Onder Chloroform. Zondag 22 Dec. 1907. 51e Jaargang. No. 4519. DERDE BLAD. Arrondissemeiits Kechtbank te Alkmaar. Bekendmakingen. GEMEENTE SCIIAGEN. Weekmarkten te Schagen. Ba gomoeeter en Wethonders van Schagen brengen ter algemeen kennis; le. dat de Teemsrkt aldaar in de Ke, a'.week zal worden gehou den op V ijdag 27 Dec. a a. 2o. dat in die week geen kaasmarkt aal worden gehonden. 80. dat de kraamarkt in de daaropvolgende week zal gehonden woden op Donderdag 2 Januari a.s. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. J. POT. De Secretaris, KOGGEVEEN. AANGIFTE TEE INSCHRIJVING voor dc MILITIE. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Schagen brengen ter kennis van wie het aargaat, en meer bijzonder van de in het jaar 1889 geboren manneljjke personen, of van hun vader, moeder, voogd Januarij van het jaar, volgende op dat, waarin hy het 18de lerens- pooto stijfheid. Aan den horizont van zijn geheugen lag aanbidder, herinnerde zij zich «a-blijf binnen h"- R k iutrelea Tao het 81,le lerensjaar ijju vaag de herinnering van eene operatie. Die moest nu Zij kon niets zeggen, daar zij nog niet preW* lAia. alles, Bsig!fg'vensulgdhhJy!k'iD hel Dui:,cUe Ryk (f ia halKuni0« 2o. ieder minde jarig mattselyk Nederlands-, wiens vader, moeder voogd na den Is en Jtnusij van het jaar volgende or> dat' waarin de minderjvïgo het 18de levensjaar vatbragt en a- beo Zi nV1" d'e"« *!''8 *8" of hue wo nplaata bin en tigl hor ft m Dulsche R'Jk °f i" tet Koning: jjk Brlgie geves 3o. ieder mannelijk minletja-ige, die na den ls en Jannary van het jaar, volgende op dat, wa.rin hy het 18d« levensjaar volbr.gt. en vóór het intrelan van he: Siste levensjaar N<de lander of op nieuw Nede lander is geworden, zoo bjj in een der hie boven onle- 10. omschreven gevallen verkeert, of wiens vader, moede' of voogd verkeert in een der gevallen, hierboven onder 2o. omschreven' 4o. ieder mee derjarig mannelijk Nederlander, die na dm 'laten Januarij van het jaar, volgende op dat, waarin hy het 18de leven jaar volbragt, en aóó het intreden van het Siste levensjaa' eijne woon plaats binnen het Rjk, in het Dnitsche Rijk of in het Koning ijk Belgie gevestigd cf e»* woonplaats ve kregen h»ef 5o. ieder mannelijk mee de jarige, die na den lsten Januarij van het jaar, ^vnlgenue op dat, waa in hij het 18de levensjaar vol- bragt, en vóo: het intreden van het 21ste levensjaar Nederlander of op nieuw Nederlander is geworden, aoo hij in een der hierboven onder 4o. omschreven gevallen verte rt 6o. ieder mann lijk niet-Nedertander, die na den lsten Janna ij van het jaar. volgende op dat, waarin hy het 18 le levensjaar vol. bragt, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar ingezetene cf op nienw ingezetene ia geworden in den zin der tweede zinsnede vsn art. 13. Hie bij gelden de laatste zinsnede van dat ar ikel en art. 15. Ten aanzien van da gemeente, waar de i ischryving of de insch ij. ving op nieuw most gescbi-den en vm de ve plig iug tot hev doen van aangifte ter inschryvirg of ter inschrijving op nieuw geinen de eerste zinsnede van art. 14 en de laatste vijf zinsneden van art. 16. De aangifte Ier insch ij ving cf ter insch ijving op nienw van hem, die volgens de eerste zinsnede van dit artikel m^et wo den ingeschreven, gerchiedt binnen dertig dtgen na het ve krijgen of werd bjj reeds vroeger ingeschreven doch van het regi-ter afgevoerd cf cnrator, dat bij de Militiewet 1901 (Staatsblad No, 212 van 08 hst terug erlangen van het Nederlanderschap o van het ingtv 1901), het volgende is bspaald; zetenschap, of na de vestiging van verblijf ol de vestiging of h t Art. 13. Voor de militie wordt ingeschreven! i verkrijgen van woonplaa's binnen het Rijk, in het Dnische Rijk lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander,die binnen het Rijk, o' in het Koning yk Balgie. in het Dui sche Rjjk of in het Koningrijk Belgie ve blijf hondt. De insch yving geschiedt in het regis.er betreffende de ligtir.g 2o, ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens vader, moe van het jiar, waartoe de in de eerste zinsnede van dit artikel der of voogd bionen het Rijk, in h6t Dnitsche Rjjk of in het Ko ningrijk Belgie woonplaats heeft, 3o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die binnen het Ryk, in het Dni'.sche Rjjk of in hst Koning yk Belgie woonplaats heeft, 4o. ieder macneljjk ingezetene nie'-Nederlander, zoo hy op den lsten Jannari van het jaar het 19de levensjaar was ingetreden en niet verkeert in'een der bjj art. 15 omsch even gevallen. Ingezetene is, voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder 4o. A. de binnen het Rijk verbljjf houdende minderjarige niet- Nöderlai; der; a. wiena vader, moeder of voogd 'binnen het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de voorafgaande „chttien maanden in het Rijk of de kolon èa of bezit ingen dea Rjjks in andere werelddeelen gehad heeft b. van wiera ou !e s de langstlevende bjj zija of haar overlyden in het hierboven onder a omschreven geval verkeerde, al verkeert lijn vcogd niet in dat geval of al is deze buiten 's lands gevestigd c. die door zjjn vader, moeder of voogd verlaten is, of die onderloos is cf in wettelijken zin geen vader tf mofder heeft en van wien niet bekend ia dat hij een voogd heeft, indien hy gedurende de voorafgaande achttien maanden in het Rjjk ve bljjf gehonden htefl B. de treude-jarfge niet-Nederlander, die binnen het Ryk woon plaats heeft en haar gednretde de voo'afgaande achttien maanden in hei Ryk of de koloniën of bezittingen dea Rijks in andere we- ïelddeelen gr had heeft. Voor minde jarig wordt voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder A gehonden hy, die minderjarig ia in den zin der bedoelde persoon volgens rijnen leeftijd behoort. Art. 166. Met boet» van ten minste vjjf ig cents en ten hoogste f 100 wo dt gestraft de overtreding van de artt. 16. 18 en 22. Belanghebbvaten worden nog opmerkzaam gem akt op: lo. Art. 19 der wet, luidende: Hy wiens aangif e er insch y. ving verzuimd is wordt door bu'gemeester en wetnoune s, zoo z j her ontdekken, ambtshalve inge ch even. Zij geven dm van terstond a-n hem cf aan zyn vsder, moe Ier, voogd of enraïo kennis. Art. 20 der wat luidende fljj die zich na den Sisten Jsnnarij doch vóó den 81sten Augustus ter inschryving aangeeft, wordt alsnog ingeiohrevn 2o. de artt. 147151 der wet, ingevolge welke wetsartikelen hij die ra 31 Angus'.na bevonden wordt nalatig te zyn ter zike zijner ina.h yving, voor Grdej.nteerde Staten wo d: gebracht om, bij afwezigheid van redea tot vrijstelling of uilslur.Lg voo' ach ja-en bjj de mili ie ie worden inge ijfj, waarvan tij gedn ende twee jaren onder de wopeatn moet worden gehouden, tenzjj d K -ningin anders bepaalt. Voorts is het noodig, dit door cf voor hen, die elders geboren zijn bij he doen vsn de aangif e ter inschryving wo dt overgaleg een uittreksel uit het geboo ie:egister, we.k uillteksel op aanvrage kosteloos wordt verstrekt. Zij, die ingevolge bovenstaande wetsbepalingen in deze Gemeente voor de mili ie moeten worden ingeschreven, moeten mitsdien hiertoe bij hen. Bn'gemeeater en Wethonlers, ter Gemeentesecretarie, tus- scnen den lsten en Sisten Januari 1908 worden aangegeven. i. Voor het doen van de aangifte ter insch ijviog zal mee- bepaald| gelegenh«id worden gegeven ep Woensdag, den 16 Januari 19081 des voormiddags van 9 tot 12 uur en dos namiddags van 1 to 4 nur. Men wordt dringend verzocht, zich zoo mogelijk op een de Nederlsndsche wet. Voor meerderjarig wordt voor de toepassing aangegeven uren voor het doen der aan6i e ter Gemeeatesec elari' van het bepaalde hie boven onder B gehonden hy, die meerderjarig te vervoegen. ia in den zin van voormelde wet. Art. 14. De inrchtijving geschiedt; lo. van hem, bedoeld in a t. 13, eerste zinsnede lo. zoo hij binnen het Ryk ve blijf hondt ea zijn vader, moeder of voogd aldaar woonplaats heeft, in de gemeente der woonplaats van vader, moeder tf voogd zoo hy binnen het Rjjk verblijf hondt en zijn vader, moe 'er of voogd elders dan binnen het Ryk woonplaats heeft, in de gemeente, waar hy vei bljjf hondt; zoo hij door zyn vader, moeder of voogd verlaten is, ouderloos is of in wettelijke! zin geen vader of moeder hetft en het nirt bekend ia dat hy een voogd heeft, in de gemeente, waar hij V8rbiy f houdt zoo hy in het Dnitsche Ryk verbljjf houdtr in de gemeente Amsterdam zoo hij in het Koningrijk België verbljjf hondt, in de gemeente Rotterdam 2o. van hem, bedoeld in art. 13, eerBte zinsnede 2o. zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft binnen het Rijk, in de gemeente der woonplaats van vader, moeder of voogd is de woonplaats van vader, moeder cf voogd in het Duitsche Rijk, in de gemeente Amsterdam is zy in het Koning1 ijk Belgie. in de gemeente Rotterdam* 8o. van hem, bedoeld in art. 18, eerste zinsnede So. zoo hij woonplaats herfr binaen het Ryk, in de gemeente zijner woonplaats zoo hy woonplaats heeft in het Duitsche Ryk, in de gemeente Amsterdam zoo hy woonplaats heeft in het Koningryk Belgie, in de gemeente Rotterdam; 4o. A. van hem, bedoeld in artikel 13, eerste zinsnede lo., indien hy minderjarig is; zoo hij verkeeit in het geval, in de tweede zinsnede van dat artikel onder Aa omschreven, in de gemeente, waar zijn vader, moe der of voogd woonplaats heeft zoo hij verkeert in het geval, in die zinsnede onder Ab omschre ven in de gemeente, waar zyn voogd woonplaats he<f is de woon plaats van dezen buiten 's lands, dan geschiedt de inschrijving in de gemeente, waar de minderjarige verblyf hondt, zoo hy verkeert in een der gevallen, in evenbedoelde zinsnede onder Ac omichreven, in de gemeente, waar hijverblijf hondt B. van hem, bedoeld in art. 18, eerste zinsnede 4o., indien hy meerderjarig is; in de gemeente, waar hy woonplaats heeft. De in de vorige zinsnede als plaats vau inschryving aangewezen gemeente is die, waar hst verblyf of de woonplaats gevestigd is of was op den lsten Jannary van het jaa-, volgende op dat, waann de in te schrjjven persoon het 18de levensjaar volbragt, tenzij het iemand geldt wiens inschrijving te Amsterdam (f te Rotterdam moet ge. sollieden wegens veiblijf cf woonplaat» onderscheidenlijk in het Duit sche Rijk of in het Koningryk Belgie. Ari. 16. Voor de militie wordt niet ingeschreven lo de ingezetene niet-Nederlander, die bewijst te behooren tot een Staat waar da Nederlanders niet aan den rerpligten krijgsdienst zijn onderworpen cf waar ten aanzien vaa den disnstpligt het be- Gedaan voor de tweede maal te Schagen, den 20 Djcember 1907 Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Secretaris, De Burgemeester. ROGGEVEEN. H. J. POT. DOOR LEONARD MER RICK. Otto van Nordon, de componist gelukkig had hij boven en behalve zijn talent nog een kapitaaltje om van te leven, ontwaakte op zekeren morgen met een wonderlijk gevoel in den mond. Daar juist de dokter bij zijne vrouw was, die elk oogenbhk hare eerste bevalling tegemoetzag, zoo stuurde hij de meid met het verzoek, of de dokter wel eens even ook bij hem wilde komen. „Ik weet niet wat ik in mijn mond heb, dokter," zeide hij. „Het is net alsof ik ©en knikker onder mijn tong heb zitten." „Laat eens kijken," zeide de medicus„Aha Ja ja. Dat wiL ik gelooven. Dat moet u wel hinder lijk zijn. Wij; moeten dat zaakje venvijderen." „Verwijderen?" riep Otto van Norden. „Wat verstaat u onder verwijderen?" Bedoelt u opcreeren? Zou niet een drankje, of eene mondspoeling „O neen, wij zullen moeten opereeren," zeide dok ter Lachlan. „Stel het maar op overmorgen. In dien tusschentijd zal ik een collega ontbieden voor de nar cose en ook zorgen voor een verpleegster." „Maar maar is het zóó ernstig?" stamelde de componist. „Zou ik er mee kunnen heengaan? Som- nog wel eens in haar op, en met verwonderde, tonna- ope afgcioopen zijn. Hij verwonderde zich, dat niemand tot hem sprak. Was hij alleen gelaten? Hij voel de zich zoo ondragelijk stijf, dat hij zich niet omdraaien kon; maar hij opende den mond om te zeggen: „Bent u (daar, dokteren tot zijne ontzetting ont snapte hem slechts een kindcrgeblaat. Zijn mond bleel open van verbazing, en plotseling staken reusachtige vingers er iets weeks in, terwijl eene onbekende stem bespottelijke geluiden tegen hem maakte. Ontzetting benam hem den adem. Soms meende hij waanzinnig te zijn. Minuten verliepen, in roerlooze afwachting. Toen kwam hij op den inval om zijn li chaam, voor zoover het niet bedekt was, te bezichti gen, en zijne handen waren dwergachtig klein, de handen van een zuigeling!... Verbijsterd staar de hij ze aan. Er kon geen twijfel meer aan wezen. Hij was onder de operatie gestorven en nu opnieuw geborenDit was op zichzelf misschien natuurlijk genoeg. Maar het vreemde en vreeselijke was, dat hij zich alles herinnerde. Hij was weer een baby... Van wie? Deze vraag brandde in hem. Waar hij lag, kon hij niet meer dan do zoldering van van de kamer zien, zoodat hij niet kon opmaken of hij in een paleis gereïncarneerd was of in eene hut. Was hij als een prinsenkind herboren als een koningskind? „Geen nood!" peinsde hij. „Mijn vader is zeker een broodelooze artist of een arme schoolmeester met twaalf kinderen, en ik het dertiende! Wat een verschrikkelijke toestand!" De persoon met de 'reusachtigs vingers sprak tegen iemand, en Van Norden luisterde aandachtig toe, om iets op te vangen. „Ja," zeide de vrouw „de arme ziel weet er nog niets van, en het mag haar ook in de eerste dagen nog niet gezegd worden. Hij stierf op het oogenblik vóór hot wurm geboren werd. Ja ja, ze zeiden dat de operatic- prachtig was geslaagd maar de man stierf aan verval van krachten, 't Is een treurig geval „Hemelsche genade!" dacht Van Norden „dan zou ik dus nu het kind wezen van mijne vrouw en van mijzelf 1" t ls een zoet schaapje," hernam de baker, en zij boog zich over de wieg en maakte weer tegen hem die bespottelijke geluiden. In zijne woede trachtte hij tegen haar te vloeken; maar hij stiet slechts een kin derlijk blazen uit. Weer lag hij stil en dacht na. Wat moest er van Violet worden? Zij zat als weduwe zonder middelen van bestaan. Ach, waarom had hij ook niet een levensverzekering op haar gesloten?. Misschien zou zijn schoonvader zijn „grootvader" moest hij nu zeggen haar te hulp komen. Maar hoe dan verder? IIoo met hem zelf? Voor hem zou er, als het kind van een onverzorgde weduwe, niets anders over schieten dan de volksschool, en later een baantje als kantoorbediende. „Want" zoo peinsde het ongeluk kige kind „het is uiterst problematiek, of ik zelfs mijn eigen muzikaal talent geërfd heb. Een fraai voor uitzicht voor mijDat moet ik zeggen „Maar," liet de baker er op volgen, „een meisje is altijd gemakkelijker dan ©en jongen. Ik ben altijd blij als ik een meisje heb... Niet waar, snoesje, dotje?... Hemelsche grutten! Het wurm stikt!" Otto van Norden was inderdaad purper in het gezicht geworden. Een meisje was hij dus. Dat ontbrak er nog maar aan. Dat deed de deur dicht. „Waar om," vroeg Van Norden zich vol bitterheid af „waarom moest dit mij juist overkomen? Als ik gereïn carneerd moest worden, kon ik dan niet fatsoenlijk worden gereïncarneerd, als een jongen, als de zoo'n van een professor, of van een welgesteld koopman? Waarom moest ik herboren worden als de dochter van eene weduwe zonder middelen van bestaan? Bij mijne ziel, het is hartverscheurend!" Evenwel, toen zij bij Violet kwam, vond zij wat troost in het moederlijke welkom; en nadat hot treu rige nieuws haar was meegedeeld, snikte de jonge we duwe zóó bedroefd en haalde zoozeer op van de deug den van „dien lieven papa," dat Van Norden er ge roerd door werd. „Zij hield toch wel veel van mij," dacht zij, terwijl Violet haar dodeinde. „Ik had geen idéé, dat zij mij zóó apprecieerde." In uren van betrekkelijke berusting was er voor Van Norden nu niets belangwekkender, dan hel proces van haar eigene ontwikkeling gade te slaan. Hot was ver wonderlijk, hoe gemakkelijk zij zich in dc verschil lende phasen van haar hernieuwde bestaan inleefde, zonder toch het vorige vergeten te zijn. Hare hou ding tegenover de zuigfiesch, bij voorbeeld, was merk waardig. In het eerst had zij dit voedingsinstrumen! vol verontwaardiging van zich gestooten. Maar deze oppositie duurde niet lang. Al spoedig begon zij er aan te gewennen, er smaak in te vinden, er om te schreeu wen zelfs. Verder ook kon zij eene groote mate van amusementen ontkenen aan het voorwerp genaamd „rammelaar" en zij voelde zich hoogelijk geïnteres seerd door het tikken van een horloge. „Een won derlijk ding toch, die natuur!" dacht Van Nordon. Maar dan weer, onder een opwelling van balsturigheid, smeet zij den rinkelaar of het horloge tegen den grond en zette ©ene keel op. De bezorgde Violet vermoedde dat het prikken van eene speld en ontkleedde haar ©ene behandeling die Van Norden's ergernis jnog deed klimmen. Vóór zij zes weken oud was, had zij het tobben over Zij kon niet uitroepen: „Ik ban Otto!" hoewel zij zijne weduwe gevrijd zag door een anderen man. Verleerd door jaloezie, moest zij in haar wiegje liggen, .we tende, dat daar naast, in het salon, de majoor zijn hoffelijkheden verkocht aa-n Violet; of zij lag vastge bonden in haar wagentje, terwijl de majoor aan Violet het hof liep te maken in den tuin. Wat kon zij doen? \\eldra bezigde zij het eenige wapen in hare macht en begon verwoed te schreeuwen en te sparte len, zoodra er een poging werd gedaan om haar uit Violet's tegenwoordigheid te verwijderen. Maar hier door juist was zij getuige van iets, dat anders voor tiaar verborgen zou zijn gebleven namelijk van des majoors formeele huwelijks-aanzoek. „Ik weet wel," stamelde hij, „dat hel nog le vroeg is. Maar ik kan 't niet helpen. Als ik je nu laat heengaan, zonder je te zeggen, hoe lief ik je heb, dan zie ik je misschien nooit meer terug. Geef jiiij maar een enkel woord - en ik zal wachten. Ik zal zoo geduldig wezen als ik kan maar zeg mij enkel dat er hoop voor mij is!" Zij !zweeg, blijkbaar zeer geroerd. Eindelijk mur melde zij„Ik weet niet wat ik zeggen moet." „Kan je dan niet een baetje van mij houden?" „Ach, dat is t niet!" bekende zij mokkend. „Mijn engel! Mijn lieveling!" „Sstdeed zij. „Spreek zoo nietHet is te vroeg. En dan ik moet lxxlenken, dat ik een kind heb. Zij sloot Van Norden beschermend in hare armen. „Denk je dan, dat ik er niet goed voor zal zijn?" riep de majoor. „Ik geef je mijn woord van eer -r- zoo goed alsof t mijn eigen wasViolet over een half jaar? Wil je over ©en half jaar de mijne worden? Hij boog zich naar haar toe; zij keek hem aan en in het volgende oogenblik had hij over Van Nor den's hoofd heen haar gekust. Daar ontvlamd© in des zuigelings bewustzijn al de woede van den man, bran dende om zijnen verdringer te slaan, te vernietigen De onevenredigheid tusschen deze mannelijke aan drift en het nietige lichaampje was martelend. Van Norden trachtte den maojor te spuwen, maar kon enkel kwijlen. Geen kind van negen maanden is tegen zulk een in nerlijke overspanning bestand; en het was dus geen wonder, dat Violet kort daarna in vliegende haast den dokter moest laten halen. De medicus kwam en sprak bedenkelijk over iets, dat moest verwijderd worden uit dc hersens. „Iets verwijderen? U bedoelt toch niet opereeren?" „Ja, ©ene operatie zal onvermijdelijk zijn," antwoord de d© dokter; en Van Norden werd in haar wiegje ge houden. Den volgenden morgen kwam er een verpleegster, met een groot schort voor, en de chirurg volgde. Vio let en de majoor waren aanwezig. De majoor troostte haar. „Wij zullen het bed nog wat verplaatsen, juffrouw Birk," zeide de chirurg, terwijl van Norden door het venster lag te staren naar den zonnigen hemel. De kamer begon nu een nieuw aanzien te krijgen. De verpleegster droeg zwachtels, flesschen en kannen warm water aan. De chirurg goot vloeistoffen in wasch- k om men, terwijl de majoor geheimzinnige instrumenten haalde uit een zwarte tasch. De hemel ontwikkelde een patroon van rose champignons en gele bosjes vermi celli op een blauwen grondlen Van Norden kwam tot bewustzijn. Hij zag dokter Lachlan hem aankijken. „Wel, hoe gaat 't er mee?" vroeg de medicus. „Wij hebben u van dat myxoom glad afgeholpen. En uwe vouw maakt 't best. U hebt in dien tusschentijd pen zoontje gekregen een baas van een jongen." „Een baas van een jongen?" murmelde de componist lodderig. „Neen het was een meisje." „Nog niet heeiemaal helder, juffrouw Birk, zeide 'de dokter. „Laat hem nog maar een beetje uitslapen dan zal hij straks zoo frisch zijn als een hoen" N. R. Ct. Zitting van Maandag 17 December 1907. De lastige porteinonnaie. Dieuworlje Nieie, onze eerste beklaagde, de trouwe gade van Cornelis Betlehem, kastelein te Hoorn was absent. 't Was in den namiddag van den 20sten der vorige maandde grauwe November-schemering begon al te aaien, en de klok had reeds half vier geslagen. Daar komt Cornelis Ossen, een koopman uit Wjjdenes, aan stappen, met het tweeledige doel om geld te innen en 'n slokkie te koopen. De ega van Betlehem bediende hem op zulk een wjjze dat Ossen onderden indruk geraakte. Van het in ontvangst nemen van gelden Kees aanvankelijk voornemen, kwam niets en toen hn' eindelijk zijn schulden aan de waardin zou betalen, had hy de macht over al zijne organen zoo ongeveer'ver loren. einsel van wederkerigheid is aangenomen 2o hij die oewijst in de koloniën ct bezittingen des Rijks in andere werelddeelen verblyf te honden of woonplaat, te hebben al heet zyvadK, misdjr, voogd of cnrator woonplaat, binnen het RliArt 16 Hii die volgens art. 18 behoort te worden ingeschre ven i. verpligt'Zich daartoe by burgemeester en wethouders der gemeente, waar volgens art 14 de inschryving moet ge.ch.eden ?r te geven tusschen den lsten en den Sisten Janna.y van het Rar volgende op da., waa,in hy het 18de levensjaar volbragt. fin ongesteldheid of sf.ezigheid van hem, d.e zich ter tnsch y ving moet aangeven alsmede in een der gevallen, hierna in de vierde zinsnede omsch',even, ,n.t de verpligling tot bet doen der aangifte indien het een minderjarige betreft, op zyn vader, moeder o, indien het een meerderjarige betreft, die onder cu atele gesteld is, op zuo curator. De verpligling van vader, moeder of voogd geldt evenwel «lechti 100 hfl of *ij binnen het Rijk, in het Duitsche Ryk of in het Koningrijk Belgie woonplaats heeft. Behouden» de uitsonderingen by de volgende nnsnede gemaakt, rust de zorg voor het doen ;der aangifte uitsluitend op den ia te schrijven minderjarige: indien EÜn moeder of voogd niet binnen het Rykg m het Dnitsche Rhk ol in het Koningryk Belgie woon plaats h.eit; indien zijn vader <f moeder of b.iden de onderlyke msgt missen, indien hd door zyn vader, moeder of voogd verlate., isof indien hij ouderloos is of in weltelyken zin getn vader ol moede, heeft en het niet b kend is dat hy een voogd heeft Hij, die door de bestuu dera, in art. 22 ve.meid, ter inschryving moet worden opgegeven of die in dienst is bjj de zeemagt, de marine- reserve en het corps maiiniera hieronder beg,epen, ly het leger hier te lande of ;by de koloniale troepen, is tot het doen van de aangifte niet verpligt. Voor hem of haar, die lot het doen der aangifte verpligt is ban de aangifte geichieden door eoo ander, daartoe schriftelyk gemsgtig De volmrgt blyft onder bnrgemeeater en welbonde.rberusten. De wyse, waarop van de gedane aangifte moet blyken, wordt d°Art0lll8kei Voor de militie wordt ook ingeschreven of wordt od nieuw ingeschreven lo. ieder minderjarig mannelyk Nederlander, die na den lalea migo menschen sterven onder operatics. Wij weten, dat operaties altijd met pucces volbracht worden; maar do patiënt sterft niet zelden den volgenden dag. Wat heb ik dan eigenlijk Wat is 't?" „Het is wat wij noemen een myxoom." Otto van Norden verstond geen Grieksch; maar toch deed het leelijke woord hem schrikken. Hij begon zich erg ongerust te maken. Hij was ook zeer bezorgd, dat hot kwade nieuws zijne vrouw ter oore zou komen, die ,in haren toestand vooral niet schrikken mocht. Evenwel, daar Violet den volgenden morgen niet kon opstaan, zoo verliepen de toebereidselen voor haar on gemerkt. In eene kamer op <1© eersta verdieping verwachte mevrouw de komst van den zoon en stamhouder, en in eene kamer op de tweede verwachtte mijnheer de komst van den chirurg. Voorwaar eene even zeldzame als 'noodlottige combinatie. Eerst kwam de verpleegster; en vijf minuten later, verscheen dokter Lachlan. Hij kwam, zoo monter alsofj het een picnic betrof. „Wel," riep hij, „hoe staat 't van morgen? Goed geslapen? U zult blij zijn als u 't hebt laten doen. Het zal u eene heele verlichting geven, als het ge-1 beurd isHa! daar is de man op wien wij wachtten. Goeden Imorgen, Mason!" „Dokter Mason aangenaam u te mogen ontmoe ten," mompelde de componisl, liegend zooals hij mis-j schien nog nooit gelogen had. Reeds begon zijne slaap kamer tc gelijken op een hospitaal. Zwachtels en flesschen schenen uit den grond te zijn verrezen. Dok ter Lachlan goot vloeistoffen in waschkommen, en dok ter Mason haalde blinkende instrumenten uit eene zwarte tasch, terwijl de verpleegster lakens en kannen water aandroeg. „Wij zullen het bed nog wat verplaatsen, juffrouw Birk," zeide Lachlan, en zij schoven het ledikant in het midden van de kamer. Dokter Mason voelde den patiënt den pols en legde hem den stethoscoop aan; en Otto van Norden observeerde voor de eerste maal; dat liet patroon van het behangsel op rose champig nons in gele bosjes op vermicelli© leek. Het masker werd hem over den mond geplaatst en opeens ge voelde hij zich erg hulpeloos, erg kinderachtig. IX'damp var. dc chloroform werd verstikkend, en zijn hart ba gon te bonzen alsof het barsten zou. Hij signaleerde gevaar tegen Lachlan maar Lachlan" knikte slechts. Otto van Norden, machteloos, voelde zich het slacht offer worden van een medischen moord. Nu kwam er een geweldig suizen in zijne ooren. De idioten vermoord den hem en daar lag hij gemuilband, weerloos Daarna voelde hij zich wegzinken als in eene leegte Eigenlijk niet onaangenaam. Het kon hem niets meer schelen. Neen, het was hem alles ont 't «ven nu Zijn volgende indruk was eene gewaarjyording .van tuurlijke oogen kon zij dan hare moeder vroeger zijne vrouw liggen aanstaren. „Wat kijkt 't mij dan zoo aan, mijn dotje? Waar peinst 't dan over? Heeft 't al zorgjes?" kirde dan da argelooze Violet, verbaasd over de vroeg-wijsheid van haar kind. Na verloop van acht of negen maanden zou in Van Norden de heugenis van hot vroege leven misschien reeds geheel zijn uitgebluscht, indien zij niet door een pijnlijke omstandigheid weder ware opgewekt. Moeder en kind waren naar Dieppe gegaan met Violet's ouders, on in het hotel maakte Violet kennis met een zekeren majoor. Deze kennismaking was begonnen bij een© wandeling in den tuin, waarbij de majoor aan het knappe jonge weeuwtje merkbare attentie bewees en goedig grinnikte tegen haar baby. „Een snoezig kereltje," zeide de majoor, terwijl hij Van Norden met den wijsvinger in den hals kietelde. „Het is een meisje majoor," verbeterde glimlachend Violet. „AhaOch, hoe dom van mij," schaterder de majoor „Nu, meisje of jongen, 't is een dot. U bent ze ker wel erg trotsch op haar, mevrouw Van Norden Eigenlijk is 't onbegrijpelijk, u met een baby tc zien. ziet er zelf nog als een meisje uit, weet u!" „Wat een onzien!" zeide Violet, kleurend. „Ik ben eene vrouw, als men verdriet voor jaren tellen mag." En zij keek zuchtend naar het weduwkleed. „Hm, hm, ja ja, dat kan ik denken. .Maar u moet uw leed niet te zwaar opnemen, mevrouw Van Nor den. U bent toch nog zoo jong, en het leven is Hjj kon zelfs zijne welgevulde portemonnaie, waarin f 18 was, niet eens meer openkrngen Vier maal nro de financiëele positie geheel van zich afgezet en zich beerde hij 't tevergeefs, 't Baatte zelfs niet eens al stak volkomen geschikt in haar lot. De flesch en de rtn- bjj er zi n zakmes in. Het ding vertikte het nu eenmaal keiaar waren nog slechts hare éénige zorg. Alleen wan- Nu, met onwillige honden is het kwaad hazenvantren' neer .zij bij Violet op schoot lag, roes het verleden dacht Ossen en hjj berustte weldra in den odwü van de portemonnaie. Dieuwertje echter had alle hoop nog niet opgegeven. Zij' wist weldra den geheimzinnigen zilveren inhoud der portemonnaie onder haar bereik te krijgen en er 3 rijks daalders en een paar kwartjes van weg te moffelen Kees wist zich te herinneren dat hij f6.50 was komen innen, doch dat Dieuwertje hem had gevraagd of hii niet wou trakteeren. Dat gebeurde. en dat geld nu ja, dat zou wel terechtkomen. De politie, later op onderzoek uitgetogen, was zoo gelukkig, eene portemonnaie benevens eenige geldstuk ken, waaronder rijksdaaldors, bjj Dieuwertje in beslag te nemen en weldra was de zaak rjjp voor de „heden- daagsche" openbare zitting. Het geeft je geen hoog denkbeeld van Ossen's toestand als jo m hoort vertellen, dat hij zelf dien eigen avond ook maar op t politiebureau is gedeponeerd geworden om er heel doodleukjes te overnachten. Dat Ossen vandaag er alles wel niet meer van zou weten, was te verwachten, maar dat de portemonnaie, door de politie zoo triomfantelijk in beslag geno men, van achteren (en ook van voren) beschouwd de rechte niet leek te zijn in Ossen's zin, kük dat zal zeker velen hebben verwonderd. Zeker, 't was er een van dezelfde soort, precies de zelfde soort krék eender dat moest Kees toe stommen, maar deze sluiting ging veel te gc-makkelijk open, eene eigenschap die bij de portemonnaie van Kees absoluut is uitgesloten I Do O v. J. kon zich nochtans in eene voldoende nog zoo jong, en het leven is bewijslevering verheugen, aangezien bn al 't andere De majoor kon verder niet uit zijne woorden komen beklaagde ook omstandig heeft bekend welk relaas op en zocht redding bij zijn monocle. schrift is gesteld en is voorgelezen. Zn'staat ongunstig „Het leven is vreemd erg vreemd, zetde Violet, bekend en Mr. Cnopius vindt, dat wanneer de E A met (een peinzenden blik over de zee. heoren eens overwegen een en ander, wat er ten haren „Niet waar?" viel de majoor bij. „Ja, verbeeld u huize ten opzichte van Ossen is voorgovallen nu dan eens het is pas drie dagen geloden, dat ik u voor zaj jat ongunstig bekend staan zeker niet óngentoti- 't eerst ontmoet heb." veerd lijken. De eisch was 2 maanden gevangenisstraf „O, dóóraan dacht ik niet, murmelde Violet. Hierna werd de zitting even geschorst door den „Ik wèl," zeide de majoor. „Ik denk er heel veel president Mr. Van Houweninge, die bij do weldra plaats aan. Het lijkt mij zoo ongelooflijk, dat ik u pas sinds vindende heropening vervangen werd door Mr. De drie dagen ken, terwijl het mij toch is, alsof ik al jaren Savornin Lohman, onder wiens presidium de volgende met u vertrouwelijk was omgegaan. Wjlt u dat -wel zaakjes, zonder veel tjjd te kosten, werden afgewikkeld. gelooven? Kindcrivctleuzaak. IXs vroegere Otto van Norden worstelde innerlijk met zichzelf, fn haar breintje begon luide de stem te roe- Hef thans eerstvolgende zaakje was met het oog op l>en van het verleden. Zij oogde het paar donker aan, de kinderwetten voor het publiek niet te bezichtigen, onder een voorgevoel van naderende tragedie. In haar Marschter deure uit dus allemaal, zieltje ontwaakte iets, dat vorm aannam en dit iets Een vriendsehappelyke biljnrtpartij. was jaloezie. Daar, opaens, begon door het open ven- ster van het salon iemand een lied te zingen, uren kwam or een plaatsje op de beklaagden-canapé minnelied -- van wijlen van Norden's eigen compositie. °Pen ,voor Hendrik Lggers, een fabrieksbaas uit Castri- En nu was de sluier verscheurd. In de vrouwelijke cum, n aartsliefhebber van biljarten en van plagerytjes baby herleefde de man en echtgenoot en, met <lc Ran herbergtafel, n stevige baas, die den Jden uogrn op de gezichlen van Violet en haren nieuwen e or J SÖWü'dig op zyn poot, je mag haast wal r

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 9