Zondag 8 Sept. L9Ü7.
5le Jaargang. No. 4289.
TWEEDE BLAD.
tinineniandsch Nieuws.
FEUILLETON.
OOM PIET.
Van
MAX DREYER.
W~> T%7 T W7 W71
Raadsvergadering Sint ^Iaarten.
Dinsdag j.L, v.m. te 10 uur.
Aanwezig alie leden.
De voorzitter, de heer A. Klerk, Burgemeester, opent
de vergadering en heet alle heeren hartelijk welkom,
in het bizonder den heer D. Kuiper, die voor het
eerst hier aanwezig is als gekozen in de plaats van
Burgemeester Blom en waarmede nu de Raad weer
voltallig is.
Voorzitter verzoekt de heeren Schoorl, Slot en Kui
per, nieuw gekozen leden, of zij bereid zijn de eeden
af te leggen. Dit geschied zijnde hoopt Voorzitter, dal
men even gezellig samen mag werkzaam zijn als tot he
den, en dat ook de heer Kuiper daartoe moge mede
werken. Daarbij moet ons aller leus zijn, te trach
ten, door eendracht het schoon doel te bereiken, n.1.
den bloei, de welvaart en den vooruitgang van onze
Gemeente St. Maarten te bevorderen. Voorzitter feli
citeert de heeren Slot, Schoorl en Kuiper, waarna al-
gemeene felicitatie volgt.
De notulen worden gelezen en goedgekeurd.
Daarna deelt Voorzitter mede, dat bij de gehouden
kasverificatie alles in orde was bevonden en het kas
saldo bedroeg f 2417.28.
Een ingekomen adres van eene commissie uit het
Dept. Alkmaar der Mij. tot Nut van het Algemeen,
welke een wedstrijd zal organiseeren voor handwerks
lieden met daaraan verbonden tentoonstelling van de
vervaardigde voorwerpen, en waarvoor van deze Ge
meente eene bijdrage wordt gevraagd, wordt voor ken
nisgeving aangenomen.
Nog is ingekomen een schrijven van Ged. Staten,
dat zij de instructie voor den Gemeente-ontvanger heb
ben ontvangen, m. a. w., dat deze door hen is goed
gekeurd.
Hierna deelt Voorzitter den Raad mede, (naar aan
leiding van het in de vorige vergadering behandelde
over de pensionneering van den heer Kuit) dat
deze zich volkomen kan vereenigen met het idee van
den heer Slol (n.1. een pensioen van f 250, zonder
verdere bodediensten) en bereid is alsdan zijn ont
slag aan te vragen.
Voorzitter doet nu namens B. en W. het voorstel, om
Kuit f 250 pensioen te verleenen. Allen voor.
In verband daarmede is een brief ingekomen van
den heer Kuit, om ontslag tegen 1 Nov. 1907.
Dit ontslag wordt op de meest eervolle wijze ver
leend, onder dankbetuiging voor de vele diensten der
Gemeente bewezen.
De lieer Kuit zal gelijktijdig ontslag vragen aan den
heer Commissaris der Koningin uit zijne betrekking
als veldwachter.
Hierna stellen B. en W. voor, een oproeping te doen
van sollicitanten naar de betrekking als veldwachter
en bode, deze oproeping te plaatsen in de Schager-
en Alkm. Courant. Stukken in te zenden vóór 15 Sept.
Salaris als veldwachter f 300, als bode f 140 en ver
goeding voor kleeding f 50.
De heer Schoorl stelt voor het bodeloon met f 40
te verlagen. Omdat de veldwachter toch veel zal sur-
veilleeren en dan meteen het bodewerk kan verrich
ten, vindt hij, d'at daar zooveel werk niet aan is.
De heer Schoorl kan niet zeggen juist, dat hij het
tractement te hoog vindt, maar vooreerst althans zou
hij toch f 40 willen aftrekken.
De Voorzitter licht in, dat het vroeger f 100 was.
Toen bestond het almanakken-venten; dit is inge
trokken; ook was niet geregeld het schoonhouden van
het raadhuis en het aanmaken der kachels. Daarvoor
is toen de f 40 verhooging gegeven.
De heer De Boer vreest, dat, als 't voorstel Schoorl
wordt aangenomen, het er toch toe zou komen, dat
we het tractement van den veldwachter moesten ver-
hoogen; en dan kwam het op hetzelfde neer, of
nog erger. Daarom is spr. er tegen en er voor om
het zoo te laten zooals net is.
De heer Kuiper is van gevoelen, dat, waar de ioon-
standaard alom is gestegen, we de kans beloopen,
dat, als we het tractement gaan verlagen,
we niet die personen krijgen, die het bekwaamst voor
de betrekking zijn en spr. vindt toch, dat we moeten
hebben een flinken kerel. Dat is nu wel niet juist
altijd te krijgen met veel geld, maar toch hebben we
met een goed salaris daartoe meer kans.
De Voorzitter is 'het met de heeren De Boer en
Kuiper volkomen eens. f 300 is feitelijk te laag, om
den veldwachter eene eenigszins onafhankelijke positie
te verschaffen.
Nadat de heer van Leeuwen nog meende, dat we
voor minder niet klaar zouden komen, trok de lieer
Schoorl zijn voorstel in.
Het voorgestelde door B. en W. aangaande de op
roeping en de tractementsregeling is dus aangenomen.
Daarna een voorstel van B. en W., dat de nieu
we veldwachter zich moet verzekeren een ouderdoms
pensioen van f 250 per jaar, ingaande op 65-jarigen
leeftijdvan de premie de helft voorrekening der
Gemeente en de andere helft voor eigen rekening.
Naar aanleiding van een opmerking van den heer
Kuiper over den leeftijd van den a.s. functionnaris,
waarmede ten zeerste in verband staat de hoe-grootheid
der premie voor de verzekering, wordt goedgevonden,
dat ter goede behartiging aan B. en W. over te laten.
Allen zijn voor het genoemde voorstel.
Het voornemen is, de verzekering aan te gaan bij
dam**0" ^oc'ê,eil van Levensverzekering le Amster-
1,^'r!1? B; eu.W- voor> 'net ingang van 1 Jan.
1,1 'e trekken de gemeentelijke bijdrage van f 10
in de huishuur van den heer Van der Menden (Rijks
veldwachter te Dirkshorn). Een paar jaar geleden is het
oesluit tot deze bijdrage genomen, doch B. en W.
meenen dat dit niet rust op billijkheidsgronden, want
in de Gemeente wordt niet gesurveilleerd door 1 rijksveld
wachter, doch wel door drie. Nu we een nieuwen veld-
Jv.ac?!1'er Kopen te krijgen, wilden B. en W. deze on
billijkheid wegnemen.
De heer Van Leeuwen kan zich er best mede ver
eenigen. tGaf aanleiding tot veel ontevredenheid. Al
gemeen is de raad er vóór.
Komt nu in behandeling een adres van de heeren
hoofden van Scholen in de Gemeente, J. Akkerman,
L. Teensma en K. van 't Veer, vragende: lo. de
periodieke verhoogingen der jaarwedden om de 5 jaar
uit te keeren; 2o. de salarissen elk met f 100 per
jaar te verhoogen.
Bij dit adres is gevoegd eene uitvoerige memorie
van toelichting waarin de heeren erop wijzen, dal het
maximum salaris f 950, eerst bereikt wordt na 20
dienstjaren, dus als zij er bijna aan toe zijn pensioen
te vragen, en verder, dat liet salaris te laag is om
er naar behooren van te kunnen leven.
Na het lezen van adres en Memorie
van toelichting, stellen B. en W. voor, afgeschei
den van de Memorie van toelichting geen tracte-
mentsverhooging te geven, maar de periodieke ver
hoogingen eerder te geven, omdat zij meenen, dat deze
te lang uitblijven.
De bestaande verordening geeft aan: aanvangssala
ris f850; na 10 dienstj. 190tl; na 20 dienstj. f950.
Het maximum is er dus feitelijk pas, als de beste
krachten der functiomiarissen weg zijn. B. en W.
stellen voor, de verhoogingen om de 5 jaar te
geven.
De heer Slot vraagt: Geldt dat voor alle driehoof
den
Voorzitter zegt, dat dat de bedoeling is.
De heer Slot: Zij spreken in de toelichting van de
zorgen voor hunne huishouding, maar 1 onderwijzer
heeft geen gezin.
Voorzitter licht in, dat B. en W. daarom hun voor
stel deden, afgescheiden van de toelichting.
Hiermede neemt de heer Slot genoegen.
De heer Schoorl vraagt, wanneer dit besluit in kan
gaan? 't Doet hem genoegen, dat B. en W. ook van
gevoelen zijn, dat de salarissen te laag zijn.
Voorzitter zegt: Volgend jaar. Akkerman heeft dan
5 dienstjaren, en ook de heer Teensma. De heer Van
't Veer heeft in 1908 reeds 15 dienstjaren en krijgt
dus dan 't maximum.
De heer Schoorl vraagt nog, of 't niet mogelijk is,
1 Jan. a.s. voor i fle drie heeren gelijk de verhoo
ging te doen intreden, doch voorzitter zegt dat dit niet
gaat.
Voorzitter brengt nu in rondvraag het verzoek in
t request om f 100 verhooging.
De heer Schoorl zegt, dat het er nogal inloopt. Had
den we 1 L oofd, dan kon hij er zich wel mede veree
nigen, maar te toestand is nu eenmaal zoo, dat we
in onze kleine gemeente 3 schoolhoofden hebben.
Dit verzoek wordt met algemeene stemmen van de
hand gewezen.
Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen.
De verordening bevat verder, dat het tractement der
onderwijzers van bijstand bedraagt: bij minder dan
10 dienstj. f600 10—20 dienstj. f650; meer dan 20
f700.
Nu stellen B. en W. voor, dit te wijzigen als volgt:
minder dan f10 f600; 1015 f650; 1520 f700.
Ook deze wijziging wordt goedgekeurd.
Nog ontspint zich eenige discussie over de onge
lijke tractementen der schoolhoofden, hetgeen de heer
Schoorl onbillijk vindt, omdat ze toch allen hetzelfde
werk hebben. De iheeren De Boer en Slot vinden het
in zekeren zin weer wèl billijk, maar ten slotte blijkt
daar dan toch ook niet veel aan te doen te wezen.
B. en \V. hebben verder het voorstel om een paar
nieuwe bepalingen in die verordening op te nemen:
lo. onderwijzers genieten bij ziekte of ontstentenis
gedurende het le halfjaar het volle tractement; het
2e halfjaar het halve tractement; daarna niet meer.
Dit wordt algemeen goedgevonden.
2o. onderwijzers, die militieplichten hebben te ver
vullen, ontvangen gedurende dien tijd het halve trac
tement.
De heer Van Leeuwen kan er zich mee vereeni
gen, maar de toestand is niet zuiver, want de bur
gers worden ook zóó maar uit hun bedrijf weggeroe
pen.
Voorzitter: Maar onderwijzers zijn gemeente-ambte
naren. Daarom kan de heer Van Leeuwen er zich
ook wel mede vereenigen.
De derde bepaling, die B. en \V. voorstellen, is,
dat eene onderwijzeres onmiddellijk na haar huwelijk
ontslag moet nemen.
Algemeen voor.
De verordening, gewijzigd, wordt nu in haar ge
heel voorgelezen en goedgekeurd.
Aan de orde is nu het bekende adres der Noor
der Stoomtram, waarin van de Gemeente St. Maar
ten f 3000 aandeelen en f 3000 renteloos voorschot wordt
gevraagd.
De 'peer Slot vraagt, of in de richting der lijn geen
wijziging meer te brengen is? Als de lijn oostelijk
van Warmenhuizen ging, in plaats van westelijk, zou
de tram voor St. Maarten meer ten voordeele zijn
De heer Schoorl meent, dat dat wel te ingrijpend
zal zijn; de zaak is te ver heen.
De heer Van Leeuwen meent, dat er toch op ge
wezen kan worden: men kan niet meer zeggen dan
ja of neen.
Voorzitter deelt nu mede, dat B. en W. het adres
behandeld hebben en na langdurige bespreking heb
ben besloten om den raad voor te stellen, toch een
blijk van belangstelling te geven in de lijn,
omdat toch een gedeelte der Gemeente er belang bij
kón krijgen. Zij stellen voor, f 1000 renteloos voor
schot te geven en voor f 1000 deel te nemen in hel
aandeelenkapitaal.
24.
XXXVII.
Op Kerstavond brandden voor de eerste maal de
lichtjes van een \Kerstboom in oom Piet's huis.
Hij keek met Ellen aandachtig naar den lichtglans
en elk licht was voor hem in zijn leven altijd eene
gebeurtenis. Gebeurtenissen maken evenwel iemand
niet opgeruimdde goede niet, omdat ze geweest zijn,
dc kwade niet, omdat ze eenmaal bestonden. En even
nadenkend als hij, "was ook het kind. De gedachte,
aan de nadering van het Kerstfeest vastgeklonken, ver
toonde zich nu in scherpe lijnen: dat zij nu weg moest,
zeer spoedig, zij kon nu de uren wel tellen.
De vreugde van den dag had een zwaren strijd met
deze gedachte zich vertrouwd te maken. Maar einde
lijk kon Ellen zich er boven verheffen. En gesteund
door dc blijde verrassing over de geschenken van oom,
gedragen door den invloed van hare eigen gaven aan
vader en moeder Weetgoed, dacht Ellen aan dat, wat
haar hedenavond te wachten stond. Zij moesten nog
naar de pastorie. Joem en Jim wachtten haar daa-
En nog een. Ook Ewald zou er zijn.
Zij ging met lichten tred naar de pastorie op
hun wandeling daarheen vergastten zij zich aan het
heerlijk geflonker der sterren, die in dat lichtgewiegel
wel met elkaar schenen te sprekente spreken van
vrede en geluk. De aarde was met sneeuw bedekt, als
sieraad voor het Kerstfeest. Het was een heerlijke wan
deling te midden van dit schoone natuurtafereel.
En toen zij de pastorie binnentraden, vlogen Joem
en Jim hen (niet tegemoet, gelijk vroeger. Dat viel
niet mee.
De jongens kwamen nu deftig en afgemeten naar
hen toe. Bedaard gaven zij hen de hand.
Wereld, waar is uw humor? Joem en Jim waren
deftig geworden. Joem en Jim zijn nu ingetogen en wel
opgevoed.
Toen oom Piet hen wat aandachtiger bekeek, ver
toonde zich een (trek Ivan ontzetting op zijn gelaat:
was dat mogelijk? zij geleken niet meer op
elkaar! Joem en Jim geleken niet meer op elkaar
op zoo treffende wijze als vroeger.
Wereld waar is uw humor gebleven?
Hoe is 't nog mogelijk op aarde te lachen! Jöem en
Jim zijn elkaar ongelijk geworden. Jim had een lit-
teeken op het voorhoofd Joem niet. En het was
alsof dit litteeken het overblijfsel van een gehou
den duel niet alleen ongelijkheid in hun gelaat
had bewerkt maar zij schenen ook nog in meer
punten van elkaar te verschillen in leven, in spel
een ieder kon ze nu gemakkelijk van elkander onder
scheiden.
Oom Piet was er door verbijsterd zoo erg zelfs, dat
hij de voor beiden als aardig Kerstgeschenk meegeno
men hansworsten stil in zijn zak liet blijven de
geestigheid viel nu toch in het waler. Klagend ont
worstelde oom Piet zich aan deze teleurstelling. Joem
en Jim wat Js er toch van jelui geworden! Nu
was het niet meer mooi in de wereld.
Ellen had deze ontnuchtering spoediger overwonnen.
Zij zocht naar Ewald en vond hem niet.
Vader Karsten, die als elk jaar ook heden een
Kerst-gast van de pastorie was, vertelde Ellen, dat zijn
jongen den Kerstavond en den eersten Kerstdag óp
bijzonder verlangen der hooggeachte mevrouw in haar
gezin doorbracht. Eerst den tweeden Kerstdag zou hij
thuiskomen.
De trots van den vader was grooter dan zijn ver
langen. Maar Ellen liet mismoedig het hoofd hangen.
Het was of de Kerstavond in de pastorie ditmaal aoor
De heer Van Leeuwen meent, dat dit te weinig is;
hij is er niet voor om te krenterig te zijn. Als we
een dusdanig bewijs van belangstelling geven, is het
beter geen nelangstelling te toonen.
De jieer De boer zegt, dat we in de vergadering
van B. en W. den heer Mann gehad hebben, die ons
overtuigde van de wenschelijkheid van het komen van
de tram. En hij vroeg om steun van de Gemeente St
Maarten en noemde 12000. In de later gekomen aan
vrage werd dit f 6000 en misschien is dat wel ge
daan met de gedachte, dat, om wat te krijgen, men
ólles moet vragen.
B. en W. meenden, dat f 2000 voldoende was. Een
deel der Gemeente is misschien gebaat bij de tram,
doch ook maar een gedeelte, en als je dan in aan
merking neemt, dat van onze kleine gemeente nog
slechts een deel er misschien profijt van heeft, dan
gelooft spr., dat we met f 2000 genoeg bijdragen.
De heer Schoorl hoordfc met belangstelling, dat B.
en W. blijk willen geven van belangstelling en inzien,
dat een groot gedeelte spr. zegteen groot deel,
want daar ligt juist veel bouwland bij de tram
belang heeft. Maar spr. vindt met den heer Van Leeu
wen, de voorgestelde som te laag; hij vindt het niet
mooi, op een andermans zak te teren. De heer Schoorl
stelt voor f 2000 aan aandeelen en f 2000 aan ren
teloos voorschot te geven, dat is niet te veel; dat
wordt misschien een 1100 per jaar voor de Gemeente.
De heer Kuiper zegt, dat ten gerieve van het reizend
publiek van Valkoog en St. Maarten de Noordertram
gelen verbetering brengt. De menschen gaan niet naar
den Ruigeweg; men gaat liever over Schagen. Blijft
over: Elenigenburg, en voor het reizend publiek aldaar
verbetert de toestand en acht spr. de tram gewenscht.
Wat het voordeel aangaat voor de bouwers, ja, de
mogelijkheid bestaat dat de tram een verbetering schept
voor de landbouwers te Eenigenburg, maar z.i. zal
het stichten van een markt te Warmenhuizen zulke
ernstige financiëele bezwaren na zich slepen, dat men
misschien liever den ouden toestand terugwenschte.
Dit geldt voor Eenigenburg.
Maar de bouwers van de Stroet zullen een zeer
afwachtende houding aannemen, en zullen eerst ge
bruik maken van de nieuwe markt, als die geves-
tig is en slaagt. En dan houdt dót in, dat de bou
wers van den Polder Valkoog van positie verslechten,
waar die nu op Noord-Scharwoude een markt heb
ben, die een groot gedeelte der producten ontvangt
en welke markt dan door Warmenhuizen zal verloo-
pen. Dat zijn een 500 bunders, waar heel wat van
daan komt, meer dan van Eenigenburg, en welke dan
noodgedrongen naar Broek moeten gaan.
De Noorder Tram is dan ook volstrekt geen alge
meen belang voor deze gemeente en daarom kan spr.
wel meegaan met B. en W.dus spr. zal enkel voor
stemmen met het doel: verbetering voor het reizend
publiek, doch niet wegens beteren afvoer producten.
De heer Van Leeuwen zegt, dat we alleen op het
oog hebben verbetering afvoer groenten; niet het ge
mak voorliet reizend publiek, dat beteekent niets. War
menhuizen is een groot centrum, een markt moet daar
slagen, en dat is het doel.
De heer Kuiper meent, dat de Noorder Stoomtram
zonder de hulp van St. Maarten wel tot stand komt,
en zet vervolgens uiteen, waarom hij het betreurt voor
de landbouwers, dat deze tram er is. Eerstdaags zal
er eene aanvraag komen om rente-garantie voor de
lijn Station-dorp Noord-Scharwoude. Nu wenschte spr.
van harte, dat de Noorder Tram er niet was ge
weest, en dat Warmenhuizen zijne groote bijdragen
voor een ander plan had gegeven, dan hadden we
een lijn gehad dwars door het Geestmer Ambacht heen.
Niet omdat spr. Eenigenburg een kwaad hart toedraagt,
zegt hij dit, maar omdat dól het beste voor ieder
was geweest.
De (heer Slot krijgt op zijne vraag de inlichting,
dat de H. IJ. S. 3 pet. rente garandeert van het aan
deelenkapitaal.
De heer Schoorl bepleit, dat Eenigenburg vóór zijn
verkeer van personen, en vervoer van melk en vee
nergens heen kan, en dat de Noorder Stoomtram daarin
verbetering brengt.
De voorzitter betoogt, dat St. Maarten en Valkoog
daarvan niets geen profijt hebben, al erkent hij, dat
Eenigenburg en omgeving nu geheel van alles versto
ken zijn. Verder wijst hij op de groote moeilijkheid
om een nieuwe markt te stichten. De Schager Kaas
markt wordt als voorbeeld aangehaald door den heer
De Boer.
De heer Van Leeuwen echter wil er niets van hooren,
dat de aanstaande Groentenmarkt te Warmenhuizen
worde vergeleken met Schagen. Warmenhuizen is een
centrum bij uitstek; de hand moet daar aan den ploeg
geslagen worden. Ómdat er moeilijkheden zijn, moet
men zich daar dan maar bij neerleggen? Dan kan
je ólles wel op zijn beloop laten en naar niets meer
streven.
De heer Kuiper echter ontvouwt zijne redenen, waar
om hij meent, dat de Langedijker kooplieden War
menhuizen niet kunnen bezoeken en steunen, om
niet hun geheele bedrijf - pakhuizen enz. aan
den Langedijk waardeloos te maken. Zij zullen War
menhuizen negeeren.
De heer v. Leeuwen meent, dat de koopman een
trekvogel iswaar een dubbeltje is te verdienen, daar
komt hij. Zij zullen die goede kool van deze streken
niet laten liggen.
De voorzitter zegt, dat B. en W. 2 maal f1000
voorstellen, omdat een deel der Gemeente belang bij
de tram kan hebben, 't Gaat niet aan, om altijd te
zeggende geheele Gemeente is er niet bij gebaat,
dus we geven niets. Dat zal bijna nooit voorkomen,
dat iets aan óllen ten goede komt. Goed uitgerekend,
komt het Trambestuur nog f2500 te kort. Waarom
zullen we nu meer geven? Ook de Banne vergadert
nog en spr. gelooft zeker, dat die ook nog wat zal
bijdragen.
Het blijkt den heer Van Leeuwen nu, dat f2000
voorgesteld wordt, dat vindt hij genoeg; hij had begre
pen van f 1000, wat hij te weinig achtte.
De heer Schoorl blijft bij zijn voorstel 2 maal f 2000
te geven; we moeten niet te zuinig om den hoek komen,
als we nog eenigen invloed willen uitoefenen om eene
halte of zooiets.
Voorzitter gelooft niet, dat door meer te geven, de
invloed grooter zal worden.
Het voorstel Schoorl wordt nu verworpen met 1
tegen 6 stemmen (alleen de voorsteller voor.)
Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen met 6
tegen 1 (de heer Dekker tegen.)
Aangeboden wordt de Gemeente-begrooting 1908, in
ontvangst en uitgaaf op f 10.651.88'/», en dl ekan_ het
Burgert Armbestuur in ontvangst f 4971.37, uitgaaf f5375,
vermoedelijk nadeelig saldo f 403.63.
In de volgende vergadering zullen deze begrootin
gen worden behandeld.
De Rondvraag levert niets op.
De voorzitter sluit nu de vergadering met een woord
van dank voor de pleizierige en aangename samen
werking en discussiën.
Is dansen gezond
Deze vraag kan zelfs door „De Dansleeraar", orgaan
van de Nederlandsche Dansonderwfjzersvereeniging,
niet met een absoluut en voor iedereen geldend „ja"
worden beantwoord.
Voorop wordt gesteld, dat de dans in het algemeen
gunstig werkt op de harmonische ontwikkeling der
verschillende spiergroepen en ons een zekeren eleganten
gang verschaft.
Maar zwakke personen, vooral zjj die hartgebreken
hebben, of wier ademhalingsorganen niet in orde zjjn,
zoo ook jonge meisjes, die aan bleekzucht lijden, moe
ten in 't geheel niet, of weinig dansen.
Of men gezond of niet gezond is, steeds moet men
met dansen ophouden, als men hartkloppingen voelt
of duizelig wordt. Vóór alles mag de eerste wals niet
te lang duren; men moet zich eerst een weinig gewen
nen aan de veranderde lichaamsbeweging.
Een bijzonder gewichtig punt uit bal-hygienisch oog
punt is de kleeding, minder misschien bij de heeren
dan bij bet schoone geslacht, dat, belaas maar al te
vaak, de mode terwille, de eenvoudigste hygiënische
voorschriften verwaarloost. De kleeding moet licht zijn
en zoo, dat de beweging van het lichaam en bovenal
de ademhaling, op geen wijze worden verhinderd. Daar
om, vóór alles, niet te nauw rijgen.
Ook de laarzen, die bij het dansen worden gedragen,
laten veel, zoo niet alles te wenscheu over. In plaats
van lage, gemakkelijke dansschoenen, zooals-vroeger
werden gedragen, hoeft men nu nauwe laarsjes, waarin
de voet geknepen wordt, met spitse teenen en hooge
hakken zoo wil het nu eenmaal de lieve ijdelheid,
al branden dan ook de voeten als vuur, en al veroor
zaakt ten slotte elke schrede pijn.
Wanneer men zeer verhit is heeft een koude dronk
vaak ernstige gevolgen, dat weet men en daarom ontzegt
men zich eiken verkoelenden drank. Een teug bier of
limonade kan geen kwaad, ten minste als men daarna
voortdanst.
Meerdere spierbeweging bij het dansen in vereeniging
met de hooge temperatuur van de balzaal leidt tot een
hoogere warmte-uitstraling in het bijzonder door water
verdamping aan de oppervlakte van het lichaam. Onder
normale omstandigheden verliest de mensch per dag
300 gram water bij meer lichaamsinspanning tot 2500
gram, en dat heeft natuurlijk uitdroging van ons orga
nisch weefsel tengevolge, die zich in een meer of min
der sterk gevoel van dorst openbaart. Het is dus een
natuurlijke aandrift, het gevolg-geven aan een natuur
wet, die ons beveelt te drinken.
Alles met mate, natuurlijk. Men moet steeds een
enkelen teug drinken, en er op letten, dat wat men ge
bruikt, niet koud is als ijs. Verder moet men, zooals
reeds gezegd, na het drinken het dansen voortzetten, en
het in elk geval vermijden om zich dadelijk naar een
minder warme plaats te begeven. De afkoeling van bin
nen door koud drinken en de intensieve warmte-onttrek-
king van de huid uit door de plotselinge inwerking der
koudere buitenlucht werken te zamen, en een verkoud
heid is het gevolg der onvoorzichtigheid.
Het is beter, dat men de balzaal niet eer verlaat, dan
wanneer men voldoende is afgekoeldnog beter is bet,
dat men in 't geheel niet danst kort voor het verlaten
van het bal, terwijl meestal juist tegen het einde de
paartjes zich het hartstochtelijkst bewegen. Dit is een
verkeerde gewoonte, die uit hygiënisch oogpunt de
scherpste veroordeeling verdient.
De veetentoonstelling van de afd. Alkmaar
van de Holl. Maatsch. van Landbouw'.
Wjj kunnen de berichten, alsof in verband met het
in het vorige nummer vermelde geval van mond en
klauwzeer de veetentoonstelling van de afd. Alkmaar
van de Holl. Mij. van-Landbouw niet zou doorgaan, met
de meeste beslistheid tegenspreken.
Het is ons gebleken, dat die tentoonstelling wel dege
lijk doorgaat. Alleen is in overleg met het hoofd der
gemeente besloten, dat het vee slechts van één kant van
de stad zal mogen worden ingevoerd en alvorens tot de
markt te worden toegelaten, moet worden onderzocht
door een deskundige. De heer dr. Stuurman, directeur
van het gemeentelijk slachthuis, zal zich met dat onder
zoek belasten.
Waarom dat
Men schrijft uit Scheveningen
Alhier heeft zich het geval voorgedaan, dat door de
Rijksverzekeringsbank aan een kuiper na het bekomen
van een ongeval, tijdelijke uitkeering is geweigerd.
Een paar jaar geleden had dezelfde werkman, in
dienst van denzelfden patroon, bij een ongeval dat hem
toen overkwam, wel uitkeering genoten.
De weigering van thans schijnt in verband te staan
met een nieuwe interpretatie van de Ongevallenwet door
de Rijksverzekeringsbank. Hare directie schijnt Ihans
van oordeel te zijn dat, wanneer een kuiper een fust
maakt voor een reeder, die dat fust uitsluitend gebruikt
voor de visscherij van zijn eigen schepen, de kuiper
alsdan niet werkzaam is in een verzekeringsplichtig
bedrjjf. Is een reeder tegelijk handelaar, dan is het
kuiperijbedrijf wel verzekeringsplichtig.
-<o>-
neerslachtige schaduwen werd verduisterd. Het kinder
gezang werd niet meer gehoord.
Herman, het toonbeeld van een braven zoon, was
met zijn boeken in een hoek der kamer gekropen
en hield zich van de anderen afgezonderd. En de
beide jongeren hielden zich nu ook binnen de perken
van afgepaste deftigheid en zedige gedemptheid tot
vreugde hunner ouders maar tot eerlijke ergernis
van oom Piet
Hoe was het toch mogelijk, dat het stadsleven en
het school-onderricht het karakter der beide jongens
zoo vervormd, misvormd en toegetakeld had! Precies
als hij het hun bij het afscheid nemen plagend had
voorgehouden. Met Herman was het ook zoo gegaan.
En deze twee gingen blijkbaar zelf elk een anderen
kant uit hoe moesten die nu weer tot één terug
gebracht worden?
Mevrouw Brigitte straalde van vreugde over de vol
gens hare opvatting gelukkige verandering in het op
treden en in het voorkomen harer jongens. Het kwam
Pieter Brand voor dat mevrouw Brigitte af en toe
een blik van verstandhouding wisselde met Ellen en
een geheimen blik ook op nem wierp. Zou er mis
schien nog eene verrassing aan het licht komen?
Het eerlijke avondeten kalmeerde een weinig zijn
onrust. Toen echter gebeurde er iets Pieter Brand
heeft het nooit vergeten.
Hij had met de jongens geschertst, had hen pen
grappig versje uit zijn schooltijd voorgezegd:
Hic, hac, hoe
De paukenist heeft een stok.
Is, ea, id,
Wat wil hij met dit?
In hunne oogen zat toch nog wel de oude guit!
Alleen het brutale plotseling optreden van de nieuwe
leerperiode had hen schuchter gemaakt! En oom Piet
gaf de hoop niet op, dat hunne borstelige natuur
weder uit het glad gestreken wit te voorschijn zou
springen.
Toen gaf mama hun het teeken, dat het tyd was om
zich ter ruste te begeven. Zij namen braaf afscheid.
Daarna verzochten zij met in het oogloopende ge
lijkgezindheid, dat hun moeder hen nogmaals evenals
vroeger iets zou voorzingen, als zij te bed lagen.
En mevrouw Brigitte deed dit toen met eene be
reidwilligheid, die aandacht trok.
De deur der slaapkamer werd opengelaten, evenals
vroeger.
Eerst zong zij een Kerstlied. En daarna hare
stem werd gevoelvoller een slaaplied.
Hare stem werd werd krachtiger ofschoon het
voor een slaapliedje meer gepast zou hebben, nog zach
ter te zingen.
En Pieter Brand vertrouwde zijn ooren niet. Maar
zijne haren rezen te berge en een rilling liep hem
langs den rug. Hij wilde opspringen, hij wilde met
de vuist er op losgaan, wilde alles kort en klein slaan
en hij Dleef als verlamd zitten.
Hij wilde kreunen van smart, en zijne lippen bleven
geopend, ijzig en zonder klank.
Dat overkwam hem! En hij wilde lachen met hoog
hartigheid maar hij bleef verzonken in zwijgende,
doffe besluiteloosheid.
Mevrouw Brigitte zong haar slaapliedje op eene me
lodie, welke hij Pieter Brand had gecompo
neerd. In zijn eerste toonwerk kwam deze melodie
voor.
Die had mevrouw Brigitte nu op woorden gebracht.
En daarmede had zij hem hem! een Kerstvreugde
denken te bereiden.
Mama Brigitte de meest teergevoelige der vrou
wen.
Maar Pieter Brand had met zijn voorstellingsvermo
gen, alras zich voorgesteld, hoe dit alles in uitvoering
was gebracht
De jongens waren ook in het complot. Hun pen
sionhouder was een oud-professor een muzieknar en
handschriften-verzamelaar. Die had zeker een van de
achtergebleven vijfenzestig exemplaren züner eerste com
positie opgedoken. En zoo was Pieter Brand's Kerstge-