\inr EMUif nr
Zondag 27 October 1907.
61ste Jaargang, No 4303
EERSTE BLAD.
Tweede Kamer.
Buitenlaodscii Nieuws.
Binnenlsmdsch Nieuws.
1
SGHAEfiR
AIiëisëo
COURANT.
AlTtriiitlt- k Luttiivliil.
Pit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
sB&ïST^aEiAfASüW, Laan, SI» 41.
Intcrc. Teiephoon No. 20.
UitgavarsTRAPMAN Co.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3 60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uil vier bladen.
GEMEENTE SCIIAGEN.
Bekendmakingen.
(o)
NAJAARSVEEMARKT.
Burgemeester en Wethouders san Schigen, brengen ter kennis
van belanghebbenden, dat de gewone groote najaareveem&rkt aldaar
zal worden gehouden op Donderdag den 31 October 1907.
8chagen, den 18 October 1907.
Bnrgemeester en Wethouders,
De Secretaris, de Burgemeester,
ROGGEVEEN. H. iPOT.
OPENBARE VERGADERING
van den Raad der gemeente Schagen, op Dinsdag, den
29 October 1907, des voormiddags ten 10 ure.
Punten van behandeling
Ingekomen stukken.
Adres van de afd. Schagen van den Smedenbond
tot het gebruik van een der schoollokalen.
Adres Jb. Stammes e.a., houdende verzoek tot
overname der brug aan de Bierkade door de gemeente.
Vorzoek der Gascommissie betreffende eene gas
leiding langs de brug aan de Laan.
Erfscheiding aan de noordzijde van de dokters
woning.
Voorstel tot verhooging van de geldleening voor
demping van het water langs de Nieuwe Laagzjjde.
Vaststelling gemeentebegrooting over 1908, on het
geen verder zal worden voorgedragen.
Schagen, den 25 October 1907.
De Burgemeester,
H. J. POT.
1.
2.
4.
5.
7.
Woensdag 23 October.
Na de uitspraak der Kamer, dn strijd met de bedoeling
van den minister, om voorloopig geen mijnbouw-con-
cessies meer te verleenen ging heden de Kamer voort
met de behandeling van een wetsontwerp, dat met den
mijnbouw verband houdt.
't Geldt de vraag in dit ontwerp is het geen vraag
meer omdat het de bevoegdheid uitsluitend aan den
Staat wil zien toegekend of het billijk is aan eigena
ren het recht tot opgravingen naar delfstoffen te ont
nemen.
Neen, zegt de heer v. KARNEBEEK, de Staat mag
eigenaren dat recht niet ontnemen. De Staat tast den
eigendom aan; de eigenaren worden benadeeld in hun
recht zonder schadeloosstelling. Voortaan mogen alleen
de ambtenaren het onderzoek naar delfstoffen instel
len; de eigenaar van het land mag dit niet.
De heer v. Karnebeek vergist zich hier echter; im
mers het ontwerp spreekt 'van 'uitsluitend recht van den
Slaat om steenkool en zouten te zoeken; voor
andere delfstoffen kan de minister vergunning verlee
nen.
Erger was des hceren v. Kamebeek's vergissing toen hij
beweerde, dat de bewering van den minister, dat n.l.
zouden stijgen door de exploi-
laten exploreeren vraagt hij. De motieven der regee-
ring vindt hij belachelijk en hij pinkt zich een traan
van aandoening weg, als hij hoort, dat de Staat aan parti
culieren kosten wil besparenOok dat zij niet metho
disch en wetenschappelijk boren, is een klein ar
gument, want de Staat kan hun boringen toch altijd
completeeren. De ervaring in Indië heeft getoond, dat
particulieren de zaken minstens evengoed ld oen als amb
tenaren. Hij is tegen dit ontwerp omdat hij niet mee-
hp'pen wil aan het vermoorden van het „particulier
initiatief."
De minister bestrijdt ook met succes deze bezwa
ren, toont aan dat exploratie door particulieren aan
leiding geeft tot zeer ongezonde speculatie en betoogt,
dat bij de indiening van dit ontwerp uitsluitend het
algemeen landsbelang heeft voorgezeten.
We krijgen nu nog een 3-tal amendementen:
1. V. karnebeek, om het recht van exploratie uit
sluitend door den Staat, toe te kennen voor 8 jaar.
2. Nolens, idem voor 15 jaar.
3. V. Kol om ook bruinkool te doen vallen onder
de bepalingen der wet.
De mannetjes, die zouden uitmaken wat geschieden
moet, waren echter aan den haal. Op de presentielijst
waren er over de 50 leden, maar in werkelijkheid
konden slechts 45 bij elkaar getrommeld worden. Er
mochten dus geen besluiten genomen worden en de
stemmingen moesten daarom uitgesteld worden tot
Maandag 4 Nov.
Gelderisis in Amerika.
De Vereenigde Staten van Noord Amerika maken
op dit oogenbiik een financiëele crisis, door, die velen,
ook niet-Amerikanen angstig de berichten doet volgen,
die uit dien hoek van de wereld komen.
Leek er eerst wat verbetering aanstaande, het mis-
loopen met de finantiën van een der grootste banken
bracht alles weer in 't honderd. Het was de Knicker
bocker Trust Mij., die deze paniek veroorzaakte. Toen
men hoorde dat de geldzaken daar niet in orde waren,
ontstond er een paniek.
De houders van depositobewijzen bestormden de kantoren
en eerst volgde er vlotte betaling, doch daarna werden
de betalingen gestaakt, onder voorgeven geen specie meer
te hebben, en de geruchten over afdoende®, steun van
andere zijde werden tot dusver 'nog niet bevestigd.
Eigenaardige straattooneelen speelden zich toen in
New-Vork at. In de bijkantoren van genoemde maat
schappij waren tijdens den voormiddag reusachtige hoo-
pen geld en banknoten opgestapeld, die telkens weer
versterkt werden door klinkende munt, welke op melk
wagens en andere geïmproviseerde voertuigen werden
aangevoerd. Ook equipages en automobielen vervoer
den tuuizienlijke bedragen naar de kassen der instel
ling; doch in weerwil van al dat vertoon en in weer
wil ook van de herhaalde verzekeringen van de zijde
der beambten, dat die maatschappij in staat zou ^ijn
om ólle aanvragen der depositohouders te voldoen,
bleef de menigte, die zich vóór de deuren der filialen
verdrong, even groot als ie voren. Velen van hen, die
er in geslaagd waren hun geld terug te bekomen, wer
den door straatdieven aangevallen.
Omstreeks het middaguur verspreidde zich toen het
ontstellende bericht, dat de contante middelen der
trust-maatschappij waren uitgeput, en dat de Banken
geweigerd hadden haar verder met gereed geld bij te
de gronden in waard:
c T»»-» 1 1 j gv II Olgvi \X ilUUUVll 11UU1 Y VI VlOl 111VL g VI WVl CVIU XJ il IX/
ratie, onjuist was. De eigenaar, zoo meende hij, werd 3(33^ zcjfs tegen depot van geldswaardig papier. Het
er'toch niets beter pp, Omdat-hij geert concessie verkrijgen gerucht werd al spoedig bevestigd door het feit, dat
kon. De heer v. Karnebeek 'krijgt steun in zijn bestnj- -
ding van den heer v. CITTERS. Volgens de bestaande
wetgeving, zegt deze, mogen er geen boringen door den
Staat plaats hebben, dan met toestemming van
de eigenaren der gronden en itegen schadeloosstel
ling. Wel erkent de heer v. Citters, dat onwillige
eigenaren gedwongen moeten worden, maar is toch ook
van meening, dat hun rechten moeten worden gewaar
borgd.
De heer v. KOL. is zeer met het ontwerp ingenomen
en verdedigt het dan ook tegen de aanvallen van den
heer v. Karnebeek. Er is, zegt hij, nooit een eige
naar geweest, die op zijn 'grond geboord heeft; het waren
altijd groote kapitalisten of maatschappijen.
I11 tegenstelling met den heer ;v. Karnebeek, toont hij aan,
dat d.e eigenaren enorm voordeel zullen hebben van
's Rijks boringen. Op de woeste gronden zullen dorpen
verrijzen en de gronden zullen zeer belangrijk in waar
de stijgen.
Weder zijn schatten, in den vorm van steenkool,
ontdekt in De Peel (het Z.O. van Brabant),.waaruil
blijkt hoe noodzakelijk het is, ;dat systematisch met on
derzoekingen wordt voortgegaan, hetwelk alleen door
den Staat geschieden kan.
Het blijkt uit een mededeeling Van den heer DE RAM
dat die kolenbcddingen in De Peel zeer diep liggen
en deze afgevaardigde stelt dan ook de vraag of dc
groote kosten aan de exploitatie Verbonden niet zullen
opwegen tegen de voordeelen.
De minister beantwoordde deze vraag ontkennend en
sprak daarbij uit de meening van een kundig Ingenieur.
Overigens dikte hij nog eens aan het oordeel van de
waarde-stijging der gronden en dat in verband met
het eigendomsrecht. Van het verkorten dar eigendoms
rechten is 'geen sprake, er is geen verschil gelijk
door den heer v. Karnebeek Was beweerd tusschen
dit ontwerp en de wet van 1903. Daarbij komt, dat
geen enkel eigenaar zelf boort, dat boring niet een
nadeel maar een voordeel voor hem is en dat de
waarde der gronden daardoor o n t z a g 1 ij k s t ij g t.
In Zuid-Limburg is de waarde fder gronden eveneens
enorm toegenomen, wat de Staat tot zijn eigen schade
moet ondervinden.
Zoodra er sprake is van eigen do ms reclvten
in de Kamer en ook in andere vertegenwoordigende
lichamen, staan er direct menschen op, een bepaald
soort menschentype-v. Karnebeek, om die rechten te
verdedigen, te pas en te onpas. Zoo ook hier weer;
als er ooit mooie zaken door grondeigenaren gedaan zijn
dan is 'twel hier, in Limburg, waar tengevolge van den
delfstoffenrijkdom de waarde der gronden zoo enorm
gestegen is. Den Staat zelf kost dat groote sommen. Nu
stelt de Staat voor uit welbegrepen landsbelang en in
gevolge reeds vroeger vastgestelde wetsbepalingen, om
zelf te boren, dit niet meer toe te staan aan vennoot
schappen en kapitalisten en dan worden volgens som
migen de eigendomsrechten aangetast!
De heer DE STUERS bekijkt de dingen van een
de beambten der Knickerbockertrust moesten verkla
ren, dat zij alleen de dadelijk opvraagbare deposito's
zouden terugbetalen, terwijl de andere inleggers hun
deposito's vijl dagen te voren moeten opzeggen. Spoedig
daarop was de maatschappij genoodzaakt haar betalin
gen geheel te staken, nadat ongeveer 10 millioen dollars
111 contanten uitbetaald was.
i
We noemen nu maar één voorbeeld uit de vele za
ken op verschillenderlei gebied, die of hun betalingen
staakten, of over wie de dolste geruchten in omloop
waren.
Het is natuurlijk dat van idezen 'wanhopigen toestand in
de geldwereld President Roosevelt in fcijn optreden legen
de trusts de schuld krijgt. Men beschuldigt den President
op roekelooze wijze het financieele krediet van New-
York te hebben ondermijnd cn reeds half te hebben
vernietigd. Maar anderen zijn weer van oordeel, dat
Roosevelt een vaderlandslievend en tevens nuttig werk
verricht, door te trachten de Amerikaansche finan
cieele wereld te zuiveren van ongerechtigheden.
In een rede te Nashville heeft dc president nog eens
verklaard, dat hij niet aansprakelijk gesteld kan wor
den voor de beurs-crisis. Zijn eenig doel is geweest
do wereld te helpen, en hij zal in de nog overige 16
maanden van zijn presidentschap onwrikbaar op het
zelfde pad voortschrijden.
De regeering springt 1111 evenwel reeds bij en ver
schillende banken worden gesteund. De Minister van
finantiën is zelf op de meest bedreigde punten aan
wezig, en de verklaring van den minister ove rden
sterken toestand der nationale banken !te New-York. had
een goeden invloed.
Bryan, de vroegere democratische candidaat voor het
het presidentschap, zeide eergisteren, in een redevoe
ring, dat de toestanden thans tegenovergesteld zijn aan
de positie in 1903, toen de laatste paniek plaats had.
De geldvoorraad zou thans toenemend en de oogsten
goed zijn. Al konden de leiders der groote corporaties
misschien ook in moeilijkheden verkeeren, zoo zou
toch alles, wat op een paniek lijkt, onmogelijk zijn.
't Mag zoo wezen, maar feit is dan toch maar,
dat de Amerikaansche markt voor ital van fondsen met
50 pet. is gezakt, sedert het begin des jaars.
Zweden en Noorwegen.
In het jaar 1855 werd er een verdrag gesloten over
de verzekering van de onafhankelijkheid van Skandi-
navië en daarbij waren aangesloten Frankrijk, Enge
land, Zweden en Noorwegen.
Ten gevolge van de scheiding tusschen Zweden en
Noorwegen heeft dit verdrag zijn beteekenis verloren,
maar eenige groote mogendheden achten het rn; nood
zakelijk een ander te sluitetj in verband met de ver
anderde groepeering der Skandinavischc rijken. Er zijn
reeds sedert langen tijd onderhandelingen gevoerd, die
echter thans bijna tot een einde gebracht zijn. Zij zou-
IIMHI.IIII—u II "III 1
eene zou het verdrag van 1855 tusschen Frankrijk,
Engeland en Zweden, dat feitelijk reeds niet meer van
kracht is, formeel opheffen, het andere, waartoe een
grooter aantal Staten zouden toetreden, zou alle con-
tracleerende mogendheden verplichten bij een Euro-
peesch conflict het Noorweegsch grondgebied te eer
biedigen. Frankrijk, Engeland, Rusland en Duitschland
hebben zich tot toetreding bereid verklaard, met Zwe
den wordt nog onderhandeld en Noorwegen heeft enkele
aanmerkingen, die echter de kern der zaak niet ra
ken. j
Russisch-Poleu.
In Russisch-Polcn is het nog steeds niet pluis. Maan
dagavond zaten te Warschau twee jonge mannen in
een restaurant kalm een glas bier te drinken, toen
vier andere mannen binnentraden en zonder een woord
te zeggen, de beide jongelieden doodgeschoten, waar
op zij op de vlucht gingen. De slachtoffers hadden
vroeger tot de revolutionnaire fractie van de Poolsche
socialistische partij behoord, maar waren later in dienst
der politie getreden en hadden vroegere makkers aan
deze uitgeleverd.
De politie heeft 40 leden van de Poolsch-socialis-
tische partij, allen beschuldigd van zware terroristische
misdaden, in hechtenis genomen.
Te Lodz ontmoette Dinsdag een militaire patrouille
in de Skladowastraat vijf mannen, die haar verdacht
voorkwamen en wien zij daarom toeriep: „handen om
hoog!" De mannen vluchtten, die patrouille zond hun
eenige scholen achterna, zonde rhen echter te raken,
maar doodde zeven voorbijgangers, drie vrouwen en
vier mannen. Het schieten veroorzaakte een hevige pa
niek in de buurt, de beangste inwoners kropen weg
in hoeken en gaten.
Marokko.
De toestand daar in Noord-Afrika is nog maar
weinig veranderd. Er zijn nog maar steeds twee sul
tans, die elkaar den voorrang 'betwisten, maar die door
weinig daden h.un macht toonen.
De een is in het noorden, de andere in het zuiden
en talles blijft zoo ongeveer als het Ls.
Wat meer nieuws zijn we tte weten gekomen doordat
§en verslaggever van het Fransche blad de Matin door
gedrongen is eerst tot Abd-el-Azis en later zelfs tot
Moeiai Hafid in het Zuiden.
Veel opbeurends wordt er van den sultan der onte
vredenen niet verteld. De Matin-correspondent die zelfs
Marakesj binnendrong en daar zijn kop waagde, heeft
een onderhoud gehad met den gouverneur van Ma-
sagan, die goed van de zaken op de hoogte was; de
gouverneur deed hem allereerst de voor d 11 Fïanschman
weinig verkwikkelijke mededeeling, dat zijn leven te
Marakesj in groot gevaar was, zoodat hij maar liefst niet
moest uitgaan. Dat kwam doordat 'Moeiai Hafid vijandig
gezind was jegens alle Franschen, iniet zoozeer uit eigen
afkeer, als wel omdat hij tot Sultan was uitgeroepen
om den heiligen oorlog te gaan voeren. Daarom had
de Franschman vooral veel te /Vreezen van Hafid's om
geving.
Met Hafid zelf, meende hij, stond het niet al te
best. Wanneer hij indertijd in de eerste opwelling van
geestdrift aan het hoofd der opstandelingen den hei
ligen oorlog was gaan voeren, dan zou liij wellicht
Abd-el-Azis hebben kunnen overwinnen; maar nu was
het gedaan met het enthusiasme en nu hielp Frank
rijk den anderen Sultan, zoodat Hafid thans al heel
weinig kans had op succes. Zijn aanhangers begonnen
dat ook in te zien en het was derhalve in het geheel
niet (Onwaarschijnlijk, dat op een goeden dag Moeiai
Hafid door zijn vermeende vrienden zou worde* ver
giftigd. Misschien zou maar één der Kaids, die hem
op den troon hadden gebracht, den Sultan trouw blij
ven, en hem, zoo mogelijk, een onderkomen in het
gebergte bezorgen.
De correspondent sprak ook Moeiai Hafid zelf en
deze meende, dat Marokko het recht heeft Abd-el-
Azis af te zetten, omdat hij machteloos en onbekwaam
is en het land in het ongeluk brengt.
Onder zulke omstandigheden heeft Frankrijk ook zijn
koningen afgezet en werpt het nu nog zijn ministe-
riën omver. Frankrijk heeft zelf de onbekwaamheid van
Abd-el-Azis erkend. De heilige oorlog, waartoe hij, Moe
iai Hafid geroepen is, 'keert 'zich niet tegen de Europea
nen, maar tegen Abd-el-Azis, omdat hij 't land te
gronde richt en aan de vreemdelingen uitlevert. Moe
iai Hafid zeide voorts, dat hij reeds vroeger bewezen
heeft, de Europeanen, ook de Franschen niet vijandig
gezind te zijn. Hij weet, welke verplichtingen de acte
van Algeciras Marokko oplegt, en 'zal ze eerbiedigen. Hij
zal Abd-el-Azis bestrijden; als Frankrijk in Marokko
de rust en de welvaart wil bevorderen, moet het bij
dien strijd onzijdig blijven.
Met al deze praatjes komen ze daar in Marokko
niet verder en kan het nog zeer lang duren eer er
wat regel en orde komt in dezen warwinkel.
anderen kant. Waarom niet even goed particulieren te den ledden tol het sluiten van Iwce verdragen; het
Oostenrijk en Ilonaarjje.
We hebben in ons vorig overzicht al reeds het een
en ander meegedeeld over de oneenigheid en Hon
garije, over de verdeeling van de kosten voor de ge
meenschappelijke huishouding met Oostenrijk. De beide
regeeringen, zooals bekend, zijn het eens, maar de po
litieke partijen leggen zich bij de voorloopige overeen
komst niet neer. Vooral de onafhankelijkheidspartij in
Hongarije, tegenwoordig regeeringspartij, achtte de voor
deelen voor Hongarije niet groot genoeg en men dreig
de, dat men zich en bloc tegen de overeenkomst zou
verzetten.
Toen echter de regeering de kabinets-quaestie stelde,
zag de onafhankelijkheidspartij in, dat /zij dan ook haar
pas verkregen macht zou moeten afstaan, en sedert is
de stemming veranderd.
Trouwens over het geheel zijn de bepalingen der
Overeenkomst wanneer men die van een politiek en
economisch standpunt beschouwt, voor Hongarije niet
ongunstig. Dat de onafhankelijkheidspartij de zaak an
ders inzag werd veroorzaakt, wijl Hongarije voordee
len van politieken en staatsrcchterlijken aard verkrijgt,
die in cijfers niet zijn weer te geven, terwijl Oosten
rijk nauw begrensde economische en materieele voor
deelen bedong.
Maar Hongarije heeft een hoogere mate van zelf
standigheid verkregen in zijn betrekkingen tot Oosten-
tenrijk; in ruil daarvoor heeft Oostenrijk echter een
grooter deel van de gemeenschappelijke lasten op de
schouders van Hongarije gelegd.
Dat is de feitelijke beteekenis van de ontwcrp-Over-
ccnkoinst.
Ren stranding.
Het Noorsche Stoomschip „Cygnus" strandde Woens
dagmorgen, bjj eenigszins dik weer, in de Eierlandsche
gronden.
De sieepbooten „Titan" van IJmuiden en „Atlas" van
Den Helder vertrokken daarop ter adsistentie, hadden
het geluk het schip vlot te slepon en behouden in de
haven te brengen.
Vooraf had men in een 12-tal blazers een deel der
lading kopererts gelost.
De „Cygnus" was geladen met kopererts en stukgoed,
en 10 October van Sevilla vertrokken met bestemming
naar Hamburg.
„Volksinin", Hoogwoud.
Woensdagavond werd in een gehouden vergadering der
vereeniging „Volksmin" aan 37 leerlingen, die op 12-ja-
rigen leeftijd de schooi veriaten hadden, door den Voor
zitter met een hartelijke toespraak een loffelijk getuig
schrift uitgereikt.
Het speet velen leden, dat aan enkele kinderen, die de
school verlaten hadden vóór hun 12de jaar, geen getuig
schrift kon worden uitgereikt, te moer daar zjj alle
klassen der school hadden doorioopen.
Mond- en Klauwzeer, Uoogwoud.
Bij de veehouders Jn. Koorn Dz., Jn. Hoogvorst
C. Fluister en R. de Beurs te Aartswoud, bij S. Kort
aan do Gouwe, Wed. C. Langedijk in de Weere en C.
Kuiper aan de Langereis, is het mond- en klauwzeer
onder het rundvee uitgebroken.
Straatverlichting, Uoogwoud.
Door eenige ingezetenen dezer gemeente worden plan
nen beraamd om de Kelkelaan te verlichten.
Langedijk.
Het gaat tegenwoordig met den koolhandel en verzen
ding aan den Langedijk en Omstreken slecht; de prijzen
aan de afslagmarkten zijn ongekend laag; dit komt in
hoofdzaak door de weinige vraag voor het buitenland.
In het jaar 1906 werden van de laadplaats te Broek
op Langendijk van 11 Juni tot 29 September verzonden
1700 wagens groenten, terwijl in 1907 van 3 Juni tot
28 September werden verzonden 1512 wagens, hoewel
dus in 1907 de verzending nog een week eerder werd
aangevangen, werden er tot einde September in dit jaar
188 wagons groenten minder verzonden.
Mr. II. «kina.
De afgevaardigde ter Tweede Kamer voor Sneak, mr.
II. Qkmja, is overleden.
Hij werd 27 Augustus 1868 te Dijken (gem. Donia-
werstal) geboren, studeerde aan de Vrije Universiteit
en promoveerde te Groningen, waarna hij zich als ad
vocaat te Sneek vestigde.
Van 1895 tot 1901 was mr. Okma lid der Staten
van Friesland en sedert laatstgenoemd jaar Lid der
Tweede Kamer.
Dotterbloemen.
In het jongste nummer van „Onze Tuinen" vertelt
de heer B. Boon het volgende:
„Gaat uw gang, mijnheer! Mijnheer!
Mooie Azaleas, mijnheer! Goudazalea's Een
koopje mijnheer. Vijftig centen maar, en iets Weelemaal
nieuws
t Zal een jaar of tien geleden zijn, dat ik over
de bloemenmarkt drentelende (wat ik, tusschen twee haak
jes gezegd, graag doe!), aldus aangesproken werd.
Goud-azalea's? Ja, dat was juist iets nieuws voor
mij.
Do koopman had gemerkt, dat mijn belangstelling
gewekt was, en met een magistraal handgebaar wees hij
mii zijn Goud-azalea's.
En daar stond een rij prachtige planten, met glim
mende, leerachtige bladeren en schitterend goudglan
zende, groote, gele bloemen.
„Zoo, zijn dat je Goud-azalea's! Die steek je in Aals
meer aan den slootkant, hè. Ik kweek ze zelf ook!"
De man was diep beleedigd. Wat of ik dan wel
dacht, en hoe of ik ze dan noemde?
„Caltha palustris, of op zijn Hoiiandsch Dotterbloem
of Kleine Plomp."
De koopman begreep, dat hij moeilijk zijn rol kon
volhouden, en daarom gooide hij het ove reen anderen
boeg. Op half gedempten toon vervolgde hij„Ja, ziet
u, mijnheer, ik merk, dat u er verstand van hebt
Maar vindt u ze niet mooi?"
„Zeker, maar waarom noem je ze dan Goud-aza
lea's
„Och, ziet u' 'k ben ,ïn dienst geweest, en daar heb
ik menschenkennis opgedaan. Als ik nou zeg, dat die
mooie blommen bij ons in 't wild groeien, wil geen
mensch er meer voor geven dan een dubbeltje. Nou
verkoop ik ze glad voor vijftig centen."
Ik hoop hartelijk, dat Mercurius dergelijke adepten
hartgrondig verloochent; maar ik moet erkennen, <lat
er waarheid stak in de brute psychologie van dezen
voormaligen landsverdediger.
Mond- en Klauwzeer.
De minister va* landbouw, nijverheid en handel
heeft den commissarissen der Koningin verzocht de
aandacht der gemeentebesturen te vestigea op de w*n-
schclijkheid, dat ter voorkoming van ide verbreiding voor
mond- en klauwzeer van gemeentewege, 11a overleg
met den districts-vcearts, worde gezorgd voor scherp
toezicht op de dieren, welke ter markt worden ge
bracht, met het oog zoowel op de groote veebeweging
111 dezen tijd des jaars' maar ook op het belang van
het onbesmet blijven der veemarkten, tevens een groot
gemeentebelang. Mocht blijken, dat niet voor voldoend
loezicht zorg wordt gedragen, dan zal het verbieden
van do markt bij den minister een punt van over
weging uitmaken.
Niet smokkelen.
Men schrijft uit Zoeuwsch-Vlaanderen
't Is hier tegenwoordig buitengewoon stil met de*
smokkelhandel in vee. Ofschoon de donkere avonden
aangebroken zijn, bemerkt men weinig van het frau
duleus overbrengen van runderen en varkens, dat op
andere jaren omtrent dezen tijd zoo druk kon zijn.
De reden hiervan is, dat ide Vlaamsche landbouwers met
het oog op het veelvuldig voorkomen van mond- en
klauwzeer geen Hoiiandsch vee durven koopen, dat zon
der de minste keuring ingevoerd wordt.
Ook door Belgische landbouwleeraars en veeartsen
wordt voortdurend gewaarschuwd tegen het aankoo-
pen van gesmokkeld Nederlaudsch vee.