad.
In mgn vorlgen brief ben Ik wat haastig
geweeat. Toen meende Ik, dat lk nn*reeds
In Londen zon sgn, en zie, nu zit Ik nog
hier. Maar morgen of overmorgen reis Ik
toch hensch ef. Salnnt
„D 0 w 1 e s H o u s e" H. d. H.
Bewdley—Woroe*terv
England.
genoot daar den 29*ten Mei j.l, dan ook zóó
dubbel en dwarz van, dat ze 't aangaf en
heden de rechtbank op het volgende belang
wekkende verhaal vergaatte:
„We hebben 8 dagen te voren ook al ruzie
gehad meheer de rechtbank, want toen stookte
sg (beklaagde n. 1.) aan hare kinderen In,
dat ze „volle m44n 11" moeeten roepen toen
was me man an 't grassngen, weet n mebeer
en die heb niet veel haarI*
De gebaartjes zgn geen vriendjee, léog niet,
- en zulke dlngetjez maken 't natuurlgk
nóg erger.
Den 29sten Mei althana soo hoorden
we van moeder Klaasje, die alles nog heel
goed wist ging deze achtenswaardige
matrone even wandelen, doch toen kreeg ze
van Anna een slag met een klein emmertje
tegen haren arm, dat 't bloed er bg groote
emmers vol nit liep. Met de nog restesrende
krachten toog de volhardende Klaasje on
mlddellgk naer den Burgemeester, om slch
vervolgens na gedane klachten met boven-
monschelgke Inspanning haast geen bloed
meer in 't lgf naar dokter Kos te slepen,
die deae „bedenkelgke" patiënte direct onder
behandeling nam. Met veel bereidwilligheid
won Klaasje haren arm den heeien rechters als
bewgsatok voorleggen ter nadere aanduiding
van ie „zware" mishandeling, maar de
President (door de vacantle nn eens de
rechter-commlasaris Mr. Lagerweg) vond
dat niet noodlg en wilde dan liever een
verklaring van den dokter hebben gehad.
De 0. v. J. begreep ook heel goed, dat
Klaasje 't veel erger maakte met dien dikken
opgeaetten arm, dan 't inderdaad wel wae,
maar Anna hkd toch geslagen, dat stond
vast. En 't vorige jaar was er ook al eens
iets geweest, waarbg beklaagde schuld had.
Nd eiaohte Mr. Cnopius wegens mishan
deling f 8.boete of 2 dagen hecht., waarna
moeder Anna met betraande oogjes aftrok.
Juist toeu haar laatste snik ln de gang nog
kon worden gehoord en aan de andere zq
de geetalte ven haar waardig pendant
Klaasje was verdwenen achter de deur, riep
Deurwaarder Haaabroek een tweetal snurkers
af, die nu het eereplaatsje mochten innemen.
Teunla Bakker Albertszoon en zgn baas
Dirk Drgne, visscherlleden van het eiland
Texel, waren den 20sten Mei swaar beschon
ken en maakten 't lastig aan elk, dien se
tegenkwamen.
De politiemannen van 't plaatsje, waar do
heeren haringtrekkers hun kunsten vertoonden,
kwamen toen spoedig opdagen en wisten de
luitjes in den bak te krggen.
Echter vond dit niet plaats dan na een
■eer hevig verzet, want Tonnis, die het ergst
aangeschoten was, werd het eerst gepakt,
doch verzette sloh, maar z'n baas Dirk kon
dat niet aanzien en trachtte hem te bevrgden...
men begrgpt dat het niet zoo heel sachtzin-
n'K gingen soo kwamen se wegeua
wederspannlgheid heden voor de rechtbank.
De O. v. J. elschte deswege tegen de overigens
gunstig bekend staande varensgezellen elk f 10
boete of 10 dagen hechtenis.
Jaoob Verhagen van Alkmaar was heden als
beklaagde in geen velden of wegen te sleo.
Trouwens, «gn saakje had dan al bitter weinig
Blijf, bigf te hula, mgn hart, en raat,
Thnts bigvende harten sgn 't gelukkigst,
Want sg, die dwalen en zelf niet weten
[waarheen,
Zgn vol van moeite en vol van zorg;
Thuis blgven ls het beste.
Ala ik ln de donkere wildernis ben en
[naar de maan zie,
Dan voel lk, dat mgn moeder aan haar
[kind denkt
Dan kgkt sg naar de maan van uit de
[deur van oua eigen huls,
Door de kamperfoelie heen, waarvan de
[geur mg nooit meer zal verbigden.
Thuis, thuis, zoet, zoet tehul*.
Daar ls geen plaats gelgk aan thuis.
O, daar ls geen plaats gelgk aan thnls.
Zitting van Dinsdag 17 Juli 1906.
Met Ingang van 1 Januari dezes jaarz la
Willem Dekker, een net 42-jarig heertje,
aangesteld als plaatsvervanger van den met
eere grg» geworden veteraan Dirk Nicolaas
Bakker, den welbekenden Hoornschen com
mies bg de plaateeigke belasting, die nu «gne
welverdiende rast geniet. Willem, die er ook
buitengewoon veldwachter bg ie, had zfln veel
werk opleverend postje nog geen half jaar
bekleed, of hg kwam tot de minder prettige
ervaring, dat je als belasting-ambtenaar soms
met verduiveld rare klanten te doen krggt.
Daar heb je bgvoorbeeld dien mesjeu Plet
Groot, een kleine vierkante kerel met een
brutaal voorkomen en veel snapq, dat leek er
wel eentje vlak bg den duvel z'n staart
vendaan.
Meneer Is blerbottelaar en achtte het als j om het lgf, soodat zgne afwezigheid heele"
zoodanig oorbaar om, overeenkometlg zgn maal niet hlnderigk of vertragend werkte,
poeltie, er een prechtigen viervoeter op na te Hg had in den avond van den I9den Mei
kleine ten doop. Peetvader is assessor
Tubua. die haar nog van de bruiloft be
kend is. Tubus heeft een ongelukkig ka
rakter. wantrouwend, eergierig, prikkelbaar.
Bg bet doopdiner speelt hg een ongeluk
kige rol, hg valt Anna Marie lastig
Zg speelt tennis met hem eu legt bezoe
ken in het dorp met hem af, waar hg de
menachen geld wil geven. Een oud man
houdt hem voor den verlooide van Anna
Marie.
Ernst Hindorf komt op een goeden dag
bg Horst, om over een grens-aangelegenheid
van gedachten te wisselen, en bijjft eten.
Anna Marie is het onmogeljjk haar vreugde
over dit wederzien te verbergen. Doctor
Tubus wordt daardoor ijverzuchtig en roept
Anna Marie ter verantwoording. Zg wjjst
hem binnen de hem passende perken terug
Doctor Tubus schrjjtt een brief aan Anna
Marie, maar deze zegt hem, dat ze er riet
van houdt brieven te ontvangen van men-
schen, die met haar in hetzelfde huis leven
Daarop doet Tubus de beslissende vraag
en wordt afgewezen. Hg spreekt er over,
zich van het leven te willen berooven,
Anna Marie houdt dit voor aanstellerij en
schenkt dos geen waarde aan deze uit
drukking.
Na dit gesprek met Tubus gaat Anna
Marie naar haar kamer. Zjj kan de zaak
nog maar niet ernstig opnemen, en hoopt
dat Tubus wei weer tot zichzelf zal komen.
Terwgl zg naar buiten staat te kgken
ziet ze haar broeder Horst met Hindorf
op en neer loopen. Zjj schenen in een
levendig onderhoud lettende op hun ge
baren.
De inspecteur die vroeger in Lamnitz
geweest was, komt daarbjj. Het schjjnt, dat
er een twist uit geboren zal worden.
Anna Ma ie maakt vergelijkingen tusschen
de beide hoofdpersonen en verheugt zich
over de voorname houding van Hindort,
die nu afscheid neemt.
Bjj het eten is Horst nog zeer opgewon
den en geeft sterk af op Hindorf, die hem
verzocht had deel te nemen in zjjn verze
kering van de werklieden.
Horst heeft botweg geweigerd. Hindort
had een aantal boeren voor zjjn idééën
gewonnenHorst noemt dat zoeken en
jagen naar populariteit en roemt zichzelf,
dat hjj het Horst zoo flink gezegd heeft. Anna
Marie houdt wjjseljjk hare gedachten voor
zich.
Doctor Tabus is niet aan tafel en een
bediende wordt uitgezonden om hem te
zoeken maar die vindt hem niet op z'n kamer.
Aurelie maakt zich over haar broer be
zorgd.
In den loop van den middag komen de
kamerheer en mevrouw Van Mildenau op be
zoek. Anna Marie weet eigenljjk niet, hoe
ze met mevrouw Mildenau staathet is
haar niet onverschillig hoe Ernst Hindorf s
zuster over haar denkt,
Haar vriendelijke welwillendheid is ver
dwenen. Anna Marie beeft het gevoel,
door haar bespied te worden. Het bezoek
is kort en stjjf. Horst is ontevreden over
de houding van Aurelie. Deae is geheel
in beslag genomen door haar bezorgdheid
over haar broeder.
Na verloop van een uur komt de tuin
man meedeelen, dat de jonge mjjnheer uit
Berlga zich van het leven heeft beroofd.
Aurelie verliest haar zinnen en beschuldigt
Anna Marie, haar broer te hebben ver
moord, Horst toont zich als steeds rade
loos en laf. wil zjj nog eenmaal zien, midden op den
Anna Marie vlucht naar haar kamer. helderen dag, nog eens rustig met hem
Ean ontzetting grjjpt haar aan I Heeft zjj spreken, zjjn raad vragen, en zien of het
achuld Is zjj ccquet geweest Neen, hem leed doet, dat zjj heengaat,
neen, maar wel onverstandig, Wat moest Zjj overwint hare bedenkingen. Wat
er nu vaa haar worden In dit huis kon deert het haar nog, wat de wereld over
zjj niet blgven. Waarheen te vluchten? haar zegt en oordeelt? Ware het niet laf,
Zjj kan het in huis niet langer uithou- heen te gaan zonder den mensch, die de ge-
den en eg loopt in de schemering naar wichtigste rol in haar leven had gespeeld
ar Kzaf urafam 1 A- o rr.M r
buiten. Zonder het te weten, slaat zjj de
richting naar Lamnitz in. Wilde gedach
ten en plannen jagen haar door het hoofd,
Naar Hindorf 1 Hjj moet h&ar zeggen,
wat ze doen moet.
vaarwel te zeggen? Zelfs op gevaar
dat die opmerkt wat zg voelt.
Den volgenden dag ia het Zondag. Zg
weet, welk pad door het park hg neemt,
als hjj naar de kerk gaat. Daar zal zjj
w 11,1 "vin ca ca t
Hjj alleen op de wereld kan dat weten hem morgen vroeg ontmoeten
en kan haar helpen. Zjj zal hem te voet Ernst Hindort is wat vroeger op pad
vallen, hjj zal haar oprichten. Zjj ziet het gegaan dan andershet is een wouder-
heerenhuis van Lamnitz, het park ligt voor schoone Zondagmorgen. Een meisje uit
haar, en eensklaps is zjj bevreesd verder iiet dorp komt hem op den weg tegen
te gaan. In zjjn kamer brandt licht. Hjj en vertelt hem een lange, tragische ge-
is daar in zjjne wereld. Wat is zjj voor
hem
Anna Marie keert terug Het is nacht, het
huis van haar broer is reeds gesloten. Zjj
belt en belt nogeens, tot eindelgk een
der meisjes haar opendoet.
Anna Marie gaat weer naar haar kamer.
Zij moet eens rustig overleggen, wat zjj te
do011 k AA^l LX 1 AM J'i L 1
schiedenis Tot slot bidt" zjj hem genade
vpor haar beminde, die iets verkeerds ge
daan heeft en zich nu verborgen houdt.
Ernst Hindorf zegt, dat er gestraft moet
worden, maar hjj belooft haar, zich met de
zaak te zullen bemoeien. Het meisje
gaat gelukkig heen.
Zg komen allen tot hein en hebben ver-
r. TJ. .7^ MOU uouuou ver-
heett. Hier m dit huia kan Diet trouwen in hem. Hij heeft aich tfieteravond
tran A neaKa 7n 11
- -y
blgven, terwiUe van Aarelie Zjj denkt aan
Agatha en zal haar smeeken, haar een toe
vluchtsoord te geven in haar huis. Naar
haar tante in Kranzfelde Dat beteekent
verzuren 1 Er bijjft haar alleen Amerika
over.
zoo eenzaam gevoeld. Hoe vérfrischt de
jonge morgen hem. De kerkklokken luiden
en de gaaache natuur noodigt tot genieten.
Anna Marie komt hem tegemoet.
Hindorf bemerkt dadeijjk, dat er wat
TV I L cuuaun oamerat aaaeigk, dat er wat
Job zal haar en haar beetje geld bgzonders met het meisje is voorgevallen
unen gebruiken. Zii wordt na dit Zn „„.lui.
wel kunnen gebruiken, Zjj wordt" na" dit
besluit kalmer. Een snel afscheid, dat is
de hoofdzaak. Hoe weinig menschen heeft
men, waar men aan hangt. Hare gedachten
koeren naar Ernst Hindorf terug. Hem
Zg zegt hem eerljjk, dat zjj met opzet
hem tegemoet is geloopen. Hjj ziet, dat
hjj vandaag de kerk er aan geven moet.
Anna Marie deelt hem mede, dat zjj het
land wil verlaten. Hjj zegt haar, dat wat