Een lamielje, öie \l Ken. Particulier Geld. Zondag 2ÜJan. 1907. 5le Jaargang. No. 4223. DERDE BLAD. Gemengd Nieuws. Binnenlandsch Nieuws. ADVERTENTIÊN. is eiken DINSDAG van uur te spreken bij den Heer JACOB VAN LEEUWEN, Groeneweg, Anna Paulowna. Door PETER ROSEGGER. o—o In het huisgezin van den rentmeester Kolbenblutt heerscht een strenge tucht. Daar is zelfs het ziekzijn verboden. Het ziekzy'11 vooralNiets kan mevrouw Kol- benblut een grooteren schrik en een dieperen afschuw aanjagen, dan lichamelijk onwel zijn. Zij beschouwt zoo iets kortweg als onzedelijk. De gansche opvoeding harer kinderen is daarop gericht, dat zij gezond blijven. En toch, toch moeten zij altoos ziek zijn; toch staat het dokterskoetsje voor geen enkele deur zóó vaak, als voor de hare. Als iemand in huis verkouden is de dokter moet geroepen worden. Hoest iemand de dok ter! Moet een van de kinderen tweemaal daags naar een zekere plaats, of in tweo dagen maar éénmaal, de dokterHeeft mevrouw hoofdpijn, of de meid kiespijn, of de jongen een beetje buikpijn onmiddel lijk de dokter! „Waarom eet je niet, kind?" wordt aan het dochtertje gevraagd, wanneer het kies kauwt over de tweede boterham. „Je hebt geen eetlust je hebt zeker je maag be dorven. Of heb je de mazelen onder je leden Ik zal den dokter laten halen „Poldi, je hebt mij vandaag zulke ver dacht roode vlekken op je wangen." De jongen heeft namelijk een slecht school rapport in den zak. „Geef je hand eens hier. Laat ik je pols eens voelen Mijn hemel, het kind heeft koorts! Mali moet oogenblikkelijk naar den dokter loopen. Verzoek hem zoo gauw mogelijk te komen „Man, je bent heeschLaat mij eens in je keel kijken Jawelje keel is aan den linkerkant rood. En je tong is besla gen. Straks krijg je nog influenza. Ga dadelijk naar bed. Ik laat den dokter ha len." „Maar kind wat krijg je in je hoofd Je zult toch niet met die dunne voorjaars blouse uitgaan Het waait zoo. Trek dadelijk je manteltje aan „Een steek in je zijde, zegje? Waarom loop je zoo scheef? Aan den rechter kant? Is 't erg? Je zult nog eene buikvliesont- steking krijgen, FransDat komt van dat malle turnen! Die gynastiekles moet uit zijn, hoorJe gaat er niet meer heen. Ik wil de gezondheid van mijne kinderen niet laten ruïneerenHet is alweer over, zeg je? Neen, dat kan niet. Een steek in de zijde gaat zoo gauw niet over. Ik zal den dokter laten halen. „Wil je wel eens gauw binnen komen, daar uit die tochtige gang! Laat mij je hand eens voelen! Je bibbert weer! -■ Je blijft vandaag in de kamer, hoor, bij dit natte weêrWarm? Wat warm? Het is kil, zeg ik je, en ik bedank er voor om je weer ziek te hebben!" „ManGustlWat heb je Hemelsche genade, Gustl, wat scheelt er aan Alle heiligen, staat ons bijGustlGustl De vrouw is opgesprongen en trommelt met beide vuisten op den rug van haren gemaal, die zich aan een mondjevol thee heeft verslikt en nu met eene hoestbui te worstelen heeft. Hij weert haar af. Hij kan nauwelijks tot zichzelf komen, omdat zijne vrouw hem als razend beukt. Het gansche huis is toegeloopen, en daar mevrouw nog altijd wanhopig om hulp schreeuwt, denken de menschen dat mijnheer bezig is te stikken totdat hij eindelijk tot adem komt en nu een standje maakt over het misbaar, wanneer er eens een droppeltje in het ver keerde keelgat schiet. De schoolrapporten van de kinderen Kolbenblutt staan vol verzuimde lesuren. Allen natuurlijk wegens ziek-zyn. De kin deren willen dus liever heel niet meer naar school, omdat zij altijd ten achter zijn. „Is het niet een ramp jammert de moe der. „In die slechte schoollucht worden zij toch allemaal ziek en loopen geregeld aller lei besmettingen op. Gezondheid is toch de hoofdzaak. Voor al het andere draai ik mijne hand niet om." Geen der kinderen wil in de nabijheid van de moeder slapenwant zoodra er een even hoest, krijgt het een snauw. Hoest het dan toch nog voor de tweede of derde maal, dan wordt het gestraft. Zij houden heel veei van de moeder. Maar als die eens een paar dagen afwezig is, dan zijn zij blij, want dan mogen zij weer eens ongegeneerd uithoesten. Dan behoeven zij niet meer half te stikken bij het onderdrukken van eene kriebeling in de keel; dan mogen zij, als er hun iets in den neus prikt, eens frisch er op los niezen; dan mogen zij een glas koud water drinken, mogen in de hemdsmouwen en blootsvoets in den tuin loopen. Natuurlijk echter vat ten de verweekelijkte schepseltjes daardoor kou, en dan voert de moeder hevig verbol gen dit als een bewijs aan, dat hare voor zichtigheid noodig is en dat er geen andere methode bestaat om de bengels gezond te houden. De andere kinderen zijn dan ook werkelyk reeds hypochondrisch geworden. Zij durven geen frisschen wind, geen vrije beweging, geen hard stuk brood meer aan want dat kan schaden. Voelen zij ergens in hun lijf de geringste storing of roering, dan schrikken zij, betasten zich angstig, verbeelden zich dat zij ziek worden en roepen bij het geringste voorbijgaande wissewasje om den dokter. Zekere kwalen, die vooral in de jeugd dik wijls voorkomen als daar zijn hoofdpijn, verkoudheid, maagdrukken, oorsuizen en zoo al meer houden zij voor bijzonder zieke lijke verschijnselen, het begin van het einde. Aan den anderen kant bezoeken zij tot laat in den nacht danspartijtjes, drinken bij ver hitting ijskoude limonade, rooken sigaretten zonder tal. Dat hindert niet. Dat doen de anderen óók. Als men zich dergelijke kleine genoegens ontzeggen moest, dan waie het leven niets meer waard. Dan maar hevei ineens een kogel door den kop Tusschen angst voor een tochtje en het zich voor den kop zetten van de revoher, schommelt de moderne mensch. En daaraan heeft ook mevrouw Kolbenblutt wel eeniger- mate schuld. Gezondheid is ontegenzeggelyk eene hoofdzaak. Men bereikt haar niet door zorgelooze verwaarloozing van ziekelijke ver- jachijnselenook niet door roekeloos harden; maar evenmin door het tegendeel. De gezond heid ligt niet rechts en niet links maar tusschenbeide. Zooals vele mensehen het aanleggen, gaat met de grootste angstvallig heid de grootste achteloosheid gepaard. De huisarts van de Kolbenblutts is oon grijsaardvan ruim zeventig jaar. Hij is jichtig en asthmatisch, en na zijne nog drukke praktijk bij zwaar zieken verlangt hij 'r avonds naar zijn bed. Maar, ziete middernacht wordt hij gewekt. Onmiddellijk bij rent meester Kolbenblutt komen Een van de kin deren heeft diphtheritisHij staat op, gaat heen en vindt bij het vijfjarige meisje eene onbeduidende angina. Een koude omslag, zooals in zulke gevallen andere huis vrouwen weten aan te leggen, heeft de kwaal genezen. Den hemel zij dank! zegt de moeder. Maar innerlijk ergert zij zich toch. Die dokter neemt ook alles zoo licht op Vroeger had men in elk gozin eene kleine apotheek van oudbeproefde huismiddelen. Maar neen! daarvan wil mevrouw Kolben blutt niet weten. „Geen geknoeiDaar moet ik niets van hebbenMet de gezond heid valt niet te spotten. Als men ziek is, dan haalt men den dokter. Van mij is er nog niet één gestorven Niet een gestorven. Maar ook niet één gezond. Broeikasplantjes, waar aan voort durend moet worden gepoederd en gepild en gemedicineerd. Heeft er een oen loopen den neus naar den dokterHeeft er een kiespijn naar den tandartsHeeft er een een beetje pijn in de ledematen naar den masseurHeeft er een een splin ter in den vinger gekregen naar den chirurg! Heeft er een zich de maag over laden naar den medicus alweerIn verreweg de meeste gevallen zou het den volgenden dag vanzelf al beter zijn geweest. Maar daarop mag niet worden gewacht. Er moet om den dokter worden geloopen, en men is diep verontwaardigd, wanneer de man niet op hetzelfde oogenblik ter beschik king staat. Drie dagloonersgezinnen zouden jaar in jaar uit kunnen leven van het geld, dat de Kolbenblutts voor dokters uitgeven. En toch zijn zij altoos „ziek". De angstigheid is eene van onze grootste kwalen de angstigheid voor onze gezond heid. Wie is er dan tegenwoordig nog vol komen gezond en hoeveel dagen in zijn leven heeft zelfs de gezonde, op welke hij niet hier of daar aan of in zjjn lichaam eens een beetje pijn of onlekkerheid voelt Als wij dan allemaal terstond do handen over het hoofd moesten slaan, dan zouden er meer handen over de hoofden, dan hoof den over de handen zijn. Men late zich toch door zijn lichaam niet aldus tiranniseeren Ons lichaam is een booze vos, die met onze betere natuur een loopje tracht te nemen. Wanneer wij aan al zijn ziekelijke grillen en nukken terstond gehoor geven, dan begint het al spoedig van eiken splinter een balk te maken. Dan laat het zich hoe langer hoe meer ontzien en vertroetelen, stelt ons hoe langer hoe grootere pretenties, wordt ons geheel de baas. Houdt men het daaren tegen onder den duim en laat men het niet aan al zijne kuren den teugel vieren, dan kiest het vanzelf eieren voor zy'n gold. Bij voorbeeld, het wil graag op ongewone uren in een warm bed en wie het daarin zijn zin geeft, die ligt er gauw onder. Maar zegt men flinkweg neen! dan bedenkt het zich en zet zijn kleine onhebbelijkheden aan kant. Kleine pijnen on ongesteldheden zijn als slecht opgevoede kinderen. Geoft men hun den vinger, dan nemen zij straks de gansche hand. Maar laat men hun de tan den zien, dan kruipen zjj in hun schulp. Eens op een nacht gebeurde 't, dat Ricki, het kleinste dochtertje van de Kolbenblutts, bitter bogon te snikken. De moeder, hevig verschrikt, stond op en vroeg wat het kind in 's hemels naam dan toch scheelde. „Moeder och, moeder," kreunde het wurm „ik ben zoo bang, dat ik ziek zal worden!" „Mijn hemel! Heb je dan ergens pijn?" „Neen, nu nog niet. Maar ik ben zoo bang, dat ik ziek zal worden „Het arme schaap!" klaagde de vrouw bij haren echtgenoot. „Het is zoo vreeselyk nerveus. Ik zal toch morgen den dokter laten halen." Haar man had haar reeds tallooze malen bezworen: „Laat 'ttoch, Mathilde! Het is immers niets het gaat vanzelf wel weer over." Maar zy daarop: „Jij bent een mooie! Om een paar gulden op de doktersrekening te besparen, zou je de arme schapen laten lyden als hondenals 'tniet nog erger wordt. God beware ons! Jij hebt geen hart voor je kinderen." Ook de dokter had haar reeds vaak te verstaan gegeven„Als by de kinderen die of die verschijnselen optreden, dan wendt u eenvoudig dit of dat aan. U behoeft dan niet de moeite te doen van mij te laten roepen. Ik ben ook niet altijd thuis,wanneer ik ernstige patiönten heb." „Hoor eens," zeide de vrouw eens tot haren man „het schijnt dat de dokter ons niet langer bedienen wil. Nu, als hy geen lust meer heeft, er zy'n gelukkig nog andere dok ters, en by de vleet. Ik ben niet van plan mijne kinderen te laten omkomen, als hun iets scheelt. Het is toch veel verstandiger, dat men er tijdig by is, vóór zy zwaar ziek worden niet waar?" Onvoorzichtigerwijze stiet de heer Kolben blutt een ongeduldig kuchje uit. „En jij, jij mocht óók wel eens iemand voor dien hardnekkigen hoest van je con sulteeren riep zy. „Als je eenmaal de tering hebt, dan is er niets meer aan te doen." Zoo zijn zy en zoo blijven zy! Op zekeren dag verzocht my mevrouw Kolbenblutt, iets in haar album te schrij- ven. Zy had zich zoo'n ding aangeschaft „voor beroemde menschen om er iets in te schrijven, en omdat mevrouw Grossham- mer, van den kantonrechter, er óók een had." Ik wilde niet weigeren. Dus schreef ik op een blad „Men moet niet tegen elke ziekte, die aan de deur klopt, binnen roepen." „Zie je nu wel, Gustlriep zy triom fantelijk' haren man toe: „Rosegger zegt 't óók Ook hij is bang voor ziekten. Als zy eenmaal in het huis zijn, dan is 't te laat." (N. R. Ct.) Sniokkelavuntuur. Vrijdagavond kwam een heer uit Aken met een jeugdig koetsier uit die stad overeen, dat deze laatste hem in den nacht naar Slenaken overbrengen zou. Zoo gezegd, zoo gedaan. By een restaurant aldaar werd halt gehouden en de heer toonde zich zeer gul ten opzichte van den koetsier. Nadat beiden goed gegeten en gedronken hadden, werd de terugtocht naar Aken onder nomen. De heer nam plaats naast den koet sier op den bokhjj vond dit gezelliger. Nauwelijks het Pruisische douanekantoor ge nader'!. werd halt geboden. De heer sprong van den bok n koos ijlings 't hazenpad. De koetsier bleof gerust zitten. Toen de douanen het rytuig openden, vonden zy oen aantal pakketten. Zy deelden dat don kootsier mede en gaven te kennen, dat rytuig en inhoud verbeurd verklaard waren. De koetsier toonde zich verwonderd, hy wist van niets af un dacht, dat het rijtuig lodig was. Hy wilde de douanebeambten naar Vaals brengen, daar zou men kunnen getuigen, dat hy ontschuldig was. Deze woorden met 's mans gedrag in overeenstem ming, hadden tot uitwerking, dat de koetsier zijn eigendom terugkreeg, doch de inhoud werd aangehouden. By onderzoek bloken de paketten 280 K.G. sacharine te bevatten. Nog nooit, voor zoover men weet, hoeft men getracht zulk een hoe veelheid ineens door te smokkelen. Voor den man uit Aken, die ontkwam, doch herkend is, zal deze geschiedenis een leelijken staart krijgen. Principes. Een jong leeraar van eon Duitsch gymna sium is, naar de Straszburger Post meldt, kort geleden het offer van zijn wetenschap pelijke opvatting gewoiden. In zy'n studie jaren had hy zich aangesloten by de opvat ting van sommige professoren, dat in de uit 't Latijn afkomstige woorden de c niet als c, maar als k moet worden uitgesproken, en hy verlangde van zijn leerlingen, dat zy voortaan zouden spreken van Kaesar, Kikero, Kitroen, enz. De jongelui maakten er een grapje van, en de oudere leeraars trachtten den jongen man onder het oog te brengen, dat er een heid in het onderwijs noodig was, en dat hij dus goed zou doen met zich te schikken naar de opvatting van anderen. Maar daar wou de joifgo leeraar niet van hooren, ook niet toen de rector er hem over onderhouden had. Zijn antwoord was on bleef: „Mijn geweten veroorlooft me niet, tegen mijn wetenschappelijke opvatting in te gaan." En toen hij ambtelijk werd uitgenoodigd zich te schikken naar de gebruikelijke uit spraak, met de toevoeging dat men hom anders zijn ontslag zou moeten geven, zette hy vastberaden zijn „kilinder" op om af scheidsbezoeken te gaan maken. Stille kracht. In zjjn roman: „De stille kracht"verhaalt Couperus van allerlei geheimzinnige aansla gen op het huis en de huisgenooten van een resident op Java. Iets dergelijks, volgens een mededeeliiig van den „Matin", geschiedt sinds eenigen tijd ook te Cherbourg en het slacht offer is een hooggeplaatst magistraat, de heer Osmont de Coutisigny, procureur-gene raal by het Hof aldaar. Eiken avond precies op denzelfden tijd gaat de lantaarn, die voor de deur van het huis staat, plotseling uit, zonder dat men kan verklaren, hoe dat in zyn werk gaat; dagelijks en oók 's nachts wordt het huis met steenen gebombardeerd, zoowel van de straatzijde als van de binnen plaats. Gaat de procureur-generaal aan tafel, dan vliegen de steenen door de kamer en in de schotels en de borden, zoodat onlangs zyn dienstbode ernstig werd gewond. De politie tracht achter het geheim van l de baldadige plagerijen te komen, maar j tevergeefs. Urenlang ligt ze op de loer, zonder j het geringste te bespeuren, maar nauwelijks i heeft zo" den rug gewend, of het lieve leventje is weer gaande. En of men al strik ken spant in het huis en allerlei kunstig verborgen electrische schellen aanbrengt, de dader of daders laten zich niet verschalken. Zes weken lang hebben deze geheimzinnige plagerijen reeds geduurd. Do vrouw in de verkiezingen. In Duitschland toonen thans ook vele vrouwen groote belangstelling in de aan staande verkiezingen voor den Rijksdag. De „Frankf. Ztg." schrijft dit toe aan de duurte van levensmiddelen, vooral van vleesch, wat de vrouwen uitteaard dagelyks waarnemen. Zelfs in het blad „Reich" van den conserva tieven predikant Stöcker is een artikel opge nomen van een vrouw, die schrijft: „De vrouw moet ook over politiek een meening hebben. En dit moet zy nu toonen. Hoe? Niet in openbare vergaderingen, maar door persoonlijken invloed op de kiesgerechtigde mannen, op echtgenoot, vader, broeders, zoons, enz. Hoeveel lauwheid heerscht nog onder de kiezersMen wekke de nalatigen op, opene den onverschilligen de oogen, geve don weifelaars een steun, brenge onheldere denk beelden, die zy zich uit onbegrepen leuzen hebben gevormd, tot klaarheidWelk een rijk veld voor de vrou ITeoft zij nu nog ty'd en lust om voor haar eigen kiesrecht zich warm t9 maken Is het niet van meer belang, invloed te oefenen op de mannen en dan met voldoening te kunnen zeggen: ik heb myn deel gehad aan de verkiezingen en meer bereikt dan wanneer ik zelf een stembiljet in de bus had mogen steken Neen, laten wij de uitvoering aan de mannen overlaten, maar voor zooveel wy vermogen, hen met onzen geest doordringen!" Vergadering van de afd. St. Maarten van de Naamlooze Landbouw- en Handels- vereeniging „Langedjjk en O.", in het lokaal van den heer G. van Bodegraven te Valkoog, op Woensdag 16 Januari. Aanwezig 13 leden. Na opening door den waarnemenden Voor zitter, werden door den heer D.Kuiper, Secre taris, de notulen gelezen en onveranderd goedgekeurd, waarna de rekening van den Penningmeester werd nagezien en in orde bevonden, sluitende met een batig saldo van f0.83. Door den Secretaris werd voorlezing gedaan van een ingekomen schrijven van den Raad der gemeente St. Maarten, met het besluit f25 toe te kennen ten behoeve van het spoorplan Noordscharwoudo. Hierna volgde het verslag van den Secre taris over het afgeloopen jaar. Hieruit bleek, dat de afdeeling 83 leden teldë. Herkozen werden tot leden van het bestuur der afd., de heeren K. Slot en J. Limmen en gekozen in plaats van den heer K. Blom, de heer Nieuwenhuizen. Tevens had er een benoe ming plaats van acht leden voor de algemeene vergadering; hiervoor werden gekozen de heeren K. Slot, J. Commandeur, W. Brak, T. Rens, W. Bypost, C. de Geus, L. Barten en D. Burger. By de gebruikelijke rondvraag, informeerde een der leden, of d toestand langs het Waardje niet eenigszins kon worden verbe terd. Van het Hoofdbestuur was de toezegging tot verbetering ontvangen. Tevens werd er medegedeeld, dat in de maand September a.s. eene Internationale Tentoonstelling zal plaats hebben in Den Haag, ook voor kool soorten en dan zal er voorkeuring in Broek op Langendyk worden gehouden, zoodat elk lid, die wenscht deel te nemen, een monster van 6 of 8 stuks kan inzenden. Deze tentoon stelling heeft ten doel aan het Buitenland te laten zien, wat en hoeveel hier in Hol land of Nederland geteeld wordt. Algemeen drong men er op aan, om de verschillende bepalingen te handhaven, inzon derheid de voorkoop op contract, hoewel men er van overtuigd was, dat voorkoop niet moe-1 bestaan, omdat den geheelen handel tijdelijk een dwang werd opgelegd tot stil stand. Door den heer J. Commandeur werd mede- deeling gedaan omtront zjjn proefveld voor zaaizaad, genomen voor leden van de afd. Hieruit bleek, dat door hem waren gezet 400 kooien, waarvan geteeld was 17} pond kool zaad, dus voor de aanvraag veel te kort, want er was niet minder dan voor 4200 snees koolzaad aangevraagd. Uit de rekening bleek, dat dit gekost heeft aan landhuur, alsmede arbeidsloonen enz. f1750. Over dit resultaat was elkeen ten z< erste voldaan, zoodat dan ook do heer Commandeur dank gezegd werd voor zjjn goede zorgen en zijn belangstelling voor de zaak. Het zaad zal op de eerstvolgende vergadering ponds-ponds- gewjjze verkrijgbaar gesteld worden. Hierna sluiting der vergadering. Door ondergeteekenden is naar aanlei ding van den door "het Ned. Rundvee-Stam boek voor ons echt Noord-Hollandsi-Ii Fok- vee voorgestelden naam van „Friesch-Hol- landsch Veeslag", aan het Hoofdbestuur van het Ned. R. St. het navolgend schrijven den 31sten December j.1. verzonden, in de hoop dat daardoor tal van beroepsgenooten de oogen geopend mogen worden en zy hun I stem by die van ondergeteekenden zullen voegen Aan het Hoofdbestuur 'v. d. Vereeniging „Het Nederlandsch Rundvee-Stamboek Mijne Heeren, Met genoegen namen wy kennis van een Open Brief, door „Krelis v. h. Stamboek" ge schreven, en willen hierbij verklaren, dat de daarin uitgesproken meening geheel overeen stemt met de onze. Ook wy betreuren het, dat by de indeeling naar verschillende rassen, ons N. Holl. Vee voortaan zal worden genoemd Friesch-Holl. Veeslag; gaat men op die manier inschrijven, dan zal binnen niet zeer langen tijd, in naam althans, de N.-Holl. Koe geheel verdwijnen. De Friesche fokkers, bjj het Friesehe Stam boek aangesloten, zullen in dat Stamboek steeds laten inschrijven, zoodat er voldoende Volbloed Frieseh Stamb.-vee zal blijven be staan, en dan komen er uit N.-Holland, vooral nu Fokvvreenigingen hebben verklaard in 't Nederl. St.b. de beesten te doen inschrijven, nog een groot aantal Friesch-Holl. dieren by. Voor een vreemdeling zal er binnen weinige jaren geen N.-Holl. koe meer bestaan. Om de zaak maar plat uit te drukken: Friesland eet dan te elven (elf uur) en N.- Holland te twaalven bjj groote verlegenheid is men niet verlegen, dan in 't geheel niet. dus vasten. Waar wy thans inzien, dat onze belangen by hot handhaven van den naam „Friesch- Holl. Ver-slag" worden geschaad, wenden wy ons tot U met het verzoek dien naam alsnog te willen veranderen, althans voor het Vee in N.-Holland in „Hollandsch Veeslag" (zwart bont). Laat dan de beesten, die in Friesland wor den ingeschreven, genoemd worden „Frieseh Veeslag" öf, wat ook Friesland wel niet gaarne zal willen, „Friesch-Hollandsch" of „Hol- landsch-Friesch", zulks laat ons koud. Wy twijfelen niet of ons verzoek zal rijpe lijk worden overwogen, niet alleen in het belang van de Noord-Holl. Veefokkers, doch i ook in dat van het Ned. Rundveestamboek, dat nu van vele personen, die ook in het Stamboek N.-Holland laten inschrijven, steun ondervindt, en wy eindigen met de verklaring, dat, mocht de naam Friesch-Hollandsch be- houden blijven voor ons vee, wy het als onzen plicht beschouwen, voor ons lidmaatschap van Uwe Vereeniging te beuanken, en dan zullen trachten het „Stamt). N.-Holland" groot te maken. Hoogachtend, Uw dw., (Geteekend) H. de Goede Az., H. Zijp Kz., P. Zeeman, H. Beets, P. Jonges Dz., C. Visser Rz., J. Buurs. Beemster, Dec. 1906. Vergadering van den Raad der Ge meente Nieuwe Niedorp, gehouden op Woensdag 16 Januari 1907, nam. 3 uur. Voorzitter de heer J. v. d. Stok. Afwezig de heeren Koopman en De Moor. De Voorz. uit een gepast woord van dank voor de welbekende medewerking, in 't af geloopen jaar wederom van de zyde der raadsleden ondervonden, en wenscht dat de in 't komende jaar ongetwijfeld weer te ondervinden medewerking strekken moge tot heil en bloei van de gemeente N. Niedorp. Volgt lezing en onveranderde vaststelling der notulen. Voorz. doet verschillende mede- deelingen le. goedgekeurd van Ged. Staten inge komen suppl. kohieren Hoofdelyken Omslag en Hondenbelasting i 2e. jongste kasverificatie by den gemeente ontvanger gaf aan een saldo van f5465.34}; 3e. is ingekomen een verzoek van den heer K. Korver om te worden benoemd als buitengewoon ge meen te-veld wachter te N. Niedorp, zonder bezwaar voor de gemeentekas. De raad betuigt adhaesie hieraan en zal op zending aan hoogere colleges ter goedkeu ring worden gedaan; 4o. benoeming van 2 armvoogden in plaats van de heeren Stammes en Wilken (beiden 1 aftredend), benevens benoeming van eon weesmeester in de plaats van den heer P. Koopman (aftr.) Alle drie heeren worden in hunne furictiön met algemeene stemmen herbenoemd. Voorz. vindt dit een gunstig verschynsel, eene felicitatie waardig. Het request van den onderwijzer S. Prins, aan B. en W. tot het geven van pro-advies in handen gesteld en behelzende een ver zoek om verhooging zijner jaarwedde, wordt op deze onvoltallige vergadering nog niet behandeld, aangezien het Dagel. Be- j stuur daaromtrent nog niet tot overeenstem ming is gekomen. De Raad begeeft zich eenigen tyd in comité. Heropening. Thans wordt de hoofdschotel van hetgeen er te proeven valt, voorgediend. Men gaat namelijk over tot de behandeling der nogal gewijzigde algemeene politieverordening, waarvoor de heer Visser een by te voegen artikel heeft samengesteld, houdende bepa lingen betreffende het optreden van ijspolitie do hoofdgedachte daarvan is onder meer) dat B. en W. eene daarvoor aangewezen commissie tot het uitspreken van een prac- tisch oordeel naast zich zullen hebben; luidt dan hunne meening, dat het ijs niet meer gebroken zal mogen worden als maatstaf neemt men aan, dat ijs van 3 c.M. en dikker niet mag worden gebroken dan zal ingevolge besluit van B. en W. machtiging aan de commissie worden ver leend rot het plaatsen van aankondigingen, inhoudende het verbod voor schippers, enz. om het ijs te breken. Echter vindt voorz., dat er niet te ver in deze moet worden gegaanhandel en bedrijf gaan by spreker vöör het te zeer sparen van het ijs ten pleiziere van do menschen, en voor en na do 1 stille 6 weken moet daaraan méér nog .vorden gedacht, dan in dat tijdperk. De heer Kuilman wyst op de mogelijk heid van.bevoorrechting van den een boven den ander, wanneer byv. als er ijs is, de molens wel mogen malen ten bate van den *- landbouw en den schippers de doorvaart is verboden. De heer Visser vindt, dat het hier gaat; om een kwestie van één, hoogstens twee' dagen, want verder, by doorgaande vorst althans, is het varen toch niet meer doen lijk by' de bepaalde ijsdikte. Toch zou de ijspolitie, vindt do heer Kuilman, lastig kunnen zijn, wanneer <>r meer bedryf uil als gevolg oaarvau meer vaart kwam. Voorz. beschrijft de bedoeling als 't voorkomen van overtreding, wat veel beter is dan het constatecren daarvan. De heer Visser vindt, dat een schipper dan wanneer hetijs de dikte tot het van toe- passing zyn van het nieuwe artikel, heeft j bereikt, heel erg moet martelen om er door te komen en daarbij vrÜ wat ijs bederft, dat tot nut en vermaak van velen kan strekken. De heer Wit vindt, dat het nuttige van handel en bedrijf terdege vooropgezet dient te worden. Ook nu, in de stille 6 weken bijv., levert zyn bedryf veel drukte voor de vaart op. De heer Kuilman oordeelt, dat het ijs vroeger meer nut deed dan thans. Het ijs vermaak moge iets zy'n, maar de ontwikke ling van verschillende bedrijven legt meer gewicht in de schaal. De heer Visser neemt echter het verkrijgen van goede, kostelooze en veilige verkeers wegen over het y's in bescherming, hoewel ook hy (zelf handelsman) doordrongen is van 't nut van den door andere heeren verde digden handel, nering of bedrijf. Alleen wil 't hem maar voorkomen, dat deze door het trachten, op de wijze als aangegeven, naar goede ijsverkeerswegen lang niet zoo be dreigd worden als de anderen wel meenen. De ontwikkeling van den Ijsbond stolt zich ten doel, zoowel veilige als kostelooze (geen baancenten) en onderling aangesloten verkeerswegen in Noord-Holland goheel vry open te stellen over 'tys. Na het bestaan van den Ijsbond is de ijsweg van Amster dam naar Den Helder toch aangesloten en veilig doorgaande. Onnoodig ingrijpen vindt de heer Visser, dat behoeft volstrekt niet, maar we moeten het, desnoodig, kunnen doen. Spreker vindt 8 c.M. dikte by doorgaande vorst toch waar lijk geen onbillijke bepaling. En op zoo'n tijdstip zou men zijns inzienszynezendingen desnoods liever van 't Verlaat gaan halen, dan den y'sweg bederven; ook die toch geeft terdege zyn nut. En dan, wat vernielt i een schipper zyn vaartuig in jjs van zulk eene dikte De heer Kuilman gevoelt er ook wel wat voor dat de schaatsenrijders een goeden verkeersweg hebben, maar blijft overigens zy'ne meening handhaven en acht de straks besproken stille 6 weken grootelyks ver vallen de kaasmarkt gaat doorook andere ondernemingen blijven veel verkeer te water geven. Ten slotte wyst spreker er op, dat in ver schillende gemeenten al ijspolitie optreedt; van hoogorhand wordt dat dus goedgekeurd. Voorz. denkt dan ook, dat by Ged. Staten geen bezwaar zal zijn, althans by facultatief stellen. Doch dat college staat op een geheel ander- standpunt dan de raad, die dd bolangenvan deze streek in het oog heeft te houden, meent spreker. By lezing der politie-verordening ontspinnen zich, als men het ijspolitie-artikol-plaatsje is. genaderd, de beschouwingen opnieuw. Het, resultaat daarvan is eenige wijziging in het. artikel, dat dan zal luiden Het is verboden, zoo vaak B. en W. door- aanplakking of ander kenbaar teeken zulks kenbaar maken, in de Noorder-en Leier-slooton tot doorgang van één of meer vaartuigen het y's te breken of te doen breken. Hieraan wordt toegevoegd „Het is verboden, vischbyten te hakken of „te doen hakken in het jjs op alle die plaat- „son, welke kenbaar als schaatsenbaan worden gebruikt. Vischbyten moeten wor- „den kenbaar gemaakt door hem, die de „bijt maakt of doet maken." (Dit geldt „alleen de daartoe geoorloofde plaatsen.) De overige artikelen der in behandeling zijnde verordening lokten geen breede bespre king uit en nadat alle artikelen behoorlijk- de revue waren gepasseerd, werd met alge meene stemmen besloten de verordening aldus vast te stellen. Ze zal vervolgens ter beoor deeling worden gestuurd naar de te Hoorn gezetelde Gezondheidscommissie. Rondvraag. De heer Kuilman wenscht dat de gemeente door een afgevaardigde ver tegenwoordigd zal zy'n in de eerstvolgende vergadering vanwege het bestuur van den Kostverlorenpolder, te houden in zake het komen tot betere bemaling, en geeft in over weging dat te dien einde tijdig door den voorz. eene raadsvergadering desnoods eene spoedeischende wordt belegd, om een afgevaardigde te benoemen. Met algemeene stemmen goedgevonden. Onder dank voor de samenwerking wordt tot nadere bijeenkomst door den voorz. daar de rondvraag verder niets opleverde de vergadoring gesloten. beschikbaar r§§Obu,~ voor le Hypotheek, in verschillende bedragen, op land en soliede huizen. Br fr., motto „Hypotheek", Bur van dit Blad.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 9