Arnster
aru.tz "RLTS,brengcn-
INGEZONDEN.
r"»pa™v—ssr c nusuasnst, U™** ^r.rsr'ti? iü zsrjbrsns li I
«r- /Ui1 'hare aalldadlt 61 op guvcsligd le lleb" an. CCn voor
1 -
uw catalogus op en vindt op pag. 25 stand 43: „Mij. Of wilt U liever 'n kop bouillon? klonk 't als
j«i oirtrtm-yaCTAPii Van Len- 'n bijna-excuus.
ik heeleniaal niet
CV.
Internationale Tentoonstelling van Ambaclitswerk-
tuigen Paleis voor Volksvlijt Amsterdam.
Verder
Wat vraagt die man?
Of je id'ie maeliine eens wil zien werken. I Is
er een voor schoenmakers. De Jong en Brandon, i'rins
apperHeel graag
de bouillon aan
kon ik niet
rillCIB »UVI v.ns,. .v.
gedurende de maanden Augustus en September 11)07. jri ""i" ™,vvu""'--
l Hendrikkade 20—21, Amsterdam.
s\\at er te zien is? Vraag liever wat er Geel 8''aa8-
zien is. Daarop zou 11
woord zijn te geven;
wat er is, daar is
'n heel wat grooter
deze courant is toebedeeld.
Toen ik er heen ging, had ik er geen hoogen dunk \ul"
van Die tentoonstellingen, daar wordt 'n mensch ook •1,11. 411110 hoofden en bejammeren het, dat
beu van. We hebben ze gezien hier in '84, in '95, xl.l'l|g jaien later geboren zijn. .lust as me.
A in Scheven innen, overal En i,IS. schoon. Heelemaal geen
- - nai is door de seral.
UW l^liaiuguo yjp VI, ...v. „r lo
lot expl. van fijnhouthandel en stoomzagerij, Van Len- mjna-exeuua.
nepkade 334, Amsterdam." En ge zet er 'n streepje En 0111 toen te laten zien, dat i
bij. Daar moeten we eens heen. verlegen was, antwoordde ik dappe
In minder dan geen tijd werd mij
geboden, eu toen ik ze geproeid liud, kon ik niet
nalaten omtrent de samenstelling en de bereiding er
-o» «iMfi inlichtingen te vragen. Dat was 'n detica-
van iuu»v»*w.Q
lesse, zooals ik nog inaar zeiden proelde. I Wat
Maggi-bouillon. En Juffr. Van ucn Burg, de vriei:
dclijKe Adjunct-Directrice, deed 't blijkbaar even vet
vii.v; i(, verklaren, als mij die verklarin
noe si uk uukkuu, uii kv Kw
met geen puimsteen schoon waren te krijgen, schud-
s r. v..v. Kul Hai ze geen
slof!
iiriis, in Antwerpen, in Scheveningen, overu
UJ.' zoon werkende
als je dan met grootc oogen naar zoo n wer&cuuv
machine staat te kijken, en je hoort vaklui allerlei
technische uitdrukkingen doen en wetenschappelijke op
merkingen maken, en ',t ongeluk gebeurt dan, dat ei
v:" «"fc niet dan kom
Dat is door de seral
Seral! Wat is dat?
Mag ik u die kaart geven?
En we6 kregen Van Leeuwen en De Haas, Amster-
.ivi ucn verL-Inrinv van wat „seral is en de aa.
als
van ecnige inlichtingen te vragen.
-'t Was
.ien-
evenveel
verklaring
aren
bevatten,
kost
ten; maar uc nu mgevoeiue nunuuvum™ aan
merkelijk goedkooper. Dien bouillon liad ik nu gedron
ken en kostte ongeveer 3Vs eent de kop, en er is
geen bouillon, die dezen in kwaliteit ot voedingswaarde
overtreft, ik proefde de M a g g i-a r o m a, welKe dient
uin soepen en vleezeu te Kruiden; en het is mijn
besliste overtuiging, dat peper en zout, en mosterd
en soja en andere scherpe „scason-preparations" van
onze tafels verdwijnen zullen voor de Maggi-aroma.
De producten van Maggi hebben meer voordeelen, dan
t mij geoorloofd is in 'n brief als deze te bespreken.
Wie er méér van weten wil, wende zicli tol den
Vertegenwoordiger voor Nederland en Koloniën, den
i 11u<inivua>QÓh» 1 n Amsterdam.
M. dc Redacteur!
Mogen wij,- vissehers van Den Oever op Wieringen,
ook iels zeggen in uw courant naar aanleiding van bel
twistgeschrijf tussehen den heer Peeroboom en het be
stuur van liou Zee; en tevens naar aanleiding van de
woorden van den heer Hermans in onze laatste raads
zitting, n.l., dat de Bond zoo weinig uitbetaalt?
Wij ondergeteekenden, vissehers, leden van den vis-
schersboud llou Zee verklaren dan, dal wij gedurende
het korle bestaan van onzen Bond zulke hooge prijzen
voor verschillende vischartikelen, voornamelijk garnalen,
heblien gemaakt, als we vroeger nimmer hebben kun
nen bereiken.
Dat onze Bond onde|r zijn flink bestuur in dezen
gezonden staal vrij van besmetting moge blijven, en
een nog krachtiger bestaan moge krijgen en ulzoo een
lang leven moge hebben, is ons aller wensch
H StII U- TWSEN WZ,
II. BAKKER, 1 K \I F
P. BAKKER Pz., jb. DE HAAN,
i - - konu cJaln' (X'U verklaring van wat seial is >n uc aanwen producten van Maggi hebben meer voordeelen, dan BAKKER Pz "i.' ^Vv \'f' r\t vwin
je blij als je er af kan komen met erg verschrikt waar*allerlci wonderen op t gebied van naaldkunst Wie ei X'iandK0loiüën den BM'1 ROTGANS,
Toen'1 ik^jaren 'geleden in ^5» constructie der machine, dat 't op tooverij Joor bezoto "^"fict ingezonden stuk van den heer J. Olie was
g Oud-Noorsch handweetwerk door 'n dame gcfabri- soepen worden bereid en gratis aangeboden. ik aanvankelijk voornemens, niet te antwoorden, in
ceerd en uitgelegd en dat door zijn mooie kleuren ~e eel^e plaats, omdat ieder weldenkend turner uit
»Wr Wns andere motieven vele van onze dames En toen weer dc zaal in dat stuk, overvloeiende van hatelijkheden, het zijne zal
Tobt ge met uw messen? Is t eiken morgen en el- weten te vinden, in de tweede plaats, omdat het niet op
Jantwoorden. Door eenige tur-
een antwoord gevraagd, van-
ucciu zoek.
afwezigen Frithjof steeds klaarder en duidelijk "te zien eenvoudige uitstalling van Cari Herinann, die diamant- Laat ik dan beginnen, met mijne sterke afkeuring uit
worden.
Er gaat 'n wondere poëzie uit
hoeden zag maken, heeft die vriendelijke exposant me
alles haarlijn uitgelegd, wel 'n uur lang, maar toen
ik hem verliet kon ik nog evenmin 'n zijden hoed
maken als toen ik bij hem kwam. En als hij me
later er over Ih ad hooien spreken, dan zou die goeie
man gevoeld hebben, dat al zijne inlichtingen even
weinig waarde hadden als aan de galg gesmeerde boter.
Och, dat tentoonstellingen-zien is goed voor men-
schen met veel geld en veel tijd, of als je eens op
i,nn n„ssailt noe
je HUWtUjajivw
wat andei's te doen dan vriendelijkheidjes te" zeggen;
of als je er 'n sloot vrinden op nahoudt of 'n stam
tafel, om zoo nu en dan ook eens 'n duit van alwetend
heid in 't conversatie-zakje te gooien. Maar anders!
Als 't in dȕ buurt is, gaat 't nog; maar als er 'n
verre reis voor gemaakt moet worden en men is dan
neen urofessional in 't een oi ander vak, dan weel ik
,..„i i:„„
en wel tien
1
wel, hoe dat gaat. Zeven dagen op rei
uren op de tentoonstelling; en als men dan thuis
komt, dan uiten we onze hoogste aandoeningen in
klachten over dure hotels, slecht eten, stoffige wegen,
brutale koetsiers en moe, moe als we waren! Nog
nooit zoo moe geweest! En als de een of ander ons
dan drie maanden later vraagt: „Weet-je nog wel van
dat porselein? 't Was naast dat huis, waar die drie
kante raampjes in stonden, en vlak er tegenoverstond
"r>Han zessen we kalm:
staal verKoopt, silbèrstahl, en waarmee ge in twee oi le spreken over het optreden van „Hercules" te Nieuwe
rie streken 'n turfbijl zoo pcherp maakt als 'n zeis, Niedorp.
ü1 ï",rwiw.,wL-^ïr-Pi] pu de incisies weer n zeis als 'n scheermes. Vooreerst is ons bondsorgaan „Het Turnblad" de
aan befiriiMii dat haar eigenlijke plaats thuis is en Moet ge uw kolen zitten? Uw erwten? Uw krenten? aangewezen plaats, om critick uit te oefenen en daar-
'L 1 -O. J-r. don nnlf
van zulke dingen.
n zeis als n scheermes.
gaan begrijpen, uai nu... ..gv........
vrouwelijkheid haar schoonste bezit, dan zullen ook
de mannen wel lerugkeeren en beseffen, dat er nog bijna vanzelf.
Zoekt-ge naar 'n amandelpers? Vlak ernaast.
't Gaat
ae niajLiittui >vci ivip*\' n
iets gelukkigcrs is dan 'n kroeg en eenzaamheid. Dan W Reijenga etaleert alle mogelijke en ik zou bijna
zullen er zich vele bekeeren, die tot nu toe geacht wer- neggen onmogelijke h uishoudelijke artikelen; en voor
den onbekeerlijk te zijn. Dan zalkeuüen-benoodigdheden kan men allerlei apparaten vin-
Mag ik u verzoeken er aan te denken, dat ge den, waar onze moeders nooit van gedroomd hebben:
over de tentoonstelling zoudt schrijven? scliil-apparaten, koolsnijders, wortelsnijders, met tien-
Ja meneer. Nu, en dan is er ook limonade maal enz.
ie koop en rokophouders voor damesjaponnen, en hon- Als ik niet in 'n verkeerde wieg terecht was geko-
derd soorten van Everett's schoensmeer. En honig van men, zou ik meer verstand van diamanten gehad heb-
1- 1Tl I7„ li KT..
zoo n vent met 'n steek op." Dan zeggen we
„Ja ja, jazeker, 'k weel nog heel goed. Er stond 'n
kerel bij met zoo'n rooien neus."
Welnee, dat was bij die horloges!
Ja juist, dat was bij die horloges; maar ik her
inner me dat porselein toch nog heel goed.
En zoo ben ik tot de ontdekking gekomen, dat die
tentoonstellingen van onschatbare waarde zijn voor dc
conversatie van menschen van mijn slag.
Zoo ben ik al wel tienmaal van tentoonstellingen
thuis gekomen.
Zoo ging ik er ook nu heen.
.Wat moet nu 'n mensch, die heelemaal geen vak
of geen ambacht geleerd heeft, die niet spitten of graven
kan, zoo dacht ik, op 'n tentoonstelling van am-f
1 1 fi 1J~1 t"i vv a rlp
kan, zoo uaciu ik,
bachtswerktuigen uitvoeren? De eerste opmerking dé
beste, die zoo iemand maakt, is 'n blunder.
Maar 't is me nu meegevallen, 't Is nu heel an
ders gegaan; en ik heb mijzelven afgevraagd, waar
aan dat nu kon liggen. En ik geloof, dat 't hier
aan ligt, dat men 't geheel overzien kan. 't Is
niet zoo alles overweldigend als ander tentoonstellin-
lingcn, waar 'n mensch vandaan komt met hoofd
pijn van al 't leven, dat-ie hoorde; waarvan hetknoer-
sen van kettingen en het gillen van fluiten nog da
gen daarna in zijn hoofd weerklinkt. „L'e x p o s i t i o n
en générale" is eigenlijk dat is 't tenminste
geworden een zich laten meesleepen van de eene
gewichtigheid naar de andere, om ten slotte van alles
.wat gezien te hebben en van niets het ware. Zij, die
op deze tentoonstelling hebben ingezonden, mogen re
sultaten verwachten van hunne inzendingen. Men blijft
er voor stilstaan en kan zonder op zij geduwd
te worden nota nemen van het tentoongestelde en
er inlichtingen over inwinnen. Deze tentoonstelling heef
wat men maar zelden ontmoet iets intiems.
Ge zoudt niets gek opkijken bijv., als ge dat mooie
hout stondt te bekijken, dat Poulie inzond, en er
dan iemand naar u toekwam, die vroeg: „Wil je ter
wijl 'n kopje koffie?" of: „Steek 'n sigaar op." Dc
circonstances blijven hier niet op 'n afstand, maai
treden uw leven binnen als iets eigens; en terwijl gi
dat mooie hout bewondert, die monsterkist inspec
teert, komt 't verlangen in u op zoo'n tafel te be
zitten of ter gelegener tijd van dat mooie grijsgek
hout eens 'n bureau te laten maken. Waar groeit zuil
hout wel? Gestreept ebbenhout, palmhout, azijnhotil.
letterhout, Japansche wortelhout, pokhout, palissandcr
hout, en kijk dat blok daar eens! Wat is dat? Wa'
Tt-1-L1..1.
te koop en rokophouders voor
derd soorten van Everett's schoensuicci. en
Keitin» le Santpoort, diie daar 'n bijenpark heeft. En ben en misschien ook meer belang er in stellen. Ni
ie kunt er je portret laten knippen, 'n silbouet, door heb ik de schatten en de bewerking ervan aan staal
L ....i iT,,a.„h,.,- Fn Plancius" verkoopt kijken als het mannetje in de maan: er is toch gee
aankomen aan. Maar 't is toch heel interessant, om
te zien, hoe de nijverheid en de vooruitgang ook in
dit vak van kunst en rijkdom, grootc vorderingen
- «nl.T la^ K.wlia i-o .U, t man flip maai*
er roomboter en melk.
Waarom raffel je dat nu allemaal zoo af?
Och. omdat ijk juist wat moois wou zeggen van dit vak van kunst en rijkdom, groote vorderingen
te zeggen, om die soorten van
Maar wat zal ik er verder van zeggen? Het geheel de zaak gegeven wordt.
door onze zaak nader tot het doel te brengen; in do
Sehager Courant is dat stuk niet op zijn plaats; liet
zou onze Gymnastiek kunnen schaden.
Tot mijn niet geringe verwondering maakt „Hercu
les" te N. Niedorp Lycurgus er een verwijl van, dat
zij op djp wedloopbaan hadden gerepeteerd Mijns in
ziens had „Lycurgus" daartoe het volste recht, daar
nooit een bepaling is gemaakt, die haar dat verbood.
Dan meent <le heer Olie het recht te hebben, om
dden Directeur van „Lycurgus" te wantrouwen. Als be
wijs, dat de meening van „Hercules" te N. Niedorp
niet door dc andere vereenigingen wordt gedeeld, kan
dienen, dal de heer Roggeveen op een vergadering van
afgevaardigden, der bij den bond aangesloten vereenigin
gen tot tijdopnemer werd gekozen met 7 tegen 1 stem.
Verder schrijft dc heer Olie „Dan nog dc kwestie lus-
sehen dc vereeniging „Hercules" van Oudkarspel en de
lgens het lijstje van den eenen tijdopnemer
Hercules" te Oudkarspel 76r> sec. en de andere
tijdopnemer schreef 775 sec."
een geheel verkeerde voorstelling, die van
bij eLÊaar te brengen, om je hart een^ uit te zuch- - K tt - - m
ten denk je dat 't dan prettig is, om je tzwijgen ligt buiten het bereik van mijn belangstelling en bui- Er waren, drie tijdopnemers. Twee daarvan, die in
teil het bereik van mijn beurs. Laat mij aan anderen deze kwestie geheel onpartijdig waren, verklaarden be
min inoann mogen overlaten hier 'n stuk epiek over te schrij- slist zeker te wéten, dat „Hercules" te Oudkarspel de
te zien opleggen
Steek 'n sigaar op en laten we den tuin ingaan, mogen ov
Misschien doet de buitenlucht je goed. Je moet voor- ven.
loopig maar bij die naaimachines en weefstoelen van- Verder:
daan blijven; er zijn gestellen, die daar niet tegen „Hier worden klompen op maat geleverd door J.
kunnen. Neuteboom, klompenmaker te Ilattem." Met den eer
sten prijs bekroond op de tentoonstelling te Apeldoorn
In den tuin. j in 1901. Deze uitstalling is de hoogmoed van elk recht-
Toen wij er waren, was er van de Belgische inzen- geaard boerenhart; dit stuk werkwinkel heeft altijd be
dingen nog maar weinig te zien. Dat is overal 'tzelfde. kijks; want ik heb nog nooit zulke mooie klompen
Dat is zoo te Parijs, te Antwerpen, te Brussel, te gezien.
Amsterdam. Dat zal ook zoo zijn, als er te Lutje- J Zeg baas, wat zijn dat voor klompen?
broek een tentoonstelling gehouden wordt. Er zijn al- Hardenberger klompen, meneer! Wil meneer er
tijd telaatkomers. Ligt het niet aan 't weer, dan ligt j 'n paar van meenemen?
't aan de verzending. Als de kisten er zijn, ontbre- Neen. En die?
ken de spijkers, en als dan de spijkers zijn opge- Schoenklompen, neusklompen, puntklompen, trip-
achommeld. is de hamer niet te vinden. Zij zouden klompen, Entersche klompen. Ze zijn heel gemakkelijk
hun expositie al lang geopend hebben, als meneer zich meneer; heel wat gemakkelijker dan diie nauwe laar
maar niet verslapen had, of als zijn veeters maar niel jzen; koop is 'n paar.
«ebroken waren. Nu worden die knechten afgesnauwd Maar man, ik draag ze niet.
- Als ze maar naar uw voet gemaakt zijn, dan
draagt u ze wel.
En de kerel praatte net zoolang, totdat ik 'n paar
klompen van 'm kocht, die nu omdat ik er geen
anderen raad mee weet voor versiering aan den
muur hangen. Ik weet wel, dat dit erg ondankbaar
van mij is, maar men vergeve 'l mij; als ik inScha-
gen woonde of zoo gelukkig was 'n tuin te bezitten,
zou ik mij de weelde van ze te dragen kunnen ver-
'n Stadsmensch is alleen vrij in
gebroken
en het publiek voor 'n deel teleurgesteld; 't kwartje
is ten deele weggesmeten en in ons halve-centen-landje
zijn de kwartjes duur.
Allons! Dan maar weer terug naar de zaal.
Neenee, de Huishoudschool is er nog. Kom mee,
links af.
En daar vonden we, in 'n hoek van den tuin, een
eenvoudige flinke keuken; daar neergezet en ingericht
onder toezicht van Mevrouw Van IJsseldijk-Nijland, di-
LI VU11 1V1CVIGUW wauvivTTj..J-j
rectrice van de Amsterdamsche Huishoudschool (Zand- oorloven; nu met.
icuuii-c va» uv, tvi» zijn ^^[en, en soms ook daarin nog niet.
Maar toch, komt kijken, gij allen, die belang stelt
in de dingen, die gebeuren op het gebied van den
T -C--1il.1JIl
pad 5, bij het Vondelpark.)
Dat was 'n aardig gezicht, de Adjunct-Directrice in
haar eigenaardig soort van verpleegsterspakje 't steeds
meer doordringend volapuk in de kleeding der dienst
baarheid daar te zien werken tussehen haar kin
derlijke helpsters.
Willen de dames 'n rijsttaartjevroeg ze.
Heel graag!
En de vier, vijf Maria's of Martha's, die ook 'n
hout, en kijk aai diok uaai cclu: hui w wv. -
staat er op? ,,'n Teakblok, buiten 'thart. 3 M. lang kijkje kwamen nemen, smulden rijsttaartjes.
79 X 88 in 't vierkant." Bestaan er zulle dikke bob- Ook 'n rijsttaartje, meneer?
o trui, j;., moKnnipnlaat eens! Waar woont di:- De vraag gold mij; de meisjes kregen 'n
U UU JLJ.*
men? Kijk die mahonieplaat eens! Waar woont di De vraag gold
inzender? Daar moet ik eens gaan kijken. En ge sla::' en ik 'n kleur.
lachbui
baan had afgelegd in 765 sec. De derde tijdopnemer,
Directeur van „Hercules" te Oudkarspel schreef 1 sec.
méér. Wel een bewijs, dunkt ine, dat hier in geonen
deele aan oneerlijkheid, maar aan een vergissing moet
worden gedacht. Ook neme men in aanmerking, dat hij
min of meer onder den indruk van het oogenblik ver
keerde. De overige juryleden hadden in deze niet te
beslissen, omdat zij van de zaak onkundig waren.
Het spijt mij zeer voor de leden van „Hercules" le
Nieuwe Niedorp, dat zij een zoo verdrietigen dag ge
had hebben, maar nog meer spijt het mij, dat er tur
ners gevonden worden, die de goede zaak benadeelen,
hetzij door jaloezie of door hun zucht tot afbreken
en bekladden.
De jury (in dit geval de drie tijdopnemers) hadden
hier te beslissen en elke mededingende vereeniging moest
zich daaraan bij voorbaat onderwerpen.
Wat betreft de vergelijking met de J u t m e d a i 11 e,
ik houd mij met dergel ij ke soort sport niet op,
kan over de waarde van zoodanigen prijs niet
oordeelen en, gun die wetenschap gaarne aan de leden
van „Hercules" te Nieuwe Niedorp.
Wèl kan ik den heer Olie mededcelen, dat het ons
volkomen koud laat, hoe wij beoordeeld worden door
heeren, die hunne lunimakkers op een ergerlijke ma
nier bespottelijk maken en oneerlijk doen schijnen.
Oudkarspel, 3/9 '07.
J. SGHRIEKEN,
Secretaris van den bond van Gymn.
Vereen. „Holl. Noorderkwartier."
Ook een tentoonstelling.
Te Zurich wordt deze week een tentoonstelling van
arbeid. Laat u niet afschrikken door het groote woord
Internationale Tentoonstelling. Er is
hier iets te zien en te leeren in elk vak. Boekdruk- eetbare en vergiftige paddestoelen gehouden. Er zullen
kers en graveurs, timmerlieden en machinisten, huis- meer dan 50 soorten, onkel uit de bosschen in de om-
moeders en onderwijzers, allen kunnen hier iets opdoen, geving van Zurich, worden tentoongesteld. De inrichters
wat 'hen ,in hun 'dagelijksch bedrijf te stade komt. van de tentoonstelling willen aantoonen, dat men jaar.
Wie nu komen, vinden ook de Belgische afdeeling lfjks heel veel paddestoelen, ter waarde van millioenen
franken, in de bosschen laat verrotten, lekkere padde
stoelen, die uitnemend op de tafel van velen het dure
vleesch zouden kunnen vervangen.
geopend; en het kwartje, dat aan de groote ingangs
deur voor de geheele tentoonstelling betaald moet wor
den, zullen zij zich niet beklagen. H. d. H.
schenk tot stand gekomen.
Pieter Brand had nu een gevoel alsof hij treurde
i! - hktttvo» 11 ,'D 7IOL' D
over
had geleden.
Hij had
aan mama Brigitte gehangen. Maar nu was dat gevoei jjci.okkcuu, t» ..v.
begraven. Geef het op, Piet, zeide oom tot zich zeiven. Zij
Toen zij nu weder de kamer binnentrad ver- zijn van een andere wereld. Wat geven hier woorden?
giste hij zich of gluurden de bengels door de deur- Hij sloot zijn gemoed en zweeg stil.
opening, om te zien of het hem getroffen had'? Maar Karei Christiaan hield zich niet stil, en wilde
bitterd wierp zij hem tegen: oom Piet verzocht ernstig: „Willen wij het er nu
„Ja ja natuurlijk! Zijne melodieën zijn er te werkelijk maar bij laten blijven?"
En zij lieten het er bij. Maar het oyerige van *den
avond had iets trekkends, traags cn vervelends. Zij
voelden allen dat er een klove was ontstaan. Bij het
ter Brand naa nu een gevoei ctliUl JUij t__
iemand, die aan een ernstige, ongeneeslijke ziekle goed voor, dat ze gezongen worden."
iu geleden. Nu begreep Ellen, wat er gebeurd was. Zij vermoed
Hij had altijd met een zekere soort hartelijkheid de nu dat de predikantsvrouw haar oom leed hac
r-ikHik «oh:inn<>n Maar nu was dat gevoel berokkend, al was het dan ook in onschuld.
'""Si v"
en met een zekere blijmoedige bedeesdheid liep zij als bemiddelaar optreden.
hem voorbij; op Karei Chrisliaans hoekig gezicht stend „Gij hebt ons indertijd immers uitoengezet, dat gij
1 tir.io» het lied niet voor vol aanzaagt. Wij wilden u door uw
- LLi
ÏYJLUCU UUU1 x 1VI «Viwv Q
pijnlijk zijn zwijgen was voor hen, merkte dat op uit hi n
gekuch en het heen en weer draaien op hun stoel
maar hij bleef zwijgen.
Ellen had in gedachten verzonken gezeten en daar
door niets gemerkt van de kwelling zijner ziel. En
dal was goed. Wanl nu kon hij zijn toorn tenminste
bedwingen, daar hij zich nu niet tegenover het kind
behoefde te verklaren.
Maar Ellen had toch wel dien toorn in zijne oogjn
gelezen en zij peinsde er onruslig over, wat er toch
gebeurd was.
En in het geheim verkneuterde hij zich er over. dat
de dominee en zijn vrouw nu met hun figuur verlegen
geraakten in hunne teergevoeligheid.
Ja zeker, in hunne teergevoeligheid.
Die twee menschen waren menschen met een gevoe
lige zfel al schenen zij van buiten hoekig cn bonkig.
Eindelijk werd het Karei Christiaan toch te kras en
hij stiet de vraag uit: „Wel, Pieter Brand heb
je niets gemerkt, kerel?"
In die vraag lag zooveel onbeholpen oprechtheid, dal
het Pieter Brand tot kalmte bracht en bijna had hij
er nu toe kunnen komen te zeggen: „Ja, het was eer
mooi en ik dank u wel!" maar hij zeide dit
toch niet.
_V\at wisten zij van hem? Wat begrepen zij van
zijne smarten?
En zij meenden het toch goed. Deze wapenspreuk
der heilige gemakzucht waarom liet hij die niel
gelden, hier in de pastorie, op den avond van hel
feesl van den vrede?
„Hij heeft het wel gemerktzeide nu mevrouw Eri
gitte, die de houding van Pieter Brand eenigermale
begon tid begrijpen en ook liet mislukken van h. ar
feestgeschenk moeilijk kon verkroppen.
Met koelen ernst antwoordde oom Piet:
„Wij zullen het er nu maar bij laten."
jjlaar dat prikkelde haar trots nog te meer en ver
bom Piet glimlachte.
„Wij hebben deze wondervolle plaats" „plaats'
zeide hij, alsof hij met een bijbeltekst te doen had
„in uwe symphonie gevonden, „cartabile" hebt ge
er zelf bijgezet. Voor ons was 'tals een sluimerlieden
gemakkelijk hebben wij er de woorden voor gevon-
„Gcmakkelijk vonden wij daarvoor de woorden",
zoo sprak Karei Christiaan, en oom Piet lachte.
Maar*uit hetgeen dominee Willers legen hem zeide,'
bleek toch duidelijk diens genegenheid voor hem en
oom Piet staarde dan ook lang in die eerlijke oogen,
die hem lief waren, tot hij eindelijk zijn stilzwijgen
niet langer kon volhouden, daar hij gevoelde dat hij
anders Karei Christiaan door zijn hoogmoed pijn zou
doen.
„Laten wij nu niet weer tot scherpe woorden ver
vallen," zeide Pieter Brand. „Laten wij niet over el
kaar klagen."
„Daartoe hebt ge toch geen aanleiding," merkte me
vrouw Brigitte strijdlustig op.
„Noen, neen. Het is alles mijn schuld. Mijn eigen
schuld want een mensch mag niet verraden, wat
er in zijn ziel leeft. Wat in de ziel leeft, moei ge
heim blijven. Wat naar een uiterlijke gestalte ver
lang!,. naar lompen en vodden, papier, linnen, inkt en
inktpot cn kattendarmen onverschillig is het, wat
daarmede gebeurt. Onverschillig is het, wat anderen
daarmede uitvoeren!"
„Ja zeker," zeide Brigitte. „Nu zijt ge zeker wel zoo
ver, dat ge het liefst de kunst eenvoudig van dc we
reld zoudt willen blazen!"
„Zeg liever, dat ik het wereldschc uit de kunst zou
willen blazen, opdat de kunst rein blijve
„Dat is ook weer zoo iets merkte dominee
hoofdschuddend op.
„Ja, Karei Christiaan, zoo iets is dat
En Brigitte wrong zich de handen. Maar
afscheid ging het er ook koel door. Zoo was de Kerst
avond van VI it jaar in de pastorie van Mönchgut.
Door den stillen winternacht wandelden oorn Piet
en Ellen zwijgend naar huis.
Hartelijk drong de kleinte zich tegen hem aan. Zij
gevoelde, dat de ondervonden smart nog in hem na
trilde.
Zij was zoo blijde, dat zij alle kwellingen met hem
mocht deelen. Zoo blijde ook, dat zij dat, wat hij
dacht en gevoelde, trots dat zij het niet ten volle ver-afzenden. Wanneer Ëwald niel vanzelf wilde komen,
zich er op verheugd. En nu? Zijn lichten, zijne sterren
warentranen.
XXXVIII.
„Wat? De bengel is sedert gisteren hier en laat
zich niet eens bij ons zien! Dat is weer wal nieuws!
Dan zal ik hem eenvoudig hier halen."
Oom Piet had gezien hoe Ellen zich teleurgesteld
had gevoeld. En nu zond hij vader Wcetgoed met
een brief naar meester Karsten, met de mededeeling dal
als Ewald zich niet eindelijk op den derden Kerst
dag bij hem had aangemeld, hij Pieter Brand -
dan zelf zou komen en den jongenheer eens ferm
bij zijn kraag zou nemen.
Ellen smeekte hem, dat hij die boodschap niel zou
mocht te Begrijpen, toch met haar vermoeden kon om
vatten. Evenwel bekroop haar dan toch eenige teleur
stelling over de hooge vlucht zijner gedachten.
Evenals toen hij onlangs in de pastorie over dc
beleekenis en de waarde van hel lied uitwijdde cn
een helder begrip gaf, bevroedde zij zijn ruimen blik
met weemoedige verbazing. Eene klagende bewonde
ring vergezelde hem in zijne eenzame onbarmhartig
heid.
Het kind zag hem hooger en hooger stijgen, daar
heen, waar niets meer bloeit, waar geen bloemen kun
nen ademhalen, waar niels leeft buiten hem, den zwer
ver, die hier niet leven kan.
Hem ontbrak iets, dal was duidelijk. En in hare
meisjesziel weerklonk het: een mensch ontbreekt hem,
die het zoo goed, zoo goed met hem meent, als maar
mogelijk is! Die hem met alle hartelijkheid aanhangt,
wier vriendelijke zorgen onafgebroken hem omgeven.
Zij zijzelve hoe hing zij toch aan haar oom
Maar dat was niet genoeg voor hem. En wie was zij
ook? Lieve hemel zij een dom ding! Een niets.
Misschien was zij zelfs voor hem wel een hinder
paal, was zij hem lastig. Zou hij haar anders wel
met zoo bereidwillige kalmte laten heengaan?
Nu drukte hij hare hand. Zij voelde in dien hand
druk wat hij dacht: dat zij naar hare zwakke krach
ten hem begreep, dat zij hem getrouw ter zijde stond,
dat zij zijn geesteskind was. En haar geluk was grool.
Maar daarom moest zij toch weg van hem
Ellen's gedachten werden steeds mismoediger. Hij had
haar zooveel geleerd en meegedeeld. Hij had haar zoo
veel gegeven. En nu, als zij onder zijne leiding steeds
meer en meer veel van hel onbegrijpelijke in schepping
cn ziel zou gaan begrijpen nu moest zij weg!
Hoe zou dat toch afloopen? Hoe zou zij daar in
Genève het uithouden?
Dat was een Kerstavond. .Wat had zij bij voorbaat
naloopen wilde zij hem in geen geval. Maar uit haren
loon hoorde oom Piet meer een klacht dan trots,
cn Johan Weetgoed moest de boodschap overbren
gen.
Op den namiddag bracht Ewald zijn bezoek. Zij
zagen hem reeds in de verle aankomen.
„Drommels I Piek-fijn! En wat een brani!" riep oom
Piet verwonderd uit.
Toen dc jonge man hij hen binnentrad en Pielcr
Brand hem nu van nabij nader opnam, kon deze
irots zijn goeden wil, een eerlijk gevoel van misnoegen
niet onderdrukken. Maar Ellen bleef nog in bewon
dering. aan welke zij evenwel geene uiting gaf,
Ewald was een „heer" geworden. Zijn eigenwaan even
hoog als zijn staande boord. Met eene weemoedige
leleurstelling dacht de kleine aan de scheeve hakken,
welke hij bij hunne eerste ontmoeting had gedragen.
En nu sprak mijnheer. Over zich en nog eens over
zich zeiven. Zonder daartoe uitgenoodigd le zijn en
met een gemaakte breedsprakigheid, gelijk menschen
aanwenden, die zeer gewichtig doen. Tusschentijds spreid
de hij eenige bescheidenheid ten toon, als wilde hij
gelegenheid geven hem te loven en te bejubelen.
Oom Piet rilde er van van zulke aanstellerige
verwaandheid. Maar hij bedwong zich.
„Mevrouw jieeft voor mij een studeerkamer lalen
inrichten. Per idjag moei ik 'slechts drie uren mij met
de jongens .bemoeien. Den andoren tijd kan ik voor
mij alleen gebruiken."
„Gij studeert immers theologie, is het niet?" vroeg
Ellen.
„Neen. Ik ben wel is waar ingeschreven, maar de
colleges bezoek ik niet."
(Wordt vervolgd.)