DE HUISVRIEND. Zondag 8 Sept. 1907. 5Ie Jaargang. No. 42»9. DERDE BLAD. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Binnenlandsch Nieuws. HMTI7 ¥?f W7* Hoor FRITS SINGER. De Jiuisvriend (amicus domesticus) niet te ver waren met de vatale species die in vele Fransche ro mans zulk een leelijke rol speelt behoort tot de klasse der tamme dieren, is meestal kamerzindelijk en, zoo niet buitengewoon gesard, ook goedaardig Hij wordt in de beschaafde landen gewoonlijk als derde aangetroffen in elk huis, waar man en vrouw el kaar niet veel meer te zeggen hebben. Hij behoort daar tot den onmisbaren, niet verpandbaren inboedel. In den regel is de huisvriend masculini generis, daar de vrouwelijke isi-oort te gevaarlijk wordt geacht. De meest gezochte exemplaren kenmerken zich door een dikke huid, een breeden rug, eene goede maag, een fijnen neus en een niet al te spitsen snavel ot snuit. Haren op de tanden zijn niet gewenscht. Haren op den schedel zijn dit wèl, maar meestal helaas, niet meer voorhanden. Overdag leeft het diertje in zijn hol. Eerst bij aan brekende duisternis komt het te voorschijn, poetst zijne vacht, strijkt zijne manen glad, steekt zich wat zilver geld in den buidel en kruipt naar den warmen haard, waar het een welkomen voeder vindt. Het behoorlijk gfedresseerde exemplaar volgt, waar het zich eenmaal thuis voelt, op een wenk en is in den regel niet bijzonder vratig. Zijn voeder bestaat meestal slechts uit overgeschoten klieken van de mid dagtafel. Maar ook daarvoor likt het reeds dankbaar den gever de hand. Hoewel dus de huisvriend meer aan een poedel, dan aan een mensch doet denken, verlangt men dik wijls van hem het boveninenschelijke. Hij moet, welkt ook zijne eigen geloofsbelijdenis is, den mantel dei christelijke liefde uitspreiden over alles, wat hij aan zijne gastvrouw minder volmaakt mocht vinden. Daar entegen moet hij alle vrouwelijke wezens onbarmhartig over den hekel halen. Onvoorwaardelijk heeft hij den smaak der huisdame te deelen en steeds haar gezond oordeel te bewonderen. Bij eventueele meeningsverschil- len tusschen haar en den heer gemaal, heeft hij uitslui tend hare partij te kiezen, opdat het hem wèl ga in den huize. Met betrekking tot geschiedenisjes, die hij in andere huizen afluistert, moet hij spraakzaam zijn als een ekster; want anders heet hij een saaie Klaas. Daaren tegen moet hij zoo stom als een visch zijn ten opzichte van datgene, wat ten huize zijner gastvrouw voorvalt. Want hier is discretie eerezaak. Hij moet vóór zijn bezoek niet alleen de laatste r liegende Blatter en soortgelijke organen van grappig heid, maar ook geheel de overige loopende litteratuur in zich opgenomen hebben en tevens zich overvloediglijk ladeeren met vermakelijke anec- doten, die geen drukinkt verdragen. En terwijl hij van deze artikelen altijd slechts het allernieuwste mag op- disschen, moet hij bij de oudbakkenste uien, op welke zijn gastheer hem onthaalt, telkens zich den buik vast houden van 't lachen. Hij moet elke kwade nuk van zijn gastvrouw als eene nerveuse ontstemdheid goedig voor lief nemen. Daarentegen mag hij zelf nooit minder goed gehumeurd zijn; want dan had hij thuis moeten blijven. Met de treurenden moet hij gevoelvol, met de vroolijken uit gelaten en met de cynischen schamper zijn. Voor eiken nijnagel moet hij een pleister, voor elke kwaal een onfeilbaar medicament of preservatief in den vestzak hebben. Hij moet in alle kunsten ervaren, maar mag niet in alle een meester zijn. Zoo mag hij bijvoorbeeld wel brillant klavier spelen maar bij het kaartspel moet hij zorgen, dat hij steeds verliest. Hij moet eiken straatdeun kunnen fluiten en van elk citaat de bron kunnen aangeven. Ja, nog allerlei andere kleine vaar digheden worden er van hem gevergd. Wie toch heeft er al de biljetten van liefdadigheidsconcerten, die nie mand zonder dwang, bezoeken wil, aan den man tc brengen? En aan wien anders dan hem draagt men het bespreken van hoekplaatsen op, heel vooraan, midden gang, bij elke sensationeele première, voor welke de schouwburg reeds veertien dagen te voren is uitverkocht? Ik wil niet al te breedvoerig over de vereischte kwaliteiten, beminnelijkheden en nuttigheden van den amicus domesticus uitweiden. Ik wil enkel nog zeggen, dat ook ik zelf eenmaal zulk een huisdier was, en dat ik zelfs, wegens mijne buitengewone ongevaarlijk heid, mij in eene uitgebreide clientèle mocht verheu gen. Uit mijne rijpe ervaring zou ik gansche boekdee- len kunnen vullen, ik bepaal mij echter slechts tot het navertellen van eenige curicuse gevallen, die ik zonder indiscretie uit de school mag klappen. heden de eer en het genoegen zoudt aandoen van je gezelschap: dan zou ik het college in staathuishoud kunde, dat ik vanmorgen mijne lda gegeven heb, tot een laleren datum hebben uitgesteld." ..Is dat eene hatelijkheid op mij? vroeg mevrouw lda op den toon eener beleedigde koningin. „Heb ik het weer niet naar je zin gemaakt? Ik dacht toch dat ik nu deld had! „HahahaWat een overdrijving! Menschen, die 25,000 tc verleren hebben, behoeven zich toch waarachtig den buik niet niet aardappelen en water te vullen. Een hofraad heeft niet meer dan 10.000 en wordt toch tol de vleescheters gerekend. „Altijd die fabelachtige hofraad! Wie weet wat een schulden zoo n man ook maakt. En overigens, als je vindt, dat ik het huishouden niet naar je zin doe, bestel het dan zelf. Ik gun je dat genoegen volgaarne." „Van het huishouden was geen sprake. Ik had het over den geheelen stijl van leven, over onnoodige uit gaven in het algemeen." „Zoo? Gooi ik het geld dan over den balk? Ik verlang toch niet meer dan het hoog noodigc. Heb ik je bijgeval om een automobiel gevraagd?" „bat niet. Maar voor onzen huisvriend kan ik wel rond en open spreken niet waar?" „Wel zeker! Maak mij maar zwart!... Of, beter is Ook zoo De kleermakersknecht jDominicus Adrianus Dudock uit Hoorn moest terechtstaan, omdat hjj den politie agent Sanders aldaar den 22 Juli j.1. beleedigde, een aardigheidjot?) waarvoor de 0. v. J. hem met een eisch tot f 8 boete subs. 8 dagen hechtenis vereerde. Dito I C. Krijgsman, arbeider te Akersloot, beleedigde op 21 nisstraf straffen, dionen we op hot volgende te letten, jujj j j_ aldaar den agent van politie Jan Posthumus en Verder verklaarde Davidson, niets ten nadeele van beklaagde te kunnen zeggenhjj wist alleon dat deze van Langedyk afaomstig was. Dj Officier vond het niets handig van beklaagde, dat hij niet present was. Zeker ware het niot in zijn nadeel geweest, wanneer bij hier was komen vertellen, hoe hot zaakje zich had toegedragen. By de vraag, wat we eens naar je fameuse leer van eenvoudigheid gehan- met hom zullen doen, met geldboete of met gevange zegt spreker. daar sinjeur ook nog een verbaaltje in 't vet heeft Beklaagde is spoorwegarbeider-wissel wachter. Komt wegens wederspannigheid, wou de v. J. hem nu eens de Mij. dit gevaj te weten, dan zal hy door haar ook g06Cj bedenken. wol don gestraft. En wanneer hy aan den oisrii tot scha- devei go ding aan Davidson moet voldoen, kost hem dat ook al een aardig centje. Wordt hem nu gevangenis straf opgelegd, dan is de straf te zwaar in verhouding tot het gepleegde feit. Eisch1 week gevangenisstraf. Keu gevaarlijke huishoudster. Krijgen we hoofdstuk acht der abonnementsvoorstel ling. De rol van beklaagde is hierin toebedeeld aan Aan de andere zijde is het echter waar, dat het een Deeltje Nieuwenburg, 22 jaren oud, 2 jaar geleden met Cor- zeer strafwaardige handelwijze blijft om iemand goeds- n0Ll* 7a" 1fc„g.13huwd, die in lmliö veirbllyf houdt. moods zoo te slaan als bektaarde deed. I hful^oud8t»r De eisch luidde ten slotte f 12 boete of 7 dagen hecht, i?h?a ,^ossen .te Barsingerhorn en thansgedetineerd te Alkmaar in 't Huis van Bewaring. Ze hield aanvankolyk verblijf by haro nicht, die dicht Met den wandelstok. Ken viertal Alkmaarsche jongelui mochten nu op het beklaagden bankje plaats nomen. Het waren Arie Koorn, vroeger hotol-commissionnair, in de buurt by Kossen woont. Toen Kossen echter om een huishoudster begaan raakte, werd Geertje hem „angerikkemedeerd" en... ze kwam by hem in dienst. Erg bevallen deed ze niot. v^> uc,u thans roiziger, W. F. Fuhrman en P. A. de Munk, het noj HaMk zclPmiine 'm koViT schoenmaker, en Dirk Put, kleermaker. Deze heeren dan waarde vriend wat ik voor ontzeUends verlaTc WiVïon den 16den Jn,i heel laat 6n n08 den 17den Juli De dienston die 26 als huishoudster presteerde, muntten aan, waarde vriend, wat ik \ooi ontzettends verlangd e[.g vr00g) wat twistzoekerig gezind. niet uit en lieten zelfs te wenschen over en ze was Met uitzondering van Do Munk, was dit stelletje toen met alles schreeuwend duur. Royaliteit in 't gebruik waarde vriend, heb. Een nieuwen pelsmantel! Omdat ik dwaas genoeg »cwr°™ie7nzouCllaS bevriezen?' -'n.!,'^daarin 'heb I j?_ lCt?ré leulinéwaar dö TrTafé^edi.cnd0. YJLna?d 6611 har®r fouten- D~oeh het ik mij vergist, en ik heb dan ook van mijn vermetelen wensch als afstand gedaan. „Met je verlof, ik zie niet in dat je behoeft te be vriezen. Je hebt toch nog een pelsmantel van het vorige jaar." „Als je toch maar niet altijd van dingen wou praten, waar je niets van weet! Die mantel, dien je bedoelt, is niet van het vorige jaar, maar al van drie jaar geleden een mollenvelpels, die nu totaal uit de mode is. Zoo iets draagt tegenwoordig geen dame meer, die nog een ziertje om haar toilet geeft." De heer Lackner glimlachte. „Ja, lach maar. Als een vogelverschrikster wil ik niet rondloopcn daar dank ik je voor. Ik pingel loch al genoeg op mijn toilet. Behalve twee baljaponnen, wee voorjaarskostuums, twee zomerkostuums en twee winlerkostuums geef ik geen steek buiten de deur." „En toch kom je met je kleedgeld nooit rond." „Welke behoorlijk gckleede vrouw komt daarmee rond? Andere verbruiken nog veel méér. Weet je vel hoe hoog van 't jaar de rekening is van mijn zus ier Clara bij Drecoll gpgeloopen is? Tot zesduizend kronen." „Tot mijn spijt ben ik geen millionnair, zooals mijn waarde zwager." lie met zekeren Kesper en Hoogland een gezellig dis- ergste moest nog komen, cours had. i Hy begon af en toe geld te missen en bosloot haar op Kesper zei tegen Rolie„Heb jou vroegere meisje nu de proef te stellen, door vóór hy van huis ging, nauw- verkeer met je broer" keurig de gelden die hy in do secretaire thuis achterliet, „Nou, wat hindert dat"? luidde het antwoord, „'t is te tellen. toch broederliefde!en 't blijft in do famioljo." I Dientengevolge kon hy haar weldra met zekerheid Hoogland, die met Rolie volgens diens zeggen op een twee diefstallen verwijten, beide in het begin van min of meer gespannen voet staat, hield zich binnen by Augustus gepleegd, telkens ten bedrage van f25. Ook al die flauwe praatjes buiten spel, maar toen zo eenmaal heeft ze op de dorsch nog f 3.50 uit den broek van C. buiten waren, hitste hij de drie beklaagden tegen Rolie Kossen, den knecht van den baas genomen. Dit op, terwyl Kesper zich van 't gezelschap had verwyderd. geschiedde al in 't begin van Juni toen ze nog maar Rolie kreeg toen van Koorn slaag, terwyl Fuhrman korten tyd by Kossen diende, hem ook toetakeldo, nog wel met een wandelstok. Rolie Kossen liet het er niet by zitten en de buitengewone- vluchtte, doch werd door Hoogland en de beklaagden veldwachter Nicolaas Dubbelman werd in de zaak ge- nagezeten. Weldra kwam ook de nu als beklaagde fun- mengd. Geertje werd in verhoor genomen en gedreigd, geerende De Munk zyne kameraden assisteeren en toen dat zy zou worden gefouilleerd, wanneer ze weigerde was het zaakje compleet. De vluchteling liep vast in 't op te geven, waar het eone biljet van f 25 was. (Het prikkeldraad, toen hy zich in een boscbje wou verber- andere had ze in Den Helder deels besteed.) gen en kreeg nu andermaal een pak rammeling. Hy liet J Eindelyk viol zy door de mand en na zich in eene het er echter niet by zitten, doch deed eene aanklacht, aangrenzende kamer te hebben begeven, deed ze het Een viertal getuigen waren gedagvaard, waaronder bankbiljet te voorschijn komen, dat ze aan de binnen- een doofstomme, die zich echter maar wat goed redde, zyde van haar kleeren had vastgespeld 1 Met uitzondering van beklaagde No. 3, De Munk, die Ze werd tot bekentenis der drie diefstallen gebracht ontkende, waren de daders er tusschen. en in verzekerde bewaring gestold. Tegen De Murk's medebeklaagden toch waren de be- Heden bekende ze onder tranen de gepleegde feiten. vërlnmT'ik'daf fl-in vnn io9 Mant-ib ïp dairvin wtlzon voldoende. Maar ten opzichte van hem zelf Ze geeft voor, zich op die wyze geld te hebben willen een verwnlBen ik niet met wei nl» tevreden bestond zoo weinig bewys, dat de 0. v. J. ten opzichte verschaffen om de reis te kunnen ondernemen naar Komaan vertel mii dan nu eens wat ie dan eken- van hem YrÜsPraali Y1'oeg- 0m hem echter> als dar,en echtgenoot in Indië, naar wien ze zoo'n verlangen liik ontlu-eekri" schuldig is, gelegenheid te geven, óók in de strafte had en van wien ze op 20 Juli bericht had gekregen, - k deelen, eischte Mr. Cnopius tegen de andere 3 beklaag- dat hy ziek was. Maar de eerste diefstal (van die f3.50) Het echtpaar Lackmer behoorde tot mijne liefste „huizen." De man was verstandig, de vrouw hupsch, en de keuken goed, drie hoofdzaken van een gast vrij dyk, die men zelden vereenigd vindt en dus in deze constellatie niet genoeg op prijs kan stellen. Maar ééns op een keer beleefde ik toch tusschen deze mu ren een boozen avond. Ik trad binnen en vond enkel de huisvrouw. De ka mer was bijna donker; slechts één electrisch pitje straalde er, en zelfs te mijner eere werden er geenq andere opgedraaid. Daarbij heerschte in het vertrek eene temperatuur, die niet zeer ver van het vriespunt verwijderd kon zijn. De dame van het huis had zich te gen deze arctische 'koude met een wollen sjaal eeni- germale beschut; maar ik, als gast, bibberde erbarme lijk. Zestien graden Celsius is toch het minimum, waar op men bij een bezoek aanspraak mag maken. De stemming mijner gastvrouw hield met de quanti- teit van licht en warmte gelijken tred. De gewone onderwerpen van gesprek, meestal ietwat luchtig van aard, wilden absoluut niet vlotten. Na eenige langge rekte „achs" en „ochs" begon de kleine mevrouw over de schaduwzijden van het leven, over gebrek en ver driet te redeneeren. Nu, dat is zeker geen vcrwikke- lijk thema; maar waar het verlangd werd, kon ik als goed beslagen huisvriend ook déórover meepraten. Ik haalde dus op van het harde levenslot der ar beiders in de glasblazerijen en der wevers in het Erts gebergte. Maar deze ellende scheen mijne toehoorster gering te tellen. Het ergste, het ondragelijkste meende zij, was wel de „fatsoenlijke" armoede. Ei ei, dacht ik, dat klonk wel erg persoonlijk. Mij was bekend, dat de heer Lackner van zijn renten leef de. Zou hij bij geval ongelukkig gespeculeerd en een belangrijk deel van zijn vermogen verloren hebben? Maar deze bezorgdheid werd mij bij het binnentreden van mijnen vriend totaal ontnomen. Hij wreef zich heel welgemoed de handen, deed eenige vlammen op stralen en gaf den huisknecht last om eens duchtig de kachel op te stoken. Kort daarop noodde ons de huisvrouw tot een frugaal avondeten. En inderdaad had zij niets tb veel of te weinig gezegd. Het avondmaal bleek werkelijk zéér frugaal, want het bestond uit ongepelde aardappelen met boter en wat kouct; ham. Zoowel bier als wijn ontbrak op de tafel, en de dorst kon slechts gelescht worden door teugen van het echtste waterleidingvocht Het gansche tafelgenot had nauwelijks een kwartier geduurd, toen wij reeds onze servetten opvouwden. Nu, wel bekome 'tl" riep de heer des huizes lachend. En terwijl hij mij eene reusachtige havana met ver gulden halsband presenteerde, zeide hij: „Amice, je bent vandaag hier niet met je neus in de boter ge vallen. Als ik had kunnen vermoeden, dat je ons „Dat vraag je nog? Een mensch kan toch alleen van brood alleen niet leven! Wat geniet ik? Waar doen we aan mee? Drie partijen in het jaar dat.is al. Mijn zuster Clara heeft dezen winter een groot bal en zes diners gegeven, waarbij de champagne gestroomd heeft als water." „Ja, zóó grandioos kunnen wij het nu eenmaal niet aanleggen." „En wat heb ik 's zomers? Ook zoo goed als niets!" „Ei ei? Dat .is wat nieuws. Je bent toch van 't zomer drie maanden in Tirol geweest." „Maar zonder de geringste afwisseling. De gansche drie maanden op ééne en dezelfde plek. Dat wordt dan óók al niet juist vermakelijk. Mijne zuster Clara was te Karlsbad, in het Engadin, te Ostende en te Daden-Baden." „Altijd je zuster ClaraZooals je ziet, beste vriend familieleden kosten onder alle omstandigheden geld. Zijn zij arm, dan moet men hen ondersteunen; en zijn zij rijk, dan moet men met hen concurreeren." „Nu zal je mij nog mijne zuster verwijten!" „Geen haar op mijn hoofd! Ik wou enkel maar dat je hano manier van leven niet voortdurend tot maat staf nam." „O, wees maar gerust! Ik zal wel roeien niet de riemen, die ik heb. Men leert zich in zijn lot wel schik ken Zóó mag ik 't hooren! Je weet toch ook wel, dat ik het om je bestwil doe, als ik wat zuinig ben. Voor wie anders spaar ik, dan voor jou? Een huis rader moet tóch aan zijn einde denken." „Dat heeft den tijd nog!" „Misschien misschien ook niet. Wij zijn allemaal sterfelijk en als ik vanavond of morgen mocht weg geroepen worden „Aan zoo iets wil ik heel niet denken!" „Maar ik wèl. Het is mij als rechtschapen mensch een plicht, het bestaan van mijne weduwe en weezen in deze wereld te verzekeren." „Ik bid je, Hugo, zwijg tóch van zulke akelige din gen I" Een paar hanen borrelden uit de mooie oogen en bleven in de fijne wimpers glinsteren. „Nu nu maak je toch niet dadelijk bedroefd, mijn schat. Ik zeg het toch niet om je te grieven." „Dat weet ik wel. Je meent het goed met mij. En ik wil ook De tranen welden milder, zoodat het zakdoekje er bij te pas kwam. „Kom kom! Laat het nu maar uit zijn! Je bent immers mijn lief wijfje!" „En jij mijn beste man" Een paar s nikken —r dan een handdruk een kus en Maar een huisvriend moet welen te zwijgen. Zijne hoogste wet is discretie. Toen ik'een half uur later den heer en mevrouw Lack ner verliet, was er geen eendrachtelijker echtpaar op de wereld denkbaar. Maar den volgenden dag en dit is van deze waar achtige geschiedenis de pointe den volgenden dag had mevrouw lda haren nieuwen pelsmantel. N. R. Ct. Zitting van Dinsdag 3 Septb. 1907. o— Met de biljartqueue. den elk f 25 boete of 14 dagen hechtenis. Alle eendjes zwemmen in 't water. 't Was nu een drietal beklaagden, dat den eerezetel betrok, n.1. de heeren Luit en Klaas Slooten, benevens Klaas Duin, allen van Graft, de tweede visscher, de anderen arbeider van beroep. Zy hebben zich te zamen en in vereeniging dag vaard ngsterm schuldig gemaakt aan het verjagen van hunne vry rondzwemmende eenden, toen de ïyks- veldwachter W. Dykstra met de gemeenteveldwachters Sanders, Houtman en Waterdrinker kwamen opdagen. De eerstgenoemde drie ambtenaren wonen te De Ryp en de vierde in eene naburige gemeente. Dit opjagen geschiedde door beklaagden om de vogels buiten bereik der politie te brengen, wel wetende dat er toezicht bestaat op het rondzwemmen van eenden, zwanen enz. De politie-dienaren waren echter ook niet van plan zich met zulke Jan Klaasen tevreden te stel len en in stede van goedsmoeds zich zonder succes de tdng uit den mond te loopen en door de eendenboeron nog uitgelachen to worden op den koop toe, bepaalden zy zich tot een anderen maatregel. Ze maakten procesverbaal op en hadden de voldoening, den hoer Officier togen elk der daders f8 boete of 8 dagen hechtenis te hooren eischen. Mr. Prins hit ld daarna een gloedvol pleidooi, aan 't einde waarvan hy ontslag van alle rechtsvervolging vroeg voor beklaagden. Een zonderlinge snuiter is wel de bediende C. Winder uit Alkmaarals beklaagde absent. Verbeeld je, hoe krygt iemand het in zyn hoofd, om hals over kop naar de politie to stuiven en aangifte te doen van diefstal, by hem gepleegd, en dit zonder dat er eenigo diefstal is geschied ten zynon huize 1. En dan, hoe notjes had hy 't zaakje voorbereid, zóó bedriegelijk, dat je alles in 't werk zoude stellen om den dief, indien eenigszins mogelyk, te pakken to krygen. De inspecteur van politie Werner Jan de Wilde toog, toen Winder op hartroerende wyze zfin beklag deed, met hemmee en vond den boel danig in 'thonderd go- schopt. Van braak was wel is waar geen spoor te ont dekken, maar de inhoud van de linnenkast was vreese- lijk woest uit-elkaar gescheurd en allorslordigst verspreid en verfomfaaid 'tZou voor een huismoederlijk oog niet om aan te zien zjjn geweest. Dan was moeder de vrouw 's „diezak" ook over den grond geraakt geheel leêg. Eerst was 't volgens Winder, of hy fSOa f90 vermiste, doch later werd dat bedrag tot op f60 gereduceerd. Ook had Winder, toen hy zelf het tooneel van den diefstal „klaar" had, de aardigheid jehad zyne vrouw te roopon. De Alkmaarsche agent van politie Petrus Vellir.ga, moest ook op de Stuartstraat, waar Winder woont, af, om het toonoel van de wandaad op te nomen en verdere maat regelen in verband met deze zaak te treffen. Hy vond o. a. 4 rijksdaalders in een smerig lapje tus schen de zolderplanken verstopt. Verdacht leek 't dat, zooals do inspecteur verklaarde, Winder in schulden schijnt te zitten en heel lang duurde het ook niet, ofby ons baasje kwam de aap uit de mouw. Hy is pen ningmeester van de Evangelische Unie, had gelden on der zich, die hy niet verantwoordde, veroorloofde zich is al veel eerder gepleegd. Wat de twee latere diefstallen betreft, bekende ze, met een valschen sleutel de secretarie te hebben geopend. De O. v. J. wees op de bekentenis, door beklaagde afgelegd, doch vond de motieven tot hare daad, door haar opgegeven, raadselachtig. Immers, ze had zooveel 'gebrek aan geld niet. Een goede huur met f2.75 boven k03t en inwoning per week, en ook haar man steunde haar geldelyk flink vanuit Indië. Haar inboedel, op schuld gekocht, was ongeveer afgelost. Dus geen geld gebrek, meent spreker. De brieven over de ziekte van haren man vanuit Indië waren zeer geruststellend. Ze wou als linnenjuffrouw naar Indië: welnu, ook daar was geen geld voor noodig. Haar man komt terug, nog dit jaar; had ze dus haar plan volvoerd om ook dit jaar hem op te zoeken,dan was ze hem onder weg tegengekomen. 1'nformatiën uit hare vorige ver blijfplaatsen Den Helder en Oostvoorne brachten overi gens niets ongunstigs aan 't licht omtrent beklaagde. Toch, een flinke straf acht de heer Officier gepast en wegens driemaal gepleegden diefstal eischte Z.E.G. 3 maanden gevangenisstraf. Mr. Verhoeff wijst als verdediger op don tyd dien ze in voorarrest zat en vindt, dat als men haar zoo zwaar straft, er des te meer kans is, dat haar man, als hy terugkomt, niets meer van haar wil weten. Met 't oog op 't een en andor zou pleiter het kwantum der straf verminderd willen zien. Bedelarij. De laatste beklaagde was Jan Leerink, een 20-jarig wever zonder vaste woonplaats, tegen wien wegens op 2 Augustus j.1. te Enkhuizen gepleegde bedelarij 12 dagen hechtenis werd geëischt. Uitspraken allen over 8 dagen. Wat de Vredesconferentie in Den Haag brengt. Naar matige berekening, volgens den Haagsehen corr. der N. G. C. sedert begin Juni meer dan twee millioen gulden. Geen kleinigheid inderdaad, maar waarover niemand zich verbaast, die iels weet van de schitterende en rijke diners en avondpartijen door de verschillende delegaties aangeboden. Cijfers van f 20000 voor een avondpartij door Bourgeois gegeven en f 40000 voor één diner door de Brazilianen aangeboden spreken voor zichzelf. In het algemeen besteden do Zuid-Amerikaansche de legaties fabelachtige sommen, niet het minst op do zoo gemakkelijk van uit de residentie te bereiken ren banen. Be werkeloosheid. Het „Sociaal Weekblad" schrijft o.m. Dit jaar hecrscht in verschillende industrieën in ons land een werkeloosheid, als zelden in ons land nog voorgekomen is. In de eerste plaats zijn het de bouw vakken, bij welke het bedrijf zoo goed als geheel stil staat, daar de bouwers niet, of tegen te bezwarende tamelijke uitgaven voor dranken, sigaren, etc. en door voorwaarden, gelden op hypotheek kunnen krijgen. Het zyne royale verteringen geldelyk uitgeput, verzon hy ter dure geld en het wantrouwen, dat eenmaal tegen de redding dit pseudoditfstalletje. Maar het middel was hypotheekbanken gericht is, zullen nog langen tijd in erger dan de kwaal, want toen de ware toedracht der zaak aan 't licht kwam, werd vriend Cornolis natuur lijk zonder verwy'1 achtor zyn vodden gezeten. Do O. v. J. vond het eigenlijk twee misdrijven, waar voor beklaagde thans hoewel afwezig terecht stondn.1. de valsche aangifte in de allereerste plaats, maar doze feitelijk als gevolg van de gepleegde verduis- We komen zoo langzamerhand al weer aardig in 't tering van onder zyne berusting zynde golden der Unie. seizoen vcor de berechtiging van diverse kermisstandjts Hierbij is de politie door beklaagde ongeveer als kwa" die dezen zomer in ons arrondissemont, zoo vredig ais 1 jongen gebruikt een leelyke streek— en bovendien heeft 't overigens is, plaats vonden. Het eerste zaakje, heden (j0 pohtie het waarlijk al druk genoeg met werkelijke berecht wordende, was ontleend aan een voorvalletje op j feiten. de Berkhouter kormis. Verder gaande, valt te denken aan de verduistering. 't Was al laat in den avond van 28 Juli, toen in 't yvat daarvan de reden is?,'t Verteren van veel geld voor gerenommeerde café „De zoven groene Boomen" het1 njet anders dan nuttelooze dingen. Nu heeft beklaagde spul nog in vallen gang was. En wel speciaal het 06n brief gezonden aan den heer Officier, daarin zeg- biljart. gende, dat hij al genoeg ellende heeft, redenen waar- Daar werd gebiljart om slokkies en lang niet zuinig om schuldbewust als hy is, deemoedig om eene ook. Pas was dan ook weer eene party met veel animo geldboete verzoekt. Doch de beslissing op dat verzoek gespeeld, of daar klonk 't weer uit dos markeurs mond: js a] heel gemakkelijk, daar inwilliging daarvan een- len, twoi drie, vier, vaif, zos, zeuven, tot dertien an toe 1 VOUdig niet opgaat, aangezien er op het feit alleen gevan- Do arbeider-wisselwachter Cornelis Kuiper van Blok- g0nïsstraf kan worden toogepast. De redenen in aan- ker, nog met de biljartquoue, in de vorige party gebezigd, merkjng genomen, die beklaagde tot zyne daden leidden, in de hand, de9d mot een zeer behendigon zwaai daarmee, ejschte de O. v. J. 1 maand gevang, tegen hem. alsof hy het gebefsocsde waren wilde overreiken aan h noiuip hem, die er door 't hoogste bod gebruik van moest maken j Anton t, p om te spelondoch in werkelijkheid had hy andere Ook Antonins Groot, een landbebouwend jongeling plannen. Hy sloeg, vóór iemand het kon verhinderen uit do Heer Hugowaard, was als beklaagde absent. Hy den arbeider Reindert Davidson van Westwoud, die hem had zich te verantwoorden wegens allerlei praatjes en naar hy meende, redenen tot toorn had gegeven, er mee beleedigingen aan 't adres van de politie gericht, toen Kledingindustrie is, mede tengevolge van dezelfde oor- op zijn bol. die in genoemde gemeente surveilleerende was op de zaken, als ook van de slechte weersgesteldheid, de toa- 't BJoed spoot alle kanten heen en do getroffene moest kermis in „De Hengstman". stand al even schrikbarend. Ja, zelfs in een bedrijf geneeskundigo hulp inroepen, wat hem, toen hy na Van dit op 17 Juli j.1. gopleegdo feit maakte de rijks- als het typografenbedrijf, waar de werkloosheid onder eenige dagen dokter niet meer noodig had, eene nota van veldwachter C. v. d. Molen van Noord-Scharwoude pro den esculaap ten bedrage van f4.50 bezorgde. Zelf leed ces-verbaal op, met gevolg, dat wegens beleediging van hy ongeveer f5 schade door dagloonverzuim, voor welk dienstdoende ambtenaren tegen Groot 14 dagen gevang, een en ander hy schadevergoeding vroeg by de rechtbank, werd geëischt. deze bedrijven hun s torenden invloed doen gelden. Leest men in de laatste nummers van het „Maand schrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek" het door de Kamers van Arbeid ingezonden verslag omtrent den stand der arbeidsmarkt, men hoort van bijna alle Kamers van Arbeid voor de bouwbedrijven één en dezelfde klacht: ongekende slapte en malaise heerschen in de bouwvakken. De vermeerdering van wcrkloozen, die regelmatig in den winter plaats vindt, om tegen het voorjaar te verdwijnen, is dit jaar groo- ler dan andere jaren geweest. Een noemenswaardige vermindering heeft tot heden middenzomer nog niet plaats gevonden. Dit jaar is gedurende de zomermaanden de werkeloos heid in Amsterdam tweemaal zoo groot als in het ongunstigste geval der laatste 8 jaar in liet gansche jaar geweest is. Niet alleen de bouwbedrijven gaan onder groolo werkeloosheid gebukt. De slechte economische toestan den oefenen hun invloed op een menigte andere be drijven uit. Bij de diamantbewerkers te Amsterdam heeft men reeds eenige maanden een werkeloosheid, die niet minder is dan dils der bouwvakarbeiders.. De Algemeene Nederlandsche Diamanlbewerkersbond tel de in April 500—700 werkloozen per week, zijnde 6 tot 8 pet. van hun ledental; in Juni was hel aantal werkloozen zelfs tot 1136, zijnde 17 pet. gestegen. In vele steden hecrscht onder de sigarenmakers een even groote werkloosheid. In alle luxe-industrieën en in do do georganiseerde leden zelden grooter is dan 1 pet., is in de «laatste weken op vele plaatsen de werke loosheid zoodanig toegenomen, dat zij tot 3 pet. en meer gestegen is.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 9