Schager Courant. V E li S L A G Landbonwprodvelden in Inri-lilliii, Zondag *23 Sept. 1906. öOste Jaargang. No. 4189. VIERDE BLAD. gedurende 1905. - 347 -1) OVER DE hier uitsluitend bemest met kunstmest. In 1905 bestond de bemesting in 500 K.G. super, 200 K.G. patentkali (9 Maart) en 400 K.G. chili (13 Maart en 2 April telkens de helft). Perceel 3, groot 12.2 Are, is steeds op dezelfde wijze bemest als perceel 2, doch met dit verschil, dat hier in 1902 en 1903 telkens bovendien 200 K.G. patentkali werd gestrooid. Het proefveld is in den herfst van 1904 (begin November) getweevoord. De gerst is 13 Maart met de machine gezaaid, nadat het land eerst goed geëgd was. De hoeveelheid zaai zaad bedroeg 1 '/j H.L. per H.A., de rijenwijdte 25 c.M. Na het zaaien is op de gebruikelijke manier overgeëgd. De gerst is spoedig opgekomen 2 April is zij gehakt. Spoedig was het een welig gewas, dat onderling weinig ver schil vertoonde, het gedeelte aan den weg grenzende geleek iets beter dan de rest. De proefneemster vermeldt, dat de gerst op het proefveld uitmuntte boven de andere perceelen met dit gewas in de Wogmeer. Een zware regen op 25 Juni deed het gewas legeren, doch gelukkig was de aar toen reeds overal uit de bladscheede gegroeid en wijl hierop eene zeer droge periode gevolgd is, heeft het gewas verder geen nadeel hiervan ondervonden, doch is geregeld door aangerijpt. 31 Juli is de gerst gezicht. De opbrengsten waren, per H.A. berekend, als volgt Perc. 1 onbemest 2 en 3 kunstmest Gerst in H.L. Stroo Opbrengst Bemestings- le soort 2e soort in K.G. in guldens kosten 46 3'/j 4800 f 373 52 4 5750 429 f82 5. J. K e 8 s e l, Opperdoes. Lichte zavelgrond. Vroege aardappelen, daarna witte kool. Vorig jaar dezelfde geirassen. I Het proefveld is aangelegd in 1902. Het bestaat uit twee gedeelten. Perceel 1groot 3,6 Are, bleef in 1902 onbemest en werd in 1903, 1904 en 1905 bemest met 35.000 K.G. varkens- mest per H.A., kostende f 150. Perceel 2, groot 6,75 Are, werd ieder jaar uitsluitend bemest met kunstmest en wel in 1905 met per H.A. 600 K.G. super, 300 K.G. zwavelzure ammoniak (18 Februari) en 400 K.G. chili, (de helft bij 't poten op 25 Maart, de helft op 29 April). Over de geheele lengte is perceel 2 half bemest met bovendien 600 K.G. patentkali per H.A. (18 Februari). Het land is laat in den herfst van 1904 geploegd. Zoowel de varkensmest als de kunstmest zijn bij het poten op 25 Maart mede ondergewerkt. De verbouwde aardappelsoort was „vroege Sluizen". Heel spoedig na het opkomen stonden de aardappelen op het kunstmestperceel beter dan op het met varkensmest be handelde. Dit verschil bleef geruimen tijd bestaan, later waren beide perceelen op het oog gelijk. De bemesting met patentkali heeft voor zooverre dit zonder wegen valt uit te maken, geen verschil in opbrengst gegeven, evenmin als in den stand van het gewas en de' kwaliteit der knollen. De aardappelen hebben noch van vorst, noch van ziekte of vreterij geleden. Zij zijn gerooid perceel 2 gedeeltelijk op 5 en 6 Juli en 16 Juli; perceel 1 op 16 Juli. De oogstcijfers waren per H.A. als volgt Aardappelen Groote H.L. Perceel 1 Yarkensm. (16 Juli) 180 '/a Perceel 2a. Kunstmest (5-6 Juli) 183 Perceel 2b. Kunstmest (16 Juli) 231 Daar perceel 1 evenals perceel 2b op 16 Juli is gerooid en perceel 1 midden tusschen 2a en 2b inligt, kan de veel lagere opbrengst van 2a geheel aan het vroeger rooien wo rden toegeschreven en kunnen de cijfers op 2b verkregen, worden geacht voor het geheele perceel 2 te gelden. Yoor de aardappelen kon geen hooge prijs bedongen worden, omdat ze „poppig" waren. De prijs der groote was per zak 35 K.G.)f 1.25 die der kleine /0.60 en die van het kriel 0.40. Volgens den proefnemer waren de aardappels op het met varkensmest bemeste perceel even „poppig" als die op het kunstmestgedeelte. Tusschen de aardappelen zijn op beide perceelen 2000 wittekoolplanten gepoot (14 Juni). Deze planten hebben erg door de droogte geleden, zoodat er zóó weinig van terecht gekomen is, dat de heer Koolhaas meent voorzichtig te han delen, door er geen waarde van op te gevendeze zou trouwens zeer gering genomen moeten worden. Yan 1902 tot en met 1905 was de totaal uitkomst van dit proefveld (zie verslag 1904 bladz. 11) als volgt: De gerst is verkocht vóór f 5.60 per H.L., het stroo voor f24 per 1000 K.G. Het H.L.-gewicht was op 1 67 K.G. en op 2 69 K.G. Yan de 2e soort is geen waarde opgegeven, waarom ze niet in rekening is gebracht, wat trouwens nage noeg geen verschil geeft. De gerst en het stroo van perceel 2 en 3 zijn niet af zonderlijk gewogen, waardoor de balans van het proefveld onvolledig is. In de voorafgaande jaren is de totaal uitkomst van het proefveld geweest als volgt (zie verslag 1904, bladz. 12): Proefjaar Perceel 1 Perceel 2 Perceel 3 Gewone mest Opbrengst Kunstmest, zonder j Opbrengst Kunstmest met kali Opbrengst 1899-1903 1904 1905 Totaal, uitgezon derd proefjaar 1904 Zuivere opbreng der bemesting f 60 105 f 1601 - l) 373 f 175 70 82 f 1972 f 204 70 v 82 f 2046 347 f 165 8t na aftrek -•skosten f 1974 f 1809 f 327 f 2319 f 1992 f 356 f 2393 f 2037 Kleine H.L. Kriel H.L. Opbrengst in guldens. Bemestings kosten. 16 16 f 477— f 150— 31 18 501— 143— 43 32 642— 143— De bemesting met kunstmest is dus over alle 7 jaren voordeeliger geweest dan de gewone behandeling. Uit den weligen groei van de gerst valt af te leiden, dat de kwaliteit van den grond in alle opzichten nog uitstekend is. 7. J. S i l v e r, Wijdenes. Kalkrijke kleigrond. Bruine mosterd. Vorig jaar vale erwten' Dit proefveld is aangelegd in den herfst van 1898. Het bestaat uit 3 gedeelten. Perceel 1, groot 5 Are, is vanaf 1898 tot 1900 niet bemest. In 1900 was het bemest met slootaarde, in 1901 en 1902 onbemest, in 1903 bemest met stalmest, in 1904 onbemest en in 1905 bemest met slootaarde (October 1904.) Perceel 2, groot 11.15 Are, ontving in 1898 groen be mesting met wikken cn is in volgende jaren uitsluitend be mest met kunstmest. In 1905 bestond de bemesting per H.A. in 500 K.G. super en 200 K.G. chili (gestrooid en ingeëgd 11 Maart.) Perceel 3, groot 11.15 Are, werd steeds bemest als 2, doch ontving in 1902 en 1903 telkens bovendien 300 K.G. patentkali per H.A. De mosterd is breedwerpig gezaaid op 24 Maart ter hoeveelheid van 4 K.G. per H.A. Op 20 April, 6 en 18 Mei zijn de planten uitgedund, zoodat de onderlinge afstand 12-20 cM. wijd werd. De mosterd is gesneden en aan hokken gezet van 19-21 Juli. Berekend per H.A. was de opbrengst als volgt: Perc. 1 2 en Mosterdzaad Mosterdstroo Opbrengst Bemestings- H.L. (70 K.G.) K.G. in guldens kosten 21 2240 f 460f 140 3 te zameu 21 2350 4601ji 69 Proefjaar Perceel 1 Perceel 2 Gewone mest Opbrengst Kunstmest Opbrengst 1902-1904 f 255 f 2639 f 339 f 3228 1905 150 477 143 642 Totaal f 405 f 3116 f 482 f 3870 Zuivere opbrengst na aftrek der bemestingskosten f 2711 Yan beide perceelen is mooi zaad geoogst. De prijs van het zaad was f20.50 per H.L. van 70 K.G. De waarde van het stroo was op perceel 1 en 2 beide f30 per H.A. Yan nawerking der kalibemesting in 1902 en 1903 viel niets te bespeuren; daarentegen viel het op, dat het voorste stuk van perceel 2 beter was dan het achterste, waar de grond taaier was. Yan 1899 tot en met 1904 was de totaal uitkomst van dit proefveld (zie verslag 1904, pag. 18): f 3388 Gedurende vier jaren is hier gebleken, dat de bemesting met uitsluitend kunstmest beter resultaten gaf dan die met varkensmest. Het voordeel was in die vier jaren f 67 grooter met den kunstmest. Het proefveld stond onder toezicht van den Heer D. Koolhaas te Twisk. 6. Wed. M. Stoop, Wogmeer. Kalkrijke zavelgrond. Chevaliergerst. Vorig jaar late roode kool. Dit proefveld is aangelegd in den zomer van 1898. Het bestond uit 3 gedeelten. Perceel 1, groot 5.2 Are, is geheel volgens keuze van Je proefneemster, in de jaren 18981904 onbemest gelaten, behalve de eene helft, die in 1900 bemest werd met 80 voer stalmest per H.A. In 1904 werd per H.A. bemest met 52 wagens koe- en paardemestin 1905 onbemest. Perceel 2, groot 12.2 Are, is in den herfst van 1898 bemest met een welig gewas wikken. In volgende jaren is Proefjaar Perceel 1 Perceel 2 Perceel 3 Gewone mest Opbrengst Kunstmest zonder kali Opbrengst Kunstmest met kali Opbrengst 1899-1904 1905 Totaal Zuivere opbreng der bemesting f 300 140 f 2426 460 f 246 69 f 2701 460 f 288 69 f 2768 460 f 440 st na aftrek skosten f 2886 f 2446 f 315 f 3161 f 2846 f 357 f 3228 f 2872 met kunstmest. Thaos was de bemesting per H.A. 600 K.G. super eu 200 K.G. zwavelzure ammoniak (gestrooid en ingeëgd 18 Februari) en 300 K.G. chili, half bij het poten en half 3 weken later gegeven. De helft van dit perceel is bovendien bemest per H.A. met 300 K.G. patentkali. Omdat de eene akker van het kunstmestperceel iets min der vruchtbaar bleek dan de andere, is perceel 2 in achten verdeeld en zijn over en weer op eiken akker 2 stukken met en 2 zonder kali bemest. Ten einde de omstandigheden zooveel mogeljjk gelijk te houden, zijn de aardappels zoodanig gepoot, dat elke bak poters dwars over beide perceelen is uitgeplant. Een groot deel der poters was afkomstig van vruchtbare stoelen. Het gewicht der poters was 2535 Gram, van een ge deelte 5570 Gram. De pootafstand bedroeg 45 centimeters. Het poten geschiedde op 17 en 18 April. Op 1 Juli en op 18 Juli zijn de aardappels besproeid met Bordeausche pap. De aardappels zijn in het laatst van September gerooid van ziekte was niets te bespeuren. De opbrengst, berekend per H.A., was als volgt Perc. 1 onbemest 2a kunstmest z. kali -2b - met kali Aardappelen Groote Poters Kriel Opbrengst Bemestings- H.L. H.L. H.L. in guldens kosten. 329 45 72 f 1127 385 41 80 „1293 f 92 474 46 55 1552 112 De prijs der groote aardappelen is door den proefnemer geschat op f3 per H.L.die der poters op f 2, en die van de kriel op f0.70 per H.L. De kwaliteit der knollen was op perceel 1 en 2a best en op 26 zeer goed, doch deze kookten iets af. Op dit per ceel waren de aardappelen wat grover van stuk, doch goed rond. Over 2 jaren was het resultaat van dit proefveld (zie verslag 1904, bladz. 14): Proefjaar Perceel 1 Perceel 2a Perceel 2b Gewone mest Opbrengst Kunstmest zonder kali Opbrengst Kunstmest met kali Opbrengst 1904 1905 Totaal Zuivere opbreng der bemesting f 138 f 303 1127 f 46 92 f 354 1293 f 46 112 f 354 1552 f 138 st na aftrek skosten f 1430 f 1292 f 138 f 1647 f 1509 f 158 f 1906 f 1748 De kalibemesting heeft zeer goed gewerkt. Trouwens de geheele bemesting met kunstmest blijkt aanmerkelijk voor deeliger te zijn geweest dan die met stalmest. Het proefveld stond onder toezicht van den Heer H. van Ree te Aardswoud, Hoofd van den Landbouwwintercursus aldaar. 9. N. S. d e Boer, Nederhorst den BergHorstermeer. Veengrond. Hooiland. Dit proefveld is in 1905 aangelegd. Het bestaat uit» vijf perceelen achter elkaar gelegen en door smalle greppels ge scheiden. Perceel 1, groot 10 Are, is thans bemest per H.A. met 800 K.G. thomas, 600 K.G. kaïniet, 200 K.G. chili en 1000 K.G. kalk, kostende f 68 per H.A. Perceel 2, groot 10 Are, is bemest per H.A. met 800 K.G. thomas, 200 K.G. chili en 1000 K.G. kalk, kostende f55 per H.A. Perceel 3, groot 10 Are, is bemest met stalmest, kostende f100 per H.A. Perceel 4, groot 10 Are, is bemest per H.A. met 800 K.G. thomas en 200 K.G. chili, kostende f45 per H.A. Perceel 5, groot 10 Are, is bemest per H.A. met 800 K.G. thomas, kostende f 18 per H.A. De stalmest is aangewend op 24 Januari; kalk, thomas en kaïniet op 15 December 1904, chili op 5 en 6 April. Behalve de opbrengst dezer 5 perceelen heeft de proef nemer ook nog afgewogen het hooi van 10 Are onbemest, hieronder opgenomen als perceel 6. Het grasgewas is tweemaal gemaaid en gehooid. De proefnemer vermeldt: „De bevordering van klaver was zeer weinig, doch de weersgesteldheid in verband met den bodem en de lage ligging was daarvoor niet bevorderlijk; eerstens het koude voorjaar en na het maaien de felle droogte. Ook op het omliggende land was de klavergroei veel minder dan vorige jaren. De kwaliteitsverbetering bestond in de 2e snede in meer grassen op de perceelen met chili bemest." De le snede is gemaaid op 20 Juni, gehooid op 25 Juni en gewogen op 28 Juni; terwijl de 2e snede dezelfde bewer kingen onderging op 19, 23 en 23 September. Per H.A. berekend, waren de opbrengsten als volgt: Bemesting Hooi k.G. K°g! Hooi Opbrengst le snede 3e snede I totaal in golden» Perc. 1, voll. kunstm. en kalk 3410 2, als 1 zonder kali 3390 3, stalmest 2410 4, als 2 zonder kalk 2360 5, alleen thomas 2230 6, onbemest 1940 1800 5210 1880 5270 2350 4760 1600 3960 1450 3680 1340 3280 f 120 e 121 e 109 91 85 75 Bemes tings kosten f 68 55 e 100 e 45 e 18 De gemiddelde opbrengst op het kunstmest gedeelte over alle jaren is dus f2859, zoodat het voordeel der kunstmest- bemesting boven die met stalmest f413 bedroeg. 8. R. K E p p E l, Aardswoud. Kleigrond. Blauwe aardappelen. Vorig jaar liaver. Dit proefveld is aangelegd in 1904, toen bestond het uit 2 gedeelten; thans uit drie, omdat de helft van her kunst mestperceel bovendien bemest is met kali mest. Perceel 1, groot 11.4 Are, is in 1604 bemest met stal mest, in 1905 onbemest. Perceel 2, groot 10.9 Are, is in 1904 en 1905 bemest l) Hiervan lyn geen nauwkeurige cijfer» opgegeven. 1000 ^K^rï0 VaD k0* 8C^at de proefnemer op f 23 Men zou geneigd zijn uit bovenstaande cgfers af te leiden, dat kalk- en chih-bemesting op dezen grond goede uitkomsten geven, ware het niet, dat de veel te lage opbrengstcijfers wijzen op een abnormalen toestand van den grond die waar schijnlijk niet door bemesting alleen op voor- deehge wijze is te verbeteren. De Rijkslandbouwleeraar voor Noord-Holland, C. NOBEL. (Wordt vervolgd.) O-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1906 | | pagina 13