Zondag 8 Sept. L9Ü7. 5le Jaargang. No. 4289. TWEEDE BLAD. tinineniandsch Nieuws. FEUILLETON. OOM PIET. Van MAX DREYER. W~> T%7 T W7 W71 Raadsvergadering Sint ^Iaarten. Dinsdag j.L, v.m. te 10 uur. Aanwezig alie leden. De voorzitter, de heer A. Klerk, Burgemeester, opent de vergadering en heet alle heeren hartelijk welkom, in het bizonder den heer D. Kuiper, die voor het eerst hier aanwezig is als gekozen in de plaats van Burgemeester Blom en waarmede nu de Raad weer voltallig is. Voorzitter verzoekt de heeren Schoorl, Slot en Kui per, nieuw gekozen leden, of zij bereid zijn de eeden af te leggen. Dit geschied zijnde hoopt Voorzitter, dal men even gezellig samen mag werkzaam zijn als tot he den, en dat ook de heer Kuiper daartoe moge mede werken. Daarbij moet ons aller leus zijn, te trach ten, door eendracht het schoon doel te bereiken, n.1. den bloei, de welvaart en den vooruitgang van onze Gemeente St. Maarten te bevorderen. Voorzitter feli citeert de heeren Slot, Schoorl en Kuiper, waarna al- gemeene felicitatie volgt. De notulen worden gelezen en goedgekeurd. Daarna deelt Voorzitter mede, dat bij de gehouden kasverificatie alles in orde was bevonden en het kas saldo bedroeg f 2417.28. Een ingekomen adres van eene commissie uit het Dept. Alkmaar der Mij. tot Nut van het Algemeen, welke een wedstrijd zal organiseeren voor handwerks lieden met daaraan verbonden tentoonstelling van de vervaardigde voorwerpen, en waarvoor van deze Ge meente eene bijdrage wordt gevraagd, wordt voor ken nisgeving aangenomen. Nog is ingekomen een schrijven van Ged. Staten, dat zij de instructie voor den Gemeente-ontvanger heb ben ontvangen, m. a. w., dat deze door hen is goed gekeurd. Hierna deelt Voorzitter den Raad mede, (naar aan leiding van het in de vorige vergadering behandelde over de pensionneering van den heer Kuit) dat deze zich volkomen kan vereenigen met het idee van den heer Slol (n.1. een pensioen van f 250, zonder verdere bodediensten) en bereid is alsdan zijn ont slag aan te vragen. Voorzitter doet nu namens B. en W. het voorstel, om Kuit f 250 pensioen te verleenen. Allen voor. In verband daarmede is een brief ingekomen van den heer Kuit, om ontslag tegen 1 Nov. 1907. Dit ontslag wordt op de meest eervolle wijze ver leend, onder dankbetuiging voor de vele diensten der Gemeente bewezen. De lieer Kuit zal gelijktijdig ontslag vragen aan den heer Commissaris der Koningin uit zijne betrekking als veldwachter. Hierna stellen B. en W. voor, een oproeping te doen van sollicitanten naar de betrekking als veldwachter en bode, deze oproeping te plaatsen in de Schager- en Alkm. Courant. Stukken in te zenden vóór 15 Sept. Salaris als veldwachter f 300, als bode f 140 en ver goeding voor kleeding f 50. De heer Schoorl stelt voor het bodeloon met f 40 te verlagen. Omdat de veldwachter toch veel zal sur- veilleeren en dan meteen het bodewerk kan verrich ten, vindt hij, d'at daar zooveel werk niet aan is. De heer Schoorl kan niet zeggen juist, dat hij het tractement te hoog vindt, maar vooreerst althans zou hij toch f 40 willen aftrekken. De Voorzitter licht in, dat het vroeger f 100 was. Toen bestond het almanakken-venten; dit is inge trokken; ook was niet geregeld het schoonhouden van het raadhuis en het aanmaken der kachels. Daarvoor is toen de f 40 verhooging gegeven. De heer De Boer vreest, dat, als 't voorstel Schoorl wordt aangenomen, het er toch toe zou komen, dat we het tractement van den veldwachter moesten ver- hoogen; en dan kwam het op hetzelfde neer, of nog erger. Daarom is spr. er tegen en er voor om het zoo te laten zooals net is. De heer Kuiper is van gevoelen, dat, waar de ioon- standaard alom is gestegen, we de kans beloopen, dat, als we het tractement gaan verlagen, we niet die personen krijgen, die het bekwaamst voor de betrekking zijn en spr. vindt toch, dat we moeten hebben een flinken kerel. Dat is nu wel niet juist altijd te krijgen met veel geld, maar toch hebben we met een goed salaris daartoe meer kans. De Voorzitter is 'het met de heeren De Boer en Kuiper volkomen eens. f 300 is feitelijk te laag, om den veldwachter eene eenigszins onafhankelijke positie te verschaffen. Nadat de heer van Leeuwen nog meende, dat we voor minder niet klaar zouden komen, trok de lieer Schoorl zijn voorstel in. Het voorgestelde door B. en W. aangaande de op roeping en de tractementsregeling is dus aangenomen. Daarna een voorstel van B. en W., dat de nieu we veldwachter zich moet verzekeren een ouderdoms pensioen van f 250 per jaar, ingaande op 65-jarigen leeftijdvan de premie de helft voorrekening der Gemeente en de andere helft voor eigen rekening. Naar aanleiding van een opmerking van den heer Kuiper over den leeftijd van den a.s. functionnaris, waarmede ten zeerste in verband staat de hoe-grootheid der premie voor de verzekering, wordt goedgevonden, dat ter goede behartiging aan B. en W. over te laten. Allen zijn voor het genoemde voorstel. Het voornemen is, de verzekering aan te gaan bij dam**0" ^oc'ê,eil van Levensverzekering le Amster- 1,^'r!1? B; eu.W- voor> 'net ingang van 1 Jan. 1,1 'e trekken de gemeentelijke bijdrage van f 10 in de huishuur van den heer Van der Menden (Rijks veldwachter te Dirkshorn). Een paar jaar geleden is het oesluit tot deze bijdrage genomen, doch B. en W. meenen dat dit niet rust op billijkheidsgronden, want in de Gemeente wordt niet gesurveilleerd door 1 rijksveld wachter, doch wel door drie. Nu we een nieuwen veld- Jv.ac?!1'er Kopen te krijgen, wilden B. en W. deze on billijkheid wegnemen. De heer Van Leeuwen kan zich er best mede ver eenigen. tGaf aanleiding tot veel ontevredenheid. Al gemeen is de raad er vóór. Komt nu in behandeling een adres van de heeren hoofden van Scholen in de Gemeente, J. Akkerman, L. Teensma en K. van 't Veer, vragende: lo. de periodieke verhoogingen der jaarwedden om de 5 jaar uit te keeren; 2o. de salarissen elk met f 100 per jaar te verhoogen. Bij dit adres is gevoegd eene uitvoerige memorie van toelichting waarin de heeren erop wijzen, dal het maximum salaris f 950, eerst bereikt wordt na 20 dienstjaren, dus als zij er bijna aan toe zijn pensioen te vragen, en verder, dat liet salaris te laag is om er naar behooren van te kunnen leven. Na het lezen van adres en Memorie van toelichting, stellen B. en W. voor, afgeschei den van de Memorie van toelichting geen tracte- mentsverhooging te geven, maar de periodieke ver hoogingen eerder te geven, omdat zij meenen, dat deze te lang uitblijven. De bestaande verordening geeft aan: aanvangssala ris f850; na 10 dienstj. 190tl; na 20 dienstj. f950. Het maximum is er dus feitelijk pas, als de beste krachten der functiomiarissen weg zijn. B. en W. stellen voor, de verhoogingen om de 5 jaar te geven. De heer Slot vraagt: Geldt dat voor alle driehoof den Voorzitter zegt, dat dat de bedoeling is. De heer Slot: Zij spreken in de toelichting van de zorgen voor hunne huishouding, maar 1 onderwijzer heeft geen gezin. Voorzitter licht in, dat B. en W. daarom hun voor stel deden, afgescheiden van de toelichting. Hiermede neemt de heer Slot genoegen. De heer Schoorl vraagt, wanneer dit besluit in kan gaan? 't Doet hem genoegen, dat B. en W. ook van gevoelen zijn, dat de salarissen te laag zijn. Voorzitter zegt: Volgend jaar. Akkerman heeft dan 5 dienstjaren, en ook de heer Teensma. De heer Van 't Veer heeft in 1908 reeds 15 dienstjaren en krijgt dus dan 't maximum. De heer Schoorl vraagt nog, of 't niet mogelijk is, 1 Jan. a.s. voor i fle drie heeren gelijk de verhoo ging te doen intreden, doch voorzitter zegt dat dit niet gaat. Voorzitter brengt nu in rondvraag het verzoek in t request om f 100 verhooging. De heer Schoorl zegt, dat het er nogal inloopt. Had den we 1 L oofd, dan kon hij er zich wel mede veree nigen, maar te toestand is nu eenmaal zoo, dat we in onze kleine gemeente 3 schoolhoofden hebben. Dit verzoek wordt met algemeene stemmen van de hand gewezen. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen. De verordening bevat verder, dat het tractement der onderwijzers van bijstand bedraagt: bij minder dan 10 dienstj. f600 10—20 dienstj. f650; meer dan 20 f700. Nu stellen B. en W. voor, dit te wijzigen als volgt: minder dan f10 f600; 1015 f650; 1520 f700. Ook deze wijziging wordt goedgekeurd. Nog ontspint zich eenige discussie over de onge lijke tractementen der schoolhoofden, hetgeen de heer Schoorl onbillijk vindt, omdat ze toch allen hetzelfde werk hebben. De iheeren De Boer en Slot vinden het in zekeren zin weer wèl billijk, maar ten slotte blijkt daar dan toch ook niet veel aan te doen te wezen. B. en \V. hebben verder het voorstel om een paar nieuwe bepalingen in die verordening op te nemen: lo. onderwijzers genieten bij ziekte of ontstentenis gedurende het le halfjaar het volle tractement; het 2e halfjaar het halve tractement; daarna niet meer. Dit wordt algemeen goedgevonden. 2o. onderwijzers, die militieplichten hebben te ver vullen, ontvangen gedurende dien tijd het halve trac tement. De heer Van Leeuwen kan er zich mee vereeni gen, maar de toestand is niet zuiver, want de bur gers worden ook zóó maar uit hun bedrijf weggeroe pen. Voorzitter: Maar onderwijzers zijn gemeente-ambte naren. Daarom kan de heer Van Leeuwen er zich ook wel mede vereenigen. De derde bepaling, die B. en \V. voorstellen, is, dat eene onderwijzeres onmiddellijk na haar huwelijk ontslag moet nemen. Algemeen voor. De verordening, gewijzigd, wordt nu in haar ge heel voorgelezen en goedgekeurd. Aan de orde is nu het bekende adres der Noor der Stoomtram, waarin van de Gemeente St. Maar ten f 3000 aandeelen en f 3000 renteloos voorschot wordt gevraagd. De 'peer Slot vraagt, of in de richting der lijn geen wijziging meer te brengen is? Als de lijn oostelijk van Warmenhuizen ging, in plaats van westelijk, zou de tram voor St. Maarten meer ten voordeele zijn De heer Schoorl meent, dat dat wel te ingrijpend zal zijn; de zaak is te ver heen. De heer Van Leeuwen meent, dat er toch op ge wezen kan worden: men kan niet meer zeggen dan ja of neen. Voorzitter deelt nu mede, dat B. en W. het adres behandeld hebben en na langdurige bespreking heb ben besloten om den raad voor te stellen, toch een blijk van belangstelling te geven in de lijn, omdat toch een gedeelte der Gemeente er belang bij kón krijgen. Zij stellen voor, f 1000 renteloos voor schot te geven en voor f 1000 deel te nemen in hel aandeelenkapitaal. 24. XXXVII. Op Kerstavond brandden voor de eerste maal de lichtjes van een \Kerstboom in oom Piet's huis. Hij keek met Ellen aandachtig naar den lichtglans en elk licht was voor hem in zijn leven altijd eene gebeurtenis. Gebeurtenissen maken evenwel iemand niet opgeruimdde goede niet, omdat ze geweest zijn, dc kwade niet, omdat ze eenmaal bestonden. En even nadenkend als hij, "was ook het kind. De gedachte, aan de nadering van het Kerstfeest vastgeklonken, ver toonde zich nu in scherpe lijnen: dat zij nu weg moest, zeer spoedig, zij kon nu de uren wel tellen. De vreugde van den dag had een zwaren strijd met deze gedachte zich vertrouwd te maken. Maar einde lijk kon Ellen zich er boven verheffen. En gesteund door dc blijde verrassing over de geschenken van oom, gedragen door den invloed van hare eigen gaven aan vader en moeder Weetgoed, dacht Ellen aan dat, wat haar hedenavond te wachten stond. Zij moesten nog naar de pastorie. Joem en Jim wachtten haar daa- En nog een. Ook Ewald zou er zijn. Zij ging met lichten tred naar de pastorie op hun wandeling daarheen vergastten zij zich aan het heerlijk geflonker der sterren, die in dat lichtgewiegel wel met elkaar schenen te sprekente spreken van vrede en geluk. De aarde was met sneeuw bedekt, als sieraad voor het Kerstfeest. Het was een heerlijke wan deling te midden van dit schoone natuurtafereel. En toen zij de pastorie binnentraden, vlogen Joem en Jim hen (niet tegemoet, gelijk vroeger. Dat viel niet mee. De jongens kwamen nu deftig en afgemeten naar hen toe. Bedaard gaven zij hen de hand. Wereld, waar is uw humor? Joem en Jim waren deftig geworden. Joem en Jim zijn nu ingetogen en wel opgevoed. Toen oom Piet hen wat aandachtiger bekeek, ver toonde zich een (trek Ivan ontzetting op zijn gelaat: was dat mogelijk? zij geleken niet meer op elkaar! Joem en Jim geleken niet meer op elkaar op zoo treffende wijze als vroeger. Wereld waar is uw humor gebleven? Hoe is 't nog mogelijk op aarde te lachen! Jöem en Jim zijn elkaar ongelijk geworden. Jim had een lit- teeken op het voorhoofd Joem niet. En het was alsof dit litteeken het overblijfsel van een gehou den duel niet alleen ongelijkheid in hun gelaat had bewerkt maar zij schenen ook nog in meer punten van elkaar te verschillen in leven, in spel een ieder kon ze nu gemakkelijk van elkander onder scheiden. Oom Piet was er door verbijsterd zoo erg zelfs, dat hij de voor beiden als aardig Kerstgeschenk meegeno men hansworsten stil in zijn zak liet blijven de geestigheid viel nu toch in het waler. Klagend ont worstelde oom Piet zich aan deze teleurstelling. Joem en Jim wat Js er toch van jelui geworden! Nu was het niet meer mooi in de wereld. Ellen had deze ontnuchtering spoediger overwonnen. Zij zocht naar Ewald en vond hem niet. Vader Karsten, die als elk jaar ook heden een Kerst-gast van de pastorie was, vertelde Ellen, dat zijn jongen den Kerstavond en den eersten Kerstdag óp bijzonder verlangen der hooggeachte mevrouw in haar gezin doorbracht. Eerst den tweeden Kerstdag zou hij thuiskomen. De trots van den vader was grooter dan zijn ver langen. Maar Ellen liet mismoedig het hoofd hangen. Het was of de Kerstavond in de pastorie ditmaal aoor De heer Van Leeuwen meent, dat dit te weinig is; hij is er niet voor om te krenterig te zijn. Als we een dusdanig bewijs van belangstelling geven, is het beter geen nelangstelling te toonen. De jieer De boer zegt, dat we in de vergadering van B. en W. den heer Mann gehad hebben, die ons overtuigde van de wenschelijkheid van het komen van de tram. En hij vroeg om steun van de Gemeente St Maarten en noemde 12000. In de later gekomen aan vrage werd dit f 6000 en misschien is dat wel ge daan met de gedachte, dat, om wat te krijgen, men ólles moet vragen. B. en W. meenden, dat f 2000 voldoende was. Een deel der Gemeente is misschien gebaat bij de tram, doch ook maar een gedeelte, en als je dan in aan merking neemt, dat van onze kleine gemeente nog slechts een deel er misschien profijt van heeft, dan gelooft spr., dat we met f 2000 genoeg bijdragen. De heer Schoorl hoordfc met belangstelling, dat B. en W. blijk willen geven van belangstelling en inzien, dat een groot gedeelte spr. zegteen groot deel, want daar ligt juist veel bouwland bij de tram belang heeft. Maar spr. vindt met den heer Van Leeu wen, de voorgestelde som te laag; hij vindt het niet mooi, op een andermans zak te teren. De heer Schoorl stelt voor f 2000 aan aandeelen en f 2000 aan ren teloos voorschot te geven, dat is niet te veel; dat wordt misschien een 1100 per jaar voor de Gemeente. De heer Kuiper zegt, dat ten gerieve van het reizend publiek van Valkoog en St. Maarten de Noordertram gelen verbetering brengt. De menschen gaan niet naar den Ruigeweg; men gaat liever over Schagen. Blijft over: Elenigenburg, en voor het reizend publiek aldaar verbetert de toestand en acht spr. de tram gewenscht. Wat het voordeel aangaat voor de bouwers, ja, de mogelijkheid bestaat dat de tram een verbetering schept voor de landbouwers te Eenigenburg, maar z.i. zal het stichten van een markt te Warmenhuizen zulke ernstige financiëele bezwaren na zich slepen, dat men misschien liever den ouden toestand terugwenschte. Dit geldt voor Eenigenburg. Maar de bouwers van de Stroet zullen een zeer afwachtende houding aannemen, en zullen eerst ge bruik maken van de nieuwe markt, als die geves- tig is en slaagt. En dan houdt dót in, dat de bou wers van den Polder Valkoog van positie verslechten, waar die nu op Noord-Scharwoude een markt heb ben, die een groot gedeelte der producten ontvangt en welke markt dan door Warmenhuizen zal verloo- pen. Dat zijn een 500 bunders, waar heel wat van daan komt, meer dan van Eenigenburg, en welke dan noodgedrongen naar Broek moeten gaan. De Noorder Tram is dan ook volstrekt geen alge meen belang voor deze gemeente en daarom kan spr. wel meegaan met B. en W.dus spr. zal enkel voor stemmen met het doel: verbetering voor het reizend publiek, doch niet wegens beteren afvoer producten. De heer Van Leeuwen zegt, dat we alleen op het oog hebben verbetering afvoer groenten; niet het ge mak voorliet reizend publiek, dat beteekent niets. War menhuizen is een groot centrum, een markt moet daar slagen, en dat is het doel. De heer Kuiper meent, dat de Noorder Stoomtram zonder de hulp van St. Maarten wel tot stand komt, en zet vervolgens uiteen, waarom hij het betreurt voor de landbouwers, dat deze tram er is. Eerstdaags zal er eene aanvraag komen om rente-garantie voor de lijn Station-dorp Noord-Scharwoude. Nu wenschte spr. van harte, dat de Noorder Tram er niet was ge weest, en dat Warmenhuizen zijne groote bijdragen voor een ander plan had gegeven, dan hadden we een lijn gehad dwars door het Geestmer Ambacht heen. Niet omdat spr. Eenigenburg een kwaad hart toedraagt, zegt hij dit, maar omdat dól het beste voor ieder was geweest. De (heer Slot krijgt op zijne vraag de inlichting, dat de H. IJ. S. 3 pet. rente garandeert van het aan deelenkapitaal. De heer Schoorl bepleit, dat Eenigenburg vóór zijn verkeer van personen, en vervoer van melk en vee nergens heen kan, en dat de Noorder Stoomtram daarin verbetering brengt. De voorzitter betoogt, dat St. Maarten en Valkoog daarvan niets geen profijt hebben, al erkent hij, dat Eenigenburg en omgeving nu geheel van alles versto ken zijn. Verder wijst hij op de groote moeilijkheid om een nieuwe markt te stichten. De Schager Kaas markt wordt als voorbeeld aangehaald door den heer De Boer. De heer Van Leeuwen echter wil er niets van hooren, dat de aanstaande Groentenmarkt te Warmenhuizen worde vergeleken met Schagen. Warmenhuizen is een centrum bij uitstek; de hand moet daar aan den ploeg geslagen worden. Ómdat er moeilijkheden zijn, moet men zich daar dan maar bij neerleggen? Dan kan je ólles wel op zijn beloop laten en naar niets meer streven. De heer Kuiper echter ontvouwt zijne redenen, waar om hij meent, dat de Langedijker kooplieden War menhuizen niet kunnen bezoeken en steunen, om niet hun geheele bedrijf - pakhuizen enz. aan den Langedijk waardeloos te maken. Zij zullen War menhuizen negeeren. De heer v. Leeuwen meent, dat de koopman een trekvogel iswaar een dubbeltje is te verdienen, daar komt hij. Zij zullen die goede kool van deze streken niet laten liggen. De voorzitter zegt, dat B. en W. 2 maal f1000 voorstellen, omdat een deel der Gemeente belang bij de tram kan hebben, 't Gaat niet aan, om altijd te zeggende geheele Gemeente is er niet bij gebaat, dus we geven niets. Dat zal bijna nooit voorkomen, dat iets aan óllen ten goede komt. Goed uitgerekend, komt het Trambestuur nog f2500 te kort. Waarom zullen we nu meer geven? Ook de Banne vergadert nog en spr. gelooft zeker, dat die ook nog wat zal bijdragen. Het blijkt den heer Van Leeuwen nu, dat f2000 voorgesteld wordt, dat vindt hij genoeg; hij had begre pen van f 1000, wat hij te weinig achtte. De heer Schoorl blijft bij zijn voorstel 2 maal f 2000 te geven; we moeten niet te zuinig om den hoek komen, als we nog eenigen invloed willen uitoefenen om eene halte of zooiets. Voorzitter gelooft niet, dat door meer te geven, de invloed grooter zal worden. Het voorstel Schoorl wordt nu verworpen met 1 tegen 6 stemmen (alleen de voorsteller voor.) Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen met 6 tegen 1 (de heer Dekker tegen.) Aangeboden wordt de Gemeente-begrooting 1908, in ontvangst en uitgaaf op f 10.651.88'/», en dl ekan_ het Burgert Armbestuur in ontvangst f 4971.37, uitgaaf f5375, vermoedelijk nadeelig saldo f 403.63. In de volgende vergadering zullen deze begrootin gen worden behandeld. De Rondvraag levert niets op. De voorzitter sluit nu de vergadering met een woord van dank voor de pleizierige en aangename samen werking en discussiën. Is dansen gezond Deze vraag kan zelfs door „De Dansleeraar", orgaan van de Nederlandsche Dansonderwfjzersvereeniging, niet met een absoluut en voor iedereen geldend „ja" worden beantwoord. Voorop wordt gesteld, dat de dans in het algemeen gunstig werkt op de harmonische ontwikkeling der verschillende spiergroepen en ons een zekeren eleganten gang verschaft. Maar zwakke personen, vooral zjj die hartgebreken hebben, of wier ademhalingsorganen niet in orde zjjn, zoo ook jonge meisjes, die aan bleekzucht lijden, moe ten in 't geheel niet, of weinig dansen. Of men gezond of niet gezond is, steeds moet men met dansen ophouden, als men hartkloppingen voelt of duizelig wordt. Vóór alles mag de eerste wals niet te lang duren; men moet zich eerst een weinig gewen nen aan de veranderde lichaamsbeweging. Een bijzonder gewichtig punt uit bal-hygienisch oog punt is de kleeding, minder misschien bij de heeren dan bij bet schoone geslacht, dat, belaas maar al te vaak, de mode terwille, de eenvoudigste hygiënische voorschriften verwaarloost. De kleeding moet licht zijn en zoo, dat de beweging van het lichaam en bovenal de ademhaling, op geen wijze worden verhinderd. Daar om, vóór alles, niet te nauw rijgen. Ook de laarzen, die bij het dansen worden gedragen, laten veel, zoo niet alles te wenscheu over. In plaats van lage, gemakkelijke dansschoenen, zooals-vroeger werden gedragen, hoeft men nu nauwe laarsjes, waarin de voet geknepen wordt, met spitse teenen en hooge hakken zoo wil het nu eenmaal de lieve ijdelheid, al branden dan ook de voeten als vuur, en al veroor zaakt ten slotte elke schrede pijn. Wanneer men zeer verhit is heeft een koude dronk vaak ernstige gevolgen, dat weet men en daarom ontzegt men zich eiken verkoelenden drank. Een teug bier of limonade kan geen kwaad, ten minste als men daarna voortdanst. Meerdere spierbeweging bij het dansen in vereeniging met de hooge temperatuur van de balzaal leidt tot een hoogere warmte-uitstraling in het bijzonder door water verdamping aan de oppervlakte van het lichaam. Onder normale omstandigheden verliest de mensch per dag 300 gram water bij meer lichaamsinspanning tot 2500 gram, en dat heeft natuurlijk uitdroging van ons orga nisch weefsel tengevolge, die zich in een meer of min der sterk gevoel van dorst openbaart. Het is dus een natuurlijke aandrift, het gevolg-geven aan een natuur wet, die ons beveelt te drinken. Alles met mate, natuurlijk. Men moet steeds een enkelen teug drinken, en er op letten, dat wat men ge bruikt, niet koud is als ijs. Verder moet men, zooals reeds gezegd, na het drinken het dansen voortzetten, en het in elk geval vermijden om zich dadelijk naar een minder warme plaats te begeven. De afkoeling van bin nen door koud drinken en de intensieve warmte-onttrek- king van de huid uit door de plotselinge inwerking der koudere buitenlucht werken te zamen, en een verkoud heid is het gevolg der onvoorzichtigheid. Het is beter, dat men de balzaal niet eer verlaat, dan wanneer men voldoende is afgekoeldnog beter is bet, dat men in 't geheel niet danst kort voor het verlaten van het bal, terwijl meestal juist tegen het einde de paartjes zich het hartstochtelijkst bewegen. Dit is een verkeerde gewoonte, die uit hygiënisch oogpunt de scherpste veroordeeling verdient. De veetentoonstelling van de afd. Alkmaar van de Holl. Maatsch. van Landbouw'. Wjj kunnen de berichten, alsof in verband met het in het vorige nummer vermelde geval van mond en klauwzeer de veetentoonstelling van de afd. Alkmaar van de Holl. Mij. van-Landbouw niet zou doorgaan, met de meeste beslistheid tegenspreken. Het is ons gebleken, dat die tentoonstelling wel dege lijk doorgaat. Alleen is in overleg met het hoofd der gemeente besloten, dat het vee slechts van één kant van de stad zal mogen worden ingevoerd en alvorens tot de markt te worden toegelaten, moet worden onderzocht door een deskundige. De heer dr. Stuurman, directeur van het gemeentelijk slachthuis, zal zich met dat onder zoek belasten. Waarom dat Men schrijft uit Scheveningen Alhier heeft zich het geval voorgedaan, dat door de Rijksverzekeringsbank aan een kuiper na het bekomen van een ongeval, tijdelijke uitkeering is geweigerd. Een paar jaar geleden had dezelfde werkman, in dienst van denzelfden patroon, bij een ongeval dat hem toen overkwam, wel uitkeering genoten. De weigering van thans schijnt in verband te staan met een nieuwe interpretatie van de Ongevallenwet door de Rijksverzekeringsbank. Hare directie schijnt Ihans van oordeel te zijn dat, wanneer een kuiper een fust maakt voor een reeder, die dat fust uitsluitend gebruikt voor de visscherij van zijn eigen schepen, de kuiper alsdan niet werkzaam is in een verzekeringsplichtig bedrjjf. Is een reeder tegelijk handelaar, dan is het kuiperijbedrijf wel verzekeringsplichtig. -<o>- neerslachtige schaduwen werd verduisterd. Het kinder gezang werd niet meer gehoord. Herman, het toonbeeld van een braven zoon, was met zijn boeken in een hoek der kamer gekropen en hield zich van de anderen afgezonderd. En de beide jongeren hielden zich nu ook binnen de perken van afgepaste deftigheid en zedige gedemptheid tot vreugde hunner ouders maar tot eerlijke ergernis van oom Piet Hoe was het toch mogelijk, dat het stadsleven en het school-onderricht het karakter der beide jongens zoo vervormd, misvormd en toegetakeld had! Precies als hij het hun bij het afscheid nemen plagend had voorgehouden. Met Herman was het ook zoo gegaan. En deze twee gingen blijkbaar zelf elk een anderen kant uit hoe moesten die nu weer tot één terug gebracht worden? Mevrouw Brigitte straalde van vreugde over de vol gens hare opvatting gelukkige verandering in het op treden en in het voorkomen harer jongens. Het kwam Pieter Brand voor dat mevrouw Brigitte af en toe een blik van verstandhouding wisselde met Ellen en een geheimen blik ook op nem wierp. Zou er mis schien nog eene verrassing aan het licht komen? Het eerlijke avondeten kalmeerde een weinig zijn onrust. Toen echter gebeurde er iets Pieter Brand heeft het nooit vergeten. Hij had met de jongens geschertst, had hen pen grappig versje uit zijn schooltijd voorgezegd: Hic, hac, hoe De paukenist heeft een stok. Is, ea, id, Wat wil hij met dit? In hunne oogen zat toch nog wel de oude guit! Alleen het brutale plotseling optreden van de nieuwe leerperiode had hen schuchter gemaakt! En oom Piet gaf de hoop niet op, dat hunne borstelige natuur weder uit het glad gestreken wit te voorschijn zou springen. Toen gaf mama hun het teeken, dat het tyd was om zich ter ruste te begeven. Zij namen braaf afscheid. Daarna verzochten zij met in het oogloopende ge lijkgezindheid, dat hun moeder hen nogmaals evenals vroeger iets zou voorzingen, als zij te bed lagen. En mevrouw Brigitte deed dit toen met eene be reidwilligheid, die aandacht trok. De deur der slaapkamer werd opengelaten, evenals vroeger. Eerst zong zij een Kerstlied. En daarna hare stem werd gevoelvoller een slaaplied. Hare stem werd werd krachtiger ofschoon het voor een slaapliedje meer gepast zou hebben, nog zach ter te zingen. En Pieter Brand vertrouwde zijn ooren niet. Maar zijne haren rezen te berge en een rilling liep hem langs den rug. Hij wilde opspringen, hij wilde met de vuist er op losgaan, wilde alles kort en klein slaan en hij Dleef als verlamd zitten. Hij wilde kreunen van smart, en zijne lippen bleven geopend, ijzig en zonder klank. Dat overkwam hem! En hij wilde lachen met hoog hartigheid maar hij bleef verzonken in zwijgende, doffe besluiteloosheid. Mevrouw Brigitte zong haar slaapliedje op eene me lodie, welke hij Pieter Brand had gecompo neerd. In zijn eerste toonwerk kwam deze melodie voor. Die had mevrouw Brigitte nu op woorden gebracht. En daarmede had zij hem hem! een Kerstvreugde denken te bereiden. Mama Brigitte de meest teergevoelige der vrou wen. Maar Pieter Brand had met zijn voorstellingsvermo gen, alras zich voorgesteld, hoe dit alles in uitvoering was gebracht De jongens waren ook in het complot. Hun pen sionhouder was een oud-professor een muzieknar en handschriften-verzamelaar. Die had zeker een van de achtergebleven vijfenzestig exemplaren züner eerste com positie opgedoken. En zoo was Pieter Brand's Kerstge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 5