K«rijmde Brieven van Jaap, Plaatselijk Nieuws. Binnenlandsch Nieuws. Vergadering van de Afdeelirg Noord-Holland van Het Nederlaudsch Paardenstamboek, gehouden op Donderdag 6 Juni 1907, des voormiddags half twaalf ure, in het lokaal van den heer J. Vader Az. alhier. Voorzitter de heer J. Breebaart Kz. Na opening der vergadering volgt de lezing en goed keuring der notulen. Voorzitter deelt mede, dat mejuffrouw J. Laurman is benoemd tot secretaresse van Het Nederlandsch Paar denstamboek. Verder wordt meegedeeld, dat in Den Haag een tweetal vergaderingen zijn geweest van leden van de regelings-commissién en de Paardenstamboeken in ons land en dat daar is gesproken over het frauduleus fokken met afgekeurde en nietgekeurde hengsten en de middelen om dat tegen te gaan. Resultaten bad die vergadering nog niet gebracht. Er waren overtredingen te Schoorl en te Haarlemmermeer geconstateerd, welke zouden worden vervolgd. Verschillende bepalingen waren besproken, w. o. ook deze, dat op het erf van een boerderij, waar een derge lijke hengst stond, geen merrie mocht komen. Ook moest de merrie, die als eigen paard van^ den hengsten- houdor werd opgegeven, daar minstens 3 maanden op stal of in het land zijn. De heer J. Blaauboer gaf als eenvoudig en doeltref fend middel aan de hand, dat van elk veulen een bewys van afstamming moest aanwezig zijn, wat de heei P. Olü aanleiding gaf te beweren, dat men dan maar een bewijs nam van een buurman of goed vriend, wiens merrie gust was gebleven. De heer K. Kaan wilde daarom ook zoowel den hengstenhouder als den eigenaar der merrie direct bjj dekking dit bewijs doen teekenen, dan kon dat dus niet door verschillende eigenaren worden gebruikt. Voorzitter acht de controle uiterst moeilyk, maar er zal wel het een of ander op worden gevonden, dat ver betering brengt. De rekening van de Afdeeling over het jaar 1905 sluit met een batig saldo van f 845.24*, die van de provinciale subsidie met f165. De commissie belast met het nazien dezer beide rekeningen, brengt bij monde van den heer Scholten rapport uit en adviseert tot goedkeuring, onder dankzegging voor hot uitstekend beheer. De vergadeiing besluit aldus. „T De heeren J. Breebaart Kz. (Noorderdeel) en F. W. baron van Tuijl van Serooskerken (Zuiderdeel) worden met bijna algemeene stemmen tot leden van het bestuur herkozen. Inplaats van den heer Jhr. Mr. P. v. Foieest (Middendeel), die niet meer in aanmerking wenschte te komen, werd gekozen de heer J. H. Cornelissen en in de plaats van den heer H. F. Bultman, overleden, de heer H. F. Bultman Jr. In de plaats van den heer Jb. Zjjp Hz. (Noordeideel), die bedankt had, werd met 32 van de 34 stemmen gekozen de heer Jb. Kaan. Vóór deze laatste stemming plaats had, dankte de Voorzitter den heer Jb. Zijp voor het vele goeds, dat hn als lid van het bestuur had gedaan. De heer Zijp behoorde, zeide spr., tot de oprichters, hij is altyd lid van het bestuur geweest, en was één van de drie commissieleden van Hollands Noorderkwartier, die do stichting van het Ned. Paardenstamboek hebben voor- bereid. Van den beginne af heeft de heer Zijp meege werkt en zijn medewerking is altp zeer op prijs gesteld. Hij meent zich nu te moeten terugtrekken, omdat hy geen fokker is Maar gaarne had spr. hem in het bestuur gehouden, omdat het een man is, die veel invloed heeft in deze provincie en daarom doet het hem zeei leed, dat de heer Zijp bedankt. Dat bedanken is pertinent, dus moeten we dit eerbiedigen, maar spr. hoopt, dat de heer Zijp, al is het dan niet als bestuurslid, dan toch als gewoon lid, de belangen van het Paardenstam boek zal blijven behartigen. De heer Zijp zegt, dat hij meent te moeten bedanken, mee met het oog op de reorganisatie van het Paarden stamboek. Hij acht het noodig daarom zijn plaats aan een ander af te staan, die met meer vruchten werkzaam zal kunnen zijn dan hij. Maar met betrekking tot wat Voorzitter daar het laatst heeft gezegd, wil hy gaarne verklaren, dat hij zooveel in zijn vermogen is, vvel niet als bestuurslid, maar dan toch als gewoon lid, de belangen van het stamboek zal blijven voorstaan en bevorderen. Tot afgevaardigden naar de algemeene vergadering te Rotterdam worden gekozen de heeren: B. Biesheuvel (Zuiderdeel), K. Breebaart Jz. (Noorderdeel) en R. Kaan (Middendeel). Aan de orde is nu het voorstel van het bestuur om trent een inzending paarden uit deze Provincie ter tentoonstelling te 's-Gravenhage. Het bestuur stelt voor als maximum bedrag daarvoor beschikbaar te stellen f500. In te zenden 3 hengsten uit de provincie, niet uit elk deel de beste, maar de 3 beste uit de geheele provincie. Dan verder 6 merries van 2 jaar, 6 merries van 3 jaar en ouder, en van deze zoo mogelijk uit ieder deel der provincie 2 van de beste. De heer J. Blaauboer informeert, hoe de verdeeling der uitgeloofde gelden zal zijn. De heer Colijn betuigt met dit idéé zyn sympathie, maar spr., wetende uit ondervinding hoeveel geld dergelijke inzendingen kosten, zag gaarne het bedrag van f 500 verhoogd. Spr. gelooft, dat anders de kosten voor de inzenders niet gering zullen zijn. Voorzitter zegt, dat de premies, die behaald worden, voor de eigenaars zullen zijn. Het saldo van de kas is f845, als daar f500 afgaat, schiet er al niet te veel over. Bovendien wordt dit bedrag alleen betaald uit de kas van het Stamboek en de fokkers moeten er zelf ook wat voor over hebben. Er is wel eens beweerd, gaat spr. voort, dat Noord- Holland met zijn paarden niet kan concurreeren, dat zal wel waar zijn, maar dan zullen de fokkers in Den Haag kunnen leeren en zich beter fokmateriaal kunnen aanschaffen. De heer K. Breebaart Jz. rekent voor, dat een bedrag van f180 verloren gaat met inleggeld enz., en dat er dan van de f500 nog f320 voor verdere onkosten overblijft. En mocht er dan nog iets te kort overbleven, dan meent spr., dat de eigenaars, die uitverkoren worden, zich toch ook wel eenige geldelijke opoffering kunnen getroosten. Voorz. heeft zooeven gezegd, dat, als no. 1 die aangewezen is, weigert, dan no. 2 zal worden ge nomen. Spr. zou dat bejammeren, want dan zou niet het allerbeste dat wij hebben, te zien gegeven worden. Men moet zóó warm voor de zaak zijn, dat degeen, die aangewezen wordt, ook gaat. Degene wien die eer te beurt valt, mag zich niet zoo kleinzielig betoonen om thuis te blijven. Busloten wordt nog, dat de hengsten, die in aanmer king komen naar Den Haag te gaan, op de keuringen van de volgende week zullen worden voorgebracht. Het bestuursvoorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. Het voorstel van den heer A. Roodenburg Jz., om de voorjaarspremiekeuringen van hengsten in Haarlem te houden, wordt aangehouden tot de volgende vergadering, daar de voorsteller deze vergadering niet kon bijwonen. Bij de rondvraag zegt de heer J. Blaauboer, dat het z.i. zeer noodig is in een bepaald ras te fokken, een volbloed ras te fokken en niet meer te kruisen. De heer Van Tuijl is dat met Spr. eens. Het stam boek van ons, zooals het nu bestaat, is geen stamboek. Elk stamboek behoort er een te zijn van een bepaald ras, wat in Engeland en Frankrijk het geval is. In geen enkel land is het als hier, waar alles door elkaar in het stamboek wordt opgenomen. Het stamboek is tot dusver geweest een vereeniging, die de fokkers van paardon met geld steunt. Spr. zou het zoo noodig oor- deelen, dat men voor geheel Nederland had stamboeken, voor elk ras afzonderlijk. Men moet niet, als nu geschiedt, nu eens met een hengst dekken Anglo-Normandisch, om voor dezelfde merrie volgend jaar een Oldenburger hengst te nemen. De invloeden van den vader vindt men nog in de 3e en 4e generatie, dus wat vooreen mengelmoes moet men wel krijgen. Spr. wijst er op, hoe dit by de hondenfokkery geheel anders is, wat ook zoo noodig is met de paardenfokker^u Ook daar moet eenheid van richting zyn, ook vanwege de regeering. Als deze zich met de fokkerij gaat bemoeien) bijv. door het plaatsen Van rykshengsten, dan moet de fokrichting door de landbouwers tocht eerst worden aangegeven. Yoorz. deelt mede, dat het Hoofdbestuur met alge meene stemmen besloten heeft, dat er een algemeene reorganisatie moet komen. Op welke wyze, ja, ent is nog niet bekend. Er was ook wel tegenstand, die het de eerste jaren onmogelijk noemde, maar er moet toch eenmaal mede worden begonnen. De Regelingscommissie heeft in beginsel aangenomen om koudbloedige hengsten niet meer te bekionen. De heer Colyn wil een deskundige commissie, om aan te geven in welke richting die reorganisatie moet zyn. De heer Oiy bepleit bet denkbeeld om op de eerstvol gende vergadering van de Afdeeling de vraag te stellen: welke is naar ons oordeel voor Noord-Holland het meest gewenschte foktype. Dan kan ook de Regelingscommis sie met deze uitspraak rekening houden. Algemeen wordt dit denkbeeld toegejuicht. J De heer R. Schenk maakt er het bestuur van het Stamboek een verwijt van, dat het de fokkerij met koud bloedige hengsten tegenwerkt. Deze fokkerij brengt den fokkers tochi groot voordeel, en daarom zou het naar spr.'s oordeel ernstige overweging verdienen, niet langer die fokkerij tegen te werken. De veulens van warm bloedige paardon moet men houden tot hun 4e jaar, die van koudbloedigen kan men op lij-jarigen leeftijd reeds verkoopen, dat is een groot belang voor den Landbouw. De heer Oly ontkent het, dat het de bedoeling van het stamboek is, de fokkerij met koudbloedige heng sten tegen te gaan. De Regelingscommissie plaatst zich op een neutraal standpunt. Maar wat is het geval? Geen enkele fokker gaat met een le klas merrie naar een koudbloed-hengst. Daar brengt men alleen minderwaardig fokmateriaal en men verkoopt de veulens op lij-jarigen leeftijd, omdat men van deze kruising krijgt een zwaarder produkt. Van die aldus gefokte paarden blijft een zeker percentage in ons land en daarmee wordt doorgefokt, en wat voor een paard krijgt men dan. Een dergelijke manier van fokken mag niet in de hand worden gewerkt. De fokkerij met koudbloedige hengsten kan gesteund worden, als zy rationeel wordt toegepast, maar nu is het alleen voor den handel. De Secretaris licht toe, dat ook de regeering aanmer king heeft gemaakt op deze manier van fokken. De heer R. Schenk wijst er op, dat door het niet- primeeren der koudbloedige hengsten de aankoop daar van niet wordt bevorderd, en dus het aantal weinig zal blijven. Wat de bewering betreft, dat er een percentage slechte paarden van die kruising in ons land blijft, spr. meent, dat het percentage slechte paarden van Olden burger hengsten veel grooter is. De heer Jb. Zijp Hz. geeft te kennen, ook als lid der Regelingscommissie te zullen bedanken. Verder zegt Spr. dat als van regeeringsw-ge eens gevraagd wordt, aan menschen die dat weten kunnengaat de paardenfok kerij vooruit, daar heel moeilijk een antwoord op is te geven. Het is in de allereerste plaats de plicht der fokkers om de fokkerij vooruit te brengen en de subsidie der regeering is alleen een hulp in deze. Die subsidiëering wordt veelal verkeerd beschouwd. Die onderstand wordt gegeven in het belang van de geheele fokkerij, maar het is geen bedeeling om de landbouwers te steunen. Men beweert dat de fokke:y met, koudbloedige heng sten wordt verwaarloosd. Maar is die soort van fokkerij in het belang van de fokkers in het algemeen? Men doet een koudbloedig veulen op lJ-j^rigen leeftijd van de hand, dat is een rentegevend zaakje, daarvoor behoeft de regeering geen subsidie meer te geven. Dat kan wel op zichzelf staan. Men moet by de fokkerij zich plaatsen op een algemeen standpunt, men moet het particulier belang scheiden van het algemeene en daarop moeten de fokkers zelf in de eerste plaats letten, anders meen ik, zegt spr., dat op den duur de subsidies van hooger hand gevaar loopen. 1 Daarna wordt nogmaals ter sprake gebracht de reorganisatie van het Paardenstamboek, waarbij de heer K. Breebaart Jz. nog de meening te kennen gaf, dat de fokker alleen had te vragen wat type-paard voor Noordr Holland is gewenscht? los van elk bepaald ras, omdat ook paarden uit hetzelfde ras afwijkingen vertoonen. Maar waar dit punt op de volgende vergadering in het breede zal worden behandeld, zullen wy deze kwestie nu maar laten rusten. Hierna werd de vergadering, die zeer druk bezocht was, door den Voorzitter gesloten. De moordaanslag op minister Van Raalte. In de dagbladen is gemeld, dat S. Polak, die op mr. Van Raalte, den minister van justitie, heeft geschoten, den 20sten dezer maand deswege voor de rechtbank te 's-Gravenhage zou terechtstaan. In de acte van verwijzing wordt aan den beklaagde, die 53 jaar oud is, zonder beroep, geboren te Den Helder en wonende te 's-Gravenhage, ten laste gelegd, dat hjj den 16den Febr. 1907 te's-Gravenhage gepoogd heeft opzettelijk, met voorbedachten rade, mr. Eduard Ellis van Raalte i van het leven te berooven, door uit een met scherp geladen revolver in zijne onmiddellijke nabijheid vier schoten op hem te lossen, zijnde de uitvoering van zyn voornemen en van het misdrijf, hetwelk hy als omschreven poogde te pleegen, niet voltooid, alleen tengevolge van de van zyn wil onafhankelijke omstandigheid,dat drie der afgescho ten kogels geheel misten, terwijl de vierde kogel de overjas welke mr. Van Raalte aan had, doorboorde, maar niet verder is doorgedrongen. Poging tot moord derhalve. Zonderlinge toestand. Zooals onlangs werd medegeieeld, woont de chef der Gooische Stoomtram te Naarden in een „onbewoonbaar verklaarde woning", waarin ook het station gevestigd is. Nu deze niet binnen den daarvoor bestemden termijn is ontruimd, is gerechtelijk aangezegd, dat zulks nog binnen den kortst mogelijken tyd moet geschieden. Naar wordt medegedeeld, zal nu het station der Gooische Stoomtram te Naarden worden opgeheven op last van den directeur dier maatschappij, zoodat de soms talrijke bezoekers geen beschutting tegen felle zonnestralen of snerpenden wind kunnen vinden, als zjj op de „Gooische" moeten wachten. Treurig By een rondvraag in een Raadszitting van een Noord- hollandsche gemeente vroeg een der Raadsleden of geen maatregelen konden getroffen worden dat een genees heer, die gesubsidiëerd wordt door drie gemeenten, ont slagen werd. De man kwam in abnormalen toestand bjj de patiëntenzyn vrouw en kinderen waren juist 1 gevlucht, terwijl de justitie hem ook reeds onder haar cliëntèle mocht rekenen. Ergerlijke staaltjes werden I daarbij medegedeeld maar ook, dat de geneeskundige inspecteur verklaard had, dat de man niet ontslagen kon worden. Praktijk bezit hy niet meer, maar geniet wel traktement der gezamenlijke gemeenten. Echter leidt het geen twijfel of de gemeenschappelijke burgemeesters i zullen den dokter wel ontslaan op grond dat zy hem beschouwen als gemeente-ambtenaar. Of dit mogelijk is, zal nader blijken, maar afkeurenswaardig is zeker, dat j de gemeente waar de dokter eerst stond, en wist wie deze was, gunstige referenties gaf, om zichzelf geschikt van hem te kunnen ontdoen. Vereeniging tol Ontwikkeling van den Land bouw in Hollands Noorderkwartier. EXAMEN IN HET MELKEN. Aan het door bovengenoemde vereeniging uitgeschre ven „Onderzoek naar de bekwaamheid in het melken", dat plaats had aan de Proefzuivelboerdery te Hoorn, namen 22 jongelieden deel, n.1. 9 meisjes en 18 jongens. Aan 17 hunner, n.1. aan 6 meisjes en 11 jongens, kon het diploma van bekwaamheid worden uitgereikt; 3 meisjes en 2 jongens slaagden niet. De Commissie van beoordeeling bestond uit de Heeren G. "Wjjdenes Cz. te TwiskW. C. Duin te Wogmeer; J. Bregman te Hoorn (plaatsvervangend lid K. Zijp te Beemster.) De namen der gediplomeerden zyn (alphabetisch) Meisjes: 2. J. Egmond 3. T. Kuiper 4. T. Langereis 5. J. Stolp 6. G. Visser Jongens: 7. H. J. E. van Hoorn 8. Jb. Jongejans 9. P. Karsten 10. J. Muntjewerf 11. Jb. Nannis 12. D. Pyper 13. G. Reynders 14. C. Russelman 15. P. Scheer 16. W. Schermerhorn 17. Jb. de Vries Wieringerwaard. Schagen. Berkhout. Alkmaar. Opperdoes. te Avenhorn. Zaandam. Ooster-Blokker. Beemster. Oudesluis. Hoogwoud. Avenhorn. Zaandam. Twisk. Rustenburg. Wervershoof. 1. C. G. Bloothoofd te Koedijk. Kurgeiueesters-beiiuiMiiiiig. Bij Kon. Besl. van 4 dezer is benoemd tot burge meester der gemeente Sint-Maarten de heer A. Klerk, secretaris dier gemeente. Bij de op Woensdag gehouden stemming voor een lid van Bestuur voor den Kerk- en Dergmeerpolder te Oudkarspel is in de plaats van wijlen den heer K. Blom Dz. te Sint Maarten gekozen, de heer F. de Boer Pz. te Oudkarspel. De dienstweigeraar Mammen. De Alkmaarsche dienstweigeraar is, na 16 dagen in den Helder in de provoost te hebben doorgebracht m het huis van bewaring te Haarlem geplaatst. Hij heeft een brief geschreven waaruit blijkt, dat men, naar hij meent, getracht heeft hem af te keuren. Hem werd o.a. door den geneesheer gevraagd naar zijn gezondheid, zijn keel enz. en ten slotte„Schrijf eens ik ben anti-militarist!" Hij deed dit niet, maar schreef waarom hij weigerde wapens te dragen. Daarop is tegen hem rechtsingang verleend hetgeen hij even wel aiiet betreurt. Toen hij verhoord werd, werd hem gevraagd of het waar was, dat hij voor f 15 in de week voor den anti- militairistenbond dienst weigerde, hetgeen hij krachtig 1 ontkende. A. Dbl. i Opstootjes te Loosduiiieii. Men meldt aan de Tel. uit Loosduinen: Op het nieuwe terrein der Loosduinsche groentenvei- ling werd Woensdagmiddag een ruw toonecl afgespeeld. Een koopman was het terrein ontzegd door het be stuur. Om zich daarover te wreken, kocht de man een aantal misthoorns van de grootste soort en liet die alle tegelijk brommen, Koopen was toen onmogelijk. De vertoornde kooplui en tuindersknechts vernielden toen die [voorwerpen en het gebouw, waarin ze geplaatst waren. De huurder van den tuin, waardp ze stonden, die toebehoort aan bedoelden koopman, werd, even als zijn broeder, afgeranseld. De burgemeester had intus- schen in een spoedvergadering den Raad bijeen geroe pen. In enkele minuten was toen een politieverorde ning voorgesteld, behandeld, aangenomen en bij klok gelui afgekondigd. De politie kreeg hierbij macht pro ces-verbaal op te maken tegen ieder, die zulk een leven maakt bij scholen, vergaderingen en verknopingen, dat daardoor het onderwijs, de vergadering of de verkoo- ping 'onmogelijk wordt gemaakt. Verder heeft zij het recht de voorwerpen, waarmee het geweld wordt ge maakt, in beslag te nemen. Met deze verordening snel de de politie naar het tooneel van den strijd en hier op kon de veiling voortgezet worden. Een nieuwe Kamerwacht. Donderdag is de militaire wacht in en vóór het ge bouw van de Tweede Kamer der Staten-Generaal tijdens de zittingen vervangen door Rijksveldwachters. Een lutcling van 50 jaar. In de Staatscourant van heden komt een kon. be sluit voor, waarbij de loteljng J. C. Beeuwkes, ge boren 4 April 1851, van verderen werkelijken dienst bij de militie wordt ontheven, I Genoemde Joteling was n.1. op 11 Mei 1871 voor <je gemeente Apeldoorn ingelijfd bij het regiment gre nadiers en jagers. Na op 21 Juli 1874 in het genot van groot verlof te zijn gesteld, werd hij op 17 Sep tember 1875 als deserteur uit de sterkte van zijn korps afgevoerd wegens het niet voldoen aan een oproeping voor den werkelijken dienst. Daar hij thans naar Ne derland wenscht (terug te keeren, heeft hij verzocht I om van verderen werkelijken dienst bij de militie te worden ontheven. Twaalf jaren geleden vertrok de 20-jarige van Hat- tum, zonder aan zijn militieplichten voldaan te heb- ben, naar Duitschland, waar hij al dien tijd is werkzaam j geweest. In het vorig jaar zijn hem door een trein de beide beenen onder de knie afgereden, zoodat hij zich thans niet anders dan met behulp van twee krukken, en dan nog moeilijk, bewegen kan. Na zijn genezing is hij van Duitschland overgebracht naar Enschede en van hie rnaar zijn geboorteplaats Hattum. Hier ont dekte men dat hij twaalf jaren geleden als deserteur was afgeschreven, waarin de gemeente-politie aanlei ding vond hem naar den krijgsraad in het 5e mil. arrondissement, te Leeuwarden, ove rte brengen. De krijgsraad heeft hem schuldig verklaard aan de sertie en veroordeeld tot 3 weken detentie, het mi nimum der straf, welk op dat misdrijf is gesteld, welk vonnis door het Hoog Militair Gerechtshof is beves tigd. De veroordeelde is niet in arrest gesteld en naar Hattum teruggekeerd. Vermoedelijk zal hij zijn straf wel niet ondergaan. Naar liet Heilige Land. De heer G. B. J. de B., apotheker te Zwolle, ont ving dezer dagen een brief uit München, die, ofschoon hij van het goede adres was voorzien, eerst een kruis- tocht naar het Heilige Land had gedaan en ten be wijze daarvan tot poststempel Jeruzalem droeg. Zwolle—Betblehemsche Kerkplein luidt het adres. De Miincbensche postbeambte zal gedacht hebben: Zwolle? Was heiszt Zwolle? Hat einer jemajs voq Zwolle ge- hört? En daar niemand, bij gebrek aan de aanwij zing Nederland, Zwolle wist thuis te brengen en daar entegen de nadere woonplaats-aanduiding Befhlehem- sche Kerkplein het woord B.thlehem bevatte, zal het „Bethlehem, richtig, also Jeruzalem" geweest zijn. (Zw. Ct.) Treurig. Men meldt uit Arum aan de L. C. Daar het zoogenaamde armhuis wordt afgebroken, moet een viertal daarin wonende gezinnen, te zamen tellende 27 zielen, een ander onderkomen zoe ken. Konden ze het vorig jaar geen wonjng vinden, wegens woningnood, waarom de armvoog den het op afbraak verkochte gebouw nog een jaar lieten staan, thans staan er nog een zevental arbei derswoningen ledig. Het opmerkelijke van dit geval is, dat de eigenaars dier woningen ze niet aan die gezinnen wilden verhuren, niettegenstaande één hunner epn ^olie den borgtocht heeft en de andere het grootste ge deelte der huurpenningen njet alleen kunnen, maar ook willen voldoen bij vooruitbetaling. Thans kampeeren ze vlak bij het tramstation in de open lucht. Twee gezinnen hebben van oude planken eene soort tent gemaakt. De meubels staan buiten en het jniddagmaal wordt onder den blooten hemel ge kookt. Het heeft veel van een zigeunerkampje. Diep treurig bij zulk eene koude. Ongeluk. Te Vlodrop was ee r gi s te re y m Q rge n een ploeg werklie den bezig met het uitgraven van zand. Opeens viel een geweldige massa naar beneden. Drie. mannen wer den onder de aarde bedolven. Twee hunner konden nog I tijdig bevrijd worden. De derde was, toen hij na veel inspanning opgehaald werd, reeds overleden. Bouwmeester Jr. in de leeuwenkooi. Als reclame heeft de aankondiging, dat de heer Louis Bouwmeester Jr. een proef zou afleggen van den in hem sluimerenden heldenaard door in de leeuwenkooi te gaan, in het circus Ott te Batavia, goed gepakt. De tent was zeer goed gevuld. Na de gewone toeren met zijn pleegdieren te heb ben verricht, noodigde de temmer den heer Bouw meester uit zich in de omtraliede ruimte te willen begeven, doch had als voorzorgsmaatregel het leeuwen- paar, waarvan het mannetje nog eenige fut vertoont, eerst er uit verwijderd en in hun hok gejaagd. Hei tweetal overgebleven leeuwen werd ieder op een py- ramide gezet en de amateur-gladiator trad binnen.' Champagne werd gedronken, een sigaret opgestoken, waarna de mannetjesleeuw bevel kreeg languit op één oor te gaan liggen, een bevel, waaraan hel dier maar al te graag voldeed, blij dat hij niet verder geplaagd werd. De temmer zette daarop een tweetal stoelen achter den leeuw neer, waarna de woestijnkoning een oogen- blik tot voetenbankje diende voor den temtner en zijn gast. De temmer zette zijne voeten op des leeuwen schouders, de heer Bouwmeester deed zulks op diens hammetjes. Eenig applaus, voornamelijk van dames werd gehoord en de leeuwen gingen hun hok in, terwijl de heer Bouwmeester de kooi verliet. Bloemenhidde ontbrak. (Javabode.) De maan en het weder. Het volksgeloof dat de maan bij hare verschillende schijngestalten invloed oefent op het weder, wordt dooi de meeste wetenschappelijke meteorologen als onbewe zen beschouwd. Thans komt in het Duitsche Meteorol. Tijdschrift (van Mei) een opstel voor van den heer Meissner te Potsdam, die gedurende 61/2 jaar waar nemingen heeft gedaan 0111 11a te gaan oi' de volle maan „de wolken uiteendrijft," zooals vaak geloofd wordt. Zijn bevinding is, dat de maan zulk een kracht niet bezit. Gewoonlijk komen bij volle maan meer wol ken voor dan bij nieuwe maan. Dit bevestigt de vaak gegeven verklaring dat niet de maan de wolken uit eendrijft maar het uiteengaan der wolken maakt dat men de maan ziet, en dit uitteraard meer de aandacht trekt bij volle dan bij nieuwe maan. Een onveilig rustbed. Een Wageningsehe sigarenmaker, die Maandagavond op de Rhenensche kermis wat al te veel aan Bacchus had geofferd, legde zich op den wegnaar Wageningen le slapen. De stoomtram van 4 uur uil Rhenen reed hem over den rechtervoet. Het gekerm van den man wekte eenige omwonenden, die hem naar het zieken huis te Wageningen vervoerden. De staking der Veldnrbeiiders. De stakende veldarbeiders te Finsterwolde hebben de regeling door 15 hunner Dinsdagavond ontworpen, in hoofdzaak goedgekeurd in eene Woensdagnamiddag' ge houden vergadering, die bezocht was door ongeveer 250 personen. Alleen werd deze wijziging aangebracht dat het loon in de maanden Augustus en September 15 icent per uur zal bedragen. De loonlijst, die aan de landbouwers zal worden overgelegd, zal bevatten de minimumloonen, ingaande met het begin van den zichttijd. In de vergadering der arbeiders werd er nog op gewezen, dat sommige burgers de stakers niet hebben gesteund in den langdurigen strijd; bakkers en win keliers daaronder vallende zullen niet worden begun stigd. Te Woldendorp zijn de partijen niet tot overeen stemming gekomen. In eene vergadering van landbou wers zijn bestuursleden van de afdeeling van Patrimo nium en van de organisatie der veldarbeiders ontboden en is door de patroons eene loonregeling aangeboden. De arbeiders wenschen die niet aan te nemen, omdat ze 'meenen, dat daarmee niet de minste verbetering wordt verkregen. Zij zijn voornemens de kwestie ongeveer 5 weken te. laten rusten, 0111 dan als de maaiers en hooiers van Friesland terug zijn andermaal met de landbouwers te overleggen. De zicht- en bindtijd is dan zeer kort bij en de arbeiders verwachten, dat de landbouwers dan bereid zullen zijn, eenige ver hooging wan loon toe te staan. die als boerenknecht in Hollands Noorderkwartier is gaan dienen, aan zijn broer Klaas, die in de Zaanstreek gebleven is. XXVII. 'k Zou nog beschrijven de verkiezing In dit district, voor Statenlid Welnu, 'k wil mijn belofte houden Je krijgt ze van mij, zwart op wit. Hier zijn een vijftal candidaten, Waarvan 'k er drie bespreken zal, (De vierde is reeds lid, al jaren, De vijfde wil niet, bij geval.) Merz is de bloem van al de heeren, De sterkste, zwaarste, knapste vent, En zijn geluk is daarenboven: De man is wyd en zijd bekend; Men zegt wel, dat hij vóór twee jaren Een reis naar Duitschland heeft, gedaan, Om aan den Keizer te verkoopen Ons land, maar daar is niets van aan. Dit heeft men ook van doctor Kuyper, Juist in denzelfden tijd gezegd, Maar, och! die grove lasterpraatjes Zyn slechts voor Grooten weggelegd. De waarheid is, dat Merz den Keizer Wel van de toltarieven sprak, En voor den vrijdom van de „kooltjes" In Hollandsch-Duitsch een lans ook brak. Hij zei„Wilhelm 1 du brave Kerrel, „Was thut Sie nur mlt Langedyk? „Wenn Sie so doorgass ist der Koolboer „Weldra kein Silbergroschen rijk;" Maar Wilhelm sprak, voor Merz verstaanbaar, In Duitsch-ver-Hollandscht Kollewynsch, (Dat Hy nog kent, omdat Hij afstamt Van de Oranjes)„denk Sie eins „Mein hester Merz, hoe muss ich komme „An al die Marken für die Flot? „Die muss Mioh Nietherland bezahj^n, „Und Fressers aus die Saurkoolr,ot 1" Merz stond verbluft en zcj qen Keizer Ternauwernood een: „Gutejidag," Hy ging maar weer terug naar Schagen, Zich klaar bewust van goed gedrag. Wat echter nog wel is te vreezen, Als Merz daar eens in Haarlem is? Dat hij te familjaar kan worden Met al c|e grootendan is 't mis- Als hij van „Gys" begint te praten Straks tot het hoofd van ons Gewest, En deze met Johan ferugspreekt: Dan gaan de zaken vast niet best, Dan spelen heiden onder 't hoedje, Zooals h.öt al te vaalt maar gaat. Mót vele grooten naar de wereld; t* En, voor de rest is Merz niet kwaad. Verburg? - wat zou Verburg toch wezen? Dat is een zuurkoolfabvikant, Die ook nog graag wil psalmenzingen En bidden voor het Vaderland Of ons dit hidden voel zal baten? Ik weet het niet, Klaas 1toen een leek, (Een oude boer) met droeve oogen Gebogen naar zijn akker keek, Zei dominéé, die daar voorbijging; „Die akker is zoo dor, myn zoon! „Ga bidden, bidden, alle dagen: „Een vruchtbre bodem is je loon 1" „Neen dominéé 1" zei toen het boertje, (En schudde met znn ruigen kop), „Neen dominóel hei bidden baat niet: „Ik weet, waar t schort; „Mest moet erop!"- Zóó gaat het ook wel in de Staten Met bidden, vrees ik, lukt het niet; Je moet daar: werken, denken, leeren, Elk naar zyn kracht op zjjn gebied. P. Trapman's naam moog' „trapp.Vig" klinkerr,. Hy houdt van werken, weet ikmaar HÜ zal niet met den „strooppot loopen En is een man van zessen Klaar. Jaap.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 8