De verboden Vrucht. Donderdag 9 April 1908. 52e Jaargang. No. 4350. TWEEDE BLAD. Binnenlandsch Nieuws. F E U I LLETON. Friesch in de Kaïner. Men herinnert zich, dat de heer Van der Zwaag deze week in de Tweede Kamer 'n Friesche uitdrukking bezigde, maar die weigerde te vertalen, omdat de heeren, als ze Latijn praten, hem óók niet vertellen wat ze zeggen. De bedoelde passage luidt in de „Handelingen" als volgt „De vorige geachte spreker heeft gewezen op het bekerde rapport Huizinga. Die geachte afgevaardigde neme het my echter niet kwalijk, dat rapport is ge schreven in een geest, dien wij Friezen aanduiden met: „Ryk rekkenje, mar earm telle." Ik weet niet of de heeren die uitdrukking verstaan wanneer dit niet het geval mocht zijn, hoop ik, dat zjj dezelfde moeite zullen willen doen, die wij ons wel eens moeten getroosten om te verstaan, wat er gezegd wordt, wanneer er latjjn wordt gesproken Ik zal het niet voor de heeren vertalen, zij zullen echter zoo aanstonds wel bemerken, wat ik bedoel." „Ryk rekkenje, mar earm telle".... 'n zeer aardige uitdrukking is het toch. Rijk op het papier, maar inderdaad armoe troef 1 Ongeval met een brandspuit. De auto-stoombrandspuit der gemeente Rotterdam, een proefrit doende, kwam heden tegen twaalf uur met volle vaart de Schiekade afrijden, toen zij bij het uit wijken voor een vrachtwagen op de rails der Schie- damsche Tramwegmaatschappij slipte en de chauffeur het stuur kwijtraakte. Het 4500 K.G. wegende gevaarte reed hierdoor full speed op tegen den gevel van het pand No. 94, bewoond door mevrouw Schaberg. Dit huis heef! een ietwat ingezonken stoep met palen en hek werk, die totaal verbrijzeld werden. De dienstbode, die er aan het werk was, zag haar emmer uit de hand i gereden, doch ontsnapte nog tijdig zelf aan het gevaar van te worden vermorseld. Ook zij die op de spuit gezeten waren, kregen geen letsel. De brandspuitmeester werd wel tegen den gevel geslingerd, doch kwam er ten slotte goed af. De spuit werd zwaar beschadigd eerst een uur later uit haar benarde positie bevrijd. De macbinerie'.£zelf bleek ook niets te hebben geleden, zoodat de spuit onder eigen stoom de remise kon op zoeken. Wantoestanden In Limburg. Men schrijft aan het „Hsgez." Gezondheidscommissies zjjn in het leven geroepen, woningwet enz. uitgevaardigd. Maar een groot gebrek, een groote leemte blijft er nog steeds bestaan, vooral in de provincie Limburg, op het gebied van genees kundige hulp. Kan daarin niet worden voorzien Als men weet, dat er in Limburg tal van dorpen en plaat- sen zijn geheel of grootendeels van geneeskundige hulp verstoken, dan is hierin verbetering dringend noodig. Vooral in de noordelijke streek van Limburg is de doktersnood het hoogst gestegenin de gemeenten Meerlo, Wanssum, Well, Grubbenvorst-Lothem, Broek huizen, Arcen, ruim 7000 inwoners, is noch dokter, noch apotheker. Verder in de groote gemeenten Helden, Kessel, Meijel, enz., met een bevolking van circa 8000 zielen, één dokter, géén apotheker. Duidelijk zal het dus zijn, dat men dit wantoestanden mag noemen en dat m dergelijke toestanden spoedig verandering moet worden gebracht. Uit den Drecmelschen gemeenteraad. De zitting van den Dreumelschen raad, voor 't eerst na de staking der raadsleden bijeen, werd bijgewoond door vijf leden. Dadelijk na lezing der notulen begon het tumult over het opnemen van het door het Ud Cruysen gesprokene. Wethouder Van Wely stelt voor het niet-opnemen ervan in rondvraag te brengen. Voorzitter: Dat doe ik niet en dan wil ik u nog wel zeggende heer Cruysen heeft zich in de vorige vergadering beijverd achter mij plaats te nemen. Wan neer dat weer gebeurt, zal ik van mijn recht gebruik maken en de vergadering schorsen. Er is daarna sprake van een bouwplan van acht gemeentewoningen. De heer Cruysen interrompeert den voorzitter. De voorzitter: Mijnheer Cruysen, u moet wachten tot ik verlof geef tot spreken. Cruysen Ge moet fur mijn gin uitzondering maoke. Voorzitter: Dat gebeurt niet. CruysenGe liegt. VoorzitterIk verzoek u te zwijgen. CruysenEn oe verzuuk ik, gin onwaorhede te zeg gen. De veurige keer hedde ok al kapsie gemakt, de K tege oe aonleunde en truug ging zitte, mar de was umda de kachel zoo heet was. 't Mo hier gin schoal- mester worre. Voorzitter: Zwijg! Cruysen: Ik zit hier om 't volk te vertegenwoordi gen en zal op den rechten tijd spreke en zwijge. VoorzitterAls er geen orde is schors ik de vergade ring. Er zal aan de oproeping van een onderwijzer met landbouwakte toegevoegd worden, op voorstel van wethouder Van Wely„vrij van sterken drank De heer Cruysen wil voortaan de lezing de notulen aan het slot der vergadering en kondigt, daar het rogbmert van orde zich er tegen verzet, een voorstel tot wijziging van dat reglement aan. Dan mot te mar zien wa wij doen 1 De inspecteur van politie te Tiel woonde op laat van de justitie, de vergadering bij. Ongeluk. Ie Noord wolde was Zaterdag de arbeider J. S. Mul der naar de graverij en zijn vrouw 's middags om streeks half yijf eenige oogenblkken naar de buren, toen twee kleine kinderen, alleen thuis, met lucifers begonnen te spelen. Gevolg: het bij bet huis staande schuurtje in brand en vervolgens de woning. Een der buurvrouwer was bij machte de kinderen, waarvan de kleertjes al brandden, te redden. Huis en inboe del zijn totaal verbrand, alsmede een schaap en 3 lam- moren, een geit en een hond met hare twee jongen. De woning was verzekerd. Hoe laag Te Enschede heeft een 15-jarige jongen een voor den wagen gespannen paard van de Expeditie-onder neming Van Gend en Loos een brok ongebluschte kalk in den bek geduwd, waardoor het arme dier zich deerlijk aan bek en tong brandde. Het moest worden gestald en onder behandeling worden gesteld van een veearts. Tegen den jongen is proces-verbaal opgemaakt. Dunr goedje. Te Wageningen werden op een verkooping van een inboedel 10 blauw porseleinen bordjes, voorstellende ha- ringvisscherij, verkocht voor f 1190, plus de opcenten. Vreeselyk ongeluk. Een vreeselijk ongeluk heeft te Haps bij Mill nabij het station plaats gehad. Bij het rangeeren van den goe derentrein van 9.25 is de conducteur Buckinx onderden trein geraakt, vreeselyk ve'minkt, bijna middendoor ge reden. De ongelukkige was onmiddellijk dood. Hy laat eene vrouw met vyf kinderen achter. („'8-Hert. Crt.") Diefstal a la KOpenick. Zekeren J., te Nijmegen woonachtigen timmerman, bekroop deze week de lust zich eens aan het Schiedam mer nat te goed te doen, doch het ontbr-ik hem aan het noodige geld. Hy wist evenwel raad hy zocht een twee tal collega's op, die zonder werk waren, deed zich voor als de aannemer van het sloopingswerk van de kazerne gebouwen en nam beiden in dienst. Vervolgens wer den door hem als baas van het zaakje eenige ladders en een handwagen gehuurd en toen toog dit drietal naar de oude Mariënburg kazerneeen ladder werd te gen het dak geplaatst en in korten tyd waren door het drietal eenige bladen lood losgebroken, op den wagen geladen en daarna by een opkooper verkocht voor f 30. De helpers kregen nu achterdocht en weigerden hun verdere hulp, met bet gevolg, dat de zaak uitlekte en de pseudo-aannemer werd gearresteerd. („Nijm. Ct.") Arme kikkers. Men schrijft uit Oostelijk Zeeuwsch Vlaanderen Nauwelijks beginnen de kikvorschen uit hun winter slaap te ontwaken, of er wordt weder jacht op deze nuttige diertjes gemaakt. Het zyn Belgen, die, van een schepnet voorzien, langs de slooten gaan en zoo de kik kers weten te bemachtigen. Zy verzenden de diertjes naar Parijs, a'waar ze door smullers op prijs worden gesteld. In België zyn de kikvorschen door de wet be schermd by ons te lande niet. Het ware echter wel wenschelijk, want millioenen voor den landbouw scha delijke insecten worden door de kikkers verdelgd. O jé! Naar w(j vernemen bestaat er veel kans, dat de helft van de bekende Indische millioenen-erfenis te Deventer terecht zal komen. Blijkt zulks het geval te zyn, dan zyn er vier erfgenamen2 daar ter stede, 1 te Zalt Bommel en 1 te Rotterdam en zal de sergeant te 's-Her- togenbosch zich tevreden moeten stellen met een goede 3 ton in plaats van lj millioen. (Zw. Ut.) Prins Hendrik en de landbouw'. Z. K. H. de Prins der Nederlanden heeft aan de voor zitters der verschillende vereenigingen en maatschap pijen van landbouw, alsmede aan eenige voormannen op landbouwgebied een uitnood iging verzonden om Donder dag 23 dezer in het Koninklijk paleis te Amsterdam een bespreking te houden over de wonschelijkheid van het tot stand brengen van een centrale organisatie, in ver band met het landbouwtentoonstellingswezen. De „klepper" te Scheemda. In 1907 werd op last van den burgemeester der ge meente Scheemda (Gr.( een nachtwacht geverbaliseerd wegens het luide verkondigen van het nachtelijk uur. De nachtwacht werd veroordeeld en het vonnis werd zoowel door het Gerechtshof te Leeuwarden als door den Hoogen Raad bekrachtigd. Thans heeft de Gemeenteraad van Scheemda met 7 tegen 4 stemmen verworpen een voorstel van B. enW., om afwijzend te beschikken op een verzoek der nacht wachtcommissie tot wederinvoering van het luide ver kondigen van het nachtelijk uur. De Voorzitter zei bespreking met den heer ambtenaar van het O. M. te Winschoten toe. Waarschijnlijk komt dus weer dezelfde quaestie van verleden jaai aan de orde. Een plechtige uitvaart. Uit Mandal, een havenstadje van pl. min. 4000 inwo ners aan de Zuidkust van Noorwegen, Oostelijk van Kaap Lindesnes, wordt aan „De Ned." medegedeeld dat daar werd begaven Lambertus van Laten, uit Rotterdam, de jonge kloeke zeeman, die zyn leven verloor bij de ontploffing van de „lnglewood" (op weg van New-York naar Stockholm met een lading nafta). De begrafenis geschiedde op de meest eerbiedige wijze. Alle vlaggen waren halfstok geheschen, en een over vloed van kransen volgde het lyk. Alle aanwezigen weenden, toen de Oberpfarrer Harbitz de lijkrede hield. Een krans van de ouders werd door bemiddeling van het Ned. consulaat neergelegd. Een krans van de ree- dery, door den reeder zelf, die met een extra-boot ter begrafenis gekomen was. Vele dames en alle notabelen volgden den stoet. Arme journalist. Donderdagavond is ;de rechtbank-verslaggever van „De Telegraaf" in den Rembrandt-Kelder te Amsterdam op onverhoedsche wyze aangevallen door Van Opstal, vroegeren houder van het speelhuis „Zum Löwen", en Kok, die in dat huis als croupier werkzaam was. Een der beiden slierde hem een jas over het gelaat, waarna hy een hevigen slag tegen 't hoofd bekwam, en zich het woord schurk toegevoegd hoorde, wat vergezeld ging van een tweeden slag tegen zijn schedel. Hierna werd zjjn achterhoofd met een hard voor werp bewerkt, en waarschijnlijk zou de mishandeling zyn voortgezet op ernstiger wijze, daar men hem met een tafel te lyf wilde, als niet de heeren, met wie hy in gezelschap was, tussehenbeide waren getreden. De vijandelijkheden der heeren Van Opstal en Kok zijn, c. dat een kring worde getrokken rondom het markt terrein, waarbinnen de kaas worde bezorgd en dat de kaas, welke binnen dien kring niet te bezorgen is, worde afgehaald; d. dat 's morgens by elk veem het aantal noodhulpen met twee worde versterkt, zoodat met 8 man in een veem gedragen worde in plaats van met 6; e. dat op hetWaagplein boomen worden geplant; f. dat de voor uitbreiding van het marktplein aange kochte woningen worden afgebroken en g. dat breedere draagpaden tusschen de stapels kaas worden opengelaten. Op dit adres dienende van prae-advies, deelen B. en W. mede, ten aanzien van het verzoek: sub. a. dat vermeerdering van waagmeesters noodig noch wenschelyk is, zoolang het aantal schalen niet ver- meerderd wordt D^drje waagmeesters zijn alleszins meent het blad, een uitvloeisel van de wyze waarop het 'n s^aa'; ,de vl_er sc^a'6P ^dienen. Aan uitbreiding - won anno on b-nn ttaavo hondn nnnni .l i. speelhuis indertijd is besproken. Er is aangifte by de politie gedaan. Schoolwagen. Eenig in zyn soort is een kinder-omnibus, die 's mor gens een 20 a 30 kleintjes van 3 tot 6 jaar van huis afhaalt en 's middags thuis brengt; 't zyn leerlingen eener bewaarschool, die in een der Haagsche buiten wijken (Fiederik Hendriklaan) gelegen is. De directie der school kon by haar verhuizirg uit de binnenstad naar dit gezonder stadsdeel, haar leerlingen behouden, mits zy een middel wist te bedenken, om ze zonder govaar van regen en koude in haar inrichting te bren gen. Nu behoeft geen geleide te worden gegeven. De directie zelve, vergezeld van een onderwijzeres, zit in den omnibus, door de kinderen als „schoolwagen" gedoopt. De kinderen komen met droge voeten en kleeren thuis en hebben dagelijks het pretje van ryden. En als een kind na mogelijke afwezigheid weer van de party is, wordt de wagen van binnen versierd. De rit duurt een goed uur. Het paard weet waar hy moet stilstaan en zou, zelis zonder koetsier, zyn weg kunnen vinden. Keuringsinisère. Het „Nieuwsblad v. h Noorden" schryft Een niet onverdienstelijke bijdrage tot het vraagstuk der afkeuringen van miliciens, waaruit ten duidelijkste blykt, met hoeveel bedrog en onwil de militaire autori teiten en vooral de geneesheeren keurders dikwijls te worstelen hebben, is het volgende, dat ons uit goed in gelichte bron werd medegedeeld. Een milicien van de laatste lichting, te Groningen in garnizoen, beweerde, dat zijn oogen slecht waren en hy er niet voldoende mee kon zien. Een onderzoek door een deskundigen arts gaf omtrent het gebrek geen licht. Men vermoedde, dat de man veinsde, maar kon het hem niet bewyzen. Hy werd dus opgezonden naar het instituut voor oog lijders te Utrecht ter observatie. Maar ook daar werd men niet wjjzer, de mil cien bleef zich half blind hou den en de dokters bleven aan die blindheid twijfelen. Totdal een hunner een truc bedacht. Hy ging op zekeren morgen naar den milicien, gaf hem een papier en zei: „Je bent afgekeurd; lees nu deze verklaring maar even voor en teeken haar, dan kan je gaan." De milicien liep er in. Hij las en.zit nu te brom men voor al den last en de moeite, die hy den dokters heeft veroorzaakt. Nog een ander geval: Een milicien simuleerde een slappen linkerarm te hebben. Ook dit duurde dagen en dagen tot hy einde lijk, het telkens geobserveerd worden moede, door de mand viel en aan een sergeant-majoor bekende, dat zyn broer hem theorie had gegeven en hem had verteld hoe hy moest handelen om vrij te komen. Deze delinquent stond dezer dagen terecht. Weer een ander deed alsof hy X-beenen had. Ook bij hem had de dokter dagen lang werk, vóór geconsta teerd kon worden, dat hy veinsde. Ook hy had theorie gehad van 'n ander. Domme jongens toch 1 Maar ookwat 'n geduld heb ben die doctoren toch noodig bij zulke individuen! Alkmaar, 5 April 1908. Ged. Staten dezer provincie hebben geweigerd goed keuring te verleenen aan het raadsbesluit van 4 Maart 11., no. 8, tot het aangaan van eene geldleening, groot f 250000 tot betaling der kosten van het gemeente-slacht huis, af te lossen in 50 jaren bij gelijke annuïteiten, uit overweging, dat by eene dergelijke leening de aflossingen in plaats van minder, steeds meerder worden. Het komt B. en W. voor, dat thans gebruik moet worden gemaakt van de bevoegdheid aan de gemeente besturen by art. 200 der Gemeentewet toegekend, om van deze weigering bij de Kroon voorziening te vragen en waarbjj dit college door den Raad wenscht te worden uitgenoodigd al datgene te doen wat kan strekken om de verlangde goedkeuring te erlangen. B. en W. hebben den Raad tevens voorgesteld te vol doen aan een by hem ingekomen adres van don Raad der gemeente Zuid Scharwoude, oni met de H. I J. S. M. een contract af te sluiten, omtrent het behoud van de spoorwegverbinding Broek op Langendyk—Zuid-Schar- woude—Alkmaar voor reizigersvervoer, en daartoe aan gemelde maatschappij als exploitante een jaar-opbrengst te garandeeren van f 10000, in dier voege, dat Alkmaar in die garantie deelt voor f3500, Broek op Langendyk voor f 5000 en Zuid-Scharwoude voor f 1500, onder bepa ling, dat hetgeen terzake dezer garantie nu en later mocht worden betaald, aan de gemeenten zal worden gerestitueerd uit eventueele batige saldo's, dus bij eene hoogere opbrengst dan f 10000, welke saldo's vooraf zullen verminderd worden met 4 der kosten van noo dig gebleken en tot stand gebrachte uitbreidings- 9n verbeteringswerken. In een uitvoerig schrijven heeft de Kamer van Koop handel aan den Raad, met betrekking tot de kaasmarkt, een verzoek gericht, hetwelk kort saamgevat hierop Een zoo groote lijkstoet weid in het stadje, naar het neer komt: telegram zegt, nooit eerder gezien. Zeelui droegen de j a dat het aantal waagmeesters met één worde ver- kist. Vereenigingen van zeelieden volgden met hun meerderd banieren. Een zang vereen iging zong in de kapel aan dat voor kaasvervoer van de markt meerdere wa het graf. Dames uit de stad hadden de kist versierd, gens beschikbaar worden gesteld; van schalen kan voorshands evenmin worden gedacht, omdat de bestaande geenszins met werk overbelast zyn. De vertraging soms van het marktverkeer is niet gele gen in het meer of minder snel wegen der kaas, maar in de wijze, waarop de kaas in de schuiten en pakhui zen wordt geladen. Konden de belaste berries spoedi ger ontladen worden, dan zou er ter markt nimmer eenige vertraging zyn. Een middel daartoe te zoeken, bevelen B. en W., die daarin tot heden niet slaagden de Kamer van Koophandel aan sub b. dat de President-Waagmeester, zoodra hem kenbaar werd gemaakt dat er wagens te kort waren, steeds meerdere wagens laat halen. Van de zyde van B. en W. is daartegen nimmer bezwaar gemaakt, (van een tekort aan wagens behoeft dus geen sprake te zyn); sub c. dat de afstand voor het bezorgen van kaas, reeds vroeger vastgesteld, vrywel overeenkomt met het voorstel der Kamer; sub. d. dat uitbreiding van elk veem met twee dra gers evenmin noodig is, wyl dezen elkander slechts in den weg zouden loopen; sub e. dat omtrent het planten van boomen de Pre sident-Waagmeester eenige kooplieden heeft geraad pleegd, die dit onvoorwaardelijk meenen te mogen af raden. Intusschen blyft de aandacht van B. en W. op dit punt gevestigd. Elders heeft een proef niet voldaan sub f. dat aan dit verzoek der Kamer bereids uit voering wordt gegeven, en sub g. dat hieraan zal voldaan worden, zoodra het marktplein zal zyn verruimd. Op grond van het bovenstaande geven B. en W. in overweging aan de Kamer van Koophandel te berichten, dat aan de in haar schryven aangeroerde onderwerpen, de noodige aandacht wordt geschonken. Steiger ingestort. Vrijdagmiddag heeft te Roermond in de Protestant- sche kerk een ernstig ongeluk plaats gehad. Zekere J. Peters, L. Capiaux en Th. Haldermans, bezig zynde met het verrichten van schilderwerk in die kerk, had den het ongeluk, dewyl de stellage, waarop zy stonden, brak, naar beneden te vallen, ten gevolge waarvan zjj inwendig werden gekneusd en uitwendig verwond. Peters en Capiaux zyn naar de woning van eerstge noemde gebracht in afwachting van geneeskundige hulp, terwijl Haldermans naar zijne woning aan de kapel werd vervoerd. Hun toestand is vooralsnog niet levensgevaarlijk te noemen. (^l. k.") Landverloting. De Armvoogdy te St. Pancras verhuurt hare landerijen by loting tegen een vastgestelden prijs. Vrijdagavond werd een akker bouwland groot 10 snees, welke tusschentyds uit de huur was geraakt, bjj loting ver huurd voor f2.50 per snees, waarvan de gelukkige winner was C. Bobeldyk. Oudeslais. In den kring van het Hulppostkantoor alhier circuleert een adres aan den Directeur-Generaal der Posterijen en Telegraphie, om eene tweede postbestelling per dag in de buitenwijken. Zeister moordzaak. Men meldt uit Utrecht: De beklaagden in de Zeister moordzaak zullen Donder dag 21 Mei of Donderdag 4 Juni en volgende dagen voor de Rechtbank alhier terecht staan. Niet minder dan 85 getuigen worden gedagvaard. Dood aan de mnsschen. Te Haarlemmermeer begint eene groote vervolging tegen de musschen. Vanwege de landbouw-afdeeling aldaar werd voor iedere doode musch één cent, voor elk ei een halven cent betaald. Aan een twaalftal adressen kan een en ander inge leverd en betaald worden! Een geslaagde Aprilgrap. Enkele onzer katholieke bladen zijn er op 1 April naïeveljjk ingeloopen met een al te doorzichtigen mop, handelende over „De nieuwe Specula Pio Vaticana." Op deze sterrenwacht zouden een aantal mirobolante ont dekkingen zyn gedaan door den directeur, pater Hagen, welke, gewapend met zyn nieuwen kijker, waarmede men niet alleen zien, maar ook hooren kan, de onmoge lijkste dingen ontdekt zou hebben. Bijvoorbeeldop de maan en op de planeet Mars zouden duidelijk levende wezens zyn waargenomen; dan zou met behulp van den reflex van een krachtigen dubbelspiegel de achter zijde van de maan te zien zijn geweest. Daar woonden ook menschen, of ten minste levende wezens, die sterk verschillen in hun levensomstandigheden van de aard- sche. Eindelyk zou er, dank zy de electrisch-telefonische overbrenging van de hemel-klanken, duidelijk muziek te hooren zyn geweest. De nonsens is in zyn soort niet kwaad. Al 8 men er inloopt, is het beter te lachen en daarna te zwijgen. Anti-revolutionnaire raadsleden. Donderdag j.1. kwamen een tiental anti-revolution naire gemeenteraadsleden uit onderscheidene plaatsen van Zuid-Holland te Rotterdam te zamen, die, onder de leiding van den heer A. van Namen Hz., van Zwijn- drecht, als voorzitter en van mr. F. Fernhout, van Roman van PAUL OSKAR HöCKER. o 30. Gustaaf wiong zich de handen. „En de openbare meening? ol J iH.r,,s met daarvoor zorgen, de Druhsens en Slanj^nlx.„s m al hun aanhang, dat het rondgebazuind ja, zij heeft een avontuur gehad, maar mijnheer de gemaal heeft het niet zoo nauw gnomen? Heen nel eenvoudig doodgezwegen. Heeft gedaan, also was gebeurtLIs dat niet om dol te wordeni? Wat wapen heb ik daar tegen? Men maakt ach o J discretie maar vroolijk. Niemand die gelooft. in den grond tenminste ik persoonlijk ja, dat ik van de onschuld steeds ben overtuig ge V»CGSt Zijn onzekere toon. zijn gelaatsuitdrukking, zijn hou ding logenstraften zijn woorden. Maar oom Bodo hielti hem dadelijk bij zijn woord vast. „Godlof. Dat is toch de hoofdzaak mijn jongen. Dat is toch iets heel verkeerds als men aan inblazingen van vreemden gehoor geeft. „Dat zegt u mij oom Bodo? U hebt mij steeds voorgehouden, toen ik nog een jongen was; houd al leen daaraan vast. dat wij Sueco's een bezit hebben, dat ons niemand kan ontrooven, en dat is ons wapen, onze 'naam." Oom Bodo knikte. „Ja op dat standpunt sta ik ook nu nog. Maar wanneer men in zulke zwarigheden ge raakt met zichzelf dan mag gerust worden gezegd, dat men door veel lawaai te maken het wapen met blanker maakt." A „Dus moet ik gehoorzaam zijn en voldoen aan de eisehen van Plaschke?" „Het is in alle gevallen het eenvoudigste om een klachtt ot scheiding in te dienen op grond van moed willig verlaten. Dat komt bovendien de waarheid het meest nabij. En een aureool weeft het bovendien ook niet om haar hoofd Wanneer je dan persé eenige ge- doening hebben wilt. „Ja die moet ik hebben. Want ik haat haar. Zijh eeft mij zoo ongelooflijk diep beleedigd. Dat onbe- duidende, jonge ding. Wanneer ik er aan denk, hoe ik haar vroeger tot me heb genomen, wat ik door- 1 gemaakt heb. wat ik tegenover u allen heb moeten doorvechten om haar te kunnen trouwen. Neen, neen, neen oom Bodo, gij kunt niet begrijpen, hoe zwaar het is, zich zoo teleurgesteld te zien en toch gentle man te moeten blijven.'' „Je bent daartoe verplicht. Jouwentwege, onzentwege. Niet ter wille van je vrouw." Hij knikte. Dan haalde hij diep adem en zeide vast beraden: „Niet harentwege. Goed U heeft gelijk. Oom Bodo regelde daarna met Jutta's vader alles wat noodig was Hij was heel blij, dat de zaak nu zonder al te veel schandaal zou kunnen passeeren en zeer in zijn nopjes vertrok hij uit Berlijn. Jutta had in den loop van den zomer twee brieven gekregen, die een Arabisehen postzegel droegen Zij i\vuren in Bedrachein op de post gedaan en kwamen ongetwijfeld van haar vriend, den Egyptenaar. Maar zii opende ze niet. maar gaf ze aan haar vader, toen deze op een volgende inspectiereis naar Singapore ging. Hij moest immers in Cairo halt houden. Iets afspreken deden zij niet met elkaar Plaschke was veel te fijngevoelig, om ook maar met een woord ernaar te vragen, wat Jutta met het teruggeven van deze brieven in den zin had. Overigens begreep hij dat deze handeling haar oorzaak had in haar trots en met in haar voorzichtigheid. Zoo liet hij met een zwaar hart zijn dochter alleen in Breinen achter. Met hem mee te gaan, daartoe was ze niet te bewegen. De bespoediging van het proces eisehte haar tegenwoordigheid in Duitschiand en haar eergierigheid was het, die haar gebood goede leer meesters te nemen, opdat wat er nog aan haar kennis ontbrak dooi' goed onderwijs aan te vullen. Zij was immers zoo jong getrouwd, en het leven in de kleine stad, dat alleen gebaseerd was op uiterlijk vertoon, scheen haar nu toe, verloren lijd te zijn, dien zij zoo vlug mogelijk moest pogen in te halen. riendschappelijki n omg.ing,die h iar ondanks haar echt scheiding, door dc kennissen en vrienden van haar vader geboden werd. ontweek zij geheel. Nieuwe men schen wilde zij niet leeren kennen. De kleine jong gezellen huishouding van haar vader vond zij behaaglijk en dat was haar meer dan voldoende. In stilte, zoo hoopte zij, bracht zij het gemakkelijkst weer orde en regel in haar denken en voelen. Natuurlijk was het gebabbel over haar roman ook tot in dezen vriendenkring doorgedrongen. In het krin getje, waarin zij Haliaansch, kunstgeschiedenis en littera tuur beoefende, beging een snippig meisje zelfs bij gelegenheid de takteloosheid, haar direct naar haar schei ding te vragen, dat moest toch zeer interessant zijn. Maar daar Jutta ongenaakbaar bleef en in haar zelf gekozen verbamiiiig elke mogelijkheid om haar te na deren afsneed, sliep weldi'a alle gehabbel weder in. In .Vlei zou Plaschke. wanneer hij van de inspectie reis thuiskwam, met-zijn dochter in de een of andere Italiaansche haven samenkomen. Jutta verliet Bremen reeds met Pasehen en reeds weinige dagen nadat het scheidingsvonnis was uitgesproken. Nog op liaar reis naar het Zuiden veranderde zij meermalen van route en doel; het was haar nu nog niet mogelijk, zich reeds dadelijk op da een of andere groote badplaats neer te laten. Haar vader schreef haar in eiken brief; het was noodig dat zij zich verstrooide maar neen, zij wilde integendeel haar gedachten steeds beter verzamelen. En dat kon zij in het een of ander stil, landelijk oord in de bergen beier, dan in een druk hotel, waar zij er geen dag zeker van was, den een of anderen bekende te ontmoeten, aangesproken, of gevraagd te worden, ja op z'n minst gegroet. En er kwam bovendien nog bij, dat zij als alleenrei- zende id-aine, een opvallende verschijning bleef. Een gezelschapsdame, die zij betaalde, wilde zij niet om zich heen hebben. u11 sJ°*'fc 'naakte zij in den Harz halt en daarna in het Schwarzwald. In de hotels trok zij meermalen de blikken der gasten tot zich. Merkwaardig scheen haar daarbij één ding toe Nu, nu ze alleen reisde waren het meer de dames, die zich voor haar interes seerden, haar tenminste direct taxeerden of zij een meisje of weduwe was. De heeren gedroegen zich met meer takt tegenover haar of ook meer gereserveerd. Waarom? Een indrin gerigheid. zooals Stangenberg en de kolenbaron te gen haar zich hadden veroorloofd, terwijl zij de natuur lijke en wettige bescherming van haar echtgenoot had gehad, overkwam haar op deze reis in geen enkel opzicht. Deze waarneming was voor haar een waarde volle bijdrage voor de kennis der mannenwereld en haar politiek. Zij was met Allerheiligen weder weggetrokken, om dat zij liet bij den zachten drang om aan de ,table d hote te verschijnen, niet kon doordrijven om weg te blijven, zonder zeer onbeleefd te schijnen. Nu ging zij naar- Zwitserland, zij wilde de volgende weken van liet voorjaar in een klein berghotel in Engadin door brengen. Op haar reis van Zurich naar het Rijndal leerde zij vanuit den sneltrein vluchtig het door rotsen om zoomde Wallenmeer kennen. De trein stopte in Weesen, stoomd edoor een langen tunnel en toen hij weer in het daglicht kwam, gleed i tljdlaI1£ 'an8s Óen rand van het meer. In den coupé, waar zij zat, volgde de eene uitroep van verrukkmg op den andere. „Is dat het Vier Waldstadter meervroeg Jutta's buurman, die blijkbaar niet best op de hoogte was, waar hij zich bevond. Tegenover haar prevelde iemand zoo iets van Axenstraat en tastte naar haar spoorboek. Slechts een kwartier lang genoot men het panorama, daarra boog de lijn naar het Zuid-Oosten om. Eerst gemakkelijk, maar later kuchend en hijgend ging de ti eiii omhoog, men kwam in het Rijndal, en nieuwe land schapsbeelden doken voor de oogen der reizigers op. (Slot volgt.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1908 | | pagina 5