Donderdag 21 Febr. '07. 5le Jaargang. No. 4232. TWEEDE BLAD. Uit en voor de pers. Gemengd Nieuws. Binneniandsch Nieuws. Schiet Chtul Minister Staal. Naar aanleiding van het votum dei- Eerste Kamer tegen Minister Staal schrijft het weekblad „De Vaderlander" onder het hoofdStaal gaat heen Het is gelukt. Al wat in den lande con servatief is, waaronder helaas een groot deel van dat leger, dat hy zoo lief had, heeft samengespannen om den gehaton minister te doen vallen, en is in zijn pogen geslaagd met hulp van de rechterzijde der Eerste Kamer, voor wie Staal's val zeer zeker ook een heel aangenamen politieken bijsmaak had. Waarom was Staal zoo gehaat by de con servatieven? Het antwoord is niet moeilijk. Staal was een militair van buitengewone gaven, en zyne kunde was zoo onaanvecht baar, dat de laster daarop zijne giftigste pijlen tevergeefs afschoot. Maar hy had, wat ook al weer niet vele militairen heb ben, dien ruimen blik, die maakte dat hy zich niet doodkeek op de belangen van het leger als afzonderlijke kaste, maar het be schouwde met het oog van hem, die alle instrumenten van de gemeenschap gelijke lijk tot hun recht wilde doen komen. Vandaar, dat Staal vóórstander was van een oorlogsbudget, dat met onze draagkracht rekening hield, en van eene beperking der personeele lasten, zoover dit zonder nadeel voor onze weerbaarheid kan ge schieden. Vandaar, dat hy tevens, dat leger kennende als weinigen, het hervormen wilde tot een lichaam van de hoogste inten sieve kracht. Dat hij daarbij den vinger moest leggen op menige wonde plek,- dat hy daarbij menigen verkeerden toestand moest blootleggen, die tot nog toe wel niet onbe kend was, maar toch nog nooit van achter de ministerstafel als zoodanig was geken schetst, zal geen betoog behoeven. Hy had zich tot taak gesteld dat leger, dat op rykelui's voet was ingericht, waar, om het populair uit te drukken, altijd 10 man gezet werden aan een werk dat 5 man op hunne slofjes afkunnen, te vervormen naar het oud-Holiandsche recept van zuinig heid en degelijkheid. Vandaar het verzet 1 Tegen hem hebben zich vereenigd alle conservatieven, die in het leger het laatste palladium zagen, waarover de democratie haar bezoedelenden adem nog niet had uitgestootenalle militairen van de oude school, die het hoogste heil zien in den paradepasalle officieren, wier hoogste ideaal is met den koffietijd den werkdag te zien eindigenen dezen hebben in de ultra-conservatieve clericale meerderheid in de Eerste Kamer die enghartige conser vatieven gevonden, die meenen met den val van een minister den wijzer van de klok te kunnen tegenhouden. Staal moest weg, en direct. Waarom direct Waarom kon de Eerste Kamer niet voorloopig zijne begrooting aannemen, en tot 1 April wachten op de overlegging van de genomen maatregelen, om dan nog des noods bij motie den minister tot aftreden te dwingen Ook daarop is het antwoord eenvoudig. lederen dag dat Staal aanbleef zou proefondervindelijk bewezen hebben, dat het gelijk aan zijn kant was, en dat moest tot iederen pry's worden voorkomen. Weg met hem 1 was het parool. Het is zeer dui delijk, dat de rechterzijde van de Eerste Kamer vast vooraf overeengekomen was, den Minister te doen vallende tegenstan ders hebben toch op de uitnemende rede van Minister Staal, waarin hy alle de tegen hem aangevoerde bezwaren schitterend had weerlegd, weinig of niets van beteekenis meer geantwoord. Staal gaat heen, maar met opgeheven hoofde, met 't vliegend vaandel en slaande trom. En al gaat hij heen, zijn arbeid is niet tevergeefs geweest. De jas van Köpe- nick moge Zaterdagavond in meer dan één kring het middenpunt geweest zjjn van den conservatieven rondedans, er zal op dat feest een kater volgen, die lang in het geheugen zal blijven. Want, en dat is Staal's groote verdienste, het Nederlandsche Volk weet nu, dat het kan, als men maai wildat de hervorming van ons leger in de richting van een volks leger geen schoone phrase is op het al te gewillige papier neergeschreven, maar dat ze reeds als zeer overwogen, voor verwezen lijking vatbaar plan door een der eerste mannen van ons leger, den sous-chef van den generalen staf, tot begin van uitvoe ring was gebracht. Dat wascht het water van de zee niet af, het vraagstuk ligt op de tafel der natie, de triomf, die op dit oogenblik door het con servatisme van het minste allooi wordt ge vierd, zal gelukkig van zeer korten duur zyn. Staal gaat heen. Alle smaad, alle ver guizing, alle laster, alle verdachtmaking van zijne tegenstanders zyn op hem afge spat en lieten hem onvervaard; hy zag zyn weg, die er niet te gemakkelijker op werd, waar oude wapenbroeders hem struikel blokken of erger in den weg legden, en heeft dien bewandeld tot het einde toe. Hy heeft daarmee zeker niet met eigen ge noegen gerekend, des te meer komt hem de dank der natie toe. Die natie, die veel over heeft voor hare weerbaarheid, maar niet wil weten van alles wat daartoe niet dienende is, zal het aan hem te danken hebben, dat binnen niet al te langen tyd dit vraagstuk weer aan de orde komt. Hy heeft den bal aan het rollen gebracht, die niet is tegen te houden, en die weldra, tot een lawine aangegroeid, de conservatieve pygmeeën zal verpletteren. Staal gaat heen, en met hem alle de mi nisters. Terecht. En dat niet uit een soort dwaze solidariteit. Maar omdat het geen Staal wilde, een gewichtig deel uit maakte van het Regeeringsprogramhet collectief ontslag, dat het Kabinet aan Hare Majesteit aanbood, is het logisch ge volg van hetgeen de Eerste Kamer be dreef- wy zouden het niet gaarne anders gezien hebben. Wat de gevolgen van deze ontslagaanvrage wezen zullen, moet de toe komst leeren. In spanning verwachtte de Tweede Kamer Dinsdag 1.1. de ministerieele ver klaring. Meer dan eens werden tersluiks blikken naar de deur geworpen, waardoor men den intocht van het ministerie ver wachtte. Echter niet aldus. Met don een voud, die het ministerie in alle zyne daden steeds kenmerkte, kwam de Minister-Presi dent alleen binnen, iets bleeker dan ge woonlijk, toen hy de ministerieele verkla ring voorlas, blijkbaar onder den indruk van het gewichtig oogenblik. De Kamer ging daarop tot nadere bijeenroeping uit een. Moge ons kiezersvolk mede het gewich tige van dit oogenblik beseffen; laat het thans voor zich de vraag ernstig over wegen, of ze wil de reactie, die niet al leen de legerhervorming, maar feitelijk alle hervorming wil tegenhouden, en die hare krachtigste uiting vindt in de cleri- calen in de Eerste Kamer, of wel de her vorming langs geleidelijken weg, waarvan het kabinet-De Meester de drager was. De keuze is, dunkt ons, niet moeilijk. Staal's wedervaren zal aller oogen openen. Generaal Staaleerste Minister van Oorlog, die tevens burger zij t in den schoonsten zin des woords, wy brengen u onze eerbiedige hulde. Dertig jaar in bed. Te Lurgan in het Iorsche graafschap Cl are ging in 1877 de elf-jarige James Thompson, oogenschijnlyk gezond van lyf en leden, naar bed en nu pas een dag of veertien geleden is hy opgestaan. Men kon hem er met geen stokken uit krijgen; men heeft in den loop der jaren alles beproefdtrek pleisters, electrische schokken en meer; alles vergeefs. In Lurgan heette hy' de luiste man in de wereld, want dertig jaar lang, gezond van lichaam, in bed te blyven, dacht men, is zonder voorbeeld. Maar een week of twee geleden werd zijn tachtigjarig moeder ziek en moest naar het gasthuis. Zonder hulp kon Thompson niet achterblijven en men besloot hem ook naar het gasthuis te brengen. Met moeite kregen drie man hem in de kleeren, maar loopen wou Thompson niet en hy werd met een draagbaar naar het gasthuis vervoerd. Toen zijn moeder na een paar dagen weer naar huis kon, moest hij ook weg. Een draagbaar voor haar zoon wilde men in het gasthuis niet geven, en tot aller verbazing liep hy naar huis. Het schouwspel van boomen en en velden, die hy nu voor het eerst sedert dertig jaar zag, trof hem zoo, dat hy de gelofte aflegde nooit meer te slapen. Men kan hem nu met geen stok weer in zyn ben krygen. Dat Thompson geen slachtoffer van luiheid maar van een bekende zenuwziekte is geweest, behoeft nauwelijks opgemerkt te worden. Huil van kinderen. In Frankryk bestaat sedert 1904 een inter nationale vereeniging voor het ruilen van kinderen, dat wil zeggen, enkel gedurende de vacantie. In de Dinsdag j.1. te Parijs gehouden vergadering deelde de voorzitter, de oud-minister Pierre Baudin, mede, dat de vereeniging in 't geheel 255 ruilingen had bewerkt; in het vorig jaar alleen 120, waarvan de meeste, 97, met Duitschland, 14 met Engeland, 6 met Oostenrijk, 7 met Italië en 1 met Spanje. Volgens een aantal brieven van ouders, waren deze zeer tevre den ook over don goeden invloed, o.a. op het aanleeren van vreemde talen. Uit Duitschland is de aanvraag zeer groot, in den laatsten tijd vooral ook naar Fransche meisjes. Mannenzaak In het dorp Trillsingen leeft nog een eigenaardig vastenavondgebrüik, dat zijn lange leven waarschijnlijk heeft te danken aan het zeldzame voorkomen er van ook in dit dorp. Wanneer daar tusschen Drieko ningen en Aschwoensdag een paar trouwt het dorp is slechts 900 zielen groot, dus het komt niet heel dikwijls voor dan worden alle jonge meisjes voor een eg ge spannen. De jongelui halen de meisjes van haar huis en geleiden ze aan een touw naar het stuk land, waar de eg ligt, dan begint de „mannenzaai". De jonge man in een oud costuum wandelt voor de eg uit en zaait met kwistige hand kaf, de meisjes volgen met de eg. Uit dit zaad moeten dan mannen opgroeien voor de thans nog ongetrouwde meisjes. De meisjes verzetten zich tegen het aanspannen en de jongelingsschap maakt dan gemaskerd jacht op haar door het dorp. Ten slotte worden de jonge vrouwen toch voor haar arbeid beloond; een maal in de dorpsherberg besluit het geheel en de jonge lui betalen het gelag. Gezond leven. De levensstandaard in Ierland is toch niet kwaad. James Koughson, een inwoner van Dru- mealand (in het Iersche graafschap Armagh) is 116 jaar en 3 dagen oud en is thans voor de eerste maal ongesteld. De dokter is er zoowaar by moeten komen. Het schijnt daar een gezond leventje in dat Iersche droomenland. Een ongenoode gast. Een eigenaardig avontuur is een Engelsch koopman, die eenigen tyd in Frankryk ver toefde, te Calais overkomen. Met zyn koffertje in de hand komt hy aan de aanlegplaats, en ziet, dat er juist een stoornboot op punt van vertrekken staat. Juist bytijds gelukt het hem, nog aan boord te springen, maar wie schetst zijn verba zing, als hy in de eerste passagiers, die hem tegemoet treden, koning Edward en koningin Alexandra herkent. Tot zyn grooten schrik begon hij te be grijpen, dat hij inplaats van op een gewone stoomboot, op het koninklijk jacht verzeild geraakt was, dat 't Engelsche koningspaar naar hun land terugbracht. „Ik ben een trouw onderdaan," was alles wat de stumperd zeggen kon. Men bracht hem naar het tusschendek en toen het den dienstdoenden officier na een langdurig verhoor bleek, dat men niet met een anarchist of ander gevaarlijk individu te doen had, vergunde men onzen reiziger in de matrozencantine te blijven tot de Engelsche kust bereikt was. Koning Edward heeft zich verbazend met dit gevalletje geamuseerd en de ongenoode gast is niet weinig trotsch op deze zeereis. Ken veelbelovend jongiiicnscli. Eenigen tyd geleden werd in Tiflis op klaarlichten dag de 16-jarige zoon van den Amerikaan8chen millionnair Aramjants op straat gevangen genomen en door roovers als gijzelaar ontvoerd. Den vader, die zich hier in Petersburg ophield, werd telegrafisch om een losgeld van 50.000 roebel gevraagd. De vader gaf de zaak bij de politie in Tiflis aan, die nu ijverig nasporingen deed naai den ontvoerden knaap. Dezer dagen ont dekte men de rooverbende, die werd over vallen. Maar wat bleek nu De jongeheer Aramjants stelde zii-h zoo goed als de roo vers met de revolver in de hand tegeri do politie, die hem wilde bevrijden te weer, en nu kwam aan het licht, dat hij zich vrijwillig had laten ontvoeren, om, in com pagnie met de roovers, papa de som van 50.000 rbl. uit den zak te kloppen. Het jongmonsch is voorloopig tot drie maanden gevangonisstraf veroordeeld, wegens over treding van het verbod op het dragen van wapens. Spoorwegongeluk. Uit Amerika wordt weer een spoorweg ongeluk vermeld de nieuwe electrische trein van de New-York Central Railroad, de Brewster Express, is ontspoord op de noord grens der stad, bij Williamsbridge (in de voorstad Bronx). Zaterdagavond zou men reeds tusschen de dertig en veertig menschen uit de natuurlijk brandende overblijf selen van den trein te voorschijn gebracht hebben. Gelukkig ontvingen wy later een telegram, dat de eerste berichten overdreven waren, en dat het aantal dooden 20 bedraagt, het aantal gewonden 50. 't Is toch al erg genoeg 1 De trein bestond uit een locomotief en 8 wagens. De langste man. Te Krefeld heeft in den laatsten tyd een koffiehuis grooten toeloop, omdat daar als kellner een persoon dienst doet, die meer dan 2 meter hoog is en zich „den langsten man op aarde" betitelt. De vele bezoekers wer den de vorige week verrast door het binnen komen van een man die naar den langen kellner toetrad enuit de hoogte op hem neerzag. Want deze reus, de heer W. Ehmke, meet niet minder dan 2.35 meter. Hy was uit zyn woonplaats opzettelijk naar Krefeld gereisd om te doen zien, dat die „lange" kellner maar een grootspreker is Ongeluk. Een zeer ernstig ongeluk heeft Zaterdag plaats gehad in de mijn Trimsaran te Lla- nelly (Wales). Een aantal wagentjes, die aan elkaar verbonden, langs een sterke hel ling liepen, geraakten plotseling los en scho ten met woeste kracht naar beneden. De mannen, die beneden in de myn bezig waren, konden zich niet spoedig genoeg bergen, zoodat vyf hunner totaal verpletterd werden en 7 anderen meer of minder ernstig werden gekwetst. De scheepsramp bij New-York. De New York World heeft door een van zyn correspondenten een dame laten inter viewen, die, na 12 uur op een stuk wrakhout te hebben rondgedreven, eindelijk was gered. (Zie vorig no.) Deze dame, mevr. Harris Feldman, deelde het volgende over haar ervaringen mede na de schipbreuk van de Larchmont „Myn echtgenoot zoo ving zij haar ver haal aan „is vroeger zeeman geweest op de Zwarte Zee; en het is aan zyn koelbloe digheid, dat ik myn behoud te denken heb. Wy moesten, om het dek te bereiken, ons heenvechten door een gillenden, vloeken- den en dringenden troep mannen en vrou wen. Sommigen werden de trappen afgegooid en bleven beneden bewusteloos liggen; zy gingen met het schip naar de diepte. „Toen wy het met jjs bekorste,dek bereik ten, konden wy geen der booten naderen. De mannen vochten als razenden om by de booten of het vlot te komen. Wy zagen de booten wegdrijven en begrepen, dat wy waren achtergelaten. Myn man bewaarde zyn kalmte en hield my stevig vast, om te beletten dat ik door de als dol geworden menigte zou worden overboord gedrongen. „Toen zonk het schip. Gelukkig voor ons, wilde het toeval, dat wy ons op het achterdek bevonden. Door de luchtpersing werd het dek losgewerkt van het schip; wy bevonden ons op een vlot van tamelijke afmetingen. Wij waren met ons zestienen; behalve ik zelf, was er nog één dame. Groote golven kwamen over het vlot spoelenen geen vyf minuten later was de andere vrouw in zee gespoeld; de koude had haar bevangen. Mijn man zeide my, dat, indien wy niet wilden omkomen, wy door onafgebroken in beweging te blijven, onzen bloedsomloop moesten aan den gang houden. De groote golven, die aanhoudend over het vlot sloegen, hadden ons al spoedig tot op de huid natgemaakt; en het deed er dan ook weinig toe, of wy al kleeren aanhadden. Ik begon mijn armen en beenen te bewegen, alsof ik gymnastiekles nam. In het eerst was het niet moeilijk; maar het duurde niet lang of ik was doodsmoe. Wat er om my heen voorviel, was zoo afschuwelijk, dat ik er myn oogen niet van kon afhouden. Myn man gilde den menschen onophoudelijk toe, toch in beweging te blijven; doch ze bleven maar liggen en stierven, de een na den ander. Ik geloof, dat enkelen hunner, krankzinnig van koude en py'n, zich in zee stortten. De overi gen vroren eenvoudigweg dood en werden dan door de schommelingen van het vlotin zee gespoeld. De lijken dreven dan weg. „Als het my soms fysiek onmogelijk werd my nog langer te bewegen, begon mijn man mij krachtig te wrijven, net zoolang tot ik weer leven en beweging in myn ledematen voelde terugkeeren, en ik myn vreeselyke taak: te zorgen om in het leven te blijven, weer zelf kon hervatten. „De dag brak aan; en nog slechts enkelen van ons waren op het vlot overgebleven hoevelen, weet ik niet. De zon steeg maar het werd niets warmer. Er woei een felle wind, en wy werden in de richting naar volle zee gedreven. Soms konden wy, als een hooge golf ons had opgeheven, zeil- of stoomschepen zienmaar zy waren dan te ver af. „Ik weet niet, hoe lang wy zoo hebben rondgedreven, toen wy een klein zeilschip zagen, dat op ons toekwam. „Later bleek, dat het de „Elsie" was. „Toen het vaartuig ons was genaderd, waren myn man en ik de eenige over levenden van de zestien, die er onmiddellijk na de schipbreuk waren geweest. Verschei den lyken op het vlot waren met een ijs korst bedekt en zóó stevig vastgevroren aan de planken, dat zy door de matrozen moesten worden losgehakt." De hongersnood. In Engeland zyn (via Canada) over den hongersnood in China rapporten ontvangen uit Sjanghai, den 17en Januari vandaar ver zonden. Daaruit blijkt, dat het lot der door hongersnood geteisterde bevolking nog is verergerd door het uitbreken van een pok ken-epidemie. Kapitein Kirton, die door het hulpverlee- ningscomité was uitgestuurd om zich in persoon te vergewissen van den omvang der ramp, heeft tijding gezonden, dat 300.000 gebreklijdenden met geweld naar hun woon plaatsen zijn teruggejaagd, en dat overal langs den weg terug, dien zy moesten afleg gen, de vreeselykste tooneelen zjjn voorge vallen. Hy gelooft dat te Singkeang alleen reeds 250.000 menschen gedoemd zyn om te komen en 500.000 te Antoeng, waar op kleine schaal door werkverschaffing hulp wordt verleend. Het ondersteuningscomité, dat beschikken kan over 150.000 taels, is tot werkverschaf fing overgegaan, echter onder leiding van niet-Chineezen. Schipbreuk. In Augustus vertrok de Noorsche schoener Cathrine van Kristiania naar het eiland Kerguelen, ongeveer halverwege tusschen de Kaap en Australië. Het ankerde by de Crozet-eilanden, op ongeveer twee derden van den afstand tusschen de Kaap en Ker guelen. Het was daar vol robben en weken lang bleef het schip daar; overdag ging de bemanning op de robbenvangst. Tot het schip op 12 December in een orkaan op de kust werd gedreven en verging. De schip breukelingen vonden de opslagplaats van levensmiddelen op het eiland zonder voedsel, er was weinig brandstof en 't was bitter koud. Na een maand vol ontberingen brachten de kapitein en twee matrozen de boot van hun schip te water en zeilden noordwaarts. Na negen dagen gezwalkt te hebben, werden zij op 42 gr. ZB. en 62 gr. OL. opgepikt door de De Ruijter, van Filadelfia naar Japan. Zoo kwamen zy ten slotte te Melbourne aan. De Noorsche regeering heeft maatregelen ge nomen om van Kaapstad een schip naar de Crozet-eilanden uit te zenden, om de andere schipbreukelingen te helpen. Ten bate der Gezinsverpleging, gaven Zondag 17 Februari in „Veerburg" te Anna Paulowna eenige Dames en Heeren dilet tanten van Schagen eene Tooneeluitvoering. Opgevoerd werd „S" of „Z", tooneelspel in 5 bedrijven door Justus van Maurik Jr. De zaal was vry goed bezet, maar had overvol moeten zyn ter wille van het doel niet alleen, maar vooral ook om de uitvoering zelve. Bedoeld tooneelspel houdt geen scènes in, alleen door kunstenaars te vertolken, zooals bijv. in „Voerman Henschel" of „Het Goudvischje" voorkomen, maar valt geheel binnen de krachten van dilettanten, en dat het gezelschap zyne keuze daartoe bepaalde, is een bewijs van verstandig overleg,waarvan liefhebberjj-tooneelvereenigingen nota kunnen nemen. De verschillende rollen bleken goed begrepen te zyn en werden goed uitgebeeld. De natuurlijkheid in houding en spel deed aangenaam aan en getuigden zij van een juist begrip van den allereersten eisch der too- neelspeelkunst, tevens kan men uit haar concludeeren, dat niemand vreemdeling op de planken was. Wat was Dr. De Wild echt en hoe goed werd hy door zyne echt- genoote terzijde gestaan, die vooral in het 4e bedrijf gelegenheid had, haar talent te doen uitkomen, toen Constance van haar verbintenis moest worden losgemaakt. En deze laatste, hoe vol gevoel in toon en gebaar uitte zy hare teleurstelling, weifeling en wantrouwen, zoodat elk der aanwezigen tot deelneming gedwongen werd, vooral ook, omdat de bewustheid in Constance van ondervonden weldaden en zorg duidelijk sprak in de wijze, waarop zich hare veront waardiging openbaarde, die zoo licht over dreven en daardoor scherp had kunnen zyn. Anna's spel was lief en volkomen in den toon van een achttienjarige en ook aan Mevr. de wed. Zuiderberg brengen wy gaarne allen lof, daar haar rol verre van gemakkelijk was, en zy die toch geheel be'neerschte, 't geen vooral uitkwam in de scène,waar Jacob verslag van zyn verkenningstocht gaf, toen zich op haar gezicht on i n hare houding de plot selinge overgang van luchthartigheid in neerslachtigheid zoo uitstekend openbaarde. Het gezelschap werd meermalen met dave rend applaus teruggeroepen, wat wel bewees, hoe goed de aanwezigen over de uitvoering tevreden waren, en met de woorden van den heer Toxopeüs, die als hoofdbestuurder der Gezinsverpleging aan het slot het gezelschap dank en hulde bracht voor zyn edel doel en talentvol optreden en het een „tot weer zien" toeriep, stemden dan ook allen van harte in. tiet ministerie. De Limb. Koerier schrijft Het geheele ministerie bijeen op bezoek, het overkomt het zoo ver afgelegen Maastricht niet iederen dag. En toch, nu de heeren hun ontslag hebben aangeboden en den tyd aan zich hebben, althans niet in hun bewegingen belemmerd worden door Kamerdebatten by te wonen, nu zyn zy er eens op uitgetrokken om toch ook dat daar geheel in de verte gelegen, leven dige, en van haar bestaan door requesten nog al eens blyk gevende, Maastricht te gaan bekyken. De bijna overreden minister van marine ontbrak zelfs niet op het appèl. Met den arm in een doek schreed hy even als de 8 collega's, allen in ambtsgewaad, voort,den sikbaard op den vleugelen des winds fladderend. Allen marcheerden ze druk gesticuleerend langs Maastricht's straten, de portefeuille onder den arm, omstuwd door een belang stellende menigte, die niet weinig plezier had in de aanwezigheid van zulke hooge gasten. Wat minder delicaat was? Onmiddellijk ging een sjiek gekleed heer, den hoogen zijden op, met een plakkaat op de borst voor hen loopen, waarop de woorden „Heden overleed na eene kortstondige ziekte (begrooting) ons dierbaar 's Meesters Ministe rie, in den leeftijd van 2 jaar. „De diepbedroefde Liberale Unie." Intusschen, de bewindsmannen stoorden er zich niet aan, liepen kalm door, redeneerden over alles en nog wat, tikten al eens op hunne portefeuille, kortom, deden hoogst ge wichtig. Vooral minister Staal liep aanhoudend rond te kijken naar het blijvend gedeelte, dat hij toch minstens in een garnizoensstad had mogen verwachten. Men fluisterde, dat hy op zyn geheelen tocht 10 officieren, 8 sergeanten en een halven soldaat zag. En minister Cohen Stuart, die zyn ver bijstering te kennen gaf geen pantserschepen in de Maas te zien dobberen, werd daarin terecht gewezen door'minister Kraus, die, hier in Maastricht prachtig den weg kennend, min of meer als gids optrad. In de buurt van Ceramique en Sphinx nam minister Veegens de leiding tydelyk over. Wat by die geheele officieele vertooning sterk opviel Dat de dienaren der Kroon over een ontembaren dorst bleken te be schikken. Althans, ieder café was hun. Zóó vermaakten een lOtal grap penmakers op den zoogenaamden nao-Vastel- aovond een groot gedeelte van Maastricht kostelijk. Neen, niet 10, er waren er zelfs 11. Immers, een huilende aanspreker suk kelde nog naast de hooge gegalonneerde -oomes voort. Het blijvend gedeelte. Zondagmorgen. Woesperpoort te Amster dam. Trein naar Rotterdam en Den Haag. Uur van vertrek is byna daar. Doodgemoedereerd verschijnt op het perron eene moeder, dragende een zeer jeugdig spruitje en omdribbeld door een 5-tal van jaar tot jaar variëerende spruitjes, van klein tot groot beladen met grooter en kleiner pakjes en mandjes. De oudste kinderen kyken zoo nu en dan een weinig onrustig om „Ik zie em nog niet!" „Ik ook niet, maar hy zal nog wel komme 1" Blijkbaar is de pa van het gezelschap nog niet gearriveerd, die vermoedelijk nog een onvermijdelijk bezoek moest afleggen aan het loket en daar bezig zal wezen met de voor een leek moeilijk te benaderen reisbe- grooting voor gezegd gezelschap. Eindelijk komt het hoofd des gezins aan stormen, en niet zoodra heeft zyne weder helft zyn in het zweet zyns aanschyns glim mend gelaat mogen ontwaren, of ze stapt glimlachend met 't gedragen kind in een openstaanden coupé. Juist is ze binnen of o schrik 1 de trein zet zich in beweging Pa kykt, inmiddels gearriveerd, verwilderd rond, grijpt een ander kind vast en zwaait, terwyl de trein steeds meer vaart krygt,dit zyne wederhelft in de geopende armen, terwyl de zuigeling op den rug ligt te spar telen op de bank van den coupé. Eilacie, de pa heeft wel den goeden wil, echter niet de hoogontwikkelde handigheid van een specialiteit, om zoo maar in een ommezien 5 jongelieden, gepakt en gezakt, weg te tooveren. Hy grijpt nog een kind, ziet het gewaagde zyne poging nog tydigin en zet zyn lieving maar weder neder. De moeder met anderhalf kind snelt zonder kaartjes heen. Pa, omstuwd door zyn blijvend gedeelte, ziet, lang niet pleizierig gestemd, metstaai- gezicht, zyn ijver miskend. Het blyvend gedeelte grient eenparig' („N. v. d. D.") Smakelijk. Te 's-Gravenhage hebben Zondagochtend een tweetal keurmeesters een in 't belang der volksgezondheid zeer belangrijke aan houding van een voor de consumptie uiterst nadeelig „zooitje" bewerkstelligd. Zy deden een inval in een soort worst- makery aan het einde der Hoefkade, waar zy het geluk hadden in beslag te nemen 37 Amerikaansche hammen, groote partyen rookvleesch en worst en vet, een en ander verkeerende in liederlyken staat van ontbin ding. De keermeesters stonden zelf versteld van den schandelijken toestand, dien zy daar aantroffen, ook wat betreft de gereedschap, pen, dienende tot bereiding van al dat lek kers. (nN. ct.«) Riolen uitscheppen. Met blijkbaar goeden uitslag heeft de Amsterdamsche stadsreiniging een proef genomen met een uitvinding van den heer Hofman, opzichter by dien dienst, meldt het N. v. N. Zooals men weet, vordert het leeg scheppen van rioolputten veel werk. Men weet, hoe het gaateen modderbak wordt per kar naar het riool geredeneen man neemt een „schep", een langen stok, waaraan een schepnet met ijzeren klep is bevestigd en baggert het riool uit. Dit duurt lang, veroorzaakt stank en verontreinigt steeds de omgeving van het riool. De heer Hofman nu heeft een zeer practisch middel bedacht, dat daarin verandering brengt. Op een zoo genaamden modderwagen wordt de „auto matische rioolreiniger" naar het schoon te maken riool gebracht. De wagen houdt boven het ijzeren deksel stil. Een man draait aan een handle en uit den wagen zakt een bak naar beneden, die over ijzeren kettingen loopt en na verwijdering van het deksel tot op den bodem van het riool zakt. Onder het zakken opent zich de bodem van den bak, die uit twee helften bestaat, geheel. Elke helft heeft een groot aantal kleine gaatjes. Stuit de bak nu op den bodem, dan windt de man weer op en de bodem van den bak sluit zich direct, de ijzeren randen schrapen de modder mee in den bak, terwyl het wa ter door de gaatjes wegloopt. De man sluit vervolgens het deksel weer op het riool en rijdt zyn kar naar de stortplaats. De proeven worden genomen buiten de Muiderpoort. Een paar stuks van deze automatische mod- herscheppers zyn pas vervaardigd, doch do proef voldoet uitstekend en vermoedelijk zal men weldra het practische werktuig algemeen invoeren. Treurig einde. Te 't Meer (Fr.) heeft een droevig ongeluk plaats gehad. De vrouw van den zieken armen 75-jarigen arbeider L. de Boer was naar Heerenveen om een boodschap te doen en liet haar man alleen in de kamer achter. Toen zy terugkwam, vond zy hem dood op den vloer. Hy was in aanraking geweest met brandende spaanders waarmede de kachel gestookt werd, met 't gevolg dat de kleeren vlam vatten en hem aan het lyf verbrandden. Het lichaam was geheel ver koold. De ministerieele crisis. Blykens inlichtingen, verkregen aan de beste bron, kan het Correspondentiebureau het bericht, volgens hetwelk ook dr. Kuyper behoorde tot de door H. M. in zake de crisis geraadpleegde staatslieden, beslist tegenspreken. De oud-minister in het vorige kabinet is Zaterdag niet ten Paleize geweest, alwaar tot dusver geen andere personen uit parlement of staatsoollegiën zyn ont vangen, dan die successievelijk in de vorige week vermeld. By Kon. besluit is benoemd tot rechter in de arr.-rechtbank te Zwolle, mr. E. L. Umbgrove, thans rechter in de arr.-rechtbank te Alkmaar. De Zangvereeniging Ons Genoegen" te Ouilesluis gaf aldaar j.1. Zondag in 't, lokaal van den heer C. Slikker haar eerste openbare uitvoering. Door omstandigheden konden wij niet de geheele afwerking van 't programma bijwo nen doch de nummers, die wy gehoord hebben, werden, o. i. op heel juiste wijze gezongen. Het komt ons voor, dat „Ons Genoegen" met den heer A. de Boer tot directeur, een bloeiende toekomst tegemoet gaat en zal de Vereen, straks wederom eens in 't open baaroptreden, stellig kan zy evenals Zondag op een grooten aandachtig publiek rekenen. Een genoegly'k bal vormde het slot van den avond. Zaterdagavond ongeveer 9 uur brak er een felle brand uit in een dubbel woonhuis van den heer J. Tysen te Anna Paulowna, voor de helft bewoond, en wel door den arbeider Slikker. Door den wind aangewak kerd, viel aan blusschen niet te denken. Het geheele pand werd dan ook eene prooi der vlammen. Ongelukken hadden niet plaats. Verzekering dekt de schade,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 5