Zondag 7 April 1907.
51ste Jaargang No. 4245.
Bareasi: «ClIAQISSï. Laan, O 4.
Ontere. Te?fpht»o 20,
Uitgevers T R 4 P M Go
EERSTE BLAD.
Bekendmakingen.
Buitenlandsch Nieuws.
Biuuenlaudsch Nieuws.
De Crisis opgelost.
SGHASEil
A
Nieuws-
COURANT.
Imiüe- ik Lmiliiillat
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- tn
Zaferdagavo n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ARVERTKNTIEN in hot eerstuitkomend nummer geplaatst
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger
Biijs por js.ar f 8
fzonderlijke uummers
Franco per pos.
5 Cent.
f 8.Ö0.
VOV8RTENTIEN van 1 rot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ft.
Groote letters worden Daar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit vier bladen.
GEMEENTE SCHAGEN
ONDERWIJS.
Toelating nieuwe leerlingen.
o
Burgemeester en Wethouders van Schagen
brengen ter kennis van de ingezetenen
I. dat het toelaten van nieuwe leerlingen
op de openbare lagere school zal geschieden
op den eersten Mei a.s. en alsdan kunnen
•worden toegelaten de kinderen, geboren in
het jaar 1901
II. dat de ouders der betalende scholie
ren, welke deze wenschen toegelaten te
zien, daarvan aan het Hoofd der School, den
heer W. C. Deenik, kennis moeten geven
vóór den 22sten April a.s., ook voor leer
lingen, die onderwys wenschen te ontvangen
in de Fransche, Duitsche en Engelsche
talen
III. dat de verzoeken om kosteloos onder
wijs voor de nieuwe leerlingen alleen moeten
worden gedaan ter Gemeente-Secretarie, vóór
den 22 April a.s.
De geboorte- en vaccine-bewijzen der
nieuwe leerlingen moeten bij de toelating
tot de school worden medegebracht.
Schagen, den 5 April 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
H. J. POT.
De Secretaris,
ROGGEVEEN.
Zijn grootst vermaak is: ruzie stoken
Met brullend: abracadabra.
Ik zie ze hier maar enkele keeren,
Want, de Party verdwijnt geheel.
Dat is in 't Noorden niet te weren,
De „boeren" denken hior te veel
En werklui weten, dat door woorden
Geen biefstuk op den disch verschy'nt
En dat door 't Koningenvermoorden
Het genus: „heerscher" niet verdwijnt.
i
Gy zyt nieuwsgierig moet ik zeggen,
(Maar dat zijn allen aan de Zaan).
En vraagt mp goed U uit te leggen
Hoe of het ging met Zut en Laan
Nu, Klaas! gy zult dit weldra hooren,
Want Zul. zal Harenkarspol's Raad
Voorlichten. Laan spitst vast de ooren
En is al van te voren kwaad.
Zoo toont de Hemel van den Vrede
Nog wel eens wolkjes hier en daar,
De Engel is er nog niet heden,
Maar in Westfriesland komt hy klaar.
JAAP.
I willen laten praten, totdat de aanleiding
j voor de ontbinding is gevonden.
In hofkringen wordt die ontbinding niet
l alleen verwacht, maar wordt een dictatuur
I voorbereid, om dadelyk in functie te treden.
De Tsaar scky'nt, onder den invloed van
Dubrowin, bereid om na de ontbinding de
geheele hervorming van 1905 ongedaan te
maken en tot de zuivere autocratische en
bureaucratische regeering to willen terug-
keeren.
Stolypin echter, die voor oen ernstige uit-
barsting van ontevredenheid vreest, wenscht
dit zoolang mogelijk tegen te houden, en
I hy vindt steun by de Doema meerderheid,
j Als men dit alles leest en gadeslaat, vraagt
men zich telkens afhoe lang nog, eer
1 daar de bom barst?
Vanwege den Ruud van Zuivelfabrie
ken in Noord-Holland is aan heeren kaas
handelaren in Noord- en Zuid-Holland de
volgende circulaire verzouden:
Mijne Héeren!
Hiermede nemen wy beloefd de vrijheid
het voigende onder uwe aandacht te bron
gen, mot het verzoek per ommegaande uw
oordeel hierover mede te deelen.
Aangezien onze Bond zich ten doel stelt
om de belangen der zuivelbereiding in onze
3500 SJsvvafeltjes.
Dat er op feestdagen als Paschen,
Pinksteren enz., heel wat centen versnoept
worden, bewy'st eone uitlating van één der
eigenaars van ijs wafeltjes te Zaandam. Deze
vertelde n.1., dat hy gedurende de beide
Paaschdagen 50 liter melk (het hoofdbe
standdeel van de koude ysachtige massa der
zoogenaamde ijswafeltjes) had verwerkt. En
aangezien bekend is, dat gemiddeld van 1
liter melk 70 wafeltjes van 1 cent kunnen
o—
Verzoekschriften
ter bckoining van Jacht- en Viscliaktcii.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Schagen maken bekend, dat ter
Gemeente-secretarie kosteloos verkrijgbaar
zijn blanco-verzoekschriften ter bekoming
van jacht- en vischakton en van koste-
looze vergunningen tot uitoefening der
visscbery met één vischtuig, voor het
nieuwe seizoen, aanvangende 1 Juli aan
staande en eindigde 30 Juni van liet vol
gende jaar, en noodigen belanghebbenden
uit hunne aanvragen ter bekoming dier
akten en vergunningen, zooveel mogeiyk,
vóór den 30 April e.k. ter Secretarie in te
dienen, teneinde vóór den lsten Juli in het
bezit daarvan te kunnen geraken.
De bepaling, dat hfi, die de visscbeiy
met meer dan één vischtuig wil uitoefenen
van eene groote vischakte moet zijn voor
zien, is ingetrokken, zoodat voortaan aan
een en denzelfden persoon meerdere kleine
vischakten kunnen worden verstrekt.
Schagen, den 3 April 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
H. J. POT.
De Secretaris,
ROGGEVEEN.
die als boerenknecht in Hollands Noorder
kwartier is gaan dienen, aan zijn
broer Klaas, die in de Zaan
streek gebleven is.
XXIV.
Gy meent wel, Klaas! dat hier de boeren
Veel ruwer zyn dan aan de Zaan,
En dat zij, o zoo graag, zich roeren
Als vechtersbazen. Niets van aan;
Wij hebben hier heel zachte zeden,
En, hing het van Westfriesland af,
Dan heerschte overal de Vrede,
Het Haagsch Congres kon weg, men gaf
Een paar diners en 't was in orde,
Het zwaard tot sikkel omgesmeed,
Zóó zou het, Klaas 1 voorzeker worden.
(Ik wou alvast maar dat men 't deed).
Neen! zacht van aard zyn hier de lieden,
Politie is er by'na niet
En wat er is, staat nog te wieden
En zingt daarby het hoogste lied,
En veilt of onderzoekt de koeien,
Is sub-ontvanger of wel klerk,
Maar nimmer sluit hy één in boeien,
Zyn zachtheid voert hem naar de Kerk,
Waar hy 't diakenzakje voorhoudt,
Daar leert hy dan: „weldadigheid";
En als hy de Gemeente doorsjouwt,
Is hy tot ieders hulp bereid;
Een enk'le fletser zonder lichtje
-l2tnp0agkP erTn mi?n^ba^zyn'nichtje, daar nu samen begonnen aan debegrooting.
De Duitsche Rijkskanselier Von Bülow en de
Italiaansche minister van Buitonlandsche
Zaken Pittoni hebben elkaar to Rapallo ont
moet. De beide heeren hebben er zeer lang
met elkaar gesproken. Deze ontmoeting
brengt men in verband met de Haagsche
Vredesconferentie en de ontwapeningsdenk
beelden van Engeland. Daar is Duitscbland
i niet vóór en Italië blykt in deze met Enge-
I land te willen meegaan. Nu moest zeker
de bondgenoot eens worden gepolsd door Von
Bülow.
j Wat er precies behandeld is, weet natuur-
lyk niemand. Von Bülow, naar dit onderhoud
gevraagd, lachte en prees in geestdriftige
uitdrukkingen de natuurlijke, traditioneele
en historische vriendschap tusschen Duitsch-
land en Italië, die door geen onkel incident,
geen enkel misverstand mag verstoord
worden, daar beide landen overal dezelfde
belangen hebben.
Bülow toonde zich een oprecht bewon
deraar van Italië. Hy achtte zich gelukkig,
door zyn huwelijk met een Italiaansche, de
verbinding te kunnen vormen tusschen Ita
lië en Duitschland, zooals zyn vriend, de
Italiaansche senator Blaserna, dat in Italië
is. Met lof sprak Bülow over de groote
Italiaansche staatslieden. Trouwens, zeide
Bülow, in Duitschland is de Keizer de groot
ste bewonderaar van Italië, die met geest
drift ons allen voorgaat
Maar over hetgeen hy met Tittoni bespro
ken had, wilde Bülow zich niet uitlaten. Hy
was hoogelyk ingenomen met Tittoni en
zeide slechts, dat by hun besprekingen de
I volkomen overeenstemming van zienswijze
gebleken was.
Nu weet men nog niets.
Nog een tweede* onderhoud van hoog-
waardigheidbekleeders is aanstaande, n.1.
dat van den Koning van Engeland met dien i
van Spanje, waarby de Minister-president
van Frankrijk Clémenceau eveneens tegen
woordig zal zyn. Hier zal de Marokkaansche
kwestie het onderwerp vormen. Naar ver
luidt, zyn de Mogendheden het over het
optreden in dit land volkomen eens.
Do boerenopstand in Roemenië verflauwt.
Het Koninklijke manifest, door koning Carol
uitgevaardigd, en het krachtdadig optreden
der troepen hebben hunne uitwerking niet
gemist. De Koning heelt aan de pachtkwestie
een einde gemaakt en alle by contract
vastgestelde pachtsommen met tweederden
1 verminderd en op één derde gebracht.
I Deze maatregelen, die in kalmer dagen
wat minder hadden kunnen zyn, waren nu
juist van pas, om een goeden invloed op
de oproerige boeren uit te oefenen. De
landeigenaren wilden nooit van hervormin
gen weten, maar nu de boeren in volslagen
opstand waren, en de onhoudbaarheid van
den toestand bleek, vonden zy alles wat de
Koning voorstelt, goed.
De schade aangericht door den boeren
opstand, bedraagt in vyf districten 30
millioen francs, volgens een voorloopige
schatting. De regeeringsrapporten aangaande
de laatste dagen blijven gunstig luiden, i
De prefecten hebben al het mogelijke ge-
daan om tusschen de landeigenaren, de
pachters en de boeren een schikking tot
stand te brengen.
Na oenige ontmoetingen tusschen de
Doema en de regeering in Rusland, is men
Maar dat vond ieder een schandaal,
Zoo'n aardig meisje te bekeuren
Was erg, maar zie, hy die het deed
Liet stilletjes de menschen zeuren
En droeg met trots 't politiekleed;
Hy was, als vaak zyn ambtgenooten,
Een vrouwenhater, en daarom
Vervolgde hy ook onverdroten
De schoone sekse. Hy is dom,
Want ik vind allerliefst de meiden
Hier in Westfriesland; als ik zie
Twee van die lieverds, wil ik beiden
En als er drie zyn: alle drie.
Ik sprak hierboven van den Vrede,
Maar, hebt gy in de Krant gezien
Hoe lief de socialen deden?
W-;1 )Va£ wel ^LÏdemeïtLan'tkoken, „temming te komen." Hoe kalm de Doema
eens gi; Jcb ook houdt, de regeering scbynt haar te
Dit is de proefsteen voor de houding der
regeering; want als de regeering het bud
getrecht der Doema erkent, dan is er kans
op een geregelde samenwerking.
Maar dat zal wel niet gaan, waar do
regeering nu reeds een deel der begrooting,
byv. de uitgaven voor het departement der
Keizerin-weduwe, geheim houdt. Erger is
het nog, dat de Minister van Financiën
durfde zeggen, dat de Regeering, als de
Doema soms do bogrooting niet zou goed
keuren, toch wel zou voortgaan met het
doen van uitgaven; hetgeen feitelijk zoo
veel zeggen wilde als: of gy de begrooting
goedkeurt of niet, is ons tamelijk onver
schillig.
Op die wyze zal hot moeilyk zyn, met de
meerderheid van het parlement tot overeen
De ministers hebben hun aanvrage om
ontslag ingetrokken, en het verzoek om ont
slag van minister Staal is ingewilligd, die, on
der dankbetuiging voor aan den lande bewezen
diensten eervol is ontslagen, terwyl te zyner
vervanging benoemd is tot Minister van Oor
log goneraal-majoor ridder Van Rappard,
j commandant der Stelling van Amsterdam.
Hare Majesteit heeft den nieuwbenoemden
Minister van Oorlog op Het Loo ter beëedi-
ging ontvangen, en generaal Van Rappard,
j zal, indien mogelyk, Maandag de portefeuille
van Oorlog uit handen van generaal Staal
overnemen.
De nieuwbenoemde Minister van Oorlog
gen.-maj. W. F. ridder van Rappard, die den
6l-jarigen leeftyd heeft bereikt, was, toen hij
in 1862 don militairen dienst tot levensloop
baan koos, aanvankelijk bestemd voor de
artillerie van het leger in Oost-Indië. In dat
jaar als cadet geplaatst by de Kon. Mil. Aca
demie, werd hij in 1866 benoemd tot 2e lui
tenant der artillerie by het O.-I. leger,
maar reeds kort daarna werd hy overge
plaatst by hetzelfde wapen van het leger hier
te lande en wel by het 2e regiment vesting
artillerie.
In 1872 volgde zyne detacheering bij de
stafschool, aan welke inrichting voor hem
de grondslag werd gelegd voor de hooge
wetenschappelijke militaire ontwikkeling en
bekwaamheid, waarvan Van Rappard sedert
blyk heeft gegeven. Na hot diploma van de
stafschool te hebben verworven en nog drie
jaren by den troep te hebben gediend,
plukte hy in 1879 de vruchten van zyue
hoogere opleiding door zyn intreden als
kapitein by den generalen staf, in welken
rang hy werkzaam gesteld werd by het
departement van oorlog.
In 1887 verliet hij dat dienstvak en werd
hy overgeplaatst by bet 2e reg. voldart.,
van welk korps kapitein Van Rappard in
1891 benoemd werd tot adjudant. In 1893
werd hy na zyne benoeming tot majoor go-
roepen om als hoofd der 4e afd. (artillerie)
aan het departement van oorlog op te
treden.
Behoudens een kleine tusschenpooze,
doorgebracht by het 3e reg. vestingart.,
bleef hy, na inmiddels in 1898 den luitenant
kolonels-rang te hebben verworven, tot 1900
by het ministerie als afdeelingschef werk
zaam. In dat jaar volgde hy zyne bestem
ming tot kolonel-commandant van het 2e
reg. vesting-art., in garnizoen te Amsterdam.
In 1904 benoemd tot generaal-majoor,
commandant der Stelling van het Hollandsch
Diep en het Voikerak, tevens bevolliebber
in de 3e mil. afd., kreeg hy als zoodanig
standplaats te Breda, alwaar hy ongeveer 1
jaar bleef om in 1905 weer naar Amsterdam
terug te keeren als commandant der Stolling
aldaar, tevens bevelhebber in de le militaire
afdeeling.
Als minister van oorlog zal de oud-com
mandant der Amsterdamsche Stelling nog
onafgedaan vinden de voorstellen van zijn
afgetreden ambtgenoot betreffende ditreduit
onzer verdediging en de kostenverdeoling
tot voltooiing der Stelling.
Waar het aanblijven van het geheele
ministerie samenhangt met het programma
van het Kabinet in zake het blijvend
gedeelte, mag worden aangenomen dat de
nieuwe ambtgenoot van oorlog in beginsel
met de denkbeelden van zyn ambtsvoor
ganger te dien aanzien instemt.
Omtrent de staatkundige richting van
ridder Van Rappard wordt verzekerd, dat hy,
evenals do moeste leden van het adellijke
geslacht waartoe hy behoort, ook in staats
dienst roods hebben getoond, de vrijzinnige
beginselen is toegedaan. Zij die hem kennen,
schetsen generaal Van Rappard als een man
met zeldzame werkkracht, van onvermoeiden
arbeid en groote geestkracht, als een chef
die niet alleen hooge eischen aan anderen,
doch ook aan zichzelf stelt.
Kaas-controleur.
Tot controleur van het Kaascontrölestation
„Noord-Holland" to Hoorn is met ingang
van 1 April benoemd de heer C. Rentenaar
van St. Maartensbrug, oud-leerling der Ryks-
landbouwwintersehool te Sihagen.
Aanvaring.
In de haven van Nieuwediep had een
aanvaring plaats tusschen den Vlaardinger
stoomtrawler VI. 193 on de Wieringer blazer-
schuit Wr. 175t schipper A. Koster. Laatst
genoemd vaartuig is gezonken. Persoonlijke
^ngelukken hadden niet plaats.
Winkel. Voor de betrekking van
gem eente-secretaris alhier hebben zich 30
sollicitanten aangemeld.
Provincie in algemeenen zin te dienen, zoo worden vervaardigd, blykt daaruit dus, dat
«_i. .Lj. jHij alleen reeds 3500 van die wafeltjes heeft
afgeleverd.
Wyl vryvvel aangenomen kan worden, dat
de helft winst is, maakte deze ijswafel-
koopman dus goede zaken.
Hoeveel yswagentjes er dien dag te Zaan
dam stonden, is moeilijk op te geven, wyl
geen telling heeft plaats gehad. Zeker is
het echter, dat bovengenoemde koopman in
gemelde lekkernij by lange na da eenige
niet was.
Mej. W. Tamis te Burgcrbriig, leer
linge aan de R.-C. Kweekschool voor onder
wijzeressen te Monnikendam, is Woensdag
1.1. geslaagd voor de akte nuttige hand
werken.
Tot Hoofdingelanden van den polder
Het Koegras, werden den 5den herkozen de
heeren H. Bakker Dz. te Den Helder, en
Jhr. mr. S. Laman Trip te 's-Gravenhage.
In de plaats van wijlen den heer C. van
Zoonen werd de heer A. Noot te Koegras
gekozen.
Kolhorn. Voor de vacante betrekking
van onderwyzor aan de school alhier heb
ben zich drie sollicitanten aangemeld.
ligt het voor de hand, dat het bevorderen
van den afzet van kaas mede eene zaak is,
die belangrijk genoeg is om in hot werk
program van den Bond to worden opgenomen.
Op de laatste vergadering, dato 4 Maart,
werd dan ook eene zeer zaakrijke bespreking
gehouden over de in vele opzichten onprac-
tische manier om den geheelen voorraad kaas
ter markt te brengen. Bij deze bespreking
werd algemeen erkend, dat het met zorg
bereide product, op de voor de zon onbeschutte
markten, gedurende het heetst van den zomer,
aan zeer nadeelige invloeden wordt blootge
steld. Hierdoor gaat de kaas aanmerkelijk,
in waarde terug on lijden de producenten be
slist nadeel. Om in dozen toestand verbete
ring te krijgen, werd besloten een nauw
keurig onderzoek in te stellen of het niet
mogelijk is, dat, gedurende genoemden tijd,
de kaas op de markt per monster wordt
verkocht, 't geen op verschillende plaatsen,
voor zoovor ons bekend, met succes gebeurt.
Wy achten hot zeer waarschijnlijk dat dezo
wyze van verkoopen ook hier kans van sla
gen heeft, temeer wyl bij den handel in
granen en zooveel andere artikelen, het op
monster verkoopen een practisch bruikbare
manier van verkoopen is, 't geen dus ook
met kaas het geval kan zijn.
Om nu in deze een juist oordeel te krijgen,
wenden wy ons, overeenkomstig bet besluit
der genoemde vergadering, ook tot u, onder
aanbeveling voor de goede zaak, met het
boven gedane verzoek.
Lastige bezoekers.
Men schrijfc uit Beek aan „De Gelder
lander":
Met de Paaschdagen is ons dorp met zyn
schilderachtige omst.r. druk bezocht geweest.
Jammer, dat deze heerlijke lentedagen,
welke zoovele bezoekers naar buiten lokten,
ook niet zonder wanklank gebleven zyn.
De Duivelsberg, het middelpunt der wande
lingen voor den vreemdeling, is het tooneel
gewoest van een woeste vechtpartij. Een
dertiglal Groesbekers, die te veel aan den I
drankduivel geofferd hadden, zochten eerst
ruzie onder elkaar en maakten het vervol
gens den kastelein van het daar gelegen
café lastig. Daar bij hun weigerde drank
te schenken, sloegen zij tot handtastelijk
heden over en vernielden alles wat buiton
stond. De man zag zich ten slotte genood- j
zaakt, wyl men met messen en stokken op j
hem afkwam, van zyn geweer gebruik te j
maken en schoot in den hoop, zoodat een
der belhamels, gelukkig niet gevaarlijk, in
het gezicht gewond werd. Het was zekere
v. T., een onde bekende der justitie, die
pas sedert eenige dagen uit de gevangenis
ontslagen is. Het gelukte eindelijk den
kastelein de rumoerige bende op de vlucht
te drijven.
Dat de man veel schade leed, ook door
het heengaan van bezoekers, die niet veel
lust hadden klappen op te loopen, laat zich
begrijpen.
Een snuggere wielrijder!
Op den straatweg van Nijmegen naar Eist
hadden zo elkaar ontmoet, beiden gezeten
op een rijwiel; samen trapten ze verder
onder gezelligen kout. De avond begon te
vallen, men bereikte Eist, en besloot aldaar
een kleine hartversterking te nemen, 't licht
der fietsen te ontsteken en dan samen verder
te peddelen naar Arnhem. De een Arnhem
mer, de ander een vreemde met Duitsch
accent. Samen gaan ze het café binnen, ge
bruiken de hartversterking, die de Arnhem
mer betaalt. Buiten is 't volslagen duister
geworden. Daar bemerkt onze Arnhemmer,
dat de vreemde is verdwenen, hy staat als
verpletterd, zyn fiets, zyn nieuwe kar naar
de maan, de vreemde is weg, is verdwenen
in de duisternis, achterlatende zyn oude j
rammelkast. Onze Arnhemmer, radeloos, be- j
stijgt de kar van den vreemde, en voort j
gaat 't, trappen wat hy trappen kan, door
Elden naar Arnhem, aan ieder haar een
zweetdruppel, hijgende, blazende, bereikt hy
de Rijnbrug. Thans aan 't informeoren,
niemand had den vreemde gezien, hy was or
paf van en kon er geen hoogte van krijgen.
Daar vraagt hem een der omstanders: wat
was 't voor een merk Ja, zoo en zoo, en
thans volgen de aanwijzingen, die precies
kloppen met 't rijwiel, waarop hy zijn jacht
gemaakt heeft, en, o wonder, nu gaat hem
een licht ophy beziet, betast, staart het
karretje aan, ja, nu is er geen twijfel meer
aan, 't is zijn eigen fiets dio daar voor hem
staat en waarop hy zich in 't angstzweet
heeft getrapt. Thans is zyn hart gorust;
onder het gegrinnik der omstanders gaat
onze held met zyn eigen fiets naar huis,
afdrogende zijn zweetdruppels, niet begrij
pende zyn groote vergissing.
(„N. Arnh. CL")
Naar de bewaarschool.
Ten gemeentehuize van Schoterland heeft
zich in ondertrouw laten opnemen een
bruidje van 16 jaar met een bruigom van
28 jaar.
Winkel. Molenmeestors van den
Nederlandspolder onder deze gemeente
kozen tot hunnen Voorzitter den heer
P. Strijker Jz.
Rroek op Langeiidijk. Vrydag werd
besteed voorroode kool, f 4, a f 13, gele
f 3, a f 10.50, witte f 1, a f 3.50; Uien
f 0.60 a f 0.65 p. 50 K.G.
De crisis opgelost.
De „St.-Ct." no. 80 bevat het Kon. Besluit,
waarby met ingang van 8 April
1. aan don heer H. P. Staal, op zyn ver
zoek, een eervol ontslag wordt verleend als
Minister van Oorlog, onder dankbetuiging
voor de velo en gewichtige diensten, door
hem in dio betrekking aan H. M. en aan den
lande bewezen; en
2. benoemd wordt tot Minister van Oorlog,
de heer W. F. ridder van Rappard, generaal-
majoor, commandant van do Stelling van
Amsterdam, bevelhebber in de eerste militaire
afdeeling.
Van de terugneming van de ontslag-aan
vrage van het ministerie zal geen mededee-
ling wordon gedaan in de Staatscourant,
maar daarvan zal, evenals met het besluit
tot de ontslagaanbieding is geschied, kennis
worden gegeven aan de Tweede Kamer.
Wieringen.
De j.l. Dinsdagavond gehouden verhuring
van, dyken, wegen, vischwater, rietgewas
enz. enz. in eigendom behoorende aan Polder
Waard-Nieuwland, heeft opgebracht f 1090,
tegen f1152 in 1906, terwyl nog enkele
perceelen zyn opgehouden.
Wieringen.
In de Woensdag gehouden vergadering
van Polder Waard-Nieuwland zyn tot secre
taris en ponningmeestor herkozen de heeren
O. J. Bosker en C. Maats, die deze herbe
noeming aannamen terwyl wegens periodiek
aftreden van den heer J. Bosker, de volgen,
de voordracht is opgemaakt voor Heemraad.
1 J. Bosker, 2 W. J. Snooy en 3 J. Hermansj
Jonge avonturiers.
Te Sneek zijn twee 16-jarige jongens van
welgestelde burgers zonder voorkennis hun
ner ouders de wijde wereld ingegaan. Vóór
hun vertrek hebben zy een brief gepost,
waarin werd medegedeeld, dat alle nasporin
gen naar hen vruchteloos zouden zyn.
Hoe men aan „Oorlog" de zuinigheid
betracht.
Men meldt uit Brielle aan L. en V.
De vesting Brielle, deel uitmakende van
de stelling „de Monden van de Maas en het
Haringvliet" is, behalve door wallen, geheel
omgeven door grachten, gezamenlijk, uitge
zonderd het aan de Gemeente behoorende
vischrecht, eigendom van het Departement
van Oorlog. Een dezer grachten, feitolyk
een meertje heeft door middel eener
expresselijk voor dat doel gebouwde sluis
eveneens eigendom van, en beheerd door
voornoemd Departement, gemeenschap met
do haven, resp. do Maas. Do eenigo wyze
nu, waarop het grachtwater ververscht kan
worden, is het by hoog water opzetten dier
sluis. Sedert 1904 evenwel is zulks opzette
lijk nagelaten.
Do gevolgen van deze onverantwoordelijke
handelwijze waren in den keeten zomer van
het vorige jaar duidelijk merkbaar; het
water had een grasgroene kleur aangenomen;
groote hoeveelheden doode visch dreven
daarin rond of werden, indien nog bruik
baar, in consumptie gebracht. Verbetering
van dien slechten toestand is nochtans niet
te verwachten. Op een van gemeentewege
by bet Departement van Oorlog ingediende
klacht is geantwoord„Brielle kan vrij be
schikken over de sluis, mits zy tevens des-
zolfs onderhond voor haar rekening noemt".
De voorwaarde is door de gemeente niet
aangenomen.
Het Departement heeft blijkbaar het voor
nemen de Gemeente Brielle te dwingen
door haar vischwater te bederven, zich te
laten belasten mot het onderhoud van aan
het Rijk behoorende werken. Een fraai
staaltje van bezuiniging1