Humber-
Viclrix-
Wilheltii-
Ster-
ADOLF BAKKU,
RIJWIELEN.
C. BAKKER,
TH0MS0NS
cii IwppÉari;
Kaaskleui*
Beton.
Firma Westenberg, Jonker Cie.
N. V. „Het Landbouwhuis",
PUDDING
Opruiming
IMHULSEN,
w
Bloembollen.
J. WONDER Pz.,
voor lage prijzen.
(il'UilO-
KLIS tana! 1 «5.-.
A. SLOT, Kolhorn.
Echte oude Jenever
H, H. Pireeteuren van Ziiivellabrieken
te Haringhuizen, Wijk D 15 - -
C. BLOKKER,
E.
Heerenmarkt 6, Amsterdam,
SCHAGEN.
- n s u~^\ mi mr w*r
Uit en voor de pers.
ADVERTENTIEN.
Laagzijde 75, Schagen.
ONDERDEELEN.
Bondsr ij wïelher steller,
Reparatie - inrichting en
verhuren van Rijwielen.
Weet gij
S A C K 's
met vervangdeelen voor
alle merken van Sack's
Ploegen.
P. HOPPE.
J. C. de Vries
te Schagen.
en H.H. Zuivelbereiders
levert tegen concurreerende prijzen
alle voorwerpen, welke uit Beton kunnen worden
vervaardigd, zoowel gewapend als ongewapend.
ALKMAAR,
15ct per pakje
Bloemkweekmj „lolbarJini". BERCES.
Vraagt Prijzen.
k
Jb. BAIS te Nieuwe Niedorp,
aan den Winkeldeiweg.
Zaadmarkt 79,
Hoofdgracht 28, Helder,
is iederen Donderdag
morgen te Schagen te
consulteeren bij de firma
Wed. J. HEDDES van
8V1 D|2 uur.
Dr. J. PIETERS ANEMA
Vrouwenarts,
hun wapens de deuren open en dreigen de vensters
in te slaan, en 't eenige, wal den rustigen burger over
blijft, is, de ruwe gasten met een ruime gift tevreden
te .stellen.
Zoo hield bel Amsterdamsche dronkenmansgild in
de vijftiende eeuw huis en de toenmalige regeering
wist er in den regel geen raad mee.
Maar wisten schout en schoutendienders of de vier
burgemeesters het niet, aartshertog Filips van Oos
tenrijk, tof wien „die goede luyden van den Gerechte"
met .burgemeester Dirk Ruysch aan het hoofd zich
in 1495 wendden, wist het wel en 's Lands graaf liet
aan alle hoeken der straten uitroepen, dat zulke dingen
geen plaats meer mochten vinden, waardoor niet al
leen het „dronckegilde" de vijftiende eeuw niet over
leefde, maar Filips van Oostenrijk goed beschouwd
een eersten stoot tot de afsehaffings-, zoo niet geheel
onthoudersbeweging heeft gegeven.
Tot zoover dat „dronckegilde", hetwelk Ter Gouw
„hoe woest en onhebbelijk ook, toch hoogst merkwaardig
vindt, als een laat en zeer sprekend bewijs van onze
echt-Germaansche afkomst. I Was of dat gild zoo
rechtstreeks uil de Germaansehc wouden kwam aan-
marcheeren 1"
Nu, ik mag zeggen, ik ben een ordelievend mensch
en <»ok ik kan niet geheel en al vrede hebben met
dergelijke woeste tooneelen, maar toch geeft ge u, waar
de lezer, nog even de moeite met mij te trekken naai
de Warmoesstraat van de 20sle eeuw, ik vermoed: gij
zoudl, zoo het op kiezen aankwam, uw slem eerder
uitbrengen op die ruwe ongebonden gasten der 15e
eeuw dan op de geslepen schurken, leden van het
gilde hetwelk Amestelledamme van onze eeuw op nog
ellendiger wijs onveilig maakt.
Wc passeeren een hel verlichten winkel van de War
moesstraat. Een vijftal kerels van zeer verschillend type
en kleedij staan voor een bierhuis te eonfereeren. Wel
ke taal zij spreken?
Geef u maar geen moeite de klanken, die u zeer be
kend voorkomen, doch desondanks voor geen fatsoenlijk
mensch beteckenis hebben, te onderscheiden.
Een volleerd Amslerdamsch journalist moet echter
alles ikennen en als tolk fungeer ik gaarne voor u.
Ze spreken de boeventaal, die heeren!
Er bestaat een groot verschil tusschen die Amster
damsche dieventaal en het z.g. bargoens en het heeft
mij daarom zoo verbaasd, dat zelfs door politieman
nen het een van het ander niet voldoende wordt on
derscheiden.
Het „woordenboek," dat ik hier voor mij heb, is
onvervalscht en wie de deugdelijkheid er van in twij
fel durft trekken, werpt ten onrechte een smet op de
reputatie van een der bekendste Amsterdamsche pie-
keniers (dieven), die reeds verscheidene jaren in de
Kroon (gevangenis, ook bajes of spinhuis) heeft door
gebracht, een „gisse" (geslepen) jongen dus, die als
„melik peezer" (zakkenroller) begon, doch nu den goe
den weg op wil en uit erkentelijkheid dit boekske sa
menstelde met de slotbemerking: „totaal 349 woor
den, die in de dieventaal voorkomen. Dit zijn de al-
ledaagsche woorden. Geschreven door R. S. B.st. 109
Amsterdam."
Wie geld en durf genoeg heeft om het eens |met
den jongen te probeeren. wende zich tot schrijver de
zes, die intusschen niet de minste verantwoordelijkheid
op zich neemt.
Maar keeren wij tot de „heitjespreysers" terug, want
de vijf kerels zijn inderdaad ae beruchtste kwartjes
vinders van Amsterdam.
Opvallend druk doen ze, daar pal voor dat ver
lichte kroegraam, een rilling vaart ons door de le
den, wanneer wij e'enigen tijd aandachtig die matte
boeventronies, waarin de sluwe oogen onrustig loeren,
bespieden.
„De prinserij," fluistert er een.
De agent komt nader en gelast het vijftal door te
loopen en voegt er luide aan toe: „Opgepast jnerf-
schen, er zijn hier kwartjesvinders in de buurt!"
„Je kunt me zegge, hoe laat 't is, doodvreter!"
schreeuwt Barendje, de Koning der kwartjesvinders te
rug, doch het vijftal is tevens wel zoo wijs een eind
verder de straat in zijn geluk te beproeven.
Eenige nieuwsgierigen, waaronder een vreemdeling,
naar de kleeding te oordeelen een buitenman-
netje, Volgen op een afstand het achtbaar klaverblad.
Een der kwartjesvinders spreekt ons kereltje aan en
wel zoo opvallend, dat de agent het zien moet en
lusschenbeide komt met dezelfde waarschuwing, welke
natuurlijk een vloed van versche scheldwoorden aan
Barend en Leenderl ontlokt.
„Het is alsof de mensehen niet gewaarschuwd wil
len worden," verklaart een heer, die met klimmende
belangstelling het tooneeltje gadeslaat en, zich tot ons
mannetje wendende: „U hoort toch, dat dit gevaarlijke
oplichters zijn 1"
„Wat zou 'tl" lacht de ander, doch de heer ,laat
hem niet uitspreken en doet hem met wondere welbe
spraaktheid een verhaal van een heer, die pas ver
leden week in handen der schelmen was gevallen.
Het behoeft den lezer niet gezegd te worden, dat
deze gentleman niemand anders is dan de z.g.n. „voer
der voor welk woord ik in mijn boekje vind„iemand,
die een persoon op straat weet weg te voeren en naar
een „flooienklapper" brengt.
Wanneer wij nu voor dit laatste vinden: „een huis,
waar de kwartjesvinders een man invoeren en daar
met 'hem spelen," zult u begrijpen, waar onze vriend
weldra belandt. De voerders, die in den regel vreem
delingen eijn met een ietwat al te zwaar belast ge
weten, waarom dan ook een langdurig verblijf in het
buitenland zeer heilzaam voor hen is, zijn zeer be
spraakt, hebben voor den oppervlakkigen beschouwer
een zeer net voorkomen en menig burgermannetje
vindt hel dan ook maar wat een groote eer, dat zoo'n
hooge oome, met zijn fijne opgestreken snor en chique
flambard of panama, zich over hem ontfermt. Daarbij
weet die heer, die zeker heel wat van Amsterdam ge
zien heeft, het slachtoffer alleraardigst bezig te hou
den, doet verhalen van gezellige café's, aardige adres
sen, enz. De prikkelende histories missen hare uit
werking niet en weldra zit ons buitenmannetje met
zijn beschermer achter een potje bier in een café op
den Achterburgwal.
Daar loeven aan een ander tafeltje een viertal lie
den, die zich met kaarten amuseeren.
Twee „dochters des huizes" volgen mei aandacht
het spel.
„Ik wed, dat doe je niet voor de tweede maal
roept een der vreemde gasten.
„Wat is dat?" vraagt de vreemdeling aan een der
meisjes.
„O, meneer, hij kent zoo'n aardig kunstje met de
kaart."
„Och kom, dat moeten wij ook eens zien," stelt de
hooge meneer luchtigjes voor en troont lijn gast mee
naar Ide kaartspelers.
„Eén, twee, drieklaverenaas, waar ligt nu kla
verenaas?" vraagt een man met een afschuwelijken grijns
op zijn tronie.
„Hier," wijst de ander en1 houdt zijn wijsvinger op
een ider drie kaarten, welke door den speler behen
dig werden geschud.
„Nou is 't de goeie," antwoordt de man met het
ongunstig uiterlijk, „anneme, één klare voor meneer!"
„Je bent je glaasie bier kwijt," plaagt een ander.
,,lk vind 't geen kunst!" meent een der meisjes.
I „Ik ook niet, juffrouw," lacht de buitenman.
„Het lijkt mij ook heel makkelijk," verklaart [de
i voerder.
„Dat moet u zoo gauw niet zeggen, meneer!" pnt-
woordt de kaartspeler, „wed je om een rondje?"
„Mij is 't wel!" lacht de vreemdeling losjes.
„Eén, twee, drie klaverenaas, waar is nu klaveren-
i aas?"
„Hier natuurlijk
Een uitbundig gelach volgt.
„Dat kost je een rondje, man," spotten allen.
De man met het ongunstige gezicht kijkt spijtig.
I „Nou," zegt de edele vriend. „Ik wil niet, dat ,u
dat rondje betaalt, ik geef u kans om het terug te
winnen, ik wed om een gulden."
Weer worden de kaarten geschud, weer wint de voer-
der. De drank en het spel hebben intusschen ,allen
dus ook ons buitenmannetje aardig verhit; gedwee zet
hij dan ook een gulden in, wanneer een der meisjes
die zich intusschen met hem bezig hield, hem vraagt:
„Hè toe, zet u ook eens in, u hebt nu toch ook
eenige rondjes meegedronken?"
Wanneer (Vet slachtoffer eenmaal zoo ver gebracht
is, volgt de afwikkeling van het treurspel spoedig.
De oude truc mist nooit zijn werking.
Eerst wint de man, verliest weer, de hartstocht voor
het spel, eenmaal ontketend, is niet meer te bedwin
gen en wie zou 't ook in deze omgeving trachten.
Even wint hij lenig, maar dan, zoodra de schurken
zeker van hun zaak zijn, volgen guldens, rijksdaal
ders en goudgeld. De knaken (rijksdaalders), pieter
mannen (guldens) en mattenkloppertjes (gouden tien
tjes verdwijnen in de zakken der schelmen.
„Zijn vinnetje (portemonnaie), is leeg," fluistert heesch
een der bende. Bevend van hartstocht, haalt het slacht
offer, dat zijn klein bedrijfskapitaal bij zich draagt,
zijn portefeuille te voorschijn en ook het „flepmoos"
(bankpapier) is weldra in den zak van den „aanslaan-
der" (chef der kwartjesvinders) verdwenen. Wanneer
dan het arme slachtoffer letterlijk uitgeplunderd is, geen
geld meer bezit om zelfs de vertering te betalen, grijpt
hij naar zijn horloge met ketting, zijn trouwring, ver
pandt dat alles om toch maar geld te hebben om
iets terug te winnen. Het koude angstzweet breekt hem
uit, wanneer voor de laatste maal het één-twee-driet-
klaverenaas de angstige stilte verscheurt. De kwartjes
vinders om de tafel slempen rustig de steeds ruimer
bestelde grogjes; kalmpjes, zooals de kat met de muis,
spelen zij met hun medemensch, om zoo straks den
reeds half verstikte, voor goed den strot dicht te knij
pen. Dan gooit de waard, wanneer ^Jles verteerd is,
en nadat de schurken onder het hoongelach der mei
den den man nog eerst vertellen, dat het maar gek
heid was en hij alles terug kan krijgen, de straat op.
Wanneer zoo'n „poetschef,die zich zoo straks nog
gelukkig achtte in het bezit van eenige zuinig bespaar
de honderden, van alles beroofd door de bende op de
keien wordt gezet, kijkt hij ten einde raad, tevergeefs
om naar zijn vriend van zooeven. De voerder is reeds
lang verdwenen, om alles „pleite" (weg) te maken.
Op straat gekomen, omspeelt de frissche lucht 's mans
verhitte slapen en langzaam, heel langzaam, als ont
waakt hij uit een benauwden droom, doorleeft hij weer
hetzelfde lafreel en dringt de harde werkelijkheid tot
hem door en wordt het hem duidelijk, hoe hij 't
slachtoffer van een afzeltersbende geworden is.
De hoop herleeft weer evenvlug naar het poli
tiebureau
„Wat is er van uw dienst?"
Het omstandig verhaal wordt wreed afgebroken door
de vraag van den inspecteur: „Dus u hebt gespeeld?"
„Ja
„Dan kunt u wel gaan, dan kunnen wij u niet helpen
Wie is de Filips van Oostenrijk, die even sterk als
de Landgraaf van 1495, deze schelmen van vier eeuwen
later, die niet met knuppels en messen, maar met
een (drietal kaarten gewapend, den burger niet slechts
om een drinkgeld vragen, maar den man onder het
oog der politie uitschudden?
De hoofdcommissaris laat de heeren wéér zij gaan,
door twee agenten achtervolgen.
Wat baat het 1
Nu bereiken zij per trein of auto de provincie, slaan
daar hun slag en komen straks naar Amsterdam om,
zoodra zij een stoot (een goeden slag) maken, het geld
in Amsterdam te verbrassen.
Thans vertoeven er velen in Scheveningen, doch de
Haagsche politie schijnt de heeren al goed te kennen,
tenminste nog pas verleden week mocht een agent het
genoegen smaken, een vreemdeling, die op den weg
naar Katwijk aan Zee tachtig mark verloor, dat geld
weder ter hand te stellen. Of de agent door zijn llink
optreden wellicht zijn bevoegdheid te buiten ging, weet
ik niet, maar te wenschen was 't zeker, dat overal
en door ieder handhaver van de wel zoo flink mocht
worden opgetreden.
Waar ons thans niet meer de tuchtmiddelen wan
schout en schepenen ten dienste staan, moet het eer
loos en kwaadaardig handwerk dezer parasieten op an
dere wijze onmogelijk worden gemaakt.
M. S. V. D.
De Zutphensche Courant bevat een „Haagsche Cor
respondentie," waaruit hier het een en ander volge
Bij de groepen der linkerzijde, meent de schrijver,
wordt een streven opgemerkt om helderder dan tot dus
ver leigen partijmerk te kleuren. Een poos' heeft de
stuwkracht van gemeenschappelijk verweer minder luid
doen getuigen van onderling verschil, doch andermaal
woelt thans beneden het schijnbaar kalm vrijzinnig ni
veau, een hevige onderstroom. Vooral onder de vrij
zinnig-democraten wemelen de opinies. De jongste Sta-
ten-verkiezingen, zoo brengt de schrijver der Corres
pondentie Jn herinnering, hebben getoond dat decon
centratie van alle vrijzinnigen mei den weerbarstigen
bijstand van de sociaal-democratische bijloopers niet
vermag te geven, wat zij heeft beloofd; vermoedelijk
loopen de liberale kiezers alleen te hoop zoo er positief
gevaar van het Kuyperisme dreigt; behoud dier aan
eensluiting schijnt mitsdien onnoodig.
Veel valt voor die zienswijze aan te voeren. Ook
onder Unie-liberalen zijn stemmen opgegaan om de
gevolgde taktiek nader te toetsen; ook wij hebben niet
lang, doch het langst, geleden de gevaren eener vrij
zinnige concentratie, waar principieele verschillen ons
afscheiden van de conservatief-liberalen, aangewezen.
Niet dat de partij van mr. Karnebeek onze practi-
sche politiek op 't Binnenhof zou kunnen beïnvloe
den, niet dat wij ons ook maar in éénen zin aan
meer behoudzuchtig beleid zouden hebben gebonden.
Integendeel. Het ministerie-de Meester gaat gerust zijn
weg zonder te knipoogen naar de vrijliberalen, hoe
gretig het ook, waar kans is, derzelver steun aanvaard
de. Maar weten de Unie-liberalen in de Kamer hun
partijroer stevig in handen te houden, de concentratie
belet hen in den stembusstrijd volkomen ongedwongen
hun beginselen voorop te schuiven, hun eigen kleur
vervaagt min of meer in de omlijstende kleuren van
den bond der vrijzinnige groepen, waarschijnlijk tot
voordeel der „christelijke" coalitie, zeker tot nadeel
van eigen gedijen. De Staal-crisis en de bespreking
van 't Arbeidscontract in de Eerste Kamer hebben het
onderscheid tusschen de in oorsprong verwante libe
rale partijen te fel belicht, dan dat een gemeenschap
pelijke verkiezingsactie in de toekomst zou kunnen in
slaan. Rechts moge door het enorme overwicht van
conservatisme het verschil tusschen behoud en volks-
zindheid nauwelijks aan den dag komen; de kiezers
der linkerzijde plegen wel degelijk op nuance te letten.
Dr. Kuyper's coalitie zal, dunkt ons, dan ook eer
inbreuk van een democratischen dan van een enkel
vrijzinnigen aanval ondervinden.
Intusschen blijft een samengaan van Unie-liberalen
en Vrijzinnig-democraten op de basis van het practisch
program van 1905 ook in toekomstige jaren aangewe
zen tot het voeren eener krachtige, bewuste democra
tische politiek.
Een verbond van vrijzinnig-democraten en sociaal
democraten lijkt ook den schrijver dezer Haagsche Cor
respondentie onmogelijk.
Niet juist wijl zulk verbond de vrijzinnig-democra
tische groep de onafhankelijkheid zou kosten; het is
integendeel waarschijnlijker dat de heeren Schaper en
I Van Kol onder gejoel hunner menigte den klasse-
i strijdbeugel ,zou verliezen. De heeren zullen dan ook
voor samenwerking wel passen. Maar hierom: met de
socialisten kan men, zooal samen strijden, niet samen
regeeren, op sloopers en overvragers kan geen bewind
steunen en hoever beide qualiteiten onze uiterste de
mocraten hebben gevoerd, dat heeft alweer de leerzame
bespreking in zake de arbeidsovereenkomst geleerd.
Omtrent samenwerking van Unie-liberalen en vrij
zinnig-democraten zegt de briefschrijver in de Zutph.
Courant
Bij de jeugdige vrijzinnig-democratische partij schijnt
de pfdeeling „propaganda' naar eenzelvigheid te ver
langen, zonder te bedenken, dat wat er aldus door pro
pagandisten aan gerief te winnen, door de partij aan
invloed te verliezen valt, omdat gelijk de proef op
den pudding in bet eten gelegen is, de beste propagan
da door een gezonde actie op het Binnenhof wordt ge
voed. Trouwens, een derivatieve, immers uit andere
partij ontstane, ondanks verschil met deze verknocht
gebleven groep, kan onmogelijk geheel_zelfstandig ma
noeuvreeren zonder het welslagen van eigen streven aan
merkelijk te schaden.
De vrijzinnig-democraten hebben een keurig, zeer ge
detailleerd program, maar het gros van hun wensche-
lijkheden en de basis daarvan, zijn ook de onze. Wat
redenen dan ook tot het slaken van den proefhoudend
gebleken, geenszins knellenden band tusschen Unie-li
beralen en vrijzinnig-democraten mogen noodzaken, de
versterking der benedenwaartsehe propaganda van een
dier 'beide groepen alleen, ware al te poover motief
om eene samenwerking op te geven, die door eenvor
migheid van beginsel, verwantschap van streven, ge
lijkheid ivan einddoel logisch verboden schijnt. Reeds
thans de omstandigheden waren toch werkelijk niet
fortuinlijk heeft zij onder de leiding van 'n voorzichtig
en getrouw Kabinet uitnemende resultaten voor 't land
gegeven, beloofd bij andere.
Groote voorraad NIEUWE en
GEBRUIKTE RIJWIELEN.
Yerder ruim voorzien van
MARKTPLAATS, SCHAGEN.
Dat g{j behalve een heer
lijke ijspudding ook IJS kunt
maken zonder ijsmachine,
voor 30 et. totaal, voor acht
personen, door slechts te
koopen EEN pakje A 4 A
IMF* Gelieve de merken duidelijk op te
geven bij bestelling.
AGENT:
C omplete Meubileering.
Verkrijgbaar bij
Let op cachet en kurkbrand.
Wat is het oudste, vertrouwbaarste en
beste tabrikaat
Uw antwoord zal ongetwijfeld zjjn:
alsGraf-, Ier- en Provisiekelders, Regenbakken, Schoeiïngen, Bruggen, Mestpla-
ten,. Dorschvloeren, enz. Voor de deugdelijkheid van het werk wordt schrif
telijke garantie gegeven. Plannen en Begrootingen kosteloos. Donder
dags te spreken te Behagen in „Cérès".
Namens de Firma,
D. D. P. WESTENBERG.
Fraaie tint op de boor verhoogt de markt
waarde voordeelig in gebruik.
Vraag de eenvoudige gebruiks
aanwijzing bij uw winkelier.
WANTROUW ALLE bOhD;
KOOPERE NAMAAKSELS 11
Een- solied adres voor Bloembollen is
- ALKMAAR. -
Achter de Vtsch-
markt 60 61.
Modellen en Zichtzeiidingcn franco)
September biggeu, b.j
Heeft voorradig: DORSCHMACHI-
NE8 voor hand- en paardekracht, ROSMO
LENS, WANMOLENS, PLOEGEN, als Sacks,
Eekert en Mavfarths, EGGEN enz.
Verder WASCHMACHINES, houten en ijze
ren GRAANSCHOPPEN, MEST- en SLECHT-
VORKEN, MELKONTROOMERS en CENTRI
FUGES voor Melkonderzoek.
Alles wordt op proef geleverd.
Vaste, doch lage prijzen. -
Aanbevelend,
N. V.
,HET LANDBOUWHUIS",
Directeur.
DAGELIJKS TE CONSULTEEREN.
I ZOMERMANTELS,