Aurora Leigh. HOeretimeiü, C. KUIPER, Langereis, Hoogwoud vast Werkman vrouw DE GIER te Schagen. of Boerenknecht, Gevrftrvr£i sfti mt Metten, ttee tamtaMfs, etn nasi IfRrrltmait, groote SCHUUR, ean Boerenwagen,1—"Hooib,r,in1, Stierenkettingen. een Boerenknecht, en wit Diensibflde, 30 beste Biggen, eei Wooi-, ftakel- eo Koiliehiis 35 YOOr best Delriet Ti IUIIRII. Bierli Lip!! -itzssz; -• ssftar awar* li C. ROGG SCH1LPM en Zonen te Hülegom, vast Werkman, lerbak met Spreider. I N G E Z A m o t i e. Het beste üm Dit en voor de pers. Plaatselijk Nieuws. ADVERTENTIEN. met Biljart. H. H. Landbouwers Marktplaa Goedkoop en w. F. rn De correspondent heeft inzage gehad van een brief, die den Italiaanschen gezant te St. Petersburg toegezonden is door den journalist Leviné, Ita'iamwch onderdaan en correspondent van de Fra' kfurter Volksstimme. Daarin vertelt Leviné, dat bij den 4en Januari te Minsk was aangekomen en daar den volgenden dag met vier andere personen een bezoek had gebracht aan den student Kal- gan. Plotseling werd het huis door de politie omsingeld en allen werden in hechtenis genomen. Te 3 uur's nachts werd Leviné ineen donker hok opgesloten, dat gewoon lijk gebruikt werd om op straat opgepakte beschonke- nen te nerbergor. Den volgenden dag werd Leviné voor den commissai is g bracht en bet bleek toen, dat Leviné met de andertn in hechtenis was genomen, omdat de geheime politie verwittigd was, dat in het huis, waar Kal gan kamers had, een vergadering van revolutionnai- ren zou gehouden worden. Kalgan's gasten werden als de revolutionnairen beschouwd. De correspondent der Frankf. Ztg., bü wien Leviné zich vroeger vervoegd had om een perskaart voor de Doema, zegt, dat Leviné zich weliswaar met de politiek heeft ingelaten, maar dat alle terroristisch streven hem vreemd was. Of Leviné al zijn onschuld betuigde en zijn door den Italiaanschen gezant te Berlijn geteekenden pa3 toonde, het baatte hem niet, hij bleef in hechtenis. Na een paar weken deed Leviné een poging om te ontsnappen. Het gelukte hemdestiaat te bereiken, doch daar werd hij gevat. Hij werd toen door de politie agenten op ergerlijke wijze mishandeld. Hjj werd op den grond geworpen, getrapt, geslagen, ja men sloeg hem met de geweerkolf in het gezicht. En dat zonder dat hij zich ook maar in 't minst tegen zijn inhechtenisneming verzette. Vervolgens werd hij in een rijtuig geduwd, waarin hij insgelijks op de ruwste wijze mishandeld werd. Op het politie-bureau begon de mis handeling opnieuw. Daar namen de hoogere ambtenaren de taak der agenten over Het regende vuistslagen op Leviné's gezicht en borst. Toen hjj weer in de gevange nis was aangeland, werd hij daar dusdanig mishandeld, dat een vrouwelijke medegevangene, die het aanzag, er flauw van viel. Eerst vijf dagen later, den 13en Februari, werd Leviné voor den rechter van instructie van de gendarmerie ge bracht. Leviné vernam daar, dat hij beschuldigd werd te b hoorentot de revolutionnair-socialistische partij van Minsk, hoewel Leviné kon bewijzen, dat hij slechts één dag voor zijn inhechtenisneming te Minsk was aange komen. Men zeide Leviné vervolgens, dat hjj zijne ver klaringen maar moest op schrift stellen. Dat was hem echter onmogelijk, daar hij in een kleine cel met 20 an dere personen opgesloten werd, zoodat het letterlijk on doenlijk was te schrijven. Pas den 20on Februari werd Leviné in de gelegenheid gesteld te schrijven. Hij schreef toen een brief aan don Italiaanschen gezant. Men kan niet anders veronderstellen, zegt de correspondent der Frankf. Ztg., dan dat de Italiaansche gezant van de zaak werk gemaakt heeft, maar tot dusver, 26 Februari, is er in Leviné's lot geen verandering gekomen. Een weerbaar anada. Alle jongens in Canada, ouder dan 13 jaar, zullen on derricht krijgen in het schieten met de buks, wanneer de verschillende provinciale besturen meegaan met het plan van Sir Frederick Borden, den minister van Mili tie, zooals hij in bet Dominiaal kabinet heet, om te ko men tot een stelsel van uniforme lichamelijke en mili taire oefening op de scholen. Het nieuwe ministerie. De Tijd schrijft: Aan De Standaard én de door dit blad vertegenwoor digde partij worden volgende geheime bedoelingen ge schreven „Een principieel Kabinet van rechts kan eerst ko men, als met het conservatisme van alle gading, inclusief de christ.-hist. partij niet meer zal behoeven te wor den gerekend. Het is de roeping van het nieuwe Kabinet flink weg de christelijke beginselen uit te spreken, maar daar na iiiets te doen dat )den conservatief, dien men nu een- maai noodig heeft, aanstoot zou kunnen geven. Zoo staat men sterk. Is dan in 1909 de natie rustig genoeg, om aan „rechts" de zege te bezorgen waarschijnlijk zijn de christ-hist. dan weer waardeerbare bondgenooten dan is het schip door de branding heen. De loods, die het zoover bracht, heeft zich verdienstelijk gemaakt jegens het land. Der Mohr hat seine Schuldigkeit gethan. Het oogenblik zal zijn aangebroken om te zien naar een volbloed rechtsch Kabinet. Eenige ministerverwisseling zal dan noodig worden. Maar de beste anti-revolution- nairen op één na zitten reeds in het Kabinet. Die ééne, die nog ontbreekt, en den tocht door de branding niet verkoos mee te maken, zal dan het bevel kunnen over nemen. Zóó komt alles terecht." Natuurlijk, aldus gaat De Tijd voort, zal iedereen, die dit citaat voor helt eerst onder de oogen krijgt,' ineenen, dat hot aan een of ander liberalistisch of socia listisch in alle geval aan een, het tegenwoordige Kabinet v ijandelijk gezind orgaan is ontleend. Het is echter van Dc Nederlander, bekend als het lijfblad van den lieer A. F. De Savornin Lohman. Als uiting van wrevel, wantrouwen en bitterheid staan de aangehaalde woorden Sliet op zich-zelf. Zij geven veeleer den toon aan, welke den laatsten tijd in het g noemde christelijk-historische blad meer en meer over- heerschend is geworden. Wij kunnen moeilijk aanne men. dat daardoor het gevoelen wordt weergegeven der g.ho le christelijke historische partij. Vermoedens, door geen enkel feit te bewijzen, worden hier gegeven als zekerheidvermoedens, die, als zij in ruime kringen geloof vinden, het nieuwe Kabinet en de daarvan ver wachte verklaringen a priori bij velen verdacht moeten maken en die. op handige wijze geëxploiteerd, een ver derflijken invloed kunnen oefenen op de verkiezingen in 1909. Wij protesteeren nadrukkelijk tegen dergelijk roekeloos gedoe, voor 't welk „spelen met vuur'' ongetwij feld een zeer zachte qualificatie mag genoemd worden. De Nederlander moge al dan niet reden hebben om zichg eprikkeld te gevoelen door de houding, welke I)e Standaard af en toe ten opzichte der christelijk- historischen heeft aangenomen. het geld daarbij een soort van broeder-twist, in welke wij ons niet wen- schen te mengen. Doch aan welke zijde bij dien twist ook de grootste helft van het gelijk en ongelijk moge wezen, vóór alles behoort voor de beide twistende par tijen vast te staanSalus populi suprema lex. het alge meen belang vóór alles. Daar verder nu in den strijd tusschen rechts en links voor niemand, die christelijk gevoelt twijfelachtig kan wezen, langs welken weg en in welke richting het waarachtig heil des volks mo;l gezocht worden, dunkt ons een wijze van polemiek als die Van De Nederlander in hooge mate afkeurens waardig. Zij verzwakt zeer stellig de positie van de rech terzijde in haar geheel dus niet alleen de positie der partij'-Kuyper, tegen welke de slagen gericht schij nen maar bok de positie van andere fractiën, dus ook die van de christelijk-historische zelve. Voor ons Vrijzinnigen is dit epistel leerrijk en waar schuwt duidelijk genoeg voor de toekomst. Als men aan onze zijde ïiu Smaar wil hoorenanders wordt het vipe*— Door ELIZABETH BARRETT BROWNING. VI. De aandachtige lezer(es) zal zich herinneren, dat in Rommey Leigh, Aurora's neef, het sociale denken en voe len om zoo te zeggen, belichaamd is, vleesch is geworden. Ik herinnerde ieeds aan zijn huwelijksaanzoek, bij welke gelegenheid Aurora o. a. tot hem zegt, dat hij geene vrouw behoeft te zoeken, want dat hij reeds lang gehuwd is, nl. met met zijne sociale theorie. „U bei den geef ik mijn zegen", zegt zjj dan, en laat er op vol gen„Wat mij betreft, ik ben niet onderworpen genoeg, om de dienstmaagd zelfs van uwe wettige gade te zjjn. Zie ik er als een Hagar uit misschien De lezerfes), bovenbedoeld, en met anderen heb ik uit den aard der zaak niet te maken zal zich ook herinneren, dat Romney na deze weigering, eene betrek king aanknoopt met een meisje ver beneden zijn stand, een meisje uit de onderste lagen der maatschappij. Met haar wil hij huwen, en wanneer Aurora vraagt aan Romney, of zijne aanstaande vrouw van uit haar (Au rora's) huis mag trouwen, dan antwoordt hij streng: „Ik neem mijn vrouw rechtstreeks uit het volkzij komt van uit haar zolderkamertje in Margaret's Court, om my op den trouwdag in St. James te ontmoeten, zooals Oostenrijks dochter omringd van hare adelaren tot het keizerlijk Frankrijk kwam. Zij zal haar afkomst niet verloochenen, haar sergekleed zal haar bruidsjapon zijn. Wat wij doen, dat doen wij wij zullen geen mas- l kers voorbinden, alsof wij bloosden." Hier spreekt een man van overtuiging, zich bewust van eigen kracht, zich niet bekommerend om het oor- deel der wereld. Het is een held, die hier spreekt dan ziet, de wereld houdt van dat alles niet. Zij bindt ons aan conventie en vormen, staat ons niet toe, te tre den buiten den kring, waarin zij ons besloten wil hou den. De wereld houdt niet van het buitengewone, maar I van het gewoneniet van het hooge, maar van het lage, i platte, alledaagscbe. Dat verheft zü ten troon, en voor dien troon moet iedere sterveling zich buigen. Barab- bas laat zij los; Jezus kruizigt zij. Maar om tot Romney terug te keeren. De dag nadert, waarop het huwelijk in de kerk zou worden voltrok ken. Het volk was ook genoodigd om aanwezig te zijn, en het liet zich niet bidden. „Het kwam in grooten getale; lammen, blinden, zieken en zwakken, bedroef den, ellendigen en erger. - 't Leek een aan de pest gestorven geslacht, bij klaarlichten dag uit het graf ge dreven met de vlekken van den dood overdekt. Welk een aanblik 1 Een feestdag van het arme volk is droe viger dan de begrafenis van een vorst! De straten versperrend, kwamen ze, als een bloedstroom traag en zwart, langzaam de kerk binnenvlieten. De adellijke dames stonden op in de banken, om er naar te zien. Sommige bleek van angst, andere rood van toorn, eenige louter nieuwsgierig, enkele tartend brutaal, verscheidene innig verontwaardigd en met diepe verachting vragend, wat men nog meer had te wachten Er waren er, die haar geparfumeerden zakdoek voor den mond hielden, om den glimlach te bedekken, die niet voegde op deze heilige plaatsterwijl anderen elkaar met een beteeke- nisvollen blik er ritselend m«t hare moiré zijden japon nen, haar vlugzout reikten. En inmiddels trok die lange, donkere %preep vol menschenhoofden, langzaam door de zijgangen naar het altaar. 't Was, of een gewonde slang, sissend uit haar schuil hoek verdreven, met sidderende kronkelingen nu naar rechts, dan naar links zwaaiend en telkens schokkend stilhoudend, zich voortbewoog. Wat een leelijketronies rezen van alle zijden uit die opeengepakte menschen- massa voor u op! Men is niet gewoon zulke aange zichten in het volle daglicht ce zien. Meestal schuilen zij weg in kelders en holen, opdat zij u niet, evenals ïtomney Leigh, waanzinnig mogen maken. Aangezich ten mijn God, noemen wij dat aangezichten van mannen en vrouwen, ja, en van kinderen ook Kinde ren, zuigelingen, die als een vergeten vod op moeders schouder hangen; arme mondjes, waarvan moeders klappen de moedermelk wisschen, voordat zij leeren vloeken als zij. Aangezichten bah I wij zouden het evengoed ondeugden kunnen noemen, die tot stille wan hoop zijn verkankerd, of smarteD, die tot ondeugden versteenden. Geen spoor van hun Maker is er op ach tergebleven. Verdorven, verloren; het gelaat versleten als het kleed, de wil losbandig als de daad, de harts tochten ontketend en in het slijk woelend, opdat de voet bij de eerste vrije schrede struikele. 't Was alsof de hel haar vuilst bezinksel naar boven had gedreven, zulke dierlijke blikxen, zulke stugge, lage trekken.ont-1 moetten telkens de uwe, als om u uw menschzijn voor de voeten te werpen." Een treffend tooneel, ons hier voor oogen geschilderd Machtig is die tegenstelling tusschen de voornamen en het volk en dat in een kerkgebouw! droevig, maar waar, de schildering van dat arme volk, dat ge boren schijnt te worden om in ellende en jammer te j leven, en in zijn eigen vuil te sterven. Nog eenstreffend is het tafereel, dat ons hier wordt opgehangen. Elk woord, elke gedachte is als een slag in 't aangezicht van onze maatschappij. Ik heb dan ook niet kunnen nalaten dit gansche stuk over te nemen, 't Is zoo goed om eens wakker geschud te worden, om eens te ontwaken uit ons zelfzuchtig gedoe, en te be denken, dat er om ons zooveel duizenden leven Wat zeg ik: leven Eilieve, noemt men dat levenIk zou zoo zeggendaar hebt ge nu den zedelijken dood 1 En ik kan het mij levendig voorstellen, dat Aurora na deze beschrijving van die namelooze ellende, aldus voortgaat: „Ik heb sedert gewaakt en geslapen zoo me- nigen dag en nacht, maar nog altijd drukt de herinne ring aan dien dag mij als een nachtmerrie de borst. Er zijn van die noodlottige dagen, waarin het leven met al zijn vezels zóó diep heeft wortel geschoten, dat het trilt tot in den top. zoo vaak er in het stof van dien dag wordt gewoeld." Ja, waarlijk 1 daar zijn van die dagen, die we maar niet vergeten kunnen; dagen van bijzondere beteekenis voor ons, als van eene hoogere openbaring, waardoor we iets gaan begrijpen en leeren zien, wat tot nu toe voor ons verborgen bleef, al was het ook om ons; dagen, waarop ons de schellen als van de oogen vallen, en we komen te staan voor de groote, zuivere waarheid, wel wreed vaak, maar toch waarachtig. Voor heden genoeg! Pastorie Anna Paulowna, 1 Maart '08. TOXOPEüS. Euterpe. Er is tegenwoordig in onze gemeente gelegenheid te over, om eens een avondje buitenshuis door te brengen. Ons gemeente-leven staat tegenwoordig in het teeken van vergaderingen en uitvoeringen. De verslaggever, als slaaf van zijn ambacht, mag niet alleen van dit alles profiteeren, maar er bovendien nog zijn indrukken van meedeelen. Soms in beide gevallen een heele toer. Zondagavond dan, om met het punt in kwestie aan te vangen, gaf het Mannenkoor Euterpe zijn tweede winterconcert, onder leiding van den heer Hulsman. Een groote taak was het koor niet op de schouders gelegd een vijftal nummers voor zang bevatte het pro gramma. i Het meest verdienstelijk werd weergegeven„Het j Matrozenlied uit De Vliegende Hollander" van Hol. Dit lied, niet te hoog als 't is, gemakkelijk geschreven, is I een nummer als voor Euterpe geknipt. Van de tenoren worden geen hooge noten vereischt, van die heel leeljjke j geluiden blijven dus weg, en krijgt het geheel een voor onze ooren niet onaangenamen klank. Het werd gezon- 1 geti bovendien met bravour, met voordracht, en ver diende het koor met dit nummer het geschonken warm applaus. De heer A. Kooger accompagneerde uitmuntend. De Heem'len roemen van Beethoven, was het slot- i nummer, begeleid door het Symphonie orkest. Het klonk j niet kwaad, was zuiver en was bij wat nobeler klank, I zeer goed te noemen geweest. De heer Hulsman toonde zich als steeds een zeer ijve rig directeur. Behalve de begeleiding van bovengenoemd lied, gaf het Symphonie-orkest nog een viertal nummer. De vrien delijke indruk, dien dit korps bij de eerste uitvoering had gemaakt, werd niet verzwakt. Beginneling als dit corps 1 is, kan men wel zeggen, dat er geen kwaad werk wordt geleverd. Den heer Tates, die zich con amore van zijn taak als dirigent kwijt, gelooven we in overweging te moeten geven, zijn eerste violen op een andere plaats te zetten. De melodie gaat nu wel eens onder, door de te veel op den voorgrond tredende 2e violen. En we ge looven eveneens, dat de 3e violen zich meer zullen aan passen, als zij niet zoo verloren zitten. Bij de begelei ding van „De Heem'len roemen", was reeds deze ge- wenschte wijziging inde plaatsing, en het resultaat was merkbaar gunstig. De bezoekers waren niet in heel grooten getale opge komen. Het bal was als steeds zeer gezellig. A-Capella Koor. Nog een oordeel over het koor van Ant. Averkamp, dat Zondag in onze kerk zingt, volgt hieronder: De Hofstad,weekblad voor letteren en kunst schrijft: Woensdagavond hadden bezoek. Laat het ons maar ensemble van den eersten ra eenvoud en soberheid, gebrul liteiten nimmer om deze zeh toe koren gaarne geneigd j ondergeschikt aan de intenti voudiger gezegd: Het koor door hare virtuositeit. En hooge mate. Hoe prachtig de rhythmi, het Janne Moye van Lupus treffelijk was de intonatie geoefend koor wel eens mine hebben (begin Brahms—lm klankgehalte betreft, welk e de vrouwenstemmen, hoe v tenoren, hoe geschoold en be Bruckner s klankschoon A der de mannenstemmen in e Vol glans waren de soprar en wondermooi was de verv het Ave V6rum van Mozar innige en vrome kunst; wi tegenwicht voor de onrust v dit programma niet in een i ving ten gehoore gebracht Diligentia. Althans het r het tevens van onschatbaa uitvoerenden onzichtbaar w£ va2 drukwereldsche af 0 w 00R naar rust. Met 'n zeer gelukkig geko Kann, eene modern bewerkl besloten. Schitterrend heeft 1 gezongen. Niet bet minst stralende, jubelende klankor zoo volkomen doen zijn. Een enthousiast applaus, W voor be* genotene H- M. de Koningin woor einde toe bij. r- Frans Den lsten Juni houdt on op met geregeld de pakjes v het juiste adres te bezorgen neerd. Gaarne wenschen i van welverdiende rust toe. Sollicitanten c Het aantal sollicitanten onderwijzer aan de O. L. S. De nieuwe sa Door 6 der onderwijzers Heeren Gedeputeerde Staten om niet-goedkeuring der nii Hoe schriel de nieuwe afsteekt bij die der Rooms blflkt wel uit het feit, da wijzers zonder hoofdacte d f825 is. En dat metleen meenteraad 1 Geachte Redacteur I Beleefd verzoek een plaats: veelgelezen blad. B(j voorbai M. de R., het verslag van Genoegen", voorkomende ii 27 Februari, berust op onjui le. Er was geen „ba! na Je. Dat er wel eens w; men weet niet van wanne beslist niet. 't Z(jn geen ben uitmuntend spel 3e. De Rederykerskamei gevestigd te Waarland, maa 4e. Het blijspel „Men kar een soldaat aan den kost k gespeeld, doch niet in 1 bed Was de verslaggever wei van dit alles ben ik over Zijdewind, Maart 1908. o— Mijnheer de Redacteuj Mag ondergeteekende noei in Uw blad beschikken? ow Geachte hec ij l vernam i Maart j.1., dat U zich als v< bekend maakt. In mijn v. vuldig vermeden, U als zc er prfls op stelde, zoo woi zun, waar 't vóór alles ging Aan t slot van mijn in slaggever na zakelijk aange ?n^,1.. ^k was, toegevoe ,bIu!en in het kiezei middelen." Vergelijkt U dezen zin zult U erkennen, eene uit mijner woorden te hebbe reden bestaat. Wat' U schreeft, heb ik n< u, mijnheer de redacteu Kolhorn, 2 Maart 1908. GEVRAAGDeen met I Mei, goed kunnende plo°gen en melken. - Adres Wed. K. JONKER, Krabbendam, gem Warmenhuizen. Gevraagd: Een flinke i liefst met Zoon, beiden goed kunnende melken, voor boerderij en bouwerij bij goed kunnende melken, bij Wed. Nienwe vrge woning. HONING, Winkel, ~Q e T I a g d, tegen 1 Maart Ban Dü^IBPlSJC goed kunnende melken, bij P. KOO- (*0tt mfcf "flffl ftrfttttHIt MEN Tb, Braakpolder gem. Winkel. Gevraagd, tegen 1 Mei of eerderGevraagd, tegen 1 Mei goed kunnende melken, bij C. KOMEN in de Kaas'abriek „Anna Paulowna*. Mz., Veerweg, Anna Paulowna. Zich te vervoegen bij T. JONGEJAN, Kaasmaker Berkhout. Gevraagd, met 1 Mei TE KOOP; Te koopt een onlangs van steen nieuw gebouwde beschoten dak, met pannen gedekt, ko- IAOOOIa Lj O TT?1 1 zoo goed als nieuw, met een tpe bevragen bij P. SLOT, Schagerwaard. Een partijtje STIERENKETTINGEN te k o o p en te zien bij PRINS, Spoor straat Helder GEVRAAGD beiden goed kunnende melken Stalling voor 40 Koeien en 6 Paarden, staande op de plaats „De Volharding* te Koegras. Te bevragen bij den eigenaar A. A. KIKKERT, Laan 42, Helder. Te koop: bij JOH NUIJ, Stoomweg, Anna Paulowna i TE KOOP: J DE VEER Jz, Schagen. die goed kan melken, bij P. GRIN, Koegras, Helder. Er wordt gevraagd: gevraagd, bij VV itóTE S BERG te Haiinghuizen. om met 1 Mei in dienst te treden. goed kunnend3 melken en die gene- en ZAAIKaRWIJ Te bevragsn bij B. ROB, Wierin ger waard Uit de hand te koop: EEN HERBERG kimm* 1 met gewaarborgde Vergunning, Doorrgd-cl ZI CZtlcl (I stal en Koltbaan, gelegen te Opmeer. Te bevragen bjj den eigenaar K. VAN op c o n t r a o t te telen, gelieven zich STRAALEN aldaar. De helft der koop- te wenden tot Te bevragen bij W.BIER MAN, üudesluis^ die genegen zgn BRE lever Hardsteen, Zanc

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1908 | | pagina 7