Een van het oude slag. Zondag 29 Dec. 1907. 51 e Jaargang. No. 4^1. DtROE BLAD. INGEZONDEN. Binnenlandsch Nieuws. Stlair Conrent. Door KARL BLEIBTZEN. Lars Fagerlin was een jonge. Alpenboer in Thele- mal ken, in <lo buurt van. riasjö. Hoog op den borg stond zijne hut, waar hij alleen met een oude dienst maagd huisde; en niet vaak bezocht hij liet dorp aan zijne voeten, waartoe hij behoorde; want hij was een ernstig, zelfgenoegzaam karakter, en zijn grootste ge noegen bestond in eenzame tochten door het hoogland en in de berenjacht. Daarom was hij heinde en ver als gids 'bekend, en menige premie had hij reeds voor het helpen uitroeien van roofdieren binnengehaald. On gezellig als hij was, had hij geen vrienden; maar hij was algemeen geëerd. Allen achtten hem hoog op één na. Want een doodvijand had hij zicli gemaakt en deze was juist de gevaarlijkste man in het gansche dal: Klaus Lrikson, de rijke en hoogmoedige boer, die elk onafhankelijk en zeltbewust karakter ais een natuurlijken tegenstander beschouwde. Duizender lei plagerijen en dwarsdrijverijen had hij Lars reeds aangedaan, hem een stuk land afgeprocodeerd, oene verloofde voor den neus weggetrouwd, kortom, een aardig postje van boosheid smnd voor hem in den he renjager op den kerfstok. Het zou te ver reiken, hier al de omstandigheden uit te meten; maar eens op een avond kwam de bom tot barsten. De vijanden ontmoetten elkaar op ©ene bergweide; bittere woorden vielen; Eiikson beschimpte Lars, en deze, die juist een jachtgeweer bij zich had, schoot hem neer. Daarna ging hij kalm naar zijne hut terug de jachtpartij werd ditmaal opgegeven en tsliep dien dag heel rustig. Den volgenden middag hoorde hij de klokken luiden en vier mannen, dorpsnotabelen, traden bij hem bin nen. Lars begreep terstond waarom ze kwamen. „Goeden middag, Lars. Mooi weertje!" „Bijzonder. Gaat zitten. Willen jullie een borrel?" Algemeen zwijgen. „Ahem hoor je wel de klokken?" begon de schout, ietwat veilegen. „Wij hebben weer een sterfgeval. Er wordt er een naar het kerkhof gedragen." „Zoo zoo? Is 't waar?" „Ja. En het schijnt wel, dat er een moord in liet spel is. Denk eens aan!" „Het kan ook wel een doodslag wezen," gaf Lars droogjes ten antwoord. Allen keken hem aan. De schout kuchte eens en zeide toen: „Ja ja, ik geloof ook, dat het wel een doodslag wezen kan, nu jij 't zegt." Hernieuwd zwijgen. Lars stond daar heel kalm cn begon zijn buks op te poetsen. Hij wilde hun eerst dc zaak gemakkelijk maken. D© boeren staarden eerst liet wapen aan, en toen elkander. „Ahem denk eens aan," begon weer de schout. „Wij kwamen daar zoo toevallig gisterenavond en van morgen eens over de Sater. De landrechter was bij ons zoo heel toevallig Lars glimlachte. „Wel? En wat hebben jullie ontdekt?" De mannen keken hem nog verbaasder aan. „Wat we ontdekt hebben? Nou ja, voetsporen, heet versch. En die voetsporen liepen van de Sater den berg op, tot aan jouw huis, Lars." „Och kom! Is 't waarachtig? Smaakt je mijn bit ter?" „Best. Ik heb nooit een beteren borrel gedronken," grinnikte de schout, met het smakken van een kenner. „Maar, wat ik zeggen wou de dokter heeft de wonde onderzocht de patiënt was namelijk doodgeschoten, moet je weten den kogel gevonden, er uit ge haald! en komiek! die was ge teekend met eene halve maan, net als net als „Bij voorbeeld de mijne hier?" Lars haalde met naïeve verwondering een kogel uit zijn patroontasch. Al do vier boeren kuchten als op commando. „Jawel. En toen zei de landrechter, die er wel verstand van heeft, dat die kogel uit een Engelsche ritte moet geschoten zijn. Maar hoe kan dat wezen? zeien wij al. Want wie houdt er hier in de buurt een Engelsche rifle op na, behalve Lars Fagerlin? Is 't niet waar, mannen? Dat zeien wij." „Ja, ja, dat zeien we." Lars stond nog altijd tegen den muur en poetste zijp'geweer. Nu keek hij glimlachend op en blikte hein een voor een met klare oogen aan. „Menschenlief, wat maken jullie 't je moeilijk. De zaak is zoo doodeenvoudig. Waarom al die vijven en zes sen? Had ik je hier niet willen ontvangen, dan zou je lang hebben 'kunnen wachten. Dat vat je toch wel? Kort on zakelijk begrijp je hoe de vork in den steel zit „Ja." „Nou dan heb ik verder niks meer te zeggen. De vier mannen zaten beteuterd en keken elkaar aan. Opeens rees de schout met groote waardigheid op, zette een kordaat gezicht en zeide: „Nou dan dienen wij je wel mee te nemen, Lars. Lars vertrok geen spier. Nu voelde de schout in zijne zakken en haalde een stuk touw voor den dag. „Ja, Fagerlin als je er niets tegen hebt „Onnoodig," antwoordde Lars. „Ik loop niet van je weg." En verder werd er niet over gesproken. Beneden, in het dorp ontmoette men den begrafe nisstoet. Maar Lars verbleekte niet, en zijn slap bleef zoo vast en zelfbewust als altijd. De dorpelingen be keken hem met een mengeling van ontzetting en f- dankbaarheid. De predikant, een harde en steile zie lenherder, van het slag, zooals daar in het barre nooi - den slechts gedijt, trad met gefronste wenkbrauwen op hem toe en wilde zijn sermoen beginnen, toen Bars hem koel in de rede viel: Laat dat maar, dominee. Hier bij zijne lijkbaar verklaar ik, dat hij, dienu, hij 1S en ik zal niets meer van liem zeggen, Maar ik vei klaar als hij nog tienmaal weer levend werd, dat ik J et nog tienmaal weer zou doen. Ik voel mij verlicht cn blij dat ik het dorp van dezen tiran bevrijd heb Is hier iemand, wien liet leed doet, dat ik hem neerschoot Antwoord!" Algemeene stilte. Eindelijk zeide een oude boer. Dat liij neergeschoten werd, dat spijt ons niet. «laai dat jij het doodt, dat wèl. Het spijt ons om jou Zij brachten hein naar het huis van den landrechter. Ilij moest van dal tot dal, van landrechter tot land rechter gevoerd worden naar Christiania, om daai te recht te staan. De boeren, die hem ter bewaking wa ren meegegeven, bonden hem de handen, ©veulen hem af, en roden haastig weer terug; want 'huis hadden zij de handen vol met het binnenhalen van den oogst. Dc landrechter evenwel, aan wien Lars afgele <- transport? - Da. is gauw ge- zegd Maar hot is mij onmogelijk Met wil van de wereld kan ik nu geen kerels missen om jo naar mijn collega in Tincborg te transporteeren. Al mijne knechts zijn aan den oogst bezig, en als v hen daarvan afhaal, ben ik een geruïneerd man. Een lastig geval. Hoe daar een mouw aan te passen Eindelijk kwam de ambtenaar op een reddenden Hoor eens, Hars," zeide hij, „ik ken je al lang. Je bent een eerlijke kerel. Jij zult mij niet in het on geluk storten. Zal je welf' „Wat moet ik dan doen?' vrpeg de gevangene goe- O* „ik zat je toonen hoezeer ik je vertrouw. Ik zal je kauiool en paard meegeven. Itijdt dan alleen naar mijn collega ie t incborg, en meld je." „Afgesproken!" gaf Lars ten antwoord. En hij reed weg alleen. „Zoo, Lars,' nep de Tineborger magistraat „dat is braaf van je, dat je mij eens bezoekt. Kom je weel de premie halen voor het schieten van een beer?' „Dat nu juist niet," antwoordde Lars. „ik heb wel iets geschoten, maar ditmaal geen beer. Ik ben eigen lijk gekomen om mij te melden wegens moord, en om verder getransporteerd te worden 'naar de rechtbank to Chrisiiania. Groot was de schrik van den landrechter. Hij wilde liet eerst niet gelooven; maar Hij moest toch wel, daar Lars liet zelf verzekerde. Toen hij van de ontsteltenis wat bekomen was, stak hij zijne pijp aan en wilde heel de toedracht van de zaak vernemen. Lars deed verslag. Toen hij gezegd had, volgde pi oen lange pauze. Het hoofd van den landrechter was in ©ene tabakswolk baast onzichtbaar. Daar kwam uit dia 'wolk zijne stem te voorschijn: „En dus dus ben je alléén hierheen gekomen?" „Mot paard en karriool, di evan hier naar finsjö be nig moeten." „En je komt je zelf hier bij mij aanmelden?" „Natuurlijk," zeide Lars. „Dat had ik toch beloofd." „Zoo zoo. Ja ja." Nog dikker werd de rookwolk om het ambtelijke hoofd. „En wat denk je nu verder te doen?"' „Dat slaat aan u, heer landrechter. Ik ben uw ge vangene." „Om je de waarheid te zeggen, ik verkeer in hel- zcildc geva/ als mijn collega te Tinsjö. Mijn oogst iigl op het veld. Alle handen zijn aan het binnenhalen, ik kan geen mannen missen om je verder te tiranspor- teeren." „Dat is ook heel niet noodig," zeide Lars. „Leen mij maar weer karriool en paard, dan transporteer ik mij zelf wel naar het volgende station. En zoo, van het eene stuk op het andere, kom ik van zelf wel naar Christiania." De landrechter bedacht zich even. Toen zeide hij „Lars, je bent een man. Jk vertrouw je. Zóó zal 't gebeuren." En zoo gebeurde het ook. Lars Fagerlin is heel alleen naar Christiania gekomen en heeft zich voor de rechtbank gesteld. Maar de wijze; waarop hij gekomen was, heeft op de rechters toch indruk gemaakt, Men is de zaak gaan na pluizen, men heeft getuigen gehoord; en toen men er alles van wist, luidde het vonnis tot één jaar gevange nisstraf, wegens doodslag onder verzachtende omstan digheden. Lars Fagerlin heeft zijne straf afgezeten. Nu wandelt hij weer over zijn bergen en strijkt af en toe bij zijn vriend den landrechter een premie op voor het schie ten van een beer. Reeds menigen keer werd rnjj gevraagd„U is de Gereformeerde dominee, niet waar? nu ja, toch van de kerk van Kuyper, in ieder gevalbedoel ik." Om hierop te antwoorden, ook aan hen, die hot bjj mogelijke ontmoeting zouden willen vragen, geef ik de volgende feiten, zonder nadere toelichting; ze antwoor den mijns inziens afdoende: lo. Het bestuur der Vereeniging voor inwendige zen ding in N.Holland, dat mij als voorganger der Evan gelisatie alhier heeft aangesteld, bestaat uitsluiten d uit predikanten der Nederl. Herv. Kerk, der „Groote Kerk" dus, zooals de volksmond bet noemt. 2e. My'ne catechisanten, die in het aanstaande voor jaar geloofsbelijdenis zullen afleggen, worden door mij opgeleid tot lidmaten der Neder). Herv. Kerk en zulten als zoodanig door een Nederl. Herv. predikant i worden bevestigd. 3e. Wat mij-zelf betreft den lsten Mei van dit jaar werd ik door het Provin- ciaal Kerkbestuur van Overysel der Nederl. Herv. Kerk toegelaten tot de Evangeliebediening in haar' Nederl. Herv. Kerk en heb ik in die vergadering de „ver klaring en belofte (i), afgelegd en onderteekend, die a 11 e hervormde predikanten bij hun proponentsexamen een maal aflegden. Ik hoop dan ook eerlang een beroep in onze Nederl. Herv. Kerk te aanvaarden. Het zjj mij vergund nog dit op te merkenwanneer wij bij do bekendmaking onzer preekbeurten in de cou ranten, openlijk spreken van onze Evangelisatie-Bethel „in en ten bate der Nederl. Herv. Kerk", dan mo gen wij toch verwachten geacht te worden dit ern stig te meenen. Men oordeele zelf deze gegevens, die de Redactie zoo 1 bereid was een plaats in haar Blad te geven. Haar daarvoor mijn beleefden dank. J. L. van GRASSTEK, Cand. t. d. H. D. (x) De belofte, hier bedoeld, te vinden in het „Re glement op het examen ter toelating tot du Evangelie bediening in de Nedeil. Herv. Kerk", artikel 27, luidt letterlijk aldus: „Wij ondergesehrevenon, door bot Provinciaal Kerk- i „bestuur van tot de openbare Evangeliebediening „in de Nederlaudscke Hervormde Kerk toegelaten, be- „loven in bet diep beset van onze roeping en in ver trouwen op God, dat wy e.aarin met ijver en trouw „zullen werkzaam zijn om, overeenkomstig de beginse len en het karakter van de Hervtrjncle Kerk hier te „lande, het Etangelie van Jezus Chris\jls te verkondi ngen, en de belangen van het Godsrijk jn overeen stemming hiermede die van de NederIanu«.j)0 Her vormde Kerk, met opvolging van hare verordeningen, „naar vermogen te behartigen." Nagemaakte antiquiteiten. Twee Haagsche antiquairs kwamen dezer dagen in Nieuwkoop om zaken te doen. Na hier en daar ge weest. te zijn, landden zy aan by den heer D., een ken ner van antiquiteiten. Dezen verkochten zy, onder alle mooie praatjes, eenige vaasjes en pulletjes voor f 150. Beide partijen j waren over den handel erg verheugd, maartoen j eenige uren later een echte kenner van antiquiteiten don heer D. verzekerde, dat de gekochte oudheden pas vervaardigd waren, was hy zeer ontstemd over het bedrog. Do politie werd in den arm genomen en twee Haagsche rechercheurs wiston spoedig de kooplieden op te sporen. Om alle moeite met de justitie te voorkomen (een der bedriegers was pas ontslagen uit de gevangenis, waar hij vertoefd had wegens gepleegd bedrog), gaven zy het geld aan den heer D. terug en verzochten hem, hun waar met den beurtschipper terug te zenden. (Vad.) I Ken waakliann. Dat een hond een vreemdeling belet het erf van zijn meester te betreden, is plichtmatig. Dat een haan zich j evenwel met die taak belast, komt zelden voor, zegt het „Vad." Iemand te Boschkapelle bezit zulk een rariteit. Doet overigens deze haan wat des haans is, bovendien houdt hy een waakzaam oog op den voorbijganger. Wil deze j het erf botredon, dadelijk is het beest by de pinken den j bozocker den doorgang te betwisten. Mot opgezette hals- i veeren schiet hij onmiddellijk toe en stelt zich in go- vechtspositie. Met zijn scherpe sporen en dito bek hal t hy er op in, zorgvuldig de schoppen en slagen ontwij kend van den aangevallene. Menige leurder en koopman moest onverrichter zake verder gaan, omdat deze ge- voderde waakhond hem den toegang tot het huis belette De slimme post. Een dame te Rotterdam, die om turf verlegen was, maar den naam van haren levoranckr niet wist, schreef op de briefkaart het volgende adres: Aan een langen turf boer te Capelle aan den IJsel; hy heeft één oog en kijkt met het andere scheef, hjj komt iedere week naar Rotterdam met een kar met turf, waarvoor drie honden loopen." De kaart werd bezorgd by een turfboer, die, wat zyn persoon betreft, vrijwel met het opgegeven signalement overeenkomt, maar die een kar met twee honden heeft. (Msb.) Door onvoorzichtigheid. Dinsdagavond liep langs de Lange Haven te Schiedam een slagersknecht met een groot mes. Nabij een steeg gekomen, kwam onverwacht een man den hoek om, niet het ongelukkig gevolg dat deze in het mes liep en een levensgevaarlyke wond opliep. De man is reeds overleden. Ongeluk. Uit Holwerd meldt men Maandagmorgen wilde de vrouw van den arbeider W. d. R. eens bjj haar man zien, terwijl deze werkzaam was mot een braakmachine. Zy kwam te dicht by bet vliegwiel en bezeerde zich hevig. De neus was in tweeön gespleten; bovendien kreeg ze nog ernstige verwondin gen aan den rechterarm. De vrouw is naar het diaco- nossenhuis te Leeuwarden vervoerd. Men vreest, dat ze ook nog eon der oogen zal verliezen. Droevig einde. Men melat uit Delft: De technisch student H. H. de B., aldaar, nam by vergissing Vrijdagmorgen sublimaat in, in laats van broomkali. Zorgvuldige verpleging in het gesticht Bethel heeft niet kunnen beletten, dat de ongelukkige Maandag avond overleed. Hjj zou na de vacantie eind examen doen. Het lijk wordt naar Hamburg vervoerd, ter ver branding in bet crematorium aldaar. Ken nieuwe misthoorn. Men meldt uit Hoek van Holland, d.d. 23 December: Als een belangrijk bericht voor zeevarenden deelen wy mede, dat de nieuwe misthoorn, waarvan wy eenigen tijd geleden een beschryving gegeven hebben, vandaag proef geblazen heeft en aan alle eischen voldaan heelt. Het rijksstoomtransportvaartuig „Frans Naerebout", waarop zich de heer inspecteur-genei aal van het loods wezen, de inspecteur van het loodswezen te Rotterdam en de oud-inspecteur van het loodswezen uit Rotterdam bevonden, is vanmorgen 4 mijl van het Noorderhoofd ai zee in geweest en op die hoogte was het mistsignaal nog uitstekend té hooren, tegen den wind in. Het geluid van rie sirene is het best te vergolyken met dat van de bandmisthoorns, die op zeilschepen in gebruik zyn. De stooten worden om de 12$ seconde gegeven en duren 2$ seconden. De nieuwe misthoorn wordt direct in gebruik geno men en de oude blyfe bestaan voor reserve. De complimenten van. Onlangs was iemand overleden. Als naar gewoonte ging (een „Kerkzeggar" rond om dit feit aan familie en kennissen mede te deelen. Zoo kwam hij ook bij een vrouw, wier schoonzoon er kennis van moest heb ben, doch welke schoonzoon niet thuis was. Op deze wijze deed hij zijn boodschap: „Vrouw, wil je aan je schoonzoon de groetenis doen van... en dat hij overleden is?" Historisch. Wat een beul. Te Amersfoort schopte de geleider van een honden wagen, W. v. P. wonende aldaar, één der beide honden, welke voor den wagen gespannen waren, herhaalde malen op zoodanige wijze met zijn klomp in de zijde en onder den huik, dat tengevolge van het schoppen het dier na circa een kwartier bezweek. Van deze verregaande mishandeling is aangifte gedaan. N. Amersf. Ct. Treurig. Men meldt uit Dinteloord: Eergisterennamiddag is hier het 7-jarig zoontje van den Landbouwer De Schutter door een graandorseh- machine gegrepen en eenige malen rondgeslingerd. Toen men tiet knaapje opnam, gaf het geen teekenen van leven meer. Spelen met vuur. Tijdens afwezigheid der ouders waren drie kinderen van U. K. te Doetinchem aan het spelen met luci fers, met het ongelukkig gevolg, dat het driejarig doch tertje in bed in brand geraakte. Het ongelukkige kind bekwam zulke ernstige brandwonden aan tiet onder lijf, dat do dokter voor het behoud van het leven vreest, Gestift door kolendamp. Te Oudepekela (Gr.) lag schipper Dol met zijn schip. Twee jongens van 10 en 6 jaren sliepen in het voor onder. Dinsdagmorgen bleven de jongens langer dan gewoonlijk slapen. Bij onderzoek bleek, het vooronder vol kolendamp te zijn. De oudste knaap was reeds overleden, de jongste kwam weer tot bewustzijn. Da's vlug. Uit Het Vaderland geknipt „Met het oog op de Kerstdagen zal het huisvuil van Woensdag (le Kerstdag) reeds op Dinsdagmiddag afge haald worden." De klepel is weg. Uit het gemeenteraadsverslag van Naarden „Bij de rondvraag wordt de aandacht gevestigd op het raadselachtig verdwijnen van den klepel in de alarm klok van den toren. De gemeente-opzichter vermoedt dat die klepel gestolen is." In Naarden weet men nu niet meer waar de klepel hangt. In dank voor het hondje. Eenigen tijd geleden zond een gewoon Oost-Indisch militair, ridder der Militaire Willemsorde, uit Bergen- op-Zoom aan de Koningin een tax-hondje, opdat dit de plaats zou kunnen innemen van het door H. M. ver loren exemplaar. Na reeds een dankbetuiging voor hel gezondene dat bij uitzondering aangenomen was te hebben ontvangen werd hem nu ook nog een gou den (dasspeld namens IJ. M. toegezonden. L. en V. Te sterk~slaapm;ddel. Men meldt uit Hilversum: '-uidagmorgen bleef de woning van mej. T. in de Langcoraat alhier ongewoon lang gesloten. Men brak de deur <>pen en vond de bewoonster bewusteloos op bod liggen. i)e te hulp geroepen geneesheer, dr. Vlaan deren, gelastte overbrenging naar de R.-K. Ziekenver pleging, waar zy nog wordt verpleegd. Vermoed wordt dat mej. T. een te sterk slaapmiddel heeft ingenomen. R'Jdadigheid Uit Eindhoven meldt men aan de N. R. Ct. Aan do buckskinfabriek qCr firma Robert von |der Nahmor te Stratum kwam -le patroon gistermorgen bij het overlrekken a chtereenvG^ens bij drie stukken tot de ontdekking, dat deze met «en scherp werktuig door en door waren ingekorven. Etri door de firma ingesteld onderzoek leidde tot niets, wsarop geheel het personeel, een honderd man, is ontslagen De Rijks politie stelde een nader onderzoek in. De fabriek blijft giesloten totdat er meer licht over de zaak is opge gaan. Het werkvolk vindt den maatregel der fkma ge rechtvaardigd en alles is rustig. De hoofdbesturen van St. Severus en Unitas zijn door de firma van de zsak verwittigd. Collega Rotgans. Hot is een, vooral onder studenten, zegt het II.bid. bekend verschil: prof. Pel bij het onderzoek van zijn patiënten ©en lichten, prof. Rotgans een zeer zwaren percussiehamer gebruikt. Eens op het college van prof. Pelwerd naast- an geheidd'r moest een huis komen Prof. Pel begint het onderzoek van oen patiënt, te midden der respondeerende studenten. Daar begint de hei-machine buiten te werken, niet haar dreunend: boem! boem! „Heeren," zegt prof. Pel, zijn hamer latende zak ken „we zullen even wachten lot collega Rotgans klaar is!" A. Ondkarspcl. Op de voordracht van onderwijzer aan de openbare lagere school alhier komen vcor de heeren W. O.Speets te Burgerbrug, J. C. Kotvis te N.-Scharwoude en D. Klees te Oudosluis. Eenigenburg. Tot lid van het Dag. Bestuur der banne Eenigenburg is gekozen de heer P. Boekeials Hoofdingeland her kozen de heer D. Kuiper. Kolliorn. De Zang vereeniging „Kolhorn" alhier besloot deel te nemen aan het internationaal concours in Mei 1908 te Amsterdam te houden. Winkel. Voor het examen Middelbaar Onderwijs, Ned. Taal en Letteren slaagde de heer H. C. van Heerikhuizen te Amsterdam, vroeger te Winkel. Wieringerwaard. Tot kaasmaker in de Zuivelfabriek „Aurora" is be noemd de heer H. Naastepad, thans als zoodanig werk zaam in de kaasfabriek „de Volharding" te HeerHugo- waard. Scliagerbrug. De Noord-Zyper Veefokvereeniging heeft in haar j.I. gehouden vergadering tot ontbinding besloten. Wielingen. De Nederlandscho Maatschappij van Brandverzekering te TieJ, heeft door de bemoeiingen van haren agent den heer M. Jb. Mostert, een gratificatie verleend groot dertig gulden, aan het brandweercorps en parti culiere personen te Hippolytushoef voor het flink optre den by den brand in de O. L. School aldaar. De heer Mostert heeft het geld ter hand gesteld aan den heer Burgemeester aldaar, die dit bedrag met hot door ande ren gegeven geld gezamenlijk zal uitreiken. Raad tc Bursingcrliorn. Vorgadering op Dinsdag 24 December 1907, des mid dags 2 uur. Aanwezig alle leden. Voorzitter de heer J. Spaans, Burgemeester. Voorz. zegtBjj de opening van deze laatste raadsverga dering, die wy in dit jaar zullen houden, roep ik u allen een hartelijk welkom toe. Ik kan dat doen onder voor onze gemeente niet ongunstige omstandigheden, want de toestand onzer gemeente is in dit jaar, dat nu ten einde spoedt, niet onvoordeelig geweest. Want, nietwaar, de uitkomsten van landbouw en veeteelt, voor onze burgers de hoofd bron van hun bestaan, geeft reden tot tevredenheid. De gemeente is voor groote rampen gespaard geble ven en ik hoop dat dit in het volgend jaar, dat straks onder gunstige omstandigheden zal aanbreken, ook zoo mag zyn, opdat het u en de uwen in huisgezin en maatschappij dan ook wel moge gaan. En hiermee open ik de vergadering en verzoek den Secretaris de notulen te lezen. De heer P. Bronder leest nu de uitvoerige notulen die onveranderd en onder dankzegging voor de uitste kende samenstelling worden goedgekeurd. Medegedeeld wordt, dat van Ged. Staten goedgekeurd zyn terugontvangen de kohieren van Hoofdelyken Omslag en Hondenbelasting, de rekening over 1907 en en de begrooting voor 1908. De laatste kasverificatie gaf een ontvangst aan van f 16549.88$, een uitgaaf van f 15593.35, zoodat in kas was en moest zijn f 9'6.53$. Het in de vorige vergadering aangehouden adres van den heer J. Kooyman, schilder te Kolhorn, over een aanvraag van f 40 schadevergoeding voor het te laat opleveren van het werk door dan timmerman Moerbeek aan het schoolhuis, waardoor Kooyman vermeende schade te hebben geledon, wordt nu aan de orde gesteld. Uit het persoonlijk onderhoud, dat met Kooyman werd gehouden, meende voorzitter de gevolgtrekking te mogen maktn, dat deze dacht, dat de timmerman met meer welwillendheid werd behandeld door het gemeentebestuur dan by zelf. De eisch van schadeloosstelling moest blijkbaar dan ook meer opgevat worden als een protest. De som van f 40 voor de geleden sch :de, is zeer overdreven. Dat Kooyman moer hulp heeft moeten aannemen om het tydsverzuim van den timmerman in te halen, is onjuist, daar hetzelfde personeel als altijd het werk heeft ge daan. B. en W. stellen dan ook voor, daar bovendien Kooyman erkende dat f 40 te veel was enhy zyn schade moeilijk onder cijfers kon brengen, om op het adres afwijzend te beschikken. Allen voor. Wordt ter tafel gebracht een steigerplan voor de haven te Kolhorn. Dit plan is in opdracht van B. en W. gtmaakt door den architect R. Swagerman te Boven- carspel. Do kosten behoeven eon bedrag van f1050 niet te boven te gaan. Het plan wordt algemeen goedgevonden, maar voor en aleer er verdere stappen in deze richting worden gedaan, willen B. en W zich om finantieelen steun wenden tot verschillende corporatiën en besturen. Deze steiger toch is niet alleen in het belang der gemeente Barsingerhorn, en daarom wenschen B. en W. finantieelen steun te vragen aan de gemeente Winkel, aar. den polder Waard en Groet, en aan de Visschersvereeniging Kolhorn. Algemeen wordt dit goedgevonden. Aan de orde is nu de belooning voor den gemeente opzichter Dubbelman, voor het toezicht bjj don bouw van het schoolhuis to Kolhorn. B. en W. stellen voor een gratificatie van f 60 to geven. Dubbelman heeft uitstekend zyn werk gedaan, zyn jaarwedde als gemoenteopzichter is niet groot, waarom zjj voorstellen f60 te geven. Allen voor. De heer Moerbeek, timmerman van het schoolhuis te Kolhorn, vraagt ontheffing van de boete van f40 voor te late oplevering van het werk. Voorzitter deelt mede, dat Moerbeek 8 dagen te laat is. Hy is evenwel een paar dagen te laat kunnen be ginnen, beeft bovendien nog tariefwerk moeten ver richten. Moerbeek heeft al zyn best gedaan, waarom B. en W. voorstellen, hem de boete van 8 maal f5 per dag to schenken. Algemeen goedgevonden. Aan de orde is een verkiezing van een lid voor het Burgerlijke Armbestuur. De voordracht van dit college en van B. en W. luidt: P. Stins (aftr.) en C. Smit Gz. Met algemeene stemmen wordt de heer Stins herbe noemd. Nu volgt de verkiezing van een lid van het Weezon- armbestuur. Daarvoor luidt de voordrachtK. Kossen Wz. (aftr.) en S. Spaans Cz. Met algemeene stemmen wordt de heer Kossen benoemd. By de rondvraag vestigt de heer K. Jonker de aan dacht op het slootje bjj het schoolhuis te Haringhuizen, dat moet eens worden opgeknapt. Voorzitter belooft onderzoek- Hierna sluiting. Ken kluizenaar in dc Noordzee. Een Friesche boer, Jan Cornelisse Fommes, verkocht in 1610 zyne wagens, ploegen en andere boerengereed schappen aan Thomas Thomasz, voor zeer boogen prijs, op dezo voorwaarde: by zou het geld ontvangen na verloop van een jaar, maar dat jaar moest hjj geheel alleen doorbrengen op den Bosch of het Kamporzand, eene zandplaats tusschen de eilanden Terschelling en Ameland. Deed hy bet niet, dan had hjj alle aanspraak op zyn geld verloren. Jan Cornelisse Fommes liet zich alzoo den llden Juni van hot genoemde jaar naar zyn zandplaat brengen. Met behulp van eenige vrienden richtte hy er oen huisje van planken op. Het stond tusschen lange palen en kon met een vjjzel op en neer geschroefd worden. Dat was noodig, omdat met elk gety zÜn eiland ondorliep. Toen dit met groote moeite gereed gemaakt en de noodige voorraad er geborgen was, namen do vrienden afscheid eu vertrok kon. Gedurende den zomer en don herfst bracht hy zyn ty'd door met visschen. Maar toon de winter kwam was het daarmee gedaan. Mot den winter kwamen koude, mist en stormen uit hot Noordwesten. Dezo laatste brachten zyn loven meer dan eens in gevaar. Inzonder heid was dit het geval in den nacht van 30 November op 1 December. Zijn vijzel sjoelde wig en ten gevolge daarvan golfde het water over de zoldering van zyn woning. Vreezende dat zij vernield zon worden, bond hy zich aan het houtwerk vast in de hoop om daarmede ergens aan wal to drijven. Gelukkig bedaarde de storm en toen het weder zachter werd vond hy een middel om hot huisje weder omhoog te krijgen. Toon het voorjaar word m gunstig weder, ontving hy menig bezoek, niet alleen van visschers van de naburige eilanden en dorpen, maar ook van anderen,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 9