K«rijmde Brieven van Jaap,
Plaatselijk Nieuws.
Binnenlandsch Nieuws.
Vergadering van de Afdeelirg Noord-Holland van
Het Nederlaudsch Paardenstamboek, gehouden op
Donderdag 6 Juni 1907, des voormiddags half twaalf
ure, in het lokaal van den heer J. Vader Az. alhier.
Voorzitter de heer J. Breebaart Kz.
Na opening der vergadering volgt de lezing en goed
keuring der notulen.
Voorzitter deelt mede, dat mejuffrouw J. Laurman is
benoemd tot secretaresse van Het Nederlandsch Paar
denstamboek.
Verder wordt meegedeeld, dat in Den Haag een
tweetal vergaderingen zijn geweest van leden van de
regelings-commissién en de Paardenstamboeken in ons
land en dat daar is gesproken over het frauduleus
fokken met afgekeurde en nietgekeurde hengsten en
de middelen om dat tegen te gaan. Resultaten bad die
vergadering nog niet gebracht. Er waren overtredingen
te Schoorl en te Haarlemmermeer geconstateerd, welke
zouden worden vervolgd.
Verschillende bepalingen waren besproken, w. o. ook
deze, dat op het erf van een boerderij, waar een derge
lijke hengst stond, geen merrie mocht komen. Ook
moest de merrie, die als eigen paard van^ den hengsten-
houdor werd opgegeven, daar minstens 3 maanden op
stal of in het land zijn.
De heer J. Blaauboer gaf als eenvoudig en doeltref
fend middel aan de hand, dat van elk veulen een bewys
van afstamming moest aanwezig zijn, wat de heei
P. Olü aanleiding gaf te beweren, dat men dan maar
een bewijs nam van een buurman of goed vriend, wiens
merrie gust was gebleven.
De heer K. Kaan wilde daarom ook zoowel den
hengstenhouder als den eigenaar der merrie direct bjj
dekking dit bewijs doen teekenen, dan kon dat dus niet
door verschillende eigenaren worden gebruikt.
Voorzitter acht de controle uiterst moeilyk, maar er
zal wel het een of ander op worden gevonden, dat ver
betering brengt.
De rekening van de Afdeeling over het jaar 1905 sluit
met een batig saldo van f 845.24*, die van de provinciale
subsidie met f165. De commissie belast met het nazien
dezer beide rekeningen, brengt bij monde van den heer
Scholten rapport uit en adviseert tot goedkeuring, onder
dankzegging voor hot uitstekend beheer. De vergadeiing
besluit aldus. „T
De heeren J. Breebaart Kz. (Noorderdeel) en F. W.
baron van Tuijl van Serooskerken (Zuiderdeel) worden
met bijna algemeene stemmen tot leden van het bestuur
herkozen. Inplaats van den heer Jhr. Mr. P. v. Foieest
(Middendeel), die niet meer in aanmerking wenschte te
komen, werd gekozen de heer J. H. Cornelissen en in
de plaats van den heer H. F. Bultman, overleden, de
heer H. F. Bultman Jr.
In de plaats van den heer Jb. Zjjp Hz. (Noordeideel), die
bedankt had, werd met 32 van de 34 stemmen gekozen
de heer Jb. Kaan.
Vóór deze laatste stemming plaats had, dankte de
Voorzitter den heer Jb. Zijp voor het vele goeds, dat
hn als lid van het bestuur had gedaan. De heer Zijp
behoorde, zeide spr., tot de oprichters, hij is altyd lid
van het bestuur geweest, en was één van de drie
commissieleden van Hollands Noorderkwartier, die do
stichting van het Ned. Paardenstamboek hebben voor-
bereid. Van den beginne af heeft de heer Zijp meege
werkt en zijn medewerking is altp zeer op prijs gesteld.
Hij meent zich nu te moeten terugtrekken, omdat hy
geen fokker is Maar gaarne had spr. hem in het bestuur
gehouden, omdat het een man is, die veel invloed heeft
in deze provincie en daarom doet het hem zeei leed,
dat de heer Zijp bedankt. Dat bedanken is pertinent,
dus moeten we dit eerbiedigen, maar spr. hoopt, dat
de heer Zijp, al is het dan niet als bestuurslid, dan
toch als gewoon lid, de belangen van het Paardenstam
boek zal blijven behartigen.
De heer Zijp zegt, dat hij meent te moeten bedanken,
mee met het oog op de reorganisatie van het Paarden
stamboek. Hij acht het noodig daarom zijn plaats aan
een ander af te staan, die met meer vruchten werkzaam
zal kunnen zijn dan hij. Maar met betrekking tot wat
Voorzitter daar het laatst heeft gezegd, wil hy gaarne
verklaren, dat hij zooveel in zijn vermogen is, vvel niet
als bestuurslid, maar dan toch als gewoon lid, de
belangen van het stamboek zal blijven voorstaan en
bevorderen.
Tot afgevaardigden naar de algemeene vergadering te
Rotterdam worden gekozen de heeren: B. Biesheuvel
(Zuiderdeel), K. Breebaart Jz. (Noorderdeel) en R. Kaan
(Middendeel).
Aan de orde is nu het voorstel van het bestuur om
trent een inzending paarden uit deze Provincie ter
tentoonstelling te 's-Gravenhage. Het bestuur stelt voor
als maximum bedrag daarvoor beschikbaar te stellen
f500. In te zenden 3 hengsten uit de provincie, niet
uit elk deel de beste, maar de 3 beste uit de geheele
provincie. Dan verder 6 merries van 2 jaar, 6 merries
van 3 jaar en ouder, en van deze zoo mogelijk uit ieder
deel der provincie 2 van de beste.
De heer J. Blaauboer informeert, hoe de verdeeling
der uitgeloofde gelden zal zijn.
De heer Colijn betuigt met dit idéé zyn sympathie,
maar spr., wetende uit ondervinding hoeveel geld
dergelijke inzendingen kosten, zag gaarne het bedrag
van f 500 verhoogd. Spr. gelooft, dat anders de kosten
voor de inzenders niet gering zullen zijn.
Voorzitter zegt, dat de premies, die behaald worden,
voor de eigenaars zullen zijn. Het saldo van de kas is
f845, als daar f500 afgaat, schiet er al niet te veel
over. Bovendien wordt dit bedrag alleen betaald uit de
kas van het Stamboek en de fokkers moeten er zelf
ook wat voor over hebben.
Er is wel eens beweerd, gaat spr. voort, dat Noord-
Holland met zijn paarden niet kan concurreeren, dat
zal wel waar zijn, maar dan zullen de fokkers in Den
Haag kunnen leeren en zich beter fokmateriaal kunnen
aanschaffen.
De heer K. Breebaart Jz. rekent voor, dat een bedrag
van f180 verloren gaat met inleggeld enz., en dat er
dan van de f500 nog f320 voor verdere onkosten
overblijft.
En mocht er dan nog iets te kort overbleven, dan
meent spr., dat de eigenaars, die uitverkoren worden,
zich toch ook wel eenige geldelijke opoffering kunnen
getroosten. Voorz. heeft zooeven gezegd, dat, als no. 1
die aangewezen is, weigert, dan no. 2 zal worden ge
nomen. Spr. zou dat bejammeren, want dan zou niet
het allerbeste dat wij hebben, te zien gegeven worden.
Men moet zóó warm voor de zaak zijn, dat degeen, die
aangewezen wordt, ook gaat. Degene wien die eer te beurt
valt, mag zich niet zoo kleinzielig betoonen om thuis te
blijven.
Busloten wordt nog, dat de hengsten, die in aanmer
king komen naar Den Haag te gaan, op de keuringen
van de volgende week zullen worden voorgebracht.
Het bestuursvoorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
Het voorstel van den heer A. Roodenburg Jz., om de
voorjaarspremiekeuringen van hengsten in Haarlem te
houden, wordt aangehouden tot de volgende vergadering,
daar de voorsteller deze vergadering niet kon bijwonen.
Bij de rondvraag zegt de heer J. Blaauboer, dat
het z.i. zeer noodig is in een bepaald ras te fokken,
een volbloed ras te fokken en niet meer te kruisen.
De heer Van Tuijl is dat met Spr. eens. Het stam
boek van ons, zooals het nu bestaat, is geen stamboek.
Elk stamboek behoort er een te zijn van een bepaald
ras, wat in Engeland en Frankrijk het geval is. In geen
enkel land is het als hier, waar alles door elkaar in
het stamboek wordt opgenomen. Het stamboek is tot
dusver geweest een vereeniging, die de fokkers van
paardon met geld steunt. Spr. zou het zoo noodig oor-
deelen, dat men voor geheel Nederland had stamboeken,
voor elk ras afzonderlijk. Men moet niet, als nu geschiedt,
nu eens met een hengst dekken Anglo-Normandisch, om
voor dezelfde merrie volgend jaar een Oldenburger hengst
te nemen. De invloeden van den vader vindt men nog
in de 3e en 4e generatie, dus wat vooreen mengelmoes
moet men wel krijgen.
Spr. wijst er op, hoe dit by de hondenfokkery geheel
anders is, wat ook zoo noodig is met de paardenfokker^u
Ook daar moet eenheid van richting zyn, ook vanwege de
regeering. Als deze zich met de fokkerij gaat bemoeien)
bijv. door het plaatsen Van rykshengsten, dan moet de
fokrichting door de landbouwers tocht eerst worden
aangegeven.
Yoorz. deelt mede, dat het Hoofdbestuur met alge
meene stemmen besloten heeft, dat er een algemeene
reorganisatie moet komen. Op welke wyze, ja, ent is
nog niet bekend. Er was ook wel tegenstand, die het
de eerste jaren onmogelijk noemde, maar er moet toch
eenmaal mede worden begonnen.
De Regelingscommissie heeft in beginsel aangenomen
om koudbloedige hengsten niet meer te bekionen.
De heer Colyn wil een deskundige commissie, om aan
te geven in welke richting die reorganisatie moet zyn.
De heer Oiy bepleit bet denkbeeld om op de eerstvol
gende vergadering van de Afdeeling de vraag te stellen:
welke is naar ons oordeel voor Noord-Holland het meest
gewenschte foktype. Dan kan ook de Regelingscommis
sie met deze uitspraak rekening houden. Algemeen
wordt dit denkbeeld toegejuicht. J
De heer R. Schenk maakt er het bestuur van het
Stamboek een verwijt van, dat het de fokkerij met koud
bloedige hengsten tegenwerkt. Deze fokkerij brengt den
fokkers tochi groot voordeel, en daarom zou het naar
spr.'s oordeel ernstige overweging verdienen, niet langer
die fokkerij tegen te werken. De veulens van warm
bloedige paardon moet men houden tot hun 4e jaar, die
van koudbloedigen kan men op lij-jarigen leeftijd reeds
verkoopen, dat is een groot belang voor den Landbouw.
De heer Oly ontkent het, dat het de bedoeling van
het stamboek is, de fokkerij met koudbloedige heng
sten tegen te gaan. De Regelingscommissie plaatst zich
op een neutraal standpunt.
Maar wat is het geval? Geen enkele fokker gaat met
een le klas merrie naar een koudbloed-hengst. Daar
brengt men alleen minderwaardig fokmateriaal en men
verkoopt de veulens op lij-jarigen leeftijd, omdat men
van deze kruising krijgt een zwaarder produkt. Van die
aldus gefokte paarden blijft een zeker percentage in ons
land en daarmee wordt doorgefokt, en wat voor een
paard krijgt men dan. Een dergelijke manier van fokken
mag niet in de hand worden gewerkt. De fokkerij met
koudbloedige hengsten kan gesteund worden, als zy
rationeel wordt toegepast, maar nu is het alleen voor
den handel.
De Secretaris licht toe, dat ook de regeering aanmer
king heeft gemaakt op deze manier van fokken.
De heer R. Schenk wijst er op, dat door het niet-
primeeren der koudbloedige hengsten de aankoop daar
van niet wordt bevorderd, en dus het aantal weinig zal
blijven. Wat de bewering betreft, dat er een percentage
slechte paarden van die kruising in ons land blijft, spr.
meent, dat het percentage slechte paarden van Olden
burger hengsten veel grooter is.
De heer Jb. Zijp Hz. geeft te kennen, ook als lid der
Regelingscommissie te zullen bedanken. Verder zegt Spr.
dat als van regeeringsw-ge eens gevraagd wordt, aan
menschen die dat weten kunnengaat de paardenfok
kerij vooruit, daar heel moeilijk een antwoord op is te
geven.
Het is in de allereerste plaats de plicht der fokkers
om de fokkerij vooruit te brengen en de subsidie der
regeering is alleen een hulp in deze.
Die subsidiëering wordt veelal verkeerd beschouwd.
Die onderstand wordt gegeven in het belang van de
geheele fokkerij, maar het is geen bedeeling om de
landbouwers te steunen.
Men beweert dat de fokke:y met, koudbloedige heng
sten wordt verwaarloosd. Maar is die soort van fokkerij
in het belang van de fokkers in het algemeen? Men
doet een koudbloedig veulen op lJ-j^rigen leeftijd van
de hand, dat is een rentegevend zaakje, daarvoor behoeft
de regeering geen subsidie meer te geven. Dat kan wel
op zichzelf staan. Men moet by de fokkerij zich plaatsen
op een algemeen standpunt, men moet het particulier
belang scheiden van het algemeene en daarop moeten
de fokkers zelf in de eerste plaats letten, anders meen ik,
zegt spr., dat op den duur de subsidies van hooger
hand gevaar loopen.
1 Daarna wordt nogmaals ter sprake gebracht de
reorganisatie van het Paardenstamboek, waarbij de heer
K. Breebaart Jz. nog de meening te kennen gaf, dat de
fokker alleen had te vragen wat type-paard voor Noordr
Holland is gewenscht? los van elk bepaald ras, omdat
ook paarden uit hetzelfde ras afwijkingen vertoonen.
Maar waar dit punt op de volgende vergadering in het
breede zal worden behandeld, zullen wy deze kwestie
nu maar laten rusten.
Hierna werd de vergadering, die zeer druk bezocht
was, door den Voorzitter gesloten.
De moordaanslag op minister Van Raalte.
In de dagbladen is gemeld, dat S. Polak, die op mr.
Van Raalte, den minister van justitie, heeft geschoten,
den 20sten dezer maand deswege voor de rechtbank te
's-Gravenhage zou terechtstaan.
In de acte van verwijzing wordt aan den beklaagde,
die 53 jaar oud is, zonder beroep, geboren te Den Helder
en wonende te 's-Gravenhage, ten laste gelegd, dat hjj den
16den Febr. 1907 te's-Gravenhage gepoogd heeft opzettelijk,
met voorbedachten rade, mr. Eduard Ellis van Raalte
i van het leven te berooven, door uit een met scherp geladen
revolver in zijne onmiddellijke nabijheid vier schoten op
hem te lossen, zijnde de uitvoering van zyn voornemen
en van het misdrijf, hetwelk hy als omschreven poogde
te pleegen, niet voltooid, alleen tengevolge van de van
zyn wil onafhankelijke omstandigheid,dat drie der afgescho
ten kogels geheel misten, terwijl de vierde kogel de overjas
welke mr. Van Raalte aan had, doorboorde, maar niet
verder is doorgedrongen. Poging tot moord derhalve.
Zonderlinge toestand.
Zooals onlangs werd medegeieeld, woont de chef der
Gooische Stoomtram te Naarden in een „onbewoonbaar
verklaarde woning", waarin ook het station gevestigd
is. Nu deze niet binnen den daarvoor bestemden termijn
is ontruimd, is gerechtelijk aangezegd, dat zulks nog
binnen den kortst mogelijken tyd moet geschieden.
Naar wordt medegedeeld, zal nu het station der
Gooische Stoomtram te Naarden worden opgeheven op
last van den directeur dier maatschappij, zoodat de
soms talrijke bezoekers geen beschutting tegen felle
zonnestralen of snerpenden wind kunnen vinden, als
zjj op de „Gooische" moeten wachten.
Treurig
By een rondvraag in een Raadszitting van een Noord-
hollandsche gemeente vroeg een der Raadsleden of geen
maatregelen konden getroffen worden dat een genees
heer, die gesubsidiëerd wordt door drie gemeenten, ont
slagen werd. De man kwam in abnormalen toestand
bjj de patiëntenzyn vrouw en kinderen waren juist
1 gevlucht, terwijl de justitie hem ook reeds onder haar
cliëntèle mocht rekenen. Ergerlijke staaltjes werden
I daarbij medegedeeld maar ook, dat de geneeskundige
inspecteur verklaard had, dat de man niet ontslagen
kon worden. Praktijk bezit hy niet meer, maar geniet
wel traktement der gezamenlijke gemeenten. Echter leidt
het geen twijfel of de gemeenschappelijke burgemeesters
i zullen den dokter wel ontslaan op grond dat zy hem
beschouwen als gemeente-ambtenaar. Of dit mogelijk is,
zal nader blijken, maar afkeurenswaardig is zeker, dat
j de gemeente waar de dokter eerst stond, en wist wie
deze was, gunstige referenties gaf, om zichzelf geschikt
van hem te kunnen ontdoen.
Vereeniging tol Ontwikkeling van den Land
bouw in Hollands Noorderkwartier.
EXAMEN IN HET MELKEN.
Aan het door bovengenoemde vereeniging uitgeschre
ven „Onderzoek naar de bekwaamheid in het melken",
dat plaats had aan de Proefzuivelboerdery te Hoorn,
namen 22 jongelieden deel, n.1. 9 meisjes en 18 jongens.
Aan 17 hunner, n.1. aan 6 meisjes en 11 jongens, kon
het diploma van bekwaamheid worden uitgereikt; 3
meisjes en 2 jongens slaagden niet.
De Commissie van beoordeeling bestond uit de Heeren
G. "Wjjdenes Cz. te TwiskW. C. Duin te Wogmeer;
J. Bregman te Hoorn (plaatsvervangend lid K. Zijp te
Beemster.)
De namen der gediplomeerden zyn (alphabetisch)
Meisjes:
2. J. Egmond
3. T. Kuiper
4. T. Langereis
5. J. Stolp
6. G. Visser
Jongens:
7. H. J. E. van Hoorn
8. Jb. Jongejans
9. P. Karsten
10. J. Muntjewerf
11. Jb. Nannis
12. D. Pyper
13. G. Reynders
14. C. Russelman
15. P. Scheer
16. W. Schermerhorn
17. Jb. de Vries
Wieringerwaard.
Schagen.
Berkhout.
Alkmaar.
Opperdoes.
te Avenhorn.
Zaandam.
Ooster-Blokker.
Beemster.
Oudesluis.
Hoogwoud.
Avenhorn.
Zaandam.
Twisk.
Rustenburg.
Wervershoof.
1. C. G. Bloothoofd
te Koedijk.
Kurgeiueesters-beiiuiMiiiiig.
Bij Kon. Besl. van 4 dezer is benoemd tot burge
meester der gemeente Sint-Maarten de heer A. Klerk,
secretaris dier gemeente.
Bij de op Woensdag gehouden stemming voor een
lid van Bestuur voor den Kerk- en Dergmeerpolder te
Oudkarspel is in de plaats van wijlen den heer K. Blom
Dz. te Sint Maarten gekozen, de heer F. de Boer Pz. te
Oudkarspel.
De dienstweigeraar Mammen.
De Alkmaarsche dienstweigeraar is, na 16 dagen in
den Helder in de provoost te hebben doorgebracht
m het huis van bewaring te Haarlem geplaatst.
Hij heeft een brief geschreven waaruit blijkt, dat
men, naar hij meent, getracht heeft hem af te keuren.
Hem werd o.a. door den geneesheer gevraagd naar
zijn gezondheid, zijn keel enz. en ten slotte„Schrijf
eens ik ben anti-militarist!" Hij deed dit niet, maar
schreef waarom hij weigerde wapens te dragen. Daarop
is tegen hem rechtsingang verleend hetgeen hij even
wel aiiet betreurt.
Toen hij verhoord werd, werd hem gevraagd of het
waar was, dat hij voor f 15 in de week voor den anti-
militairistenbond dienst weigerde, hetgeen hij krachtig
1 ontkende. A. Dbl.
i Opstootjes te Loosduiiieii.
Men meldt aan de Tel. uit Loosduinen:
Op het nieuwe terrein der Loosduinsche groentenvei-
ling werd Woensdagmiddag een ruw toonecl afgespeeld.
Een koopman was het terrein ontzegd door het be
stuur. Om zich daarover te wreken, kocht de man een
aantal misthoorns van de grootste soort en liet die
alle tegelijk brommen, Koopen was toen onmogelijk. De
vertoornde kooplui en tuindersknechts vernielden toen
die [voorwerpen en het gebouw, waarin ze geplaatst
waren. De huurder van den tuin, waardp ze stonden,
die toebehoort aan bedoelden koopman, werd, even
als zijn broeder, afgeranseld. De burgemeester had intus-
schen in een spoedvergadering den Raad bijeen geroe
pen. In enkele minuten was toen een politieverorde
ning voorgesteld, behandeld, aangenomen en bij klok
gelui afgekondigd. De politie kreeg hierbij macht pro
ces-verbaal op te maken tegen ieder, die zulk een leven
maakt bij scholen, vergaderingen en verknopingen, dat
daardoor het onderwijs, de vergadering of de verkoo-
ping 'onmogelijk wordt gemaakt. Verder heeft zij het
recht de voorwerpen, waarmee het geweld wordt ge
maakt, in beslag te nemen. Met deze verordening snel
de de politie naar het tooneel van den strijd en hier
op kon de veiling voortgezet worden.
Een nieuwe Kamerwacht.
Donderdag is de militaire wacht in en vóór het ge
bouw van de Tweede Kamer der Staten-Generaal tijdens
de zittingen vervangen door Rijksveldwachters.
Een lutcling van 50 jaar.
In de Staatscourant van heden komt een kon. be
sluit voor, waarbij de loteljng J. C. Beeuwkes, ge
boren 4 April 1851, van verderen werkelijken dienst bij
de militie wordt ontheven,
I Genoemde Joteling was n.1. op 11 Mei 1871 voor
<je gemeente Apeldoorn ingelijfd bij het regiment gre
nadiers en jagers. Na op 21 Juli 1874 in het genot
van groot verlof te zijn gesteld, werd hij op 17 Sep
tember 1875 als deserteur uit de sterkte van zijn korps
afgevoerd wegens het niet voldoen aan een oproeping
voor den werkelijken dienst. Daar hij thans naar Ne
derland wenscht (terug te keeren, heeft hij verzocht
I om van verderen werkelijken dienst bij de militie te
worden ontheven.
Twaalf jaren geleden vertrok de 20-jarige van Hat-
tum, zonder aan zijn militieplichten voldaan te heb-
ben, naar Duitschland, waar hij al dien tijd is werkzaam
j geweest. In het vorig jaar zijn hem door een trein de
beide beenen onder de knie afgereden, zoodat hij zich
thans niet anders dan met behulp van twee krukken,
en dan nog moeilijk, bewegen kan. Na zijn genezing
is hij van Duitschland overgebracht naar Enschede en
van hie rnaar zijn geboorteplaats Hattum. Hier ont
dekte men dat hij twaalf jaren geleden als deserteur
was afgeschreven, waarin de gemeente-politie aanlei
ding vond hem naar den krijgsraad in het 5e mil.
arrondissement, te Leeuwarden, ove rte brengen.
De krijgsraad heeft hem schuldig verklaard aan de
sertie en veroordeeld tot 3 weken detentie, het mi
nimum der straf, welk op dat misdrijf is gesteld, welk
vonnis door het Hoog Militair Gerechtshof is beves
tigd. De veroordeelde is niet in arrest gesteld en naar
Hattum teruggekeerd. Vermoedelijk zal hij zijn straf wel
niet ondergaan.
Naar liet Heilige Land.
De heer G. B. J. de B., apotheker te Zwolle, ont
ving dezer dagen een brief uit München, die, ofschoon
hij van het goede adres was voorzien, eerst een kruis-
tocht naar het Heilige Land had gedaan en ten be
wijze daarvan tot poststempel Jeruzalem droeg.
Zwolle—Betblehemsche Kerkplein luidt het adres. De
Miincbensche postbeambte zal gedacht hebben: Zwolle?
Was heiszt Zwolle? Hat einer jemajs voq Zwolle ge-
hört? En daar niemand, bij gebrek aan de aanwij
zing Nederland, Zwolle wist thuis te brengen en daar
entegen de nadere woonplaats-aanduiding Befhlehem-
sche Kerkplein het woord B.thlehem bevatte, zal het
„Bethlehem, richtig, also Jeruzalem" geweest zijn.
(Zw. Ct.)
Treurig.
Men meldt uit Arum aan de L. C.
Daar het zoogenaamde armhuis wordt afgebroken,
moet een viertal daarin wonende gezinnen, te zamen
tellende 27 zielen, een ander onderkomen zoe
ken. Konden ze het vorig jaar geen wonjng
vinden, wegens woningnood, waarom de armvoog
den het op afbraak verkochte gebouw nog een jaar
lieten staan, thans staan er nog een zevental arbei
derswoningen ledig. Het opmerkelijke van dit geval is,
dat de eigenaars dier woningen ze niet aan die gezinnen
wilden verhuren, niettegenstaande één hunner epn ^olie
den borgtocht heeft en de andere het grootste ge
deelte der huurpenningen njet alleen kunnen, maar
ook willen voldoen bij vooruitbetaling.
Thans kampeeren ze vlak bij het tramstation in de
open lucht. Twee gezinnen hebben van oude planken
eene soort tent gemaakt. De meubels staan buiten en
het jniddagmaal wordt onder den blooten hemel ge
kookt. Het heeft veel van een zigeunerkampje. Diep
treurig bij zulk eene koude.
Ongeluk.
Te Vlodrop was ee r gi s te re y m Q rge n een ploeg werklie
den bezig met het uitgraven van zand. Opeens viel
een geweldige massa naar beneden. Drie. mannen wer
den onder de aarde bedolven. Twee hunner konden nog I
tijdig bevrijd worden. De derde was, toen hij na veel
inspanning opgehaald werd, reeds overleden.
Bouwmeester Jr. in de leeuwenkooi.
Als reclame heeft de aankondiging, dat de heer Louis
Bouwmeester Jr. een proef zou afleggen van den in
hem sluimerenden heldenaard door in de leeuwenkooi
te gaan, in het circus Ott te Batavia, goed gepakt.
De tent was zeer goed gevuld.
Na de gewone toeren met zijn pleegdieren te heb
ben verricht, noodigde de temmer den heer Bouw
meester uit zich in de omtraliede ruimte te willen
begeven, doch had als voorzorgsmaatregel het leeuwen-
paar, waarvan het mannetje nog eenige fut vertoont,
eerst er uit verwijderd en in hun hok gejaagd. Hei
tweetal overgebleven leeuwen werd ieder op een py-
ramide gezet en de amateur-gladiator trad binnen.'
Champagne werd gedronken, een sigaret opgestoken,
waarna de mannetjesleeuw bevel kreeg languit op één
oor te gaan liggen, een bevel, waaraan hel dier maar al
te graag voldeed, blij dat hij niet verder geplaagd werd.
De temmer zette daarop een tweetal stoelen achter
den leeuw neer, waarna de woestijnkoning een oogen-
blik tot voetenbankje diende voor den temtner en zijn
gast. De temmer zette zijne voeten op des leeuwen
schouders, de heer Bouwmeester deed zulks op diens
hammetjes. Eenig applaus, voornamelijk van dames
werd gehoord en de leeuwen gingen hun hok in, terwijl
de heer Bouwmeester de kooi verliet.
Bloemenhidde ontbrak. (Javabode.)
De maan en het weder.
Het volksgeloof dat de maan bij hare verschillende
schijngestalten invloed oefent op het weder, wordt dooi
de meeste wetenschappelijke meteorologen als onbewe
zen beschouwd. Thans komt in het Duitsche Meteorol.
Tijdschrift (van Mei) een opstel voor van den heer
Meissner te Potsdam, die gedurende 61/2 jaar waar
nemingen heeft gedaan 0111 11a te gaan oi' de volle
maan „de wolken uiteendrijft," zooals vaak geloofd
wordt. Zijn bevinding is, dat de maan zulk een kracht
niet bezit. Gewoonlijk komen bij volle maan meer wol
ken voor dan bij nieuwe maan. Dit bevestigt de vaak
gegeven verklaring dat niet de maan de wolken uit
eendrijft maar het uiteengaan der wolken maakt dat
men de maan ziet, en dit uitteraard meer de aandacht
trekt bij volle dan bij nieuwe maan.
Een onveilig rustbed.
Een Wageningsehe sigarenmaker, die Maandagavond
op de Rhenensche kermis wat al te veel aan Bacchus
had geofferd, legde zich op den wegnaar Wageningen le
slapen. De stoomtram van 4 uur uil Rhenen reed
hem over den rechtervoet. Het gekerm van den man
wekte eenige omwonenden, die hem naar het zieken
huis te Wageningen vervoerden.
De staking der Veldnrbeiiders.
De stakende veldarbeiders te Finsterwolde hebben de
regeling door 15 hunner Dinsdagavond ontworpen, in
hoofdzaak goedgekeurd in eene Woensdagnamiddag' ge
houden vergadering, die bezocht was door ongeveer
250 personen. Alleen werd deze wijziging aangebracht
dat het loon in de maanden Augustus en September
15 icent per uur zal bedragen. De loonlijst, die aan
de landbouwers zal worden overgelegd, zal bevatten
de minimumloonen, ingaande met het begin van den
zichttijd.
In de vergadering der arbeiders werd er nog op
gewezen, dat sommige burgers de stakers niet hebben
gesteund in den langdurigen strijd; bakkers en win
keliers daaronder vallende zullen niet worden begun
stigd.
Te Woldendorp zijn de partijen niet tot overeen
stemming gekomen. In eene vergadering van landbou
wers zijn bestuursleden van de afdeeling van Patrimo
nium en van de organisatie der veldarbeiders ontboden
en is door de patroons eene loonregeling aangeboden.
De arbeiders wenschen die niet aan te nemen, omdat ze
'meenen, dat daarmee niet de minste verbetering wordt
verkregen. Zij zijn voornemens de kwestie ongeveer
5 weken te. laten rusten, 0111 dan als de maaiers en
hooiers van Friesland terug zijn andermaal met
de landbouwers te overleggen. De zicht- en bindtijd
is dan zeer kort bij en de arbeiders verwachten, dat
de landbouwers dan bereid zullen zijn, eenige ver
hooging wan loon toe te staan.
die als boerenknecht in Hollands Noorderkwartier is
gaan dienen, aan zijn broer Klaas, die in
de Zaanstreek gebleven is.
XXVII.
'k Zou nog beschrijven de verkiezing
In dit district, voor Statenlid
Welnu, 'k wil mijn belofte houden
Je krijgt ze van mij, zwart op wit.
Hier zijn een vijftal candidaten,
Waarvan 'k er drie bespreken zal,
(De vierde is reeds lid, al jaren,
De vijfde wil niet, bij geval.)
Merz is de bloem van al de heeren,
De sterkste, zwaarste, knapste vent,
En zijn geluk is daarenboven:
De man is wyd en zijd bekend;
Men zegt wel, dat hij vóór twee jaren
Een reis naar Duitschland heeft, gedaan,
Om aan den Keizer te verkoopen
Ons land, maar daar is niets van aan.
Dit heeft men ook van doctor Kuyper,
Juist in denzelfden tijd gezegd,
Maar, och! die grove lasterpraatjes
Zyn slechts voor Grooten weggelegd.
De waarheid is, dat Merz den Keizer
Wel van de toltarieven sprak,
En voor den vrijdom van de „kooltjes"
In Hollandsch-Duitsch een lans ook brak.
Hij zei„Wilhelm 1 du brave Kerrel,
„Was thut Sie nur mlt Langedyk?
„Wenn Sie so doorgass ist der Koolboer
„Weldra kein Silbergroschen rijk;"
Maar Wilhelm sprak, voor Merz verstaanbaar,
In Duitsch-ver-Hollandscht Kollewynsch,
(Dat Hy nog kent, omdat Hij afstamt
Van de Oranjes)„denk Sie eins
„Mein hester Merz, hoe muss ich komme
„An al die Marken für die Flot?
„Die muss Mioh Nietherland bezahj^n,
„Und Fressers aus die Saurkoolr,ot 1"
Merz stond verbluft en zcj qen Keizer
Ternauwernood een: „Gutejidag,"
Hy ging maar weer terug naar Schagen,
Zich klaar bewust van goed gedrag.
Wat echter nog wel is te vreezen,
Als Merz daar eens in Haarlem is?
Dat hij te familjaar kan worden
Met al c|e grootendan is 't mis-
Als hij van „Gys" begint te praten
Straks tot het hoofd van ons Gewest,
En deze met Johan ferugspreekt:
Dan gaan de zaken vast niet best,
Dan spelen heiden onder 't hoedje,
Zooals h.öt al te vaalt maar gaat.
Mót vele grooten naar de wereld;
t* En, voor de rest is Merz niet kwaad.
Verburg? - wat zou Verburg toch wezen?
Dat is een zuurkoolfabvikant,
Die ook nog graag wil psalmenzingen
En bidden voor het Vaderland
Of ons dit hidden voel zal baten?
Ik weet het niet, Klaas 1toen een leek,
(Een oude boer) met droeve oogen
Gebogen naar zijn akker keek,
Zei dominéé, die daar voorbijging;
„Die akker is zoo dor, myn zoon!
„Ga bidden, bidden, alle dagen:
„Een vruchtbre bodem is je loon 1"
„Neen dominéé 1" zei toen het boertje,
(En schudde met znn ruigen kop),
„Neen dominóel hei bidden baat niet:
„Ik weet, waar t schort; „Mest moet erop!"-
Zóó gaat het ook wel in de Staten
Met bidden, vrees ik, lukt het niet;
Je moet daar: werken, denken, leeren,
Elk naar zyn kracht op zjjn gebied.
P. Trapman's naam moog' „trapp.Vig" klinkerr,.
Hy houdt van werken, weet ikmaar
HÜ zal niet met den „strooppot loopen
En is een man van zessen Klaar.
Jaap.