Donderdag 17 Jan. '07. 51 e Jaargang. No. 4222. TWEEDE BLAD. Binnenlandsch Nieuws. I' L Uc. keten in de grienden. Eenige malen ia in de Tweede Kamer ter sprake gekomen de toestand van de keten in den Biesboseh, de woning, gedurende een groot deel van het jaar, van de werklieden op kroondomein en op bezittingen van de rijkste en beschaafdste families van het land.In haar rubriek „Onder de menschen" publiceert de „N. Rott. Crt." een serie artikelen: Den Biesboseh in, waar het leven in die keten wordt beschreven. Een houthakker beschrijft het slapen in de keet als volgt In de meeste kooien is niet meer ruimte dan een halve meter per man om te liggen. Meet 't maar uit, 'n bestekkie van vjjftig duim. En iedere bultzak is 'n stuk breeder.. Dus als er zeven man in zoo'n kooi van vier meter hebben geschud, is die vol. En de achtste roept nijdig: „Waar mot ik nou lig gen? Yoor my ook 'n plekkie„Ja zeggen de anderen „d'r is geen ruimte!" „Niet? Dan zal ik hier en ginder wel ruimte makenen hij trapt al de bedden in mekaar tot de zijne er nog bijpast. „Dan zijn er acht, voor vier meter breedte. Maar meer dan eens zjjn er meer. Wat let 'tde pachters? Die stoppen er in zooveel als ze op hun werk noodig hebben. En wie er over zijn, moeten dan maar zóó op den kleigrond, achter d'r kissie gaan liggen, als de minste beesten. Ik heb 't toch bijgewoond op Leynoorde, dat er in zoo'n zelfde keetje achttien werkmenschen bivakkeeren moesten, en dat ze over de kooi heen planken gelegen hadden op de binten, dat je 's nachts twee dik gedrongen moest liggen. „Nou, door den lesten man, die er by kruipt, wordt eerst 't vuur ingerekend, 'n Put geklauwd in de assche, wat droge eindjes hout met 'n beetje vuur, en dan de asch er weer over, dat 't smeulen blijft tot den an deren ochtend. En als hij te bed ligt, lig je allemaal, mannen en jongens, Klem. En wan neer d'r 's nachts zich één om wil draaien, moet ie de anderen wakker maken. „Yoor de warmte slapen er gewoonlijk twee man samen onder de vier dekens van hun beiden. Want je moet er niet gering over denken, als 'k je zeg, meneer, dat er vaak genoeg 's morgens 'n duim of tien sneeuw door 't dak heen op ons dek ligt gewaaid. Nu begin winter, met al dien re gen, leg ik Zaterdag vóór 'k naar huis ga, m'n ijzeren pot, voor de dieven verstopt, on der m'n hoofdstroo in de kooi. En meer malen als ik Maandags weerom kom, is die pot van dien regen door't dak overgeloopon. Daar slapen wij menschen toch geregeld maar in. En je loon voor je stukwerk is zóó krap berekend, dat je er geen oogenblik af durft te nemen, om zoo'n dak dan maar zélf wat te lappen als toch particulieren, de Staat noch de Kroondomeinen geen hand aan hun voor ons in mekaar gesmeten ver blijven gelegen laten liggen. Ratten zijn er bij menigte. „Telkens voel je ze 's nachts met hun ijskoude pootjes over je gezicht heen loopen. Maar lévende man nen durven ze toch nooit te bijten 'n Jaar of zes, acht geleden, had er 'n jonge kerel bij 't hakken in den Biesboseh de slagaar van z'n pols doorgeslagen. Hij loopt door naar den waterkant, houdt er zijn arm in de sloot, maar 't bloed stroopt eruit. Hij voelde zich minder worden, ging terug naar z'n keet, en bloedde daar dood. Toen's avonds z'n maats van 'twerk afkwamen, hadden de ratten 'm de gaten in z'n gezicht, en z'n oogen uit z'n hoofd gevreten. „En dan moet 't gebeuren dat er een ziek wordt, zoo'n eind van de wereld, door 't water afgesloten, in zoo'n volgestopte armzalige keet, waar je niets, niets hebt om te helpen. Yerleê-winter, immers, is er nog 's nachts een man gestorven in de keet op Jannezand. En in die opgepropte kooi hebben de maats 't lyk bij zich moeten houden, tot eindelijk 't tij kwam. „Ik zelf heb 't immers bijgewoond, dat we op een oristuimigen winternacht in de keet te slapen lagen, toen mijn maat, waarmee 'k onder één deken lag, de cholera kreeg. „Telkens had hij ons wakker gemaakt, om dat hij de kooi uit moest naar buiten. Hy ging zoo schrikkelijk te keer. „O matje lief, 'k ben toch zoo ziek 1" Dan ben je wan hopend. Wat moet je met zoo'n rampzaligen stumper beginnen „Wil 'k 'n kommetje koffie koken Je hebt toch niks anders 1 „Wacht" - zeg 'k - ,,'k zal je 'ne koek bakken, 'n stevige spekpannekoek. dat je teminste weer wat in je lijf krijgt!" Maar hij lustte 't niet. En dan nergens, nergens hulp te krijgen, daar op je kluitje in modder en water. Yan vervoeren de eerste uren geen sprake 't was stik-donkere nacht, t water aan 't vloeien. En die arme man ging zoo schrikkelijk te keer, dat je door t wind gebulder z'n kermen hoorde aan 'teind van 't kooitje. „Maar toen eindelijk 't tij af was, wou geen man 'm gaan brengen, omdat 't zoo n slochte week was geweest en 't geen halven dag verlet meer kon lijen. Toen heb ik oorst n paar bossen riet in de roeiboot geleid, den zieken man erheen gedragen en m daar zoetjes op uitgestrekt, met z'n beddegoed over 'm heen. En 'n uur of drie tegen den sny- denden wind in, heb 'k den stervenden kerel naar huis toe geroeid. 'k Weet nogwe voeren vlak langs n andere keet, Daar stond een knappe, jonge hakker water te scheppen, lo$n ie'dn half dooien maat daar zag liggen, verschoot ie. En hij riep me nog toe„Bart, Bart, wat is toch 'n mensch, zooals wjj zyn. Den eigensten nacht kreeg de cholera dien zelfden jongkerel te pakken en d'n anderen lag ie zelf dood in de aak Dan, dan meneer, zou je je armoe, je beestenbestaan kunnen vloeken! Bart zweeg, z'n ouden kop in z n handen. En eerst na 'n poosje kwam z'n gezicht weet somber overeind. En w&arvooi, waarvóór vroeg ie bitter - sta je van kind af aan tot je af bent gewerkt, die ellende toch door? - Ja 't komt 'n dood enkel keertje voor, alsalles eens meeloopt van ty en weer, dat je elf, twaalf gulden met planten maakt in een week. Maar je staat onder den blooten hemel dus je moet alles ontvangen, en t beurt 'vaak genoeg, dat je Zaterdagsavonds bü den pachter vyf of vier gulden, soms 'n riksdaalder, beurt, terwijl je vrouwen zitten te springen naar centen. Want i» onze huishoudens is immers Dinsdags meest alles al op." Een ontploffing. Men schryft uit Waalwijk Maandagmiddag om halfvijf ontplofte met een verschrikkelijken knal de zuivering-in stallatie der gemeente-gasfabriek. Het front- gebouw aan de Stationsstraat, waar deze inrichting zich bevond, stortte met donde rend geweld ineen en vloog in brand. Ge- lukkig zjjn geen menschenlevens^e betreu ren, daar niemand van het fabrieks- personeel, op het oogpnblik der ramp, in dat gedeelte der fabriek aan het werk was. De directeur, de heer J. van Dijck, was niet aanwezig, doch voor zaken der fabriek in het naburige Besoyen. In de openbare school zyn alle ruiten gesprongen, terwijl in de tegenover de fabriek gelegen woningen, behalve de ven sterglazen, ook de sponningen der vensters vernield zijn. Ook binnen in de huizen is groote schade aangericht. Van eenige ge bouwen zijn zelfs de muren gescheurd. In een oogwenk was de geheele gemeente in rep en roer en een zenuwachtige span ning maakte zich van het publiek meester, daar er nog gevaar voor verdere ontploffingen ondersteld werd, wegens de nabijheid der andere fabrieksgebouwen en der gashouders. Zoover is het echter niet gekomen. Door de onmiddellijke aanwezigheid der brandweer slaagde men er spoedig in, met behulp van eenige slangen op de hoogdruk waterleiding, het vuur meester te worden. De schade is aanzienlijk, doch door assuran tie op beurspolis gedekt. De oorzaak schijnt gezocht te moeten worden in het ontstaan van een lek in de leiding boven de zuiveringskisten, doch zekerheid bestaat hieromtrent niet. De levering van gas zal waarschijnlijk door kunnen gaan, daar in de gashouders nog voldoende voorraad is, doch verschillende schoenfabrieken, die een gasmotor voor beweegkracht gebruiken, zullen moeten stop zetten. Gedurende het 4e kwartaal van het af- geloopen jaar werd in de schoolspaarbank te Waarland ingebracht f97.44 en terugbetaald f 13.50, zoodat geboekt bleef een bedrag van f83.94. Gedurende het geheele jaar waren deze sommen als volgtIngebracht f 631.47 terugbetaald f 145.88, saldo te goed f 485.59< De heer W. Smit te Harenkarspel heeft met gunstig gevolg deelgenomen aan het examen voor verkorten diensttijd; hy voldeed aan de beide eischen, van militaire be kwaamheid en lichamelijke geoefendheid. Versteende menschen. Een onzer medewerkers schrijft: Dezer dagen deelde de „Frankfurter Zei- tung" mede, dat in het stedelijk ziekenhuis te Wiesbaden was overleden een 36-jarig bouwkundige, die sedert 17 jaren aan een versteeningsziekte (een hoogst zeldzaam ge val) was overleden. Ook in ons land hebben wij twee zulke gevallen. In het Academisch Ziekenhuis te Leiden worden sedert jaren twee patiënten verpleegd, die langzaam tot versteening over gaan. Een hunner, een Dordrechtenaar, ver toeft er reeds 12 jaar. Yan de voeten tot zyn halve bovenlijf is reeds versteend, even als zijn armen tot aan de polsen. Hij be speelt op zeer kunstige wijze een mondhar- monika, die hij aan een stok bevestigt en met zijn nog beweegbare vingers naar zijn mond brengt. Het grootste gedeelte van den tyd brengt hy in den tuin liggende door op een van een rustbed voorziene baar. Hij is zeer opgeruimd en krijgt veel bezoek. De andere patiënt wordt een 9-tal jaren in hetzelfde ziekenhuis verpleegd, doch is, in tegenstelling van zyn lydensgenoot, geheel krom. Zijn knieën raken bijna zyn hoofd; hy kan geen andere houding aannemen, daar het meerendeel van zijn ledematen versteend is. Kon eerstgenoemde patiënt nog met gemak en zonder inspanning spreken, laatst bedoelde kan slechts moeilijk klanken voort brengen, die alleen door de verpleegster ver staan worden. Een bijzondere studie wordt in het Acade misch Ziekenhuis van deze beide patiënten eem,"kt (Hd.bld.) Speelzucht. Ook te Coevorden heeft men van over heidswege reeds maatregelen moeten nemen, om de toenemende speelwoede tegen te gaan. De burgemeester heeft een circulaire gericht aan alle vergunning- en verlofhouders, waarin er op gewezen wordt, dat er in den laatsten tyd veel en grof om geld gespeeld wordt. Hij geeft in overweging spelen als gokken, tikken, zeilen en vijven tegen te gaan. Er zal streng op worden toegezien. Voorts is in herinnering gebracht, dat, zoo lang de bezoekers in de lokaliteit aanwezig zijn, de hoofddeur niet mag worden afge sloten. Onder hel hooi. Men meldt uit Onnen (Haren) aan de Ass. Ct. Kortelings is het voorgevallen. En voor de waarheid ervan staan wij in. Voor eenige jaren werden vele gemeente besturen bevangen door een brandspuit-aan- schafkoorts. Ook hier is indertijd zoo'n dingetje gekomen, dat ternauwernood een vensterkozijn kan natmaken op 2 meter af- stands. Opgeborgen werd zij, by gebrek aan beter, in een boerenschuur. Onlangs verschijnt er een commissie in optima forma tot het nazien en controleeren van de spuit. Edoch de spuit is zoek. Ge moedelijk komt de eigenaar van de schuur tot de commissie zeggen„Ai hom probee- ren wilt, dan moei 't aander jaor maor weer- koomn. Ei zit under 'theuj." Nederland Bovenaan In het „Bulletin de la Société des études coloniales et maritimes" van December j.1. vinden wij eene statistiek over 1895—1905 van de geboorten en sterfgevallen in de Europeesche landen. Uit de daaraan door ons toegevoegde laatste rubriek blijkt, dat in vooruitgang van het zielental Nederland de kroon spant: Op de duizend inwoners. Meer gebo- Geboren. Overleden, ren dan overleden. Noorwegen 28.2 14.3 13.9 Zweden 25.8 15.3 10.5 Denemarken 28.5 13.9 14.6 Duitschland 34.1 19.6 14.5 Nederland 81.4 15.9 15.5 België 27.1 16.8 10.3 Frankrijk 21 19.5 1.5 Zwitserland 27.7 17.8 9.9 Portugal 32.1 19.1 13. Spanje 34.4 25.8 8.6 Italië 32.6 20.9 11.7 Oostenrijk 35.6 23.8 11.8 Hongarije 37 24.8 12.2 Gr. Br. en Ierl. 27.6 16.5 11.5 De toeneming der bevolking houdt na tuurlijk met deze ey'fers geen gelijken tred emigratie en immigratie doen daarbij haar invloed gelden. Maar de stelling, door Ne derland in bovenstaande lijst ingenomen, bewijst voor de kracht van ons volk en voor de goede hygiënische voorwaarden, waaronder het leeft. Be barbierster. Men schrijft uit St. Annaland Wat men in de groote steden dikwijls te vergeefs zoekt, wordt op een afgelegen dorp soms gevonden. Zoo bestaat hier een meisje, dat het beroep van barbier on haarsnijder Juitoefent. Toen verschoidene jaren geleden in zeker huisgezin de vader, die barbier was, j overloed, had zyn oudste meisje zooveel van het vak geleerd, dat zij in staat was de zaak in het belang van haar moeder en haar jon gere broeders en zusters voort te zetten, j Na eenige jaren trad zy in het huwelijk en verliet nu den barbierswinkel. Evenwel werd de zaak niet opgeheven, want een jon gere zuster, toen nog maar een aankomend meisje, maar even bekwaam in het vak als de oudere, nam die over. Dat gaat nu al zoo vele jaren. De tegenwoordige barbierster is ruim 20 jaar, ze heeft een drukken scheer winkel en gaat dagelijks uit om verscheiden klanten aan huis te bedienen, j Ook schaar en knipmachine weet zy vaar- dig te hanteeron. Zoo dikwijls het jachtge- j zeischap in de gemeente vertoeft, scheert zy de deftige heeren. Heeft Pary's thans zyn vrouwelijke koetsiers, ons dorp heeft zijn barbierster. De Gymnastiekvereniging *,D. O. V" j te Oudcslnis gaf j.1.'Zondag in het lokaal I van den heer Jm. Kreyger aldaar haar eerste 1 openbare uitvoering. Zy bestaat ongeveer f veertien maanden lang. In een openings- j woord schetste de leider der vrye- en orde- j oefeningen het lijden van „D. Q. V.", haar verschillende kwalen enz. en men beoogde met het geven van dit uitvoerinkje, (uitvoe ring kon het volgens den leider nietheeten) te laten zien, dat de vereeniging nog leefde en ook o.m propaganda te maken voor haar, die nog maar het kleine aantal van elf leden heeft. U,w verslaggever moet erkennen dat er door dat kleine groepje Zondagavond heel goed gewerkt is. Vooral de vrye en orde oefeningen werden heel correct uitgevoerd. 1 Het is onze wensch dat „D. O. V." door een grooter aantal leden nog eens een tijdperk van bloei moge doorleven. Smakelijk eten. Een heele bezending blikken met gecon serveerde groenten, 15 a 20.000 blikken, ge- vuld met andijvie, doperwten en snyboonen, I is door de keurmeesters van den gezondheids- dienst te Amsterdam afgekeurd. Een dek- schuit had de lading aangebracht uit Medem- biik, met bestemming voor een firma aan den Binnenkant, doch by onderzoek bleek, dat de inhoud, blijkbaar lang geleden inge maakt, bedorven was. Op last van den ge zondheidsdienst is de heele zending per kar naar de Stadsbelt gebracht, en daar zalmen wel afdoende gezorgd hebben dat er niets van in omloop is gebracht. Ken gauwdief. Te Amsterdam heeft een gauwdief een handig stukje uitgehaald. De koetsier Jan van Dijk liet zyn rijtuig, met een bruin vosje bespannen, even onbeheerd aan het Rokin staan. Van deze kortstondige gelegenheid wist een tot nu toe onbekend man gebruik te maken, om op den bok te springen en met paard en al er vandoor te gaan. Den ontstelden koetsier konden voorbij gangers alleen mededeelen, dat zy zyn bakje in de richting Spui hadden zien wegrijden. Tot nu toe is er geen spoor van terugge vonden. (Tel.) Drankmisbruik. Vrouw C. W., een ongehuwde doofstomme moeder, ging Zondagavond uit, de zorg voor haar kind van twee maanden toevertrou wende aan haar moeder. Te 11 uren thuis komende in haar woning in de Doelstraat, te Rotterdam, vond zy haar moeder vermoedelijk tengevolge van drank misbruik, slapende in bed liggen, gedeelte lijk boven op het kind, dat, toen zy het te voorschijn haalde, bleek reeds te zijn over leden, doodgedrukt door de grootmoeder. Het lijkje werd ter gerechtelijke schou wing naar het ziekenhuis gebracht. Bloedvergiftiging'. Zekere H. Hoogkamp, een 56-jarige ge huwde slager en vilder, te Dieren, had bij een boer 't vel van een aan ziekte gestorven koe afgedaan en daarbij geen acht geslagen op een wondje aan zyn hand. Hij kreeg bloedvergiftiging en reeds eenige uren daarna zwollen hand en arm onrustbarend op en stierf de man weldra onder vreeselyk lijden. De geneesheer constateerde, dat hy over leed aan miltvuur. Baldadigheid. Zondagavond omstreeks kwartier over acht klonk op de Prinsengracht te 's-Graven- hage dicht bij de Groote Markt een geluid als van een pistoolschot en van mond tot mond ging op de druk bezochte Zaterdag- avondmarkt het verhaal van een moord, gepleegd op een man door middel van een vuurwapen. Bij onderzoek bleek, dat hier van een misdrijf geen sprake was; wèl hoogstwaarschijnlijk van de baldadigheid der straatjeugd, welke bijna een ernstig ongeluk had tengevolge gehad. Van twee mannen, die rustig met elkaar stonden te praten, werd nl. één bloedend aan het gelaat verwond, juist terwijl de electrische tram passeerde. Men vermoedt, dat een met kruit en glas gevuld voorwerp, dat op de rails was gelegd, ontplofte en dat de verwonde door een scherf in het ge laat werd getroffen. In het Gemeenteziekenhuis, waar de wond werd verbonden, bevond men, dat deze gelukkig niet van ernstigen aard was. Humor in de verzekering. Uit het jongste jaarverslag der Rijksver zekeringsbank knipt de Tijd het volgende stukje „Door een der geneesheeren van een groot ziekenhuis werd opgemerkt, dat indien er een zeker aantal patiënten b. v. met been breuken aanwezig is, waarvan de eene helft krachtens de Ongevallenwet 1901 verzekerd is, de andere niet, de verzekerden zich nog steeds niet in staat gevoelen te loopen, veel minder het ziekenhuis te verlaten, nadat de andere reeds sedert weken, soms sedert maanden aan het werk zyn. „Ook trof het iederen arts, die de wekelyk- sche zitting in dat ziekenhuis bijwoonde, dat de verzekerde patiënten met beenfracturen in een zeker stadium der genezing over het algemeen veel minder goed liepen dan de niet verzekerde lyders. In het algemeen werd meermalen alleen aan de wyze van optreden van een patiënt gemerkt of hy volgens de Ongevallenwet verzekerd was of niet. „Dergelijke trage arbeidshervatting werd door vele artsen vóór het in werkingtreden der Ongevallenwet slechts zelden of nooit gezien, terwijl zij thans veelvuldig voor- komt." Bet doodshoofden. Deze week, op 'n frisch-heerlykon middag wandelend langs de „Vaartkant" te Roosen- j daal, schrijft iemand aan de Gr. wet, zag ik, j even voorbij 't houten bruggetje over de 1 Vaart, achter 't nieuwe schoolgebouw, 'n stuk of vijf,zes armoedig gekleede kleuters van jongens, die, onder veel lachend kabaal, met 'n soort van groote ballen aan 't bollen waren, waarvan telkens brokstukken en schorven afvielen, wanneer ze met elkaar in botsing kwamen. Daardoor meer opmerkzaam ge worden, keek ik wat oplettender naar deze eigenaardige bal-party, toen ik eensklaps, tot m'n groote ergernis, merkte, dat de voor werpen waarmède de jongetjes zich ver maakten, niets minder of meer waren dan een drietal doodshoofden. De kleinen ver haalden, dat ze hun speeltuig opgedolven hadden op 't verwaarloosde oude kerkhof, daar in de nabijheid gelegen, en dat er van deze „ballen" nog veel meer te vinden waren Texelse!» vee. Dat de uitvoer van vee voor dp Texelsche fokkers wederom belangrijk is geweest in 1906, kan blijken uit de volgende cijfers: verzonden werden 35.444 lammeren, 5741 schapen, 1514 koeien, 684 kalveren, 59 veulens, 59 paarden en 617 varkens. De pry'zen waren gemiddeld hoog. Loting voor de nationale militie. De Tyd bevat het volgende adres, dat voorzien van L0.000 handteekeningen, is ver zonden aan H. M. de Koningin Mevrouwe Ondergeteekenden hebben kennisgenomen van een verzoekschrift tot afschaffing van de loting voor de nationale militie, en nemen daarom met verschuldigden eerbied de vrij heid Uwer Majesteits aandacht voor het volgende te verzoeken. Indien toch wat, naar wy hopen, niet zal geschieden de loting voor de nationale militie wordt afgeschaft en m.a.w. de alge- meene dienstplicht zal worden ingevoerd, is er slechts één stap noodig om te komen tot uitbreiding van het leger, 't Mag dan ook niet worden verzwegen, dat, volgens alge meen gevoelen, de actie tot afschaffing der loting tot ondergrond heeft: legeruitbrei- ding. Afgescheiden van alle andere bezwaren, welke de gevolgen zouden zijn van den algemeenen dienstplicht, geldt 't groote bezwaar: vermeerdering der lasten van Uwer Majesteits onderdanen. Indien de belangen van het land algemee nen dienstplicht eischten, wij zouden met dit verzoekschrift niet zijn gekomen. Om maar ter wille van militaristische idealen den toch al zoo zwaren belastingdruk op middenstand en minvermogenden te ver- grooten om onnoodig den een uit zyn studie, den ander uit zijn betrekking of kostwinning te rukken komt aan onder geteekenden voor in 't absolute nadeel van handel en nijverheid, en dus ook in het na deel des lands te zijn. De industrie heeft in de allereerste plaats noodig deugdelijke sociale verhoudingen. Industriescholen en vakonderwijs voor middenstand en arbeiders, ziekte- en inva liditeitsverzekering, ouderdomspensioenen, betere regeling van de arbeids- en rusttijden, beteugeling der huisindustrie, invoering van publiekrechterlijke beroepsorganisatie, sociale rechtspraak enz. enz., zyn absoluut noodig in het hygiënisch en sociaal belang van het volk en voor een krachtige ontwikkeling van handel en nijverheid. En voor al deze zaken kan niets of wei nig worden gedaan, omdat leger en marine een ontzaglijk percentage der belastingen eischt. Om deze ernstige redenen doen onderge- j teekenden Uwe Majesteit het dringend ver- I zoek niet te doen overgaan tot afschaffing j van de loting voor de nationale militie. Nog maar vijf. In Friesland waren den len Januari j.1. j nog 5 oud-stryders van 1830—32, gerechtig- den tot het dragen van het Metalen Kruis, j allen van 94 tot 96 jaren oud, die inbehoef- tige omstandigheden verkeeren en van het Comité voor oud-stryders onderstand genie- ten. Openbare Raadsvergadering te Haren karspel, 12 Jan. 1907. Afwezig de heer J. B. Boekei. De Voorzitter opent de vergadering, heet de leden welkom in deze eerste bijeenkomst in 1907 en spreekt den wensch uit, dat de beraadslagingen mogen strekken in het belang der gemeente. De notulen worden hierop gelezen en onveranderd vastgesteld. De Voorz. deelt mede, dat bij de laatste verificatie in de kas van den gemeente-ontvan ger overeenkomstig de boeken aanwezig is bevonden eene som van f 1637.35Jvoorts, dat bericht van de ontvangst der herzie- j ningsverordening is ingekomen, i Eindelijk wonscht de Voorz. nog aan te vullen eene mededeeling in de vorige verga- dering gedaan. Toen is n.1. verzuimd, na 1 de vermelding der goedkeuring van de gemeente-begrooting over 1907, te zeggen, j dat omtrent de jaarwedde van den Burge- i meester en Secretaris, de beslissing van Gedeputeerden nader zal worden medege- deeld. Een en ander wordt voor kennisgeving 1 aangenomen. Ter tafel wordt gebracht een schrijven j van de Naaml. Landb.- en Handelsvereni ging Langedyk en Omstreken, om finan- j ciqelen steun te verleenen aan het plan tot het aanleggen van een spoorlijn van het station naar het dorp Noord-Scharwoude. Besloten wordt aan de vereeniging te doen weten, dat op een verzoek van het comité voor den spoorweg, om bij te dragen in de voor- loopige kosten, reeds gunstig is beschikt. Volgt de benoeming van eene onderwijzeres te Waarland. Na voorlezing van het bericht van het betrokken schoolhoofd, alsmede van het advies van den heer Arr.-Schoolopziener, wordt met algemeens stemmen benoemd mej. A. Groen te Markeloo, no. 1 der voor dracht, die, naar met grond kan worden verwacht, op 16 dezer, als wanneer de vacature ontstaat, in dienst kan treden. Per draad zal aan de benoemde van de benoeming worden kennis gegeven. De Voorz. deelt mede, dat het Best. van de Banne Harenkarspel het niet noodig acht een opzichter aan te stellen, zoodat van het denk beeld om voor gemeenschappelijke rekening een opzichter te benoemen, moet worden af gezien. Dit zal intusschen eenige verandering veroorzaken, wat het door de gemeente uit te loven salaris betreft; voor f75, het aan deel dat wy dachten te geven in het ge meenschappelijk salaris, zullen wy nu waar schijnlijk geen opzichter kunnen krijgen. De heer Slot vraagt: zou er zooveel werk aan de betrekking van gemeente-opzichter verbonden zyn, dat f75 salaris onvoldoende is De Voorz. meent van wel en wyst daarbij op de gein. Schagen, waar wel veel meer voor oen opzichter te doen is, doch waar het salaris ook f300 bedraagt. Spr. meent, dat het tyactement hier f100 moet worden.' De heer Burger zou liever met f75 begin nen; molden zich geen sollicitanten aan, of blykt later, dat het salaris te gering is dan kan het altijd nog verhoogd worden. De heer Slot vindt het beter, nu de nieer- doiheid van oordeel is, dat f75 te min is, terstond een voldoend salaris uit te loven; voor goed loon is goed werk te verwachten. Do hoer Burger handhaaft echter zy n meening, aanvoerende dat in St. Maarten voor den bouwopzichter in 1905 slechts f 15 is uitbe taald wanneer nu in Harenkarspol tweemaal zooveel gebouwd wordt, blijft er voor het andere werk nog vrywat over. "e b,6?r Post is van oordeel, dat eene vergelyking met St. Maarten niet opgaat en meent evenals de heer Keesom, dat het sa laris f100 moet zyn. Met vyf stemmen (de heer Burger bleef voor f /5) wordt het salaris hierna op f100 bepaald en besloten, sollicitanten op te roepen tegen 1 Febr. a.s. V óór de benoeming zal de instructie wor den vastgesteld. De heer Burger zegt: het is misschien wat voorbarig, om daar nu reeds over te beginnen, maar ik zou er voor zyn, zooals ik in de vorige vergadering trouwens reeds heb gezegd, om de gemeentewerken aan te besteden voor 't vervolg. - De heer Slot is van gevoelen, dat daaromtrent later wel eene beslissing kan worden genomen. De Voorz. zegt, dat in elk geval overleg met den opzichter noodig zal zyn, omdat niet alle werken voor aanbesteding vatbaar zyn. De heer Burger brengt in herinnering, dat, toen hy onlangs voorstelde, de leveran- tiën der brandstoffen onder de ingezetenen te verdeelen, door den Voorz. aanbesteding in het belang der gemeente werd geacht als dat met het één zoo is. zal 't ook met het ander zyn. De heer Zut is niet voor aanbesteding van gemeentewerken, omdat alsdan door - de scherpe concurrentie vaak geknoeid wordt. Met de brandstoffen kan ook geknoeid worden, zegt de heer Burger, doch volgens den °orz. is dat niet het geval, hoewel bij brandstoffen-leverantiën niet het toezicht is dat bij onderhoudswerken kan zyn. Nadat de heer Bypost nog had opgemerkt dat werken van eenig belang, zooals school- verbouw, nieuwe banken enz. steeds worden aanbesteed, wordt over dit punt niet verder uitgeweid. Ter tafel wordt gebracht een schrijven van den heer Dr. J. Keyser alhier, houdende mededeeling, dat hy om gezondheidsredenen zyne praktijk moet nederleggen en daarom verzoekt hem met 1 April a.s. (in het korte vers ag in het vorig nummer stond abusie- velijxv 1 ebruari a.s.) te ontslaan als ge meente-geneesheer. Overeenkomstig het voorstel van den Voorz. wordt besloten dat ontslag eervol te verleenen. De heer Burger zegter is alle reden, het ontslag op de meest eervolle wyze te verleenende heer Keyser heeft gedurende een reeks van jaren, zeer ten genoegen van de meeste gemeentenaren, zyne praktyk waargenomen. De Voorz. merkt op, dat alvorens stappen kunnen worden gedaan om in de vacature te voorzien, opnieuw de jaarwedde vastge steld dient te worden. De jaarwedde bedraagt thans f 1000, doch B. en W. rneenen, in hunne laatste vergadering dit onderwerp bespre-" kende, dat voor t vervolg eene jaarwedde moest worden uitgeloofd van f750. Voorz. wyst er op, dat de toestanden in de gemeente veel zyn veranderd sedert den tyd toen Dr. Keyser werd benoemd. Het aantal patiënten, die gratis behandeld worden, is minder: daaibij heeft de dokter een fonds, waarin velen zyn opgenomen, die anders in de ter men zouden vallen voor gratis-behandeling De heer Burger vindt bezuiniging wel goed, doch stelt zich in dit geval de vraag: kunnen wy voor f75Q een flink dokter krijgen, en dan meent hy van niet. De heer Bypost is het volkomen eens met den vongen spreker, doch wyst er op, dat u un voorstel rekening hebben gehouden met hetgeen reeds meermalen over het salaris van den Dokter in den Raad is besproken. De oorz. herhaalt, dat de toestanden veel I zyn veranderd, doch er volstrekt niet tegen I ,zyH bÜv- de jaarwedde op f800 te be palen. Dit komt den heer Zut wat hoog voor z.i. is f700 voldoende. De heer Slot vraagtkunnen voldoende motieven worden aangevoerd voor de ver mindering? Wel zeker, zegt de heer Bijpost, die motieven zyn reeds genoemd. Er is wel beweerd, zegt de heer Slot, dat de dokter invloed uitoefent, om verschillende personen in t fonds te krijgen; als dat zoo is, zou het fonds later wel kunnen verminderen. Ook den heer Zut is van den aandrang van den dokter, om personen die eigenlijk in de termen vallen yoor gratis-behandeling, m t fonds te krygen, wel eens iets ter oore gekomen. Den dokter hierover een verwyt maken gaat volgens den heer Bur- ger niet op. Wie niet betalen kan, behoeft met in t fonds te gaan. De heer Bypost merkt op, dat de lijst van personen die voor gratis-behandeling in aan- meiking komen, door den Raad wordt op gemaakt; wyl die lyst, zegt de Voorz., in den laatsten tyd niet is herzien, zou ze vooi door SoJl. inlichtingen worden gevraagd door B. en W. voorloopig kunnen worden nagegaan. Blykt dan, dat het aantal op do lyst te plaatsen personen niet meevalt dan zou nog wel eens kunnen blyken, dat het voorgestelde salaris te laag was, zegt de heer Slot. De heer Bypost is daar niet bang voor en meent, dat er wel soll. zullen komen; er zyn nu veel meer dokters dan vroeger. De heeren Groot en Zut zjjn van oordeel dat we voor f 750 evengoed een dokter krij gen, waarop de heer Burger herhaaldehoe beter salaris, hoe meer kans dat wij een bekwaam arts krygen. De Voorz. acht het onderwerp voldoende besproken, waarna wordt uitgemaakt dat i het salaris zal worden f 800 en vrije woning i vl ATv Gr°a°i 6I? Zut verklaarden zich XS f an? moeten de armen behandeld worden en tevens is daaronder begrepen vaccinatie en doodschouw. Op voorstel van den Voorz. wordt goed gevonden een oproeping te plaatsen in de Geneeskundige Courant en in het Tijdschrift voor do Geneeskunde. Hiaschiift By do rondvraag vestigt de heer Groot de aandacht op de moeilykheid om bij ster ken sneeuwval tydlg voldoende personeel te krygen om de sneeuw op te ruimen. Ook in andore deelen van de gomeente was dat onlangs gebleken. Teneinde aan dat bezwaar tegemoet te komen, neemt na eenige bespreking elk raadslid op zich, een paar personen uit zyn omgeving aan te wijzen, die, zoodra t noodig mocht zyn, met sneouw- opruiming aanvangen. Het loon wordt be paald op 15 cent per uur en voor nachtwerk op 20 ct.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 5