Donderdag 19 Sept. 1907.
5ie Jaargang. No. 429^.
TWEEDE BLAD.
Biunenlandsch Nieuws.
Staatspensionneering.
Zaterdag 14 September hield de afdeeling Anna
Pauluwna van den Bond voor Staatspensionneering eene
vergadering in het lokaal van den heer J. J. van der Goes.
Na opening door den Voorzitter, den heer K. L. van
Gorkom, werden de notulen gelezen en goedgekeurd
Naai aanleiding eener opmerking zullen in het vervolg
de leden weder per convocatie-biljet van de vergadering
worden verwittigd.
Hierna las de Secretaris, de heer De Jong, zjjn jaar
verslag voor, waaruit bleek, dat het ledental gedaald
was van 148 tot 116. Niemand naar aanleiding van dit
verslag het woord verlangende, dankte de Voorzitter den
Secretaris voor zijn goed gesteld verslag. Uit de reke
ning en verantwoording bleek, dat ontvangen was
f 85.27 en uitgegeven f79.38. De stukken, hierop betrek
king hebbende, werden in handen gegeven eener
Commissie, bestaande uit den heeren C. Blom en A. de
Boer, om daarover iater rapport uit te brengen. Bji de
behandeling van de wijze, waarop voor de afdeeling
propaganda zou worden gemaakt, vroeg de heer H.
Visser, waarom deze vergadering zoo laat was belegd,
meenende, dat èn hierdoor èn ook door de te late rond
zending der quitanties voor betaling der contributie, de
bloei der afdeeling niet zou toenemen. Ook bevreemdde
het hem, dat geen afgevaardigde dit jaar was uitgezon
den. Nadat de Voorzitter namens het bestuur inlichtingen
had beschaft, dionde deze het volgende bestuursvoorstel
in, n.m., om tegen het einde des jaars oene vergadering
te beleggen, waarin een spreker van buiten zou optreden,
maar waarin ook een tooneelstuk zou worden opgevoerd,
waarvan er door den bond met het oog op propaganda
zijn uitgegeven. Verder konden voordrachten en muziek
de bijeenkomst opvroolijken.
Dit voorstel vond algemeene goedkeuring by de leden.
Bij de verkiezing voor bestuursleden, wegens de perio
dieke aftreding van den heer Müller en het vertrek van
mej. F. Rommerts, werden gekozen als zoodanig de
heeren Toxopëus en C. Blom. De laatste, ter vergade
ring aanwezig, liet zich de keuze welgevallen, aan
eerstgenoemde zou bericht gezonden worden. Daar de
rondvraag niets opleverde, sloot de Voorzitter met een
opwekkend woord de vergadering.
Jeugdige avonturiers.
Twee jeugdige knapen, broertjes van 16 en 17 jaar,
wonende te Watergraafsmeer,hadden eenigen tijd geleden
't plan opgevat om samen de wereld te gaan zien. Na
eenig geld te hebben bespaard, gingen beiden, op een
dag dat vader aan 't werk en moeder even een bood
schap deed, er van door, een brief achterlatende dat zij
de wijde wereld ingingen. Als bagage werden kompas,
een verrekijker, een ijzeren pannetje, een city-bag, een
tweede paar schoenen, een paar schoolatlassen, eenige
leesboeken en twee woordenboeken medegenomen. De
tocht begon in Amsterdam, vandaar met een vacantie-
kaart naar Arnhem, om vervolgons te voet Duitschland
binnen te gaan. Hier kampeorden de jongelui zes dagen
en nachten in de nabijheid van Crefeld in een bosch,
totdat zij door den honger gedreven meer bewoonde
streeken moesten opzoeken, waarna werd besloten maar
weer naar 't vaderland en moeders pappot terug te
keeren. Naar Arnhem wees men den weg en met de
bagage op den rug werd de terugtocht aanvaarddoch
aldaar gekomen zijnde, kwelde hun opnieuw honger en
dorst, want 't geld was op. Dan naar het politie-bureau,
stelde de jongste voor en de oudste gaf toe, 't bureau
werd gevonden, ze kregen wat te eten en te drinken en
gingen onder geleide naar huis per spoor naar Water
graafsmeer. Op avonturen uit, daar hadden ze genoeg
van gekregen. (»N. Arnh. Ct.")
Adres Onderwijzers.
Het Hoofdbestuur van de Vereeniging „Volkson
derwijs" heeft aan H. M. de Koningin het volgende
adres gezonden:
dat het met groote belangstelling heeft gevolgd de in
de laatste jaren in de onderwijzerswereld in 't algemeen
steeds sterker wordende beweging tot het verkrijgen
eener wijziging van de wettelijke verhouding tusschen
het hoofd der school en de aan die school verbonden
onderwijzers(essen), zooals die bij art. 21 v. d. Wet op
het Lager onderwijs is geregeld
dat het in die beweging ziet de uiting van de leven
dige begeerte van de Nederlandsche Onderwijzers, om
hun kennis en ervaring in zoo ruim mogelijken zin aan
te wenden in het belang van de geheele schoolorgani
satie
dat reeds in tal van gemeenten door het instituut
schoolvergaderingen, ook door de onderwijzers invloed
wordt uitgeoefend op de regeling der algemeene school-
zaken van de school, waaraan zij verbonden zijn;
dat evenwel in verreweg het grootste aantal gemeen
ten niet voldoende of nog in 't geheel niet gepoogd
wordt, op deze wijze aan het geheele onderwijzend per
soneel gelegenheid te geven van hun inzichten ten aan
zien van de zaken in art. 21 genoemd de regeling
van de Schooltijden en van de vacantiën, de vaststel
ling van het leerplan en van de bij het onderwijs te
gebruiken boeken en de verdeeling der school in klas-
sen op de meest vruchtbare wijze te doen blijken;
dat, ondanks uitnemende theoretische en practische
bekwaamheden, duizenden onderwijzers nooit aan het
hoofd eener school zullen staan en ons onderwijswezen
alzoo, by het bestendigen van de bestaande wetgeving
op het gebied der inwendige schoolregeling, van den
directen invloed dezer mannen en vrouwen op den gang
van zaken verstoken is;
dat dit, op zichzelf te betreuren, te meer in het na
deel van de school en het onderwijs moet worden ge
acht, nu tengevolge daarvan de gewenschte collegiale
verhouding tusschen hoofden van scholen en onderwij-
zers(essen) in 't algemeen schade lijdt en in verband
daarmee, niet altijd die samenwerking tusschen deze
categorieën van leerkrachten bij ons lager onderwijs
gevonden wordt, die het belang van de school vraagt
dat deze toestand niet de juiste is, om bij de ouders
dor schoolgaande kinderen het zoo noodige rustige gevoel
te wekken of te doen behoudeD, dat de belangen van
hun kinderen op de lagere school in elk opzicht op de
beste wjjze worden gediend;
dat hierin wettelijk afdoende verbetering kan worden
gebracht door een wijziging van art. 21 van de Wet op
het Lager onderwijs in dien zin, dat aan de onderwij
zers niet-hoofden van scholen bet recht van medezeg
gingschap in de regeling van de in.dat artikel genoemde
zaken wordt gegeven.
Redenen, waarom het Hoofdbestuur zich tot Uwe
Majesteit wendt met het eerbiedig verzoek, het daarheen
te 'leiden, dat aan de Staten-Generaal een wijziging van
art. 21 van de Wet op het Lager Onderwijs worde voor
gelegd, die aan bovenstaande wenschen tegemoet komt.
Bij den Zangwedstrijd, Zondag te 's-Gravenhage
gehouden voor gemengde koren, behaalde de zangver-
eeniging „Caecilia" te Barsingerhorii in de 2e afdeeling
voor onbekroonde vereeniging&n en yoor vereenigingen i
die nooit een eersten of tweeden prijs in een 2e afdee-
ling hebben behaald, den zesden prijs.
Hoogwoud.
Begunstigd door heerlijk weer hadden ter gelegenheid
van de najaarskermis aan de Gouwe eenige vermakelijk
heden plaats, n.1. ringrijden, mastklimmen enaardappe-
1 en rapen voor jongens en meisjes.
Die vermakelijkheden werden door een groot aantal
toeschouwers met veel belangstelling gevolgd.
Aan de ringrijdery namen 7 paren deel. De le prijs
werd gewonnen door den heer Jb. Krebb te Grootscher
mer en mej. N. Pluister, de 2e prijs door den heer C.
d ®n m6''" &u'Per en de 3e prijs door den heer
B. Pluister en Mej. A. Langedijk, allen alhier.
Aan het mastklimmen namen 4 jongens deel. Na veel
inspanning werd de le prijs gewonnen door Jn. Bakker,
de 2e prijs door W. Kooiman, de 3e prijs door N. Terra
en de 4e prijs door F. Mijberg.
Aan het aardappelenrapen voor meisjes namen 18
meisjes deel waarvan de uitslag was als volgtde le
prijs E. de Boer, de 2e prijs W. van Diepen, de
3e prijs M. de Groot, de 4e prijs A. Rood, de 5e prijs
A. Schoutnn, de 6e prijs E. Dekker, de 7e prijs C. Bruin,
de 8e prijs L de Boer, de 9e prijs A. Schutte, de 10e
prjjs G. Kaijer, de 11e prijs J. Rood, de 12e prijs E. van
Scheijen, de 13e prijs G. Dekker, de 14e prijs W. Mijs-
berg, de 15e prijs A. Dekker, de 16e prijs D. de Wit,
de 17e prijs T. Kooijman en de 18e prijs S. Dekker.
Aan het aardappelenrapen voor jongens beneden de
10 jaar namen 10 jongens deel, met uitslagle prijs
D. Langereis, de 2e prijs A. Rood, de 3e prjjs R.
Bruin, de 4e prijs P. Berkhout, de 5e pi-ijs D. Rempt,
de 6e prijs C. Kuiper, de 7e prijs Jb. Hartog, de 8e prijs
Jn. Portegies, de 9e prijs D. Portegies en do 10e prijs Jn.
de Boer.
Het fanfarecorps „Wilhelmina" luisterde de feestelijk
heden met muziek op.
De Nationale en Internationale
Landbouwtentoonstelling.
Onze Residentie heeft in het jaar 1907 volop haar
deel gehad wat congressen en tentoonstellingen betreft
en als gewoonlijk een stroom van vreemdelingen uit
alle landen der wereld.
Zoo zal ook nu weer de groote landbouwtentoonstel
ling, dii& deze week in Den Haag wordt gehouden
aan den stroom van bezoekers een groot contingent
toe voegen.
Er is veel te zien en men zal er uitstekend toe in
de gelegenheid zijn. Want men is bij de indeeling
der verschillende groepen systematisch te werk gegaan;
heeft bij elkaar gebracht en gehouden, wat bij elkaar
behoort en daardoor bevorderd, dat de bezoekers een
overzicht van het geheel, en een totaalindruk kunnen
verkrijgen, die naar verwacht inag worden, gunstig zal
zijn.
Natuurlijk was het eene groote teleurstelling, dat de
Regeering door het heerschende mond- en klauwzeer
genoopt was, de toelating van vee op de tentoonstel-
welke drie internationaal, t.w. zuivel, nieuwe vindin-
ling te verbieden.
De tentoonstelling is ingedeeld in tien rubrieken, van
gen en ter opluistering; en zeven nationaal, n.1. paar
den, pluimvee en tamme konijnen, bijenteelt, zaden
en producten. Staatszorg voor den landbouw, heide-
ontginning boschcultuur, grondverbetering en zoetwa-
tervisscherij en hoefbeslag. Het is een onmogelijke taak
eene beschrijving te geven van de vele inzendingen
in elk dezer af deelingen.
Maar één treft aanstonds, niets slechts omdat zij
een eereplaats kreeg midden op het terrein en dus in
het oog loopend, maar vooral omdat zij van de Re
geering is. ieder ingewijde weet, dat er tegenwoordig
van regeeringszijde veel, zeer veel op landbouwgebied
wordt gedaan; dat de zorg van de overheid op dit
gebied zich allengs uitbreidt. Wie het niet wist, zal
zich ervan kunnen overtuigen in de Regeeringstent,
waar een blik gegund wordt op alle takken van Staats
dienst met betrekking tot den landbouw en veeteelt,
waar een denkbeeld wordt gegeven van de gestadige
uitbreiding van de Staatsbemoeiing op het gebied van
het land- en tuinbouwonderwijs, het zuivelonderwijs
de veeartsenijkunst en waar eindelijk duidelijk wordt
gemaakt, hoe de Regeering door wettelijke maatregelen
de uitvoering der botereontröle den boeren de
hand heeft gereikt bij hun pogen om den naam van
het Hollandsoh product op de buitenlandsche markt
vooral, hoog te houden en den eerlijken boterhandel
te bevorderen.
Kortom een agrariër die zich alwetend acht zal dooi
de inzending der Nederlandsche Regeering nog veel
kuirnen leeren.
Hoeveel te meer de leek, die niettemin belang stelt
in alles wat ter bevordering van den landbouw wordt
gedaan.
Vormt deze inzending een groote attractie; geeft zij
in alle opzichten een beeld van de Staatszorg voor
den landbouw, de reusachtige loods, waar de af
deeling Zuivel is ondergebracht zal niet minder de
aandacht trekken. Het behoeft niet uitdrukkelijk te wor
den verzekerd om het te gelooven dat nimmer op
het gebied van Zuivelbereiding zooveel bezienswaardigs
is bijeengebracht alls op de afdeeling van deze ten
toonstelling. Dank zij een systematische rangschikking
I wordt ook hier het overzicht zeer vergemakkelijkt.
De tent is in verschillende vakken ingedeeld; er zijn
afdeelingen voor: machines, (koel- en kneedmachines
van de nieuwste constructie, die in werking worden
gesteld); wetenschappelijke hulpmiddelen; voor produc
ten (behalve melk); voor melk en voorts hygiënische en
economische afdeelingen.
Centrifuges, transportmiddelen (waaronder practische
en sierlijke melkwagentjes)pasteurisecr-apparaten,
zijn aanwezig in allerlei soorten, in verschillende
zij
grootten, hoog en laag in prijs.
Het spreekt van zelf, dat kaas en boter de hoofd
producten zijn in de afdeeling van dien naam.
Concurrenten uit Nederland en den vreemde heb
ben zich uitgesloofd om het puikje bijeen te brengen
en daardoor de taak van de keurmeesters zoo zwaar
mogelijk te maken. Het is hier de plaats voor de me-
dedeeling, dat de keurmeesters niet op de hoogte zijn
van de plaats der herkomst der producten, zoodat de
keuring op de meest onpartijdige wijze plaats heeft
en klachten over achteruitstelling bij voorbaat zijn af
gesneden. Inzendingen van boter kwamen behalve uit
schier alle provincies van Nederland, uit België, De
nemarken; Engeland, Noorwegen, Duitschland, Oosten
rijk, Frankrijk, uit welke landen ook talrijke inzendin
gen kaas aanwezig zijn.
Maandag had onder begunstiging van heerlijk Sep
temberweer de opening der tentoonstelling plaats.
Het was de minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel Mr. Veegens, die de tentoonstelling opende.
De heer K. Breebaart Jz. van Winkel, 2e voorzitter
der Hollandsche Maatschappij van Landbouw beant
woordde den minister.
Deze beide redevoeringen werden met luide bravo's
begroet.
Zij werden aangehoord door een uitgelezen kring
van dames en heeren, die gevolg hadden gegeven aan
de uitnoodiging tot bijwoning van de openingsplech
tigheid.
Opgemerkt werden o.m. de minister van financiën,
buitenlandsche en binnenlandsche zaken, justitie, ko
loniën en waterstaat, de Commissaris der Koningin in
Zuid-Holland en de leden van het dagelijksch bestuur;
vele leden van de beide Kamers der Staten-Generaal
leden van het eere-comité, de directeur-generaal van
landbouw, allen vergezeld van hunne dames.
Nadat de opening was geschied, had er een rondgang
in de tenten plaats. Er ging maar één roep over de
inzendingen. Minister Veegens, die reeds Zaterdag een
kijkje had genomen, was opgetogen over de rijke
lages. Bij verschillende uitstallingen werd Z.Exc.
legging gegeven.
Na den rondgang dejeuneerden enkele ministers met
het hoofdbestuur van' de Holl. Maatsch. van Land
bouw. j
Van de bekroningen deelen wij alleen de volgende
mede:
Economisch gedeelte: Kaascontrölestation Noord-Hol
land Hoorn, diplome d honneur.
(Zie verder 1ste blad.)
Jenever-Verkiezing.
uit het district Zevenbergen aan
volgende, waarbij door dit blad de
candidaat als niets ter zake doende is
éta-
uit-
Men schrijft
het Centr. het
,naam van den
vervangen door
Te Made stond op den stemdag voor het café te
genover het raadhuis een groote ton met jenever. De
ton droeg tot opschrift:
„Van(voor de kiezers opIedere kiezer die
opstemde, kon zich naar hartelust met het ver
kwikkende vocht laven. Commentaar overbodig!
Als dat waar is, dan is inderdaad commentaar over
bodig, zegt het blad, maar moet toch voor den goeden
naam van district, provincie en partij worden gehoopt,
dat tegen zulke praktijken aldoende maatregelen zullen
worden genomen.
Ontvlocht en weer geknipt.
Gisterenmiddag ongeveer 3 uur wisten twee gevan
genen de gevangenis te Den Bosch te ontvluchten. Het
is onbegrijpelijk, hoe ze dit kunststukje hebben kunnen
volvoeren. Het waren twee misdadigers, die een ge
meenschappelijke cel hadden en tot zware straffen waren
veroordeeld. Een hunner had nog tot 1911 te goed.
Ze schijnen een rooster te hebben geforceerd en zijn
toen het dak uitgebroken, waarna ze den hoogen gevan
genismuur moesten overklimmen, die met ijzeren pin
nen is bezet. Vroeger stonden aan den buitenkant van
dien muur militaire wachtposten, doch deze zijn on
langs afgeschaft. De uitbrekers togen den Pettelaar-
schen weg op en verscholen zich op een buitengoed. Ze
werden onmiddellijk achtervolgd door de politie te
voet, te fiets en te paard en door een massa bur
gers. In den laten namiddag werden ze gearresteerd.
De een lag te slapen in het gras en de ander zat
naast den kant van den weg. Onder een toeloop van
belangstellenden werden ze naar de gevangenis terug-
gebracht. Hun arrestatie ging zeer gemakkelijk. Het
geval wordt zeer druk besproken, vooral wijl ze de
j vlucht op klaarlichten dag hebben kunnen bewerken
en zooveel hindernissen moesten overwinnen Vad.
In de Hervorming van 14 dezer vinden we omtrent
de lezing, door dr. Toxopeiis van Anna Paulowna over:
„De vraag, of de gedachte-zonde in het O.-T. voorkomt,
moet ontkennend beantwoord worden", gehouden op de
jongste N. Hollandsche predikantsvergadering (Hoorn),
het volgende getuigenis:
Deze lezing, op de N.-H. Pred. vergadering te Hoorn,
d.d. 17 Juni 1.1. gehouden, heb ik met genoegen en in
stemming gelezen. Ik verheug me, dat ze in druk ver
schenen is en hoop dat zy veel lezers zal vinden.
„De vraag, of de gedachte-zonde in 't O. T. voorkomt,
moet ontkennend beantwoord worden", is daarin m.i.
zóó duidelijk beantwoord, dat velen zullen zeggengy
hebt gelijk, de humane voorschriften in 'l O. T. gelden
den broeder (d.i. den Israëliet en Jood als lid van het
volk) en niet een vreemde (niet tot „het volk" be-
hoorende of geacht te behooren), want geldt het niet
den „broeder", dan heerschen gansch andere wetten;
dan maakt men het zondor eenig gewetensbezwaar tot
zijn eigendom."
"Wel is het verband tusschen gezindheid en handeling
aan de oude Israëlieten evenmin als aan Assyriërs,
Egyptenaren, Perzen en alle andere volken en stammen,
ontgaan. Doch evenmin als dezen hebben zij daaruit
geconcludeerd tot het beginsel, dat in de Bergrede door
Jezus wordt uitgesproken, 't Algemeen „moreel" stand
punt buiten 't Christendom der Bergrede kan niet zóó
hoog staan als dat door 't Christendom der Bergrede
woidt ingenomen en als ideaal gesteld.
Hoe na bij dit standpunt van Jezus komende (daar
de groote Profeten des O. T. zoowel al3 de groote gods
dienststichters buiten 't 0. T. ook menschen waren), toch
overheerscht by hen al to zeer hun particularisme, hun
vooringenomenheid met hun bizonder geestelijk-zedelijke
grootheid en hoogheid dan dat zij in staat zouden
kunnen zijn zich tot die hoogte van Jezus te verheffen.
Hun geestesoog is altijd min of meer verduisterd door
hun particularisme. Ook hier is van toepassing het
oordeel van den Zoon des menschen over de waarde
van een Johannes den Dooper„ik zeg u, onder die van
vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan grooter
dan Johannes, den profeet, maar de geringste in het
K. G. is grooter dan hij
Dat grootere, onbekrompene, boven alle menschelijke
vooroordeelen verhevene en daarvan volkomen onaf han-
kelyke is voor een man als dien grootste der profeten
te hoog, te groot, te verheven.
't Doet me genoegen, dat door 't uitgeven dezer lezing
gelegenheid gegeven is, dat de gedachten van veler
harten en hoofden zich eens zullen openbaren, opdat
dit punt, van zoo groot gewicht, eens helderder kome
te staan voor veler geestes- en gemoedsoog. Ik meen,
dat dit eene goede zaak kan zijn voor den mensch van
onze dagen."
(w.g.) A. JENTINK Th.zn.
Koog a. d. Zaan, 20 Aug. 1907.
Duitschers in Noord-IIolland.
Begunstigd door mooi weer, heeft Zaterdag 14 dezer
het „Deutsche Landwirtschaft-Gesellschaft" een bezoek
gebracht aan de Langedijker koolstreek.
Omstreeks zeven uur in den morgen werden de hee
ren, begeleid door de heeren Mansholt, Hazeloop en
Bonthuis, door de heeren A. Nobel en S. Zeeman, te
Broek op Langendijk ontvangen.
Eerst werd de afslagmarkt bezocht, waar met veel
genoegen de werking van het electrisch afmjmtoestel
werd bezichtigd, terwijl de sluitkoolveiling in vollen gang
was. Vandaar werd naar de laadplaats gewandeld en
werd ook deze in oogenschouw genomen.
Op den terugweg werd bezichtigd de bloemkoolpak-
kerij van den heer R. Slot, waar men toen reeds druk
bezig was de bloemkool in manden te verpakken voor
de verzending. Een en ander werd door het gezelschap
met de meeste belangstelling in oogenschouw genomen
en vele vragen werden door de begeleiders beantwoord.
Daarna woonde men in het afslaggebouw de bloem
koolveiling bij, die toen in vollen gang was.
Ook werd een wandeling op het plankier gemaakt,
waar het aanvaren der schuiten op nummer af, werd
bezichtigd.
Om half negen nam het gezelschap plaats in de mo
torboot van den heer G. Kramer en stevende men van
wal het Geestmerambacht in. Het oostelijk deel van
Broek op Langendijk en Zuidscharwoude werd omgevaren
en te Zuidscharwoude de Krommebrug door, waarna
men de Zuidscharwouder en Noordscharwouder polders
doorvoer, tot aan de gemeente Koedijk; waar men te
half twaalf bij den heer Bak de reizigers weer aan den
vasten wal kon zetten, alwaar de rijtuigen klaar ston
den om de heeren naar Alkmaar te brengen, waar in
de Nachtegaal bij den hoer Van der Sleezen een ontbijt
werd gebruikt.
Met hartelijke belangstelling werd door het gezelschap
van de heeren Nobel en Zeeman afscheid genomen. Na
den middag was de reisroute per extra stoomtram, door
den Schermer, Beemster, Purmerend, om 's avonds te Am
sterdam terug te zijn, waar de Zondag zou wordendoor-
gebracht.
Een moordaanslag.
Maandagavond te half acht ongeveer heeft een moord
aanslag de Plantage Muidergracht te Amsterdam in rep
en roer gebracht.
Op den dag was de vrouw van K. Havermann, die
op het Rusland woont, lastig gevallen door den 28jari-
gen "W. van den Berg, die haar heur hondje wilde ont
nemen. Mejuffrouw Havermann, die meer last van v. d.
Berg had, vertelde haar echtgenoot by zijn thuiskomst
het gebeurde en deze begaf zich des avonds tegen half
acht naar het huis van Van den Berg, Plantage Muider
gracht 7, om hem over zijn ongepast optreden te onder
houden.
Nadat H. had aangescheld, ontspon zich spoedig een
heftige woordenwisseling tusschen beideh. Plotseling
trekt Van den Berg een dolk en stiet dezen woestinde
borst v-in Havermann, die een paar pas achteruit wan
kelde en toen kermend ineenzee'g. Hij werd door de tal
rijke buren en omstanders, die op het tumult waren
afgekomen, in een aangrenzende automobiel :arage bin
nengebracht en ontving daar de eerste geneeskundige
hulp van dr. H. Pop.
Reeds deze constateerde een hoogst ernstige verwon
ding en zorgde, dat Havermann, die veel bloed verloor,1
spoedig per brancard naat het Israëlietisch ziekenhuis
op de N. Keizersgracht werd overgebracht. Eerst daar
bleek met hoeveel kracht de dolkstoot moest zijn toe
gebracht. Door het vest, halfhemd en onderkleeding,
was het wapen in de rechter borstzijde gedrongen, zoo
diep, dat de rechterlong was geraakt. Een diepe wond
van tweo centimeter breed werd veroorzaakt, tengevolge
waarvan een hevige in- en uitwendige verbloeding plaats
vond, die den toestand van den patiënt hoogst ernstig j
maakte, en vrees voor het verlies van zijn leven deed j
ontstaan.
De politie, met den moordaanslag in kennis gesteld,
was spoedig mobiel, maar de dader was gevlogen.
Kaas.
Sedert 1903 is do kaasproductie op boerderijen belang
rijk afgenomen, in fabrieken nog belangrijker toegeno
men. Voor boerderijen daalde zij van 44,543,600 K.G.
in 1903 tot 41,425,000 K.G. in 1906, voor fabrieken klom
zij van 24,612,700 tot 37,645,000 K.G.
Deze laatste vermeerdering is hoofdzakelijk tedankon
aan Friesland, waar de productie van 18,795,300 K.G.
in 1903 tot 27,350,000 K.G. in 1906 steeg.
Voor de overige provinciën zijn de verschillen van
minder groote beteekenis. Algemeen was de productie
in fabrieken grooter. In sommige provinciën wordt in
het geheel geen kaas gemaakt.
Een ernstig ongeluk
vond Zaterdagavond omstreeks 7 uur op de spoorlijn te
Nuenen—T ongel re (bij Eindhoven) plaats. Ter hoogte
van wachtpost 43 kropen twee meisjes onder deafsluit-
boomen van den overweg door, juist toen van de eene
zijde de personentrein uit Eindhoven naderde, en uit de
andere richting een goederentrein van Helmond in aan
tocht was. De goederentrein reed de meisjes aan, met
het gevolg dat het 8-jarig dochtertje van den heer R.
van den Nieuwenhof uit Nuenen gedood werd en het
andere meisje ongeveer 40 meter werd weggeslingerd
en in de spoorsloot terecht kwam. Zij bekwam kneu.
zingen aan een been en kwam er verder wonderwel
af. De schuld lag geheel bü de kinderen, daar d0
boomen behoorlijk gesloten waren.
Kamers beschikbaar!
Naar de „N. Prov. Gron. Crt." verneemt, is de gevan
genis te Groningen gedeeltelijk ontvolkt. Meer dan 100
cellen zouden onbezet zijn.
Mishandeling met doodeljjken afloop.
In de derde klasse wachtkamer van het Hollandsche
Spoorstation te 's-Gravenhage heeft in den nacht van
Zaterdag op Zondag een geval van mishandeling met
doodelijken afloop plaats gehad. Twee personen, een
los werkman aan het station en een groentelosser,heb
ben twist gekregen en de dader, de los werkman, heeft
daarbij met een stok zijn slachtoffer een klap gegeven,
zoodat deze kort daarop overleed.
Omtrent de bijzonderheden van dit misdrijf kan wor
den medegedeeld, dat de verslagene den andere moet
hebben gesard, toen deze zich op een der banken in de
j wachtkamer te slapen wilde leggen. De dader, daarop
in drift ontstoken, heeft een bezem gegrepen en met
den steel daarvan den ander een schijnbaar onbeteeke-
nend wondje aan het hoofd toegebracht. Na de wond
te hebben uitgewasschen, heeft deze laatste zich even
eens te slapen gelegd in de wachtkamer. Toen men
hem wilde wekken, bleek hij overleden.
Mond- en Klauwzeer.
Naar aanleiding van het geruchtmakende teil, dat op
last van den dis tricis-veearts, den heer Hengeveld te Haar
lem, eenigen tijd geleden niet minder dan acht runderen
van den veehouder J. Commandeur te O.-Blokker, zijn
afgemaakt, is door eene commissie bestaande uit de
heeren N. Dekker, J. Zijp Kzn., A. J? van Bentheim
en W, Teengs een onpartijdig onderzoek ingesteld, uit
sluitend in het belang van den landbouw, zoowel bij
genoemden Commandeur als bij de betrokken autoritei
ten. De aanleidende .oorzaak tot dit onderzoek was
de verontwaardiging, die in deze streken zich herhaal
delijk uitte, over de wijze waarop bovengenoemde zaak
is afgewikkeld. Alen meende, dat dit noodlottig moest
inwerken op de onmisbare samenwerking van Regee
ring en landbouw.
Hetgeen den heeren bij hun onderzoek is gebleken,
hebben zij neergelegd in een adres aan den Minister
van Landbouw, Handel en Nijverheid. Zij zeggen
daarin
Het is der Commissie gebleken, dat de veehouder
Commandeur niet terstond, toen hij bemerkte, dat on
der zijn vee mond- en klauwzeer was uitgebroken,
heeft kennis gegeven aan den Burgemeester en der
halve door hem de wet tot regeling van het veeartsenij-
kundig Staatstoezicht en de veeartsenijkundige politie
is overtreden, waarvoor de straf bij de wet is bepaald.
De overtreding werd 3 Augustus geconstateerd door
den plaatsverv. districts-veearts, den heer De Leur,
te Hoorn. Zonder dat met hen eenig nader overleg werd
gepleegd, ontvingen de burgemeesters van Blokker en
Venhuizen het verrassende en treurige bericht, dat eeh
achttal runderen onverwijld moest worden afge
maakt.
Aangenomen, dat deze verschrikkelijke maatregel nood
zakelijk was om de verspreiding van de ziekte te voor
komen, waarom dan niet gehandeld naar de wet en
het vee d a d e 1 ij k afgemaakt, in plaats van daarmede
nog zes dagen ,te wachten.
De burgemeesters begrepen niet, waarom de runderen,
waaronder die zoo goed pis genezen waren, moesten
worden afgemaakt. Zij verheugden zich dan ook over
het schrijven van den heer De Leur, dat eene afwach
tende houding moest worden aangenomen; toen na
eenige dagen de districts-veearts weer op stellige wijze
verklaarde, dat de dieren zouden afgemaakt worden,
„dat hij dat wilde", deden zij nog een poging des avonds
8 Augustus bij den heer de Leur om afmaking te voor
komen. Zonder eenig bewijs, wat ook niet te ge
ven zou zijn geweest, werd hun duidelijk te ver
staan gegeven, dat eene poging bij de Regeering nutte
loos zou zijn. Uit alles is hun gebleken, dat de dis
tricts-veearts zijn macht wilde doen gevoelen. Al jui
chen zij het toe, dat waar het noodig is krasse maat
regelen worden genomen, hier moeten zij afmaking be
treuren, wijl geen enkel belang er door is gediend.
Had het runderpest of een 'andere zeer gevaarlijke
ziekte of een eerste geval van mond- en klauwzeer
in de Provincie gegolden, was door deze dieren af le
maken het ïnond en klauwzeer bestreden, niemand
zou op het beleid van de veeartsen iets willen afdingen.
Bij de groote uitbreiding, die de ziekte reeds had ge
nomen, mag het optreden van den districts-veearts be
stempeld worden als onmenschkundig, ontactisch, wil
lekeurig. Was de bron van besmetting te zoeken op
de boerderij van Commandeur? Zeker niet, want reeds
vroeger was ter plaatse op het aangrenzende land het
mond- en klauwzeer geconstateerd. Moeilijk zullen mo
tieven gevonden kunnen worden om de handelingen
van den districts-veearts te verdedigen; van belang zal
het zijn, dat van bevoegde zijde worde aangetoond
of hier gehandeld is in strijd met- de letter der wet,
niet minder, of gehandeld is tegen den geest der wet.
De landbouwers zijn de Regeering dankbaar voor
hetgeen in hun belang wordt gedaan, hun organisaties
ondervinden veel medewerking; daarom is het zoo te
bejammeren dat het onoordeelkundig optreden van den
ambtenaar zulk een ontstemming heeft veroorzaakt en
de Commissie heeft na gedaan onderzoek niet kunnen
verklaren, dat die stemming ongemotiveerd was..
Aan den Minister wordl ten slotte verzocht spoe
dig een ambtelijk onderzoek in te stellen, opdat hlijke
in hoeverre de ontstemming en ontevredenheid gewet
tigd zijn en dat de wet op het veeartsenijkundig Staats
toezicht zóó zal gewijzigd worden, dat a 11 e e rr de
minister de bevoegdheid heeft te gelasten, wanneer lot
afmaking van runneren moet worden overgegaan.
Kamerverkiezing Franekcr.
De centrale anti-rev. kiesvereeniging in het district
Franeker heeft in de vacature-P. L. Tak, voor het
lidmaatschap voor de Tweede Kamer candidaat gesteld
ds. D. Postma te Voorburg.
Ds. Postma heeft echter aan het bestuur der centrale
kiesvereeniging medegedeeld, dat hy voor deze tusschen-
tjjdsche vacature zich niet beschikbaar stelt. (L. C.)
Eeh vaandel gestolen.
Men meldt uit Leiden aan de N. R. Ct.
Het vaandel van het 4de regiment infanterie is op
geheimzinnige wijze verdwenen. Het bleek, toen men
Zaterdagmiddag alhier uit het kamp van Zeist thuis
kwam, van den stok gescheurd. Daar het in het kamp
voortdurend door een schildwacht wordt bewaakt, moet
deze "onachtzaam zjjn geweest of medeplichtig aan het
feit.
Zeer waarschijnlijk heeft men hier te doen met een
wraakneming over zware diensten of een uiting van
anti-militarisme.
Er wordt door autoriteiten een zeer streng onderzoek
ingesteld, dat tot heden nog tot geen resultaat leidde.