Zondag 3 Mei 1908.
52e Jaargang. No. 4357.
VIERDE BLAD.
LOSSE BLADEN
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
V rou wenkiesrecht.
Uit en voor de pers.
Binnenlandsch Nieuws.
uit het Boek van
I I D I l' S
VIII.
Zooals een man, die slechts een eenig ooi
Bezat, dat uit zijn beker dronk, en brood
Al uit zijn hand en sluimerde in zijn schoot
In plaats van eenzaam in een houten kooi.
Zooals die man dat ooi zijn liefde bood
Als waar' 't zijn dochtertje, en met bloementooi
Het wollig nekje sierde, och, zoo mooi!
Zoo heb ik u gekoesterd en vergood.
Gij waart mijn ooi, mijn uitverkoren lam,
L)ie uit mijn beker dronk en met mij sliep;
Die altijd vriendelijk mij tegen kwam,
Wanneer ik u met lieve namen riep.
Uw stem was
Mijn kind, mijn
aan mijn oo
lieveling,
het
mijn
liefst geluid,
zoete bruid
Zitting van Dinsdag 28 April 1908.
Keu verduiveld handig heerschap.
't I« een onberispelijk nette verschijning, die 24-jarige
te Deventer geboren eerste beklaagde van heden.
Gestoken in een lichtkleurig zomerpakje colbert
costuum dat h9m keurig stond, hooge boord en
hagelwitte manchetten, 'n innemend gelaat, goed onder
houden, kort geknipt blond haar en zonder eenige ge
maaktheid in voorkomen en manieren, zag men in hem
het type van den echten man van de wereld voor je.
Wat was er allemaal met hem gebeurd? Luister,we
zullen het trachten te vertellen.
Na een reeds vrij stormachtig verleden, kwam het in
't vorige najaar onzen goeden vriend in den zin om
ons aardig gelegen Kennemerland te kiezen als de
plaats waar hij zich wilde vestigen met de hoop, hier
een schitterende toekomst tegemoet te gaan. Met zijn
Incasso bureau en het uitgeven van allerlei voorlichtin
gen op handelsgebied, ging het niet best en zijne te
Haarlem gevestigde zaak boeide hem dan ook niet
genoeg meer om hem van zjjn vertrek naar Bergen,
waar hij in Sept 1907 „en pension" ging, terug te
houden.
Héél Noord-Holland door had Willem Hendrik Broek
huis, zoo heet dit heerschap, geïnformeerd naar de
drukkerij „Hollandia" te Egmond a. d. Hoef en 't letk
hem wel een zaakje toe, waar hij wat van zou kunnen
maken.
Pension was door Broekhuis, die reeds man en vader
is, voor hem en zijn gezin besproken bij Koenraad
Bogtman, pensionhouder te Bergen. Maar deze had nog
andere menschen en tot het tijdstip van hun vertrek
moest Broekhuis dus bjj anderen omzien naar een
tijdelijk onderkomen.
Dat vond hij door Bogtman's bemiddeling bij een
anderen Koenraad, nl. bij den heer K. Prins, waar hij,
volgens diens vrouw, graag had willen blijven,opgrond
van de kwade geruchten, die hij (Broekhuis) van
Bogtman verklaarde te hebben gehoord.
Zóó erg stelde Wim die geruchten voor, dat hij
Bogtman wel eenige schadevergoeding wou geven, als
hij het maar kon afkoopen om er over huis te komen
en later bood hü Bogtman aan, deelgenoot te
worden in zijne zaakmaar zoover zijn we nog
niet.
Broekhuis was later wel zoo goed geweest, het geval
doodeenvoudig om te keeren en pertinent te beweren,
dat Jaantje (de vrouw van Prins) hém allerlei kwaad
van Bogtman zei. Of z(j daar heden ook heftig tegen
protosteerde 1 Enfin, Bogtman's menschen waren ter
bestemder tijd weg en Wim nam met al z'n aanhang
bij hem zijn intrek.
En de drukkerij „Hollandia"? O, dat ging opperbest
met reuzenschreden den kelder in, weldra
Bjj Broekhuis' arrivement te Bergen behoorde die
zaak aan den 32-jarigen Piet Jonker, thans No. 26 ge
merkt als milicien, overigens beschreven als drukker
uitgever te Egmond a. d. Hoef.
't Was wat men noemt een verloopen zaakje en
Jonker kon best een flinken kranigen kerel gebruiken
tot hulp. 'n Mooie stand van zaken alzoo voor den
held van ons opstelletje voor den ondernemenden
Broekhuis I
't Duurde dan ook kort, of bij had het zaakje met
Jonker voldoende besproken om tot eene associatie te
komen want praten kan Wimpie weerga's best.
Piet bleef eigenaar der zaak en daarin werkzaam,
maar Willem werd het hoofd van 't boeltje en zou de
geheele geschiedenis er flink bovenop brengen. Op
29 November was men dan zoover gekomen, dat Broek
huis zijne taak als hoofd van de zaak aanvaardde
Op 17 December d. a. v. kreeg hij het in 't hoofd van
pension te veranderen en retireerde hij met do zijnen
naar Egmond a d. Hoef, waar hij zijn intrek nam bij
den heer J. Schellekens, onderwijzer aan de O. L. school,
waar hij bleef vertoeven tot 28 Januari 1908 en die
weldra ook al employé werd bjj de „Hollandia", even
als zekere Antonius Hubertus Jansen, een 49-jarige
onderwijzer, thans te Nibbixwoud werkzaam als zoo
danig.
Jonker was aanvankelijk wel in zijn nopjes als eige
naam van „Handelsprotector"- voerde, tot vollen bloei
zien komen. Toch ging het niet erg voor den wind en
weldra rijpte in zijn brein het plan. om een financiöele Dit
Gids uit te geven.
Zoo gezegd, zoo gedaan. Maar 't aantal abonné's was
zóó luttel, dat deze Gids alweer spoedig bij den onder
nemenden uitgever het veld moest ruimen voor de uit
voering van een ander lievelingsidéede uitgave van
den Credietgids.
Doch ook deze „Gids" verdwaalde spoedig en Wim
ging het eens met „De Tooneelkijker" probeeren.
Maar dat pakte ook al heel spoedig slecht uit en al
kijkende, verdween ook de Tooneelkijker. Proefnum
mers.. ja, ze werden verzonden, maar de uitgave leek
geen levensvatbaarheid te hebben.
By al die mislukkingen moest er aan de oudere uit
gave van het weekblad „Duin, Bosch en Z6e", dat nóg
bestaat, meer zorg worden besteed, vond Broekhuis. Dat
blad werd dus op veel mooier (en duurder) papier ge
drukt en grooter formaat en men verkreeg wel eenige
nieuwe abonné's, maar die leverden lang niet zooveel
voordeel op, dat de meerdere kosten der uitgave daar
door gedokt konden worden. Ook de regeling van de
werkzaamheden van het drukkerij-personeel door Broek
huis ging wat vreemd. Scheen het aanvankelijk, dat
door het vertrekken van den meesterknecht Sjoers een
betere toestand geschapen werd, of althans in uitzicht
werd gesteld, weldra bleek die verbetering meer in
schijn dan in wezen te bestaan.
Er werd wel véél overgewerkt en door des uitgevers
herhaaldelijk gewijzigde plannen was er drukte genoeg,
maar't wierp geen winsten af.
Toch was Wind brutaal genoeg, om Koenraad Bogt
man wijs te maken, dat de zaak „best marcheerde" en
vooruitging. Zfin doel was, Bogtman's financiöele hulp
te verkrijgen en werkelijk wist hij den heeien rommel
zoo mooi voor te stellen, dat hy tweemaal een aanzien
lijk bedrag van dezen loskreeg en dat was het, wat hem
heden als beklaagde voor de vierschaar voerde.
Hij werd van'niets minder beticht we verzuimden
nog maar steeds, onzen geduldigen lezers te vertellen,
waarvoor hij moest terechtstaan, maar nu wordt het
toch eenstijd nietwaar, dat verzuim in te halen dan
van oplichting 2 maal gepleegd, door opzettelijk, bedrie-
gelijk, valschelijk en listiglijk Bootman te bewegen,
hem een paar keeren een aanzienlijke geldsom te ver
schaffen. De eene maal wist hij f527 los te krijgen,den
anderen keer f 280. Dan heette het, dat er enorme par
tijen papier waren besteld of reeds gearriveerd, een an
der maal was het de aanschaffing van nieuwe letter
soorten, die groote geldelijke offers heetten te eischen,
en zoo loog ons Broekie maar door op een manier, dat
je er gewoonweg „paf" van staat.
Ook had hij aan Bogtman dermate zijn vertrouwen
geschonken, dat hij dezen uitvoerige verhalen deed om
trent de schulden van zijn papa, den ouden heer Broek-
nuis, met wien hij vroeger gezamenlijk zaken deed. Die
samenwerking was op zoodanige wijze opgeheven ge
worden, dat op Wim de taak bleef rusten, de schulden
te delgen.
Die schulden, zoo werd Bogtman verder ingelicht, be
droegen oorspronkelijk 20 mille, maar de huidige stand
van zaken was zoodanig, dat nog f 2527 moest worden
afgelost, f 2000 had Wim daarvoor, maar die luttele
f 527, zie jeals Bogtman hem daar even aan wou
helpen 1
Zie je, dan kon hij meteen associé worden in 't ver
lokkelijke vooruitzicht van f 25 vast gegarandeerd we-
kelijksch salaris.
Bogtman gaf in goed vertrouwen het gevraagde som
metje.
Broekhuis hierdoor aangemoedigd, wist hem later nog
eens „week" te maken, door een verhaaltje op te disschen
over een groote partij papier, die was gearriveerd ten
oehoeve van de „Hollandia" en thans te Alkmaar lag.
Ja, de zaken gingen goed Wim had cijfers opschrift
gesteld, die Bogtman aanduidden, dat er werkelijk veel
verdiend werdMaar velerlei uitgaven noopten Broek
huis om Bogtman nog eens een vriendendienst te ver
zoeken ten opzichte van dat onnoozele sommetje van
f 280. Nou, Bogtman, wiens volle vertrouwen gewekt
was, gaf dat bedrag.
Een vrij handig gestelde briefschrijver^, die Willem
zich had veroorloofd, speelde in een en ander ook een
niet onbelangrijk rolletje. Aardig wist hjj ook te schar
relen met schuldbekentenissen.
Ten laste van zekeren A. C. Kuiper had hij zoo'n
dingetje ten bedrage van f 1000, waarvoor de timmer
man Mooi borg was, die Kuiper's schuld later overnam,
waarbij een zoodanige regeling werd getroffen, dat
Mooi f250 aan Broekhuis in contanten moest geven,
zullende de resteerende f750 in driemaandelijksche
termijnen moeten worden afgelost.
De laatste termijn liep tot 20 Maart 1908. Best! Een
„papieren stuk" werd verscheurd, Mooi meende dat
't de oorspronkelijke schuldbekentenis a f1000 was,
(waarvoor hij zelf had b>rg gesproken), maar dat stuk
bleek later niet verscheurd te zijn 1 en de zaak was
spoedig afgehandeld.
Broekhuis verkocht de aanspraak op die f750 aan
zekeren Bierdrager, die daarmee 20 Maart bij Mooi
verscheen. Mooi gaf hem ter betaling een bewijs, daarin
erkennende f750 aan Bierdrager schuldig te zyn. Dat
bedrag moet nu, na 3 maanden bijv. door mij afgedra
gen worden, eindigt Mooi.
Bierdrager verklaarde, op 't accept f550 te hebberf
gegeven aan Broekhuis, waarvoor endossement op
't stuk is aangebracht doch met dien veistande dat
Broekhuis later weer die f550 zou teruggeven aan
Bierdrager onder vertoon van 't betrekkelijke stuk.
Deze scharrelarjj nu had Broekhuis dienstbaar weten
te maken aan zjjn plan, om Bogtman's vertrouwen voor
't verkrijgen van die geldelijke hulp ad f280 te verkrij
gen.
Had de pension-houder al dat gekonkel gekend, de
man had wel gek mogen zyc als hij er op in ware
secuur werd opgesloten.
Verbazend was zijne welbespraaktheid op de zitting,
feit gevoegd by de omstandigheid dat een 10-tal
getuigen moesten worden gehoord —8a charge en
2 a decharge maakte, dat 't zaakje verbazend lang
duurde. Bij de eetpauze waren er nog maar 6 getuigen
gohoord. Toen het geheele getuigenverhoor eindelijk
was afgeloopen, kreeg de O. v. J. het woord. Z.E.G.
begon al heel spoedig zijn eisch kenbaar te maken tot
het aan beklaagde opleggen van 2 jaren gevang, met
aftrek van preventief, wegens oplichting 2 maal ge
pleegd. Uitteraard was dit requisitoir lang, daar beklaag
de van stonde aan onuitputtelijk is geweest in 't ver
zinnen van allerlei uitvluchten.
We zullen, om niet al te langwijlig te worden niet
het heele requisitoir hoe een welsprekend betoog de
heer Officier er ook van maakte op den voet volgen.
Maar beklaagde's praktijken werden ter dege door
Z.E.G. besproken, die verzekering is te geven.
Sinjeur loerde er ep, ter incasseering vorderingen in
handen te krijgen, de menschen bang te praten en
zichzelf geldelijk te bevoordeelen.
Van eene vordering, die hij aan een firma in Utrecht
moet afdragen, (f 1400), heeft hij tot heden nog niets be
taald. Voor een and6r inde hij f210. Een nota van on
kosten ad f 205 volgde, plusf5 per postwissel
enzoovoort.
Beklaagde is handig en vlug van begrip, doch gebruikt
zjjne gaven niet ten goede wèl ten kwade. Om een les
te geven, die hem van die kwade gewoonte af zal bren
gen, wenscht de heer Officier hem de straf, zooeven
geëischt, te zien opleggen.
Mr. Verhoeff, de verdediger, vraagt in zjjn pleidooi
ontslag van rechtsvervolging en onmiddellijke invrij
heidstelling.
Na eenige aanmerkingen op 's heeren Officiers requi-
toir gaat beklaagde over tot voorlezing eener schrifte
lijke verdedigingsrede, die we niet zullen weergeven;
het dingetje was eventjes 58 bladzijden van het fijne
handschrift van beklaagde lang, die ongeveer drie kwar
tier werk had het voor te lezen. Aan 't einde verzocht
hij vrijspraak en onmiddellijke invrijheidstelling!
Jammer voor hem, dat de rechtbank daarvoor geene
termen vond.
Opgewarmde kost,
Vervolgens diende het bekende zaakje van den Hel-
derschen visscher Jacob de Jong, waarin nu een getuige
werd gehoord, Feie Visser genaamd, die inlichtingen
moest verschaffen omtrent den afstand tusschen den
i vasten wal en de plaats nabij de Razende Bol, waar 't
stoomschip „Volta" is gestrand. We hoorden als zooda
nig 2} Eng. mijl noemen. Tochde Razende Bol zelf
strekt zich wel verder in zee uittot wel 3 mijlen en
verder zee in.
Mr. Prins was als verdediger present en deed enkele
vragen, doch veel belangrijks leverde dit zaakje niet op.
Na bepaling van het tijdstip voor uitspraak werd tot
het derde en laatste zaakje overgegaan.
Een gestolen horloge.
Daarin is beklaagde J. T. Mooi, een 29-jarig schippers
knecht, gedetineerd in 't Huis van Bewaring, zonder
vaste woon- of verblijfplaats. Hij stal in Febr. j.1. van
zekeren Portegjjs een horloge, dat hij bij den uurwerk
hersteller Repko verkocht, waarbij hij, daar nog eenig
reparatiegeld van zijn eigen horloge moest worden ver
rekend, fl.50 toe kreeg. De diefstal werd ontdekt, aan
gegeven en de O. v. J. eischte tegen beklaagde 3 maan
den gevangenisstraf.
De verdediger Mr. Huizinga van Hoorn wees als ver
zachtende omstandigheid op de lichtvaardigheid, waarmee
in zulke gevallen vaak wordt opgekocht en sloot zich
overigens Jfij 't door den heer Officier gesprokene aan.
A.s. Dinsdag uitspraken.
Na
werd
de
te-
gegaan.
Maar 't zou toch niet lang me6r duren, of er begon
wantrouwen te rijzen tegen Broekhuis.
Op zekeren dag is hij naar Haarlem vertrokken en
Bogtman, te Bergen zeer kwade geruchten omtrent
hem vernemende, ging Noord Holland's hoofdstad op
zoeken, om eens den stand van zaken aan de weet te
komen en meteen Broekhuis' kindje weg te brengen.
Een heel aardig verhaaltje, waar een bede om hulp
heengevlochten was, heeft Broekhuis
waarin hii vol yens overeenkomst zelve f 15 wekelyks scnruteiy* nog aan Qugvm fi d
waarin hij volgens overeenkomst
zou verdienen.
Weldra was de schoone dag aangebroken, waarop de
opening der onder het nieuwe beheer staande drukkerij
zou plaats vinden door het geven van een luisterrijk
souper, 't Was een schitterende feestdag, waaraan ook
werd deelgenomen door den 23 jarigen loopknecht en ar
beider JanHenneman van Bergen. Een klein beetje had
het maar gescheeld, of ook deze ware in de zaak opge
nomen geweest alsadjunct-directeur!
Als hij f 5000 had kunnen en willen storten, had hij
klaar geweest en f 20 per week als verdienste garan
deerde Broekhuis hem.
„Waarom is 't niet gebeurd", vroegen de EA.heeren
nieuwsgierig.
„Ik kon geen f 5000 krijgen", klonk het lakonieke
antwoord.
Maar één troost bleef Henneman tochhij was gast
op 't groote feest. En dat beduidde iets
Maar nog een tweede onvergetelijke dag zou in de an
nalen van „Hollandia" kunnen worden geboekstaafd.
Dat was de heldere Januaridag, waarop een reclame-
tocht naar Amsterdam werd ondernomen, juist in den
tyd, dat mevr. Julia van Lier-Cuypers haar jubileum
vierde. Broekhuis zou toen opnamen doen voor de pers
van de meest vermeldenswaardige bijzonderheden, die
hü in zy'n blad „De Tooneelküker" zou plaatsen.
In verband daarmede werd een bloemstuk voor deze
begaafde dame besteld. Ook werden cliché's besteld
by den photograaf werd bezoek afgelegd, kortom Broek
huis vergezeld o.a. door den heer Schellekens (zyn
hospes) en Jan Henneman zorgde er wel voor, dat
de dag voor hem en zyne „gasten" merkwaardig ge
noeg was.
En in de werkplaats, die volstrekt niet groot was,
werd ook al spoedig een heele ommekeer teweeggebracht
Wim had grootsche plannen 1
Hy wilde gaarne de uitgave van zyn orgaan, dat zich
op handelsgebied bewoog en dan ook den wydschen
het, dat Wim door twee rechercheurs per fiets op de
hielen werd gezeten. Hy óók op de fiets en hollende
den weg op naar zee om plotseling in 't bosch te
verdwynen en zich daar schuil te houden en zoo zyn
vervolgers op een dwaalspoor te brengen, om later by
Jonker, eigenaar van „Hollandia", 'n veilig onderkomen
te vinden, waar hy doodmoe en afgejakkerd door over
haasting. althans even verademen kont
Op de zitting hoorden we Wim de stelling verkondi
gen, dat hy in een der twee fietsers in den brief aau
Bogtman als „rechercheurs" beschreven een schuld-
eischer meende te herkennen, die nog f200 van hem
moest hebben, in verband waarmee hy gyzeling vreesde
vandaar zyn vlucht.
Wel bracht Mr. v. Tienhoven hem onder 't oog, hoe
ongeloofwaardig het klinkt dat iemand als beklaagde
niet met de meest elementaire begrippen van ons recht
zou bekend zyn en niet zou weten dat alleen de deur
waarders tot gyzeling zyn gerechtigd, maar toch hield
Wim met volharding zyne onkunde dienaangaande
staande.
Verder beweerde hü, dat Bogtman hem dien gelde-
lÜken steun, hier genoemd, gewoonweg geheel vry'willig
had gegeven. Tegen dezen had hü alleen gerept over
de schulden, ontsproten aan het zaken-doen in gemeen
schap met zün papa, den ouden Broekhuis. Te dezer
zake schermde onze held met een vonnis ad f 10000,
dat tegen hein bestaan zou en hem ook alweer groot
gevaar voor gijzeling opleverde. Verder wüdde hy' uit
over de schikking, te treffen tusschen hem en papa en
waarbü laatstgenoemde zich terugtrok uit de zaak, maar
Wim verviel aan de verplichting tot het afdoen der
schulden. 'tLiep echter met hem „van elf op zeven" en
na Egmond vaarwel te hebben gezegd om naar Haarlem
te wyken, om ook daar niet lang te bfij ven, maar steeds
zuidelüker te trekken, werd hü weldra, (op 21 Febr.), te
Rotterdam achterhaald en gevat, waarna hü den vol
genden dag in het Alkmaarsche Huis van Corservatie
(Ingezonden).
lezing van Mej. Groot over vrouwenkiesrecht,
Schagen een Afdeeling v. d. vereeniging voor
vrouwenkiesrecht opgericht. De opkomet dien avond
was niet talrük en het komt ons voor dat dit vooral is
toe te schrüven aan de mindere bekendheid met en daar
door mindere belangstelling in het onderwerp.
Te verwonderen is het nu juist niet, dat vrouwen
kiesrecht nog tot 't onbekende behoort van velen. Zoo
vele belangrijke vraagstukken dringen niet tot de vrou
wen door, er zün zoovele groote en kleine zorgen, die
de vrouw van vroeg tot laat bezighouden, dat vraag
stukken, vooral op politiek terrein buiten hare gezichts
kring bfijven. Dit is een helaas treurige waarheid;
maar even waar is het, dat zoodra de vrouw eenigszins
bekend is met de bedoeling van vrouwenkiesrecht de
belangstelling wordt gewekt, en zy' zich, zoo niet direct,
zal aansluiten bü hen, die reeds den stry'd voor dit be
ginsel aanvaardden, zy toch gevoelen moet, dat 't goede
recht is aan de zy'de dezer vrouwen.
Wü hopen door hier en daar iets uit de lectuur van
vrouwenkiesrecht weer te geven in dit blad, de onbe
kendheid hiermee te verminderen en te doen plaats
maken voor de belangstelling die het verdient. Onzen
besten dank aan de red. van dit blad die zoo welwil
lend is een plaatsje voor ons open te laten.
Het voorloopig bestuur V. d. Afd. Schagen
v. d. Vereeniging v. Vrouwenkiesrecht.
Voor het Geweten der Menschheid verscheen de Vrouw
en sprak
„Geef mü recht 1 nfijn schouderen bukken onder
striemende bandenmün voeten bloeden bü slavenwerk.
Veracht en vernederd ben ik door den Man. Alle
vreugd is mü vreemd alle blyheid in geweken.
Mün oogen staan dofhet hart klopt loom. En toch,
toch voel ik, dat ik recht heb op leven, geöerd en vrü 1
toch ben ik gelükwaardig aan Hem. Geef mü recht!"—
l)e Stemme antwoordde
„De tüden zün verre! Ga en werk".
De vrouw keerde terug en dacht na: Werken? Zü,
die altüd zwoegde. Werken? Waaraan, aan wie?
Zü begon te begrüpen: aan zichzelve. Zü scherpte haar
verstand; ze vergrootte haar weten. De beuzeldingen
gooide ze uit haar leven, verze zag de groote vraag
stukken en bestudeerde hunne oplossing. Ze begreep,
dat zy het was, die den Man vormde en ze leerde hare
zor.en eerbied voor haar, liefde en het vast-voelen harer
gely k waardigheid.
En hare zonen groeiden op in schaamte over gebrui
ken en toestanden, die de vrouw verdrukten, en zy
gingen haten wetten en zeden, die vernederden de vrouw.
En de Man trok op tot het Geweten der Menschheid
en sprak:
„Geef de Vrouw rechtZü verdient hetWü, wü
kunnen niet langer dragen den smaad haar te ver
nederen".
En de Stemme antwoordde:
„Nog niet! - Ga heen en zie".
En Man en Vrouw werkten tezamen. Zy zagen, dat het
gezamenfijk werk het schoonst gedüen wildedat de één
niet vermocht zonder den anderdat zy' elkaar behoefden
eD alléenlyk konden stügen door elkanders krachtenen
steun.
En zü togen tezamen naar het Geweten der Mensch
heid en spraken:
„Geef ons rechtMaak ons sterk Eerst als al onze
krachten opbloeien, eerst dan kunnen wü goed doen ons
werk".
En de Stemme antwoordde
De tüden zün vervuldGaat tezamen en leeft
Dr. Kuyper en de laatste crisis.
De speciale Haagsche correspondent van de Leeuw. Ct.
schrüft
Nu 't zoo broeit en loeit aangaande en over de quaes-
tie: „Heemskerk of Kuyper", ben ik er eens op uit
gegaan om iets te kunnen vernemen, wat 'tlichtschün-
sel zou kunnen doen neerstrüken over de Calvinistische
verwikkelingen van de laatste crisis. Hoewel ik dienaan
gaande al sinds eenige dagen gegevens had verkregen,
mag ik 't werkelyk als een journalistiek fortuintje boe
ken, in de gelegenheid te zün gekomen om te verne
men, wat door de autoriteit van myn zegsman my aan
leiding mag geven wereldkundig te maken wat ik wist.
En ik zou 't inderdaad 't dessous van de laatste crisis
kunnen noemenWelnu, hy die 't mü vertelde en
iemand is, van de zeer weinigen, die 't weten kunnen,
heeft mü beslist verzekerd, dat de Kabinetsformateur,
mr. Heemskerk, aan dr, Kuyper de gelegenheid»
heeft gegeven om in zün rechten te tre
den. Ik spatieer aangaande den kern der quaestie.
Aandringende op duidelüker omschrijving van een en
ander, vervolgde mün zegsman, die in parlementaire
kringen een zeer bekende persoonlükheid is, met er op
te wüzen, dat op 'n goeien avond 't als een verrassing
door 't land ging dat ook (spatieering van mü) dr.
Kuyper ten paleize was ontvangen. „Wie de Koningin
in dagen van „crisis" ten paleize doet verechünen,
waren er al geweest. Ook hjj, die voor de andere helft
bü dezelfde crisis betrokken was, als leider der katho
lieke partü in de Tweede Kamer, mr. Kolkman. En
toen achter af hoor ik daar als een donderslag by' hel
deren hemeldr. Kuyper is óók ten paleize geweest.
Wat ik op dat moment wel begreep, maar nog niet ge
heel en al gelooven kon, is me pas duidelük geworden,
na wat ik later heb vernomen.
Daarom wil ik er tegenover u, als persman, wel bü-
zonderen nadruk op leggen, dat 't bezoek van dr. Kuy
per ten paleize niets anders is geweest, dan een logisch
gevolg van wat de tegenwoordige premier tegenover dr.
Kuyper noodzakelijk achtte."
Waarom dr. Kuyper weigerde?
„Ja, waarom zou ik 't niet erkennen. Ik zou haast
moeten z°ggen, dat hü zelf begreep onder de gegeven
omstandigheden niet zulke bewindsmannen rond zicht!
kunnen vereenigen, als wat men nu dit werkelük levens
krachtige kabinet-Heemskerk mag noemen. Zulk een
combinatie had hü nooit rond zich kunnen vereenigen.
Dat wist hij, en hü heeft den moed gehad om dat,
indirect, te erkennen. Ik zou me dan ook al zeer sterk
moeten vergissen, wanneer ik u zeg, dat dr. Kuyper in
de naaste toekomst zich in politieken invloed krachti
ger en pereoonlüker zal doen gelden dan met het schry-
ven van asterisken en „leadings".
Wat overigens de keuze van minister Sabron aangaat,
is het louter verzinsel geweest om deze portefeuille
door een büzondere signatuur der Kroon te kenmerken.
Alleen en uitsluitend minister Idenburg was om gezond
heidsredenen weinig geanimeerd om zün gouverneurs
post voor een ministersportefeuille te verwisselen. Met
hem is druk gekabeld. Toen ten slotte het antwoord
kwam dat „wanneer de Koningin het wil", alle be
zwaren zouden wy'ken. Wat dan ook gebeurd is. Wat
dan ook, momenteel, maar by'zaak is. De hoofdzaak is
en blyft, dat dr. Kuyper in de gelegenheid is gesteld
en geweest om in de rechten van mr. Heemskerk te
treden."
Aldus myn zegsman, van wien ik tot mün leedwezen
geen machtiging kon kry'gen, om van ons onderhoud
meer wereldkundig te maken dan wat ik hier geef.
De antirevolntionnairen en de coalitie.
„De Standaard" schrüft:
By' de jongste begrootingsdebatten is de ringmuur,
die de coalitie omsluit, nogmaals nauwkeurig, wat zün
drie poorten betreft, nagezien, en op alle punten gaaf
bevonden.
Kan dit nog worden gezegd?
Sinds maanden vuurt men van christelük-historische
züde rusteloos op de antirevolutionnairen, en dat soms
op een wüze die de Arnh. Cour. spreken deed van een
„bloedige wrake over Seinpost genomen."
En ook van roomsch-hatholieke zyde vuurt men wel
nog niet, maar zocht toch in dreigement tegen een
deel der onzen heil, en c. q. zou men een deel onzer
als vüand bejegenen.
Nu deert dat öns niet.
De antirevolutionnaire partü staat, in weerwil van het
Rotterdamsch incident, sterk in haar wel ingesloten
organisatie, en is te allen tyde bereid zich op haar
eigen linies terug te trekken.
Maar ziet de coalitie in 1909 kans, er zonder ons te
komen
Het Centrum opperde meer dan twyfel, of dit gaan
zou.
Ook wy zouden die vraag niet aanstonds toestemmend
beantwoorden durven.
En toch, wil men ons als bondgenooten behouden,
dan meenen we er aanspraak op te mogen maken, dat
men ook ons, by' alle vrüe critiek, niet in strüd met
den ridderlüken regel van goede confrérie bejegent.
Benzine-bedwelming.
Nabü de villa van den heer Wendelaar, op Zonheuvel,
bü Doorn, is een diepe kelder, waarin de benzine voor
de verlichting bewaard wordt.
Donderdag begaf een loodgietersknecht zich in dien
kelder, om een stuk gereedschap te halen, dat daarin
was gevallen. Weldra bleek, dat hy' bewusteloos was
geworden; een tweede knecht, die meteen touw om zün
midden afdaalde, moest ook spoedig opgehaald worden,
omdat hü door de dampen bedwelmd werd.
Allerlei pogingen, om den jongen man te redden, mis
lukten. Eindelük klom een broeder van hem naar bene
den, nadat de noodige voorzorgsmaatregelen waren ge
nomen. Dezen gelukte het een touw om den bewuste-
looze te binden, waarna deze werd opgehaald.
Dr. Van Laar was intusschen ter plaats gekomen, om
geneeskundige hulp te verleenen. Hoewel de man büna
twee uren in den kelder heeft gelegen, is zyn toestand
thans vrü gunstig. [N. v. d. D.]
De meningitis te Uden.
Men schrüft uit Uden aan „De Gelderlander"
De meningitis breidt zich in onze gemeente steeds,
maar langzaam, uit, hoewel onze geneesheeren al hun
best doen, door publiciteit en inlichtingen de menschen
te waarschuwen. Bü een zekeren Kievits, alweer een
arbeider op de kunstmestfabriek van de firma Coenen
en Schoenmakers, hebben zich weer twee gevallen voor
gedaan. Een kind is al bezweken, het andere werd ver
voerd naar de rüksbarak. Geen wonder, dat de bevolking
zich minder op haar gemak gaat voelen en wat angsti
ger de arbeiders van gemelde firma zoekt te ontwüken.
Zondag werd van de pui van het gemeentehuis tot be
doelde werklui het vriendely'k verzoek gericht namens
den inspecteur der volksgezondheid, om zich zooveel
mogelük terug te trekken en door het niet bezoeken
van kerk en school de verspreiding der ziektebacillen
tegen te gaan.
.Nieuwe Niedorp.
Woensdag 29 April 1908 werd in de „Prins Maurits"
door de aldaar onlangs opgerichte afdeeling der Vakver-
eeniging eene algemeene vergadering onder presidium
van den voorloopigen Voorzitter, den heer G. Rezelman,
gehouden. Een 20-tal personen waren aanwezig.
Na het openingswoord slaakt Voorzitter de verzuch
ting, dat heteigenlük doel nog duister is, redenen waar
om het spreker wenschelyk voorkomt, om één of liever
nog2 personen uit do vergadering af te vaardigen naar
de op 6 Mei a.s. te Wognum te houden vergadering der
Vak vereeniging, om daar het doel eens goed uiteen te
hooren zetten.
l Gaarne zou spreker eenige vragen willen zien opge
steld, om daar te Wognum op de vergadering antwoord
op te verkrijgen.
Negen nieuwe leden treden tydens de vergadering toe
als lid der afdeeling, die 7 leden telde en nu dus 16
man sterk is.
Besloten wordt verder, 2 afgevaardigden naar Wog
num te sturen. Slechts één hunner heeft daar stem.
Tot afgevaardigde mót stem wordt de heer J. Olie en
tot dien zónder stem de heer Q. Rezelman benoemd. Door
beiden aangenomen.
De volgende vragen kregen de heeren mee
le- Uit welke personen bestaat het Hoofdbestuur?
2e. Welke lieden worden gekozen als leermeestors in
de verschillende vakken
3e. Of de arme kinderen, als ze bü eenen baas ko
men, in het genot van verdienste zullen worden gesteld
en of ze eene büdrage krügenvan de vereeniging tüdens
hunnen leertyd?
4e. Door wien wordt de f 100 betaald voor de leer
lingen in de 3 jaren
Een drietal personen toekende nog op de leerlingen-
lijst. Hierna sluiting.