Plaatselijk Nieuws. Bifmeiiianrïsck Nieuws. 111 en aals te zien; als 't kon, nog beier dan 'smorgens; f63.42* De commissie tot] het naden dezer rekening i t eelukte mii En nu nog ernstiger dan 'smor- bestaande uit de heeren J. v. d. Maaten, A. D. Sleutel 1 t gciukie mij. un nu nog ernsuge. uan su.o. p Kaa^ adviseerde tot goedkeuring, waartoe de vergadering mot algemeene stemmen besloot, gens, werd ik aangegrepen door een groot gevoel yan eerbied voor dezen eenvoudigen man, die heerschappij voert over millioenen. Ik weet niet, hoe ik mij zal uit drukken, als men mij waagt, waarom dit gevoel mij over meesterde. Ik wist 't eerst niet, maar ik geloof nu te weten, dat het ontstond, omdat ik op 's Keizers ge laat zooiels innig „men schel ijk s" las. Hij heeft in zijn kloeken mannekop iets wonderlijk goedhartigs, iets wat doet denken aan Ma reus Aunelius, al waren diens trekken fijner. Misschien heeft Hij ook wel iets van Antoninus Pius, den vromen Romeinsehcn Rei- zer. En zoo hun beider gelaat al weinig gelijkenis ver toont, hun beider levensspreuk en levensleuze mag dezelfde zijn: Aequanimitas: Gelijkmoe digheid. Want ook in het gelaat van dezen Imperator staat te lezen„zachtheid van karakter en on wankelbare vastberaden hei d." Ru werd door den voorzitter ingeleid het programma voor de jaarljjksche tentoonstelling. Het bestuur kwam met het voorstel om rubriek 1 de beste os met 8 breede tanden, te doen vervallen. Er was weinig of geen aanvoer en het bestuur meende, dat het gold beter kon worden besteed. De heer C. Waiboer wilde de rubriek behouden. Spr. toch was van meening, dat de vereeniging was opgezet met het doel, een afzet te vinden voor ons vet vee. Deze ossen waren naar spr.'s meening daarvoor een belangrijke rubriek, dus ging het niet aan te schrappen. Bovendien was h(j tegen inkrimping van het programma. Voorzitter deelde mede, dat van inkrimping geen sprake was. Het plan toch was, een rubriek in te lasschen voor ossen met twee breede tanden en daar- Ik ben er niet op aangelegd, om menschen naar de voor prijzen van f 15 en f 10 uit te loven. - Het voorstel van het bestuur werd aangenomen. Verder werd besloten aan de rubriek voor de beste vaars een prijs van f5 toe te voegen. Boven de rubriek Rijstieren, stond steeds vormeld van zuiver inlandsch ras. De heer W. C. Vissor stelde oogen te zien, minder nog om vorsten te dienen; maar ik geloof, dat 't een bijzonder voorrecht moet wezen in de nabijheid van zulk 'n man te leven. En ik geloof dit; omdat zijn oogen mij vertelden, dat Hij meer „Mensch is klan „Keizer. Oogen lie^en^Il00fdcn voor om daarvoor in de plaats te zetten: zwart-bont kaal heeft, welke beschikking nu de Minister voor de brugging van de Kennemersingelgracht mei een rus- R. H. B. S. opeisoht, teneinde op de gymnastiektoestel- tieke loopbrug, Ier verbinding van de Vrouwenstraat mot zijne bouwterreinen aan de overzijd ten, die ten deele van het Rijk zijn en voor zooveel noodig zullen worden vernieuwd, een behoorlijk toe zicht ie kunnen houden, zoomede om het lokaal vóór elke oefening behoorlijk stofvrij te hebben. De heer van Buysen bleek weldra in zijne opvatting niet al leen te staan. Immers de heer Vonk was het dadelijk met hem eens en ook de heer Melehers, die den bouw van een nieuw lokaal warm ondersteunde, meen de 'nochtans, dat het Rijk aan de gemeente nimmer de verplichting zou kunnen opleggen om een nieuw gebouw te stichten. Uit de indarujd gewisselde stuk ken blijkt niets anders, dan dat do gemeente bij den bouw der R. H. B, S. in 1865 de verplichting heeft aanvaard, om steeds te zorgen voor een voldoende localiteit voor het geven van gymnastiekonderwijs aan de (leerlingen dezer school. Vvplnu, in die verplich ting was de gemeente nimmer te kort geschoten. Maar het Rijk is voornemens slechts dan verbeteringen aan te brengen, als het lokaal geheel te zijner beschikking komt. Misschien is de Minister alsnog bereid dit stand punt te laten varen en dus evengoed de noodige ver beteringen aan te brengen, ook al wordt gedurende de avonduren door de gemeente over het lokaal be schikt. De voorzitter- durfde wel haast te verzekeren 'KsheM va n den gou den b Iwdd rupder ver- Hollandsch of Friesch zwart-bont veeslag tor wijl de SE, die in Ilem viel, omdat Hij geroe-1 heer Zeewind de oude benaming wenschte te hand dat. daaraan niet te denken valt. In zijn laatste schrij Voorzitter kon in zooverre, als deze scheiding niet te i ven dringt de minister immers nog met klem op den bouw van een nieuw lokaal aan. Do heer van Buijsen bepleitte opnieuw uitstel. Nu er ©en nieuwe Directeur der school benoemd is zal En naast den Keizer zat de Koningin; tw„ van Staat. De Koningin met haar lief gezicht van jonge vrouw, uls.lv- doorbreide dageraad van rob vczèn doorgetrokken, mét don vooretoder muegaan. dtZ, S5 I DO boer K. itreebaart 'j». wild. bever de benaming men :mtwooi uviijiviioiu, m nviu "v, J vit haven pen zou.yoldel1 ',n V'1,1 p^hmynvei-'VoóVele'ndflioe- T0n slotte konden allen zich vereenigen met de be-1 worden gelreden. Daarmede had hij het pleit gewonnen, moedigheid bovenal, te heerschar ove. zoorcle mill.oe zujver zwart.bont inlandsch ras. 0ok beven de Immers met lü legen 4 stemmen sprak de raad zich 'K'!V moloaie schrijven voor deze woorden? rubriek melk- en fokvee komt deze toevoeging. Alle overeenkomstig dat voorstel uit. De beginselkwestie oi Waren mijne indrukken anders geweest, ik zou ze even j andere kleur van vee is dus voor een bekroning uitge-er al dan niet gebouwd zal worden is daarmede dus op mii latra Mnk^e^^m,oorbereid'1ïnis.^ien'\TOr>niel «fl de afdeeling konijnen werd nog bijgevoegd prijzen Zónder vee? discussie vereenigde de raad zich ver een klein, klein likje onverschilligheid, tegenzin; maar de f2.50 en f 1.50 voor de mooiste voedster met jongen, j volgens met de voordracht van B. en Wi. om hen te - izer. zijn zien, zijn bewegen, j enzin in sympathie, de onver- tot De kosten van aanleg en die van onderhoud blijven ten lasle dei- maatschappij, terwijl de brug zal moeien voldoen aan de eischen van constructie enz., door B. en W. te stel len. Dal besluil zullen de schaatsenrijders ongetwijfeld niet met ingenomenheid begroeten. Wij vree zen ook, dat de mooie ijsbaan, die 's winters op dit gedeelte der Singel- gracht werd aangelegd, door de brug zal worden in tweeën gedeeld, tenzij de brug zoo hoog worde gelegd, dal men er gevoeglijk, zij het dan gebukt, onder door zal kunnen scbeuvclen. Aan Hommerson te Amsterdam werd onderhands verpacht voor de jaren 1909 1911 de plaats ter kermis voor eene bioscope voor f 800 's jaars, precies het dub bele van de thans genoten pacht. Voorwaar een niet te versmaden buitenkansje. Ten slotte ging men over tot stemmen, om te ver nieuwen de permanente afdeelingen van den raad en di verse raads- en andere commissiën, 't zij geheel, 't zij met een of meer leden. Wat daarbij opviel was, dat de heer Fortuin, die den laatsten tijd in ingezonden stukken in de Alkm. Courant tegen Dr. Tuyl speciaal voor de schoolhygiène is opgetrokken, bij de benoeming van een lid der Commissie van Toezicht L.O. (drie vedrhiinino van den Keizer ziin zien zijn bewegen, i Voor de belangrijkste inzending van voorwerpen, die machtigen gedurende den proellijd van een jaar het zijn spi'S heeft den tegenzin in symïk.lrie de on£r- d^ Jandbouw_ in betrekking staan, nog een madsvorslag door een stenograaf te laten opmaken, hot woord van welkom der Koningin, getuigt van nog iets anders dan van welbespraaktheid en hoofsche ma nieren: Ik citeer daaruit: „Van hier voerde de groote Keurvorst van Bran denburg zijn gemalin naar huis. Hier had hij „geleerd voor zijn volk te arbeiden. De edele Keur vorstin heelt ons een beeld nagelaten, dat heden „nog in mijn volk voortleeft, ook in de liederen, „die wij 's Zondags in de kerk zingen." Dat is 'n woord van eenvoud en piëteit, dat goed klinkt uit den mond van 'n Keizer. Die Keurvorstin was Louise Henriette, Prinses van Oranje, dochter van Frcderik Hendrik; en liet door den Keizer bedoelde kerklied is het ook ons bekende 269 Gezang uit den vervolgbundel Jezus is mijn toeverlaat! Hij, mijn Heiland is in leven; Zou ik dan niet aan Gods raad Mij blijmoedig overgeven, Schoon der graven lange nacht Huivrend soms wordt ingewacht? De Keizer zei nog meer, en al zijn woorden getuig den van belangstelling en wanne sympathie, die Hij ons Vorstenhuis en de Nederlanden toedraagt. Is dit gering? Keizer Wilhelm is 'n man beteekenis geworden; van te meer beteekenis naarmate men hem beter leert ken nen. Hij neemt zijn „betrekking" van Keizer niet ge makkelijk op. Mag ik nog even uwe aandacht vestigen op 't bericht, dat verleden week Zondag, 15 Decem ber, voorkwam in deze courant? Lees daar onder het hoofd „Keizer Wilhelm", vierde blad, vierde kolom, en beantwoord dan de vraag of 'n zoo arbeidzaam leven van het hoofd van 'n staat, niet 'n rijke bron van zegen moet wezen, voor zijn onderdanen en voor elk volk en vorstenhuis; dat in zijn vriendschap deelt. De Keizer is gegaan, maar de indruk door Hem hier achter gelaten, zal niet spoedig worden uitge- wischt. H. d. H. stemmen en bij die van een lid van het college van cu ratoren over het gymnasium één stem op zich veree nigde. De uitslag werd met eenige hilariteit vernomen. Nadat in den aanvang van de zitting nog was mede- de ïaad er pnjs op stellen ook diens gevoelen le ver- gedeeld, dat de heffing van wik- en weegloonen vol- ui ™d7' 7 gons het bestaande tarief opnieuw is goedgekeurd voor het jaar 1908, ging de Raad in comité-generaal. Do openbare zitting werd vooraf geslolen. Walthers-Richter. liet gerechtshof le Amsterdam wees Woensdag arresl in de zaak tegen den Haarlemschen in- en uitbreker, betreffende de eenzelvigheid van den man, die in 1904 door de Alkmaarsche rechtbank lot 21/2 jaar gevange nisstraf werd veroordeeld, uit de gevangenis te Utrechl ontvluchtte en te Bloemeaidaal, 11a daar uit het po litiebureau te zijn ontvlucht, gearresteerd werd. Het Hof besliste, dat de eenzelvigheid vaststond, doch verklaarde het O. M. niet ontvankelijk in zijn vorde ring, dat het Hof zou beslissen dat die man inderdaad Richter heette, aangezien het Hof deze vraag niet had te beslissen. Dunne melk. Uit Roermond meldt men aan de N. R. Ct. ii„, - „u-i - - o --r-- Alhier is thans een beweging gaande tegen de melk- Dat geschil was ontstaan uit de omstandigheid, dat slijters. Voor ©enigen tijd werden vanwege de plaatse- m i,„„, Th 7;in Un f raa, binnenvader en -moeder, benevens dien zie- lijke gezondheidscommissie monsters genomen van melk lot bestuuisleden werden gekozen. - up kenvader en -moeder dier instelling had geplaatst op welke aan de huizen der ingezetenen verkocht wordt mot algemeene stemmen, (die tevens tot voorattor werd de lijst van dee gerechtigden in het pensioenfonds voor Dit eenige malen op gezette tijden herhaald onderzoek herkozen), de heei P. Buis Jz. en de heer Jb. de Mooi. de gemeenle-ambtenai*en en hen daardoor, naar de mee- had 11 <- r De heer P. Buis, ter vergadering aanwezig, nam zijn ning van Regenten, implicite had gemaakt tot gemeente benoeming tot bestuurslid aan, evenals zijn benoeming ambtenaren, wat zij h. i. niet zijn. Vandaar de wedge- tot vice voorzitter, die hierna volgde. ring van de Regenten om op de jaarwedden dier be- Tot leden der nnantieele commissie werden benoemd ambten, die zijn uitbetalen, de pensioenskorting in te s.hiiiiohMO in he.hnsstelïins doen 'verkeeren En niet i derde Pril3diploma met f2.50, worden uitgeloofd. j waarvan de kosten, naar de" voorzitter mededeelde,' bij mi) alleen. Allen? die den Keizer van meer nabij Met algemeene stemmen werd besloten, moo^diplomas f 12.50 pei' zitting zullen bedragen. Dat loopl er dus gerezen verschil over de vraag gende bezigheden de vergadering en nam nu de heer of deze instelling is eene instelling van weldadigheid D. Cz. Rezelman het presidium waar. j bedoeld bij art. 2a der Armenwet, m. a. w. of zij Evenals vorige jaren werd besloten 20000 loten uit te er eene is, die door de burgerlijke overheid hier de geven. Een voorstel, om bij het 15 jarig bestaan der gemeente, zou zijn geregeld en van harentwege'bestuurd, vereeniging dat getal met 5C00 te vermeerderen, kon - geen instemming vindon. Paaschtentoonstelling. Donderdagmorgen hield de Vereeniging tot het hou den van jaarlijksche Paaschtentoonstellingen alhier haar algemeene vergadering, in het lokaal van den heer J. Vader Az. Een 25-tal leden woonden deze vergadering bij. De heer Jb. Zjjp Hz. opende met een gepast woord de vergadering, waarna de heer F. v. d. Kamp de notulen las, die onveranderd werden goedgekeurd. Onder de ingekomen stukken was een schrijven der gemeente Schagen, dat wederom de f 100 subsidie werd toegestaan. De koninklijke goedkeuring op de verloting was inge komen. Het jaarverslag wees aan, dat het ledental gedaald was van 362 tot 345. De rekening en verantwoording wees een ontvangst aan van f2183.39, een uitgaaf van f 1182.98 dus een batig saldo van f 1000.41 wat een vermeerdering is van de heerenJ. v. d. Maaten, J. Buis Jz. en K. A. Kaan. De heer C.Hooij geeft in overweging om het fokmateriaal, ter tentoonstelling aangevoerd, uil gezonderd de fokbeeren, los te keuren. De heer Zijdewind deelt mede, dat hot bestuur daarmee al rekening houdt. De heer Jb. Bakker wijst op het feit, dat de vee bascule bij het wegen niet genoegzaam is afgebakend, zoodat het publiek op de bascule leunt en zoodoende geen zuiver gewicht wordt verkregen. Hierin zal verbetering worden gebracht. De begrooting wordt vastgesteld in ontvang en uit gaaf op f2110.41. Hierna sluiting. Alkmaar, 18 December 11107. Al wie gedacht zou hebben, dat de kwestie pmtrent den bouw van een tweede, naar de eischen der tijds ingericht gymnastieklokaal in deze gemeente, in de he denmiddag gehouden raadszitting tot oplossing zou zijn gekomen en daaronder rekenen we natuurlijk in de eerste plaats de verschillende hier bestaande ver- eenigingen, die zich de beoefening van deze gezonde honden en te verantwoorden. De verwachting was, dat de heer van dei" Feen de Lille zich tegen de rangschik king dezer instelling onder die van art. 2a. der Ar menwet zou verzetten, in verband toch met het door hem ingenomen standpunt bij de behandeling van de verordening, regelende den rang, het getal en de be zoldiging van de ambtenaren hij den gemeentelijken geneeskundigen dienst op 24 April 1.1., toen immers door hem werd verklaard, dat aan de hand van de geschiedenis het Stadsziekenhuis (vroeger Mannen- en Vrouwengasthuis) was een zelfstandige inrichting, die geen onderdeel vormde van de gemeente administra tie en wier ambtenaren niet ondergeschikt waren aan het gemeentebestuur, weshalve de gemeente de bezol diging dier ambtenaren ook niet kon regelen. Met deze beschouwing had de raad zich toen vereenigd, yan oordeel, dat de regenten de jaarwedden behooren /te regelen en vandaar nu de weigering van rggenten zooeven genoemd, In deze omstandigheid meenden B. en' W. een principieele uitspraak van den raad te moeten uitlokken en wat bleek nu? dat men het allen met B. en W, foerend eens was; dat dus de rangschikking in 1854 van deze instelling onder letter a. van art. 2 der Armenwet zeer terecht was geschied, eene rang schikking, die nimmer was aangevallen en tengevolge waarvan die instelling er eene was geworden van publiek rechterlijken aard. Alsof eene andere rangschikking mo- lichaamssport ten doel stellen zijn opnieuw bedro- - gen uitgekomen, 't Was voor de derde maal, dat de 8 ware. De reglementen op het bestuur zijn steeds voordracht daartoe een punt van overweging zou uit- do,°' 1 en door hem alleen vastgesteld en de maken en ook nu weder werd deze belangrijke zaak digd door oen zonderling gevoel, van vrees zoowel als van vreugde. Paulu zeide eenige woorden tot haar. welke zij in haar hevige ontroering niet verstond. Een oogenblik vergat zij alles, wat niet h ij wasde An nesa, die sedert dagen en dagen dood was, was we der opgestaan, trad uit de lijkwa, waarin zij zich ge huld had, om niets meer te zien, niets meer te hooren van het leven dan: Paulu. Als in dit oogenblik Paulu hare hand had gegrepen en tot haar gezegd had: „Wij gaan naar huis,"... dan zou zij gehoor zaam hem gevolgd zijn. Maar Paulu greep hare hand niet, hij stelde haar niets voor, ook nietmet hem naar huis terug te koeren en zij kreeg daardoor tijd zich te herstellen. Zij zag, dat hij verouderd was, dat hij leelijk was geworden, althans zij vond hem niet meer zoo mannelijkschoon als vroeger zij zag ook, dat hij haar nu met een boozen, vertwijfelden blik zonderling aankeek, en zij dacht dadelijk aan den onoverkomelijken hinderpaal, die hen voor altijd scheidde. „Wat wil je?" vroeg ze, als uit een droom ontwa kende „Dat zal ik je onderweg wel zeggen. Kom. Vooruit Laten we instijgen. Wij hebben onder het rijden tijd genoeg om te praten." „Wat wil je? Wat wil je? Waarheen wil je gaan?" vroeg zij, weder bleek en treurig geworden. „Daar heen, waarheen je wilt. Maar maak af, wij moeten weg." „Ik rijd niet met u. Ik zal alleen gaan." Zijneoogen fonkelden van toorn. „Gij zult met mij rijden! En dadelijk!" Hij stak de hand naar haar uit, maar als terugge houden door een macht, door een gevoel van weer zin, dat sterker was dan zijn eigen wil, scheen (hij haa arm niet te kunnen grijpen. En met schrijnende teleurstelling bemerkte zij aan hem die beweging van instinctmatigen angst, dien zij indertijd op den berg bij pastoor Virdis ook had ontwaard. Steeds moer deinsde zij achteruit, steeds meer ver- wijderdo zij zich van Paulu. jjlk zal mijn reis voortzetten, maar niet met jou, mijn lief," zeide zij droevig, zonder wrok, hare ont stelde oogen op zijn gclual gericht houdende. „Waar om ben ej hier gekomen? Gij wist, dat ik je niet zou kunnen gehoorzamen. Heefl pastoor Virdis je dat dan niet gezegd? Ik ga niet met je, ik ga niet weer Icing. Gc kunt me geweld aandoen, mij binden, mij voortsle pen - ik zal je toch weer ontvluchten, zoodra ik kan, U 'In "hevige' 'ontroering kruiste hij de armen over de gelaten in het stadium, waarin zij tot heden ver keerde. Als wij hetgeen heden in den Raad gesproken is gaan wegen, dan schijnt het ons toe, dat voor vele leden een kostenbedrag van circa f 18000 het groote, zoo niet het eenige bezwaar is, een bezwaar dat le meer klemt, omdat deze uitgaaf slechts voor een be scheiden deel productief zal zijn te maken in den vorm eener te heffen vergoeding van de particuliere veree- nigingen, die van het nieuwe gebouw gebruik ,wen- schen te maken. De heer van Buysen stelde in het licht, dat men het voorshands met het bestaande lokaal nog wel zal kunnen doen; hij kan zich niet voorstellen, dat 't Rijk, dat dit lokaal voor 't onderwijs aan de leerlingen dei" R. H. B. S., waarvoor het mede is bestemd, vol doende acht, er op zou staan de gemeente te ver plichten tot den bouw van een nieuw lokaal, omdat van het bestaande ook door particuliere vereeftigingen wordt gebruik gemaakt. Men moet weten, dat de ge meente tot nog toe voor de vrije uren, d. w. z. voor de uren, die niet worden ingenomen door de leer lingen der R. H. B. S., de beschikking over het lo- borst, als wilde hij een hevige uitbarsting onderdruk ken. Hij beefde, hij naderde haar, en zonder het te merken, verwijderde hij zich toch ook weer van An- nesa, gedreven en teruggestooten door tegenstrijdige ge voelens, van toorn en hartstocht, van medelijden ©n ontzetting. Zij had hem nooit zoo gezien, niet eens in de meest vertwijfelde oogenblikken, als hij haar zeide, dat hij zich van kant wilde maken; en zij, zich ieleur- gesteld gevoelende, keek hem aan met een gevoel van medelijden en verootmoediging. „Ik zal je niet hinden," zeide hij en naderde haar tot aan den eik, achter welks stam zij gevlucht was, „Maar gij zult zeker met mij gaan, is het niet van daag dan morgen. Reis dan alleen, wanneer je jdat wilt. maar onthoud wat ik je zeg: Ik verbied je, als meid te gaan dienen. Ik ben geen eerlooze, verstaal gij mij? Ik ben Paulu Decherchi, en ik ken Jnijn plicht. Ik laat je niet aan je lot over, hebt ge Ime verstaan?" jjlk heb u verstaan. Gij zijt geen eerlooze en ge laat mij niet aan mijn lot over. Maar ook ik heb een plicht te Idoen; en ik zal dien doen." „Dat zijn allemaal holklinkende woorden, Anncsa. Laten wij al die woordenpraal op zij zetten. Kwel mij iniet langer. Ik ben het nu moede, verstaat ge, ik ben het moede. Ik heb genoeg van al di edwaashe- den, die pastoor Virdis je in het hoofd heeft gepraat. Ik heb er meer dan genoeg van; het is tijd, er een einde pan te maken." „Ja, het is tijd, Paulu. Stuif maar niet op. Pastoor Virdis behoeft zich over onze zaken niet te bekom meren. Ook de anderen, de uwen, maken zich noodc- loos ongerust. Laat me in vrede gaan en wordt gij zelf ov>k weer kalm. Handel niet tegen den wil der anderen, ,ook niet tegen uw eigen wil." „Dus is het werkelijk uw wil, dien ik moet (be vechten?" „Ja." „En waarom? „Het waarom weet ge, laat het mij niet zeggen." Opeens werden hare oogen levendiger, zij drukten bijna lichamelijke smart uit. „Gij weet het," herhaalde zij, zachter, angstiger, „Ik lees het in uwe oogen. Ga. Gij denkt een weinig 'le |aat aan uwen plicht. Het is beter zoo; dat wat gebeurd is zou toch gebeurd zijn, en gij zoudt mij vervloekt hebben. Ook nu, ook nu zijt ge anders tegen mij. Ik ben niet meer Annesa, ik ben een slechte vrouw. Maar ziet de, ik ben tevreden, dat ge mij niet vervloekt. Daar voor was ik bang. Ik ben tevreden, dat gij gekomen zijt, ik verlang niets meer van u. Gij hebt gecno verplichtingen leden van het bestuur door hem benoemd. Wat zou men voor eene gemeentelijke instelling meer verlangen. Dat de instelling eigen fondsen heeft verandert daar aan, naar wij zouden meenen, niets. Zoo liep dan, legen de verwachting in, deze zaak met een sisser af en door een wijziging der Verordening op het bestuur zullen Regenten als bestuurders worden verplicht de pensioenkortingen van de salarissen af te houden en aan den ontvanger te verantwoorden. Door de nieuwe rangschikking dezer gemeente in een andere klasse voor de personeele belasting, ingevolge de wet van 15 Juli 1.1., verkeerde de raad in de nood zakelijkheid om over te gaan tot eene verhooging van het aantal opcenten op di ebelasting, wilde de gemeen tekas althans van de nieuwe indeeling geen schade ondervinden. Mitsdien werd overeenkomstig het voor stel van B. en W, het aantal opcenten van 80 ge bracht op 86. De Raad van Beheer der Alkmaarsche Exploitatie- maatschappij zal den gemeenteraad zeker dankbaar ge- tot resultaat, dat het grootste gedeelte der melk, waarvan monsters genomen en onderzocht werden, als. vervalscht, d. i. met water vermengd, kon aangemerkt worden. De gezondheidscommissie maakte bekend, dat zij het onderzoek op onbepaalde tijden zou voortzetten. Wat was nu hiervan het gevolg? Alle melkleveranciers besloten eenparig in een daartoe gehouden vergadering den prijs met 1 cent te verhoogen en te stellen op 10 cent per liter. Doch de burgerij, niet gediend van een dergelijke handelwijze der melkleveranciers, sloot zich aaneen en hield een druk bezochte vergadering. Er werd een vereeniging van burgers (melkverbruikers en tevens een commissie benoemd, die met de melk leveranciers in overleg zal treden. Mochten alsdan de Roermondsehe melkboeren niet geneigd zijn den prijs hunner melk te verlagen en aan de te stellen eischen als garantie van zuiverheid en onder-contröle-stelling willen tegemoet komen, dan zal men trachten langs coöperatieven weg de stad van de noodige melk te voorzien. Hoogwoud. Zondag- en Dinsdagavond gaf de rederijkerskamer de Eensgezindheid in het lokaal van den heer IJ. H. Slo- temaker aan de Gouwe, haar eerste uitvoering in dil seizoen. Het programma bestond uit: 1. Eerloos, drama in drie bedrijven, door W. G. van Nouhuis, en 2. De luitenant en zijn oppasser of soldatenlist, blijspel jn 1 bedrijf door H. M. P. van Emmerik. De opkomst was Zondagavond vrij goed, wat Dinsdagavond juist niet kon worden gezegd. Met genoegen werden beide stukken aangehoord, vooral het nastukje, dat over het geheel vlug en los werd gespeeld, viel zeer in den smaak. De kamer heeft nu ook weder getoond, dat zij nog over zeer goqde krachten kan beschikken. Mollehuidjes. Enorm is tegenwoordig de handel in Friesland in mollevelletjes. Eén handelaar kocht in 4 dagen 17,000 stuks op, die naar Holland verzonden werden. Door gas gestikt. Men meldt uit Leiden oensdagmorgen werd een bejaarde man, zekere Goc- mans, dood gevonden in zijn woning aan de Garen- markt. Het gezin zou naar Utrecht verhuizen, waar heen ïeeds vrouw en kinderen waren vertrokken om het huis in orde te maken. Toen vanmorgen de verhuiswagen voorkwam, vond men alles gesloten en kreeg geen gehoor. Toen men zich eindelijk met geweld 'n toegang verschafte, vond men den man dood veroorzaakt door gas. De gaskraan stond open. weest zijn, toen (deze besloot, tegen het advies van '.l'er °Pzet 'n. ^et spel was, of dat er aan een B. en W. in, toch vergunning te verleenen tot over- 11100 0,0111 is nog niet uit te 111a- jegens mij, zooals gij meent; wat ik gedaan heb, heb ik gedaan, omdat het mijn noodlot was; ik heb het niet alleen gedaan voor u, ik heb het voor allen gedaan, voor u allen. Ik heb misdaan, doch ik was als krank zinnig. Ik was mijn gedachten kwijt, ik wist niets meer. Later, later, ja, toen hèb ik het begrepen, en itoen heb ik eene gelofte gedaan. Ik heb de gelofte afgelegd: als zij gered worden, als ik mij zelve red, zal ik mij zelve stratfen, ik zal heengaan; ver weg van hen zal ik le ven,., .om niet meer te zondigenZie, dat is alles. En het was goed, dat ik het deed, omdat gij zoozeer. zoozeerPaulu zoo zeer veranderd zijt. Gij zijt nu bang voor mij en gij hebt gelijk „Gij raast," zeide hij, terwijl hij beide handen tegen zijn hoofd drukte. „Het is niet waar! Het is niet waar. Het is niet waar!" schreeuwde hij nog eens, buiten zich Zeiven van woede. „Het is alles waar. Wat gebeurd is, is gebeurd." Zij schudde het hoofd, schudde de handen, als wilde zij het verleden van zich afschudden. Paulu scheen te kalmeeren, scheen door hare woorden overtuigd te zijn. Ilij boog het hoofd en staarde naar dc verwelkte klim opranken, die hij in zijn rusteloos heen en weer loo- pen vertreden had. En in deze stilte klonk uit den top van den eenza men eik het getjilp van den leeuwerik, als het gelach van een onzichtbaar wezen, een weinig melancholisch en een weinig spottend,, alsof het lachte om de beide nietige stervelingen, die gekomen waren, om hunne armzalige klaagtonen te uiten in de zwijgende grootsch- heid van het doode landschap. „Wat wilt ge nu beginnen?" vroeg Paulu, geheel in blik en stem veranderd. „Waarhoen wilt go gaan? Je bent ziek, dat zie ik nu. Je bent wel een twintig jaar ouder geworden. Wat wil je beginnen? Meid wezen? Weet je wel, wat dat zeggen wil Weet je wel wie de familie is, waarheen je wilt gaan? Ik ken je toekomende meesters; het zijn trotsche, ingebeelde menschen, zij zullen beslist niet goed voor je zijn. Zie, je zult weg kwijnen, je zult onnoodig verwelken evenals dit ktim- op, dat van den boom gerukt is." „Het klimop zou den boom verstikt hebben, daar om is het heler, dat hel afgerukt werd," antwoordde Annesa, getroffen door liet medelijden, hetwelk Paulu haar eindelijk betoonde. Zij ging op den steen zitten, bedekte het gelaat met beide handen en weende. Paulu sprak verder, Annesa weende voort, tot zij op eens hC"l bleef zitten, met de elle- evenalstocn oo 7,1 'K>' K°laat l^schcn do handen, evenaisi oen op tc tiap, dip naar den tuin .voerde en m haar geest spou zij den draad harer drt^vigè gedachten. Zij zeide geen woord meer, zij merkte, dat Paulu eigenlijk blijde was, van haar af te kunnen, en Paulu zijnerzijds voelde, dat zijne woorden ijdcl waren en niet meer doordrongen tot de ziel der on gelukkige. In de verte hoorde men het dof gerot van den nade renden postwagen; toen richtte Annesa het hoofd op en keek Paulu weder aan. „Ga," smeekte zij. „Om Godswil ga. Laat mij in vrede gaan. Geef mij de hand, groet de uwen. Zeg hen, dat ik geen ondankbare ben, ongelukkig wet, maar ondankbaar (niet. Ga. Leef wel." Hij verroerde zich niet. De wagen kwam nader, hij kon niet moer ver van de brug zijn. Annesa stond 'op en nam haar bundel. „Paulu, vaarwel! Geef mij dc hand!" Maar hij, doodsbleek, streed blijkbaar met de bcgcerie, haar te laten heengaan, van haar zich vrij te maken, on met de gedachte aan de verootmoediging, welke hare grootmoedigheid hem oplegde. „Neen, neen, ik zeg u niet vaarwel, ik geef u niet do hand ten afscheid. Wij zullen elkaar weerzien. Gij zult bitter berouw hebben over wat ge nu doet. Ga dan, ik belet je dat niet, maar ik vergeef het je niet, Annesa, ik kan het je niet vergeven! Gij beleedigt me nu, gelijk nog nooit iemand mij beleedigci heefl Ga maar, ga!" „Paulu, geliefde!" kreet Annesa vol vertwijfeling. Ver geef me. Kijk mij aan. I,aat mij niet zonder troost gaan. Vergeef mij! Vergeef mijl" „Kom met mij! Kom, laat ons samen gaan! Ik zal oom Sogos last geven door te rijden." Annesa klemde zich om zijn hals; hij kon zich niet verroeren. En in zijn armen, die met oen uitdrukking van werkelijk medelijden, haar aan zijn borst drukten, sid derde zij als een gewonde vogel. „Laten wij gaan, laten wij gaan," herhaalde hij: „la ten wij gaan, waarheen ge wilt. Waa'r wij boete kunnen doen. Wij hebben samen gezondigd, wij willen ook samen boete doen." De postwagen kwam naderbij en hield voor de brug stil. Annesa bemerkt wel, dal Paulu zacht en deel nemend met haar sprak, omdat hij er vast van over tuigd was, dat zij zou heengaan; het kwam haar niet eens in dc gedachte, hem op de proef te stellen. Zij maakte zich van hem los, zij meende, reeds door zijne aanraking weder gezondigd le hebben. Zonder een woord moer tc zeggen, nam zij haar bundel en liep naar den straatweg. Slot volgt,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 6