Zonnestofjes.
Donderdag 16 Mei 1907.
51ste Jaargang No. 4256.
EERSTE BLAD.
Binnenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
SGHACE
Algeieefl NioBws-
MUNT.
Aimieitie- LiilliivIliL
Dit nummer bestaat uit twee bladen
Lammeren.
De uitvoer van lammeren van het eiland Texel wordt
I voor dit jaar geschat op ruim 36.000 stuks. De eerste
groote lammerenmarkt zal worden gehouden op 21 Mei.
Een Koecl plekje.
De heer B. te Wijk had
recteur der Maastrichtsche Brandverzekering-Maatschap
pij deelt de „L. K." nader het volgende mede:
„Vóór eenige jaren heeft de gearresteerde uit de brand
kast der Maastrichtsche Brandverzekering-Maatschappij,
welker commissarissen de sleutels in hun bezit hadden,
zich door middel van een valschen sleutel, welken hij
in Luik heeft laten maken effecten toegeëigend tot
een bedrag van 7 8000 gulden.
Die 'effecten heeft hij zijn we wel ingelicht
omgezet in geld op de Maastrichtsche Crediet- en Han
delsbank en de Credietvereeniging „Amsterdam."
Bovendien heeft hij in den loop der laatste jaren
een groot aantal posten ontvangen, waarbij er waren
van f400, f300 en andere bedragen.
Deze sommen werden evenwel niet door hem geboekt
een vogelverschrikker ge- r^eze sommen weraen evenwei int
plaatst in zijn tuin ten einde daardoor°de vogels voor zijn ,e'§eia wendde hij ze aan.
zaaibedden verwijderd te houden. Dezer dagen bemerkte Het totaal del' verduisterde sommen bedraagt c.rca
hij tot zijn niet geringe verbazing, dat een vogeltje, de
z.g. tuinfluiter, in een der achterzakken van de jas een
nestje had gemaakt, waarin reeds vier eitjes waren
gelegd. (Dagbl. v. N.-B.)
Ongeluk met een tram.
Even vóór 12 uur ontspoorde Zaterdagochtend op de
stoomtramlijn HuizenBussum bij den Huizertol een
locomotief, waardoor deze omviel. De conducteur vanihet i
goederenvervoer Van Alfen geraakte onder de machine'
bekneld, waaruit heet water liep. zoodat de man ernstige I
wonden opliep alvorens hij gered werd. De dienst onder
vond veel vertraging. De man is aan de gevolgen over-
ledón.
De Warmte.
Men zendt de volgende mededeeling van het
Kon. Ned. Meteorologisch Instituut te De Bilt
Gisteren, 12 Mei, is de temperatuur te De Bilt tot
29 7/10 graad Celsius gestegen; de maximum temperatu
ren te Helder Groningen. Vlissingen en Maastricht
waren respectievelijk 28, 31, 23 en 32 graden Celsius.
13.000 gulden.
1 Al deze verduisteringen werden gepleegd gedurende
de jaren 19041907.
I Naar ons uit Vaals wordt medegedeeld, heeft de ge-
j arresteerde er meermalen gespeeld in eene der tal
rijke clubs aldaar.
Op één dag zou hij niet minder dan f 4000 aan de
speeltafel verloren hebben.
De staking te Eindhoven.
De patroons besloten de sorteerders en pakkers ge
durende de uitsluiting aan den arbeid te laten blijven.
In verband hiermede werd dezen dan ook aangezegd
overwerk tot 11 a 12 uur 's nachts te moeten verrich
ten op onderscheidene fabrieken. Deze categorie ver
klaarde zich echter openlijk solidair met de uitgesloten
wordende sigarenmakers en verklaarden zij zich Zater
dagavond 7 uur tegelijk met de sigarenmakers te zul
len verwijderen. Een en ander geschiedt op bevel van
de arbeidersbesturen.
Juist op tijd, omstreeks 7 uur, Zaterdagavond ^ijn
sche rijk. De politieagent bij het station heeft te goc- zoo maar in den grond te stoppen was wel wat erg.
der trouw en terecht de vreemdelingen naar het hoofd- J u* A
bureau van politie gebracht, omdat zij inderdaad, wan
neer hunne papieren in orde waren geweest, kosteloos
naar Harderwijk zouden zijn vervoerd. De Duitscher,
dien de Hongaar na hun scheiding niet terug heeft
gezien, is op grond van dat verdrag overgenomen door
den Duitschen grenscommissaris. Met den Hongaar kon
dat niet geschieden. Indien men hem naar Duitschland
had gezonden, zou de Duitsche autoriteit hem naar
hier teruggezonden hebben. De commissaris van politie
moest den man, die geen middel van bestaan had (de
man had plm. 6.30 Mk. bij zich) en wiens papieren
niet in orde waren, te Groningen houden, en doen op
nemen in het huis van bewaring. Hij heeft daarvan
Diep in den nacht komen twee mannen uit Arnhem.
H. en B., de eerste een schacheraar, de tweede pen
slagertje, bij de doode koe. Zij worden het spoedig
eens over den prijs, en voor een appel en een ei
gaat het beestje in hunne handen over. Den geheelen
nacht waren H. en B. druk bezig om het doode koebeest
te villen, en zooals zij meenden, door niemand gezien,
want hun werk schuwde het daglicht.
Beiden padden echter buiten den waard, of beter
gezegd buiten den agent van politie van Schaarsbergen
gerekend, want deze had hen zien komen, en wetende,
dat de koe dood was, waakte hij thans over de naar
worst enz. snakkende magen zijner medemenschen, en
wachtte op een donkere plek in het bosch geduldig af
kennis gegeven aan den fungeerenden directeur van j de dingen, die komen zouden. Eindelijk, bij het krieken
Sinds de oprichting van het Instituut is te Utrecht en alle fabrieken stop gezet. De pakkers, sorteerders pn
te De Bilt een zoo hooge temperatuur in de eerste
helft der Meimaand niet waargenomen. Slechts vier
maal kwam in de geheele Meimaand een even
hooge of hoogere temperatuur voor (hoogste 31 7/10
graad Celsius op 28 Mei 1892.)
Kievitseieren.
De kieviteierenhandel in Friesland welke voor ve
len in de provincie in het voorjaar een bestaan op
levert is j.1. Maandag voor dit jaar geëindigd, wijl
ingevolge art. 22 van de Jachtwet, na 5 Mei het verkoo-
pen, te koop uitstallen of vervoeren van die eieren
verboden is.
Het was over het algemeen een slecht kievitseieren-
jaar, door het aanhoudende koude weder was de trek
der vogels veel later en geschiedde ook „de leg" later
dan andere jaren. Het gure weder gedurende den broed
tijd, de nachtvorsten en de "hooge waterstand waren
oorzaak, dat in het begin van het seizoen het getal
eieren zeer gering was. Eerst later, nadat het weder
zachter geworden was, werd het aantal eieren grooter.
Het aantal kievitseieren, dat in het afgeloopen sei
zoen in de provincie gevonden is, wordt geschat op
hoogstens 90.000, zijnde iets meer dan de helft van
vorige jaren; de gemiddelde prijs was 20 cent per stuk.
Niet meer dan een derde van den voorraad bleef in
het land, de overige werden naar het buitenland ver
zonden en ter markt gebracht, voornamelijk naar Enge
land, Frankrijk en België.
De hoogste prijs der kievitseieren was in het begin
van het seizoen, in het laatst van Maart, n.1. f 2 per
stuk. In dien tijd zijn geen eieren naar het buitenland
verzonden, omdat men daar dien hoogen prijs er niet
voor over heeft. De laagste prijs was 16 cent, Zater
dag j.1.
Oud-Burgemcestcr Pijper.
Te HOOGWOUD is, na een korte ongesteldheid, in
den ouderdom van 77 jaar overleden de heer C. Pijper,
oud-burgemeester dier gemeente, ridder in de orde van
Oranje-Nassau.
Minister van Oorlog.
De iHaagsche briefschrijver van de Midd. Ct. ver
neemt, dat de minister van Oorlog, Ridder van Rappard,
sedert eenige dagen vrij ernstig ongesteld is. Enkele ja
ren geleden heeft Z.Exc. een maagoperatie ondergaan.
Hoewel sinds dien zijn gezondheid verbeterd was, is
thans de oude kwaal weer ingetreden.
Ongeval.
Men meldt uit Steenbergen:
Toen men hedenmorgen den schipper de V. wilde I
wekken, bleek de man dood te zijn. Hij was overleden j
tengevolge van de smerige dampen, die door broeiing
van straatmest, waarmede zijn schip was geladen, waren
ontstaan. Geneeskundige hulp mocht niet meer baten.
De schipper was de kostwinner van zijn' vader en zusters.
De arrestatie te Maastricht.
Omtrent een opzienbarende arrestatie van den di-
plakkers mochten doorwerken, doch weigerden op bonds-
bevel dit te doen.
37 fabrieken staan stop. Een groote politiemacht is
aanwezig, zonder echter veel vertoon te maken. Op
de fabrieken zijn in den loop der laatste dagen vele
bedekte dreigementen gehoord. In verband daarmede
hebben de meeste fabrikanten bescherming van hun
woningen en hun fabrieken aangevraagd.
Bureaucratie.
Onder dit opschrift schrijft de „Prov. Gron C.t".
Sedert 4 Maart is in het huis van bewaring te Gro
ningen opgenomen een 31-jarige Hongaar, wiens lot
in ruimen kring deernis wekt, omdat hij het slachtof
fer is en wie weet hoe lang nog zal zijn van den
omhaal, waarmede de heilige bureaucratie dikwijls werkt.
Ziehier het relaas van het geval, zooals het zich
heeft toegedragen.
Op 4 Maart kwamen te Groningen bovenbedoelde
Hongaar en een Duitscher uit Hamburg aan met het
voornemen, zich voor het Ned.-Indische leger te laten
werven. Met dat doel gaan zij naar de kazerne aan den
Heereweg, waar men hun beduidt, dat zij daar aan het
verkeerde adres zijn en zich naar Harderwijk moeten
begeven. Zij gaan dus naar het station. Daar vragen zij,
voorzien van het noodige reisgeld, een politieagent, waar
zij reisbiljetten moeten nemen om naar Harderwijk te
komen. De agent deelt hun mede, dat zij, als zij bij
het Oost-Indische leger willen gaan dienen, gratis naar
Harderwijk kunnen worden vervoerd. Zij behoeven hem
slechts naar het Hoofdbureau van politie te volgen.
Daar bleek, dat de Heimatschein van den Hongaar diens
onderteekening miste en dat hij niet in het bezit was
van zijn portret. Zijn papieren waren dus niet in orde.
Daarom werd de Hongaar op last van den commissaris
van politie te Groningen naar het huis van bewaring
overgebracht en daar als gedetineerde behandeld. In
middels ging hij na zooveel weken daar achteruit, waar
om hem ziekenvoeding werd verstrekt. Hij werd zenuw
achtig en klaagt. Het geval is door leden der rechterlijke
macht op hunne inspectie in de gevangenissen geconsta
teerd, maar noch zij, noch de leden van het college van
toezicht op de gevangenissen zijn bij machte den Hon
gaar, die den indruk maakt van een fatsoenlijk man,
de vrijheid terug te geven. En nu is de deelneming met
het lot van dezen Hongaar naar het schijnt grooter
geworden, doordien sommigen meenen, dat hier de een
of andere onregelmatigheid zou zijn geschied. Met name
is gevraagd, of de agent het recht had, den vreemdelingen,
die voldoende geld hadden om naar Harderwijk te rei
zen, dat te beletten.
Om het noodige licht op de zaak te laten vallen
en mogelijken twijfel weg te nemen, hebben wij ons
om inlichtingen gewend tot den commissaris van politie
te Groningen. De heer Doijer heeft ons die zeer wel
willend verstrekt en geconstateerd, dat alles in den
vorm en de Hongaar het slachtoffer is van de strenge
bepalingen van het nieuwe vestigingsverdrag met't Duit-
politie (procureur-generaal) te Leeuwarden, die op zijne
beurt in correspondentie is getreden met den, minister van
justitie, die weer een diplomatieke correspondentie voert
met de Oostenrijksch-Hongaarsche regeering over de
wijze, waarop de Hongaar moet worden uitgeleid. En
nu is met al dat gecorrespondeer zooveel tijd heengegaan,
dat de arme Hongaar al van 4 Maart in het huis van
bewaring zit.
L'oket-indrukkeii.
Onder dit opschrift lezen we in het orgaan van den
Ned. Post- en Telegraafbond:
Wij leven in een tijd van politiek. Meer dan vroeger
wordt er werk gemaakt van de kiezerslijst en grooter in
aantal zijn de aangeteekenden volgens Art. 50 der Kieswet.
Ook ten onzent krijgen wij er eenige, en daaronder een
aan het adres van
Geert Klaas Bloeder
Terp,
Alhier.
De man kwam niet om den brief te halen, eerst
stuurde ik hem een duplicaat, later een triplicaat met
het opschrift: „Indien niet binnen 10 dagen afgehaald
enz." ,De besteller vertelde mij later, dat hij erg uit
zijn humeur geweest was, alweer „zoo'n vod te kriegen"
en dat„hai wel es an 'tketoor koemen zol."
En hij kwam. Klein kereltje; dikke pruim achter
zijn kiezen, die mij gedurig deed vreezen, dat hij zou
handelen in strijd met ons bordje „verzoeke de wacht
kamer niet door spuwen te verontreinigen", ofschoon
ik aardig werd gerustgesteld door de bruine waterlinies,
die er uit z'n mondhoeken naar de kin liepen; pet
achter tegen het hoofd geworpen; zak met weinig wel-
riekenden inhoud (een schaapspoot hing er uit) over den
rug.
„En nou zol 'k wel es waiten willen, wat dat veur
een gezoes is tegenwoordig mit dei pepierderei, ben
'k joe messchain wat schuldig?" aldus introduceerde
hij zich, tamelijk nijdig.,
„Wie is u dan," vroeg ik hem.
„Wie ik ben, nou dat wait ie toch wel, ans konj mie
toch zooveul brandstof nait sturen."
„Wel nee, man, ik ken je volstrekt niet, en brand
stof heb ik je nog nooit gestuurd."
„Dèr den, was dat dèn," en woedend wierp hij mij
een zwart verfrommeld papier voor den neus.
Ik vouw het open en zeg: „O, is u Bloeder, wel er is
een aangeteekende brief voor U, wil U daaronder maar
even teekenen V"
„Kenj denken, ik taiken, 'k mot toch eerst waiten
wat 't is."
,,'t Gaat over de kiezerslijst, hebt U zich misschien
aangegeven als kiezer
joa 'k heb mie angeven, moar das al lank leden,
loa'k es kieken, dat het west ien zeuventig, want ien
ainenzeuventig ben 'k ien dainst goan, moar van
de soldoaterij ben 'k toch oaf mainde ik."
„Och, 't gaat over de kiezerslijst."
„Nou, 'k zei joe den moar looven, geef mie 't den moar
hier."
„Jawel eerst moet je hier je naam zetten."
„Joa, schrieven ken'k nait, dat heb'k nooit leert."
„Dan moet je maar twee getuigen halen, de smid
hierover wil wel even met zijn knecht."
Hij vertrok, wel mopperend, maar het ging en een
poosje later kwam hij weer terug met „zijn getuigen."
„Nou doar ben 'k weer mit t halve long."
„Zet hier nu maar een kruisje, dan krijg je den
brief."
Hij doet het, de getuigen teekenen en ik geef hem
het stuk over. f
Een der getuigen leest hem den brief voor wat hem
blijkbaar nog al amuseert, want met een
„Kiezersliest, kiezersliest,
„de Borgemeester is nait wies"
trekt hij er tusschen uit.
Afschuwelijk.
In de buurt van Schaarsbergen was bij een
landbouwer, V. genaamd, een koe, vermoedelijk aan
miltvuur gestorven. Het beest was dood en om het
van den dag, waren de mannen gereed. De huid en de
tong van het doode beest werden op een karretje ge
laden, want de rest zou later komen, en thans ging
men huiswaarts, het was te laat geworden om zoo n
heel beest te vervoeren.
Nu werden zij echter aangehouden, huid en tong in
beslag genomen, de heeren hunne namen genoteerd,
de keurmeester gewaarschuwd, deze keurde natuurlijk
het geheele zoodje af, constateerde den dood door milt
vuur, en liet spoedig nabij Moscova een brandsta
pel oprichten, alwaar het geheele doode koebeest aan
de vlammen werd prijsgegeven. Boer en vilders krij
gen nu proces-verbaal en, hopen wij, een voorbeeldige-
straf. (N. Arnh. Ct.)
ROMAN
i
van
OTTO VAN LEITGEB.
10. o
Maar de geopende deur vasthoudende, drukte de han-
lelsraad toch een vluchtigen kus op het voorhoofd
lijner dochter. Toen wenschte hij haar „goeden nacht!"
Een paar uur later, in de nachtelijke stilte, trad er
■en ongenoode gast het huis binnen van' den handelsraad.
:)VCr de dikke tapijten ging hij met onhoorbare schreden
'n hij drong door de gesloten deuren, alsof deze niet
bestonden, steeds meer naderde hij zijn doel,tot
jij jjjj het bed stond van den slapenden grijsaard.
De handelsraad ontwaakte met een diepen zucht uit
■iin slaap en wilde zich oprichten, strekte de hand
iit naar de schel, om Braunemann te roepen, doch
rok zijn hand eensklaps terug, drukte die tegen zijn
lart en zonk reutelend achterover.
Toen de dienaar den volgenden morgen, naar ge-
voonte stipt om zes uur op de slaapkamer kwam,
'ond hij zijn meester voor ipltijd ontslapen.
Weinige minuten later lag Elinore bij het lijk liaars
'aders op de knieën.
XXVII.
De eerste die op het bericht van het overlijden
laars vaders, tot haar snelde, was Paul. Zij had dat
,ok niet anders verwacht.
Toen zij elkaar begroetten, was zij uiterlijk volko
men kalm. Deze bijna pijnlijke kalmte verontrustte Paul.
Elinore verzocht hem, te willen zorgen voor al wat
er gedaan moest worden. Gaston was immers op reis ge
gaan, zeide zij.
Vele telegrammen kwamen er. Ook een van hem.
Gaston deelde nog niet mede, dat hij op de terugreis
was. Zeer vormelijk stond daar: „Diep medelijden met
uwe smart. Verzoeke mededeeling begrafenis. Zal dade
lijk komen."
Zij las dat, zonder er eigenlijk door geroerd te worden.
Daarop overhandigde zij het telegram aan Paul. En toen
zij de zonderlinge uitdrukking op zijn gelaat zag, zeide
zij„Zoo is het gij ziet Jiet, hij vindt het niet noodig,
zonder meer terug te keeren. Maar wegens den vorm
kan ik hem dat toch niet besparen. Hij vraagt het eerst
aan even als een vreemde. Zoo ver is het tusschen
hem en mij gekomen."
Slechts deze weinige woorden. Doch zij gaven Paul
plotseling het vermoeden der geheele waarheid.
„Och, zend hem antwoord," voegde zij er na een pauze
aan toe. „Jij weet 'twel En nu zijn tante Coralie
en Marianna hier, heb je gezegd? Ik zal haar gaan be
groeten."
Nadat zij de kamer had verlaten, bleef hij nog ge
ruime poos in diep nadenken verzonken, op zijn plaats
zitten.
De oude Simonsen zocht Paul op. Hij vroeg, of de
inhoud van het testament hem reeds bekend gewor
den was. En toen Paul dit ontkende, Vertelde mijnheer
Simonsen, dat de handelsraad onlangs een codicil er
aan toegevoegd had met de bepaling, dat in zakelijke
aangelegenheden in de nalatenschap zijn neef mede
tot raadsman moest worden verkozen. Voor het ove-
rige had Winter alleen zijn ouden en besten vriend, I
beredderaars zijner nalaten
mijnheer Simonsen, en ziin getrouwen mede-arbeider
Birkholz uitverkoren tot b<
schap.
„Wij zullen dit bewijs van zijn vertrouwen in hooge
eere houden," zeide de oude Simonsen met zulk een
beslistheid en mei zulk eeu vuur in den blik, dat
dit aan zijne woorden eene buitengewone beteekenis
verleende.
Maar Paul dacht daarover voor het oogenblik niet
dieper na. Wat hij zooeven omtrent zijn persoon verno
men had, trof hem. Zal Elinore van den raad haars
vaders willen weten
Hij sprak en zag haar slechts vluchtig nog een paar
malen, en daarna pas eerst weder, toen men in de
groote zaal de lijkkist sloot, om het stoffelijk overschot
van den handelsraad naar buiten te dragen. Trots den
dichten sluier, welke haar gelaat bedekte, zag Paul de
hevige bleekheid harer wangen, toen Elinore naast Gas
ton den stoet volgde. Doch zij wist hare kalmte te
bewaren. Paul vroeg zich af, hoe het zijn zou, als deze
zelfbeheersching toegaf en deze kracht haar ontzonk.
Een indrukwekkende menschenmenigte bracht Theo-
door Winter het laatste geleide. In gesloten rijen, even
als militairen, volgden de arbeiders zijner fabrieken. Ook
de oproerigen, die in de laatste dagen met hem ver
schil hadden gehad, waren niet achtergebleven. Bij het
open graf, waarom heen ruim honderd fakkeldragers
een ruimen kring hadden getrokken, werden verschei
dene toespraken gehouden.
De oude Simonsen had nauwelijks verstaanbaar ge
sproken; daarbij biggelden hem de tranen over de wan
gen. Nu bracht mijnheer Birkholz zijn meester den dank
en afscheidsgroet zijner ambtenaren. Daarna trad een
der werklieden naar vorenhij hield een grooten lau
werkrans met beide handen vast; van de woorden,
welke deze man sprak, met gloed en warmte, verloor
Elinore geen enkel. Daarna heerschte er gedurende eenige
seconden eene diepe stilte, waarbij niemand zich be
woog; de groote menschcnmassa scheen door eenzelf
de gevoel van rouw getroffen. In deze stilte zag Paul,
hoe Elinore eensklaps naar voren trad, tot aan den
rand der groeve en daar, met terneder gebogen hoofd
bleef staan.
Kort daarop verwijderden allen zich en men hoorde
niets dan het zacht geschoffel der van het graf weg
trekkende menigte. Ook Elinore verwijderde zich van
Maandag 13 Mei hield de Yereeniging „Helpt El
kaar" tot ondersteuning bij ziekten en ongevallen te
Anna Paulowna hare jaarvergadering in het lokaal
van den heer G. J. Volder. Bij de opening klaagde de
Voorz., de heer H. Visser, over de geringe opkomst der
leden, waarna de notulen werden gelezen en goedge
keurd. De heer P. Slikker bracht daarna zijn jaarverslag
uit. Het aantal leden was gestegen van 67 tot 69. De
ontvangsten hadden f 420.85 bedragen, terwijl de uitga
ven waren geweest f 339.U9J, zoodat een batig saldo
van f 81.75i kon gevoegd worden bij het kapitaal, zijnde
op 1 Mei 1906 geweest f 728.70J, waardoor dit thans
bedroeg f 810.46. Deze getallen toonden voldoende aan,
hoe flink de vereeniging in bloei toenam. Van 45 begun
stigers was gezamenlijk ontvangen f 64.50 en verder
waren aan 18 leden 53 uitkeeringen gedaan tot een
totaal van f 265. Op verzoek van den Voorz. belastten
de heeren J. Oostra en K. F. Ehrmann zich met het
nazien der rekening van den penningmeester, den heer
J. H. Terburg, en brachten over een en ander een gun
stig rapport uit, waarna de voorzitter, wijzende op de
vele werkzaamheden van den penningmeester, dezen
hartelijk dank bracht voor zijn accuraat gehouden beheer.
Toen had, wegens periodieke aftreding van de heeren
J. Dekker Mz., J. Dekker Cz. en C. Blom, eene verkie
zing voor leden van het bestuur plaats, waarvan de
uitslag was, dat alle aftredenden werden herkozen De
eerste en de laatste, ter vergadering aanwezig, lieten
zich de keuze welgevallen, terwijl aan den heer J. Dek
ker Cz. zijne herkiezing zou worden medegedeeld. Nog
werd herkozen de heer J. Jelles als lid der Commissie
van toezicht.
Hierna had een belangrijke herziening van het regle
ment plaats. In art. 1 werd het woord „ongeluk" ver
anderd in „ongeval." In art. 2 werden de woorden „Fonds
en Kas" ter verduidelijking vervangen door „gelden"
en de verdere redactie tengevolge hiervan gewijzigd.
Om verwarring en onjuistheid te. voorkomen, werd op
voorstel van den heer J. Oostra aan art. 3 toegevoegd
„Wanneer in dit reglement van leden wordt gesproken,
dan geldt dit zoowel voor mannelijke als vrouwelijke
Art. 5 verviel. In art. 6 verviel het woord „eenigszins."
In art. 7 verviel: „volgens art. 5." Bij art. 11 gaf de
heer J. H. Terburg zijn wensch te kennen, dat personen,
die de gemeente hadden verlaten, toch lid konden blijven.
Daar dit te veel bestrijding ondervond, werd een voorstel
in dien geest achterwege gelaten. In art. 13 werd achter
commissarissen gevoegd„die onderling hunne functiën
verdoelen. Het bestuur vertegenwoordige de vereeniging
«in en buiten de rechten. De Voorz. leidt de vergaderin
gen en de Commissarissen houden toezicht op het ge
regeld beheer der vereeniging." Jaarlijks treden enz.
In art. 15 vervielen de woorden „in de Rijks-postspaar
bank." In art. 18 verviel het woord „donateurs" voor
begunstigers en aan art. 19 werd toegevoegd, dat dezen
voorstellen mogen doen en aan stemmingen deelnemen.
Van art. 20 werd h t laatste lid weggelaten. Daar art.
21 de wijze van stemming zeer onduidelijk aangaf, werd
door den heer Oostra in dezen eene betere (de gewone)
redactie gegeven. Art. 24 verviel.
Op voorstel van den Voorz. werd in art. 25 de her
ziening van het reglement in plaats van om de 3 jaar,
om de 6 jaar, vastgesteld. Als boven gewy :igd, werd
het reglement met algemeens stem nen aangenomen en
daarna de vergadering gesloten. Edoch, daar was iets
het graf. Men liet haar voor gaan. De mannen groet
ten haar eerbiedig. Zij zag evenwel niemand.
Toen haar rijtuig eindelijk weder voor Winter's huis
stilhield en de oude Braunemann het portier opende
gaf Gaston zijne vrouw de hand. Hij deed dit schijn
baar met eenige hartelijkheid, welk gevoel door de plech
tigheid van dezen dag was te voorschijn getreden, en
hij zeide
„Gij wilt mij wel verontschuldigen, Elinore? Gij weet,
dat mama ziek te bed ligt. Ik heb haar nog niet kunnen
bezoeken.
Zij stonden nu in de hal.
„Zeker, Gaston zeide zij.
Hij groette zeer hoffelijk met den hoed en nam zelf
weer plaats in het rijtuig.
De oude Braunemann sloot langzaam de groote deu
ren, welke hij den geheelen middag had laten open
staan. Daarbij schudde hij het grijze hoofd en mom
pelde in zich zeiven
„Andere menschenandere menschenGeheel
andere menschen."
Weinige minuten daarna kwamen Simonsen en Paul.
Deze laatste wendde zich in den gang tot Braune
mann en vroeg zachl:
„Braunemann, het leven stelt zijne onafwijsbare cischen
wij moeten weer dadelijk den arbeid hervatten Ik
dacht er eerst over, in een andere kamer te vergade
ren. Maar wij moeten toch telkens in oom's werkkamer
wezen voor de schrijftafel en de papieren
De werkkamer was als gewoonlijk hel verlicht
gelijk toen de handelsraad gewoon was, in de stille
van den avond daar te werken. Het gold bepaald zeer
belangrijke zaken, want Simonsen verzocht Birkholz en
Paul ook te middernacht bij hem te blijven eten. Al
het mogelijke moest nu zonder verlet worden bespro
ken en vastgesteld.
(Wordt vervolgd.)