Arrondissement^ Rechtbank te Alkmaar. Bhmenlandsch Nieuws. Gemengd Nieuws. me wou anvliegen, op smeet-ie z'n glas aan Hij was zoo bleek als ooren te krabben. O, zoo op 't gezicht scheen't prachtig. Louis had alles nagegaan, tot in de fijnste puntjes, 't Was eigenlijk - oppervlakkig beschouwd kinder spel. Maar, zie je" en nu had Luk heelemaal de pose van zeer ervaren, bedachtzaam man, die de vruchten van zijne ondervinding tentoonstelt met zeker welbe hagen - „maar zie je, d'r zijn in de wereld dingetjes, tè mooi om waar te kunnen wezen. Al wat zoo briljant schijnt, zoo afgerazend prachtig. Ho-maar Oppassen is de boodschap. En nog dank ik den lieven God deze ontboezeming, in verband met wat Luk me vertelde, gaf me even een gevoel van griezeling, maar de expressie van Luk's gelaat was zoo ernstig, zoo „gewoon" als zich slechts laat denken. Van sarcasme geen spoor. Van opzet om grof te zijn, uitdaeend of zoo, niets. Blijkbaar vond Luk 't héél natuurlijk, om divine leiding te gelooven in den loop der dingen bij z'n kring van vrinden en helpers. „Nog ben 'k er dankbaar voor, dat 'k me toen niet door Louis heb laten overhalen. Wat die gladakker want dat is de schele, je mag zeggen wat je wilt 1 me heeft uitgescholdenIk was dit en 'k was dat Ik verschopte m'n fortuin Hij verdraaide 'torn ooit weer 'n poot met me te verzetten En ik most maar koekebakker worden, dat paste beter bij m'n ban gigheid Afijn, 't heeft in die dagen weinig ge scheeld of we hadden samen 't zaakje eens eflfetjes af- gebakkeleid Maar ik zei bij mezelfJe weet nou toch wie Louis is. Laat 'm praten En of-ie hoog sprong of laag sprong, ik bleef erbij: 'khield me d'r buiten. Maar ze mosten een derde mannetje hebben Ik had ook al uitgekeken Maar dat was nou een ding, waar je iemand voor noodig had, met dat En Luk wees me, de mouw even opstroopend, op de forsche spieren van z'n benedenaim Daarmee be doelde hijmoed, „lef" „En van dat! Niet te vergeten 1" Hij tikte met den wijsvinger tegen z'n laag voorhoofd Luk wou nu zeggen sluwheid, overleg, fijn beleid „En dat vindt-je niet bij eiken jongen Adres aan de „Kraaibromde hij, als in zichzelf en niet zonder zekere minachting kijkend naar den dronken kerel met 'theesche geluid. Nou, afijn, hoe 't zij op een avond wenkt Louis me en fluistert me in 'toor: „Ik hèb er een, hoor! Een taaie! 't Was een splinternieuwe, een, die al bij de acht jaar „buiten gewerkt" had Weet ik waar In Londen, Berlijn, in Boston Overal Een piekfijne Een, van wien je nog 't een en ander leeren kon Afijn, de schele was reëel dol van blijdschap, dat kun-je begrijpen. Ik wou maar niet veel zeggen, maar 'k weet niet hoe 't kwam... Ik vond iets „muffigs" in de heele geschichte„Louis," zeg ik nog, „jongen, wees voorzichtig! Je kent de histo rie met den manke Hoe die door Batelt, inder tijd Maar 'k docht, dat de schele dat oogenblik. Van nijdigheid gruzelementen op den grond 'n doek „Jawel, spring-jij maar uit mekaar," dacht ik, „toch blijf ik de zaak vreemd vinden Je mot denken, ik was toen al zes jaar „in de beweging" Maar dien eigen-avond, in Lammetje d'r opkamer, brengt Louis me den nieuwe mee." Weer wachtte Luk even, want de bekentenis van z'n domheid scheen hem toch moeite te kosten. Maar hij zei 't rondborstig uit. „Nóóit had ik den vent voor een verklikker aange zien 1" riep hij uit, eensklaps onstuimiger wordend, als om daardoor nog iets te bemantelen van z'n naïeveteit. „Al was er op dat oogenblik een gekomen die me ge zegd had„Luk, pas op, die vent is er een van de „prinserij" Verduveld ik had 'm net zoo lief op z'n smoel geslagen as te gelooven, dat die kerel 'n verklikker was. „De ploert", ging Luk voort, maar hy had moeite, zag ik, om zyn gemoed, bjj 't oprakelen der herinnering te bedwingen „heeft zès weken. Zès weken zeg ik je, dat's geen dag, hè-? Avond aan avond, nacht aan nacht met ons by Lammetje zitten praten, over leggen, alles klaarmaken voor 't zaakie. Eens, op 'n keer, heeft de vent, by 't naar beneden tippelen (dat kamertje by Lammetje was héélemaal boven) z'n poot haast gebroken. Dat gebeurde een dag of drie vóór dat 't dan los zou gaan. Ik heb z'n poot nog ge zwachteld. Ik heb tot den ochtend toe bij hem ge zeten. Hem versche compressen gelegd op z'n been. Hem laten drinken en eten. Want natuurlijk konden we geen dokter laten roepen, dat snap-je, en als de nieuwe op z'n nest most blijven, dan waren we alle maal „g9schochten". Bovendien" en nü flikkerde vooral wilde woede in het koolzwart van Luk's oogen „ik mocht den kerel wel. Ik vond 't een gewik- sten, leuken baas. Ik had 't reëel voor 'm over. Met een smak lei Luk z'n pijp op de tafel. En hij barstte toen uit, dat ze allemaal in de kroeg naar 'm keken„En dan te denken, dat toen ze Louis en de kleine Frans, de „baklap" en die jongen van den manke toen ze dan, dien avond, goed en wel. Dat zij daar eflfetjes acht mannetjes vonden, van de „prinserij" Zoodat ze „geschochte" waren voordat ze boe-of-ba konden zeggen.En de nieuwe, de „bochel had 't commando. Recht vent. Geen bult, hoorl belazerd. Luk vloekte tusschen de tanden en de pjjp, die hij weer ging stoppen, trilde in z'n handen „Afijn," besloot hij, iets bleeker van de'emotie, die hy doorstond, en wenkend om versche borrels „Afijn, verklikken dat is zoo'n vent z'n baantje Maar zijn schuld is 't, dat die jongen van den manke er 't hachje bij heeft ingeschoten Toen-ie wou vluchten en een van de kerels op hem schoot De jongen kreeg een kogel door een van z'n iongen, en vier weken later is ie gestorven „Zie-je", zei Luk, en hy keek me nu plotseling aan met een paar oogen, waar 'k toch even van schrok van ontstelde zóó dierlijk-wreed, zóó dreigend, zóózeer met iets van op bloed belust roofdier, dat een der zijnen gewond, gedodd ziet was de expressie ervan „Zie-je, alles had 'k den vent nog kunnen vergeven.... Maar die Hein was een goeie sukkel Een kalf van 'n jongen Heelemaal niet geschikt, eigenlijk-gezegd, voor En de vent wist, hoe de moeder van dat jong 'n verdriet had En hy had, alléén om er nóg maar één te kunnen vangen, tegen den jongen gezegdKom, ben-je gek, je doet maar mee, hoor 1 Dat loopt best af! „De hondsvot!" zei Luk, nog bevend van woede en wraakzucht „dat was enkel en alleen omdat die Hein van een ander zaakie nog wist. Dat is twee vliegen in één klap, dacht de ploert, snap-je wel Ze zeggen, dat ie tegenwoordig niet meer in Groot- Mokum is, die „stille" Nou, 't is z'n geluk. Want als ik den vent in m'n klauwen kon krijgen. Hy behoefde den zin niet te voltooien. Ik had gezien de echte smart van terugdenken aan den doodenkornuit, die den boef hef was geweest. Maar sterker, veel heviger was, in 't trillon zijner ijzeren spieren en in 't flonkeren van het dreigende vuur in zijne oogen, de haat, nu weer in hem oplevend tegen den „spion". damm, een 38-jarig edelman, geboortig uit de Karpaten een echt Magyaren type en frauleln H. P. W. C. D. Haidt, de bloem der Europeesche vrouwen, eene schoonheid van zóó gevestigde reputatie, dat Baron Croet al zyn best deed, den scherpzinnigen Hertog wijs te maken, dat zy zyne ega was - hoewel ze, ondanks de voorrechten haar in zoo overvloedige mate door moeder natuur geschonken, slechts de teederminnende weder helft van een zekeren doodgewonen mijnheer Hardt is of was, dien ze op een goeien dag met zyne en ha re 1 vier kindertjes in den steek liet, om, gedreven door eene inwendige stem, Croet te volgen en met hém voortaan alles te deelen. Dit edele drietal stond by elkaar in de Nieuwstraat, toen eensklaps weerklonk de zware basstem van den Hertog. Er werd blijkbaar iets gezegd over de schoone vriendin, waaruit bleek, dat de Hertog vue's had op deze lieftallige. Maar o, groote Goden, daar hadt je de poppen aan het dansen. De mededinger razend; een woordenvloed, zoo onparlementair, dat die hier niet kan worden weer gegeven volgde, en de woede steeg zoo hoog van den vertoornden adellijken held, dat hy zyne sterfelijke hand, trillende van blakenden strijdlust, naar von Tintelen- burg und Rathenstein—Nydamm uitstak en dezen een paar vry burgerlijke oorvegen toediende. De schoone had intu8schen beenen gemaakt. Maar nog niet mooi genoeg, nam de Baron, daar de beleediging, hem en zyn „ega" aangedaan toch bloed eischte, in de vervoering van 't oogenblik de pardon, een zeker nachtameublement, viy van hoekigheden, en sloeg daarmee, zoodat de bruine scherven rinkelend in 't rond stoven, den Hertogelyken kop tot bloedens toe. Eerst toen hy nog slechls het oor treurig restje van zyn strijdwapen in de geweldige vuist had, liet de Baron af. En 't werd tyd ook, want daar verscheen de reusachtige zoon des huizes, die als Engel des Vredes de werkzaamheden van het hof van arbitrage waarnam en Nydamm volgens den Burgerlijken Stand gewoon weg H. P. Nydamm voor goed uit de pinarie hiel;. Croet, die valschelyk zyn naam opgaf als Groentjes, heet eigenlijk P. J. Croet, keek wat raar op, toen ten over vloede de politieman J. de Liefde opdaagde. Het weg stervend vuur van Croet's woede laaide dadelijk weer op en hy greep met de hem eigen opbruisendheid den agent woest in de keel, scheurde de lieve freule over den vloer, zoodat hare weelderige coiffure in eer, heil- looze verwarring geraakte, en maakte het kortom zoo bont, dat den volgenden dag De Liefde en ook de poli- tie-agent J. P. Abma de zaak nauwkeurig op papier stelden en een lijvig rapport van eon en ander ter be stemder plaatse aanlandde. Croet was in vol ornaat present, doch bekende maar zoowat half. Een opzettelijke daad In ons vorig nummer deelden we mede, dat een j0ni gen te Nieuw-Buinen per ongeluk een meisje met V schot uit een geweer doodelyk verwondde. Het merni» is inmiddels overleden. Van dit geval wordt thans J meldt de „N. G. Ct., een andere lezing gegeven, welke de zaak nog ernstiger maakt. De 16-jarige leerjongen E. Haak, die bezig was een ry'wiel in elkaar te zetten, heeft tegen het 12-jarjo meisje van den heer Thomas, 'twelk voor de werk plaats stond te spelen, gezegd als zy niet weggin„ schoot hy haar dood Toen het kind niet wpggin„' heeft hij een oud geweer, 't welk uit elkaar op de bank' lag, genomen en heeft het kind toen doodelyk getroffen Hy ontkent echter er een patroon in gedaan te hebben ofschoon het geweer 's morgens niet geladen was en het dien dag ook niet is gebruikt. Ofschoon hy eer9t rade. loos was, neemt hy thans een zeer kalme houding w Toen hy Zondag by' het lyk werd gehaald om het u herkennen, kon men aan hem niets bespeuren. Influenza onder paarden. Onder de paarden op het domein 'tLoo heerscht, z^i meldt de „Tel.", in hevige mate de influenza; een der dieren van de Koninklijke boerderij is reeds aan ziekte gestorven. Inbreker gevat. Men meldt uit Amsterdam De O. v J. vond echter allen grond, om de mi.shan- dergelijke, wanneer zn nog niet droos- ziin 1rt a„I 1 A U „A- TVu z. e v van lijf en leden was de Hy had ons allemaal Zitting van Dinsdag 31 Maart 1908. In den huize Branlenaar. Den 6en December 19071 Welke der talrijke gasten van den huize Brantenaar, bodégain de Nieuwstraat teScha- gen, zal ooit dien gewichtigen dag vergeten Die schoo ne winterdag, waarop zoo menig hartje al in den vroeg- sten morgen vol verwachting popelt naar al wat de geheimzinnige en goedhartige „Sint" heeft willen schen ken.... Dien avond, waarin zoo „en familie" zich onder de stamgasten van moeder Brantenaar een spel afspeelde een spel van de.... Ruzie! Op dien avond stonden buiten in de Nieuwstraat: P. P. Baron Croet tot Groentjes, een hooggeboord 25-jarig kunstminnaar, die tot instandhouding van de noodige fondsen voor zijne liefhebberyen, ook wel zoo nederig is, het eerzame koopmansbedrijf 'n al zijnen eenvoud uit te oefenen deling, 2 maal gepleegd, bewezen te achten, alsook het opgeven van den valschen naam. Croet erkende dron ken te zyn geweest, maar die omstandigheid kan niet goedmaken, wat hy misdeed. Wegens de mishandeling werd 10 dagen gevangenis straf geëischt en wegens het opgeven van den valschen naam waarvan de heer Officier gansch geen vriend is f 7 boete of 14 dagen hechtenis. Daarmee kan be klaagde het wel doen 1 Bedelen. Een stevige, 'n pikzwarten baard, knevel en haar dragende 39-jarige snoeshaan, Jan Hoekstra Jz. genaamd, moest vervolgens „opkomen", omdat hy den llden Februari te Hoorn had gebedeld by Jodocus Ridderik- hof, barbier in de Kerkstraat No 36. P. Zwart, agent van politie, No. 10, 2e klasse, een flinke orde-en-rustbewaarder, bad het feit zien plegen en Hoekstra was erbij. Hy bekende dan ook. De officier van Justitie eischte wegens bedelarij 2 dagen hechtenis, benevens 3 maanden opzending naar eene rijkswerkinrichting. Een ruzie uit Anna Paulowna. Volgt een standje uit Anna Paulowna, waar den 2den Februari j.1. de 29-jarige Willem Cornelisse het rijwiel van Willem Ruitenberg, door er meermalen tegen te schoppen met een klomp, ernstig beschadigde, zoodat de reparatie f28 kostte. Dat kwam zóóRuitenberg reed op de fiets met een mand, Cornelisse was ook op het wiel en scheen naar zyn idéé niet goed genoeg te kunnen passeeren en zag daarin een poging om hem te hinderen. Hy werd kwaad en riep tegen Ruitenberg„kom jij er es af." Ruitenberg, die iijna vi°', stapte van zyn fiets en zei„als je an me komt, dan zal jo dat be rouwen." Toch kwam C. op hem toe en er ontstond een worsteling, waarbij C. niet de sterkste bleek en daarom zei„als je me los laat, zal ik je verder niet lastig vallen." Ruitenberg geloofde dit en liet hem los. Doch daarop greep Cornelisse een sikkel, dien Ruitenberg by zich haf en had latei vallen,en kwam daarmee op dezen toe. Ruitenberg, vreezende gewond te worden met dit scherpe voorwerp, waagde zich aan geen nieuwe wor steling en maakte ruimte. Toen moest de fiets het ontgelden en kwam de klomp in actie met het hierboven genoemde gevolg. De- O. v. J. vond alleen bewijs voor de beschadiging der fiets, waarvoor hij tegen beklaagde f 15 boete, subsi diair 10 dagen hechtenis eischte. Dat viel lang niet mee. Arie Noordstrand, een ongeveer 20jarige landbouwer uit 't Waarland gem Harenkarspel, was Zondag 23 Februari j.1. te Zijdewind tegenwoordig by eene too- neeluitvooring in de herberg van den heer P. Bruin. By 't gebruikelijke „bal na" was Arie een beetje las tig uitgevallen en raakte aan het vechten, zoodat Bruin hem uit de zaal liet zetten door de politiemannen Van der Hulst en Kooiman. En 't werd hem verboden, er weer in te komen. Toch kwam Arie, tot drie maal toe, weer de herberg instappen, werd telkens verwijderd en ten slotte verbaliseerd. De O. v. J. eischte straf en niet heel malsch, mede met het oog op een gerucht, dat de Rijksveldwachter, den heer Van der Hulst ter oore was gekomen, als zouden de jongelieden in die buurt daar een complot vormen, zoodanig, dat, wanneer een hunner werd beboet, allen die boete hielpen dragen. De eisch nu, met toepassing van art. 138 Wetb. v. Strafr. ingesteld, was7 dagen gevangenisstraf. Nog zulk een recept. Met dezelfde maat werd gemeten de 22-jarige Simon Jonker, die óók uit Harenkarspel komt, óók op 't bal by P. Bruin was, ook zich zoodanig gedroeg dat hy er werd uitgezet eerst door Bruin en diens bediende, vervol gens door Kooiman en later door Van der Hulst en ten slotte ook verbaliseerd werd. De O. v. J. eischte tegen Jonker, met toepassing van hetzelfde wetsartikel, eveneens 7 dagen gevangenisstraf. Nog meer ruzie. Piet Morsch, uit de Haarlemmermeer afkomstig, thans te Alkmaar wonende, kreeg het in deze oude Victorie- stad den löden Februari met een mede-Alkmaarder J. F. Hoekmeier genaamd, aan den stok. Vloeken en schreeuwen geen gebrek Hy mishandelde Hoekmeier, omdat deze geen „rondje" wilde geven in een of ander Alkmaarsch café. De O. v. J. eischte tegen Morsch, die al meer is ver oordeeld geworden, deswege tot 14 dagen gevangenis straf. Zoo mag je niet meten. W. J. M. Hubert Seling, een Hoornsch winkelbediende, wa3 in appèl gekomen van eene beboeting door het Herhaaldelijk is de aandacht van binnen- en buiten land gevestigd geworden op h6t onvoldoende karaktei van den Belgischen opsporingsdiensten, misdadigers. In den korten tyd van anderhalf jaar zijn twee gruwe lijke kindermoorden, beide te Brussel gepleegd, onopge helderd gebleven. In aansluiting daarmede heeft nu onlangs de Belgische minister van justitie in de Kamer verklaard het voornemen te koesteren om een dienst van gerechtelijke indentificatie der misdadigers in te stellen, en uit deze verklaring volgde reeds de.minder voor België eervolle bekentenis, dat het land tot heden geen zulkdanigen dienst ryk is. Op deze leemte vestigt nu weer de Luiksche wetsdokter Eug. Stockis de aan dacht in een zaakrijk en lezenswaard opstel. Men herinnert zich nog de bewondering een twintig jaar geleden gewekt door het stelsel van anthropome- trische fiches, van dr. Bertillon. Het door dezen ver dienstelijken man te Parijs in 't leven geroepen indenti- flcatiebureau werd lang vermeld als een toonbeeld en is dan ook in talrijke landen nagevolgd. Doch men heeft sindsdien vorderingen gemaakt. Men heeft beter gevonden, en* de wetenschap heeft een zekerder middel ontdekt, ja een onfeilbaar middel tot indentificatie, namHyk de vingerindrukken. Vaak is gezegd dai het welslagen van een gerechtelijk onderzoek grootendeels afhangt van de nauwgezetheid, waarmede de eerste waarnemingen gedaan worden. Het eerste onderzoek op de plaats der misdaad is derhalve een zaak van het hoogste gewicht en in menig geval i Het is der politie Dinsdagnacht gelukt de hand te gaven de resultaten van dit eerste onderzoek de lyn [eggen op een gevaarlijk individu, een der onbekende aan waarin verder werd gevorscht. daders, waarschijnlijk van de inbraken, welke den laat- sten tijd hier ter stede weer menigvuldig worden. De aanhouding is te danken aan de oplettendheid en den moed van een agent van politie, die dapper werd bij gestaan door een werkman van het stadswaterkantoor De agent betrapte den dader - een 18-jarig jongmensch toen deze bezig was. dc deur te forceeren Van het soiisterrain van een huis aan de Kalkmarkt. Eene I worsteling ontstond, waarbij de aangehoudene den agent met een zakmes in den wang stak. en dus wist te ont vluchten. Voor d etwcede maal gegrepen, nu door den werkman, verwondde hij dezen door een messteek in de linkerhand, zoodat ook deze hem losliet. Daarop gelukte het den agent die de vervolging niet had op gegeven. hoewel hij hevig bloedde, den man voor de derde maal te vatten. Een gevecht van man tegen man ontstond, waarbij de agent nog twee verwondin gen bekwam in de linkerzijde, en het pleit ware wel licht beslecht in bet voordeel van den inbreker, ris niet een tweetal andere agenten hun collega te nulp waren gekomen. Onder hevig verzet werd de dader naar het politieposthuis aan de Oude Waal en ver volgens naar het bureau in de Warmoesstraat geleid. Tusschen de beide openslaande deuren van het bo vengenoemd perceel was een groote beitel geslagen. I>e gewonde agent en de werkman zijn in het Binnen- Gasthuis verbonden. De aangehoudene is een pakhuisknecht J. M. d. J. Op hem werden een aantal inbrekerswerktuigen gevon den, alstwee breekijzers, een steekbeitel, een bliktang. een [schroevendraaier en vele loopers. Hij wordt ver dacht van nog twee inbraken en onderging te dezer zake den volgenden dag een langdurig verhoor. Hoofdagent B. van Dam, aldus luiden de kwaliteit en den naam van den verwonden politiedienaar, wordt in zijne woning verpleegd. De wonden, hoewel ernstig, zijn niet levensgevaarlijk. Toch zal hij eenigen tijd het bed moeten houden. De poging tot inbraak geschiedde aan d,e wijnkooperij van den heer Musbach, Kalk markt 9. In het perceel zijn tevens de kantoren ge vestigd. zoodat het niet twijfelachtig is of de J. was van zins zijne krachten te beproeven op de daarin staande brandkast en lessenaars. Des morgens nam de politie een fotographische opname van de deur met den daartusschen geklemden beitel. Nader verneemt men, dat de J. eene volledige be kentenis heeft afgelegd. Nu weet men, dat er geen twee menschen bestaan wier vingerindrukken geheel dezelfde zyn. Geen veiliger aanwijzing om de indentiteit vast te stellen als juist die vingerindrukken, en deze zijn dan ook op weg om, ln menig geval, de photo te verdringen. Verkregen worden de vingerindrukken door de deseins welke de vleezige toppen der vingers op zekere voor werpen. papier, glas, hout, enz., achterlaten. Wat nu ook hét uitzicht moge wezen van den indruk, ééne zaak staat vast, namelijk deze, dat het vingerdessin, voorhanden van de zesde maand af in het moeder lichaam, onveranderlijk blijft sinds de geboorte tot na don dood, tot het oogenblik waarop door verrotting de samenhang der moleculen wordt opgeheven, onverander lijk in zyn groote lijnen, onveranderlijk in zijn minste bijzonderheden. De vingerindruk is derhalve een on schatbaar bewys van persoonlijkheid. Hy is een wezen lijke handteekening, zoo veilig zelfs, dat men, om te vrijwaren tegen artistiek bedrog, voorgeslagen heeft schilders, plateelbakkers en vormgieters uit te noodigen nevens hunne handteekening tovens den indruk te geven van hun duim op de gipsboelden, schilderijen en H ornrc»! li lz- ra nTCnnoAv rwi-ï -3- Daaruit volgt tevens, dat de vingerindrukken een uitstekend middel aan de hand doen by het strafrech terlijk onderzoek. Immers, nooit hebben twee verschil lende vingers twee dezelfde indrukken geleverd, zoodat op goede gronden mag worden verklaard„Laat mjj uw vinger zien, en ik zal u zeggen wie gij zyt." Men kan, zegt dr. Stockis, het merk van den vinger afdruk eischen by paspoorten, by militaire vrijgeleide- brieven, bjj arbeiderskaarten enz., welke aldus geen ander bewijs van echtheid behoeven. Veilig kan men denzelfden eisch stellen aan alle andere officieele stuk ken, omtrent de echtheid van welke geen twijfel mag bestaan. De algemeen-making van dit stelsel zou leiden tot het bewaren van de vingerindrukken van talrijke individuen, welke ontsnappen aan de gerechtelijke indentificatie en waardevolle vergelykingselementen aan de hand doen in al de omstandigheden waarbij de burgerlijke identificatie noodig wordt geacht. Het is heelemaal niet zeldzaam dat een boosdoener op de plaats der misdaad, buiten zyn weten, den indruk zijner vingers achterlaat en dr. Stockis zelf kon op deze wijze in talrijke gevallen tot de ontdekking komen van den schuldige. Voorts kan de wetenschap der vingerindruk-, ken of dactyloscopie dienst doen by het herkennen van lyken, welke heden al te vaak aan het toeval eener openbare tentoonstelling in de Morgue worden over gelaten. Verscheidene landen maken tegenwoordig alreeds ge bruik van de vingerindrukken by het opsporen der misdadigers. Een curiosum dat nog nader bewijs vereischt zal zeker wel zijn het beweren dat de Chineezen alreeds in de zevende eeuw de vingerindruk ken in burgerlijke zaken als gerechtelijk document zouden hebben aangewend. Van meer gewicht is het feit, dat de identiteitskaar- ton, afgeleverd aan dienstboden in het huidige Egypte, de vingerindrukkon dir orby betrokkenen moeten dragen. In Roemenië is sinds 1903 de indruk van den duim ver plicht gesteld by al de akten van den burgerlijken stand. Sinds 1896 heeft de Argentynsche Republiek de dactyloscopische identificeering voorgeschreven niet alleen voor misdadigers, doch mede voor alle politie-beambten, koetsiers, voerlieden, kruiers en dienstboden, en eischt voorts den vingerindruk op paspoorten en op alle stuk ken, betreffende bankdepöts. In den laatsten tyd heeft de regeering der Vereen igde Staten denzelfden maatregel voorgeschreven, op de Philippijnen, bjj de handteekening van ongeletterden, die gelden in de spaarbank storten, zoodat op die wyze alle verdere getuigen om de identi teit der deponenten vast te stellen, overbodig worden. Hoe zulke vingerindrukken in de practyk by het vast stellen der persoonlijkheid dienst kunnen doen en reeds doen ziedaar een zeer ingewikkelde zaak, wel ke door den Luikschen wetsdokter in de bijzonderheden wordt nagegaan, doch hier al te veel ruimte in beslag zou nemen. Misschien kom ik er eerstdaags op terug, daar dr. Stockis nu spoedig te Brussel in een vereeni- ging van rechtsgeleerden zyn idééën omtrent het prac- tisch nut der dacty'oscopie moet komen uiteenzetten. Voor heden moge volstaan te weten, dat by voorstelt het tot stand brengen van een stelsel van internationale fiches, welke, naar zy'u vaste overtuiging, der justitie uitstekende diensten zou kunnen bewijzen. Wereldstad Misschien is niets zoo geschikt om eenig denkbeeld te geven van de reusachtigheid in elk opzicht - van de wereldstad New York, als de volgende getallen, welke op de stedelijke begrooting voorkomen. Daaruit blykt beter nog dan uit de vermelding van het inwo nertal, hoe ontzaglijk omvangrijk het gemeentelijk be staan van Grooter New York geworden is. Op de New Yorksche begrooting voor 1908 komen de volgende pos ten voor, van welke de bedragen in dollars zyn uitge drukt Brutaal. Gisteren is te Roermond, naar het Nwbl. van Venlo meldt, een verschrikkelijk brutale straatroof gepleegd. Omstreeks 8 uur werd de bode ontvanger van de ge meentelijke gasfabriek, die zijn dagelijksche ronde ge daan had en met eene som gelds naar de gasfabriek ging op den Prinsendijk nabij de Kathedraal, een nog al duister laantje, door een of meer personen aan gerand. Peper schijnt men hem in de oogen geworpen te hebben en er zijn hem verschillende wonden toege- Zijn tasch met een - hij met een bracht, um lascn met oen vrij groote som gelds, die riem om het lijf draagt, werd hem nf- gesneden en ontvreemd. In bewusteloozen toestand is hij aldaar gevonden. Zijn wonden zijn evenwel niet le vensgevaarlijk. De politie doet onderzoek. Eigen schuld. Te Almelc wilde Bouwmeester onlangs niet als Narcis optreden, omdat er in het geheel slechts 36 personen waren. Gisteren te Enschedé was de opkomst voor Narcis ook uiterst klein. De weinige bezoekers von den aan den ingang der groote Sociëteit een met blauw potlood geschreven biljet, vermeldende, dat de voor stelling door ongesteldheid van den heer Louis Bouw meester tot het volgende seizoen is uitgesteld. Vad. een foxter- paar jonge vossen, Straatreiniging Onderhoud en aanleg van parken Politie Gezondheidsdienst Brandweer Burgemeester en bureau van den burgemeester Wethouders en gemeentesecretars Gemeentelijke bibliotheken Dienst van de gemeentelijke schuld Amortisatiefonds 6,632,856 3,078,252 14,350,499 2,279,848 7,483,485 70.000 238,856 954,400 24,576,522 9,767,161 Het op de begrooting voor 1908 voorkomende totaal bedrag der loopende uitgaven is 140,572,266 dollar. eenige in de toonbank geslagen punaises als maat ge- de maand Maart 1908 bruikte of liet gebruiken. Een onbeduidend zaakje, waarvan niet veel meer valt te vertellen, dan dat de 0. v. J ongeveer een gelijke beboeting opnieuw recht doende voorstelde. Anna Paulowna. Aan het postkantoor te Anna Paulowna en de daar- -- - v.. a- Ku v,ori oAtrftvén daarhii onder ressorteerende hulppostkantoren, werd gedurende Hoornsche Kantongerecht die hy had geKreg^ ny maaa(i Maart 1908 in de Rijkspostspaarbank inge- i- u jegd f6056.25 en terugbetaald f561737. Het laatste, door dat kantoor utgegeven boekje draagt het nummer 672. Anna Paulowna, Breezaud. Voor een alhier op te richten harmoniecorps hebben zich reeds 18 leden aangemeld. Koolhandel. Voor de grootste soorten kool worden nu aan den Langedijk nog hooge prijzen besteed, doch naar kleinere soorten en wel voornamelijk roode kool, is weinig vraag, dit is een gevolg van nog groote hoeveelheden van deze soorten in de opslagplaatsen. De marktaanvoer is nog levendigvan 23 tot 28 Maart werden aan de afslagmarkt te Broek op Langendyk nog aangevoerd 97700 stuks roode kool. Het achtste en laatste was een Deuren op slot. A.s. Dinsdag uitspraken. kinder wettenzaakj e. Vingei indrukken hij liet opsporen vau misdadigers. De Brusselsche briefschrijver van het Handelsblad Hertog H. P. von Tintelenburg und Rathenstein-Ny. endt de volgende correspondentie: Moéderhond dig op als haar Aardig. Te Meppel kreeg voor een paar dagen rier jongen; tegelijkertijd ongeveer vond m uren buiten Meppel een hol met zes jvriigv VU03X/U, die ook pas het levenslicht zagen. Men nam de jonge foxjes weg en legde de vosjes er voor in de plaats. past de Reintjeskinderen even zorgvul- eigen kroost en zoogt ze even trouw. Ook eeu hulde. In een op de Veluwe verschijnend blad kon men dezer dagen de volgende advertentie lezen Bij deze brengen wij huidie aan den onbezoldigd rijksveldwachter, die dezer dagen den dag heeft her dacht, waarop hij voo rvijf-en-twintig jaar werd aange steld als jachtopziener in de gemeente P. Wij hopen, dat hij nog vele vervullen; hij laatste jaren jaren zijn taak mag was een trouw oppasser, vooral voor den minderen stand, die in de laatste jaren geen dag of van v""" loanK jaren geen dag nacht last van hem had. Hij werd hier geplaatst in een jachtveld met wild en nu is zoo jammer, alsdat tegen straffe surveillantie in, zijn wild verteerde als sneeuw voor de zon en die enkele haas, dien hij nog heeft, met het doodvoiuiis aan zijn staart loopt. Namens eenige zonen van Nimrod. K. Dc beginselen de.- politiek. Onder het opschrift: „Hoe meester Pennewip kindertjes de eerste beginselen der politiek leerde zen we in de „Voorhoede:" Meester Penntwip is een democraat en levens onwaarschijnlijk -*f 1- 1 den h- hoe len vinden sommige conservatieven dat ook zul- een practiseh man. Als democraat wil hij, dat de kindertjes de natnen der volksvertegenwoordigers kennen. Als practiseh man doet hij dat zoo: „Jantje, sta eens op en zeg me: Wie is het lamste Kamerlid?" Jantje: „Schaper, meester." En wie het onwilligste? Nolens, meester. Wie 't marmelijkste'' T Wie j|^ Wie Wie Wie «v aiuuhciijKsic? Bogaardt, Fruytier en Aal- berse. Wie Wie Lohman. t meest duivelsche? Helsdingen. 't knapste? Bolsius. 't cnschuldigste? Reyne en Lely. de smakelijkste? Bogaardt, Fruytier 't hoogste? v. d Heuvel. 't edelste? De Ridder. t/X/ Wie 't klassiekste? Borgesius. Wie 't koppigste? De Vries. Wie 't draaierigste? Van der Molen. Wie 't gezondste? Arts. uic Wie de beste hengelaars? Pierson en l>e vis. Wie 't meest de man van de klok? Tyde Wit de beste schipper? Zijlrna. En wie 't kerkelijkste? Passtoors. „Mooi zoo Jantje, je kent je les al nu maar weer zitten. goed ga

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1908 | | pagina 8