Schager Courant.
VERSLAG
Laiidbounproefvelden in M-Unllani,
gedurende 1904.
Zondag 9 Sept. 1906.
-50ste Jaargang. No. 4185.-
DERDE BLAD.
Arrondissement^ Rtv
bank te Alkmaar.
OYER DE
Tengevolge van mijne vrij ernstige en langdurige onge
steldheid bestond er geen gelegenheid, dit verslag over de
proefvelden, die in het jaar 1904 in Noord-Holland onder
mijne leiding zijn aangelegd of voortgezet, op den gewonen
tijd in druk te brengen, en pmdat de zomer voor het lezen
van zulke verslagen een zeer ongeschikte tijd is, is met goed
keuring van den Heer Directeur-Generaal van den Landbouw
besloten, de openbaarmaking tot den herfst uit te stellen.
Het is mij bij het uitbrengen van dit verslag evenals
altjjd een zeer aangename taak, mijn warmen dank te brengen
aan alle personen, die tot het welslagen van de genomen
proeven hebben bijgedragen. Door de medewerking vooral
van de personen, die op de nauwkeurige uitvoering van de
gegeven voorschriften toezicht houden of zelf een deel van
de werkzaamheden op het veld op zich nemen, wint de be
trouwbaarheid van de verkregen uitkomsten in hooge mate
en ik hoop daarom, dat ook in de toekomst mij die mede
werking niet zal worden onthouden.
Als leidraad voor den lezer van dit verslag (en van de
verslagen over vroegere jaren) kan misschien het volgende
dienst doen.
Bij den aanleg van proefvelden heeft bij mij gedurende
mijne ongeveer tienjarige werkzaamheid in deze provincie
altijd de bedoeling voorgezeten vooral op die punten de
aandacht te vestigen en gevestigd te houden, die naar mijne
meening of naar de meening van personen, die in de ver
schillende streken met den toestand geheel op de hoogte zijn,
voor de betreffende streek van groot belang moeten worden
geacht.
Zoo zijn nu reeds jarenlang in de verschillende deelen
der provincie proefvelden gevestigd, waarvan een gedeelte
telkenjare met niets anders dan kunstmeststoffen is bemest,
terwijl het overige gedeelte altijd volgens het gebruik in de
boerderij een bemesting met slootaarde of stalmest ontving.
Het scheen mij jaren geleden toe, dat die proefvelden noodig
waren om de belanghebbenden te overtuigen, dat de destijds
veel geuite vrees, dat de grond door kunstmestgebruik zou
worden uitgeput, ongegrond is, indien slechts voldoende hoe
veelheden worden gebruikt, en men niet eenzijdig bemest.
Dat doel is tot nog toe met die proefvelden volkomen bereikt,
want hoe langer in een streek zulk een proef werd voortgezet,
des te sterker trok het de aandacht van zeer velen, dat de
kunstmest het steeds uitstekend tegen de gewone bemesting
bleek te kunnen uithouden en dat zelfs bijna altijd het kunst-
mestgedeelte een beter gewa? opleverde, dan het gewoon
bemeste. Het lijdt dan ook geen twijfel, of het kunstmest
gebruik is door deze proefvelden zeer in de hand gewerkt.
Hetzelfde doelde bevordering van het gebruik en
van het doelmatig gebruik van kunstmest, is eeuige jaren
lang nagestreefd door het aanleggen van talrijke kleine proef-
veldjes, door mij bestempeld met den naam „contróleveldjes."
Die kleine veldjes, in dezelfde streek op eenige boerderijen
tegelijk aangelegd, hebben door hare talrijkheid en door haar
dikwijls zeer sterk sprekende uitkomsten, de aandacht van
velen op het nut van den kunstmest gevestigd en zonder
eenigen twijfel zeer veel tot de groote toename van het
kunstmestgebruik in de provincie bijgedragen. Daar evenwel
langzamerhand het kunstmestgebruik vrij algemeen is gewor-
den, verminderde daardoor naar mijne meening, al meer en
nieer de reden voor het aanleggen van die veldjes en vond
ik zelfs in het jaar 1905 geen aanleiding, hier of daar zulk
een proefveld aan te leggen.
Het mag evenwel een opmerkelijk feit worden genoemd,
dat de besturen van verschillende laudbouwvereenigingen, die
'n het jaar 1906 begonnen zijn financiëel tot den aanleg van
proefvelden in hun kring mede te werken, er prijs op blijken
te stellen om door den aanleg van deze contróleveldjes de
behoefte van hun grond op te sporen en dat dientengevolge
'n het jaar 1906 weer een vrij groot aantal van deze veldjes
Z1jn aangelegd.
Van een andere rubfiek van proefvelden schijnen twee
proefvelden in het Gooiland vooralsnog te leeren, dat men op
hoogen zandgrond niet veel voordeel mag verwachten van aan
voer van Humus door middel van stalmest, daar tot nog toe
groei bij een steeds voortgezette sterke stalmestbemes-
''Dg niet belangrijk beter was, dan bij een liehte stalmest-
tamesting, met of zonder kunstmest daaraan toegevoegd.
Het begon mij eenige jaren geleden een zaak van belang
*°6 te schijnen, hieromtrent een onderzoek in te stellen en
proeven wijzen er op, dat ik daarin goed gezien
want wanneer bij voortzetting van deze proeven mocht
r' 'Jken, dat meu zjcjj inderdaad van humustoevoer op deze
gronden te veel voordeel voorspiegelt, dan zal daarin
een aanwijzing liggen om in het vervolg niet meer stalmest
te wenden dan met het oog op de voeding der plan-
gewenscht zal blijken, en zal dus in een eventueel gebrek
n west in die streken voor een groot deel door middel van
nstmest moeten worden voorzien en niet naar zeer groote
JP'jreng8ten moeten worden gestreefd, als de grond daarvoor
waterhoudend genoeg is.
,^et mag daarom voor de toekomst van belang worden
°P die kwestie nog eens ernstig de aandacht gevestigd
'k eeoige jaren geleden het noodig oordeelde, om
tg v ^"ddel van ierproeven de aandacht van onze veehouders
en °P de groote mestwaarde van de pis van het vee
•Bake ^°°r Tan ierbewaringsproeven trachtte uit te
in bewaring in een ierkelder beter was dan bewaring
ve0 bi lei8'00f' .bad ik niet durven verwachten, dat uit die proe-
i Elders0611 we'n'8e jaren een beweging tot het bouwen van ier-
ver«.vf-oU geb°ren worden, zóó sterk als dat tegenwoordig
awnoU ^reben in Noord-Holland, zelfs in een akker-
I die a^9 ^nna Haulowna, het geval is. Het blijkt,
611 'b heb^'Ü06^11 werbelyb veel reden van bestaan hadden
•boeten v3 ')ni gemeend die proeven voorloopig nog te
°ertzetten en z«. in 1906 te moetea uitbreiden door
ook proeven te nemen over de vraag, of de ier ook hare
volle uitwerking doet, wanneer zij in den herfst of den winter
wordt uitgesproeid.
De proeven omtrent het kiezen van poters van rijk- of
slechtdragende aardappelplanten, door mjj genomen voor reke
ning van de Vereeniging tot ontwikkeling van den Landbouw
in Hollands Noorderkwartier, hebben er toe geleid dat door
middel van de proefvelden propaganda wordt gemaakt voor het
gebruiken van pootaardappelen, af komstig van de vruchtbaarste
planten, hetzij door in eigen boerderij de vruchtbaarste stoelen
te bewaren, hetzij door pootaardappelen te koopen van een
kweeker, die op deze wijze werkt.
De genomen proeven hebben in Noord-Holland in ver
schillende streken tot navolging gewekt en ik twijfel er niet
aan, of bij voortzetting der proeven zal deze beweging nog
toenemen.
De gunstige resultaten, die de proeven met Bordeausche
pap ter bestrijding van de aardappelziekte telken jare ople
verden hebben er toe geleid, dat die proeven in de laatste
jaren op vrij uitgebreide schaal zijn herhaald. En daar de
uitkomsten steeds weer gunstig waren, heeft het besproeien
van aardappelen in die streken, waar de proeven zijn genomen,
burgerrecht verkregen. Er bestaat dus alle reden om die
proeven nog eenigen tijd met kracht voort te zetten en op
die wijze nog meer cijfers te verzamelen.
Dat de genomen proeven altijd weer zulke goede resul
taten hebben opgeleverd, meen ik voor een groot deel te
moeten toeschrijven aan het feit, dat de bereiding der pap
en de uitvoering der besproeiing steeds aan slechts enkele,
zeer vertrouwde en deskundige personen opgedragen werd.
De voortzetting van deze proeven is daarom tevens een uit
muntend middel om te voorkomen, dat de besproeiing door
een verkeerde uitvoering in de praktijk, en door de minder
gunstige uitkomsten die daarvan het gevolg zijn, weer in
discrediet komt.
Met nadruk wil ik er hierop wijzen, dat van een tijdige en
juiste toepassing en een goede samenstelling der pap alles
afhangt, en dat het dus zeer verkeerd is de besproeiing
tegen éen vaste vergoeding per Are te laten verrichten.
De proeven, waarbij twee of meer stikstof-, kali- of
phosphorzuurmeststoffen met elkander worden vergeleken, zijn
eerst in de laatste jaren in het plan opgenomen, omdat dooi
de sterke uitbreiding van het kunstmestgebruik de proj aganda-
proeven niet meer zoo sterk op den voorgrond behoefden te
tredenterwijl het daarentegen niet van belang ontbloot
scheen, hier en daar eens door middel van langdurige
proeven na te gaan, welke meststof onder bepaalde omstan
digheden de meeste uitwerking heeft, chilisalpeter of zwavel
zure ammoniak, kaïniet of patent-kali, superphosphaat, thomas-
phosphaat, beendermeel of Algiersch phosphoriet. Deze proe
ven zijn evenwel uiterst moeilijk zuiver te nemen, en geven
uit den aard der zaak geen groote verschillen te zien, zoodat
het voordeel dat voor de praktijk met deze proeven is
te bereiken, niet zoo heel groot is, lang niet zoo groot ten
minste als dat van de eerder genoemde proeven.
Ook zijn in de laatste jaren nu het kunstmestgebruik
zich uitbreidt en de handel daardoor gelegenheid verkrijgt
om gedurig weer eens een minder bekende meststof bij de
landbouwers met sohoonklinkende aanbevelingsbrieven aan te
prijzen proeven noodig geworden, waarbij die meststoffen
worden vergeleken met de meer gebruikelijke meststoffen.
Variëteitcnproeven zijn er in de provincie Noord-Holland,
zoolang de proefvelden onder mijne leiding stonden, weinig
genomen, omdat de boeren reeds uit eigen beweging proeven
met verschillende haver-, gerst-, tarwe- of erwtenvariëteiten
nemen en dientengevolge in Noord-Holland over het algemeen
de meer productieve of waardige variëteiten het meest ver
bouwd worden.
Bovendien zijn de uitkomsten van deze proeven zoo ver
anderlijk en zoo sterk afhankelijk van het weer, van den toe-
valligen vruchtbaarheidstoestand van den grond en van allerlei
andere omstandigheden, dat het bijna onmogelijk is, zelfs na
voortzetting gedurende eenige jaren, om bepaalde variëteiten
als de beste aan te wijzen, en dat men bij het openbaar maken
van conclusiën uiterst voorzichtig moet zijn, indien men de
landbouwers niet aan zeer groote teleurstellingen wil bloot
stellen. En daarbij komt dan nog, dat bij de inrichting van
die proeven rekening behoort te worden gehouden met de
mogelijkheid, dat twee rassen van dezelfde variëteit, die
dus onder volkomen denzelfden naam worden
in den handel gebracht, vrij uiteeuloopende opbrengsten
kunnen geven.
Om eenige gegevens te verkrijgen over deze vraag, in
hoeverre de verschillende rassen van eenzelfde variëteit gelijk
waardig zijn, en in hoeverre dus de tegenwoordige inrichting
van onze varicteitenproeven waarborgen oplevert voor prac-
tisch bruikbare uitkomsten, worden Zeeuwsche blauwen uit
verschillende streken en boerderijen afkomstig en gedeeltelijk
ook op verschillende wijze gesorteerd, met elkander vergeleken,
tenvjjl ook met Probsteier haver en met grauwe erwten een
dergeljjke proef is genomen.
Voorloopig blijft het mij nog voorkomen, dat eene ver
gelijking van verschillende variëteiten eerst reden van bestaan
heeft, nadat eerst van iedere variëteit door vergelijkende
proeven of door doelmatige pootgoedkeuze het ras is uitge-
kosen, dat de hoogste opbrengsten geeft, opdat men daarna
van iedere variëteit dat ras kan nemen, dat bij de vooraf
gaande proefnemingen de hoogste opbrengst gaf, of de meeste
waarde bezat.
Bij de bekendmaking van den uitslag van eene variëteiten-
proef behoort dan nog uitdrukkelijk de kweeker of
de boerderij te worden vermeld, van wien of vanwaar de
variëteit betrokken is, en daarbij te worden medegedeeld,
dat de conclusie alleen geldt voor dat bepaalde ras,
en niet voor alle partijen zaad, die onder denzelfden varië-
teitsnaam in den handel worden gebracht.
Daarom schijnt het mjj voorloopig nog de beste weg,
mjj voornamelijk te bepalen tot het maken van propaganda
voor de veredeling door middel van de rijkdragende planten.
Dit verslag is ingevolge mjjne opdracht opgemaakt door
den heer De Gier, leeraar aan de onder mijne directie staande
Itjjkslandbouw winterschool te Schageu.
Mjjne medewerking bjj het opstellen daarvan heeft zich
bepaald tot het doorlezen en het aanbrengen van enkele
veranderingen, waar mij die noodig voorkwamen. Van de
conclusiën, die uit de medegedeelde cjjfers zijn ge
trokken, zjjn enkele door mjjzelven gesteld, terwjjl de andere
met zorg door mij zjjn gelezen en waar mjj dit noodig
toescheen, zjjn gewjjzigd.
De Rijkslandbouwleeraar voor Noord-Holland
C. NOBEL.
Zitting van Dinsdag 4 September 1906.
Oifffül Wet 'n kostelijks zitting vandaag,
hè?.-. Bij een hitte van zeker 'a goeie 90
graden Fahrenheit een lange reeks van
allerlei boosdoenerijtjea te mogen hooren
uitpluizen,welk 'n onschatbaar voorrecht!
't Zal dan ook zelfs den Praeicz Mr.
Unabgrove presideerde na de pauze ver
moedelijk niet heel onaangenaam rijn ge-
weert, toen Z.E.A't was Inmlddel* nog
maar half elf nre In den avond, eindelijk de
hamer mocht laten vallen-
't li wel aardig, aco lij die heldere ga«-
pitten de zaskjes in „het volle licht" te
mogen bekijken maar toch, al ia het een
volgende maal als naar usance bjj 't dag
licht afgeloopen, hsasifc, we lallen er niet
om hui ea.
Als co. 1 boorden we na de uitspraken,
een tweetal jongelieden afroepen, die door
dat re le weinig onderscheid lus; ohen het mfn
en dijn kenden, z'chselven op 't zondaars
bankje hadden gewerkt.
Thans gedetineerd zijnde in 't Huls van
Bewaring, achter „Justitiae", waren belden
(we znllen ze eerst eventjes voorstellen als
F.its Frederik Nienwenburg, een 25-jarig
Amsterdamsch los werkman, geboortig nlt
Den Helder, en z0n 1 jaar jongere, zonder
veste woonplaats rondswervende beroeps-
genoot Lambertus Wslters, die in Nrêrlands
hoofdstad 't eerste levenslicht aanschouwde)
in den avond van 27 Juli j.1. te Hoorn nog
knapjes laat op de been en ontmoetten
ze waren op den Kooden Steen en wel in
dubbelen zin, want hunne gelden waren
onrustbarend geslonken, 'n hond van den
bekjnden sigarenfabrikant dramaturg. Jacobus
Witson.
Ze haalden 't beestje wat aan en of ze
daar nu vee! slag vj.a hebben, of dat da
hond nog al 'n allemansvriend was, weten
we niet, maar ze wisten hem zonder protest
mee te tronen ns»r 'a kano's, zekeren
Kobus Beek, een metselaar, bjj wien ze in 't
middernachtelijk uur met veel bombarie
aanbelden, vragende of „Ko" nog thuis was,
«Kleine Ko ro-pt 'n stem van binnen.
Nam, dan grooten Ko moesten ze hebben en
die kwam dan ook voor en kocht, uiets
kwaads vermoedende, sooals bij
voorgaf, 's heeren Wllson's hond voor'n
kwartje. De beide „kooplieden" trokken
weer af, groote en kleine Ko en de hunnen
•liepen gauw weer in en 't zaakje wa»
afgeloopen. Masr de ondernemende avon
turiers waren niet tevreden. Frits had 15
o:-nt» en Bartas maar 'n dubbeltje vaa de
opbrengst en des anderen dasgs was onte
Frederik dus wat bic, dat hg vaa Johan
Vlaar, een Hoornsch kastelein, een paar
geiten wist te stelen, die hjj aan Jan Draaier,
een Hoornechen scharrelaar, dien hij ia Berk
hout tegenkwam, voor 2 gulden, verkocht.
Jas varmosdde, evenmin als groote Ko, het
minste of geringste kwaad en verkocht de
beestjes later weer aan zijn collega P,et Best,
die te daarna weer aan der rechtmatigaa
eigenaar, Viaar. hetft uitgeleverd. „Esrijjk
doelen" was 't motto, waaronder 't tweetal
werkte, dus Limbsrtus kreeg 'a gulden van
't koopje, terwijl F.its den anderen ejoof als
zjjn rechtmatig eigendom beschouwde en
„diezakte".
Maar de bestolenen lieten hot er niet tg
zitten en deden aangifte, en nadat hot ge
tuigenverhoor was beëindigd, kreig de
O v. J. gelegenheid esas oven 'n woordje
mee te praten. Ea daarvan maakte ZEG.
grotig gebruik door het tweetal alt 'n paar
giVÉarigke rakke.s te kwa! floeeren, dia
beiden al een* sgn gestraft en gewoonweg
stelen wat voorkomt. Het bewjjs was vol-
domda geleverd ea bovendien bekenIsn de
visgels.
Wegeas diefstal dcor 2 7er*an?gde per-
soaen, wat N'.euwenborg betieft, diefstal bg
herhaling, - werd tegea deten 6 maanden
gevang gsëlscht ea tegen Waltere 8 mnd.
Mr. E. P. M. Kraakman trad als ver
dediger op voor beklaagde no. 1, wiens
ome aodlghedsn verre vau rooskleurig, waren
en die een pijltje van God Amor in het hart
heeft gekregen, tengevolge waarvan hg
ircoirlgk verliefd werd op een meisjj. Het
damde echter niet lang, cf tengevolge van
beider eensgezindheid geward F.its eoa
souvenir, dat ia vtrband met den inhoud van
zön portemonnaie best gemist had kuur,en
worden. Miar, destgds in dienst zgnde, deed
hg toch sgn best om Neeltje zooveel mogelgk
steun ta verleenea, door zgn toldg greoteo-
deels aan haar te geven, haar veel van sgn
eten af te staan, enz. Eu zoo gauw als het
gevoegelijk kon, heeft hg, volgene pleiter,
hrt plan 'n nieuw le van te beginnen I
Mr. Kraakman verzocht dan ook wat minder
atiat' voor zgn cliënt.
Mr. J. Verdam pleitte voor Walter» en
dat wel mst 'n onblntchbaar vuur. Het
wilde ZEG. wel 10 mael voorkomen hg
zei dat tenm nste juist 10 keer, dat beklaagde
niet zoo heel veel schnld had. Aan dien
geitendiefstal had hg immera heel niet
geholpen. Ea die hond, ooh, daar had hg
net maar 'n dubbeltje van gehad. Spreker
zou willen, dat aan zgn cliënt een straf werd
opgelegd, van gelgken duur als zijn voor-
looplga hechtenis is geweest, en dak-vin
moest dan de voorloopige hechtenis woiden
afgetrokken dan schiet er precies niks
over
Lambertus Waltere wa» d'r eohter nog riet
af en mocht ten tweede male terechtstae.n,
ditmaal wegeao haling [van de gestolen gei
ten], welke geschiedenis we nareed» kennen,
sood-t we alleen nog zullen melden, dat de
O. v. J. deswege opnieuw 8 maanden ge
vangenisstraf tegen Waltere tiiohte, zoodot
hem nu dezelfde portie is toegedacht, waar ia
■traks iga vriendje Friedrïoh zich verheugen
mocht. Mr. Verdam stond den arm6n Beitus
ook nu als 'n trouwe wachter ter zgde en
verzocht vermindering vaa straf.
Nu trad de pauze i n, Mr. Van Houwaniuge
trad voor vandaag af ala president, wg kon
den ens 'n beetje vertreden en Jicobus
M-.nqn uit Den Helder mocht o p treden als
beklaagde nummer 8 ea een balaljon getui
gen moast Ban treden in da personen van
Antje Lvvell, huisvrouw van N Dieneari
Gerardus Mangn, een werkman, en W. J van
Nieuwenhuizec, een ondsrwgtet [allen Hel-
derache®]. 't Wsi wel goochem, dat deheeien
de pauze benutten, om dit zaakje even af te
lieren, want met 't oog op de kinderwetten
meent 't toch niet anders dan met gesloten
deuren, daar beklaagde nog 'n zeer iengdt*
persoontje is. We weten er vorder niets van.
Ook de eisoh is ons onbekend.
Wie kent niet Cornslij Geil, die vroegsr
in Sohagec woondo, later zonder vaste wc m-
p.aats ronöcwlrrf en thans sinds ettelgka
dagen In net Hals van Bewaring vertoeft
Ons dankt, aan weinigen zal hj onbekend
SQQ*
Zjlfs de kippen in dit arrondissement kro
pen ons Keesje „op "n en" eo zien wellichl