Onder Chloroform.
Zondag 22 Dec. 1907.
51e Jaargang. No. 4519.
DERDE BLAD.
Arrondissemeiits Kechtbank
te Alkmaar.
Bekendmakingen.
GEMEENTE SCIIAGEN.
Weekmarkten te Schagen.
Ba gomoeeter en Wethonders van Schagen brengen ter algemeen
kennis;
le. dat de Teemsrkt aldaar in de Ke, a'.week zal worden gehou
den op V ijdag 27 Dec. a a.
2o. dat in die week geen kaasmarkt aal worden gehonden.
80. dat de kraamarkt in de daaropvolgende week zal gehonden
woden op Donderdag 2 Januari a.s.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. J. POT.
De Secretaris,
KOGGEVEEN.
AANGIFTE
TEE
INSCHRIJVING voor dc MILITIE.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente Schagen brengen ter
kennis van wie het aargaat, en meer bijzonder van de in het jaar
1889 geboren manneljjke personen, of van hun vader, moeder, voogd
Januarij van het jaar, volgende op dat, waarin hy het 18de lerens- pooto stijfheid. Aan den horizont van zijn geheugen lag aanbidder, herinnerde zij zich
«a-blijf binnen h"- R k iutrelea Tao het 81,le lerensjaar ijju vaag de herinnering van eene operatie. Die moest nu Zij kon niets zeggen, daar zij nog niet preW* lAia.
alles,
Bsig!fg'vensulgdhhJy!k'iD hel Dui:,cUe Ryk (f ia halKuni0«
2o. ieder minde jarig mattselyk Nederlands-, wiens vader, moeder
voogd na den Is en Jtnusij van het jaar volgende or> dat'
waarin de minderjvïgo het 18de levensjaar vatbragt en a- beo
Zi nV1" d'e"« *!''8 *8" of hue wo nplaata bin en
tigl hor ft m Dulsche R'Jk °f i" tet Koning: jjk Brlgie geves
3o. ieder mannelijk minletja-ige, die na den ls en Jannary van
het jaar, volgende op dat, wa.rin hy het 18d« levensjaar volbr.gt.
en vóór het intrelan van he: Siste levensjaar N<de lander of op
nieuw Nede lander is geworden, zoo bjj in een der hie boven onle-
10. omschreven gevallen verkeert, of wiens vader, moede' of voogd
verkeert in een der gevallen, hierboven onder 2o. omschreven'
4o. ieder mee derjarig mannelijk Nederlander, die na dm 'laten
Januarij van het jaar, volgende op dat, waarin hy het 18de leven jaar
volbragt, en aóó het intreden van het Siste levensjaa' eijne woon
plaats binnen het Rjk, in het Dnitsche Rijk of in het Koning ijk
Belgie gevestigd cf e»* woonplaats ve kregen h»ef
5o. ieder mannelijk mee de jarige, die na den lsten Januarij
van het jaar, ^vnlgenue op dat, waa in hij het 18de levensjaar vol-
bragt, en vóo: het intreden van het 21ste levensjaar Nederlander
of op nieuw Nederlander is geworden, aoo hij in een der hierboven
onder 4o. omschreven gevallen verte rt
6o. ieder mann lijk niet-Nedertander, die na den lsten Janna ij
van het jaar. volgende op dat, waarin hy het 18 le levensjaar vol.
bragt, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar ingezetene cf
op nienw ingezetene ia geworden in den zin der tweede zinsnede
vsn art. 13.
Hie bij gelden de laatste zinsnede van dat ar ikel en art. 15.
Ten aanzien van da gemeente, waar de i ischryving of de insch ij.
ving op nieuw most gescbi-den en vm de ve plig iug tot hev doen
van aangifte ter inschryvirg of ter inschrijving op nieuw geinen
de eerste zinsnede van art. 14 en de laatste vijf zinsneden van
art. 16.
De aangifte Ier insch ij ving cf ter insch ijving op nienw van
hem, die volgens de eerste zinsnede van dit artikel m^et wo den
ingeschreven, gerchiedt binnen dertig dtgen na het ve krijgen of
werd bjj reeds vroeger ingeschreven doch van het regi-ter afgevoerd
cf cnrator, dat bij de Militiewet 1901 (Staatsblad No, 212 van 08 hst terug erlangen van het Nederlanderschap o van het ingtv
1901), het volgende is bspaald; zetenschap, of na de vestiging van verblijf ol de vestiging of h t
Art. 13. Voor de militie wordt ingeschreven! i verkrijgen van woonplaa's binnen het Rijk, in het Dnische Rijk
lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander,die binnen het Rijk, o' in het Koning yk Balgie.
in het Dui sche Rjjk of in het Koningrijk Belgie ve blijf hondt. De insch yving geschiedt in het regis.er betreffende de ligtir.g
2o, ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens vader, moe van het jiar, waartoe de in de eerste zinsnede van dit artikel
der of voogd bionen het Rijk, in h6t Dnitsche Rjjk of in het Ko
ningrijk Belgie woonplaats heeft,
3o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die binnen het
Ryk, in het Dni'.sche Rjjk of in hst Koning yk Belgie woonplaats
heeft,
4o. ieder macneljjk ingezetene nie'-Nederlander,
zoo hy op den lsten Jannari van het jaar het 19de levensjaar
was ingetreden en niet verkeert in'een der bjj art. 15 omsch even
gevallen.
Ingezetene is, voor de toepassing van het bepaalde hierboven
onder 4o.
A. de binnen het Rijk verbljjf houdende minderjarige niet-
Nöderlai; der;
a. wiena vader, moeder of voogd 'binnen het Rijk woonplaats
heeft en haar gedurende de voorafgaande „chttien maanden in het
Rijk of de kolon èa of bezit ingen dea Rjjks in andere werelddeelen
gehad heeft
b. van wiera ou !e s de langstlevende bjj zija of haar overlyden
in het hierboven onder a omschreven geval verkeerde, al verkeert
lijn vcogd niet in dat geval of al is deze buiten 's lands gevestigd
c. die door zjjn vader, moeder of voogd verlaten is, of die
onderloos is cf in wettelijken zin geen vader tf mofder heeft en van
wien niet bekend ia dat hij een voogd heeft, indien hy gedurende
de voorafgaande achttien maanden in het Rjjk ve bljjf gehonden
htefl
B. de treude-jarfge niet-Nederlander, die binnen het Ryk woon
plaats heeft en haar gednretde de voo'afgaande achttien maanden
in hei Ryk of de koloniën of bezittingen dea Rijks in andere we-
ïelddeelen gr had heeft.
Voor minde jarig wordt voor de toepassing van het bepaalde
hierboven onder A gehonden hy, die minderjarig ia in den zin der
bedoelde persoon volgens rijnen leeftijd behoort.
Art. 166. Met boet» van ten minste vjjf ig cents en ten hoogste
f 100 wo dt gestraft de overtreding van de artt. 16. 18 en 22.
Belanghebbvaten worden nog opmerkzaam gem akt op:
lo. Art. 19 der wet, luidende: Hy wiens aangif e er insch y.
ving verzuimd is wordt door bu'gemeester en wetnoune s, zoo z j
her ontdekken, ambtshalve inge ch even. Zij geven dm van terstond
a-n hem cf aan zyn vsder, moe Ier, voogd of enraïo kennis.
Art. 20 der wat luidende fljj die zich na den Sisten Jsnnarij
doch vóó den 81sten Augustus ter inschryving aangeeft, wordt
alsnog ingeiohrevn
2o. de artt. 147151 der wet, ingevolge welke wetsartikelen
hij die ra 31 Angus'.na bevonden wordt nalatig te zyn ter zike
zijner ina.h yving, voor Grdej.nteerde Staten wo d: gebracht om,
bij afwezigheid van redea tot vrijstelling of uilslur.Lg voo' ach
ja-en bjj de mili ie ie worden inge ijfj, waarvan tij gedn ende
twee jaren onder de wopeatn moet worden gehouden, tenzjj d
K -ningin anders bepaalt.
Voorts is het noodig, dit door cf voor hen, die elders geboren
zijn bij he doen vsn de aangif e ter inschryving wo dt overgaleg
een uittreksel uit het geboo ie:egister, we.k uillteksel op aanvrage
kosteloos wordt verstrekt.
Zij, die ingevolge bovenstaande wetsbepalingen in deze Gemeente
voor de mili ie moeten worden ingeschreven, moeten mitsdien hiertoe
bij hen. Bn'gemeeater en Wethonlers, ter Gemeentesecretarie, tus-
scnen den lsten en Sisten Januari 1908 worden aangegeven. i.
Voor het doen van de aangifte ter insch ijviog zal mee- bepaald|
gelegenh«id worden gegeven ep Woensdag, den 16 Januari 19081
des voormiddags van 9 tot 12 uur en dos namiddags van 1 to
4 nur.
Men wordt dringend verzocht, zich zoo mogelijk op een de
Nederlsndsche wet. Voor meerderjarig wordt voor de toepassing aangegeven uren voor het doen der aan6i e ter Gemeeatesec elari'
van het bepaalde hie boven onder B gehonden hy, die meerderjarig te vervoegen.
ia in den zin van voormelde wet.
Art. 14. De inrchtijving geschiedt;
lo. van hem, bedoeld in a t. 13, eerste zinsnede lo.
zoo hij binnen het Ryk ve blijf hondt ea zijn vader, moeder of
voogd aldaar woonplaats heeft, in de gemeente der woonplaats van
vader, moeder tf voogd
zoo hy binnen het Rjjk verblijf hondt en zijn vader, moe 'er of
voogd elders dan binnen het Ryk woonplaats heeft, in de gemeente,
waar hy vei bljjf hondt;
zoo hij door zyn vader, moeder of voogd verlaten is, ouderloos
is of in wettelijke! zin geen vader of moeder hetft en het nirt
bekend ia dat hy een voogd heeft, in de gemeente, waar hij V8rbiy f
houdt
zoo hy in het Dnitsche Ryk verbljjf houdtr in de gemeente
Amsterdam
zoo hij in het Koningrijk België verbljjf hondt, in de gemeente
Rotterdam
2o. van hem, bedoeld in art. 13, eerBte zinsnede 2o.
zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft binnen het Rijk,
in de gemeente der woonplaats van vader, moeder of voogd
is de woonplaats van vader, moeder cf voogd in het Duitsche
Rijk, in de gemeente Amsterdam
is zy in het Koning1 ijk Belgie. in de gemeente Rotterdam*
8o. van hem, bedoeld in art. 18, eerste zinsnede So.
zoo hij woonplaats herfr binaen het Ryk, in de gemeente zijner
woonplaats
zoo hy woonplaats heeft in het Duitsche Ryk, in de gemeente
Amsterdam
zoo hy woonplaats heeft in het Koningryk Belgie, in de gemeente
Rotterdam;
4o. A. van hem, bedoeld in artikel 13, eerste zinsnede lo.,
indien hy minderjarig is;
zoo hij verkeeit in het geval, in de tweede zinsnede van dat
artikel onder Aa omschreven, in de gemeente, waar zijn vader, moe
der of voogd woonplaats heeft
zoo hij verkeert in het geval, in die zinsnede onder Ab omschre
ven in de gemeente, waar zyn voogd woonplaats he<f is de woon
plaats van dezen buiten 's lands, dan geschiedt de inschrijving in
de gemeente, waar de minderjarige verblyf hondt,
zoo hy verkeert in een der gevallen, in evenbedoelde zinsnede
onder Ac omichreven, in de gemeente, waar hijverblijf hondt
B. van hem, bedoeld in art. 18, eerste zinsnede 4o., indien hy
meerderjarig is;
in de gemeente, waar hy woonplaats heeft.
De in de vorige zinsnede als plaats vau inschryving aangewezen
gemeente is die, waar hst verblyf of de woonplaats gevestigd is of
was op den lsten Jannary van het jaa-, volgende op dat, waann de
in te schrjjven persoon het 18de levensjaar volbragt, tenzij het iemand
geldt wiens inschrijving te Amsterdam (f te Rotterdam moet ge.
sollieden wegens veiblijf cf woonplaat» onderscheidenlijk in het Duit
sche Rijk of in het Koningryk Belgie.
Ari. 16. Voor de militie wordt niet ingeschreven
lo de ingezetene niet-Nederlander, die bewijst te behooren tot
een Staat waar da Nederlanders niet aan den rerpligten krijgsdienst
zijn onderworpen cf waar ten aanzien vaa den disnstpligt het be-
Gedaan voor de tweede maal te Schagen, den 20 Djcember 1907
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Secretaris, De Burgemeester.
ROGGEVEEN.
H. J. POT.
DOOR
LEONARD MER RICK.
Otto van Nordon, de componist gelukkig had hij
boven en behalve zijn talent nog een kapitaaltje om
van te leven, ontwaakte op zekeren morgen met een
wonderlijk gevoel in den mond. Daar juist de dokter
bij zijne vrouw was, die elk oogenbhk hare eerste
bevalling tegemoetzag, zoo stuurde hij de meid met
het verzoek, of de dokter wel eens even ook bij hem
wilde komen.
„Ik weet niet wat ik in mijn mond heb, dokter,"
zeide hij. „Het is net alsof ik ©en knikker onder mijn
tong heb zitten."
„Laat eens kijken," zeide de medicus„Aha
Ja ja. Dat wiL ik gelooven. Dat moet u wel hinder
lijk zijn. Wij; moeten dat zaakje venvijderen."
„Verwijderen?" riep Otto van Norden. „Wat verstaat
u onder verwijderen?" Bedoelt u opcreeren?
Zou niet een drankje, of eene mondspoeling
„O neen, wij zullen moeten opereeren," zeide dok
ter Lachlan. „Stel het maar op overmorgen. In dien
tusschentijd zal ik een collega ontbieden voor de nar
cose en ook zorgen voor een verpleegster."
„Maar maar is het zóó ernstig?" stamelde de
componist. „Zou ik er mee kunnen heengaan? Som- nog wel eens in haar op, en met verwonderde, tonna-
ope
afgcioopen zijn. Hij verwonderde zich, dat niemand
tot hem sprak. Was hij alleen gelaten? Hij voel
de zich zoo ondragelijk stijf, dat hij zich niet omdraaien
kon; maar hij opende den mond om te zeggen: „Bent
u (daar, dokteren tot zijne ontzetting ont
snapte hem slechts een kindcrgeblaat. Zijn mond bleel
open van verbazing, en plotseling staken reusachtige
vingers er iets weeks in, terwijl eene onbekende stem
bespottelijke geluiden tegen hem maakte.
Ontzetting benam hem den adem. Soms meende hij
waanzinnig te zijn. Minuten verliepen, in roerlooze
afwachting. Toen kwam hij op den inval om zijn li
chaam, voor zoover het niet bedekt was, te bezichti
gen, en zijne handen waren dwergachtig klein,
de handen van een zuigeling!... Verbijsterd staar
de hij ze aan. Er kon geen twijfel meer aan wezen.
Hij was onder de operatie gestorven en nu opnieuw
geborenDit was op zichzelf misschien natuurlijk
genoeg. Maar het vreemde en vreeselijke was, dat hij
zich alles herinnerde.
Hij was weer een baby... Van wie? Deze vraag
brandde in hem. Waar hij lag, kon hij niet meer
dan do zoldering van van de kamer zien, zoodat hij niet
kon opmaken of hij in een paleis gereïncarneerd was of
in eene hut. Was hij als een prinsenkind herboren
als een koningskind? „Geen nood!" peinsde hij. „Mijn
vader is zeker een broodelooze artist of een arme
schoolmeester met twaalf kinderen, en ik het dertiende!
Wat een verschrikkelijke toestand!"
De persoon met de 'reusachtigs vingers sprak tegen
iemand, en Van Norden luisterde aandachtig toe, om
iets op te vangen.
„Ja," zeide de vrouw „de arme ziel weet er nog
niets van, en het mag haar ook in de eerste dagen nog
niet gezegd worden. Hij stierf op het oogenblik vóór
hot wurm geboren werd. Ja ja, ze zeiden dat de operatic-
prachtig was geslaagd maar de man stierf aan
verval van krachten, 't Is een treurig geval
„Hemelsche genade!" dacht Van Norden „dan zou
ik dus nu het kind wezen van mijne vrouw en
van mijzelf 1"
t ls een zoet schaapje," hernam de baker, en zij
boog zich over de wieg en maakte weer tegen hem
die bespottelijke geluiden. In zijne woede trachtte hij
tegen haar te vloeken; maar hij stiet slechts een kin
derlijk blazen uit. Weer lag hij stil en dacht na. Wat
moest er van Violet worden? Zij zat als weduwe zonder
middelen van bestaan. Ach, waarom had hij ook niet
een levensverzekering op haar gesloten?. Misschien
zou zijn schoonvader zijn „grootvader" moest hij
nu zeggen haar te hulp komen. Maar hoe dan verder?
IIoo met hem zelf? Voor hem zou er, als het
kind van een onverzorgde weduwe, niets anders over
schieten dan de volksschool, en later een baantje als
kantoorbediende. „Want" zoo peinsde het ongeluk
kige kind „het is uiterst problematiek, of ik zelfs
mijn eigen muzikaal talent geërfd heb. Een fraai voor
uitzicht voor mijDat moet ik zeggen
„Maar," liet de baker er op volgen, „een meisje is
altijd gemakkelijker dan ©en jongen. Ik ben altijd blij
als ik een meisje heb... Niet waar, snoesje, dotje?...
Hemelsche grutten! Het wurm stikt!"
Otto van Norden was inderdaad purper in het gezicht
geworden. Een meisje was hij dus. Dat ontbrak er
nog maar aan. Dat deed de deur dicht. „Waar
om," vroeg Van Norden zich vol bitterheid af
„waarom moest dit mij juist overkomen? Als ik gereïn
carneerd moest worden, kon ik dan niet fatsoenlijk
worden gereïncarneerd, als een jongen, als de zoo'n
van een professor, of van een welgesteld koopman?
Waarom moest ik herboren worden als de dochter
van eene weduwe zonder middelen van bestaan?
Bij mijne ziel, het is hartverscheurend!"
Evenwel, toen zij bij Violet kwam, vond zij wat
troost in het moederlijke welkom; en nadat hot treu
rige nieuws haar was meegedeeld, snikte de jonge we
duwe zóó bedroefd en haalde zoozeer op van de deug
den van „dien lieven papa," dat Van Norden er ge
roerd door werd. „Zij hield toch wel veel van mij,"
dacht zij, terwijl Violet haar dodeinde. „Ik had geen
idéé, dat zij mij zóó apprecieerde."
In uren van betrekkelijke berusting was er voor Van
Norden nu niets belangwekkender, dan hel proces van
haar eigene ontwikkeling gade te slaan. Hot was ver
wonderlijk, hoe gemakkelijk zij zich in dc verschil
lende phasen van haar hernieuwde bestaan inleefde,
zonder toch het vorige vergeten te zijn. Hare hou
ding tegenover de zuigfiesch, bij voorbeeld, was merk
waardig. In het eerst had zij dit voedingsinstrumen!
vol verontwaardiging van zich gestooten. Maar deze
oppositie duurde niet lang. Al spoedig begon zij er aan
te gewennen, er smaak in te vinden, er om te schreeu
wen zelfs. Verder ook kon zij eene groote mate van
amusementen ontkenen aan het voorwerp genaamd
„rammelaar" en zij voelde zich hoogelijk geïnteres
seerd door het tikken van een horloge. „Een won
derlijk ding toch, die natuur!" dacht Van Nordon.
Maar dan weer, onder een opwelling van balsturigheid,
smeet zij den rinkelaar of het horloge tegen den grond
en zette ©ene keel op. De bezorgde Violet vermoedde
dat het prikken van eene speld en ontkleedde haar
©ene behandeling die Van Norden's ergernis jnog
deed klimmen.
Vóór zij zes weken oud was, had zij het tobben over
Zij kon niet uitroepen: „Ik ban Otto!" hoewel zij zijne
weduwe gevrijd zag door een anderen man. Verleerd
door jaloezie, moest zij in haar wiegje liggen, .we
tende, dat daar naast, in het salon, de majoor zijn
hoffelijkheden verkocht aa-n Violet; of zij lag vastge
bonden in haar wagentje, terwijl de majoor aan Violet
het hof liep te maken in den tuin. Wat kon zij
doen? \\eldra bezigde zij het eenige wapen in hare
macht en begon verwoed te schreeuwen en te sparte
len, zoodra er een poging werd gedaan om haar uit
Violet's tegenwoordigheid te verwijderen. Maar hier
door juist was zij getuige van iets, dat anders voor
tiaar verborgen zou zijn gebleven namelijk van des
majoors formeele huwelijks-aanzoek.
„Ik weet wel," stamelde hij, „dat hel nog le vroeg
is. Maar ik kan 't niet helpen. Als ik je nu laat
heengaan, zonder je te zeggen, hoe lief ik je heb,
dan zie ik je misschien nooit meer terug. Geef jiiij
maar een enkel woord - en ik zal wachten. Ik zal
zoo geduldig wezen als ik kan maar zeg mij enkel
dat er hoop voor mij is!"
Zij !zweeg, blijkbaar zeer geroerd. Eindelijk mur
melde zij„Ik weet niet wat ik zeggen moet."
„Kan je dan niet een baetje van mij houden?"
„Ach, dat is t niet!" bekende zij mokkend.
„Mijn engel! Mijn lieveling!"
„Sstdeed zij. „Spreek zoo nietHet is te vroeg.
En dan ik moet lxxlenken, dat ik een kind heb.
Zij sloot Van Norden beschermend in hare armen.
„Denk je dan, dat ik er niet goed voor zal zijn?" riep
de majoor. „Ik geef je mijn woord van eer -r- zoo
goed alsof t mijn eigen wasViolet over een half
jaar? Wil je over ©en half jaar de mijne worden?
Hij boog zich naar haar toe; zij keek hem aan
en in het volgende oogenblik had hij over Van Nor
den's hoofd heen haar gekust. Daar ontvlamd© in des
zuigelings bewustzijn al de woede van den man, bran
dende om zijnen verdringer te slaan, te vernietigen
De onevenredigheid tusschen deze mannelijke aan
drift en het nietige lichaampje was martelend. Van
Norden trachtte den maojor te spuwen, maar kon enkel
kwijlen.
Geen kind van negen maanden is tegen zulk een in
nerlijke overspanning bestand; en het was dus geen
wonder, dat Violet kort daarna in vliegende haast den
dokter moest laten halen. De medicus kwam en sprak
bedenkelijk over iets, dat moest verwijderd worden uit
dc hersens.
„Iets verwijderen? U bedoelt toch niet opereeren?"
„Ja, ©ene operatie zal onvermijdelijk zijn," antwoord
de d© dokter; en Van Norden werd in haar wiegje ge
houden.
Den volgenden morgen kwam er een verpleegster,
met een groot schort voor, en de chirurg volgde. Vio
let en de majoor waren aanwezig. De majoor troostte
haar.
„Wij zullen het bed nog wat verplaatsen, juffrouw
Birk," zeide de chirurg, terwijl van Norden door het
venster lag te staren naar den zonnigen hemel.
De kamer begon nu een nieuw aanzien te krijgen.
De verpleegster droeg zwachtels, flesschen en kannen
warm water aan. De chirurg goot vloeistoffen in wasch-
k om men, terwijl de majoor geheimzinnige instrumenten
haalde uit een zwarte tasch. De hemel ontwikkelde een
patroon van rose champignons en gele bosjes vermi
celli op een blauwen grondlen Van Norden kwam
tot bewustzijn.
Hij zag dokter Lachlan hem aankijken.
„Wel, hoe gaat 't er mee?" vroeg de medicus. „Wij
hebben u van dat myxoom glad afgeholpen. En uwe
vouw maakt 't best. U hebt in dien tusschentijd pen
zoontje gekregen een baas van een jongen."
„Een baas van een jongen?" murmelde de componist
lodderig. „Neen het was een meisje."
„Nog niet heeiemaal helder, juffrouw Birk, zeide 'de
dokter. „Laat hem nog maar een beetje uitslapen
dan zal hij straks zoo frisch zijn als een hoen"
N. R. Ct.
Zitting van Maandag 17 December 1907.
De lastige porteinonnaie.
Dieuworlje Nieie, onze eerste beklaagde, de trouwe
gade van Cornelis Betlehem, kastelein te Hoorn was
absent.
't Was in den namiddag van den 20sten der vorige
maandde grauwe November-schemering begon al te
aaien, en de klok had reeds half vier geslagen. Daar
komt Cornelis Ossen, een koopman uit Wjjdenes, aan
stappen, met het tweeledige doel om geld te innen en
'n slokkie te koopen. De ega van Betlehem bediende
hem op zulk een wjjze dat Ossen onderden indruk
geraakte. Van het in ontvangst nemen van gelden
Kees aanvankelijk voornemen, kwam niets en toen hn'
eindelijk zijn schulden aan de waardin zou betalen, had
hy de macht over al zijne organen zoo ongeveer'ver
loren.
einsel van wederkerigheid is aangenomen
2o hij die oewijst in de koloniën ct bezittingen des Rijks in
andere werelddeelen verblyf te honden of woonplaat, te hebben al
heet zyvadK, misdjr, voogd of cnrator woonplaat, binnen het
RliArt 16 Hii die volgens art. 18 behoort te worden ingeschre
ven i. verpligt'Zich daartoe by burgemeester en wethouders der
gemeente, waar volgens art 14 de inschryving moet ge.ch.eden
?r te geven tusschen den lsten en den Sisten Janna.y van het
Rar volgende op da., waa,in hy het 18de levensjaar volbragt.
fin ongesteldheid of sf.ezigheid van hem, d.e zich ter tnsch y ving
moet aangeven alsmede in een der gevallen, hierna in de vierde
zinsnede omsch',even, ,n.t de verpligling tot bet doen der aangifte
indien het een minderjarige betreft, op zyn vader, moeder o,
indien het een meerderjarige betreft, die onder cu atele gesteld is,
op zuo curator. De verpligling van vader, moeder of voogd geldt
evenwel «lechti 100 hfl of *ij binnen het Rijk, in het Duitsche Ryk
of in het Koningrijk Belgie woonplaats heeft.
Behouden» de uitsonderingen by de volgende nnsnede gemaakt,
rust de zorg voor het doen ;der aangifte uitsluitend op den ia te
schrijven minderjarige:
indien EÜn moeder of voogd niet binnen het Rykg m het
Dnitsche Rhk ol in het Koningryk Belgie woon plaats h.eit;
indien zijn vader <f moeder of b.iden de onderlyke msgt missen,
indien hd door zyn vader, moeder of voogd verlate., isof
indien hij ouderloos is of in weltelyken zin getn vader ol moede,
heeft en het niet b kend is dat hy een voogd heeft
Hij, die door de bestuu dera, in art. 22 ve.meid, ter inschryving
moet worden opgegeven of die in dienst is bjj de zeemagt, de marine-
reserve en het corps maiiniera hieronder beg,epen, ly het leger
hier te lande of ;by de koloniale troepen, is tot het doen van de
aangifte niet verpligt.
Voor hem of haar, die lot het doen der aangifte verpligt is ban
de aangifte geichieden door eoo ander, daartoe schriftelyk gemsgtig
De volmrgt blyft onder bnrgemeeater en welbonde.rberusten.
De wyse, waarop van de gedane aangifte moet blyken, wordt
d°Art0lll8kei Voor de militie wordt ook ingeschreven of wordt
od nieuw ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannelyk Nederlander, die na den lalea
migo menschen sterven onder operatics. Wij weten, dat
operaties altijd met pucces volbracht worden; maar
do patiënt sterft niet zelden den volgenden dag. Wat
heb ik dan eigenlijk Wat is 't?"
„Het is wat wij noemen een myxoom."
Otto van Norden verstond geen Grieksch; maar toch
deed het leelijke woord hem schrikken. Hij begon zich
erg ongerust te maken. Hij was ook zeer bezorgd, dat
hot kwade nieuws zijne vrouw ter oore zou komen,
die ,in haren toestand vooral niet schrikken mocht.
Evenwel, daar Violet den volgenden morgen niet kon
opstaan, zoo verliepen de toebereidselen voor haar on
gemerkt. In eene kamer op <1© eersta verdieping verwachte
mevrouw de komst van den zoon en stamhouder, en
in eene kamer op de tweede verwachtte mijnheer de
komst van den chirurg. Voorwaar eene even zeldzame
als 'noodlottige combinatie.
Eerst kwam de verpleegster; en vijf minuten later,
verscheen dokter Lachlan. Hij kwam, zoo monter alsofj
het een picnic betrof.
„Wel," riep hij, „hoe staat 't van morgen? Goed
geslapen? U zult blij zijn als u 't hebt laten doen.
Het zal u eene heele verlichting geven, als het ge-1
beurd isHa! daar is de man op wien wij wachtten.
Goeden Imorgen, Mason!"
„Dokter Mason aangenaam u te mogen ontmoe
ten," mompelde de componisl, liegend zooals hij mis-j
schien nog nooit gelogen had. Reeds begon zijne slaap
kamer tc gelijken op een hospitaal. Zwachtels en
flesschen schenen uit den grond te zijn verrezen. Dok
ter Lachlan goot vloeistoffen in waschkommen, en dok
ter Mason haalde blinkende instrumenten uit eene zwarte
tasch, terwijl de verpleegster lakens en kannen water
aandroeg.
„Wij zullen het bed nog wat verplaatsen, juffrouw
Birk," zeide Lachlan, en zij schoven het ledikant in
het midden van de kamer. Dokter Mason voelde den
patiënt den pols en legde hem den stethoscoop aan;
en Otto van Norden observeerde voor de eerste maal;
dat liet patroon van het behangsel op rose champig
nons in gele bosjes op vermicelli© leek. Het masker
werd hem over den mond geplaatst en opeens ge
voelde hij zich erg hulpeloos, erg kinderachtig. IX'damp
var. dc chloroform werd verstikkend, en zijn hart ba
gon te bonzen alsof het barsten zou. Hij signaleerde
gevaar tegen Lachlan maar Lachlan" knikte slechts.
Otto van Norden, machteloos, voelde zich het slacht
offer worden van een medischen moord. Nu kwam er
een geweldig suizen in zijne ooren. De idioten vermoord
den hem en daar lag hij gemuilband, weerloos
Daarna voelde hij zich wegzinken als in eene leegte
Eigenlijk niet onaangenaam. Het kon hem niets meer
schelen. Neen, het was hem alles ont 't «ven nu
Zijn volgende indruk was eene gewaarjyording .van
tuurlijke oogen kon zij dan hare moeder vroeger
zijne vrouw liggen aanstaren. „Wat kijkt 't mij
dan zoo aan, mijn dotje? Waar peinst 't dan over?
Heeft 't al zorgjes?" kirde dan da argelooze Violet,
verbaasd over de vroeg-wijsheid van haar kind.
Na verloop van acht of negen maanden zou in Van
Norden de heugenis van hot vroege leven misschien
reeds geheel zijn uitgebluscht, indien zij niet door een
pijnlijke omstandigheid weder ware opgewekt. Moeder
en kind waren naar Dieppe gegaan met Violet's ouders,
on in het hotel maakte Violet kennis met een zekeren
majoor. Deze kennismaking was begonnen bij een©
wandeling in den tuin, waarbij de majoor aan het
knappe jonge weeuwtje merkbare attentie bewees en
goedig grinnikte tegen haar baby.
„Een snoezig kereltje," zeide de majoor, terwijl hij
Van Norden met den wijsvinger in den hals kietelde.
„Het is een meisje majoor," verbeterde glimlachend
Violet.
„AhaOch, hoe dom van mij," schaterder de majoor
„Nu, meisje of jongen, 't is een dot. U bent ze
ker wel erg trotsch op haar, mevrouw Van Norden
Eigenlijk is 't onbegrijpelijk, u met een baby tc
zien. ziet er zelf nog als een meisje uit, weet u!"
„Wat een onzien!" zeide Violet, kleurend. „Ik ben
eene vrouw, als men verdriet voor jaren tellen mag."
En zij keek zuchtend naar het weduwkleed.
„Hm, hm, ja ja, dat kan ik denken. .Maar u moet
uw leed niet te zwaar opnemen, mevrouw Van Nor
den. U bent toch nog zoo jong, en het leven is
Hjj kon zelfs zijne welgevulde portemonnaie, waarin
f 18 was, niet eens meer openkrngen Vier maal nro
de financiëele positie geheel van zich afgezet en zich beerde hij 't tevergeefs, 't Baatte zelfs niet eens al stak
volkomen geschikt in haar lot. De flesch en de rtn- bjj er zi n zakmes in. Het ding vertikte het nu eenmaal
keiaar waren nog slechts hare éénige zorg. Alleen wan- Nu, met onwillige honden is het kwaad hazenvantren'
neer .zij bij Violet op schoot lag, roes het verleden dacht Ossen en hjj berustte weldra in den odwü van
de portemonnaie.
Dieuwertje echter had alle hoop nog niet opgegeven.
Zij' wist weldra den geheimzinnigen zilveren inhoud der
portemonnaie onder haar bereik te krijgen en er 3 rijks
daalders en een paar kwartjes van weg te moffelen
Kees wist zich te herinneren dat hij f6.50 was komen
innen, doch dat Dieuwertje hem had gevraagd of hii
niet wou trakteeren. Dat gebeurde. en dat geld nu
ja, dat zou wel terechtkomen.
De politie, later op onderzoek uitgetogen, was zoo
gelukkig, eene portemonnaie benevens eenige geldstuk
ken, waaronder rijksdaaldors, bjj Dieuwertje in beslag
te nemen en weldra was de zaak rjjp voor de „heden-
daagsche" openbare zitting.
Het geeft je geen hoog denkbeeld van Ossen's toestand
als jo m hoort vertellen, dat hij zelf dien eigen avond
ook maar op t politiebureau is gedeponeerd geworden
om er heel doodleukjes te overnachten.
Dat Ossen vandaag er alles wel niet meer van zou
weten, was te verwachten, maar dat de portemonnaie,
door de politie zoo triomfantelijk in beslag geno
men, van achteren (en ook van voren) beschouwd de
rechte niet leek te zijn in Ossen's zin, kük dat zal
zeker velen hebben verwonderd.
Zeker, 't was er een van dezelfde soort, precies de
zelfde soort krék eender dat moest Kees toe
stommen, maar deze sluiting ging veel te gc-makkelijk
open, eene eigenschap die bij de portemonnaie van
Kees absoluut is uitgesloten I
Do O v. J. kon zich nochtans in eene voldoende
nog zoo jong, en het leven is bewijslevering verheugen, aangezien bn al 't andere
De majoor kon verder niet uit zijne woorden komen beklaagde ook omstandig heeft bekend welk relaas op
en zocht redding bij zijn monocle. schrift is gesteld en is voorgelezen. Zn'staat ongunstig
„Het leven is vreemd erg vreemd, zetde Violet, bekend en Mr. Cnopius vindt, dat wanneer de E A
met (een peinzenden blik over de zee. heoren eens overwegen een en ander, wat er ten haren
„Niet waar?" viel de majoor bij. „Ja, verbeeld u huize ten opzichte van Ossen is voorgovallen nu dan
eens het is pas drie dagen geloden, dat ik u voor zaj jat ongunstig bekend staan zeker niet óngentoti-
't eerst ontmoet heb." veerd lijken. De eisch was 2 maanden gevangenisstraf
„O, dóóraan dacht ik niet, murmelde Violet. Hierna werd de zitting even geschorst door den
„Ik wèl," zeide de majoor. „Ik denk er heel veel president Mr. Van Houweninge, die bij do weldra plaats
aan. Het lijkt mij zoo ongelooflijk, dat ik u pas sinds vindende heropening vervangen werd door Mr. De
drie dagen ken, terwijl het mij toch is, alsof ik al jaren Savornin Lohman, onder wiens presidium de volgende
met u vertrouwelijk was omgegaan. Wjlt u dat -wel zaakjes, zonder veel tjjd te kosten, werden afgewikkeld.
gelooven? Kindcrivctleuzaak.
IXs vroegere Otto van Norden worstelde innerlijk met
zichzelf, fn haar breintje begon luide de stem te roe- Hef thans eerstvolgende zaakje was met het oog op
l>en van het verleden. Zij oogde het paar donker aan, de kinderwetten voor het publiek niet te bezichtigen,
onder een voorgevoel van naderende tragedie. In haar Marschter deure uit dus allemaal,
zieltje ontwaakte iets, dat vorm aannam en dit iets Een vriendsehappelyke biljnrtpartij.
was jaloezie. Daar, opaens, begon door het open ven-
ster van het salon iemand een lied te zingen, uren kwam or een plaatsje op de beklaagden-canapé
minnelied -- van wijlen van Norden's eigen compositie. °Pen ,voor Hendrik Lggers, een fabrieksbaas uit Castri-
En nu was de sluier verscheurd. In de vrouwelijke cum, n aartsliefhebber van biljarten en van plagerytjes
baby herleefde de man en echtgenoot en, met <lc Ran herbergtafel, n stevige baas, die den Jden
uogrn op de gezichlen van Violet en haren nieuwen e or J SÖWü'dig op zyn poot, je mag haast wal
r