Zonnestofjes, Donderdag 30 Mei 1907. 51ste Jaargang No. 4!^60. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. interc. Tdspboon No. 20. UitgeversTRAPMAN Co. Prijs per jaar f 3,Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. EERSTE BLAD. Bekendmakingen. Verkiezing voor de Provinciale Staten. FEUILLETON. Provinciale Staten. Bimienlandsch Nieuws. SCHA AIieicci Nieaws- Aliirtiitit- k LaiiloawblaÊ. BureauICHAGEf, Laan, D 4. Dit nummer bestaat uil twee bladen. GEMEENTE SCHAGEN. Collecte voor den Gewapenden JOienst. Burgemeester en Wethouders der gemeente Schegen maken bekend, dat de jasrlgksche Collecte ten hehoeee ris het „F mds tot aanmoe diging en ondersteuning van don Gewapenden Dienst in de Neder landen" in deie Gemeente sal worden gehouden aan de hnizen der ingezetenen. Z'j achten het niet ondienstig de ingezetenen te herinteren dat dit Fonds niet is opgericht en wordt aangewend om datgene te doen waartoe de Staat verplicht is. maar om buitengewone belooningen nit te reiken aan hen, die bij de verschillende oorlogen voor ons Vaderland en onze Overzeesche bezittingen lyf en leven hebben veil gehrd. Burgemeester en Wethouders vertrouwen, met het oog op de steeds 1 'er toenemende behoefte, dat de ingezeten door milde offirs bljjkea znl- len geven van hunne belangstelling in het lot der gekwetsten. Schagen, den 23 Mei 1907. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemees'e", H J. FOT. De See-etaris, ROGGEVEEN NATIONALE MILITIE. Oproeping van Verlofgangers in wcrkclijken dienst. De Burgemeester van Schagen maakt bekend, dat de in deze Gemeente gevestigds verlofgangers, wier namen hieronder zijn ver meld, by deze, ieder tegen het achter xyn naam aangegeven tijdstip krachtens art. 111 der Hilitiewet 1901, in werkelgXen dienst wor den opgeroepen: JACOB LEWIS, lichting 1904 van het 2e Regiment Vesting- Artillerie, 6e Compagnie, te Amsterdam, tegen 8 Juni 1907 KARST ZWAKT, lichting 1904 van het 2e Regiment Vesting. Artillerie, 10e Compagnie, te Amsterdam, tegen 8 Juni 1907. De opgeroepen verlofgangers zullen zorg dragen, dat zij zich, ieder op den voor hem aangegeven dag, in uniform gekleed en voorzien van hun verlolpas (zakboekje), alsmede van al de bij hnn vertrek met groot.verlcf medegenomen voorwerpen van kleeding en uitrusting bij hnn korps aanmelden, en wel des namiddags vóór vier nar (de, milicien.•elegraörten een nu Cf, indien dit met het oog op üen duur der reis niet mogeiyk is, zoo spoedig mogelijk daarna. Zij die binnen het Rijk woonplaats hebben, behoeven hnn reis niet eerder aan te vangen dzn op den dag voor de opkomst bepasll. Het is iD het algemeen wenscheiijk, dat de opgaroepenen zich op den laatsten dag vóór hnn vertrek naar het korps, des voo,-middags tusschen 10 en 12 unr, ter Gemeentesecretarie aanmelden, voo zien van hun zakboekje, ten einde zoo noodig in het b zit te worden ges'eld van de vereischte vervoerbswijz9n en pissagebiljetten en tot het desgewenscht in ontvangst nemen van daggeld, een en ander voo - zooveel zij daarop recht hebben, en tevens om, zoo zg die gewenscht achten, inlichtingen te bekomen aangainde de reis. De verlofgangers echter, voor de laatste maal met g oot-verlof vertrokken ia 15 Maart 1904, die alleen per spoor- of tramweg moeten reizen en in wier zikboekje aanwezig is een op wit papier gedrukt en met rooden inkt ingevuld vervoeibewij9, behoeven zich niet ter Gemeentesec etarie aan te melden, doch begeven zich rechtstreeks naar het station van vertrek en stellen aldaar hnn zakboekje ter hand aan den stationabeambte, mat de ni gifte van plaatsbewpren belast De verlofgangers behooren er op indachtig te zijn, dat hun het zakboekje wordt teruggegeven, alsmede de strook van het vervoerbewp», aangezien deze strook hun gedurende de reis moet dienen als plaatsbewijs. Verlofgangers, die, hoewel hnn reis aanvangende per spoor- of tramweg, een gedeelte van het traject moeten afliggen per stoomboot of die op hunne reis van éón of meer veren moeten geb nik maken, moeten zich steeds naar de Gemeentesecretarie begeven tot het in ontvangst nemen van de vereischte vervoerbewyzen en passtge- biljetten. Het is noodig zich ten minste een half nur óo het vertrek van den trein of tram aan het station te bevinden. Ingeval ziekte of gebreken de opkomst mochten erhinderen, moet hiervan zoodra doenlgk door overlegging van een op gezegeld papier geschreven en gelegaliseerde geneeskundige veiklaiing ter Gemeentesecretarie blyken Geldt het verlofgangers, aan wie wegens onvermogen eene ODgezegelde verklaring is afgegeven, dan kan deze aldus, ter ve zending aan wien behoort, ter Gemeentesecretarie worden ingeleverd. Betreft het verlofgangers, aan wie, io verband met eene vorige oproeping in weikeiijkeu dienst, door denzelfden geneeskundige reeds eene verklaring is uitgereikt, dan kan ook voor nlet-onvermogenden met eene ongezegelde en nier-gelegaliseerde Ye - klaring worden volstaan. Na hun herstel vervoegen zij zich onverwpld bij hnn korps Hg. die zonder geldige reden niet voldoet asn deze oproeping, wordt, na daartoe verstrekte machtiging van den Minister van Oor log. als deserteur afgevoerd. Hjj, die zonder geldige reden zich te laat by het korps aanmeldt, maskt zich strafschuldig. Het niet-ontvangen eener bgzondere oproeping ontheft een ve-lof- ganger geenszins van zijne verplichting tot opkomst in werkelijken dienst, daar de openbare kennisgeving eenig en alieen als bewgs geld*, dat hij behoorlglc is opgeroepen. Den verlofganger, die, op grond van kostwinnerschap, vermeenon in de termen te veikeeren tot het erlangen van onthtfflng van bovenbedoelden werkelyken dienst, wordt in hnn belaDg aangeraden daartoe spoedig aan de Koningin het verzoek te doen. Dat verz ek kan op ongezegeld papier worden geschreven en moet rechtstreeks asn Hare Majesteit worden gezonden. F ankee.-ing is niet noodig. Op gelijke wijze moet worden gehandeld met aanvragen heiig om ontheffing, hei zij om eene geldelijke vergoeding. Wenacht men echter alleen voor een geldelijke vergoeding in aanmerking te kernen, dan kan deze bij ongezegeld er ongefrankee'd verzoekschrift aan den Minister van Oorlog worden gevraagd. Overigens wordt ten deze va-wez-n naar de afzonderlgke publicatie hetrekkelgk .kostwinners", en kunnen zoo noodig nadere inlichtingen mondeling worden gevrasgd Gimeentesecretarie, eiken werkdag tusschen 10 en 12 unr voormiddags. SchageD, 23 Mei 1907. De Burgemeester voornoemd, H. J. POT. De Bn-gsmonter der Gemeente Schagen brengt hiermede ter openbare kennis, d*t op Dinsdag den 4en Jnni aanstaande zal plaats hebben de ver kiezing van twee leden van de Provinciale S aten van Noordholland, in het Kiesdistrict Schagen, waartoe deze Gemeente behoort; dat op dien dsg, van des voormiddsgs negen tol des namiddags vier uren, ter S c-etarie tij den Burgemeester dei Gemeente Schvgen (hoofdplaats van het Kiesdistrict) kunnen worden ingeleverd: opgaven van Candidaten, als bedoeld in artikel 61 der Kieswet en artikel 8 der provinciale wet. Deze opgaven moeten inhouden den naam, de voorletters en de woonplaats van den candiaat en onderteekend zijn door ten minste veeriig kiezers, bsvoegd tot deelneming aan deze ve kiezing De inlevering dezer opgaven moet geschieden pBrsoonlgk door r of meer der personen, die de opgave hebban onderteekend De can- dtdaat kan dsa-by tegenwoordig zgn. Van de inlevering wordt een bewijs van ontvangst rfgegeven. Formulieren voor de opgaven bovenvermeld, zijn ter Secretarie dezer Gemeente k steloos verkrijgbaar van den 14 Mei 1907 tot en met den dag der ve kiezing. De bu-gemeester brengt hierbg in herinnering artikel 151 der Kirswet, luidende als volgt Hg, die een opgive als bedoeld in artikel 51 inlevert, wetende dat zij is voo zien van handteekeningen van personen, die niet bevoegd zgn tot deelneming aan de verkiezing, waarvoor de inlevering geschiedt, terwyl zonder die handteekeningen geen voldoend aantal voor eene wettige opgave zou overblgven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of eene geldboete van ten hoogste honderd twintig gulden. Met gelijke 3traf wordt gestraft hg, die wetende dat hij niet bevoegd is tot deelneming aan de verkiezing eene voo-die verkiezing ter inlevering bestemde opgave, bsdoeld in artikel 51, heeft ondei- teekend. Schsgen, den 13 Mei 1907. De Burgemeester voo-noemd, H. J. POT. De Burgemeester der Gemeente Schagen, b-engtbij deze ter kennis van de ingezetenen dier Gemeente, dat de kohieren no. 8 en no. 4 der Psrsor.eele Belasting, dienst 1907, op den 25 Mei 1907 door den heer Directeur der Directe Belastingen te Amite-dam zgn txren oir verklaard en op heden aan den heer Ontvanger der directe belastin gen binnen deze Gomeente ter invordering zgn overgegeven. Ieder ingezetene welke daarbg belang heeft, wordt alzoo vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoo-lijk acht te geven, ten einde alle gerechtelgke vervolgingen, welke uit nalatigheid zondeD voortvloeien, te ontgaan. Schagen, den 28 Mei 1907. De Ba gemeester voornoemd, H. J. POT. 42. ROMAN van OTTO VAN LEITGEB. XXXIII. Ritmeester Evelaar liep peinzend in zijn kamer heen en weder. Met de handen in de zakken, en met tel neder geslagen hlik, liep hij heen en weder. Kwam hij hij het tafeltje bij het venster, dan keek hij; naar de brieven, die daar op een schrijfmap lagen. Ook voor de tweede tafel bleef hij eenige malen staan. Op het midden daar- van stond een zilveren ruiterbeeld, een prijs van de Wedrennen, dien hij eens gewonnen had. Rondom daar naast lagen siarenkokers, zilveren sigaretten-étuis zil veren tabaksdoozen. Onwillekeurig vroeg hij zieh af wat die voorwerpen te zamen misschien waard zouden zijn. En daarop weder naar liet zijtafeltje terugkeeren- de greep hij den brief, die boven op lag, haalde dien uit het couvert en las hem nog eens. Het was een vier zijden lange brief van zijn broeder Erwin. Van ze ven zuste^en broeders waren zij beiden nog overgeble ven Ziin broeder was heereboer en vee ouder dan hij zelf Die was gehuwd en had verscheen kinderen. Tien jaren geleden was 'uj ge i«uvN< ;u.bdden landgoed staande te kunnen hout - -.I P - traet lien van tien jaren tot tien jaren. Over mie maanden na hellen hij het voor ,e„ inhuren. Zoo vlood tot m de» meer stond er in. Van het la kostte Van de De heer D. C. REZELMAN te Anna Paulowna zendt ons hot volgend schrijven Tegen myn wil werd ik door het naschrift van uw overgenomen verslag van de vergadering der Vrij z- Kiesvereeniging uit „de Polderbode" genoodzaakt tot tegenschrijven, omdat het hier niet gold het bestuur of den Voorzitter der voreeniging, maar alleen mij persoonlijk. En ook nu, hoe ongaarne ook, gevoel ik my weer verplicht u op uw naschrift van mijn schrijven te ant woorden omdat u hierin geheel buiten de kwestie gaat, door dingen met elkaar in verband te brengen die geheel afgescheiden zijn. Vooreerst is u het niet met my eens, dat u eene onwaarheid is meegedeeld, en haalt hierbij aan het niet-publiceeren der ranglijst door de kiesvereeniging. Dus volgens u is door het verzoek, die lijst niet in het verslag op te nemen, door de kiesvereeniging uitgemaakt, dat ik persoonlijk geheimhouding heb opgelegd om geen verslag van de vergadering te geven. Meneer Trapman, door dat verzoek wordt toch het verslag maken geen onmogelijkheid, dat weet u evengoed als uw verslaggever en het valt dus niet te ontkennen dat het beweren van uwe bevriende zijde een leugen is. Vervolgens heeft ook een aanbevelingsbrief voor een candidaat aan andere vereenigingen niets te maken met de door my bedoelde zuiverder stemming, die verkregen wordt door het niet publiek maken der ranglyst. Een aanbeveling aan, of onderling overleg met andere vereenigingen voor het vaststellen der ranglyst is zeer wel geoorloofd, maar door het bekend maken der rang lijsten kunnen er tot den laatsten dag voor de definitieve candidaatstelling nog veranderingen gemaakt worden in de nummering der candidaten. Anders zou dat zijn, als de opnummerstelling na vaststelling schriftelijk ingeleverd had moeten worden by eene daartoe benoemde commissie. Nu geldt bet eene stemming met gesloten briefjes en kan en mag er dus vooruit geen publiciteit aan gegeven worden. Ziehier meneer Trapman mijne opvatting, die nog al tamelyk veel verschilt met de uwe. Ik laat nu aan u het laatste woord en wensch niet verder op deze onver kwikkelijke zaak terug te komen. Alleen maak ik nog gaarne gebruik van uw aanbod, inzage te nemen van het schryven van uw bevriende zijde. Mijn beste mijnheer Rezelman, U draait als een mug om de kaars, U wringt zich in allerlei bochten, U ge bruikt een stroom van woorden, maar daardoor veran dert U nog niets aan de bestaande feiten. Laat ons die feiten weer eens op hun pooten stellen "VVat.is er gebeurd De afgevaardigden wer kiesvereeni ging naar de algemeene vergadering te Schagen vroegen (zie uw eigen vorig schryven) inde bewuste vergade ring geheimhoudingvan hun verslag. U vroegfzieeveneens uw eigen vorig schrijven) geheimhouding van de ranglyst der candidaten. Wat,voor den drommel,mijnheer Rezelman, bleef er dan nog verder over dit punt in kwestie te publiceeren over? O. i. al bijzonder weinig; de inhoud van de vergadering, die waarde had, was door al die geheimvragory verloren gegaan. En nietwaar, juist over dat geheimhouden der rang lijst vielen wij Uwe kiesvereeniging hard, en o.i. met reden. Want immers, Uwe kiesvereeniging maakteen ranglyst op: Rezelman 1, enz., enz., en houdt die ranglyst geheim, om een zuiverder stemming bij de andere kiesvereni gingen te verkrijgen. Prachtig, nobel zelfsMaar wat doet men nu in uwe kiesvereeniging nog méér? Men schrijft aan alle zuster- vereeniginge.i een brief om, als 'e eigen candidaat de meer derheid niet kry'gt, dan Rezelman te steunen. Was dat soms ook met het doel om een zuiverder stemming te verkrijgen? of was dat, om invloed uit te oefenen ten gunste van den candidaat Rezelman? Wat zijn dietwoe handelingen uwer kiesvereeniging, die volgens u niet met elkaar in verband moeten worden gebracht, prach tig met elkaar in overeenstemming, hé? Wat een be wonderenswaardige consequentie bij uwe kiesvereeniging. Ziet u, dat wil er nu by ons maar niet te best in, dat men in Anna Paulowna zoo onnoozel is geweest, dat men het eene heeft gedaan, zonder aan het andere te denken. Wy vinden, dat, waar uwe kiesvereeniging den heer Brinkman byv. het laatst plaatste op de ranglyst het goed fatsoen verbiedt, den steun van de aanhangers van den candidaat Brinkman te vragen voor den candi daat Rezelman en wil men dat dan toch doen, dan ook aan die menschen royaal meegedeeld, hoe uwe kiesver eeniging handelt met hun candidaat. Dat geheimhouden hier, mijnheer Rezelman, dat probeeren te eten van twee wallen, vinden wy, wij zullen het maar heel zacht zeggen, niet zooals 't behoort. En hoe u nu ook uw best doet, mijnheer Rezelman, dit kromme in de handelwijze uwer kiesvereeniging, redeneert u niet recht. Uw bezoek is ons, zooals wy u reeds persoonlijk mee deelden, zeer aangenaam. de Red. Ook een bankwezen. In de buurten van Amsterdam, die bekend zijn als Eilanden en die dus Kattenburg, Wiltenburg, Oosten burg en Funen omvatten, bestaat een bijzonder soort van bankwezen, dat wel eenige bekendheid verdient Op de Eilanden vindt men n.I. „potjesvrouwen," „pot jesklanten" en „poljesgeld." Een potjesvrouw is een lid van het vrouwelijk geslacht, die klaarblijkelijk het vertrouwen geniet van hare vriendinnen, buren en be kenden. Deze brengen wekelijks aan de potjesvrouw een ze ker bedrag, dat gewoonlijk een kwartje beloopt. En egen Kerstmis krijgen de potjësklanten desverlangd van ie potjesvrouw hun potjesgeid terug. Rente wordt niet litgekeerd, zoodat deze wijze van doen als eene voor de spaarders onvoordeelige manier van geldbelegging is te qualificeeren. Doch het sparen in deze potjes heeft voor de deel hebbers een ander voordeel Wie n.1. potjesklant is, heeft liet privilege om, als hij of zij slecht bij kas is, bij ie .directie van den pot aan te kloppen. Dan wordt haar uit den aanwezigen geldvoorraad iets geleend, na tuurlijk tegen een rente, die men in deze kringen be hoorlijk rekent, d. w. z. een dubbeltje van den gulden of 10 pet. Wie dus f 10 leent, ontvangst slechts f 9, doch moet bovendien nog missen het z.g. „cadeautje" voor de potjesvrouw, dat voor f 10 f 0.50 is. De potjesklant ont vangt dus f8.50 en is belast met een schuld van f 10. Nu is het mogelijk, dat de klant reeds een bedrag van f 10 aan kwartjes gespaard heeft en dan is dus de iinanciëele operatie voor de geldneemsters al bijzonder onvoordeelig. Doch meer komt het voor, dat iemand poljesvrouw wordt, alleen en uitsluitend om het voor deel en het gemak, dat zij door het leenen kan hebben. In- die gevallen zal dus het bespaarde bedrag minder zijn dan het geleende en dan loopt de direc trice van den pot eenig risico. Doch van wanbetalingen hoort men weinig de geld neemsters zorgen gewoonlijk dat zij aan hare verplich tingen voldoen, omdat zij maar al te goed weten, dat de potjesvrouwen de leuze van „vereenigt u" ook in hare Iraniër hebben staan. Wie den een of anderen „pot" benadeelt, heeft natuurlijk geen kans bij een andere dergelijke financieële instelling krediet te krijgen. Dat dit alles aanleiding geeft tot veel gekonkel en geknoei, is duidelijk. Tal van vrouwen zitten door die „potjes" in groote ellende en dikwijls moeten zjj zich in alle bochten wringen, opdat toch haar heer<en"ge- maal maar niets van haar knoeien zal merken. Van Terschelling. In den primitieven toestand der wegen op Terschel ling zal spoedig verandering komen, waardoor men hoopt, dat het eiland ook door vreemdelingen meer bezocht zal worden. Voor een paar jaar werd een commissie ge kozen door de burgerij van al de verschillende dorpen. Haar werk is 't geweest om den Raad ter zijde staande tot een vergelijk te geraken vooral met het bestuur van den polder Terschelling van wien een jaarlijksch bedrag voor het onderhoud der wegen van f 700 werd verlangd. Dit bestuur deed echter geen hooger aanbod dan f200.. Zoo stonden de zaken toen dezer dagen plotseling dq tijding de ronde deed, dat een onbekende aanbood het aandeel, dat de gemeente moest betalen voor het daarstellen van den weg. Wanneer men weet, dat de geheele aanleg begroot wordt op ruim een ton gouds en het gebruik is dat 1/3 hiervan door de gemeente wordt gefourneerd, terwijl de overige 2/3 komen van provincie en rijk, dan mag het inderdaad heeten een vorstelijke schenking. Eén bepaling was er echter bij, n.1. dat het polderbestuur zou instaan voor het vroeger ver langde bedrag, allhans een maximum van f700. En de polder heeft toegestemd. Groot is nu de vreugde der eilanders, die nog wordt verhoogd door het feit, dat over enkele weken er een nieuwe postboot op Harlingen zal komen, welke gebouwd is volgens model der veerboten Stavoren—Enkhuizen. derhoud der kinderen zijn broeder baarden. Hij had er ai vijf. Van den vreeselijk mislukten oogst van dit jaar en van al de ellende, welke deze ten gevolge had. Dit alles was evenwel nog niet het voornaamste. Twee jaar geleden, toen Evelaar bij zijn tegenwoordig regi ment werd verplaatst, kwam het er voor hem op aan, kwade, oude schulden op te ruimen, welke hem an ders dreigden gevaarlijk te worden. Óf hij: nog langer in dienst zou kunnen blijven, hing zuiver alleen daar van af. Na vreeselijk veel geschrijf en gewrijf was zijn broeder Erwin bereid geweest, hem te helpen. Maar voor dezen was dat toen inderdaad een groot of fer, want de goede man bezat zelf geen vermogen. Het benoodigd bedrag was voor hem in verhouding tot zijne bezitting veel te groot. Evelaar moest op zijn geweten belooven, dit bedrag uiterlijk binnen twee jaar terug te zullen geven. En nu waren die twee jaren zoo goed als 0111. Onheilspellend vlug waren ze verstreken. Nu kwam Erwin met dringend verzoek. Zijn pacht was over drie maanden vervallen. Het contract jkon alleen vernieuwd worden, wanneer tegelijkertijd de pacht som betaald werd. En die kon hij natuurlijk niet op brengen, als hij hel geleende geld niet in tijds terug ontving. Verliest hij evenwel de pacht, dan is hij een geruïneerd man en staat hij met vrouw en kinderen 0111 zoo te zeggen zonder dak op straat; zijn bestaan is dan vernietigd. Met een diepen zucht vouwde Evelaar den brief we der dicht. Het is toch eigenaardig, dat zulk een jobs tijding nooit alleen komt. De Iweede brief bevatte een jarenlang open geble ven, tot in het bespottelijke en fabelachtig aangegroei de rekening van zijn schoenmaker, en de derde brief was zoo koel en vormelijk gesteld, dat hem na de lezing daarvan het schaamrood naar de slapen steeg. Een man, dien hij misschien het meest van allen had ge acht en met wien hij vroeger allcrvricndschappelijksl had omgegaan, vermaande hem in zeer zakelijke be woordingen en op hoogst koegen toon, dat hij zich ein delijk een reeds lang vervallen schuld moest herin neren. En dan was er nog een brief. De post was heden bijster gul geweest. Mevrouw von Brandau bedankte hem in lang gerekte zinnen voor de hulde, aan haar jongste werk gebracht. Zij verklaarde, dat zij; uit elk zijner woorden gelouterden kunstzin opmerkte. En dat het haar werkelijk trotsch maakte, door hem zoo gunstig beoordeeld te worden. Ook dezen brief las Evelaar nog eens over. Daarbij moest hij trots zijn neteli- gen toestand toch nog lachen. Ten slotte stond er fn dien brief: „Gij en Jane, die allerliefste, zijn mijn dankbaarste lezers 1" Eigenlijk had hij dien brief alleen wegens dien slot zin nog eens te rhand genomen. Nu wierp hij het ge parfumeerde papier weder op de tafel en hervatte zijn wandeling. Hij moest eenvoudig maken, dat het geld er kwam, het kostte, wat liet wilde! En de som was zoo groot dat hij bijtijds zijn maatregelen moest nemen. Dit was zijn hei ligste plicht. Nu begon hij in gedachten alle personen de revue te laten passeeren, die hem misschien zouden kunnen hel pen. Ook aan Gaslon Hauszmann dacht hij. Neen, Gaston Hauszman kon hij onmogelijk daar over aanspreken. Dat was eenvoudig onmogelijk. Dat ging in tegen al zijn gevoeligheid In tegendeel. In dit uur na in hij zich voor, zijne verplichtingen jegens Hauszman insgelijks ten spoedig ste af te doen. Maar dat zou pas komen na Erwin. Maar Erwin, Erwin Een enkele naam, waaraan hij nu dacht, dien hij zacht uitsprak, zou voor hem kunnen beteekenen, al wat hij zich wensehlehet schoonste, het beste Jane, Jane!... Jane, de allerliefste! Zijn opgewonden en beangstigd hart gevoelde zich door deze gedachten wat gekalmeerd. En toen hij het zich in dit uur ernstig afvroeg, riep het luide in hem, iat hij haar werkelijk beminde. In zulke gedachten verzonken, zat hij voor zijn schrijf tafel. Daarna sloot hij de brieven in de lade weg e» riep zijtj oppasser, om henj I chelpen kleeden. Een kwartier later was hij op weg naar mevrouw von Brand» Het kwam zoo uit, dat Evelaar dienzelfden dag nog een tweede maal mevrouw von Brandau bezocht en in hare woning een ontmoeting Jiad, in welke hij het keerpunt van zijn leven meende te ontdekken. Jane Simonsen was op uitnoodiging van mevrouw von Brandau in een rijtuig gekomen, en nu ging zij langzaam weder de trap af der woning van mevrouw von Brandau, nam in het rijtuig plaats en reed weg. Óp hare teere wangen gloeiden twee roode vlekken, hare oogen stonden groot en peinzend, haar hartje sloeg onstuimig en hare mond stond half geopend. Terwijl zij uit het portierraampje naar huiten staarde, was haar hoofd vervuld Van allerlei gedachten heerlijke gedachten Zij ging nu naar Elinore. De trouwste gevoelens van hare oude vriendschap drongen haar, voor Elinore haar hart uit te storten. Als zusters waren zij immers opge groeid en zij hielden evenveel van elkander, alsof zij zusters waren. Elinore moest de eerste zijn, wie zij hel geheim zou mededeelen, hetwelk nu ontsluierd zou worden. Ach, Elinore! Een zucht ontvlood aan Jane's lip pen. Hoe treurig was het toch met Elinore gegaan! Het was een moeilijk uur voor haar beiden, toen Jane Simonsen aan Elinore de tijding bracht, dat zij Evelaar het jawoord had gegeven. Het viel Jane moei lijk. want het kwam er 1111 voor haar op aan, een heelen liefdesroman, een wereld van gevoelens, in wei nige voor ceh derde ook begrijpelijke woorden in 1c kleeden. Voor Elinore was deze tijding een ware ge moedspijniging. Hoe kon zij Janes roerende bekente nis aanhooren en daarbij zelve het zwijgen bewaren? Moest zij dan de woorden zeggen, welke gen schaduw zouden werpen op het stralend geluk van dit onschul dig en goed-vertrouwend meisjeshart? (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 1