Zonnestofjes.
Dondeulag 14 Febr. 07.
5Ie Jaargang. No. 4230.
TWEEDE BLAD.
Uit en voor de pers.
INGEZONDEN.
FEUILLETON.
Bmuenlandsch Nieuws.
r
t.
De verwerping van (le Oorlogsbegrooling
door do Eerste Kamer met 27 tegen 17 stem
men, j.1. Zaterdag, goeft de pors aanleiding tot
verschillende uitingen. (Zie Kameroverzicht.)
Een paar der meest belangrijke meeningen
volgen hieronder
„Hot Vaderland", ministerieel, schrijft:
„De meest democratische minister van oor
log, die ooit aan onze Regeering deelnam, de
man, ook door tegenstrevers als do eenige
beschouwd, die de hervorming onzer weer
macht zou kunnen en durven ter hand
nomen, is van de groeno tafel verjaagd, een
gewichtig onderdeel van het regeeringspro-
grara zal niet tot uitvoering komen. Generaal
Staal is gevallen, maar zijn in do Tweede
Kamor gesproken woord, dat de vaan die hü
voert onbesmet is, blijft bewaarheid. Hij is
geen stap geweken van, geen stap gedeinsd
op den weg, dien hij met volle overtuiging
had gekozen en vóór het beslissend votum
viel, heeft hij nog schitterend geknot de
kleinzielige taktiek van hen, die zelfs zijn
karakter niet ongerept wenschton te laten.
Ook in deze Kamer heeft hij bewezen, dat
geen enkele bewuste of onbewuste onjuist
heid hem in 't vuur van het debat of in de
schriftelijke beantwoording der geopperde
grieven ontsnapte. Tegen tendentieuze cou
rantenartikels worden offlcieele en onweer
spreekbare gegevens gesteld; tegenover de
interrupties van den heer Heemskork in de
Tweede Kamer, verklaarde de heer Van
Leeuwen heden zelf, dat de voorstelling des
Ministers omtrent de met don burgemeester
van Amsterdam gevoerde onderhandeling
juist was."
De Regeering zal thans de politieke gevol
gen van dit votum overwegen.
„Zal zij aftreden? Het is thans nog niet
met zekerheid uit te maken. Maar het feit,
dat andermaal de heer De Meester zich in
de bespreking heeft gemengd om mee te
deelen, dat het geheele Kabinet zich den
uitslag der stemming aantrekt, wijst op de
ruime mogelijkheid eener collectieve ontslag
aanvrage.
„De Regeering heeft uitteraard te rekenen
met hot feit, dat de stemming schior geheel
links tegen rechts plaats vond en dat in de
Eerste Kamer een technische bespreking van
de afschaffing van 't blijvend gedeelte op den
achtergrond werd gedrongen door constitu
tioneels en politieke beschouwingen. Aan
den anderen kant mag zij nitt uit het oog
verliezen, dat in de Tweede Kamer een sterke
meerderheid haar beleid op dit stuk heeft
gesteund en. dat bijna alle direct gekozen
vertegenwoordigers des volks de quaestie
van loutertochnischstandpuntbezien hebben".
En ten slotte zegt „Het Vad."
„Zoo schijnt een conflict tusschen onze
Eerste en Tweede Kamer te zijn ontstaan.
De meerderheid der direct gekozen afgevaar
digden heeft de zaak op zichzelf beschouwd,
en zich laten overtuigen, zoo al gedeeltelijk
niet van generaal Staal's juist inzicht, toch
van diens volle betrouwbaarheid; zij heeft
der Regeering ook geen grief gemaakt van
de sociaal-politieke en economische overwe
gingen, welke nevens militaire, haar handel
wijze beïnvloed hebben'zij versmaadde spits
vondige tekst-interpretatie als wapen in den
kamp, en maakte toekomstplannen van con
crete voorstellen los; de Kamer van vijftig
heeft gemeend een in hoofdzaak tegengesteld
standpunt te moeten innemen. En beriep
zij zich herhaaldelijk op de constitutie,'t ver
wijt van tegen de adat in ons staatsbestel te
hebben gehandeld, ontgaat haar niet.
Ver-strekkende gevolgen zal dit votum der
Eerste Kamer wellicht na zich slepen; verder
dan zelfs een aftreding van het vrijzinnig
kabinet onmiddellijk doet voorzien".
Juni-verkiezingen der Provinciale Staten zal oppervlakkigheid, waarmede de Hoor v. d. B. geregeld,
worden gewijzigd, tegenover een jónger kennis nam van den Bond'voor Staatspon- 4. Vei
gekozen tweede Kamer! Wie van beide I sionneering en daarvan getuigde in het
Kamers vertegenwoordigt
burgerij
Het „Hbl." vraagt daarom, of niet oon
oplossing te vinden zou zijn in eene ontbin
ding der Tweede Kamer, opdat de kiezers
thans reeds rechtstreeks hun gevoelen kun
nen uiten.
Wat zullen de politieke gevolgen zijn van
de verwerping der Oorlogsbegrooting door de
Eerste Kamer?
De „N. Ct." wil wel nu reeds zeggen,, dat
een aftreden van hot geheele Kabinet wegens
het votum der Eerste Kamer haar niet ge-
motiveerd voorkomt. In de Tweede Kamer,
schrijft het genoemde blad iets veider, heeft
de regeering gezegd, dat zij de beteekenis
van een ongunstig votum zorgvuldig zou
overwegen. Die woorden werden Zaterdag
middag niet herhaald waarom niet, is ons
onbekend. Zeker is, dat voor zoodanige over
weging, ten aanzien van het Eerste Kamer-
besluit, alle reden is. En bet slot dier over
weging moet, volgens do „N. Ct." zijndat
met het votum niet anders bedoeld is dan
verzet tegen het in do begrooting uitgedrukte
oorlogsbeleid en in geenen deele een daad
van vijandschap of opzegging van vertrouwen
tegen het ministerie.
En dan vervolgt de „N. Ct."
„Bedenkt zy (de regoering n.1.) daarbij, dat
de ernstige wenscb om oen Kabinetscrisis te
voorkomen, in de Tweede Kamer zóó sterk
aan den dag is getreden, dat hij een aantal
ledon van beide helften dor Kamor bewogen
hooft met de uiterste krachtsinspanning een
brug to slaan, waarover toenadering mogelijk
wasen dat in de Eerste Kamer zeventien i
liberalen haar op de meest sprekende wijze
ter wille zijn geweest; terwijl de rechterzijde
zich van alle politieke by bedoeling vrijpleitte,
dan moet zy toch wel tot de slotsom komen:
le. dat het gevallen votum zelfs niet de ge
ringste aanduiding bevat, als zou de Eerste i
Kamer aan de regeering de uitvoering van
het program onmogelijk willen maken, en
2e. dat de overgroote meerderheid der Staten-
Generaal, in de bestaande omstandigheden,
de bestendiging van het Kabinet-De Meester
wenscht".
De „N. Ct." acht dus een Kabinetscrisis, als
gevolg van do gevallen beslissing, niet gerecht
vaardigd.
Maken we ten slotte nog melding van „De
Telegraaf", die o. m. zegt
Het conservatisme voelt zich blij' kbaar lekker
in de modder en zet een keel op tegen dezen
Minister. Eerst in de Tweede Kamer, waar
men echter geen crisis aandurfdo met de mo
gelijk daaraan verbonden Kamerontbinding;
daarna in de Eerste Kamer, dit bloedarmoedig
aanhangsel van ons verstopt constitutioneel
darmkanaal, dat, zich veiiig voelend achter
de onontbindbare Provinciale Staten, den Mi
nister op polderjongens-manier te lijf ging in
haar Voorioopig Verslag en nu zijn begrooting
verworpen heeft.
Dat het den heoron wèl bekome
nu het meest de openbaar. En ik vraag: was er dan niet één
lid van den Bond aanwezig, om den geachten
afgevaardigde beter in te lichten?
Het is niet noodig die oordeel uitvoerig
toe te lichten. Ieder belangstellende, aller
meest dus do Heer v. d. B., kon zich van de
rechtmatigheid ervan overtuigen door het
lezen van het Maandblad van den Boud, welk
nummer ook, of van andere geschriften door
een der voormannen geschreven. Laat mij
slechts mogen wijzen op twee groote onjuist
heden. De Heer v. d. B. schijnt te meonon,
dat de Bond „de groote schare niet wil laten
medebetalon aan de millioenen, die voor het
Staatspensioen noodig zijn." Maar heet het
dan niet in Art. 1, dat de kosten gevonden
moeten worden uit belastingen naar draag-
kracht Alleen hij, by wien deze niet bestaat,
worde vrijgesteld. Soortgelijk als in hetstelsel-
Treub'en de inFransche wet,waar geen premie
geéischt wordt van wie minder dan f5 of 9
francs per week verdient. En dan, de Heer
v. d. B. wil de lasten verdeelen voor hot ar-
beidspensioen. Maar waarom alleen dan over
arbeider, werkgever en staat? Do logica is
hier by den Heer v. d. B. m.i. geheel zoek.
Waarom die lasten niet verdeelen over
allen, ook over hen, die niet rechtstreeks
deelnemen in het werk, d.i. in handel, nijver
heid enz.? B.v. over den rijke, die alleen
togen zekere rorit.e zyn geld aan den arbeid
ten gebruike afstaat Zal de „verdeeling der
lasten" van den Hoer v. d. B. ni«t moer
drukken op het bedrijf? Zijn ei- niet velen,
oud en arm, die nooit rechtstreeks tot de
arbeiders in don gewonen zin van het woord
hebben behooi'd, b.v. vele vrouwen
Maar de groote kosten, zegt de Heer v. d. B. I
Juist, daarom wil de Bond, dat wat er
voor uitgegeven wordt, alleen of vrijwel al
leen kome ton goede van de arme ouders.
Hy acht in het tegenwoordig stadium van
het vraagstuk hoofdzaak, dat er gestreden
wordt togen het premiestelsel, omdat daarbij
zooveel verloren gaat aan de administratie,
getuige de Ongevallenwet, waar 65 der
uitgaven in verband met deze wet niet komt
aan de slachtoffers, maar aan de ambte
naren, enz.
Gelukkig dan ook, dat in ons land steed3
meerderen, die ernst maken met het onder
zoek van dit vraagstuk, allermeest zich ver
zetten tegen de dwangverzekering en het
premiestelsel.
Mogen velen inzien, dat dit te bevorderen
voorshands de groote taak is van den Bond
voor Staatspensionnoering I
Mocht de Heer v. d. B. op mijne bedenking
willen antwoorden, dan geef ik hem in over
weging da plaatsing daarvan ook te vragen
in het Maandblad van den Bond. Misschien
kan hy mij van ongelijk overtuigen en daar
mede andere Bondsleden. Alleen in dit geval
zou ik er toe komen, nog eens de pen ter
hand te nemen naar aanleiding van zyno rede.
Met dank aan U, M. de R., voor de plaatsing,
Uw dw.
P. A. YIS.
Beemstor, 9 Febr. 1907.
eehaudors, welke geen deelhebbers
zyn, zullen koeken van do vereeniging kun
nen bekomon tegen verhoogden prys, door
de deelhebbers te bepalen.
De zaak kan alleen slagen als 300 aan-
deelen zijn genomen.
Do commissie bestaat uit de heeren
M. Bossen voorzitter, Th. E. J. Odendaal,
J. van Loverink, H. S. Enks, J. T. de Wit
en J. de Moor Secretaris.
De Algemeene Vergadering van den
Bond van Zuivelfabrieken in Noord-Hol
land, zal gehouden worden op Maandag 4
Maart 1907, des morgens 9 uur, in het
Café „Central" te Alkmaar.
Op de agenda komen voor: Ingekomen
stukken en mededeelingen. Jaarverslag.
Rekening en verantwoording van den Pen
ningmeester over het dienstjaar 1906. Ver
kiezing van twee Bestuursleden, wegens
periodieke aftreding (1 Jan. 1906) van den
heer W. T. Jongejans en wegens vacature
door het, ais bestuurslid, verplichte aftreden
van den Secretaris. Bespreking kaasproef
1907. Bespreking kaaskeuringen 1907.
B -sprekingen over wat gedaan kan worden
door den Bond tot bevordering van den
afzet van kaas, in te leiden door den Secre
taris.
liet familiewapen Van De Ituyter.
Binnen enkele weken zal op verschillende
plaatsen van ons land feest worden gevierd
ter nagedachtenis en huldiging van den
grooten zeeheld Michiol Adriaeusz. de Ruyter,
Hertog, Ridder, otc., Luitenant-Admiraal-
Goneraal van Holland en West-Friesland,
geboren te Vlissingen den 24en Maart 1607.
Zooals reeds in sommige bladen is ver-
mold, zal ook in Denemarken aan die her
denking worden deelgenomen, uit erkentenis
van de groote diensten
met zyno vloot en zjjne dappere zeelieden
bewezen aan het Deensche Rijk, in den
oorlog tusschen Denemarken en Zweden, in
het jaar 1659.
Bij open brief, gegeven op het Koninklijk
Slot te Kopenhagen, den len Augustus
1660, eigenhandig onderteekond door Koning
Frederik III van Denemarken en met het
Koninklijk zegel bevestigd, werd onze
Do Ruyter, met toestemming van do
Deensche Rijksraden, verheven in den adel
stand, „ranghebbende in de Tournovspelen
van het Deensche Rijk en zijne Vorsten
dommen gelijk zij, die van hunne voorouders
wettelijk Edellieden geboren waren," voor
zich en zijne wettelijke nakomelingen,
mannelijke en vrouwelijke.
Tevens werd daarbij aan den Edelman
De Ruyter en zijne
het recht gegeven,
IJsclub is onvermoeid, zy hoopte op var
nieuWd vriezend weer, en als haat vwnschj
vefvuld wordt, zal 'er Donderdag een wed
strijd gehouden worden, nu voor de veran
dering in 't hardprikken.
Voor de betrekking van onderwijzeres
te Kerkebuurt, gemeente Harenkarspel,
hebben zich vier sollicitanten aangemeld.
lillende in Amsterdam.
Jan Feith geeft in „de Aarde en haar
Volken" oen beschrijving van zyn bevindin
gen op een tocht, ondernomen voor de
Vereeniging tot bestrijding der tuberculose.
Wij ontleenen het volgende eraan
By 'n schoenlappertje, die werkte en ook
wóónde in een pothuisje dat om z'n
grappigheid en knusheid 'n verrukking van
oud-Amsterdam ploegt, te blijven was
het werkplaatsje mot het potkacheltje,
waarop 'n pruttelend pannetje pek stinkend
te borrelen stond, afgeschut met 'n schotje,
dat van den vloer tot hot buk-lage zoldertje
reikte. Daarachter was 'n aparte slaapplaats,
door hemzelf geknutseld. Dat was 'n
heel klein, heel laag, heel smal klein
kamertje voor z'n jongen. Door het lage
raampje zag je telkens de voeten van men-
schen, die op straat voorbijgingen. In 't
kamertje paste niets dan het bod. En
daarop lag het stervend geraamte van 'n
jongen van misschien achttien jaar.
In 'n andere straat zochten we naar 'n
volgend adres.
In de nauwe steeg hing de grijze sche
mer van December-misthet leek er zoo
nauw, omdat aan weerskanten hoog de
huizen muurden, zoodat het was alsof die
vocht wolk daar voor goed tusschen de
huiswanden beklemd bleef. Aan de eene
zyde bouwden zich in één lang gelid de
donkere rompen van sombere, raamlooze
door De Ruyter pakhuizen, alle gelijk aan elkaar; de meeste
waren opslag plaatsen van beenen en lom
pen. 'n Zure, wrange stank drong uit de
donkere pakhuisdeuren de smalie straat in.
i En aan den overkant, vlak er op, woonden
do velel gezinnen in die slechte huizon,
waar weer verdieping op verdieping als
gestampt op elkaar drukten,
j Op het bovenportaal blafte 'n hoest ons
I al tegen; daar moesten we dan zyn. 'n Groote
donkere Jodenvrouw, met stekond-zwarte
i koortsoogen, leunde over de tafel en hoestte
I haar aanval uit, eer ze ons hijgend te
i woord kon staan. In de kamerschemer,
het vale licht uit de straatspleet, druilde
traag naar binnen, rommelden wat kinderen
rond, kropen in hun slobberkleertjes over
j den grond, bang naar moeders rokken. Toen
I begon ook een van die vuile ukkies met
wettelyko erfgenamen 'n harden woesten klank te hoesten, tot
zyn schild en wapen i het^yan benauwdheid begon te huilen.
zoodanig te vergrooten, dat op hot schild We vroegen naar don zieke; en uit het
wordt geplaatst een openen, vrijen en donker van 'n dompige bedsteê riep heesch
adellijk gekroonden helm, waaruit ter halver 1
Het „Handelsbl." betreurt de gevallen be
slissing en noemt het een hoogst'ernstige,
om niet te zeggen roekelooze daad van de
Eerste Kamer, zich aldus tegenover de 2de
Kamer te stellen, zonder de vordero hande
lingen van den minister af te wachten. Ook
dit blad vraagt wat er nu gebeuren zal. Op
grond van de jongste gebeurtenissen acht
het „Hbl." het zeer waarschijnlijk, dat het
geheele Kabinet nu met den minister van
Oorlog aftreedt. Maar wat dan? Dan staat
nog, zoo redeneert het blad verder, een
oudere Eerste Kamer, dio wellicht door de
ROMAN
van
OTTO VAN LEITGEB.
17. o
Eüaore's gelaatskleur scheen door de zon
bruin getint. Hare wangen waren hoog
rood gekleurd. Hare glinsterende oogen
onder de zware wenkbrauwen konden een
zwaarmoedige, maar ook, gelyk Paul wist
een zeer besliste uitdrukking aannemen
Heur haar was naar de mode opgemaakt,
scheen golvend en bedekte de slapen en
het bovenste gedeelte der oorec. Een fijne
witte boord omsloot haar hals.
Paul vond, dat Elinore er schooner op
was geworden.
Toen hij weder op hot terras kwam,
zeide zy onmiddellijk„Binnen kort kom
ik terug, alleendan praat ik nog eets
met u over zoo velerlei dingen Daar
stelt Gaston toch geen belang in," voegde
zjj er aan toe. -j
Bn toen zg weder in huis kwamen, zeide
Gaston, die zich intusschen schromelijk
verveeld had bg de oude luidjes, dat hot
tijd was om op te breken. Het rijtuig
werd ontboden en stond na enkele minu
ten voor. De gasten vertrokken.
Toen de baron, de barones en Marianna
in huis terug waren gekeerd, uitte
vooreerst niemand een woord over dit eerste
Geachte Redactie,
Beleefd verzoeken wy U, het volgende in
Uw blad te willen plaatsen. Ontvang daar
voor onzen dank.
Langen iyd heeft bij gemeentebesturen
zoowel als by onderwijzers de meening ge
golden, dat tijdelijke diensten, als onderwijzer
ergens doorgebracht, niet meetelden bij hot
berekenen van den diensttijd, noodig voor de
periodieke verhoogingen.
Het Hoofdbestuur van den Bond van Ned.
Ond. was het met deze opvatting der zaak
niet eens.
Enkelen gemeentebesturen werd aangezegd,
dat zy tijdelijke diensten wel in rekening
moesten brengen en toen bedoelde gemeente
besturen weigerachtig bleven, is tegen hen
een proces begonnen, waarvan de afloop het
Hoofdbestuur van den Ond.-Bond in het ge
lijk stelde.
Het laatste proces over deze kwestie, 'ge
voerd tegen de gemeente Schiedam, is weer
gewonnen door den Bond en nu meent de
afd. „Schagen en O." v. d. B. v. N. O. den tijd
gekomen belanghebbende onderwyzers(essen)
er op te wijzen, dat tijdelijke diensten mee
geteld worden by het bekomen der periodieke
verhoogingen. Een kennisgeving aan B. en W.
is voor do betrokken onderwyzers(essen^ vol
doende.
Namens de afdeeling,
HET BESTUUR.
)o(
Mijnheer de Redacteur!
Met verbazing las ik het verslag van de
rede, door Mr. Z. v. d. Bergh, afgevaardigde
ter Tweede Kamer van hot district Helder,
te Schagerbrug gehouden.—Ik weet nietof dit
verslag juist mag heeten en mag daarom
niet van die veronderstelling uitgaan. Doch
is dit wel het geval, dan verbaasde my de
bezoek van Elinore op Essenbacb. Paul
was dadelgk na het vertrek naar de pan
nen bakkerg gegaan.
Ia do volgende dagen begon Eliaore
zich op Wied wat te oriëntooren, omdat
zg tot dusverre alleen den kant naar Essen-
bach had leeren kennen. De uren duurden
haar zoo laDg, als zg thuis bleef, Zjj voelde,
dat het haar buitengewoon goed deod,
alleen rond te dolen, tot dat zjj moe was.
Gaston haatte dat dosllooze slenteren, zoo-
als hg het noemde, Naar Eseenbach was
zjj nog ééomaal gegaan; maar iets hield
haar er een tjjdlang van terug. Het was
alsot zg den indruk vau haar eerste bezoek
daar moest uitwisschen.
Het was een mooie tjjien da ontluikende
natuur lokte uit totwandsien Spoedig ge w snde
Elinore eraan,in 't'geheel niets meer te zeggen,
als zjj hst huis verliet. Gaston zijnerzijds deed
evenzoo en was met de paarden weg,
of met de automobiel uitgereden. Mis
schien geloofde hg, haar niet meer te be
hoeven te vragen, omdat zjj zulk een hekel
aan dit vervoermiddel had. Menigmaal
was hjj dan naar stad ge veest ea bracht
ritmeester Evelaar mee, die dan 's avonds
weer naar het station werd gebracht. Dan
werd er bjjna over niets anders gesproken
dan over paarden. Langen tjjd was het
niemand anders dan Evelaar, dien zg van
bare bakenden uit do stad zag. De han-
delsraad kwam ook nauweljjks voor één
dag en dan gingen zjj zelf een week naar
de stad, om hunne bezoeken af to leggen.
Daarna biest het weer een poos stil. En
dan kwamen de ouders van Grston. Men
zag den vader vau Gaston van 's morgens
vroeg tot 's avonds laat rondloopen in een
licht zomorpak met een wit, diep uitgo- j
1.ij ii ko,-ken fabriek.
De Afdeeling Zijpe van de ITollandsche
Maatschappij van Landbouw deelt in een
circulaire mede, dat een commissie uit
de leden der Afdeeling gekozen, met betrek- j
king tot do oprichting van een lijnzaad- i
koeken-fabriek, is gekomen tot het volgende
plan
1. Op te richten een koekenfabriek van
zuiver lijnzaad by de Stolperbrug aan het
Noord-Hollandseh Kanaal en nabij Je halte
van den spoedig te verwachten locaalspoorweg
door de Zype. Noodig is, dat de fabriek
staat aan goed vaarwater en bij een
spoorweg.
Een maaldery van andere voerartikelen
zal daaraan worden verbonden, hetzij met
of zonder handel daarin.
De kosten zijn begroot op f 150.000,
waaronder f 50.000 bedrijfskapitaal.
Met deze som zal eene fabriek kunnen
worden opgericht welke 35000 a 40000 koe
ken per week kan produceeren, welk getal
met betrekkelijk weinig kosten tot het
dubbele kan worden opgevoerd.
2. De aandeelun zullen groot zyn f 500;
doch aan hen welke geregeld minder dan
10 koeien houden, zal het recht worden
toegekend om een half aandeel te nemen
van f 250;
8. De vereeniging zal zyn eene Naam-
looze Vennootschap op coöperatieven grond
slag, zoodat aandeelhouders niet verder
dan voor het ingeschreven bedrag aanspra
kelijk zullen zijn.
De rente ven hetaandeelonkapitaal wordt
bepaald op 51 nadat op de gebouwen
en de machinerieén oen door do vergadering
te bepalen bedrag is afgeschreven.
De prys der lijnkoeken wordt daainaar
lijve oprijst een kurassier, dreigende te
slaan met een bloot zwaard, dat hij in de
rechterhand houdt.
Het wapenschild zelf is verdeeld inkwar
tieren.
Het rechter-bovenkwartier vertoont een
geharnast ruiter, gezeten op een steigerend
paard, naar het midden van het schild
gekeerd. De Ruyter houdt een ontbloot
zwaard in de rechterhand, dreigende daar
mede te slaan.
Het linker-bovenkwartier vertoont een
rood veld, waarover wit kruis, zoodat het
gelijk is aan do Deensche nationale vlag.
Het rechter-benodenkwartier vertoont een
kanongeplaatst op een gewield affuit en
gericht naar rechts. Onder (naast) het
kanon liggen drie kanonskogels op den
grond. Kanon, affuit en kogels zyn bleekgeel
gekleurd.
Het linker-benedenkwartier vertoont een
wit admiraalsschip (driemast) mot den steven
naar links op een hemelsblauw veld.
Midden op het schild worden de aan
elkander gelegen hoeken der kwartieren
bedekt door een klein schild, waarop een
klimmende leeuw staat, als in het wapen
van Holland.
Volgens een oude teekening (17e eeuw)
dienen als schildhouders van het wapen,
ter rochterzijdo een klimmend paard met
eene kroon om den hals, opgorichten staart
en ziende naar links (dus naar het rechter-
bovenkwartier van het wapen,) en ter
linkerzijde een gekroonde klimmende le uw,
ziende naar voren.
Dirkshorn.
Mooi was 't wedor niet, mooi ook niet do
baan,, waarop Zondagmiddag de wedstrijd
in 't hardrijden mot hindernissen gehouden
werd. Toch was er veel animo, zoowel by
't zeer groot aantal toeschouwers, als by de
deelnemers aan den wedstrijd, aan welken
tien personen deelnamen.
Do lo pr. f 15, werd behaald door S. Bak
ker van do Stroet, de 2e pr. f 10 door C. Mole
naar te Harenkarspel en do 3o pr. f 5 door
A. Blaauw van Sb. Maarten.
't IJs was onderhand steeds slechter ge
worden en de baan was na afloop van den
wedstrijd dan ook gauw „geveegd." De
n mannestemmaar telkens onder het
gesprek verbood hy zwak naar twee kin
deren, die, achter in het zwarte hol,
aan z'n voeteneind, om wat vuile lapprop-
pen, waarmee ze speelden, lagen te kibbelen.
Er was 'n snoepwinkeltje, en een water-
en-vuurnering werd er tegelijk gehouden;
broeiend heet sloeg uit de groote steenen
kachel, die het halve winkeltje, vulde, de
hitte uit; de waterdamp hing er zwaar,
zoodat het er stikbenauwd ademhalen was.
De gekleurde snoepdingen lagen op gebar
sten schoteltjes op 'n vies toonbankjo en
uit open stopflosschen piekten bonte peper
muntpij pen. In het achterhokje, waar het
gezin huisde, rook het naar slecht suiker
goed; 'n nevel van blauwe turfrook en
grijze waterdamp hing over jal die schemer-
dingen. Maar er walgde ook 'n vreeselyke
stank van rottend hout en scherpe zure
gassen.
Toen was er de doffe klacht van de be
woonster over een riool, dat daar onderden
vloer scheen te liggen, dat zeker ergens ver
stopt moest zijn, omdat soms van de boven
buren het onnoembaarste vuil langs don
muur van haar kamer kwam gedropen.
Het waren, overal waar wij kwamen,
broedplaatsen van jammer en ziekte en be
smetting.
De monschen in hun annoe-ellende hokten
bij elkaar, leefden er overdag, aten er hun
armelijk hapje eten, sliepen er 's nachts in
een kwal ij ken stank van slechttrekkende
kookkachel, van waschwasem, van eetlucht,
van natte klüeren, van onvoldoenden goot
steen, van gebrekkig privaat.
In al die hoeken en gaten, waar 't altijd
donker bleef, waar nooit de frissche lucht
even langs streek, waar nooit 'tfletse licht
van buiten doordrong, in de vergoorde gor-
dijnflarden voor de froobele vensters, iri de
barsten van den spalkenden vloer, achter de
scheuren van hot vergane behang, onder de
vodden, die uit de duistere slaaphokkon
puilden, tusschen de naden van de rafels
van het vertrapte vloerkleedje, overal spookte
de jainmerlykste ellende.
De Rederijkerskamer te Burgerbrug
zal in het laatst dezer maand het tooneelspel
„De twee zusters", Ie l'ctlcn opvoeren in de
zaal van den heer Siewerts.
sneden vest en gelakte schoenen Hjj stond
op het terras, of liep langzaam door dea
tuin, en rookte sterkriekende sigaren
Hg droeg het dikke, roode hoofd achter
over, en glimlachte doorloopend, Eiino-e
kwam met zichzelf in tweestrijd ei di
oude menschen voelden spoedig, dat zg
zich tegenover hun schoondochter moesten
in acht nemen. Papa Hauszmann sprak
steeds van „lieve dochter", of „goed kind",
Dat beteekende volgers Elinore niet veel.
Maar een andere uitdrukking, die den'oude
in den mond scheen bestorven, hinderde
haar uitermate. Bg elke gelegenheid name
lijk zeide papa Haussmana „Dat voel ik
in mjjn eenvoudig, trouw hartl"
„Ik ban geen prater, ik kan slechts sproken
zooals mjjn eerljjk hart mg dat iageelt
Uit dergoljjk praten hoorde Elinore, hoe het
leven hem gewend moest hebban, met zjja
goede gezindheid te koop te loopen, en
dit vergrootte nog haar wantrouwen. Maar
het kwam toch oen maal voor, dat Elinore
daa ouden heer in een zeer levendig gesprek
met Gaston, in bescherming nam. Want
hat was voor haar zeer pjjnljjk, dat hg
bijna onbeschoft tegen zijn vader was.
Dit werd haar evenwel niet in dank af
genomen. Gaston gaf haar een terecht
wijzing,
„Ik most je vriendelijk verzoeken,
Elinore," zeide hjj, „dat js je tusschen papa
en mij geen partjj stolt. Wg zullen het
wel met elkaar klaar spelen, zonder vreemde
hulp."
Dit werd zoo koel en uit de hoogte
gezegd, dat Elinore, getroflbn zweeg. Het
was na tafel en spoedig daarop vorliet zg
het huis
Deze eenzame wandelingen waren aar
een behoefte geworden. Zjj ging zoo ver
als 't mogel'jk was, werd dan doodmoe cn
had dan ten miaste hot gevoel, iets gedaan
te hebben.
In zeor kortsn tjjd had zjj dan ganschen
omtrek leeren kennen. Alles wat tot Wied
behoorde, en allo menschen die op het
landgoed woonden, waren haar bekend.
Op zekeren dag ontmoette zij een der
jagers, aan den voet van een der kleine
j heuvels, welke aan deze zijde den oever
van het meer vormden. Zjj dacht, dat
dit de heuvel was, waarop zjj toen,
i in den zomer, mat Paul had gestaan.
Kasper de jager bracht haar op de hoogte,
j Ja, deze is do heuvel, waarop in vroeger
tijden een groot houten kruis stond, heel
boven op. Maar in den loop der jiren
is de dwarsbalk er afgevallen, en alleen
do paal staat uog. Zjj praatte met K*ep9r
nog ovor velorlei Daar bjj vertelde da
j jager haar van zjjne vrouw, van zjjn kind,
en van zjjn stokouden vader, Eliaore be-
loofde, hem in het jagershuis te komen
opzoeken. Daarna koos zjj het pad over
dan heuvel en begaf zich in de richting
van Eisen bach. Het was daar zoo eenvou
dig, zoo behaagljjk. Zij wilde eeos zien,
wat zjj daar op dit uur nu wel deden.
Toen zjj op den hof kwam, hoorde zg
een draaiorgel. Paul en Marianne en de
juffrouw stonden er bjj en de baron en
tante Coraiie stonden bg de deur der
tuinkamer. Allen waren tegenwoordig,
aisof het iets gewichtigs gold. Een oude
man met een soldaten muts draaide het
handorgeltje en zong daarbjj een lied,
waaruit als hoofdgedachte bleek dat eea
meisch zoolang hjj kan vrooljjk most zijn
en zingen en springen, maar al te ras komt
de tjjd, aie iemand het vrooljjk zjjn var-
leert die hst lied verstomt
„Dat klinkt nu juist niet hesl opgewekt",
zeide Elinore.
Na eenig8n tjjd brak zjj haar bszoek op,
De zon ging oader, ds avondrust
heerschte alom. Paul vergezelde haar.
Het was maar zelden nog voorgekomen,
dat zjj mot Piul alleen was; maar telken
male had zij dan toch een beklemd gevoel
gehad. Alsof zg vreesde, dat hjj haar zon
zeggen, dat bjj haar wel doorzag en dat
hjj begreep, hoe het met haar stond.
Een geruime poos liepen zjj zwjjgend
naast elkander voort.
Dan, alsof eaae bspaalda gedach'e haar
had bazig gehouden, zeide E.ioore„Dik
werf komt bet mg voor, alsof mjja vroegere
leven plots was afgesneden ea nu kom ik
er toch telkens weder mode ia aanraking."
„Wanneer men een nieuw leven heeft
bsgonnen," zeide hjj.
„Ik dtcht. dat het niet zoozeer het
nieuwe was. Ik bsdoel het vreemde."
„Vreemde menschen, vreemie landen?"
„Neon, dat juist riet! Hoe zal ik hst
noemen? Wanneer men zelf, zoowel naar
het uiterljjke als naar het innorlyka, midden
in hst vreemds is geplaatst en zich daar
naar te voegen heeft", zeide zjj. „Ba
dan komt, geljjk ik dat nu oaderviad,
eea tjjd, dat mau tot nadeakea komt,
verband tracht to brengen in de verschil
lende feiten
WOROT VRRvnTyv»