Schager Courant.
VERSLAG
LandbonwproeIvel<ien in liiri-lilliii,
Zondag 16 Sept. 1906.
50ste Jaargang. No. 4187.—
DERDE BLAD.
gedurende 1905.
OVER DE
Proefvelden aangelegd met het doel aan
te toonen, dat bemesting met uitsluitend
kunstmest den grond niet uitput, als slechts
alle stoffen, waaraan de grond behoefte
heeft, in voldoende hoeve el heid worden
aangevoerd.
Bij alle tot deze rubriek behoorende proefvelden is per
ceel 1 van den aanvang der proef af steeds bemest op de
gebruikelijke manier, zonder kunstmest, terwijl de overige
perceelen nooit iets anders dan kunstmest ontvingen.
1. P. Jon GERT Kz., Hoogkarspel.
Kulkrijke kleigrond. Vroege aardappelen en daarna slaboonen.
Vorig jaar vroege aardappelen en daarna roode kool.
Dit proefveld, aangelegd in 1899, bestaat uit twee ge
deelten, waarvan perceel 1, groot 1 Are, in 1899, 1900 en
1901 telkens met slootaarde werd bemest, in 1902 en 1903
met stalmest, in 1904 met slootaarde en trammest in de
pootgaten, in 1905 met compost; terwijl perceel 2, groot 2
Are, telken jare uitsluitend kunstmest ontving.
Perceel 1 is bemest per H.A. met 70.000 K.G. compost,
kostende f 200. Deze is over het veld uitgestrooid op 21
December 1904 en op 18 Februari 1905 mede ondergespit.
Perceel 2 werd vóór het spitten (18 Febr.) per H.A.
bemest met 800 K.G. super, 500 K.G. patentkali en 400 K.G.
zwavelzure ammoniak; bij 't poten (22 Maart) werd daarbij
200 K.G. chili gegeven en drie weken later nogmaals 200
K.G. chili; totale kosten f177.
Beide perceelen zijn op 22 Maart bepoot met Duitsche
muizen, waarvan het gemiddeld gewicht der poters 30 gram
bedroeg, terwjjl de pootafstand 40 cM. was.
Yan het opkomen af was het loof der aardappelen op
perceel 2 donkerder. Yan afvreten, ziekte of nachtvorsten
heeft het gewas geen last ondervonden.
Beide perceelen zjju op 23 Juni gerooid met den vol
genden uitslag, per H.A. berekend
Aardappelen
Perc. 1 compost
2 kunstmest
Groot©
HL.
186
180'/.
;a
Kleine
H.L.
42
52'/,
Kriel
HL.
18
19
Opbrengst
in guldens
f 1115.40
1122.80
Bemostings-
kosten
f200
177
Op beide perceelen was de kwaliteit en de vorm der
knollen goed.
Ka het rooien is het loof van beide perceelen verwijderd
en het land niet de hark bewerkt.
Op 24 Juni zijn beide perceelen met stamprincesseboonen
bezaaid, die best opkwamen. Zij werden groen geplukt op
6 October en verkocht a f0.90 per zakje van 15 K.G.
De opbrengst van de boonen was, per H.A. gerekend
Perceel 1 compost
2 kunstmest
Boonen in K.G.
10.400
13.125
Opbrengst
in guldens
f 624.—
787.50
Aardappelen
en boonen
in guldens
f 1739.40
1910.30
Yan 1899 af tot en met 1905 was de totale uitkomst
van dit proefveld (zie verslag over 1904, bladz. 8) als volgt:
Proefjaar
Perceel 1.
Perceel 2.
Gewone meet
Opbrengst
Kunstneet Opbrengst
1899-1904
f 914
f 6426
f 884 f 6838
'I
1905
200
1739
„177 1910
Totaal
f 1114
f 8165
f 1061 1 f 8748
Zuivere opbrengst na aftrek der
f 7051
f 7687
Het voordeel over alle zeven proefjaren is nu gestegen
tot f 636. De bemesting met uitsluitend kunstmest heeft het
derhalve 7 jaar lang uitstekend tegen de gewone bemesting
uitgehouden. Al de jaren heeft het eerste gewas uit vroege
•ardappolen bestaan.
2. M. Dekker, Nibbikswoud.
Kalkarme kleigrond. Vroer bieten. Vorig jaar blauwe aardappelen.
Dit proefveld, aangelegd in 1899, bestaat thans uit 4
Smelten.
Perceel 1, groot 4.71 Are was in 1899 gedeeltelijk
bemest, gedeeltelijk sterk bemest met kunstmest, in 1900
gedeeltelijk met stalmest, gedeeltelijk met stikstof kunstmest,
10 1901 en 1902 onbemest, in 1903 en 1904 bemest met
stalmest en in 1905 onbemest.
Perceel 2 en 3, groot 4.42 Are en 7.56 Are zijn in
a en 'i U'i bermeting van dese perceelen bleek, dat perceel 1 vijf procent en
F,- procent kleiner waren, dan vroeger ia aangenomen. Op de conciuaidn
u-gere jaren getrokken, kan dit slechte oen geringen ia vloed habbeo.
1904 en ook dit jaar afzonderlijk geoogst, omdat in vorige
jaren is gebleken, dat de grond van beide in verschillende
omstandigheden verkeert.
Zij zijn sedert 1899 ieder jaar uitsluitend bemest met
kunstmest en in 1901, 1902 en 1904 met kalk. In 1905 is
bemest per H.A. met: 1000 K.G. kalk (15 Nov. 1904) 800
K.G. thomas (15 Nov. '04), 500 K.G. patentkali (24 Febr.),
350 K.G. zwavelzure ammoniak (25 April), 200 K.G. chili
(28 Mei) en 200 K.G. chili (5 Juni); per H.A. kostende te
zamen f116.
Perceel 4, groot 2.05 Are, bestaat uit denzelfden grond
als perceel 3, is steeds zoo bemest, doch zonder kalk.
Het proefveld is de eerste maal geploegd op 2 November
1904, op 16 Nov. voor de 2emaal en 21 November ten derden
male; op 6 en op 26 April zijn alle perceelen geëgd en 27
April gehakt. 6 Mei zijn de bieten, variëteit Rosa-voêrbieten,
gezaaid op 40 cM. afstand, 8 Mei is het land geharkt en op
2 en 3 Juni zijn de bieten op stuk gezet. De opkomst is
vrij regelmatig geweest.
Heel spoedig kwam het stalmestperceel bij de overige
ten achter. De kleur van het blad op het kunstmeetgedeelte
was veel donkerder en bij het rooien waren de bieten op het
stalmestperceel kleiner van stuk.
Het gewas heeft wel wat geleden van de langdurige
droogte in den zomer van 1905, doch op het kunstmestperceel
hielden de bieten zich bijzonder goed.
Op 7 October werd een begin gemaakt met het afsnijden
der bladeren voor veevoeder, waarbij de bieten tegelijk met
een haakje uit den grond getrokken en op het veld neerge
legd werden.
Als ze voldoende waren opgedroogd, werden ze tegen
elkaar geslagen om de aanhangende aarde te verwijderen, en
op hoopen gestapeld.
Op 19 October waren alle bieten aan hoopen verzameld
en zijn zij gewogen. De waarde is door den proefnemer ge
schat op f 6 per 1000 K.G.
Per H.A. gerekend, was de opbrengst:
Bieten Opbrengst Bemesting*,
in K.G. in guldens kosten
Perc. 1 onbemest 56200 f 337
2 kunstmest 73500 441 f 116
,3 (andere grond) 82000 492 116
,4 (zonder kalk) 82800 497 106
De verkregen oogstcijfers bevestigen dit jaar het ver
moeden, dat de grond van perceel 3 onder betere omstandig
heden verkeert, want de opbrengst is beduidend hooger.
Evenals voorheen, moet ook nu weer geconcludeerd wor
den, dat dfc bemesting met kalk niet voordeelig heeft gewerkt,
wijl perceel 3 f 5 minder heeft opgebracht dan 4; in 1904
was dit verschil f 90.
Indien wij de gemiddelde opbrengst van perceel 2 en 3
op f 466 per H.A. stellen, dan is de netto-opbrengst hiervan
f350; die van perceel 4, kunstmest zonder kalk, is f391 en
die van het stalmestperceel f337. Ook in 1905 heeft de
kunstmest dus betere uitkomsten gegeven dan de stalmest.
Yan 1899 tot en met 1905 was de totale uitkomst van
dit proefveld (zie verslag over 1904, bladz. 4, 5 en 6) als
volgt
Proefjaar
Perceel 1
Perceel 2 en 3
Perceel 4.
Gewone
mest
Opbrengst
Kunstmest
mat kalk
Opbrengst
Kunstmest
zonder
kalk
Opbrengst
1899-1904
1905
Totaal
Zuivere opbreng
der bemesting
f 530
f 1952
337
f 608
116
f 2777
466
f 546
106
f 2864
497
f 530
st na aftrek
skosten
f 2289
f 1759
f 724 f 3243
f 2519
f 652
f 3361
f 2709
De zuivere opbrengst van de künstmestperceelen is dus
veel grooter dan van het stalmestperceel, terwijl de bemesting
met kalk steeds nadeel schijnt te hebben gegeven.
Het proefveld stond onder toezicht van den Heer K. Ruy-
terman, Hoofd van den landbouwwintercursus te Hauwert en
de Heer K. Kroon te Hauwert verleeude daarbij zijne hulp.
3. H. Schaap, Midsland, Terschelling.
Zandgrond. Aardappelen. Vorig jaar haver.
Dit proefveld is aangelegd in 1898. Het bestaat uit drie
gedeelten.
Perceel 1, groot 5 Are, is in 1898 en 1899 niet bemest.
2 Are ervan werd in 1900, 1901 en 1902 telkens bemest
met ongeveer 25.000 K.G. stalmest per H.A., de overige
3 Are ontvingen die bemesting alleen in 1900 en bleven in
1901 en 1902 onbemest.
In 1903 werd het geheele perceel bemest met 32.000 K.G.
stalmest per H.A. In 1904 bleef het geheel onbemest, in 1905
opnieuw 25.000 K.G. stalmest per H.A., kostende ongeveer f 70.
Perceel 2, groot 10 Are, is vanaf 1898 steeds uitsluitend
bemest met kunstmest en ontving in 1898 bovendien per
H.A. 2000 K.G. kalk, in 1902 1000 K.G. kalk per H.A.,
in de andere jaren geen kalk.
Perceel 3, groot 10 Are, is vanaf 1899 juist zoo bemest
als perceel 2. In 1898 en 1899 ontving het bovendien 2000
K.G. kalk per H.A.de helft ontving in 1901 2000 K.G.
kalk en in 1902 1000 K.G., terwijl in 1904 bet geheele per
ceel opnieuw met 2000 K.G. kalk bemest werd; 14Dec. 1904
is opnieuw 1000 K.G. kalk gestrooid.
De bemesting der perceelen 2 en 3 was per H.A. in 1905:
600 K.G. thomas, 800 K.G. kaïniet (beide 17 Dec. 1904) es
350 K.G. chili (half 20 April en half in 2 portie's telkens
na ongeveer 14 dagen.)
De aardappels, Terschellinger roode bollen, zijn gepoot
op 20 April. Zij zijn tweemaal gehakt. De groei was uit
stekend. Reeds dadelijk na het opkomen viel een buitenge
wone groei waar te nemen op alle drie perceelen, doch vooral
op de knnstmestgedeelten. Door de buitengewone ontwikkeling
trok het proefveld veler aandacht.
Het rooien had plaats in het laatst van September.
Op perceel 1 was weinig ziekte. Op 2 waren de aard
appels wat pokkig, ook was ongeveer 1 H.L. ziek. Op 3
waren de aardappels bijna alle mooi glad, ook van ziekte viel
weinig te bespeuren, zoodat men hier een gunstige werking
der kalkbemesting mag veronderstellen; juist het tegenover
gestelde van wat wel ee*s ondervonden schijnt te zijn.
Perc.
De opbrengst was per H.A. als volgt:
Aardappelen
Groote Kleine Zieke Opbrengst Bemesting»
in H.L. in H.L. in H.L. in gulden» koeten.
1 stalmest 250 20 Of 512 f 70
2 kunstmest z. kalk 285 25 10 585 (9
3 m. 315 20 0 642 89
De prijs is geschat f2 voor 1 H.L. groote en f 0.60 voor
1 H.L. kleine. De kwaliteit der aardappelen op alle percee
len was zeer goed. In vergelijking met de oogsten, die ge
woonlijk op Terschelling verkregen worden, mag het resultaat
uitstekend heeten.
Yanaf 1898 tot en met 1905 was het resultaat, (zie ver
slag 1904, bladz. 7 en 8), berekend per H.A., aldus:
Proefjaar
Perceel 1
Perceel 2
Perceel 3
Gewone
mest
Opbrengst
Kunstmest
zonder
kalk
Opbrengst
Kunstmest
met kalk
Opbrengst
1898-1904
f 212
f 1683
f 434
f 2020
f
f
1905
70
512
79
585
89
642
Totaal f 282
Zuivere opbrengst na aftral
der bemestingskoeten
f 2195
[f 1913
f 513
f 2605
f 2092
f 89
f 642
De bemesting met uitsluitend kunstmest was wederom
voordeeliger dan die met stalmest. Ook in 1905 heeft hier
de bemesting met kalk gunstig gewerkt.
Het proefveld stond onder toezicht van den Heer A.
Meilink, vroeger hoofd van den Landbouwwintercursus te
Midsland.
4. C. R ij k e B o E R, Het, Terschelling.
Zandgrond. Hooiland.
Dit proefveld is aangelegd in 1899.
gedeelten.
Het bestaat uit 4
Perceel 1, groot 3 Are, is in 1899, 1901, 1902 en 1903
niet bemest, in 1900 bemest met ier, in 1904 met ongeveer
30.000 K.G. stalmest per H.A., in 1905 28 Maart-10 April
opnieuw met ier, per H.A. ongeveer 50.000 Liter, voor
met water verdund.
Perceel 2, groot 2 Are, is in 1899 niet bemest, in 1900
geïerd, in 1901, 1902 en 1903 bemest met 32.500 K.G. stal
mest per H.A., in 1904 en 1905 gelijk behandeld als perceel 1.
Perceel 3 en 4, samen groot 20 Are, zijn vanaf 1899
alle jaren uitsluitend bemest met kunstmest, behalve in 1900,
toen een gedeelte van 15 Are bemest werd met ier evenals
de perceelen 1 en 2. In vorige jaren zijn perceel 3 en 4
nu en dan bemest met kalk behalve een gedeelte van 3, groot
2.5 Are, dat na 1899 geen kalk meer ontving.
In 1904 (20 Januari,) is 5 Are van perceel 3 en perceel
4, groot 2'/, Are, bemest per H.A. met 1000 K.G. kalk, terwijl
de rest geen kalk ontving; in 1905 3 en 4 beide zonder kalk.
Beide perceelen zijn gelijkelijk bemest met per H.A.500 K.G.
thomas, 800 K.G. kaïniet (14 December '04) en 300 K.G.
chili (4 en 20 April.)
Alle perceelen hebben geleden van de langdurige droogte
ia den zomer van 1905. „Op perceel 1 was de stand zeer
„vol, n.1. veel ondergras en klaver. Op liet kalkgedeelte scheen
„de groei beter dan op het gedeelte zonder kalk", meldt de
Heer Meilink.
De oogstcijfers waren per H.A. berekend als volgt:
Perc. 1 en 2 ier
3 kunstmest met kalk
„4 zonder kalk
Hooi
ln K.G.
5200
5160
4224
Opbrengst
in guldens.
f 166
166
136
Bemesting»*
kosten.
f 70
70
70
De Proefnemer schat de waarde van 1000 K.G. hooi
op f32.
De Heer Meilink heeft opgemerkt, dat hij eene vergissing
gemaakt had bjj de opgave over 1904. In onderstaand staatje
wordt daarom het resultaat over 1904 verbeterd opgenomen.
Yan 1899 tot en met 1905 was de volledige uitkomst
van dit proefveld (zie verslag over 1903 bladz. 10) als volgt:
Proefjaar
Perceel 1
Perceel 2
Gewone mest
Opbrengst
Kunstmest
Opbrengst
1899-1903
1904
1905
Totaal
Zuivere opbreng
bemestingskost
f 295
75
70
f 595
136
166
f 273
76
70
f 736
190
151
f 440
•t na aftrek dei
en
f 897
f 457
f 419
f 1077
f 658
De bemesting met uitsluitend kunstmest heeft in 7 jaren
f200 meer voordeel opgeleverd dan die met stalmest, niet
tegenstaande er veel grond bestaat voor de onderstelling, dat
de stikstofbemesting met de zeer groote hoeveelheid ier zeer
ruim was en de prijs ervoor te laag is geschat.
Kalkbemesting gaf op dit proefveld steeds een gunstig
resultaat. s
Het proefveld stoud onder toezicht van den Heer A.
Meilink, vroeger hoofd van den Landbouwwintercursus t«
Midsland.
De Rijkslandbouwleeraar voor Noord-Holland
C. NOBEL.
(Wordt vervolgd.)
O