VERSLAG
Landbouwproefvelden
in Noord-Holland,
Zondag 29 Sept. 1907.
5le Jaargang. No. 4295.
DERDE BLAD.
gedurende 1906.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
d-\
mi mrm^
over de vanwege het Rijk gesubsidieerde
mei kunstmest. In 1906 was de bemesting per H.A. 500 KG. super
300 K G. patent kali en 400 K G. chili.
ltieeel 3. groot 12,2 Are, lis steeds op gelijke wijze bemest als 2,
doch in 1902 en 1903 is telkens bovendien 200 K.G. patent kali ge
strooid.
Het geheele proefveld is in November 1904 getweevoord en ook
in den herfst van 1905 aldus bewerkt.
Super en patent kali zijn uitgestrooid op 16 Maart en de chili op
15 Mei en 6 Juni 'felkens de helft. Die hoonen zijn op 15 Mei ge-
zaaid ter hoeveelheid van liHL. per H.A. op een rijenwijdte van
31 c.M.
Het opkomen Was heel regelmatig en de stand was den geheelen
zomer zeer goed met weinig (verschil tusschen de perceelen.
De hoonen bleven lang groen. Op 27 en 28 September zijn de hoo
nen opgetrokken en in October in de (schuur gebracht. Op 20 De
cember zijn ze gedorscht. De boonen zijn Verkocht f9 per H.L.
Dc kook was goed, doch er waren enkele verkleurde' in. Het H.L.-
gewicht was 84 K.G. Het stroo is niet gewogen.
Dc opbrengsten waren, per H.A. berekend, als volgt:
Perceel 1, stalmest
n 2, kunstmest
Bieten Schieters
in K.G. in K.G.
56600 3070
67000 4600
Opbrengst
in guldens.
f 397
- 487
Bemestings
kosten.
f 170
- 173
Over 3 jaren was het resultaat van dit proefveld (zie verslag 1905,
bladz. 18):
Boonon
in K.G.
Perceel 1, onbemest 3276
Perceel 2 en 3, kunstmest 3738
Boonon
in H.L.
39
44.5
Opbrengst
in guldens.
f 351
- 400.5
Beinestings-
kosten.
f 91
Vanaf 1898 tot en met 1906 is de uitkomst van dit proefveld ;zie
verslag 1905, blz. 15) als volgt
4. C. R ij K e B O e R, Hce, Terschelling
Zandgrond. Hooiland telken gare.
Dit proefveld js aangelegd in 1899. Het bestond voorheen uit 4 ge
deelten, die thans tot 2 perceelen zijn samengevoegd.
Perceel 1, groot 3 Are, is in 1899, 1901, 1902 en 1903 niet bemest;
in 1900 bemest met ier, in 1904 met stalmest, in 1905 met ier en
in 1906 met per H.A. 25.000 K.G. stalmest, kostende per H.A. f75
en aangewend op 24 Februari 1906.
Perceel 2, groot 2 Are, is in 1899 niet bemest, in 1900 met ier,
in 1901, 1902 en 1903 met stalmest en sinds 1904 geheel behandeld
als 1.
Perceel 3 en 4, samen groot 20 Are, zijn vanaf 1899 alle jaren uit
sluitend bemest met kunstmest, behalvte in 1900, toen een gedeelte van
15 Are bemest werd met ier evenals 1 en 2. In vorige jaren zijn 3
en 4 nu en dan bemest met kalk, behalve 2.5 Are van 3, dat na 1899
geen kalk meer ontving.
Thans is de bemesting van 3 en 4 per H.A.1000 K.G. kalk, 1000
KG. kaïniet, 500 K.G. thomas en 300 K.G. chili, te zamen kostende
f 88 per H.A.
De kalk is gestrooid op 6 Februari, de kaïniet op 27 Januari, de
thomas op 6 Februari, de chili in 2 gelijke porties op 28 April en
16 Mei 1906.
Het gras is gemaaid op 23 Juni en het hooi is gewogen op 3 Juli.
Het was van goede kwaliteit. De proefnemer schat de waarde ervan
op f26 per (1000 K.G.
Het etgroen, dat beweid werd, ontwikkelde zich op alle perceelen
goed met weinig onderling verschil.
De opbrengsten waren per H.A. berekend, als volgt:
Perceel 1 en 2, stalmest
3 en 4, kunstmest
Hooi Opbrengst
in K.G. in guldens.
5480 f 142
7200 - 187
Bemestings-
kosten.
f 75
Van 1899 tot en met 1906 was de volledige uitkomst van dit proef
veld (zie verslag 1905, blz. 12) als volgt:
Proefjaar
Perceel 1 en 2
Perceel 3 en 4
Gewone mest
Opbrengst
Kunstmest
Opbrengst
1899-1905
1906
Totaal
Zuivere opbrengst na aj
f 440
- 75
f 897
- 142
f 419
- 88
f 1077
- 187
f 515
trek der bemes
f1039
f 524
f 507
f 1264
f 757
Gedurende de acht jaren, dat uitsluitend met kunstmest bemest is,
bedroeg de zuivere opbrengst per H.A. op dit gedeelte f234. Naar het
ons toeschijnt is de aangenomen waarde voor ier en stalmest in den
regel te laag geweest, zoodat het winstcijfer waarschijnlijk hooger is,
dan hier wordt aangenomen.
Ook dit proefveld stond onder toezicht van den heer A. Meilink te
Terschelling
5. J. K E s s e l, Opperdoes.
Lichte zavelgrond. Roode bieten. Vorig jaar vroege aardappelen
en daarna witte kool.
Het proefveld is aangelegd in 1902 en bestaat uit twee gedeelten.
Perceel 1, groot 3,6 Are, bleef in 1902 onbemest en werd in 1903,
1901 en 1905 telken jare bemest met ongeveer 35.000 K.G. varkens-
mest per H.A.in 1906 onbemest.
Perceel 2, groot 6,75 Are, werd ieder jaar uitsluitend met kunstmest
bemest. In 1906 per H.A. met 600 K.G. super en 300 K.G. chili, ter
wijl de helft per H.A. bovendien ontving 300 K.G. patent kali en in
1905 600 K.G. patent kali.
Dit proefveld heeft in 1906 geen resultaten opgeleverd.
De bieten zijn zeer slecht en onregelmatig opgekomen, waarom de
proefnemer er bruine boonen tusschen geplant heeft. Deze ontwikkel
den zich op beide perceelen even goed.
Het was niet mogelijk betrouwbare cijfers over de uitkomsten van
dit proefveld te verzamelen. In :de 4 vorige jaren was het voordeel
van den kunstmest f677 hooger dan van den varkensmest. (Zie verslag 1905,
bladz. 14.).
Perceel 1
Perceel 2
Proefjaar
Gewone mest
Opbrengst
Kunstmest
Opbrengst
1902-1904
f 255
f 2639
f 339
f 3228
1905
- 150
- 477
- 143
- 642
Totaal
f 405
f 3116
f 482
f 3870
Zuivere opbrengst na aftrok der bemes-
f 2711
f 3388
6. Wed. M. Stoop, Wogmeer.
Kalkrijke zavelgrond. Bruine boonen. Vorig jaar Chevalier-gerst.
Dit proefveld is aangelegd in den zomer van 1898. Het bestond uit
dlpercecdrilengroot 5,2 Are," is geheel volgens keuze der proefneemsler
in dc jaren 1898-1904 onbemest gelaten, behalve de eene helft, die
in 1900 bemest werd met 80 voer Stalmest per H.A. In 1904 werd
bemest met 52 voer stalmest per H.A., in 1905 en 1906 bleef per
ceel 1 onbemest.
Perceel 2, groot 12,2 Are, is in den herfst van 1898 bemest met
een welig gewas wikken. In volgende jaren is hier uitsluitend bemest
Proefjaar
Perceel 1
Perceel 2
Perceel 3
Gewone
mest
Opbrengst
Kunstmest
«onder
kali
Opbrengst
Kunstmest
met
kali
Opbrengst
1899-1905 0
1906
Totaal
Zuivere opbreng
der bemestint
f 165
f1973
- 351
f 327
- 91
f2319
- 400.5
f 356
- 91
f2393
- 400.5
f 165
st na aftrek
jskosten
f 2324
f2159
f 418
f 2719.5
f2301.5
f 447
f2793.5
f2346.5
Proefjaar
Perceel 1
Perceel 2a
Perceel 2b
Gewone
mest
Opbrengst
Kunstmest
«onder
kali
Opbrengst
f1647
Kunstmest
met
kali
Opbrengst
1904-1905
1906
Totaal
Zuivere opbrengst n
bemestingskosten
f 138
- 170
f1430
- 397
f 138
f 158
- 173
f1906
- 487
f 308
k aftrek dei
f1827
f1519
f
f
f 331
f2393
f2062
(1.) Van 1904 zijn geen betrouwbare opbrengstcijfers bekend, daarom
zijn die van dat jaar weggelaten. (Zie verslag 1905 blz. 15).
Ook hier bleek de bemesting met kunstmest over alle proefjaren voor-
deeliger te zijn geweest dan de gewone bemestings wij ze, kunstmest zon
der kali gaf per H.A. 4142 en met kali f 187 meer dan de gewone
behandeling.
7. J. S i L v E R, Wijdenes.
Kalkrijke kleigrond. Scherp spinaziezaad. Vorig jaar bruine mosterd.
Dit proefveld werd aangelegd in den herfst van 1898. Het bestaat
uit 3 gedeelten.
Perceel 1, groot 5 Are, is vanaf 1898 tot 1900 niet bemest. In 1900
is het bemest met slootaarde, in 1901 en 1902 bleef het onbemest, in
1903 ontving het stalmest, in 1901 onbemest, in 1905 slootaarde, in
1906 onbemest.
Perceel 2, groot 11.15 Are, ontving in 1898 groenbemesting met wik
ken en is in volgende jaren uitsluitend bemest met kunstmest. In 1906
bestond de bemesting per H.A. uit: 500 K.G. super en 400 K.G. chili.
Perceel 3, groot 11,15 Are, werd steeds bemest als 2, doch ontving
in 1902 en 1903 telkens bovendien 300 K.G. patent kali per H.A.
Het land is geploegd op 2 November. De super is gestrooid op 27
Februari, de chili in 2 gelijke porties op 28 Maart en 15 April. De
spinazie is breedwerpig gezaaid op 28 Maart ter hoeveelheid van 20
K.G. per H.A. en daarna ingeëgd. Zij is 15 Mei uitgedund op ongeveer
30 centimeters ouderlingen ,afstand. De mannelijke planten, „stuivers,"
werden geregeld uitgeplukt.
De spinazie kwam slecht op, denkelijk door de droogte, doch na
Mei ging ze flink vooruit, zoodat het een zeer goede baan werd. Per
ceel 2 en 3 waren het best. De storm van 29 Juni heeft nogal wat
schade aangericht, doordat de planten los en scheef kwamen te staan,
waardoor de korrel fijner bleef.
Toen dc spinazie op 30 en 31 Juli geoogst werd, was ze goed rijp.
Op perceel 1 stonden 9 hokken en op 2 en 3 samen 44 hokken. De
spinazie is gedorscht op 3 en 4 September en verkocht voor 22 cent
per K.G Het spinaziestroo is niet afgewogen, omdat dit zeer moei
lijk gaat en zoo goed als geen geldswaarde heeft.
Berekend per H.A. was de opbrengst als volgt:
Aangezien de kali-bemesting in 1905 uitstekende resultaten gaf, werd
perceel 2 nu in zijn geheel met kali bemest.
Gedurende de drie proefjaren bleek bemesting met kunstmest veel
voordeeliger dan die met stalmest. Per H.A. was dit voordeel f 543
of f 181 per jaar.
Het proefveld stond onder toezicht van den heer H. van Ree, hoofd
van den landbouwwintercursus te Aardswoud.
9. G. Roos, Oosterleek.
Kleigrond. Karwij. Vorig jaar bruine mosterd.
Dit proefveld is aangelegd in 1905. Behalve voor bovengenoemd doel zal
het dienen om na te gaan of diepe bewerking op dezen grond voor-
deelig is.
Op een akker, groot ongeveer 34 Are, die voor 2/3 is bewerkt met
den ondergrondsploeg, zijn aangelegd twee stel proefvelden elk bestaan
de uit 2 perceelen; het eene stel ligt op het gewöelde land, het andere
op het niet gewoelde.
Perceel 1, groot 4.5 Are, bleef in 1905 onbemest en werd in 1906
bemest per H.A. met 110 karren stalmest.
Perceel 2, groot 4,5 Are, kreeg beide jaren kunstmest, thans per H.A.
600 K.G. super, 200 K.G. patent kali, 200 K.G. zwavelzure ammoniak
en 300 K.G chili. De stalmest is aangewend in het begin van Maart
1906, de super, de patent kali en de zwavelzure ammoniak op 2 Fe
bruari, de chili in 2 gelijke porties op 21 April en 5 Mei.
Het woelen heeft plaats gehad in het najaar van 1904. De ploegvoor
was 20 centimeter die, terwijl de grondwoeler 15 centimeter bene
den de ploegzool ging. Aangezien de voren wat te breed geploegd
waren, kon het woelen beter geweest zijn. Alle veldjes waren in het
begin nogal bezet met gras. De met stalmest te bemesten perceelen
werden hiervan het eerst gezuiverd, waarna deze werd aangebracht. Deze
perceelen io ntwikkelden zich goed, terwijl door niet tijdige levering der
j chili de kunstmestperceelen achter bleven.
Na aanwending der chili gingen deze perceelen sterk vooruit en munt-
1 teil weldra boven de stalmestperceelen uit. Deze perceelen bloeiden
door sterkere stengelontwikkeling minstens een week later dan de stal
mestperceelen.
Op 24 Juni schatte men de vermoedelijke opbrengst van de kunst
mestperceelen 21/2 a 3 pond per vierkante roede hooger dan die der
stalmestperceelen. Op 26 Juni werd het gewas dezer laatste aan het
hok gezet. Op 29 Juni kwam een hevige storm groote schade toe
brengen aan de nog vast staande karwij 'op de kunstmestperceelen. Het
verlies aan uitgewaaid zaad werd geschat op 350—500 K.G. per H.A.
De opbrengst was, berekend per H.A., als volgt:
Al kunstmest, gewoeld
B2 stalmest,
A2 kunstmest, niet gewoeld
B2 stalmest
Karwijzaad Karwijzaad Opbrengst Bomestings-
in K.G. in baaltjes in guldens. kosten,
van 50 K.G.
1333 26V2 f 386.50
1177 23V2 - 341.50
kosten.
f 107
- 275
1323 26V2 f 386.50 f 107
844 17 - 245 - 275
Ondanks de stormschade is de opbrengst op de kunstmestperceelen
toch het grootst en aangezien de kosten van bemesting heel wat lager
waren, is het geldelijk voordeel groot, n.L f243 per H.A.
Over beide proefjaren gerekend was het resultaat van dit proefveld
(zie verslag 1905 bladz. 20) als volgt:
Perceel 1, onbemest
2 en 3, kunstmest
Spinaziezaad
in K.G.
1820
2000
Opbrengst
in guldens.
400
420
Bemestings-
kosten.
f 70
Vanaf 1899 tot en met 1906 was de totaal uitkomst van dit proef
veld (zie verslag 1905, bladz. 17):
Proefjaar
Perceel 1
Perceel 2
Perceel 3
Gewone
mest
Opbrengst
Kunstmest
zonder
kali
Opbrengst
Kunstmest
met
kali
Opbrengst
1899-1905
1906
Totaal
Zuivere opbrengst n
bemestingskosten
f 440
f2886
- 400
f 315
- 70
f3161
- 420
f 357
- 70
f3228
- 420
f 440
a aftrek dei
f3286
f2846
f 385
f3581
f3196
f 427
f3648
f3221
Proef
jaar
Kunstmest
gewoeld
Stalmest,
gewoeld
Kunstmest,
ongewoeld
Stalmest,
ongewoeld
Kosten
Op-
brengst
Kosten
Op-
brengst
Kosten
Op-
brengst
Kosten
Op-
brengst
1905
Totaal
Zuivere opl
aftrek der
f 57
- 107
f 500
- 386
f
- 275
f 415
- 341
f 57
- 107
f 479
- 386
f
- 275
f 417
- 245
f 164
rengst na
bem.kost
f 886
f 722
f 275
f 756
f 481.
f 164
f 865
f 701
f 275
f 662
f 387
De gemiddelde opbrengst op het gedeelte, dat voortdurend met kunst
mest bemest is, bedraagt over alle 8 proefjaren te zamen f 3208, zoodat
de kunstmestbemesting in al die jaren een voordeel gaf van f 362 per
Hectare.
8. R. Keppel, Aardswoud.
Kleigrond. Rosa-voerbieten. Vorig jaar blauwe aardappelen.
Dit proefveld is aangelegd in 1901. Het bestond uit 2 perceelen; in
1905 is de helft van perceel 2 bovendien bemest met kalimest;
thans zijn perceel 2 en 3 weer gelijk bemest.
Perceel 1, groot 11,4 Are, is in 1904 bemest met stalmest, bleef üi
1905 onbemest en ontving |i;n 1900 per H.A. 70 wagens koemest.
Perceel 2, groot 10,9 Are, is voortdurend bemest met kunstmest. In
1906 was deze bemesting per H.A.2000 K.G. kalk, 800 K.G. thomas,
400 K.G. patent kali, 300 K.G. zwavelzure ammoniak en 400 K.G. chili.
De stalmest is uitgespreid pp 20 November, de thomas is gestrooid
op 4 December, de kalk op 14 Januari, de patent kali op 13 Februari;
de zwavelzure ammoniak op 28 April en de chili in 2 porties op
9 Mei en 2 Juni.
De bieten zijn gezaaid op 8 Mei op 35 centimeters onderlingen af
stand. Dc gebruikte hoeveelheid zaaizaad bedroeg 2,5 K.G. op elk per
ceel. De bieten zijn uitgedund op 15 en 16 Juni. Zij zijn 5 maal ge
wied en van 10 tot 12 October gerooid. De proefnemer heeft afzon
derlijk opgegeven, hoeveel schieters ieder perceel heeft opgebracht. De
prijs der bieten was f 7 per 1000 K.G. en die der schieters f 4 per
1000 K.G. De bieten zijn aan het Rijkslandbouwproefstation te Hoorn
onderzocht op gehalte aan droge stof en suiker. De bieten van het
stalmestperceel bevatten 16,2 pet. droge gtof met 10.4 pet. suiker en
die van het kunstmestperceel 15.3 pet. droge stof met 9.4 pet. suiker.
Per H.A. berekend waren de opbrengsten als volgt:
In beide jaren was de invloed der diepere grondbewerking onbetee-
kenend.
Dit proefveld stond onder toezicht van den heer J. H. Steggerda te
Oosterleek. hoofd van de landbouwwintercursussen te Wijdens en Ven
huizen
De Rijkslandbouwieeraar voor Noord-Holland,
(Wordt vervolgd.) C. NOBEL.
Zitting van Dinsdag 24 Septb. 1907.
Drankwetovertreding.
Heel kalmpjes, of er niets bijzonders op dit onder-
maansahe stond te gebeuren, kwam op zijne keurige
gebloemde, nog kraaknieuwe pantoffeltjes aangestapt de
caféhouder A ndries Rooker, die, zijn bakermat getrouw
gebleven zijnde, in zijne geboorteplaats Broekerhaven,
gemeente Bovenkarspel, woont.
Daar tapt onze goeie vrind, den strengen bepalingen van
onze 1904'sche drankwet ten spijt, ten gerieve der
dorstige kelen van zijne clientèle, alles wat ze maar
willen gebruiken, tot brandewijn en ,schoone klare"
an toe! En zóó gaat 't toch maar niet, want Dries heb
alleen maar 'n verlofje, hem primo Mei 1906 verleend,
om alcoholhoudende dranken, andere dan sterke dranken
te tappen.
Op 'n goeien dag kreeg Dries, die ook kadewerker is
en in de Peperstraat woont, bezoek van den rijksveld
wachter Jan Broere uit Enkhuizen, thans tijdelijk ge-
stationneerd te Lisse in verband met de bloembollen
diefstallen aldaar.
Broere, die behalve 'n geduchte dosis lichaamskracht,
ook een zeer fijnen reuk bezit, had er al lang „de lucht*
van, dat er bij Andries meer gebeurde dan een nauw
gezet naïever van de drankwet zou kunnen toelaten.
Trouwens er waren praatgrage klanten, die zelf aan
Broere verrieden dat ze sterken drank in de Peperstraat
bij Rooker hadden genoten. Zelfs kwamen er meermalen
luidjes dronken bij Rooker vandaan.
Maar de waard dacht er niet aan, om bij al zulke
tooneeltjes, die zich ontleenden aan het genotene ten