Zonnestofjes. Donderdag 16 Mei 1907. 51ste Jaargang No. 4256. EERSTE BLAD. Binnenlandsch Nieuws. FEUILLETON. SGHACE Algeieefl NioBws- MUNT. Aimieitie- LiilliivIliL Dit nummer bestaat uit twee bladen Lammeren. De uitvoer van lammeren van het eiland Texel wordt I voor dit jaar geschat op ruim 36.000 stuks. De eerste groote lammerenmarkt zal worden gehouden op 21 Mei. Een Koecl plekje. De heer B. te Wijk had recteur der Maastrichtsche Brandverzekering-Maatschap pij deelt de „L. K." nader het volgende mede: „Vóór eenige jaren heeft de gearresteerde uit de brand kast der Maastrichtsche Brandverzekering-Maatschappij, welker commissarissen de sleutels in hun bezit hadden, zich door middel van een valschen sleutel, welken hij in Luik heeft laten maken effecten toegeëigend tot een bedrag van 7 8000 gulden. Die 'effecten heeft hij zijn we wel ingelicht omgezet in geld op de Maastrichtsche Crediet- en Han delsbank en de Credietvereeniging „Amsterdam." Bovendien heeft hij in den loop der laatste jaren een groot aantal posten ontvangen, waarbij er waren van f400, f300 en andere bedragen. Deze sommen werden evenwel niet door hem geboekt een vogelverschrikker ge- r^eze sommen weraen evenwei int plaatst in zijn tuin ten einde daardoor°de vogels voor zijn ,e'§eia wendde hij ze aan. zaaibedden verwijderd te houden. Dezer dagen bemerkte Het totaal del' verduisterde sommen bedraagt c.rca hij tot zijn niet geringe verbazing, dat een vogeltje, de z.g. tuinfluiter, in een der achterzakken van de jas een nestje had gemaakt, waarin reeds vier eitjes waren gelegd. (Dagbl. v. N.-B.) Ongeluk met een tram. Even vóór 12 uur ontspoorde Zaterdagochtend op de stoomtramlijn HuizenBussum bij den Huizertol een locomotief, waardoor deze omviel. De conducteur vanihet i goederenvervoer Van Alfen geraakte onder de machine' bekneld, waaruit heet water liep. zoodat de man ernstige I wonden opliep alvorens hij gered werd. De dienst onder vond veel vertraging. De man is aan de gevolgen over- ledón. De Warmte. Men zendt de volgende mededeeling van het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut te De Bilt Gisteren, 12 Mei, is de temperatuur te De Bilt tot 29 7/10 graad Celsius gestegen; de maximum temperatu ren te Helder Groningen. Vlissingen en Maastricht waren respectievelijk 28, 31, 23 en 32 graden Celsius. 13.000 gulden. 1 Al deze verduisteringen werden gepleegd gedurende de jaren 19041907. I Naar ons uit Vaals wordt medegedeeld, heeft de ge- j arresteerde er meermalen gespeeld in eene der tal rijke clubs aldaar. Op één dag zou hij niet minder dan f 4000 aan de speeltafel verloren hebben. De staking te Eindhoven. De patroons besloten de sorteerders en pakkers ge durende de uitsluiting aan den arbeid te laten blijven. In verband hiermede werd dezen dan ook aangezegd overwerk tot 11 a 12 uur 's nachts te moeten verrich ten op onderscheidene fabrieken. Deze categorie ver klaarde zich echter openlijk solidair met de uitgesloten wordende sigarenmakers en verklaarden zij zich Zater dagavond 7 uur tegelijk met de sigarenmakers te zul len verwijderen. Een en ander geschiedt op bevel van de arbeidersbesturen. Juist op tijd, omstreeks 7 uur, Zaterdagavond ^ijn sche rijk. De politieagent bij het station heeft te goc- zoo maar in den grond te stoppen was wel wat erg. der trouw en terecht de vreemdelingen naar het hoofd- J u* A bureau van politie gebracht, omdat zij inderdaad, wan neer hunne papieren in orde waren geweest, kosteloos naar Harderwijk zouden zijn vervoerd. De Duitscher, dien de Hongaar na hun scheiding niet terug heeft gezien, is op grond van dat verdrag overgenomen door den Duitschen grenscommissaris. Met den Hongaar kon dat niet geschieden. Indien men hem naar Duitschland had gezonden, zou de Duitsche autoriteit hem naar hier teruggezonden hebben. De commissaris van politie moest den man, die geen middel van bestaan had (de man had plm. 6.30 Mk. bij zich) en wiens papieren niet in orde waren, te Groningen houden, en doen op nemen in het huis van bewaring. Hij heeft daarvan Diep in den nacht komen twee mannen uit Arnhem. H. en B., de eerste een schacheraar, de tweede pen slagertje, bij de doode koe. Zij worden het spoedig eens over den prijs, en voor een appel en een ei gaat het beestje in hunne handen over. Den geheelen nacht waren H. en B. druk bezig om het doode koebeest te villen, en zooals zij meenden, door niemand gezien, want hun werk schuwde het daglicht. Beiden padden echter buiten den waard, of beter gezegd buiten den agent van politie van Schaarsbergen gerekend, want deze had hen zien komen, en wetende, dat de koe dood was, waakte hij thans over de naar worst enz. snakkende magen zijner medemenschen, en wachtte op een donkere plek in het bosch geduldig af kennis gegeven aan den fungeerenden directeur van j de dingen, die komen zouden. Eindelijk, bij het krieken Sinds de oprichting van het Instituut is te Utrecht en alle fabrieken stop gezet. De pakkers, sorteerders pn te De Bilt een zoo hooge temperatuur in de eerste helft der Meimaand niet waargenomen. Slechts vier maal kwam in de geheele Meimaand een even hooge of hoogere temperatuur voor (hoogste 31 7/10 graad Celsius op 28 Mei 1892.) Kievitseieren. De kieviteierenhandel in Friesland welke voor ve len in de provincie in het voorjaar een bestaan op levert is j.1. Maandag voor dit jaar geëindigd, wijl ingevolge art. 22 van de Jachtwet, na 5 Mei het verkoo- pen, te koop uitstallen of vervoeren van die eieren verboden is. Het was over het algemeen een slecht kievitseieren- jaar, door het aanhoudende koude weder was de trek der vogels veel later en geschiedde ook „de leg" later dan andere jaren. Het gure weder gedurende den broed tijd, de nachtvorsten en de "hooge waterstand waren oorzaak, dat in het begin van het seizoen het getal eieren zeer gering was. Eerst later, nadat het weder zachter geworden was, werd het aantal eieren grooter. Het aantal kievitseieren, dat in het afgeloopen sei zoen in de provincie gevonden is, wordt geschat op hoogstens 90.000, zijnde iets meer dan de helft van vorige jaren; de gemiddelde prijs was 20 cent per stuk. Niet meer dan een derde van den voorraad bleef in het land, de overige werden naar het buitenland ver zonden en ter markt gebracht, voornamelijk naar Enge land, Frankrijk en België. De hoogste prijs der kievitseieren was in het begin van het seizoen, in het laatst van Maart, n.1. f 2 per stuk. In dien tijd zijn geen eieren naar het buitenland verzonden, omdat men daar dien hoogen prijs er niet voor over heeft. De laagste prijs was 16 cent, Zater dag j.1. Oud-Burgemcestcr Pijper. Te HOOGWOUD is, na een korte ongesteldheid, in den ouderdom van 77 jaar overleden de heer C. Pijper, oud-burgemeester dier gemeente, ridder in de orde van Oranje-Nassau. Minister van Oorlog. De iHaagsche briefschrijver van de Midd. Ct. ver neemt, dat de minister van Oorlog, Ridder van Rappard, sedert eenige dagen vrij ernstig ongesteld is. Enkele ja ren geleden heeft Z.Exc. een maagoperatie ondergaan. Hoewel sinds dien zijn gezondheid verbeterd was, is thans de oude kwaal weer ingetreden. Ongeval. Men meldt uit Steenbergen: Toen men hedenmorgen den schipper de V. wilde I wekken, bleek de man dood te zijn. Hij was overleden j tengevolge van de smerige dampen, die door broeiing van straatmest, waarmede zijn schip was geladen, waren ontstaan. Geneeskundige hulp mocht niet meer baten. De schipper was de kostwinner van zijn' vader en zusters. De arrestatie te Maastricht. Omtrent een opzienbarende arrestatie van den di- plakkers mochten doorwerken, doch weigerden op bonds- bevel dit te doen. 37 fabrieken staan stop. Een groote politiemacht is aanwezig, zonder echter veel vertoon te maken. Op de fabrieken zijn in den loop der laatste dagen vele bedekte dreigementen gehoord. In verband daarmede hebben de meeste fabrikanten bescherming van hun woningen en hun fabrieken aangevraagd. Bureaucratie. Onder dit opschrift schrijft de „Prov. Gron C.t". Sedert 4 Maart is in het huis van bewaring te Gro ningen opgenomen een 31-jarige Hongaar, wiens lot in ruimen kring deernis wekt, omdat hij het slachtof fer is en wie weet hoe lang nog zal zijn van den omhaal, waarmede de heilige bureaucratie dikwijls werkt. Ziehier het relaas van het geval, zooals het zich heeft toegedragen. Op 4 Maart kwamen te Groningen bovenbedoelde Hongaar en een Duitscher uit Hamburg aan met het voornemen, zich voor het Ned.-Indische leger te laten werven. Met dat doel gaan zij naar de kazerne aan den Heereweg, waar men hun beduidt, dat zij daar aan het verkeerde adres zijn en zich naar Harderwijk moeten begeven. Zij gaan dus naar het station. Daar vragen zij, voorzien van het noodige reisgeld, een politieagent, waar zij reisbiljetten moeten nemen om naar Harderwijk te komen. De agent deelt hun mede, dat zij, als zij bij het Oost-Indische leger willen gaan dienen, gratis naar Harderwijk kunnen worden vervoerd. Zij behoeven hem slechts naar het Hoofdbureau van politie te volgen. Daar bleek, dat de Heimatschein van den Hongaar diens onderteekening miste en dat hij niet in het bezit was van zijn portret. Zijn papieren waren dus niet in orde. Daarom werd de Hongaar op last van den commissaris van politie te Groningen naar het huis van bewaring overgebracht en daar als gedetineerde behandeld. In middels ging hij na zooveel weken daar achteruit, waar om hem ziekenvoeding werd verstrekt. Hij werd zenuw achtig en klaagt. Het geval is door leden der rechterlijke macht op hunne inspectie in de gevangenissen geconsta teerd, maar noch zij, noch de leden van het college van toezicht op de gevangenissen zijn bij machte den Hon gaar, die den indruk maakt van een fatsoenlijk man, de vrijheid terug te geven. En nu is de deelneming met het lot van dezen Hongaar naar het schijnt grooter geworden, doordien sommigen meenen, dat hier de een of andere onregelmatigheid zou zijn geschied. Met name is gevraagd, of de agent het recht had, den vreemdelingen, die voldoende geld hadden om naar Harderwijk te rei zen, dat te beletten. Om het noodige licht op de zaak te laten vallen en mogelijken twijfel weg te nemen, hebben wij ons om inlichtingen gewend tot den commissaris van politie te Groningen. De heer Doijer heeft ons die zeer wel willend verstrekt en geconstateerd, dat alles in den vorm en de Hongaar het slachtoffer is van de strenge bepalingen van het nieuwe vestigingsverdrag met't Duit- politie (procureur-generaal) te Leeuwarden, die op zijne beurt in correspondentie is getreden met den, minister van justitie, die weer een diplomatieke correspondentie voert met de Oostenrijksch-Hongaarsche regeering over de wijze, waarop de Hongaar moet worden uitgeleid. En nu is met al dat gecorrespondeer zooveel tijd heengegaan, dat de arme Hongaar al van 4 Maart in het huis van bewaring zit. L'oket-indrukkeii. Onder dit opschrift lezen we in het orgaan van den Ned. Post- en Telegraafbond: Wij leven in een tijd van politiek. Meer dan vroeger wordt er werk gemaakt van de kiezerslijst en grooter in aantal zijn de aangeteekenden volgens Art. 50 der Kieswet. Ook ten onzent krijgen wij er eenige, en daaronder een aan het adres van Geert Klaas Bloeder Terp, Alhier. De man kwam niet om den brief te halen, eerst stuurde ik hem een duplicaat, later een triplicaat met het opschrift: „Indien niet binnen 10 dagen afgehaald enz." ,De besteller vertelde mij later, dat hij erg uit zijn humeur geweest was, alweer „zoo'n vod te kriegen" en dat„hai wel es an 'tketoor koemen zol." En hij kwam. Klein kereltje; dikke pruim achter zijn kiezen, die mij gedurig deed vreezen, dat hij zou handelen in strijd met ons bordje „verzoeke de wacht kamer niet door spuwen te verontreinigen", ofschoon ik aardig werd gerustgesteld door de bruine waterlinies, die er uit z'n mondhoeken naar de kin liepen; pet achter tegen het hoofd geworpen; zak met weinig wel- riekenden inhoud (een schaapspoot hing er uit) over den rug. „En nou zol 'k wel es waiten willen, wat dat veur een gezoes is tegenwoordig mit dei pepierderei, ben 'k joe messchain wat schuldig?" aldus introduceerde hij zich, tamelijk nijdig., „Wie is u dan," vroeg ik hem. „Wie ik ben, nou dat wait ie toch wel, ans konj mie toch zooveul brandstof nait sturen." „Wel nee, man, ik ken je volstrekt niet, en brand stof heb ik je nog nooit gestuurd." „Dèr den, was dat dèn," en woedend wierp hij mij een zwart verfrommeld papier voor den neus. Ik vouw het open en zeg: „O, is u Bloeder, wel er is een aangeteekende brief voor U, wil U daaronder maar even teekenen V" „Kenj denken, ik taiken, 'k mot toch eerst waiten wat 't is." ,,'t Gaat over de kiezerslijst, hebt U zich misschien aangegeven als kiezer joa 'k heb mie angeven, moar das al lank leden, loa'k es kieken, dat het west ien zeuventig, want ien ainenzeuventig ben 'k ien dainst goan, moar van de soldoaterij ben 'k toch oaf mainde ik." „Och, 't gaat over de kiezerslijst." „Nou, 'k zei joe den moar looven, geef mie 't den moar hier." „Jawel eerst moet je hier je naam zetten." „Joa, schrieven ken'k nait, dat heb'k nooit leert." „Dan moet je maar twee getuigen halen, de smid hierover wil wel even met zijn knecht." Hij vertrok, wel mopperend, maar het ging en een poosje later kwam hij weer terug met „zijn getuigen." „Nou doar ben 'k weer mit t halve long." „Zet hier nu maar een kruisje, dan krijg je den brief." Hij doet het, de getuigen teekenen en ik geef hem het stuk over. f Een der getuigen leest hem den brief voor wat hem blijkbaar nog al amuseert, want met een „Kiezersliest, kiezersliest, „de Borgemeester is nait wies" trekt hij er tusschen uit. Afschuwelijk. In de buurt van Schaarsbergen was bij een landbouwer, V. genaamd, een koe, vermoedelijk aan miltvuur gestorven. Het beest was dood en om het van den dag, waren de mannen gereed. De huid en de tong van het doode beest werden op een karretje ge laden, want de rest zou later komen, en thans ging men huiswaarts, het was te laat geworden om zoo n heel beest te vervoeren. Nu werden zij echter aangehouden, huid en tong in beslag genomen, de heeren hunne namen genoteerd, de keurmeester gewaarschuwd, deze keurde natuurlijk het geheele zoodje af, constateerde den dood door milt vuur, en liet spoedig nabij Moscova een brandsta pel oprichten, alwaar het geheele doode koebeest aan de vlammen werd prijsgegeven. Boer en vilders krij gen nu proces-verbaal en, hopen wij, een voorbeeldige- straf. (N. Arnh. Ct.) ROMAN i van OTTO VAN LEITGEB. 10. o Maar de geopende deur vasthoudende, drukte de han- lelsraad toch een vluchtigen kus op het voorhoofd lijner dochter. Toen wenschte hij haar „goeden nacht!" Een paar uur later, in de nachtelijke stilte, trad er ■en ongenoode gast het huis binnen van' den handelsraad. :)VCr de dikke tapijten ging hij met onhoorbare schreden 'n hij drong door de gesloten deuren, alsof deze niet bestonden, steeds meer naderde hij zijn doel,tot jij jjjj het bed stond van den slapenden grijsaard. De handelsraad ontwaakte met een diepen zucht uit ■iin slaap en wilde zich oprichten, strekte de hand iit naar de schel, om Braunemann te roepen, doch rok zijn hand eensklaps terug, drukte die tegen zijn lart en zonk reutelend achterover. Toen de dienaar den volgenden morgen, naar ge- voonte stipt om zes uur op de slaapkamer kwam, 'ond hij zijn meester voor ipltijd ontslapen. Weinige minuten later lag Elinore bij het lijk liaars 'aders op de knieën. XXVII. De eerste die op het bericht van het overlijden laars vaders, tot haar snelde, was Paul. Zij had dat ,ok niet anders verwacht. Toen zij elkaar begroetten, was zij uiterlijk volko men kalm. Deze bijna pijnlijke kalmte verontrustte Paul. Elinore verzocht hem, te willen zorgen voor al wat er gedaan moest worden. Gaston was immers op reis ge gaan, zeide zij. Vele telegrammen kwamen er. Ook een van hem. Gaston deelde nog niet mede, dat hij op de terugreis was. Zeer vormelijk stond daar: „Diep medelijden met uwe smart. Verzoeke mededeeling begrafenis. Zal dade lijk komen." Zij las dat, zonder er eigenlijk door geroerd te worden. Daarop overhandigde zij het telegram aan Paul. En toen zij de zonderlinge uitdrukking op zijn gelaat zag, zeide zij„Zoo is het gij ziet Jiet, hij vindt het niet noodig, zonder meer terug te keeren. Maar wegens den vorm kan ik hem dat toch niet besparen. Hij vraagt het eerst aan even als een vreemde. Zoo ver is het tusschen hem en mij gekomen." Slechts deze weinige woorden. Doch zij gaven Paul plotseling het vermoeden der geheele waarheid. „Och, zend hem antwoord," voegde zij er na een pauze aan toe. „Jij weet 'twel En nu zijn tante Coralie en Marianna hier, heb je gezegd? Ik zal haar gaan be groeten." Nadat zij de kamer had verlaten, bleef hij nog ge ruime poos in diep nadenken verzonken, op zijn plaats zitten. De oude Simonsen zocht Paul op. Hij vroeg, of de inhoud van het testament hem reeds bekend gewor den was. En toen Paul dit ontkende, Vertelde mijnheer Simonsen, dat de handelsraad onlangs een codicil er aan toegevoegd had met de bepaling, dat in zakelijke aangelegenheden in de nalatenschap zijn neef mede tot raadsman moest worden verkozen. Voor het ove- rige had Winter alleen zijn ouden en besten vriend, I beredderaars zijner nalaten mijnheer Simonsen, en ziin getrouwen mede-arbeider Birkholz uitverkoren tot b< schap. „Wij zullen dit bewijs van zijn vertrouwen in hooge eere houden," zeide de oude Simonsen met zulk een beslistheid en mei zulk eeu vuur in den blik, dat dit aan zijne woorden eene buitengewone beteekenis verleende. Maar Paul dacht daarover voor het oogenblik niet dieper na. Wat hij zooeven omtrent zijn persoon verno men had, trof hem. Zal Elinore van den raad haars vaders willen weten Hij sprak en zag haar slechts vluchtig nog een paar malen, en daarna pas eerst weder, toen men in de groote zaal de lijkkist sloot, om het stoffelijk overschot van den handelsraad naar buiten te dragen. Trots den dichten sluier, welke haar gelaat bedekte, zag Paul de hevige bleekheid harer wangen, toen Elinore naast Gas ton den stoet volgde. Doch zij wist hare kalmte te bewaren. Paul vroeg zich af, hoe het zijn zou, als deze zelfbeheersching toegaf en deze kracht haar ontzonk. Een indrukwekkende menschenmenigte bracht Theo- door Winter het laatste geleide. In gesloten rijen, even als militairen, volgden de arbeiders zijner fabrieken. Ook de oproerigen, die in de laatste dagen met hem ver schil hadden gehad, waren niet achtergebleven. Bij het open graf, waarom heen ruim honderd fakkeldragers een ruimen kring hadden getrokken, werden verschei dene toespraken gehouden. De oude Simonsen had nauwelijks verstaanbaar ge sproken; daarbij biggelden hem de tranen over de wan gen. Nu bracht mijnheer Birkholz zijn meester den dank en afscheidsgroet zijner ambtenaren. Daarna trad een der werklieden naar vorenhij hield een grooten lau werkrans met beide handen vast; van de woorden, welke deze man sprak, met gloed en warmte, verloor Elinore geen enkel. Daarna heerschte er gedurende eenige seconden eene diepe stilte, waarbij niemand zich be woog; de groote menschcnmassa scheen door eenzelf de gevoel van rouw getroffen. In deze stilte zag Paul, hoe Elinore eensklaps naar voren trad, tot aan den rand der groeve en daar, met terneder gebogen hoofd bleef staan. Kort daarop verwijderden allen zich en men hoorde niets dan het zacht geschoffel der van het graf weg trekkende menigte. Ook Elinore verwijderde zich van Maandag 13 Mei hield de Yereeniging „Helpt El kaar" tot ondersteuning bij ziekten en ongevallen te Anna Paulowna hare jaarvergadering in het lokaal van den heer G. J. Volder. Bij de opening klaagde de Voorz., de heer H. Visser, over de geringe opkomst der leden, waarna de notulen werden gelezen en goedge keurd. De heer P. Slikker bracht daarna zijn jaarverslag uit. Het aantal leden was gestegen van 67 tot 69. De ontvangsten hadden f 420.85 bedragen, terwijl de uitga ven waren geweest f 339.U9J, zoodat een batig saldo van f 81.75i kon gevoegd worden bij het kapitaal, zijnde op 1 Mei 1906 geweest f 728.70J, waardoor dit thans bedroeg f 810.46. Deze getallen toonden voldoende aan, hoe flink de vereeniging in bloei toenam. Van 45 begun stigers was gezamenlijk ontvangen f 64.50 en verder waren aan 18 leden 53 uitkeeringen gedaan tot een totaal van f 265. Op verzoek van den Voorz. belastten de heeren J. Oostra en K. F. Ehrmann zich met het nazien der rekening van den penningmeester, den heer J. H. Terburg, en brachten over een en ander een gun stig rapport uit, waarna de voorzitter, wijzende op de vele werkzaamheden van den penningmeester, dezen hartelijk dank bracht voor zijn accuraat gehouden beheer. Toen had, wegens periodieke aftreding van de heeren J. Dekker Mz., J. Dekker Cz. en C. Blom, eene verkie zing voor leden van het bestuur plaats, waarvan de uitslag was, dat alle aftredenden werden herkozen De eerste en de laatste, ter vergadering aanwezig, lieten zich de keuze welgevallen, terwijl aan den heer J. Dek ker Cz. zijne herkiezing zou worden medegedeeld. Nog werd herkozen de heer J. Jelles als lid der Commissie van toezicht. Hierna had een belangrijke herziening van het regle ment plaats. In art. 1 werd het woord „ongeluk" ver anderd in „ongeval." In art. 2 werden de woorden „Fonds en Kas" ter verduidelijking vervangen door „gelden" en de verdere redactie tengevolge hiervan gewijzigd. Om verwarring en onjuistheid te. voorkomen, werd op voorstel van den heer J. Oostra aan art. 3 toegevoegd „Wanneer in dit reglement van leden wordt gesproken, dan geldt dit zoowel voor mannelijke als vrouwelijke Art. 5 verviel. In art. 6 verviel het woord „eenigszins." In art. 7 verviel: „volgens art. 5." Bij art. 11 gaf de heer J. H. Terburg zijn wensch te kennen, dat personen, die de gemeente hadden verlaten, toch lid konden blijven. Daar dit te veel bestrijding ondervond, werd een voorstel in dien geest achterwege gelaten. In art. 13 werd achter commissarissen gevoegd„die onderling hunne functiën verdoelen. Het bestuur vertegenwoordige de vereeniging «in en buiten de rechten. De Voorz. leidt de vergaderin gen en de Commissarissen houden toezicht op het ge regeld beheer der vereeniging." Jaarlijks treden enz. In art. 15 vervielen de woorden „in de Rijks-postspaar bank." In art. 18 verviel het woord „donateurs" voor begunstigers en aan art. 19 werd toegevoegd, dat dezen voorstellen mogen doen en aan stemmingen deelnemen. Van art. 20 werd h t laatste lid weggelaten. Daar art. 21 de wijze van stemming zeer onduidelijk aangaf, werd door den heer Oostra in dezen eene betere (de gewone) redactie gegeven. Art. 24 verviel. Op voorstel van den Voorz. werd in art. 25 de her ziening van het reglement in plaats van om de 3 jaar, om de 6 jaar, vastgesteld. Als boven gewy :igd, werd het reglement met algemeens stem nen aangenomen en daarna de vergadering gesloten. Edoch, daar was iets het graf. Men liet haar voor gaan. De mannen groet ten haar eerbiedig. Zij zag evenwel niemand. Toen haar rijtuig eindelijk weder voor Winter's huis stilhield en de oude Braunemann het portier opende gaf Gaston zijne vrouw de hand. Hij deed dit schijn baar met eenige hartelijkheid, welk gevoel door de plech tigheid van dezen dag was te voorschijn getreden, en hij zeide „Gij wilt mij wel verontschuldigen, Elinore? Gij weet, dat mama ziek te bed ligt. Ik heb haar nog niet kunnen bezoeken. Zij stonden nu in de hal. „Zeker, Gaston zeide zij. Hij groette zeer hoffelijk met den hoed en nam zelf weer plaats in het rijtuig. De oude Braunemann sloot langzaam de groote deu ren, welke hij den geheelen middag had laten open staan. Daarbij schudde hij het grijze hoofd en mom pelde in zich zeiven „Andere menschenandere menschenGeheel andere menschen." Weinige minuten daarna kwamen Simonsen en Paul. Deze laatste wendde zich in den gang tot Braune mann en vroeg zachl: „Braunemann, het leven stelt zijne onafwijsbare cischen wij moeten weer dadelijk den arbeid hervatten Ik dacht er eerst over, in een andere kamer te vergade ren. Maar wij moeten toch telkens in oom's werkkamer wezen voor de schrijftafel en de papieren De werkkamer was als gewoonlijk hel verlicht gelijk toen de handelsraad gewoon was, in de stille van den avond daar te werken. Het gold bepaald zeer belangrijke zaken, want Simonsen verzocht Birkholz en Paul ook te middernacht bij hem te blijven eten. Al het mogelijke moest nu zonder verlet worden bespro ken en vastgesteld. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 1