Zonnestofjes. Dondeulag 14 Febr. 07. 5Ie Jaargang. No. 4230. TWEEDE BLAD. Uit en voor de pers. INGEZONDEN. FEUILLETON. Bmuenlandsch Nieuws. r t. De verwerping van (le Oorlogsbegrooling door do Eerste Kamer met 27 tegen 17 stem men, j.1. Zaterdag, goeft de pors aanleiding tot verschillende uitingen. (Zie Kameroverzicht.) Een paar der meest belangrijke meeningen volgen hieronder „Hot Vaderland", ministerieel, schrijft: „De meest democratische minister van oor log, die ooit aan onze Regeering deelnam, de man, ook door tegenstrevers als do eenige beschouwd, die de hervorming onzer weer macht zou kunnen en durven ter hand nomen, is van de groeno tafel verjaagd, een gewichtig onderdeel van het regeeringspro- grara zal niet tot uitvoering komen. Generaal Staal is gevallen, maar zijn in do Tweede Kamor gesproken woord, dat de vaan die hü voert onbesmet is, blijft bewaarheid. Hij is geen stap geweken van, geen stap gedeinsd op den weg, dien hij met volle overtuiging had gekozen en vóór het beslissend votum viel, heeft hij nog schitterend geknot de kleinzielige taktiek van hen, die zelfs zijn karakter niet ongerept wenschton te laten. Ook in deze Kamer heeft hij bewezen, dat geen enkele bewuste of onbewuste onjuist heid hem in 't vuur van het debat of in de schriftelijke beantwoording der geopperde grieven ontsnapte. Tegen tendentieuze cou rantenartikels worden offlcieele en onweer spreekbare gegevens gesteld; tegenover de interrupties van den heer Heemskork in de Tweede Kamer, verklaarde de heer Van Leeuwen heden zelf, dat de voorstelling des Ministers omtrent de met don burgemeester van Amsterdam gevoerde onderhandeling juist was." De Regeering zal thans de politieke gevol gen van dit votum overwegen. „Zal zij aftreden? Het is thans nog niet met zekerheid uit te maken. Maar het feit, dat andermaal de heer De Meester zich in de bespreking heeft gemengd om mee te deelen, dat het geheele Kabinet zich den uitslag der stemming aantrekt, wijst op de ruime mogelijkheid eener collectieve ontslag aanvrage. „De Regeering heeft uitteraard te rekenen met hot feit, dat de stemming schior geheel links tegen rechts plaats vond en dat in de Eerste Kamer een technische bespreking van de afschaffing van 't blijvend gedeelte op den achtergrond werd gedrongen door constitu tioneels en politieke beschouwingen. Aan den anderen kant mag zij nitt uit het oog verliezen, dat in de Tweede Kamer een sterke meerderheid haar beleid op dit stuk heeft gesteund en. dat bijna alle direct gekozen vertegenwoordigers des volks de quaestie van loutertochnischstandpuntbezien hebben". En ten slotte zegt „Het Vad." „Zoo schijnt een conflict tusschen onze Eerste en Tweede Kamer te zijn ontstaan. De meerderheid der direct gekozen afgevaar digden heeft de zaak op zichzelf beschouwd, en zich laten overtuigen, zoo al gedeeltelijk niet van generaal Staal's juist inzicht, toch van diens volle betrouwbaarheid; zij heeft der Regeering ook geen grief gemaakt van de sociaal-politieke en economische overwe gingen, welke nevens militaire, haar handel wijze beïnvloed hebben'zij versmaadde spits vondige tekst-interpretatie als wapen in den kamp, en maakte toekomstplannen van con crete voorstellen los; de Kamer van vijftig heeft gemeend een in hoofdzaak tegengesteld standpunt te moeten innemen. En beriep zij zich herhaaldelijk op de constitutie,'t ver wijt van tegen de adat in ons staatsbestel te hebben gehandeld, ontgaat haar niet. Ver-strekkende gevolgen zal dit votum der Eerste Kamer wellicht na zich slepen; verder dan zelfs een aftreding van het vrijzinnig kabinet onmiddellijk doet voorzien". Juni-verkiezingen der Provinciale Staten zal oppervlakkigheid, waarmede de Hoor v. d. B. geregeld, worden gewijzigd, tegenover een jónger kennis nam van den Bond'voor Staatspon- 4. Vei gekozen tweede Kamer! Wie van beide I sionneering en daarvan getuigde in het Kamers vertegenwoordigt burgerij Het „Hbl." vraagt daarom, of niet oon oplossing te vinden zou zijn in eene ontbin ding der Tweede Kamer, opdat de kiezers thans reeds rechtstreeks hun gevoelen kun nen uiten. Wat zullen de politieke gevolgen zijn van de verwerping der Oorlogsbegrooting door de Eerste Kamer? De „N. Ct." wil wel nu reeds zeggen,, dat een aftreden van hot geheele Kabinet wegens het votum der Eerste Kamer haar niet ge- motiveerd voorkomt. In de Tweede Kamer, schrijft het genoemde blad iets veider, heeft de regeering gezegd, dat zij de beteekenis van een ongunstig votum zorgvuldig zou overwegen. Die woorden werden Zaterdag middag niet herhaald waarom niet, is ons onbekend. Zeker is, dat voor zoodanige over weging, ten aanzien van het Eerste Kamer- besluit, alle reden is. En bet slot dier over weging moet, volgens do „N. Ct." zijndat met het votum niet anders bedoeld is dan verzet tegen het in do begrooting uitgedrukte oorlogsbeleid en in geenen deele een daad van vijandschap of opzegging van vertrouwen tegen het ministerie. En dan vervolgt de „N. Ct." „Bedenkt zy (de regoering n.1.) daarbij, dat de ernstige wenscb om oen Kabinetscrisis te voorkomen, in de Tweede Kamer zóó sterk aan den dag is getreden, dat hij een aantal ledon van beide helften dor Kamor bewogen hooft met de uiterste krachtsinspanning een brug to slaan, waarover toenadering mogelijk wasen dat in de Eerste Kamer zeventien i liberalen haar op de meest sprekende wijze ter wille zijn geweest; terwijl de rechterzijde zich van alle politieke by bedoeling vrijpleitte, dan moet zy toch wel tot de slotsom komen: le. dat het gevallen votum zelfs niet de ge ringste aanduiding bevat, als zou de Eerste i Kamer aan de regeering de uitvoering van het program onmogelijk willen maken, en 2e. dat de overgroote meerderheid der Staten- Generaal, in de bestaande omstandigheden, de bestendiging van het Kabinet-De Meester wenscht". De „N. Ct." acht dus een Kabinetscrisis, als gevolg van do gevallen beslissing, niet gerecht vaardigd. Maken we ten slotte nog melding van „De Telegraaf", die o. m. zegt Het conservatisme voelt zich blij' kbaar lekker in de modder en zet een keel op tegen dezen Minister. Eerst in de Tweede Kamer, waar men echter geen crisis aandurfdo met de mo gelijk daaraan verbonden Kamerontbinding; daarna in de Eerste Kamer, dit bloedarmoedig aanhangsel van ons verstopt constitutioneel darmkanaal, dat, zich veiiig voelend achter de onontbindbare Provinciale Staten, den Mi nister op polderjongens-manier te lijf ging in haar Voorioopig Verslag en nu zijn begrooting verworpen heeft. Dat het den heoron wèl bekome nu het meest de openbaar. En ik vraag: was er dan niet één lid van den Bond aanwezig, om den geachten afgevaardigde beter in te lichten? Het is niet noodig die oordeel uitvoerig toe te lichten. Ieder belangstellende, aller meest dus do Heer v. d. B., kon zich van de rechtmatigheid ervan overtuigen door het lezen van het Maandblad van den Boud, welk nummer ook, of van andere geschriften door een der voormannen geschreven. Laat mij slechts mogen wijzen op twee groote onjuist heden. De Heer v. d. B. schijnt te meonon, dat de Bond „de groote schare niet wil laten medebetalon aan de millioenen, die voor het Staatspensioen noodig zijn." Maar heet het dan niet in Art. 1, dat de kosten gevonden moeten worden uit belastingen naar draag- kracht Alleen hij, by wien deze niet bestaat, worde vrijgesteld. Soortgelijk als in hetstelsel- Treub'en de inFransche wet,waar geen premie geéischt wordt van wie minder dan f5 of 9 francs per week verdient. En dan, de Heer v. d. B. wil de lasten verdeelen voor hot ar- beidspensioen. Maar waarom alleen dan over arbeider, werkgever en staat? Do logica is hier by den Heer v. d. B. m.i. geheel zoek. Waarom die lasten niet verdeelen over allen, ook over hen, die niet rechtstreeks deelnemen in het werk, d.i. in handel, nijver heid enz.? B.v. over den rijke, die alleen togen zekere rorit.e zyn geld aan den arbeid ten gebruike afstaat Zal de „verdeeling der lasten" van den Hoer v. d. B. ni«t moer drukken op het bedrijf? Zijn ei- niet velen, oud en arm, die nooit rechtstreeks tot de arbeiders in don gewonen zin van het woord hebben behooi'd, b.v. vele vrouwen Maar de groote kosten, zegt de Heer v. d. B. I Juist, daarom wil de Bond, dat wat er voor uitgegeven wordt, alleen of vrijwel al leen kome ton goede van de arme ouders. Hy acht in het tegenwoordig stadium van het vraagstuk hoofdzaak, dat er gestreden wordt togen het premiestelsel, omdat daarbij zooveel verloren gaat aan de administratie, getuige de Ongevallenwet, waar 65 der uitgaven in verband met deze wet niet komt aan de slachtoffers, maar aan de ambte naren, enz. Gelukkig dan ook, dat in ons land steed3 meerderen, die ernst maken met het onder zoek van dit vraagstuk, allermeest zich ver zetten tegen de dwangverzekering en het premiestelsel. Mogen velen inzien, dat dit te bevorderen voorshands de groote taak is van den Bond voor Staatspensionnoering I Mocht de Heer v. d. B. op mijne bedenking willen antwoorden, dan geef ik hem in over weging da plaatsing daarvan ook te vragen in het Maandblad van den Bond. Misschien kan hy mij van ongelijk overtuigen en daar mede andere Bondsleden. Alleen in dit geval zou ik er toe komen, nog eens de pen ter hand te nemen naar aanleiding van zyno rede. Met dank aan U, M. de R., voor de plaatsing, Uw dw. P. A. YIS. Beemstor, 9 Febr. 1907. eehaudors, welke geen deelhebbers zyn, zullen koeken van do vereeniging kun nen bekomon tegen verhoogden prys, door de deelhebbers te bepalen. De zaak kan alleen slagen als 300 aan- deelen zijn genomen. Do commissie bestaat uit de heeren M. Bossen voorzitter, Th. E. J. Odendaal, J. van Loverink, H. S. Enks, J. T. de Wit en J. de Moor Secretaris. De Algemeene Vergadering van den Bond van Zuivelfabrieken in Noord-Hol land, zal gehouden worden op Maandag 4 Maart 1907, des morgens 9 uur, in het Café „Central" te Alkmaar. Op de agenda komen voor: Ingekomen stukken en mededeelingen. Jaarverslag. Rekening en verantwoording van den Pen ningmeester over het dienstjaar 1906. Ver kiezing van twee Bestuursleden, wegens periodieke aftreding (1 Jan. 1906) van den heer W. T. Jongejans en wegens vacature door het, ais bestuurslid, verplichte aftreden van den Secretaris. Bespreking kaasproef 1907. Bespreking kaaskeuringen 1907. B -sprekingen over wat gedaan kan worden door den Bond tot bevordering van den afzet van kaas, in te leiden door den Secre taris. liet familiewapen Van De Ituyter. Binnen enkele weken zal op verschillende plaatsen van ons land feest worden gevierd ter nagedachtenis en huldiging van den grooten zeeheld Michiol Adriaeusz. de Ruyter, Hertog, Ridder, otc., Luitenant-Admiraal- Goneraal van Holland en West-Friesland, geboren te Vlissingen den 24en Maart 1607. Zooals reeds in sommige bladen is ver- mold, zal ook in Denemarken aan die her denking worden deelgenomen, uit erkentenis van de groote diensten met zyno vloot en zjjne dappere zeelieden bewezen aan het Deensche Rijk, in den oorlog tusschen Denemarken en Zweden, in het jaar 1659. Bij open brief, gegeven op het Koninklijk Slot te Kopenhagen, den len Augustus 1660, eigenhandig onderteekond door Koning Frederik III van Denemarken en met het Koninklijk zegel bevestigd, werd onze Do Ruyter, met toestemming van do Deensche Rijksraden, verheven in den adel stand, „ranghebbende in de Tournovspelen van het Deensche Rijk en zijne Vorsten dommen gelijk zij, die van hunne voorouders wettelijk Edellieden geboren waren," voor zich en zijne wettelijke nakomelingen, mannelijke en vrouwelijke. Tevens werd daarbij aan den Edelman De Ruyter en zijne het recht gegeven, IJsclub is onvermoeid, zy hoopte op var nieuWd vriezend weer, en als haat vwnschj vefvuld wordt, zal 'er Donderdag een wed strijd gehouden worden, nu voor de veran dering in 't hardprikken. Voor de betrekking van onderwijzeres te Kerkebuurt, gemeente Harenkarspel, hebben zich vier sollicitanten aangemeld. lillende in Amsterdam. Jan Feith geeft in „de Aarde en haar Volken" oen beschrijving van zyn bevindin gen op een tocht, ondernomen voor de Vereeniging tot bestrijding der tuberculose. Wij ontleenen het volgende eraan By 'n schoenlappertje, die werkte en ook wóónde in een pothuisje dat om z'n grappigheid en knusheid 'n verrukking van oud-Amsterdam ploegt, te blijven was het werkplaatsje mot het potkacheltje, waarop 'n pruttelend pannetje pek stinkend te borrelen stond, afgeschut met 'n schotje, dat van den vloer tot hot buk-lage zoldertje reikte. Daarachter was 'n aparte slaapplaats, door hemzelf geknutseld. Dat was 'n heel klein, heel laag, heel smal klein kamertje voor z'n jongen. Door het lage raampje zag je telkens de voeten van men- schen, die op straat voorbijgingen. In 't kamertje paste niets dan het bod. En daarop lag het stervend geraamte van 'n jongen van misschien achttien jaar. In 'n andere straat zochten we naar 'n volgend adres. In de nauwe steeg hing de grijze sche mer van December-misthet leek er zoo nauw, omdat aan weerskanten hoog de huizen muurden, zoodat het was alsof die vocht wolk daar voor goed tusschen de huiswanden beklemd bleef. Aan de eene zyde bouwden zich in één lang gelid de donkere rompen van sombere, raamlooze door De Ruyter pakhuizen, alle gelijk aan elkaar; de meeste waren opslag plaatsen van beenen en lom pen. 'n Zure, wrange stank drong uit de donkere pakhuisdeuren de smalie straat in. i En aan den overkant, vlak er op, woonden do velel gezinnen in die slechte huizon, waar weer verdieping op verdieping als gestampt op elkaar drukten, j Op het bovenportaal blafte 'n hoest ons I al tegen; daar moesten we dan zyn. 'n Groote donkere Jodenvrouw, met stekond-zwarte i koortsoogen, leunde over de tafel en hoestte I haar aanval uit, eer ze ons hijgend te i woord kon staan. In de kamerschemer, het vale licht uit de straatspleet, druilde traag naar binnen, rommelden wat kinderen rond, kropen in hun slobberkleertjes over j den grond, bang naar moeders rokken. Toen I begon ook een van die vuile ukkies met wettelyko erfgenamen 'n harden woesten klank te hoesten, tot zyn schild en wapen i het^yan benauwdheid begon te huilen. zoodanig te vergrooten, dat op hot schild We vroegen naar don zieke; en uit het wordt geplaatst een openen, vrijen en donker van 'n dompige bedsteê riep heesch adellijk gekroonden helm, waaruit ter halver 1 Het „Handelsbl." betreurt de gevallen be slissing en noemt het een hoogst'ernstige, om niet te zeggen roekelooze daad van de Eerste Kamer, zich aldus tegenover de 2de Kamer te stellen, zonder de vordero hande lingen van den minister af te wachten. Ook dit blad vraagt wat er nu gebeuren zal. Op grond van de jongste gebeurtenissen acht het „Hbl." het zeer waarschijnlijk, dat het geheele Kabinet nu met den minister van Oorlog aftreedt. Maar wat dan? Dan staat nog, zoo redeneert het blad verder, een oudere Eerste Kamer, dio wellicht door de ROMAN van OTTO VAN LEITGEB. 17. o Eüaore's gelaatskleur scheen door de zon bruin getint. Hare wangen waren hoog rood gekleurd. Hare glinsterende oogen onder de zware wenkbrauwen konden een zwaarmoedige, maar ook, gelyk Paul wist een zeer besliste uitdrukking aannemen Heur haar was naar de mode opgemaakt, scheen golvend en bedekte de slapen en het bovenste gedeelte der oorec. Een fijne witte boord omsloot haar hals. Paul vond, dat Elinore er schooner op was geworden. Toen hij weder op hot terras kwam, zeide zy onmiddellijk„Binnen kort kom ik terug, alleendan praat ik nog eets met u over zoo velerlei dingen Daar stelt Gaston toch geen belang in," voegde zjj er aan toe. -j Bn toen zg weder in huis kwamen, zeide Gaston, die zich intusschen schromelijk verveeld had bg de oude luidjes, dat hot tijd was om op te breken. Het rijtuig werd ontboden en stond na enkele minu ten voor. De gasten vertrokken. Toen de baron, de barones en Marianna in huis terug waren gekeerd, uitte vooreerst niemand een woord over dit eerste Geachte Redactie, Beleefd verzoeken wy U, het volgende in Uw blad te willen plaatsen. Ontvang daar voor onzen dank. Langen iyd heeft bij gemeentebesturen zoowel als by onderwijzers de meening ge golden, dat tijdelijke diensten, als onderwijzer ergens doorgebracht, niet meetelden bij hot berekenen van den diensttijd, noodig voor de periodieke verhoogingen. Het Hoofdbestuur van den Bond van Ned. Ond. was het met deze opvatting der zaak niet eens. Enkelen gemeentebesturen werd aangezegd, dat zy tijdelijke diensten wel in rekening moesten brengen en toen bedoelde gemeente besturen weigerachtig bleven, is tegen hen een proces begonnen, waarvan de afloop het Hoofdbestuur van den Ond.-Bond in het ge lijk stelde. Het laatste proces over deze kwestie, 'ge voerd tegen de gemeente Schiedam, is weer gewonnen door den Bond en nu meent de afd. „Schagen en O." v. d. B. v. N. O. den tijd gekomen belanghebbende onderwyzers(essen) er op te wijzen, dat tijdelijke diensten mee geteld worden by het bekomen der periodieke verhoogingen. Een kennisgeving aan B. en W. is voor do betrokken onderwyzers(essen^ vol doende. Namens de afdeeling, HET BESTUUR. )o( Mijnheer de Redacteur! Met verbazing las ik het verslag van de rede, door Mr. Z. v. d. Bergh, afgevaardigde ter Tweede Kamer van hot district Helder, te Schagerbrug gehouden.—Ik weet nietof dit verslag juist mag heeten en mag daarom niet van die veronderstelling uitgaan. Doch is dit wel het geval, dan verbaasde my de bezoek van Elinore op Essenbacb. Paul was dadelgk na het vertrek naar de pan nen bakkerg gegaan. Ia do volgende dagen begon Eliaore zich op Wied wat te oriëntooren, omdat zg tot dusverre alleen den kant naar Essen- bach had leeren kennen. De uren duurden haar zoo laDg, als zg thuis bleef, Zjj voelde, dat het haar buitengewoon goed deod, alleen rond te dolen, tot dat zjj moe was. Gaston haatte dat dosllooze slenteren, zoo- als hg het noemde, Naar Eseenbach was zjj nog ééomaal gegaan; maar iets hield haar er een tjjdlang van terug. Het was alsot zg den indruk vau haar eerste bezoek daar moest uitwisschen. Het was een mooie tjjien da ontluikende natuur lokte uit totwandsien Spoedig ge w snde Elinore eraan,in 't'geheel niets meer te zeggen, als zjj hst huis verliet. Gaston zijnerzijds deed evenzoo en was met de paarden weg, of met de automobiel uitgereden. Mis schien geloofde hg, haar niet meer te be hoeven te vragen, omdat zjj zulk een hekel aan dit vervoermiddel had. Menigmaal was hjj dan naar stad ge veest ea bracht ritmeester Evelaar mee, die dan 's avonds weer naar het station werd gebracht. Dan werd er bjjna over niets anders gesproken dan over paarden. Langen tjjd was het niemand anders dan Evelaar, dien zg van bare bakenden uit do stad zag. De han- delsraad kwam ook nauweljjks voor één dag en dan gingen zjj zelf een week naar de stad, om hunne bezoeken af to leggen. Daarna biest het weer een poos stil. En dan kwamen de ouders van Grston. Men zag den vader vau Gaston van 's morgens vroeg tot 's avonds laat rondloopen in een licht zomorpak met een wit, diep uitgo- j 1.ij ii ko,-ken fabriek. De Afdeeling Zijpe van de ITollandsche Maatschappij van Landbouw deelt in een circulaire mede, dat een commissie uit de leden der Afdeeling gekozen, met betrek- j king tot do oprichting van een lijnzaad- i koeken-fabriek, is gekomen tot het volgende plan 1. Op te richten een koekenfabriek van zuiver lijnzaad by de Stolperbrug aan het Noord-Hollandseh Kanaal en nabij Je halte van den spoedig te verwachten locaalspoorweg door de Zype. Noodig is, dat de fabriek staat aan goed vaarwater en bij een spoorweg. Een maaldery van andere voerartikelen zal daaraan worden verbonden, hetzij met of zonder handel daarin. De kosten zijn begroot op f 150.000, waaronder f 50.000 bedrijfskapitaal. Met deze som zal eene fabriek kunnen worden opgericht welke 35000 a 40000 koe ken per week kan produceeren, welk getal met betrekkelijk weinig kosten tot het dubbele kan worden opgevoerd. 2. De aandeelun zullen groot zyn f 500; doch aan hen welke geregeld minder dan 10 koeien houden, zal het recht worden toegekend om een half aandeel te nemen van f 250; 8. De vereeniging zal zyn eene Naam- looze Vennootschap op coöperatieven grond slag, zoodat aandeelhouders niet verder dan voor het ingeschreven bedrag aanspra kelijk zullen zijn. De rente ven hetaandeelonkapitaal wordt bepaald op 51 nadat op de gebouwen en de machinerieén oen door do vergadering te bepalen bedrag is afgeschreven. De prys der lijnkoeken wordt daainaar lijve oprijst een kurassier, dreigende te slaan met een bloot zwaard, dat hij in de rechterhand houdt. Het wapenschild zelf is verdeeld inkwar tieren. Het rechter-bovenkwartier vertoont een geharnast ruiter, gezeten op een steigerend paard, naar het midden van het schild gekeerd. De Ruyter houdt een ontbloot zwaard in de rechterhand, dreigende daar mede te slaan. Het linker-bovenkwartier vertoont een rood veld, waarover wit kruis, zoodat het gelijk is aan do Deensche nationale vlag. Het rechter-benodenkwartier vertoont een kanongeplaatst op een gewield affuit en gericht naar rechts. Onder (naast) het kanon liggen drie kanonskogels op den grond. Kanon, affuit en kogels zyn bleekgeel gekleurd. Het linker-benedenkwartier vertoont een wit admiraalsschip (driemast) mot den steven naar links op een hemelsblauw veld. Midden op het schild worden de aan elkander gelegen hoeken der kwartieren bedekt door een klein schild, waarop een klimmende leeuw staat, als in het wapen van Holland. Volgens een oude teekening (17e eeuw) dienen als schildhouders van het wapen, ter rochterzijdo een klimmend paard met eene kroon om den hals, opgorichten staart en ziende naar links (dus naar het rechter- bovenkwartier van het wapen,) en ter linkerzijde een gekroonde klimmende le uw, ziende naar voren. Dirkshorn. Mooi was 't wedor niet, mooi ook niet do baan,, waarop Zondagmiddag de wedstrijd in 't hardrijden mot hindernissen gehouden werd. Toch was er veel animo, zoowel by 't zeer groot aantal toeschouwers, als by de deelnemers aan den wedstrijd, aan welken tien personen deelnamen. Do lo pr. f 15, werd behaald door S. Bak ker van do Stroet, de 2e pr. f 10 door C. Mole naar te Harenkarspel en do 3o pr. f 5 door A. Blaauw van Sb. Maarten. 't IJs was onderhand steeds slechter ge worden en de baan was na afloop van den wedstrijd dan ook gauw „geveegd." De n mannestemmaar telkens onder het gesprek verbood hy zwak naar twee kin deren, die, achter in het zwarte hol, aan z'n voeteneind, om wat vuile lapprop- pen, waarmee ze speelden, lagen te kibbelen. Er was 'n snoepwinkeltje, en een water- en-vuurnering werd er tegelijk gehouden; broeiend heet sloeg uit de groote steenen kachel, die het halve winkeltje, vulde, de hitte uit; de waterdamp hing er zwaar, zoodat het er stikbenauwd ademhalen was. De gekleurde snoepdingen lagen op gebar sten schoteltjes op 'n vies toonbankjo en uit open stopflosschen piekten bonte peper muntpij pen. In het achterhokje, waar het gezin huisde, rook het naar slecht suiker goed; 'n nevel van blauwe turfrook en grijze waterdamp hing over jal die schemer- dingen. Maar er walgde ook 'n vreeselyke stank van rottend hout en scherpe zure gassen. Toen was er de doffe klacht van de be woonster over een riool, dat daar onderden vloer scheen te liggen, dat zeker ergens ver stopt moest zijn, omdat soms van de boven buren het onnoembaarste vuil langs don muur van haar kamer kwam gedropen. Het waren, overal waar wij kwamen, broedplaatsen van jammer en ziekte en be smetting. De monschen in hun annoe-ellende hokten bij elkaar, leefden er overdag, aten er hun armelijk hapje eten, sliepen er 's nachts in een kwal ij ken stank van slechttrekkende kookkachel, van waschwasem, van eetlucht, van natte klüeren, van onvoldoenden goot steen, van gebrekkig privaat. In al die hoeken en gaten, waar 't altijd donker bleef, waar nooit de frissche lucht even langs streek, waar nooit 'tfletse licht van buiten doordrong, in de vergoorde gor- dijnflarden voor de froobele vensters, iri de barsten van den spalkenden vloer, achter de scheuren van hot vergane behang, onder de vodden, die uit de duistere slaaphokkon puilden, tusschen de naden van de rafels van het vertrapte vloerkleedje, overal spookte de jainmerlykste ellende. De Rederijkerskamer te Burgerbrug zal in het laatst dezer maand het tooneelspel „De twee zusters", Ie l'ctlcn opvoeren in de zaal van den heer Siewerts. sneden vest en gelakte schoenen Hjj stond op het terras, of liep langzaam door dea tuin, en rookte sterkriekende sigaren Hg droeg het dikke, roode hoofd achter over, en glimlachte doorloopend, Eiino-e kwam met zichzelf in tweestrijd ei di oude menschen voelden spoedig, dat zg zich tegenover hun schoondochter moesten in acht nemen. Papa Hauszmann sprak steeds van „lieve dochter", of „goed kind", Dat beteekende volgers Elinore niet veel. Maar een andere uitdrukking, die den'oude in den mond scheen bestorven, hinderde haar uitermate. Bg elke gelegenheid name lijk zeide papa Haussmana „Dat voel ik in mjjn eenvoudig, trouw hartl" „Ik ban geen prater, ik kan slechts sproken zooals mjjn eerljjk hart mg dat iageelt Uit dergoljjk praten hoorde Elinore, hoe het leven hem gewend moest hebban, met zjja goede gezindheid te koop te loopen, en dit vergrootte nog haar wantrouwen. Maar het kwam toch oen maal voor, dat Elinore daa ouden heer in een zeer levendig gesprek met Gaston, in bescherming nam. Want hat was voor haar zeer pjjnljjk, dat hg bijna onbeschoft tegen zijn vader was. Dit werd haar evenwel niet in dank af genomen. Gaston gaf haar een terecht wijzing, „Ik most je vriendelijk verzoeken, Elinore," zeide hjj, „dat js je tusschen papa en mij geen partjj stolt. Wg zullen het wel met elkaar klaar spelen, zonder vreemde hulp." Dit werd zoo koel en uit de hoogte gezegd, dat Elinore, getroflbn zweeg. Het was na tafel en spoedig daarop vorliet zg het huis Deze eenzame wandelingen waren aar een behoefte geworden. Zjj ging zoo ver als 't mogel'jk was, werd dan doodmoe cn had dan ten miaste hot gevoel, iets gedaan te hebben. In zeor kortsn tjjd had zjj dan ganschen omtrek leeren kennen. Alles wat tot Wied behoorde, en allo menschen die op het landgoed woonden, waren haar bekend. Op zekeren dag ontmoette zij een der jagers, aan den voet van een der kleine j heuvels, welke aan deze zijde den oever van het meer vormden. Zjj dacht, dat dit de heuvel was, waarop zjj toen, i in den zomer, mat Paul had gestaan. Kasper de jager bracht haar op de hoogte, j Ja, deze is do heuvel, waarop in vroeger tijden een groot houten kruis stond, heel boven op. Maar in den loop der jiren is de dwarsbalk er afgevallen, en alleen do paal staat uog. Zjj praatte met K*ep9r nog ovor velorlei Daar bjj vertelde da j jager haar van zjjne vrouw, van zjjn kind, en van zjjn stokouden vader, Eliaore be- loofde, hem in het jagershuis te komen opzoeken. Daarna koos zjj het pad over dan heuvel en begaf zich in de richting van Eisen bach. Het was daar zoo eenvou dig, zoo behaagljjk. Zij wilde eeos zien, wat zjj daar op dit uur nu wel deden. Toen zjj op den hof kwam, hoorde zg een draaiorgel. Paul en Marianne en de juffrouw stonden er bjj en de baron en tante Coraiie stonden bg de deur der tuinkamer. Allen waren tegenwoordig, aisof het iets gewichtigs gold. Een oude man met een soldaten muts draaide het handorgeltje en zong daarbjj een lied, waaruit als hoofdgedachte bleek dat eea meisch zoolang hjj kan vrooljjk most zijn en zingen en springen, maar al te ras komt de tjjd, aie iemand het vrooljjk zjjn var- leert die hst lied verstomt „Dat klinkt nu juist niet hesl opgewekt", zeide Elinore. Na eenig8n tjjd brak zjj haar bszoek op, De zon ging oader, ds avondrust heerschte alom. Paul vergezelde haar. Het was maar zelden nog voorgekomen, dat zjj mot Piul alleen was; maar telken male had zij dan toch een beklemd gevoel gehad. Alsof zg vreesde, dat hjj haar zon zeggen, dat bjj haar wel doorzag en dat hjj begreep, hoe het met haar stond. Een geruime poos liepen zjj zwjjgend naast elkander voort. Dan, alsof eaae bspaalda gedach'e haar had bazig gehouden, zeide E.ioore„Dik werf komt bet mg voor, alsof mjja vroegere leven plots was afgesneden ea nu kom ik er toch telkens weder mode ia aanraking." „Wanneer men een nieuw leven heeft bsgonnen," zeide hjj. „Ik dtcht. dat het niet zoozeer het nieuwe was. Ik bsdoel het vreemde." „Vreemde menschen, vreemie landen?" „Neon, dat juist riet! Hoe zal ik hst noemen? Wanneer men zelf, zoowel naar het uiterljjke als naar het innorlyka, midden in hst vreemds is geplaatst en zich daar naar te voegen heeft", zeide zjj. „Ba dan komt, geljjk ik dat nu oaderviad, eea tjjd, dat mau tot nadeakea komt, verband tracht to brengen in de verschil lende feiten WOROT VRRvnTyv»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 5