BerijoÉ Ilrien van Jaap. 51ste Jaargang No. 4227, oi Beheerders van Paarden. naars Zondag 3 Februari 1907. Dit blad verschijn; tweemaal pes wee-i, v u d 4 g~ Zaterdagavond. Bij inzending tol 8 aorgaus ure. wora A 0V ERTKN TIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger Prijs per jaar f 3,Franco per post f 3,60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVKRTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5ct Groots letters worden naar plaatsruimte berekend. EERSTE BLAD. Grondbelasting» Gemengd Nieuws. "SlTreiding.plo.gen uit het Saatg.biod uitvoeren», waren te Reden bijeen. Zy deden heldhaftige j Binneiilandsch Nieuws. Buitenlandsch Nieuws. T Entert*. Teieph»»«n 211. i Jltgev&rsi TRAPMAN Co Dit ■nummer ben'aai uit hcee bladen GEMEENTE SCIIAG EX. bekendmakingen. —0—0 Politie. Ter secretarie dezer gemeente worden inlichtingen verzocht omtrent een verloren portemonnaie, inhoudende eenig geld. o—o— A L P li A B E T 1 S C II E L IJ S T van de in deze Gemeente metterwoon gevestigde Burgemeester en Wethouders der Gemeente Schagen bijengen ter algemeene kennis, dat de, ingevolge art. 17 van het Koninklijk besluit van 16 December 1902 (Staatsblad no. 222), opgemaakte alphabetische lijst, bevattende de namen der in deze Gemeente metterwoon gevestigde eigenaars of beheer ders van één of meer ter vordering aan te bieden paarden, gedurende de maand Februari voor een ieder op de Secretarie dezer Ge meente ter inzage is nedergelegd. Schagen, den 1 Februari 1907. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, KOGGEVEEN. H. J. POT. o— De Burgemeester van Schagen brengt naar aanleiding van art. 15, 2e lid, der wet van 26 Mei 1870 (St.bl. 110. 82) ter kennis van belanghebbenden, dat heden ter secretarie dezer gemeente gedurende 80 dagen ter inzage is nedergelegd eene opgave van uit komsten van meting en schatting, bedoeld in de artt. 15, 23 en 43 dier wet. Schagen, den 1 Februari 1997. De Burgemeester voornoemd, H. J. POT. Een kostbaar stembriefje. Bij de verkiezing voor den Duitschen Rijksdag wordt eiken kiezer aan het stern- bureel een omslag uitgereikt, dat hjj, na daarin zijn stembriefje te hebben gestoken, in de bus werpt. De vorige week Vrijdag stak een kiezer te Elberfeld in de omslag bij vergissing eenkassiersbriefje van 750 mark, dat hij ook bij zich had. Te huis gekomen, bemerkte hij de vergissing en spoedde zich naar het stembureei terug, maar moest wachten tot de opening en telling plaats hadden, waarbij het kostbare, maar ongeldige stembriefje ook te voorschijn kwam. Sneeuw. Niet alleeen in onze omgeving is sneeuw gevallen, ook in het buitenland kreeg men zijn portie. Uit Berlijn wordt tenminste d.d. 31 Januari gemeld Van Woensdagavond af is er een geweldig pak sneeuw gevallen, zoodat Berlijn er on gehoord diep insteekt en hier en daar den indruk maakt van een geheel ingesneeuwd oord in het gebergte. Daarbij kwam in den vroegen morgen een angstwekkend sghoon onweer mot bliksem en donder. De door dichte sneeuwwolken snel verschietende bliksemstralen riepen wonderbare lichteffec ten te voorschijn, en de donder gromde in de dikke lucht somber gedempt. Het on weer duurde een rijkelijk uur, waarbij vijf tien sterke bliksemontladingen geteld werden. En nu staat hot geheele verkeer hulpe loos stil. Vrachtwagens, huurkoetsen, trams, alles zit reddeloos vast en dik ingesneeuwd. Door de straten graaft men mollegangen. Alleen de groote autobussen weren zich eenigszins en snuiven eenige straten door, zoover de sneeuwploeg hun den weg ge baand heeft. In winkels en kantoren is het werk in de warook op het gerecht, daar het personeel en de stukken niet op tijd komen. De mijnramp bjj Saarbrücken. Het staat nu wel vast, dat er alleen meer dan 150 werklieden by do ontploffing in de mijn Reden den dood hebben gevonden. De ramp zou echter nog veel erger geweest zijn, indien niet 700 man, die op gewone dagen met de ochtendploegen afdalen, to laat op hun werk waren gekomen. Zy waren later dan anders, omdat het den vorigen dag Zondag en 's Keizers verjaardag was ge weest Velen, die uit den omtrek met het spoor komen, hadden den eersten trein niet kunnen halen. Ongeveer 60 mynwerkers konden 11a de ontploffing het lijf bergen voor de gevaarlyke dampen door een deur, die hen in een an- jjru;a 24.500 Rbl. heeft ontvangen om de dere schacht bracht. bevolking van zyn district te steunen, maar De dooden hebben waarschynlyK nieuang da(. j.- daarmede maar niet begint, omdat geleden. Velen waren doorsteenkoo men ^met zoo'n paar stuivers toch niets kan pogingen, om nog levenden boven te brengen, maar hadden een moeilijk en ondankbaar werk. Want zij vonden slechts lijken. I Eon berichtgever van het „Berl. Tagebl." 1 te Saarbrücken, schrijft het volgende over don eersten indruk, dien de vreeselyxeramp in het Saargebied maakteMaandagmorgen vroeg ging de ongeluksboodschap door het Saargebied. Volgens de eerste hier oraloo- pende geruchten heette het, dat door een ontploffing van mijn gas in de mijn Reder eenige mynwerkers waren verongelukt. On middellijk gevraagde inlichtingen bij het mynbestuur bevestigden het ongeluk, maar te negen uur was men nog niet bekend met den omvang van de ramp. Daar echter de president van de myndirectie naar St.' Jo- hann was vertrokken, begreep men dat het ongeluk van ernstigen aard moest zyn. Op het station sprak men reeds van 80 dooden, en een groote opgewondenheid maakte zich van de daar wachtenden meester. Hier en daar hingen nog vlaggen, uitgestoken ter gelegenheid van 's Keizers verjaardag. Deze vlaggen werden spoedig ingehaald. Te St. Johann heerschte groote wanhoop. Snikkende vrouwen, schreiende kinderen, bleeke mannen yiden naar de ongeluksmijn. Weeklagend verdrong men zich voor de ingangen tot de mijnonderneming. De be richten luidden steeds somberder. Lijk na lyk werd opgehaald. Eerst heette hot, dat slechts drie afdeelingen ter sterkte van 200 man door het ongeluk waren getroffenDan verneemt men, dat 500 man zyn afgedaald. Waar zyn de overigen Sombere vermoedens komen op. Tegen één uur schatte men het aantal dooden reeds op 160. Onophoudelijk werkten de liften, die steeds nieuwe slacht offers boven brengen. Hartverscheurende tooneelen werden afgespeeld. Overal hoorde men klagen en weenen, overal doffe wan hoop. Uit liet Russische hoiigcrsnoodgebicd. De te Petersburg verschijnende Duitsche „Petersburger Zeitung" heeft over den toe stand in de geteisterde streken en de uit voering van maatregelen ten behoeve der arme bewoners van die districten de volgende mededeelingen uit Russische bladen bijeen gegaard Volgens de „Orenb. K." zyn de voor het dorp Dedowo bestemde geldsommen reeds lang aangekomen, maar houdt de districts commandant ze nog steeds onder zich. Da gelijks melden zich de noodlijdenden ten zjjnen huize aan, maar ze treffen hem nooit thuis. In het dorp heerscht de yseiijkste hongersnood. Moeders en kinderen weenen, maar de overheid blijft onverschillig. De volgende schets van de ellende, die in het district Menselinsk heerscht, wordt gege ven in de „Usimsk Westn.": „Het is vreese- ly'k. De geheele bevolking is te gronde ge richt. Typhus, scheurbuik, verlies van werk kracht, jammerende vrouwen en kinderen. Voor het eerst in myn leven heb ik hier ge zien, hoe kinderen van honger opzwellen. Het is my een raadsel, hoe menschen dit alles kunnen verdragen, hoe ze zich nog aan het leven vastklampen. Waar is de grens van het lijden? Het is niet voor het eerst, dat ik een hongersnood zie, maar zulk een ontzettende hongerellende, pliysieken honger en moreele pijnen, heb ik nog nooit beleefd. Men moet dit alles zelf hebben gozien en meegemaakt, men moet in de hutten der hongerenden zijn geweest, om zich een denk beeld te kunnen vormen van de werkelijk heid Verder spreekt de schrijver over de ge brekkige hulp en geeft daarvan o.a. het vol gende voorbeeldHet dorp Mitrafanowka bestaat uit 53 boerenhofsteden, in welke overal honger wordt geleden; de noodlijden den hebben noch brood, noch brandstof. Er werden desniettegenstaande voor het geheele dorp slechts 23 poed rogge beschikbaar ge stold, nadat het reeds twee maanden op on dersteuning had gewacht en alles wat maar eenigszins gemist kon worden of zelfs on misbaar was, had verkocht. In het dorp Lesjtsjewo-Tainak trachten de ellendigen door slapen den honger te ver- dooven, teneinde toch nog eenigo levens kracht te sparen. Tot Octobor was er nog een beetje graan en wat vee. Dit alles is thans echter totaal verdwenen. Eikelmeel is nu het ideale eten, maar dat kost 85 kope ken per pond. De kinderen eten dagen lang gedroogde eikels zonder vorzadigd te worden. Allen klagen, over maagpijn. In de koude hut, waar de snerpende wind ongehinderd binnen waait, zit, in lompen gehuld, aan den kouden haard de bleeke uitgehongerde moeder, haar lichaam is niets meer dan vel over been, op haar schoot ligt een zuige ling, een bieek waterzuchtig wezentje. In oen andore hut vraagt de vader met tranen in de oogen, of de zuigeling geen eikelmeel mag eten: „Hij vraagt er voortdurend om, reikt met do handjes naar het meel, maar wy durven het hem niet geven, uit vrees dat hy eraan zou kunnen sterven." De regeering schy'nt geen middelen ge noeg beschikbaar te stellen om eenigszins afdoende de ellende te verzachten. En komt or nog wat, dan wordt er door de ambtena ren op haast onbegrijpelijk willekeurige ma nier mee omgesprongen. Zoo verhaalt de correspondent van de Usimsk W., dat de adelsmaarschalk Paltsjikof van het Roode die als boerenknecht in Hollands Noorder kwartier is gaan dienen, aan zyn broer Klaas, die in de Zaan streek gebleven is. XX. Wy krygen nog al vaak (hij leert bij ons [pandoeren) Den roojen Meester waar ik vroeger over [schreef; Soms is met dezen baas geen knap gesprek [te voeren En op een and'ren keer is liy weer best [op dreef. Zóó gistren, toen de kaart hem' wat geluk [gebracht had, (Als hy verliest, dan kykt hij nijdig als [een spin), Nam hy het woord, zooals ik daad'lijk wel [gedacht had, Ziehier van 'tlang betoog, broer Klaas!, [den korten zin: „'kHeb Zondag op myn fiets een tochtje [ondernomen „Naar Nieuwe Niedorp," dus ving hy zyn [rede aan, „Daar zou toch Schermerhorn weer voor het [voetlicht komen „Met „Offers", 't mooie stuk, wie zou niet [henengaan „Wat ook zoo heerlijk is en niet genoeg te [prijzen, „Is, dat de schrijver zelf (nog wel een [dominé) „Ook op de planken komt; daar wil hy door [bewijzen „'k Heb maling aan de rest, 'k ga met de [sleur niet mee. „Dat „Offers" is zoo mooi; nu zit j'ervante [rillen, „Dan ben jo weer zoo heet als vuur of [kokend lood, „Dan zou je elk off'cier met liefde kunnen [villen, „Of steek j' een generaal zoo in gedachten [dood „Wat hebben wy gehuild, toen elk zoowat [crepeerde „En Schermerhorn, de held (die hier Jan [Burger heet) „Door al die naarheid aan de hersens labo reerde „En daardoor nu en dan eens in de tralies [beet, „Ik ben er zeker van, dat daags na 't rede rijken „De vloer zal zijn geschrobd met louter [tranennat; „Dit zal U hieruit wel ten duidelijkste [blyken „'k Kreeg natte voeten toen ik stil daar [nederzat. „Nu had ik, dat is waar, een buurvrouw, die [in tranen „Geregeld zwom en ook misschien wat [anders deed „In 't kort, 't was mooiniets kan den [grooten roem doen tanen „Van Schermerhorn, die hier eenvoudig [„Burger" heet. „Ik wou, dat „Cicero" met „Burger" rond [ging reizen „En speelde overal met groote ani-mo „Datzelfde „Offers", om daarmede te bewijzen „Het militair geweld, dat is een rommelzoo „Dat is al iets, want ziet: dan winnen wy [veel zielen. „Maar dan zy ook de school de plaats, [waar wordt geleerd „Hoe dynamiet bereid en hoe met projec tielen „Moet worden omgegaan dat het effect [sorteert; „Wanneer dit niet geschiedt, is toch het [werk verloren, Want gaat het leger weg, zijn wel de [de handen vrij, „Dat is ook aardig, maar wie arm toch is [geboren „Blyft arm, zelfs in do dan gevormde [Maatschappij. aard zeggen de bisschoppen, dat zy alles willen in het werk stellen, om vooral den openbaren eeredienst te redden en de ont wijding van kerkelijke gebouwen te voorko men. „Hierom, en hierom alleen, zullen wy er in toestemmen een proef te nemen met de organisatie van den openbaren eeredienst, indien de duisterheden van sommige gedeel ten van de wet van 1907 genoegzaam wor den weggevaagd". Behalve dit, is echter de eisch, dat in het contract, waarbij oen kerk door het burgerlijk gezag in gebruik wordt gegeven aan een pastoor, de expresse bopa- ling zal opgenomen worden, dat hy als ge bruiker van liet kerkgebouw alleen zal er kend worden voor zoover en voor zoolang hij pastoor is door den wil van zyn bisschop. „Daar de organisatie van de Kerk in Frank rijk niet behoort af te hangen van de wil lekeur van het burgerlijk gezag', stellen wy bisschoppen, in de meest volstrekte eensge zindheid, vast en verklaren wij, dat het contract bovengenoemd overal moet worden aanvaard, en zoo niet, nergens zal worden gewild." Tegen dit aanbod voeren de radicaal-socia listen en de socialisten een heftige campagne en daardoor hebben zy getracht meteen de Regeering in het nauw te brengen. De taak van de regeering was verre van j gemakkelijkwanneer het min of meer in do eischon der bisschoppen wilde treden, zou het zeker door de radicalen zyn aangevallen, terwijl wanneer zy die eischen onaanneme- j lyk verklaarde, de openbare eeredienst, vol- gens zeggen der ciericale bladen, zou worden j opgegeven, daar de Kerk geen stap verder j meer kon doen en dat zou het Ministerie ook niet aangenaam vinden. Het ministerie heeft den kant van de anti-clericalen gekozen, maar j toch hebben de radicalen oen poging gewaagd het Ministerie te doen vallende afgevaar digde Meunier stelde een amendemont voor, dat alleen ten doel had de Regeering tegen te werken. Minister Briand vroeg toen, om duidelijk te zeggen wat ze daarmee wilden en zich niet op te houden met geheimzinnige manoeuvres. Maar daarop kwam Clémenceau de zaak bedervenhy zeide, dat de toestand lastig was, maar dat hij zich er niet had ingewerkt, dat hij op den ministerszetel zat en er bleef. Aan die woorden nam Briand zulk een aanstoot, dat hy onmiddellijk de zaal verliet. Het is Jaurès geweest, die toen den toestand gered heefthij wilde niet, dat de politiek van het Ministerie schipbreuk leed op dit voorvaliedereen gaf toe, voegde hy er by, dat Briand een groot deel van de eer toekomt, de scheiding tusschen Kerk en Staat te hebben bewerkstelligd. Dat was voor Clémenceau het sein om zyne woorden tegen over Briand goed te makenvervolgens verliet hy de zaal en kwam met Briand terug. Het amendement der radicalen werd ingetrokken, do wet met groote meerderheid aangenomen en de vrede was geteekend. Maar de strijd met de kerkelyken schijnt weer ernstiger dan ooit. Voor de anti-clericale woordvoerders in Kamer en pers, is de Pauselijk-goedgekeurde „verklaring" èn wegens den toon waarin zy gesteld is, en wegens de voorwaarden, die zy formuleert, ten eenenmale onaannemelijk. Die toon en die voorwaarden constitueeren, zeggen zij, een nieuwe uittarting van de kerk ®en. en ander zal in eene algemeene ver- aan den staat, en de verwerkelijking, door i f?1'dering worden behandeld op Woensdag het parlement, van den eisch der bisschoppen, i 20 Februari, bij den heer A. Kist te Zuid- om de contracten van toewijzing der kerk- Scharwoude, waar dan ook door Prof. Rit- gebouwen aan de geestelijkheid eensluidend i sema-Bos of zyn assistent, verslag zal worden te maken voor alle gemeenten des lands, j uitgebracht over dé proefnemingen, in 1906 Zoo midden in de verkiezingen is door den Russischen minister-president een circu laire rondgezonden, waarin hy aan de gouverneurs-generaal en de gouverneurs in den Kaukasus verbiedt, invloed op de ver kiezingen uit te oefenen. Deze circulaire, getuigende van Stolypin's goeden wil om de verkiezingen voor de tweede Doema, al hebben die dan ook plaats ondor zeer zonderlinge omstandigheden, zoo vry mogelijk te laten, komt wel wat laat. Want het grootste aantal verkiezingen in den eersten aanleg is reeds geschied. En wat daarvan werd gemeld, toont, dat de gouverneurs en hunne ambtenaren, zich niet plaatsten op het onzijdige standpunt, dat de minister door hen wenscht te zien ingenomen. Waarschijnlijk zyn het juist deze berich ten, die den minister er toe gebracht heb ben alsnog de thans bekend geworden circu laire uit te vaardigen. De regeering heeft niet het minste plan, zegt Stolypin, de Doema bijeen te roepen om haar daarna weer te ontbinden en tot het oude regeeringsstelsel terug te keeren. In tegendeel, de regeering is overtuigd, dat de hervorming van het bestuur slechts geschie den kan op de grondslagen van de ware vrijheid, die de Tsaar in zyn October-mani- fest beloofde. Het is verblijdend, dat de minister Stoly pin deze stellingen uitspreektmaar het valt niet te ontkennen, dat hy het wat laat doet. De „ware vrijheid", die Stolypin in het October-manifest opmerkt, is wel wat héél lang zoek geweest in Rusland. Proefnemingen legen koolziekte. In eene vergadering van het Hoofdbestuur der Naamlooze Landbouw- 011 Handelsver- eeniging „Langedyk en Omstreken", benevens de besturen van „Groenten—Cultuur" te Broek op Langendyk en van „De Eendracht" te Oudkarspel, werd ten eerste door den penningmeester der Naamlooze rekening gedaan van de proefnemingen tegen de koolziekten in 1906 genomen. Deze rekening sloot met eene uitgaaf van van f543.384, waartegen eene ontvangst van f 882.01, alzoo een nadeeiig satdo van f 161.37$, van welk saldo zal worden gedra gen: door de Naamlooze f 133.76, terwijl Groenten Cultuur en De Eendracht elk f 16 zuilen bijdragen, aldus berekend naar een omslag van 16 cent per lid. De plannen voor do proefnemingen, welke in 1907 zullen worden uitgevoerd on van het Instituut voor Phytopathoiogie te Wa- geningon waren ontvangen, werden met enkele kleine wijzigingen door deze bijeen komst van besturen goedgekeurd. Deze kleine wijzigingen zullen aan Prof. Ritzema-Bos (onder wiens leiding deze proeven worden genomen) ter goedkeuring worden voorgelegd. Tevens werd op doze vergadering een begrooting opgemaakt voor de uitvoering der proeven in 1907, in ontvangst en uitgaaf groot f 639.50. „Neen, 't middel moet er zyn de brandkast [te vernielen, „Wy moeten hebben dan ons deel van ['t aardsche goed, „Wy willen ry'den meê ook op „caouthouc" [wielen, „Op wegen ryk gekleurd met der „Bour- [geoisen" bloed. „Zoo sprak ik onderweg, toon wjj naar huis [toe reden, „Zoo denk ik ook nog nu," zei Meester [op het end. De baas was blijkbaar met de rede niet [tevreden En zei„Daar is do deur, er uit, beroerde j on de regeering. zou niets meer of minder beteekenen dan de invoering van een niouw concordaat. De minister van Eeredienst denkt anders over hot bisschoppelijke document. Over de strekking ervan tenminste, de hoofdzaak. Wel trof ook hem de „dreigende toon" waarin het stuk is gesteld, en verklaart hy de „voorwaarden" der prelaten, zooals zo in do declaratiezyngeformuleerd, onaannemelijk. Maar het kapitale feit zei Briand in de Kamer is on blijft, dat na de drie ency clieken, die successievelijk de Scheidingswot van 9 December 1905, de wet op de vergade ringen van 30 Juni 1881, en die van Januari 1901 verwierpen, de bisschoppen den Paus een verklaring hebben voorgelegd, en doen goedkeuren, welke, in beginsel, demogelijk heid erkent van de openbare uitoefening van den eeredienst, overeenkomstig een beschikking der wet van 1907, de beschik king namelyk, die met de prefecten en maires vergunt contracten van toewijzing der kerkgebouwen aan de geestelijkheid af te sluiten. Dit, zei Briand, lijkt op heel wat anders dan op een overwinning door de kerk op den burgerlijken staat en op de wet behaald. De kerk betreedt voor het eerst den wettelyken weg, sedert de afschaffing van het concordaat en aanvaardt, in beginsel, de cultueele wetgeving van don Franschen staat. Briand beschouwt de bisschoppelijke ver klaring blijkbaar als een basis van onder handeling tusschen het Fransche episcopaat [vent 1" JAAP. In de Kamer gaf de behandeling van doze bisschoppelijke nota een heel tumult. In den kerkelyken strijd in Frankrijk, met de Fransche Regeering en de meerderheid der kamerleden aan de eene, en de geestelijkheid aan de andere zijde, is verandering gekomen. De Fransche bisschoppen hebben in hun laatste vergadering een document opgesteld en daaraan heeft de Paus zyn goedkeuring gehecht. Jla eenige verklaringen van principiëelen ning In Rusland is men bezig mot de vóórver kiezingen van de Doema. 't Is te begrijpen, dat in een land als Rusland, waar een volks vertegenwoordiging een afgedwongen fraaiig heid is, al wat ambtenaar heet, zich bemoeit met deze verkiezingen en alles wordt in gespannen opdat doze vertegenwoordiging van het volk niet te rood worde. Maar ondanks al dat gekuip schijnen de uitslagen er op te wijzen dat de overwin- er eene zal zijn voor de linkerzijde. uitgevoerd. Voor het Departement Kolhorn derM. tot N. van'tAlg. trad deze week op „mejuffr. Corn. P. J. Visser van Purmerend. Een genot was 't, onder 't gehoor dezer dame te zyn. Al wat door haar werd weergegeven, tintelde van geest en van leven. Als hier gesproken wordt van voordragen, dan is dit bedoeld in den waren zin des woords. Van 't vrije tooneel, zonder boek, zonder souffleur stak zy van wal, zich gevend, hare geheele per soonlijkheid leggend in de verschillende ge stalten, die zy achtereenvolgens weergaf. Dit dwong tot aandacht, tot bewondering, tot hulde die haar slechts door daverend applaus kon bewezen worden. Wat is er genoten Al bjj het eerste nummer, geschreven door Mark Twain en getiteld „Het doodsnummer" wist zy aller harten te stolen. De klank- nuanceeringen waren meesterlijk. Welkeen verschil van uiting of Olivier Cromwel aan 'twoord was of hot poezele, vry moedige meisje, dat in haar eenvoud haar vader ten doode doemde en door haar naïveteit genade voor hem verkreeg. Daarbij komen nog do houding on de gestes, die de voordraagster wist aan te nemen, van 't fiere majestueuss tot het kin derlijk eenvoudige. Niet alleen echter op dramatisch gebied toonde Mejuffrouw Visser meesteresso in de kunst te zyn; ook waar humor op den voorgrond trad, was zy bewonderenswaardig op haar plaats. Dit toonde sproekster by het weergeven van enkele pennevruchten van Ds. Laurillard b.v. „Weet gy 't nog?" of „In de val en uit de val". Wat word er gezond gelachen. Kortom, die avond zal nog lang in do herinnering der leden blijven voortleven. En niet alleen de Nutsleden maar ook een honderdtal goïntroduceerden hebben dien avond van 't literarisch genot geprofiteerd. 't Spreekt vanzelf, dat er voot afwisse ling gezorgd was en deze bestond voor dien avond uit, tal van muzikale bijdragen, waar op het Muziekgezelschap „Spianato" de hoorders vergastte. Dit gezelschap, uit 8 personen bestaand, gaf zachte, welluidende en beschaafde muziek te genieten, niet hoogdravend, maar meeslepend door baar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 1