BerijoÉ Ilrien van Jaap.
51ste Jaargang No. 4227,
oi Beheerders van Paarden.
naars
Zondag 3 Februari 1907.
Dit blad verschijn; tweemaal pes wee-i, v u d 4 g~
Zaterdagavond. Bij inzending tol 8 aorgaus ure. wora
A 0V ERTKN TIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger
Prijs per jaar f 3,Franco per post f 3,60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVKRTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5ct
Groots letters worden naar plaatsruimte berekend.
EERSTE BLAD.
Grondbelasting»
Gemengd Nieuws.
"SlTreiding.plo.gen uit het Saatg.biod uitvoeren»,
waren te Reden bijeen. Zy deden heldhaftige j
Binneiilandsch Nieuws.
Buitenlandsch Nieuws.
T
Entert*. Teieph»»«n 211.
i Jltgev&rsi TRAPMAN Co
Dit ■nummer ben'aai uit hcee bladen
GEMEENTE SCIIAG EX.
bekendmakingen.
—0—0
Politie.
Ter secretarie dezer gemeente worden
inlichtingen verzocht omtrent een verloren
portemonnaie, inhoudende eenig geld.
o—o—
A L P li A B E T 1 S C II E L IJ S T
van de in deze Gemeente
metterwoon gevestigde
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Schagen bijengen ter algemeene kennis, dat
de, ingevolge art. 17 van het Koninklijk
besluit van 16 December 1902 (Staatsblad
no. 222), opgemaakte alphabetische lijst,
bevattende de namen der in deze Gemeente
metterwoon gevestigde eigenaars of beheer
ders van één of meer ter vordering aan te
bieden paarden, gedurende de maand Februari
voor een ieder op de Secretarie dezer Ge
meente ter inzage is nedergelegd.
Schagen, den 1 Februari 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
KOGGEVEEN. H. J. POT.
o—
De Burgemeester van Schagen brengt naar
aanleiding van art. 15, 2e lid, der wet van
26 Mei 1870 (St.bl. 110. 82) ter kennis van
belanghebbenden, dat heden ter secretarie
dezer gemeente gedurende 80 dagen ter
inzage is nedergelegd eene opgave van uit
komsten van meting en schatting, bedoeld
in de artt. 15, 23 en 43 dier wet.
Schagen, den 1 Februari 1997.
De Burgemeester voornoemd,
H. J. POT.
Een kostbaar stembriefje.
Bij de verkiezing voor den Duitschen
Rijksdag wordt eiken kiezer aan het stern-
bureel een omslag uitgereikt, dat hjj, na
daarin zijn stembriefje te hebben gestoken,
in de bus werpt. De vorige week Vrijdag
stak een kiezer te Elberfeld in de omslag
bij vergissing eenkassiersbriefje van
750 mark, dat hij ook bij zich had. Te
huis gekomen, bemerkte hij de vergissing
en spoedde zich naar het stembureei terug,
maar moest wachten tot de opening en
telling plaats hadden, waarbij het kostbare,
maar ongeldige stembriefje ook te voorschijn
kwam.
Sneeuw.
Niet alleeen in onze omgeving is sneeuw
gevallen, ook in het buitenland kreeg men
zijn portie. Uit Berlijn wordt tenminste d.d.
31 Januari gemeld
Van Woensdagavond af is er een geweldig
pak sneeuw gevallen, zoodat Berlijn er on
gehoord diep insteekt en hier en daar den
indruk maakt van een geheel ingesneeuwd
oord in het gebergte. Daarbij kwam in
den vroegen morgen een angstwekkend
sghoon onweer mot bliksem en donder. De
door dichte sneeuwwolken snel verschietende
bliksemstralen riepen wonderbare lichteffec
ten te voorschijn, en de donder gromde in
de dikke lucht somber gedempt. Het on
weer duurde een rijkelijk uur, waarbij vijf
tien sterke bliksemontladingen geteld
werden.
En nu staat hot geheele verkeer hulpe
loos stil. Vrachtwagens, huurkoetsen, trams,
alles zit reddeloos vast en dik ingesneeuwd.
Door de straten graaft men mollegangen.
Alleen de groote autobussen weren zich
eenigszins en snuiven eenige straten door,
zoover de sneeuwploeg hun den weg ge
baand heeft. In winkels en kantoren is
het werk in de warook op het gerecht,
daar het personeel en de stukken niet op
tijd komen.
De mijnramp bjj Saarbrücken.
Het staat nu wel vast, dat er alleen meer
dan 150 werklieden by do ontploffing in de
mijn Reden den dood hebben gevonden. De
ramp zou echter nog veel erger geweest
zijn, indien niet 700 man, die op gewone
dagen met de ochtendploegen afdalen, to
laat op hun werk waren gekomen. Zy waren
later dan anders, omdat het den vorigen dag
Zondag en 's Keizers verjaardag was ge
weest Velen, die uit den omtrek met het
spoor komen, hadden den eersten trein niet
kunnen halen.
Ongeveer 60 mynwerkers konden 11a de
ontploffing het lijf bergen voor de gevaarlyke
dampen door een deur, die hen in een an- jjru;a 24.500 Rbl. heeft ontvangen om de
dere schacht bracht. bevolking van zyn district te steunen, maar
De dooden hebben waarschynlyK nieuang da(. j.- daarmede maar niet begint, omdat
geleden. Velen waren doorsteenkoo men ^met zoo'n paar stuivers toch niets kan
pogingen, om nog levenden boven te brengen,
maar hadden een moeilijk en ondankbaar
werk. Want zij vonden slechts lijken.
I Eon berichtgever van het „Berl. Tagebl."
1 te Saarbrücken, schrijft het volgende over
don eersten indruk, dien de vreeselyxeramp
in het Saargebied maakteMaandagmorgen
vroeg ging de ongeluksboodschap door het
Saargebied. Volgens de eerste hier oraloo-
pende geruchten heette het, dat door een
ontploffing van mijn gas in de mijn Reder
eenige mynwerkers waren verongelukt. On
middellijk gevraagde inlichtingen bij het
mynbestuur bevestigden het ongeluk, maar
te negen uur was men nog niet bekend met
den omvang van de ramp. Daar echter de
president van de myndirectie naar St.' Jo-
hann was vertrokken, begreep men dat het
ongeluk van ernstigen aard moest zyn. Op
het station sprak men reeds van 80 dooden,
en een groote opgewondenheid maakte zich
van de daar wachtenden meester. Hier en
daar hingen nog vlaggen, uitgestoken ter
gelegenheid van 's Keizers verjaardag. Deze
vlaggen werden spoedig ingehaald.
Te St. Johann heerschte groote wanhoop.
Snikkende vrouwen, schreiende kinderen,
bleeke mannen yiden naar de ongeluksmijn.
Weeklagend verdrong men zich voor de
ingangen tot de mijnonderneming. De be
richten luidden steeds somberder. Lijk na
lyk werd opgehaald. Eerst heette hot, dat
slechts drie afdeelingen ter sterkte van 200
man door het ongeluk waren getroffenDan
verneemt men, dat 500 man zyn afgedaald.
Waar zyn de overigen Sombere vermoedens
komen op. Tegen één uur schatte men het
aantal dooden reeds op 160. Onophoudelijk
werkten de liften, die steeds nieuwe slacht
offers boven brengen. Hartverscheurende
tooneelen werden afgespeeld. Overal hoorde
men klagen en weenen, overal doffe wan
hoop.
Uit liet Russische hoiigcrsnoodgebicd.
De te Petersburg verschijnende Duitsche
„Petersburger Zeitung" heeft over den toe
stand in de geteisterde streken en de uit
voering van maatregelen ten behoeve der
arme bewoners van die districten de volgende
mededeelingen uit Russische bladen bijeen
gegaard
Volgens de „Orenb. K." zyn de voor het
dorp Dedowo bestemde geldsommen reeds
lang aangekomen, maar houdt de districts
commandant ze nog steeds onder zich. Da
gelijks melden zich de noodlijdenden ten
zjjnen huize aan, maar ze treffen hem nooit
thuis. In het dorp heerscht de yseiijkste
hongersnood. Moeders en kinderen weenen,
maar de overheid blijft onverschillig.
De volgende schets van de ellende, die in
het district Menselinsk heerscht, wordt gege
ven in de „Usimsk Westn.": „Het is vreese-
ly'k. De geheele bevolking is te gronde ge
richt. Typhus, scheurbuik, verlies van werk
kracht, jammerende vrouwen en kinderen.
Voor het eerst in myn leven heb ik hier ge
zien, hoe kinderen van honger opzwellen.
Het is my een raadsel, hoe menschen dit
alles kunnen verdragen, hoe ze zich nog aan
het leven vastklampen. Waar is de grens
van het lijden? Het is niet voor het eerst,
dat ik een hongersnood zie, maar zulk een
ontzettende hongerellende, pliysieken honger
en moreele pijnen, heb ik nog nooit beleefd.
Men moet dit alles zelf hebben gozien en
meegemaakt, men moet in de hutten der
hongerenden zijn geweest, om zich een denk
beeld te kunnen vormen van de werkelijk
heid
Verder spreekt de schrijver over de ge
brekkige hulp en geeft daarvan o.a. het vol
gende voorbeeldHet dorp Mitrafanowka
bestaat uit 53 boerenhofsteden, in welke
overal honger wordt geleden; de noodlijden
den hebben noch brood, noch brandstof. Er
werden desniettegenstaande voor het geheele
dorp slechts 23 poed rogge beschikbaar ge
stold, nadat het reeds twee maanden op on
dersteuning had gewacht en alles wat maar
eenigszins gemist kon worden of zelfs on
misbaar was, had verkocht.
In het dorp Lesjtsjewo-Tainak trachten de
ellendigen door slapen den honger te ver-
dooven, teneinde toch nog eenigo levens
kracht te sparen. Tot Octobor was er nog
een beetje graan en wat vee. Dit alles is
thans echter totaal verdwenen. Eikelmeel is
nu het ideale eten, maar dat kost 85 kope
ken per pond. De kinderen eten dagen lang
gedroogde eikels zonder vorzadigd te worden.
Allen klagen, over maagpijn. In de koude
hut, waar de snerpende wind ongehinderd
binnen waait, zit, in lompen gehuld, aan
den kouden haard de bleeke uitgehongerde
moeder, haar lichaam is niets meer dan vel
over been, op haar schoot ligt een zuige
ling, een bieek waterzuchtig wezentje. In
oen andore hut vraagt de vader met tranen
in de oogen, of de zuigeling geen eikelmeel
mag eten: „Hij vraagt er voortdurend om,
reikt met do handjes naar het meel, maar
wy durven het hem niet geven, uit vrees
dat hy eraan zou kunnen sterven."
De regeering schy'nt geen middelen ge
noeg beschikbaar te stellen om eenigszins
afdoende de ellende te verzachten. En komt
or nog wat, dan wordt er door de ambtena
ren op haast onbegrijpelijk willekeurige ma
nier mee omgesprongen. Zoo verhaalt de
correspondent van de Usimsk W., dat de
adelsmaarschalk Paltsjikof van het Roode
die als boerenknecht in Hollands Noorder
kwartier is gaan dienen, aan zyn
broer Klaas, die in de Zaan
streek gebleven is.
XX.
Wy krygen nog al vaak (hij leert bij ons
[pandoeren)
Den roojen Meester waar ik vroeger over
[schreef;
Soms is met dezen baas geen knap gesprek
[te voeren
En op een and'ren keer is liy weer best
[op dreef.
Zóó gistren, toen de kaart hem' wat geluk
[gebracht had,
(Als hy verliest, dan kykt hij nijdig als
[een spin),
Nam hy het woord, zooals ik daad'lijk wel
[gedacht had,
Ziehier van 'tlang betoog, broer Klaas!,
[den korten zin:
„'kHeb Zondag op myn fiets een tochtje
[ondernomen
„Naar Nieuwe Niedorp," dus ving hy zyn
[rede aan,
„Daar zou toch Schermerhorn weer voor het
[voetlicht komen
„Met „Offers", 't mooie stuk, wie zou niet
[henengaan
„Wat ook zoo heerlijk is en niet genoeg te
[prijzen,
„Is, dat de schrijver zelf (nog wel een
[dominé)
„Ook op de planken komt; daar wil hy door
[bewijzen
„'k Heb maling aan de rest, 'k ga met de
[sleur niet mee.
„Dat „Offers" is zoo mooi; nu zit j'ervante
[rillen,
„Dan ben jo weer zoo heet als vuur of
[kokend lood,
„Dan zou je elk off'cier met liefde kunnen
[villen,
„Of steek j' een generaal zoo in gedachten
[dood
„Wat hebben wy gehuild, toen elk zoowat
[crepeerde
„En Schermerhorn, de held (die hier Jan
[Burger heet)
„Door al die naarheid aan de hersens labo
reerde
„En daardoor nu en dan eens in de tralies
[beet,
„Ik ben er zeker van, dat daags na 't rede
rijken
„De vloer zal zijn geschrobd met louter
[tranennat;
„Dit zal U hieruit wel ten duidelijkste
[blyken
„'k Kreeg natte voeten toen ik stil daar
[nederzat.
„Nu had ik, dat is waar, een buurvrouw, die
[in tranen
„Geregeld zwom en ook misschien wat
[anders deed
„In 't kort, 't was mooiniets kan den
[grooten roem doen tanen
„Van Schermerhorn, die hier eenvoudig
[„Burger" heet.
„Ik wou, dat „Cicero" met „Burger" rond
[ging reizen
„En speelde overal met groote ani-mo
„Datzelfde „Offers", om daarmede te bewijzen
„Het militair geweld, dat is een rommelzoo
„Dat is al iets, want ziet: dan winnen wy
[veel zielen.
„Maar dan zy ook de school de plaats,
[waar wordt geleerd
„Hoe dynamiet bereid en hoe met projec
tielen
„Moet worden omgegaan dat het effect
[sorteert;
„Wanneer dit niet geschiedt, is toch het
[werk verloren,
Want gaat het leger weg, zijn wel de
[de handen vrij,
„Dat is ook aardig, maar wie arm toch is
[geboren
„Blyft arm, zelfs in do dan gevormde
[Maatschappij.
aard zeggen de bisschoppen, dat zy alles
willen in het werk stellen, om vooral den
openbaren eeredienst te redden en de ont
wijding van kerkelijke gebouwen te voorko
men. „Hierom, en hierom alleen, zullen wy
er in toestemmen een proef te nemen met
de organisatie van den openbaren eeredienst,
indien de duisterheden van sommige gedeel
ten van de wet van 1907 genoegzaam wor
den weggevaagd". Behalve dit, is echter de
eisch, dat in het contract, waarbij oen kerk
door het burgerlijk gezag in gebruik wordt
gegeven aan een pastoor, de expresse bopa-
ling zal opgenomen worden, dat hy als ge
bruiker van liet kerkgebouw alleen zal er
kend worden voor zoover en voor zoolang
hij pastoor is door den wil van zyn bisschop.
„Daar de organisatie van de Kerk in Frank
rijk niet behoort af te hangen van de wil
lekeur van het burgerlijk gezag', stellen wy
bisschoppen, in de meest volstrekte eensge
zindheid, vast en verklaren wij, dat het
contract bovengenoemd overal moet worden
aanvaard, en zoo niet, nergens zal worden
gewild."
Tegen dit aanbod voeren de radicaal-socia
listen en de socialisten een heftige campagne
en daardoor hebben zy getracht meteen de
Regeering in het nauw te brengen.
De taak van de regeering was verre van
j gemakkelijkwanneer het min of meer in
do eischon der bisschoppen wilde treden, zou
het zeker door de radicalen zyn aangevallen,
terwijl wanneer zy die eischen onaanneme-
j lyk verklaarde, de openbare eeredienst, vol-
gens zeggen der ciericale bladen, zou worden
j opgegeven, daar de Kerk geen stap verder
j meer kon doen en dat zou het Ministerie ook
niet aangenaam vinden. Het ministerie heeft
den kant van de anti-clericalen gekozen, maar
j toch hebben de radicalen oen poging gewaagd
het Ministerie te doen vallende afgevaar
digde Meunier stelde een amendemont voor,
dat alleen ten doel had de Regeering tegen
te werken. Minister Briand vroeg toen, om
duidelijk te zeggen wat ze daarmee wilden
en zich niet op te houden met geheimzinnige
manoeuvres. Maar daarop kwam Clémenceau
de zaak bedervenhy zeide, dat de toestand
lastig was, maar dat hij zich er niet had
ingewerkt, dat hij op den ministerszetel zat
en er bleef. Aan die woorden nam Briand
zulk een aanstoot, dat hy onmiddellijk de
zaal verliet. Het is Jaurès geweest, die toen
den toestand gered heefthij wilde niet, dat
de politiek van het Ministerie schipbreuk
leed op dit voorvaliedereen gaf toe, voegde
hy er by, dat Briand een groot deel van de
eer toekomt, de scheiding tusschen Kerk en
Staat te hebben bewerkstelligd. Dat was voor
Clémenceau het sein om zyne woorden tegen
over Briand goed te makenvervolgens
verliet hy de zaal en kwam met Briand
terug. Het amendement der radicalen werd
ingetrokken, do wet met groote meerderheid
aangenomen en de vrede was geteekend.
Maar de strijd met de kerkelyken schijnt
weer ernstiger dan ooit.
Voor de anti-clericale woordvoerders in
Kamer en pers, is de Pauselijk-goedgekeurde
„verklaring" èn wegens den toon waarin zy
gesteld is, en wegens de voorwaarden, die
zy formuleert, ten eenenmale onaannemelijk.
Die toon en die voorwaarden constitueeren,
zeggen zij, een nieuwe uittarting van de kerk ®en. en ander zal in eene algemeene ver-
aan den staat, en de verwerkelijking, door i f?1'dering worden behandeld op Woensdag
het parlement, van den eisch der bisschoppen, i 20 Februari, bij den heer A. Kist te Zuid-
om de contracten van toewijzing der kerk- Scharwoude, waar dan ook door Prof. Rit-
gebouwen aan de geestelijkheid eensluidend i sema-Bos of zyn assistent, verslag zal worden
te maken voor alle gemeenten des lands, j uitgebracht over dé proefnemingen, in 1906
Zoo midden in de verkiezingen is door den
Russischen minister-president een circu
laire rondgezonden, waarin hy aan de
gouverneurs-generaal en de gouverneurs in
den Kaukasus verbiedt, invloed op de ver
kiezingen uit te oefenen.
Deze circulaire, getuigende van Stolypin's
goeden wil om de verkiezingen voor de
tweede Doema, al hebben die dan ook plaats
ondor zeer zonderlinge omstandigheden, zoo
vry mogelijk te laten, komt wel wat laat.
Want het grootste aantal verkiezingen in
den eersten aanleg is reeds geschied. En
wat daarvan werd gemeld, toont, dat de
gouverneurs en hunne ambtenaren, zich
niet plaatsten op het onzijdige standpunt,
dat de minister door hen wenscht te zien
ingenomen.
Waarschijnlijk zyn het juist deze berich
ten, die den minister er toe gebracht heb
ben alsnog de thans bekend geworden circu
laire uit te vaardigen.
De regeering heeft niet het minste plan,
zegt Stolypin, de Doema bijeen te roepen om
haar daarna weer te ontbinden en tot het
oude regeeringsstelsel terug te keeren. In
tegendeel, de regeering is overtuigd, dat de
hervorming van het bestuur slechts geschie
den kan op de grondslagen van de ware
vrijheid, die de Tsaar in zyn October-mani-
fest beloofde.
Het is verblijdend, dat de minister Stoly
pin deze stellingen uitspreektmaar het
valt niet te ontkennen, dat hy het wat laat
doet. De „ware vrijheid", die Stolypin in
het October-manifest opmerkt, is wel wat
héél lang zoek geweest in Rusland.
Proefnemingen legen koolziekte.
In eene vergadering van het Hoofdbestuur
der Naamlooze Landbouw- 011 Handelsver-
eeniging „Langedyk en Omstreken", benevens
de besturen van „Groenten—Cultuur" te
Broek op Langendyk en van „De Eendracht"
te Oudkarspel, werd ten eerste door den
penningmeester der Naamlooze rekening
gedaan van de proefnemingen tegen de
koolziekten in 1906 genomen.
Deze rekening sloot met eene uitgaaf van
van f543.384, waartegen eene ontvangst van
f 882.01, alzoo een nadeeiig satdo van
f 161.37$, van welk saldo zal worden gedra
gen: door de Naamlooze f 133.76, terwijl
Groenten Cultuur en De Eendracht elk f 16
zuilen bijdragen, aldus berekend naar een
omslag van 16 cent per lid.
De plannen voor do proefnemingen, welke
in 1907 zullen worden uitgevoerd on van
het Instituut voor Phytopathoiogie te Wa-
geningon waren ontvangen, werden met
enkele kleine wijzigingen door deze bijeen
komst van besturen goedgekeurd.
Deze kleine wijzigingen zullen aan Prof.
Ritzema-Bos (onder wiens leiding deze
proeven worden genomen) ter goedkeuring
worden voorgelegd.
Tevens werd op doze vergadering een
begrooting opgemaakt voor de uitvoering
der proeven in 1907, in ontvangst en uitgaaf
groot f 639.50.
„Neen, 't middel moet er zyn de brandkast
[te vernielen,
„Wy moeten hebben dan ons deel van
['t aardsche goed,
„Wy willen ry'den meê ook op „caouthouc"
[wielen,
„Op wegen ryk gekleurd met der „Bour-
[geoisen" bloed.
„Zoo sprak ik onderweg, toon wjj naar huis
[toe reden,
„Zoo denk ik ook nog nu," zei Meester
[op het end.
De baas was blijkbaar met de rede niet
[tevreden
En zei„Daar is do deur, er uit, beroerde j on de regeering.
zou niets meer of minder beteekenen dan de
invoering van een niouw concordaat.
De minister van Eeredienst denkt anders
over hot bisschoppelijke document. Over de
strekking ervan tenminste, de hoofdzaak.
Wel trof ook hem de „dreigende toon"
waarin het stuk is gesteld, en verklaart hy
de „voorwaarden" der prelaten, zooals zo in
do declaratiezyngeformuleerd, onaannemelijk.
Maar het kapitale feit zei Briand in de
Kamer is on blijft, dat na de drie ency
clieken, die successievelijk de Scheidingswot
van 9 December 1905, de wet op de vergade
ringen van 30 Juni 1881, en die van Januari
1901 verwierpen, de bisschoppen den Paus
een verklaring hebben voorgelegd, en doen
goedkeuren, welke, in beginsel, demogelijk
heid erkent van de openbare uitoefening
van den eeredienst, overeenkomstig een
beschikking der wet van 1907, de beschik
king namelyk, die met de prefecten en
maires vergunt contracten van toewijzing
der kerkgebouwen aan de geestelijkheid af
te sluiten. Dit, zei Briand, lijkt op heel wat
anders dan op een overwinning door de
kerk op den burgerlijken staat en op de wet
behaald. De kerk betreedt voor het eerst
den wettelyken weg, sedert de afschaffing
van het concordaat en aanvaardt, in beginsel,
de cultueele wetgeving van don Franschen
staat.
Briand beschouwt de bisschoppelijke ver
klaring blijkbaar als een basis van onder
handeling tusschen het Fransche episcopaat
[vent 1"
JAAP.
In de Kamer gaf de behandeling van doze
bisschoppelijke nota een heel tumult.
In den kerkelyken strijd in Frankrijk, met
de Fransche Regeering en de meerderheid der
kamerleden aan de eene, en de geestelijkheid
aan de andere zijde, is verandering gekomen.
De Fransche bisschoppen hebben in hun
laatste vergadering een document opgesteld
en daaraan heeft de Paus zyn goedkeuring
gehecht.
Jla eenige verklaringen van principiëelen ning
In Rusland is men bezig mot de vóórver
kiezingen van de Doema. 't Is te begrijpen,
dat in een land als Rusland, waar een volks
vertegenwoordiging een afgedwongen fraaiig
heid is, al wat ambtenaar heet, zich bemoeit
met deze verkiezingen en alles wordt in
gespannen opdat doze vertegenwoordiging
van het volk niet te rood worde.
Maar ondanks al dat gekuip schijnen de
uitslagen er op te wijzen dat de overwin-
er eene zal zijn voor de linkerzijde.
uitgevoerd.
Voor het Departement Kolhorn derM.
tot N. van'tAlg. trad deze week op „mejuffr.
Corn. P. J. Visser van Purmerend. Een genot
was 't, onder 't gehoor dezer dame te zyn.
Al wat door haar werd weergegeven, tintelde
van geest en van leven. Als hier gesproken
wordt van voordragen, dan is dit bedoeld in
den waren zin des woords. Van 't vrije
tooneel, zonder boek, zonder souffleur stak
zy van wal, zich gevend, hare geheele per
soonlijkheid leggend in de verschillende ge
stalten, die zy achtereenvolgens weergaf.
Dit dwong tot aandacht, tot bewondering, tot
hulde die haar slechts door daverend applaus
kon bewezen worden. Wat is er genoten
Al bjj het eerste nummer, geschreven door
Mark Twain en getiteld „Het doodsnummer"
wist zy aller harten te stolen. De klank-
nuanceeringen waren meesterlijk. Welkeen
verschil van uiting of Olivier Cromwel aan
'twoord was of hot poezele, vry moedige meisje,
dat in haar eenvoud haar vader ten doode
doemde en door haar naïveteit genade voor
hem verkreeg. Daarbij komen nog do houding
on de gestes, die de voordraagster wist aan
te nemen, van 't fiere majestueuss tot het kin
derlijk eenvoudige.
Niet alleen echter op dramatisch gebied
toonde Mejuffrouw Visser meesteresso in de
kunst te zyn; ook waar humor op den
voorgrond trad, was zy bewonderenswaardig
op haar plaats. Dit toonde sproekster by
het weergeven van enkele pennevruchten van
Ds. Laurillard b.v. „Weet gy 't nog?" of
„In de val en uit de val". Wat word er
gezond gelachen. Kortom, die avond zal nog
lang in do herinnering der leden blijven
voortleven. En niet alleen de Nutsleden
maar ook een honderdtal goïntroduceerden
hebben dien avond van 't literarisch genot
geprofiteerd.
't Spreekt vanzelf, dat er voot afwisse
ling gezorgd was en deze bestond voor dien
avond uit, tal van muzikale bijdragen, waar
op het Muziekgezelschap „Spianato" de
hoorders vergastte. Dit gezelschap, uit 8
personen bestaand, gaf zachte, welluidende
en beschaafde muziek te genieten, niet
hoogdravend, maar meeslepend door baar