Do kinderen van mijnheer
Ion Mm
Donderdag 23 Oct. 06.
50e Jaargang. No. 4199.
TWEEDE BLAD.
Arrondissements Recht
bank te Alkmaar.
INGEZONDEN.
Biniienlandscii Nieuws.
FEUILLETON.
later Conrit.
Dinsdag 23 October 1906.
Zitting vin
De eerste beklaagde was Meier van Praag,
een 24-jarig koopman uit Den Helder, die
echter ook wel eens andere zaken doet dan
die welke zijn koopmanschap betreffen.
0nlang9 tenminste, toen hjj alles behalve
zwaan wit was, kou hy zyn klavieren niet
afhouden van Maria Riekwel, en daar er nog
andere luidjes bij tegenwoordig waren, had
ze getuigen in overvloed. Maria, die gohuwd
is met deu heer J. 'tHart, nam juffrouw
Berkeljan en juffrouw Bos mee als getuigen
en van Praag zou aldra ondervinden, dat zg
zich niet ongestraft op dergelijke wjjze liet
bejegenen. Maar do hoer Officier verzocht
de deuren te sluiten en wy konden met
stille trom de zaal uitmarcheersn.
Alzoo geschiedde en daarmee kunnen we
ook gevoogeljjk daar we er toch niets
meer van weten ons eerste hoofdstukje
sluiten.
De volgende beklaagde, Teunis Bakker
van ürk, was in geen velden of wegen te
zien, toen hy werd afgeroepen, tengevolge
waarvan zjjn advocaat Mr. Huizenga, die
reeds in vol ornaat present was, weer onver
richter zake kon heengaan, daar de
Praeses er de voorkeur aan gaf, eerst een
ander zaakje te bedisselen.
Cornelis Ory, eeu 22-jarig workman uit
Castricum, was dan wèl prosent. Die had
zich in den nacht van 4—5 September op
de Castricummer kermis zóó dapper met
„scherp" geweerd, dat zyn heldendaden hem
met de strafwet in aanraking brachten. In
'tcafé van Koopman had de eerste kennis
making plaats. Partyen werden op de meest
hoffelyke wjjze aan elkaar voorgesteld, zooals
je dat op een Castricummer kermis minstens
kunt verwachten. Vriendschappelykor nog
dan vriendschappelijk dansten de vrienden
een dollen dans in 'trond, bewonderend na
gestaard door de andere stamgasten van
'tcafé. Eindelijk verdwenen ze, zonder dat
de balletmeester zulks had aangegeven, al
dansende buiten in de Castricummer ker-
mislucht.
Toen 't dansje eindelijk uit was, moest er
getrakteerd worden, dat snap je. Wille-
brordus de Groot, die met. Ory had gedanst,
werd door dezen aangemaand om er eentje
te gevenOry beweert, dat De Groot hém
tót trakteeren dwong, doch hoe het zjj, ze
raakten gauw slaags en daarbij gaf Ory zijn
tegenstander een por met een mes. Later
stak Orjj zekeren Sipke Yeenstra met het
zelfde wapen in de borst, zoodat dokter
Schoonhof!' de wond moest verbinden en de
getroffene 12 dagen te bed moest blijven,
't Spreekt vanzelf, dat hy de blauwe trappen
werd opgejaagd en hoewel de O. v. J. ver
klaarde, dat Orij overigons gunstig hakend
staat, vond Z.E.G. 't gebeurde toch zware mis
handeling, 2 maal gepleegd en eischto tegon
Ory deswege 3 maanden gevangenisstraf.
Onder de behandeling van Orjj's zaakje
was de Urker Teunis Bakker al gauw bjj
de toehoorders geslopen, maar niet zoo
behoedzaam of Mr. Cnopius, waakzaam als
immer, merkte hem op; ook Mr. Huizenga,
Bakker's advocaat, had blijkbaar diens aan
wezigheid opgemerkt en stapte de gehoorzaal j
wederom binnen, 't Was dan nu Teunis'
beurt en in zjjn geenszins knellenden broek
kwam hy ook zondaarsbankwaarts. 't Blijkt,
dat er den 7den September j.1. nog al wat
aan de hand was op Urk. 't Was de dag,
waarop de verjaring van een of ander Urker
specialiteit plechtig werd gevierd, 't Was
dan feestmaar niet ter oero van
's eilands burgervader, want die kwam er
tamelijk bekaaid af. Doch daarover straks.
De feestelingen hadden een soort praalwagen
by mekaar weten te krammen, dozen aller
keurigst versierd en zeer kwistig behangen
met een legio van veelkleurige lampions, die
echter op Bakker dezelfde uitwerking hadden
als een rooie lap op een stier.
Hy werd n.1. dol en trapte, dronkon als
hy was, geholpen door een paar kennissen,
den heelen praalwagen jammerlijk in elkaar.
Teunis was dan maar heel niet genietbaar
dien avond, viel oenige jongedames, die bij
elkaar stonden te koekeloeren, wat lastig en,
toen de Burgemeester, Jonkheer Alexander
Hendricus Petrus Karei van Suchtelen van
der Haere een kleine, bewegelijke man.
die haast onder 't dragen van zoo'n grooten
naam gebukt gaat hem ontmoette, en
direct bespeurde dat het voor de veiligheid
van Urk en omstreken hoogst wenschelyk
was dat deze snuiter van den openbaren
weg werd verwijderd. Z.E.A. gelastte hem,
naar boord te gaan, maar de 37-jarige bur
gervader kon den stoeren visscher blijkbaar
niet genoeg achting afdwingen, „'k Zien wel,
dat je de Burregemeistor binne, maar dat
ken me niet schelenklonk het al spoedig,
en de Jonkheer, de halsstarrigheid van
Teunis moede, zeials je niet goedschiks
gaat, dan maar met geweld en hief zyn staf
op, waarmee hy den wederspanneling een
tik gaf. Deze pakte daarop zeer oneerbiedig
zijnen Burgemeester in de lurven en tolde
met hem over den grond. Het hoofd der ge
meente geraakte onder, maar diende een
aanklacht in. Zooals we door bcklaagde's
verdediger hoor Jen zeggen, heeft hy ziclib -
halve tegen don Burgemeester, ook nog hevig
verzet tegen Jong kees, den gemeenteveld
wachter, ja, zelfs op gru velyke wijze schijnt
Teunis tegen den veldwachter te zyn opge
treden, waarvan echt t met geen woord werd
g.ropt, volgons pleiter. Bakker had nog eon
paar g tuigen a décharge opgeschommeld,
n.1. de gezusters de Vries, dochters van de
houdster van eon herborg, waar beklaagde
volgens don Burgemeester een zeer
goede klant is en hare verklaringen waren
dan ook in des heeren Officier's oog niet ten
volle geloofwaardig.
Z.E.G. wenschte wegens wederspannigheid
14 dagen gevangenisstraf tegen beklaagde.
Mr. Huizenga biold een kranig pleidooi en
vroeg ten slotte vrijspraak voor zyn cliënt,
subsidiair een lichtere straf.
I Willem Willems, een Alkmaarsche vee
drijver, was als beklaagde absent.
Hij had de onbegrijpelijke brutaliteit om
zich aan den eigendom van den wereld be
roemden Salvator, die met Professor Mullen's
Dochter als medium de rubriek waar
zeggers op de Alkmaarsche kermis een
zeor hoog aanzien gaf, te vergrijpen. De heer
Salvator, eigenlijk genaamd Servaas Hees
been, geboren in 1861, wonende te Rotter
dam en van beroep spiritist, had onder meer
andore ook een gouden pinkring.
Die had hy gedurende de geheele kermis
te Alkmaar nog gedragen en 's avonds vóór
den dag, dat die ring werd ontvreemd, had
Salvator als gewoonlijk deze en al zyn andere
ringen op een bordjè in zyne slaapplaats
gelegd.
En 's anderen daags weg 1 Hopeloos
verloren was 't kleinood, nog een souvenir
van de Antwerpenscho tentoonstelling in'95!
Willems had den ring, die by het afbreken
van het waarzeggerskasteel waarschijnlijk
was gevallen, doodeenvoudig opgezocht en
voor 75 cents verkocht,
Jacob Pauwels en P. v. d. Hoven, stad- en
vakgenooten van Wilioms, waren ook bjj
het zaakje betrokken, daar ze hem den ring
hadden zien vinden en elk een kwartje van
de opbrengst als bolooning hadden aange
nomen. De O. v. J. achtte het ten laste ge
logde bewezen en qualificeerde Willems als
een ongunstig bekend staand individu, dat
nog niet zoo heel lang geleden als heler
was betrokken in oen konjjnendiefstal. We
gens verduistering eischte Mr. Cnopius 6
weken gevangenisstraf tegen hem.
Beklaagde Hendrik Medik, een Egmond-
zeeër vischdragor, was niet verschenen. Hjj
had het den llen September j.1. een beetje
aan den stok metJohande Wit, een kleinen
ambtenaar, als gemeente-veldwachter belast
met handhaving vanjorde en rust in Egmond.
Medik reed zonder licht op zjjn fiets en De
Wit bekeurde hem deswege, by welke gele
genheid de bekeurde den veldwachter be-
leedigde door te zeggen„Zooeven ging er
ook oen zonder licht, waarom bekeurde je
die niet? Je kryg van mjj geen kwartje
hoor!" De Wit was, wat zich laat denken,
zoo gegriefd, dat hjj verbaal opmaakte en
de O. v. J. vond, dot Hendrik den veldwach
ter niet alleen gedurendemaar ook ter zake
van de rechtmatige uitoefening zyn© bedie
ning had beleedigd en eischte met toepas
sing der artt. 266 —67 Wetb. v. Strafr. f7
boete, subs. 7 dagen hecht, tegen beklaagde.
„Wie weet nog hoe", zoo is de titel van
een herberg op 't Keorn, gemeente Zwaag,
juist aan het Westeinde van den dorpsweg,
bewoond door den hoer Vlaar, die zich we
kelijks des Zondagsavonds in eéh druk be-
aook verheugen mag.
Ook den 9on September was er heel wat
leven in de brouwerij. Joliau Wiobeling, een
25-jarig arbeider van Zwaagdjjk, Aldert
Vormer, de even oude zoon van den ouden
Vormer, Arie Blom, C. Peerdeman en nog
meer luidjes waren aan het drinken ver
tellen, biljarten en sigaartjes-ploffen
Juist zouden Peerdeman en Vormer op de
baltafel hunne krachten weer even gaan
meten, toen ;Wiebeling eerstgenoemde
waarschuwend toevoegde„Je mag der wel
om denkon, die Aldert is niet frisch 'oor!"
Zooals hy voorgeeft, had Wiebeling heele-
maal geen kwade bedoeling en zei hy het
alleen, omdat Aldert zoo goed biljarten kan.
Maar deze. daar gansch niet mee gevleid,
nam het kwaad op en dacht, dat de ander
had bedoeld, dat hij oneerlijk telde en daar
hem de ooren kort aan den kop liggen,
gaf hy Wiebeling gauw eea pak slaag.
Het zaakje werd wel gesust, maar een paar
uren later viel Vormer zyn tegenpartij op
nieuw aan om hem, door anderen geholpen,
vry ernstig af te kloppen. De O. v. J. eischte
wegens mishandeling f 10 boete of 10 dagen
hechtenis.
Dirk Pot, do 24-jarige zoon van Jan Put,
men noemt Jan's nakomeling ook wel
Theodorus 't jonge mensch is kleermaker
te Berkhout, had opde..z.-ifdeii Oden September
do aardigheid!?)' eeu katje van den pastoor,
dat hy bij vergissing als des kapelaan'#
eigendom beschouwde, op te nemen en met
kracht op do straatsteenefi neer te kwakken.
Er waren g-lokkig getuigen van deze
aardigheid, die te Spierdyk, gem. Berkhout
voorviel. O. a. was ook do pastoor der
R. C. Kerk van Spierdyk als getuige geno-
to>rd, doch ZEer.v. was niet verschenen.
Maar er waren anderen, die virklaarden dat
'i feit onksl uit k vaadwilligiuid was ge
ploegd. Do kat is niet gestorven, doch de
hoer Offi der vond 't niettemin een w re ode
daad en eischte tegen beklaagde 7 dagon
gevangenisstraf.
P. C. Kooger en F. J. Fortuin, een paar
Heldersche werklui, waren den 16 September
j.1. te hunner woonstede knapjes aangescho
ten en verzetten zich, zooals dat meer ge-
i schiedt, geweldig toen brigadier Groen en
agent Hoving hen met goede redenon van
j 's Heeren wegen wilden verwyderen. 't
t Twoetal werd natuurlyk voor 't gepleegde
j verzet verbaliseerd. Kooger is al 3 maal,
n. 1. tot 10 dagen, 3 weken en 2 weken
zitten gedoemd geweest voor iets dergelijks,
en ook Fortuin heeft drie keer respectieve
lijk 6, 3 en 4 weken gezeten voor weder
spannigheid. Deswege eischte de O. v. J.
thans tegen elk hunnor 3 weken gevangenis
straf.
L»o 32-jarige Heldersche bakker J. N. C.
Verfaille was poortsluiter. Hy kreeg in 't
begin van September in don spoortrein ruzie
mot den kastelein Piet Plujjlaar, esn heer
schap dat een zijner huizen als huurder
bewoont te Helder,
Pluylaar verklaarde heden met veel om
haal, dat hy 5 jaron geleden eerst in Den
Helder was komen wonen, dat hy de eerste
was, die van artikel 25 van 'k weet niet
welke gestrenge wet gebruik maakte dat
hy naderhand een nieuwe zaak had, waar
de bakker hem kwam opzooken, een nota
van huishuur presenteerde en zoo al meer.
Pluylaar betaalde zooveel, dat hy nog maar
een weok huur schuldig was. Verfaille
schreef f 32.50 af, kwam naderhand weer, en
toen ze Pluylaar, dat: één week schuld dat
kon, maar meer niet. Verfaille nu had een
dagvaarding gebezigd d. d. 30 Mei waarin
stond datenz. Maar Z.E.A. was op die wyd-
loopige explicatie gansch niet gesteld en wou
alleen maar 't gebeurde in den trein nader
zien toegelicht.
Nu dan, Pluylaar was den Oden September
's avonds met den trein van 8.12 uur van
Den Helder vertrokkente Anna Paulowna
stapte ook Verfaille in en toen hadt je 't
lieve leventje spoedig gaande.
Pluylaar was juist met iemand andera in
gesprek, maar Verfaille begon al heel gauw
„Houd je mond, betaal my eerst de
huishuur" anz. De ander lette echter
niet op hem en redeneerde aanvankolyk
door, doch eindelijk kreeg hjj zjjn huisbaas
in de gaten on 't gezanik moe, vroeg hjj aan
Verfaille, of dat hem bedoeld was. Toestem
mend bescheidPlujjlaar betoogde, dat de
bakker hein dan maar opnieuw had moeten
dagvaarden en dat hjj zich in den trein
daarover niet liet uitmaken, dat hjj met geen
schooiers iets te maken wilde hebben, etc.
Verfaille razend, dat begrjjp je on die gaf
hem een geweldigen klap om de ooren, zoodat
Plujjlaar de tand door zyn lip kwam en hjj
er gewoonweg van suizebolde.
En bloeden meneortjeHjj spuwde
Verfaille 't bloed bjj stralen tegen zijn boddy.
Tableau De Schager schoenmaker Van Iljjs-
wjjk eu Trjjntjo Molenaar, de vrouw van 0.
Hoppe uit Oudkarspol, en meer andere bjj-
zittenden hadden 't land aan dat zonderlinge
reisavontuur en nog ver vóór ze in Schagen
waren, trok Trjjntjo Molenaar kordaat aan
de noodrem. Halt! Te Oudesluis werd Ver
faille „afgeladen", maar Plujjlaar, die hem
uit woede wilde volgen, word met iuan en
macht tegengehouden. Toen verschafte hjj
zich genoegdoening door den bakker voor
den rechterstoel te laten dagen. De njjdige
huisbaas verklaarde heden, dat Plujjlaar hem
zelfs tot eon duel had aangezocht.
's Avonds te 8 uur in een naburig bosch
zou 't gebeuren. „Ik lust jou", had Plujjlaar
gezegd en de bakker, die óók niet kieskeurig
is, had eon gelijkluidend antwoord laten
hooren. 't Ontbrak nog maar aan secondan
ten, wapenen en moed en 't duel zou
kunnen doorgaan. Maar de noodige ingre-
diënten zjjn nooit bijeengekomen, althans 't
duel heeft nooit plaats gehad. En 't duel in
den trein had voor den driftigen aanvaller
nog 'n leeljjk staartjo, daar de O. v. J. al
wilde die zich ook niet erg verdiepen in
i Plujjlaar's gewichtige dagvaarding en andere
papieren „van waarde" Verfaille's schuld
aan mishandeling bewezen achtte en tegen
hem f 15 boete of 5 dagen hechtenis requi-
reerde.
Uitspraken allemaal op Dinsdag a.s.
Geachte Redakteur!
I Mag ik voor het volgende een plaatsje in
uw blad?
Jaar op jaar reeds erger ik mjj aan do
dronkemaiistooneulen op den dag der loting
voor do Nationale Militie. Het schijnt, dat
de lotelingen hunne droefheid over het in
loten of hunne blydschap over het vrjj loten
niet beter kunnen uiten, dan door zich te
bedrinken on zich als krankzinnigen te ge
dragen. En de overheid schijnt op dien dag
ook min of meer in do war te wezon en
geheel te vergoten, dat er nog zoo iets is
als een wet op do openbare dronkenschap
althans zj laat de dronken lotelingen ge
dwjjnen baars gemaals, tegen een man aan,
die haar evengoed aanstond als zjj het hem
deed.
Een en ander met deze finale, dat met toe
stemming der Recht bank daar aangenomen
werd dat de eerste man niet meer tot het
rjjk der levenden behoorde een tweede
huweljjk plaats greep.
Bjj de 6 spruiten uit haar eerste huweljjk,
werd de vrouw met nog een tweetal kinderen
gezegend, welke allen nu nog in leven zj
De kinderen van den eersten man zjjn
zelfs reeds alle 6 gehuwd.
Inmiddels stierf de tweede man en ander
maal bleef de vrouw zonder levensgezel achter.
Nu gebeurde het een paar maanden ge
leden, dat een der dochters uit 't eerste
huweljjk, welke een café houdt in een dicht
bjj Maastricht gelegen dorpje, een vreemdeling
binnen zag komen, die een glas bier besteld».
Met de woorden: „asjeblieft mijnheer",
bood zjj hem 't glas aandoch de man, haar
scherp aankijkende, zeide„Je behoeft togon
mjj geen „mijnheer" te zeggen, ik ben je
vader."
Achtereenvolgensverbazing, uitlegging,
herkenning en vreugde.
De vrouw onmiddellijk met den weerge
vonden papa naar haar andere zusters en
vorvolgens do gehoele verzameling naar de
J nog in Maastricht wonende mooder.
j Om al te grooten schrik te voorkomen,
ging een der dochters vooruit om de komst
woonljjk vrjjwel ongemoeid. Gevolg hiervan des doodgewaanden vaderszachtjes-aan med»
is, dat er dingen gebeuren, die voor hen, te deelen.
die er de dupe van zjjn, hoogst onaangenaam
moeten worden genoemd.
Maandag den 22 October j.1. reed ik, be
geleid door een jonge dame, die bjj mjj is gelo
geerd,des namiddags door de Heer Hugowaard
naar Alkmaar. In de onmiddellijke nabijheid
van de R.-C. kerk ontmoetten wjj een troepje
lotelingen, van wie er twee handgemeen
werden en elkaar duchtig afrosten en op den
grond wierpen. Van de fiets gesprongen,
bemoeide ik mjj er mede en maande de
jongelui aan om aan de vechtpartij een einde
te maken en... dit gelukte.
Mjjne logée moest de reis alleen terug
maken en ik was eenigszins bevreesd voor
onaangename ontmoetingen en gaf haarden
raad om wat voorzichtig te wezon. Mjjn
vrees is gegrond gebleken helaas. In heb
zelfde gedeelte van de Heer Hugowaard, in
de nabjjheid van 't station Middelweg is zjj
aangevallen door eonige lotelingen, die op
ergerlijke wjjze haar hebben lastig gevallen.
Slechts één was er, die blijkbaar nog bjj
zinnen haar tegen de overmacht trachtte
te beschermen. Gelukkig is mjjn logée jong
on sterk en was zjj zoo flink, dat ze duch
tig van zich heeft afgeslagen en krachtig zich
heeft verdedigd, Wanneer het nu eens over
komen ware aan een zwak, zenuwachtig
meisje Wat zouden dan de gevolgen kun
nen wezen V an politie was geen spoor te
ontdekken.
Eon jonge man, die op de fiets voorbij
reed, schoen 't niet de moeite waard te ach
ten tusschenboide te komen.
Ik schrijf dit in de courant om twee rede
nen Ie. om voor de zooveelste maal de
inenschen te wjjzen op den demoraliseeren
den, verlagonden invloed van den alcohol.
Zoo iets als die lotelingen deden, doen
jonge menschen niet, wanneer ze nuchter
zjjn; alleen do drank maakt, dat ze elk ge
voel van ridderlijkheid tegenover een jong
meisje verliezen2e. om te wjjzen op het
feit dat 't is zeer algemeen, in 't bijzonder
op 't platte land de overheid op lotings-
dagen schijnt te vergeten, dat zjj te wakon
heeft voor de openbare veiligheid.
Ik ben geen vriend van wetten, maar het
maakt toch eon vreemden indruk, wanneer
de overheid op sommigo dagon zich godraagt
alsof bopaalde wetsvoorschriften niet be
stonden.
Met dank voor de plaatsing,
Uw dw.
N. J. C. SCHERMERHORN.
Nieuwe Niedorp, 23 Oct. 1906.
Als in een roman.
Plus minus 30 jaar geleden poetste uit
Maastricht een man zjjn naam doet niets
ter zake de plaat, met achterlating van
oen vrouw en 6 jeugdige kindoren.
De aanleiding tot zjjn met-de-Noordorzon-
verdwijnen
Sinds eenigen tjjd had hjj in huis zjjn
schoonmoeder over don vloer gekregen en
met deze dame kon hjj 't dan ganscheljjk
niet bolwerken.
Gevolghjj koos, zoo al niet de wjjste,
dan toch de meest practische partij om aan
alle geharrewar een eind te makenhjj
verdween.
Sinds hoorde men absoluut niets meer
van hem.
De achtergebleven vrouw, die zich met be
hulp der schoonmoeder, zoo goed en zoo
kwaad als 't ging, door do wereld sloeg, liep
echtor op een goeden dag, 10 jaar na 't ver.
Maar jawel, moeder wilde er niets van
weten, wilde geen vader zien, hoe zeer men
er ook op aandrong, en eindigde met zich in
huis te verstoppen.
Troosteloos trok de man aanvankelijk af,
doch ging woldra nog eens een verzoenings
poging wagon en nu met meer succes.
Bjj zjjn vrouw toegelaten, smeekte hjj dee
moedig om vergiffenis, ja, trok een revolver
te voorschjjn, bood dit moordtuig zjjn 30 jaar
goleden verlaten oga aan mot de woorden
„Schiet mjj er maar moe voor den kop, ik
heb 't verdiend."
Echter, zoo bloeddorstig was de vrouw niet,
en hoewel de herinneringen aan den inan,
die haar mot de bloedjes van kinderen liet
zitten, nu niet bepaald van de alleraange
naamste waren, kwam haar goed hart boven
«n liet zjj genade voor recht gelden.
Sedert zjjn man sn vrouw weer
knusjes bjjeen.
Maar helaas, overal is er een „maar" bjj.
De zaak is nam»ljjk deze.
Toen manlief 30 jaar geleden het hazenpad
koos voor de schoonmoeder, hoeft hjj zich
linea rocta naar la ville lumière begeven,
waar iijj jaren lang als schiWer in zjjn on
derhoud voorzag.
Te Parjjs evenwel komen evengoed onge
lukken voor als elders, en zoo is 't gebeurd,
dat hjj aan de boorden van de Seine op een
ftitalen dag met een doffen slag van een dak
is komen afzeilen en sinds onbekwaam was
voor zjjn werk,
Men pensionneerde hem echter.
Doch en dat is de „maar" dat pen
sioen moet in Frankrijk verteerd worden
op straffe van anders g^tm centime te krijgen.
Dilemma derhalve: „met vrouw en kinde
ren in Maastricht zonder pensioen", of
„zonder vrouw en kinderen in Parjjs met
pensioen".
Immers, de vrouw vindt alles nu wel heel
goed en wel, doch naar Parjjs gaan, daar
voelt ze voorloopig bitter weinig voor.
Natuurlijk ligt het onder de gegeven om
standigheden op den weg van den man om
te pogen zjjn weergevonden gemalin over t»
halen hem naar Parjjs te volgen. En in
deze pogingen is hjj reeds in zoovere geslaagd,
dat de vrouw zich heeft laten bepraten met
man en kroost eens een kijkje in die verre
stad te gaan nemen.
Van dit slippertje zjjn ze echter weer
teruggekeerd, en in de woning te Maastricht
wordt nu sedert dagen 't vóór en tegen ge
wikt en gewogen van een zich metterwoon
vestigen in de Franscho wereldstad.
De naam en woonplaats der echtgenooton
-- we herhalen het doen niets ter zako;
genoeg zjj, dat het geval historisch is.
(»L. K.")
Onderzoek vadersrhap,
I Naar het „Weekblad van het Recht" van
zeer betrouwbare zijde vernam, bestaat het
voornemen het wetsontwerp met betrekking
tot het onderzoek naar het vaderschap in
behandeling te nemen na het winter-recès,
alzoo in de periode tusschen Kerstmis en
Faschen. Bijzondere redenen waren oorzaak,
dat aan het aanvankelijke voornemen om het
ontwerp nog vóór de begrootingsdebatten te
behandelen, geen gevolg kon worden gegeven.
Men schrjjft uit Friesland
Elke week worden uit deze provincie vele
landkalveren en derde soort koeien naar
Duitschland gezonden. Of ze worden in Fries
land, óf in Hengelo geslacht en over de
grenzen in Duitschland ingevoerd. Van Duit-
scho zijde is men nu in Friesland begonnen
varkens op te kóopen en deze geslacht in
Duitschland in te voeren, 't Geldt nu nog een
23. o
„Verwaarloozen, daar ben ik wel aan
gewoon", hoorde Egbort dea ouden Gram
berg «eggen." Ooi neen ea jaloersch
dat ben ik ook niet, dat behoef jg
je maar niet in te beelden. Maar
rulneeree, dat laat ik mg niet door jon
doen. Kjjk mg die twee brieven eezs aan.
die de kellner zooeven heeft gebracht
Aangename brieven ja. hare excellentie
Yon Gramberg, geboren Koatower, uit de
Meriastraat vier trappen links, die weet
van uitgeven. Vierduizend mark bjj Ger-
achthonderd bg Solbach. Wat denk jij
dan toch eiganljjk wel Geloot je, dat ik
dergeljjke rekeningen zal betalen 't Valt
niet in. Een groote izsl ben ik ge
weest toen God straf mg. Maar
dom ben ik toeb nog niet."
En dan klonk weer Martha'e stem daar-
fü'-schan. Anders dan zooevenwel nog
bsvand van opgewondenheid, maar toch
Het geweld behoerscht. Zjj sprak zaoht,
6r Waren maar sleehta enkele woorden te
'«rstaan. Voorzichtige, vergoelijkende woor
den.
„Gramberg, je weet toch, dat je je niet
*oo moogt opwinden. Dat het zoo slecht
'oor je is Het is toch zoo erg niet met
de rekening rn. Je wilt toch. dat ik er
/tefewt&oei m! uit sten WetUr verder
een stoel van sjju jlaats geschoven, zjj was
bepaald naast hem gaan zitten. Zij sprak
nog zachter
Égbart verstond niets meer. Maar hjj
zag haar als 't ware voor zichbjj zag wat
daar voorviel. Hjj voelde, dat zj teeder
werd, om den ouden man te kalmeeren hjj
voelde het zoo duideljjk, hoe zjj hem streel
de. hem kuste
Eon bittere toorn stesg er in zjjn bin
nenste op. Deza vrouw, die hem ïooevee
nog hartetocheljjk tegen zich aan had ge
drukt die vrouw verkocht daar nu de
zelfde lieikoozingen. Was dat dan geen
verkoopsn evengoed als haar huweljjk
een verkoop was geweest.
Hjj hoorde nu nog een zacht lachen en
dan een tevreden gegrinnik van den oude
Het b'oed kookte Egbsrt in zjjn binnenste
en hjj voslds alle neiging om in een luid
hoonand lachen uit te barsten.
Het echoot hem door de zinnenruk
de deur open. Schreeuw hen je verachting
in het gelaat Maar dan wierp hjj het
hoofd achteroverN eenGa weg
weg I
En hjj stormde de kamer uit en de trap
af naar beneden, rukte deu hoed van den
kapztok in de garberobe en liep als een
dolle de deur uit, den tuin in. S ecats alleen
zjjn, geen menschen zien Opdat hjj niet v-n
schaamte in den grond rou verzinken En
verder het bosch in. En tu3schen de boom
stamman, waar geen pad meer was te be
kennen, tot hem de adem haast was binomen
en het luid hameren van zjja hart hem
pjju deed, toen moest hjj bij;van staan.
Als een verslagene leunde hjj tegen dan
eersten den besten boom en sloeg de handen
voor [un gelaat, No moesten immers wel
de tranen komen. Maar het was niets als
een brandend etekea in de oogen, aohter
de leden, die zjj, zjj had gekast.
N.g eenmaal zooals hg daar stond en
streed, kwam de spottende gedachte in
hem op: „Dwaas jjj jjj kuisohe
Jozef."
Maar hjj was toch vervuld van schaamte
en afschuw.
Laag, laag stond hjj daar zoo. De ge
dachten joegen hem door het hoofd in
wilde vlucht.
Totdat hjj eindeljjk, toen hjj wat kalmer
geworden was, verder giag door het stille
bosch, langzaam, met hangend hoofd.
En toen begon nog eenmaal het leven
van hem voorbjj te trekken, sedert den
dag dat hjj Martha voor de eerste maai
op het atelier der Bahrenburg's had gezien.
Hjj deed al zjjn bsst haar daden nog te
verontschuldigen. Hjj zocht naar verkla
ringen en verontschuldigingen. Bjj zocht
die in Martha's harde jeugd, in haar moei-
ljjken strjjd om het ieven. Hjj zocht die in
haar aanleg. Hjj zeide tot zichzelf hoe ge-
mahkeljjk heeft een jong meisje in onze haizen
het toch en hoe gemakkeljjk struikelt
niet msnig© jonge vrouw. Hjj die onder
onis rader zonde is, die werps den "eersten
8teen op haar.
Maar hos dieper hjj doordrong en nadacht,
dea te duidolgker werd hem toch bet
gansche beeld van haar wezen. Komedie
was alles. Komedie en zelfzucht, eng ver
bonden, het eene slechts het middel voor
het andere om tot het beoogde doel te
komen, bet andere inhoud van haar leven
zóózeer, dat alle in haar sluimerende goede
hoedanigheden er geheel door overwoekerd
werden, Misschien had zg voorheen
hem met haar koele teruggetrokkenheid zoo
ver gebracht, dat hjj haar tot zjjn vrouw ge-
ncm-n zon hebber, misschien bad zjj een
werkeljjke neiging voor hem gevoeld
vanneer maar niet de oude man was ge
komen, wiens welstand en poeitie haar
aantrokken. En toen zjj dat bereikt had,
speelde zjj de groote komedie verder, voor
haar man, voor de wereld en ook voor
mjj. En toen zjj zich straks om mjjnen
hals vierp, versmachtte zjj zjj zeide het
immers zelf maar als er een ander ia mjjn
plaats was geweest
Dat was het bitterste dat sneed hem
het diepst door de ziel.
Maar er wae toch een groot wonder in
hem. hjj was zoo kalm ea rustig, zoodat
hjj bjj alle smart kon nadenken, 't Was
hem, als was de afstand tusschen hem en
haar reeds reuzengroot geworden, bjjna
reeds als scheidden ben lange dsgen en
maanden.
Verder liep bjj nu, verder den eenzamen
weg over den Siuerberg naar St. Caecilia.
En meer en meer lieten zjjn gedachten
haar los, om zich met henzelf bezig te
houden.
„Dat heeft nu mjjn leven in de laatste
jaren moeten vullen", ziide hjj tot zichzelf.
„En nu het anders is geworden, weet ik
hoe treurig arm het was. Verloren tjjd
was het. Zelfbedrog was het. Niets kon
daaruit ontstaan, wat mjj het hart zou kun
nen opheffen, wat mjjn ziel gelukkig had
kunnen maken. Ik wilde dat ik deze
jaren zou kunnen uitwisschan. Zslfs ie de
dagen, dat ik mjj vrjj geloofde, kletterde
de ketting reeds achter mjj
„Nu echter, rü beo ik vrjj Hjj
«u big ven steu. „Vrjj «prak hjj
halfiuid voor zich heen, Maar niet op den
toon van den vrooljjken overwinnaar, Ern
stig en droef klonk hem dit „VTjj" in de
ooren. Maar hjj haalde toch diep en vei-
ruimd adem. Nog lag de toekomst in het
donksr, nog was een groote onzekerheid in
hem, nog kon er geen besluit bjj hem rjjpen.
Slechts dat eene was zekerde zwaarst)
last was van zjjn borst gewenteld dit
maal voor al tjjd
Het werd reeds donker toea hij bjj het
huis zjjner ouders aankwam Hjj moest
vele uren door het bosch gezworven hebben
en hjj voelde, hoe goed hem dat had ge
daan.
De oude bediende opende hem de deur.
Egbert koesterde den vurigen wens oh voor
de reet van den avond alleen te b'jjven en
zeide in bet voorbijgaan„Ik ben niet
recht wel, Frans
Maar daar zag bjj in den lichtkring uan
de elrotrische lamp het gelaat van den
oude, en het viel hem op, dat die er zoo
vreemd uitzag. „Wat heeft de oude
Onwillekeurig combineerde hjj het met dat,
wat hjj zelf in deze uren doorleefd eu gele
den had. Was bet maar eea droom met
zjjne vrjj beid Hinkelde de ketting dan
nog achter hem tot zelfs over dozen
drempel
„Wat scheelt je Frans, wat is er vroeg
hjj angstig
„De joff caw is is plotseling ver
trokken
De oude wist meer, het stond duidslgk
op zyn geiaat te lezen. Dat was geen
vertrek in den gewonen zin van het
woord.
„Mgn raster
„Jawel, luitenant. Ik deuk »oo ongeveer