een nette Jongen,
een KAASKNECHT,
een net Jongmensch
Naar Duitschiand
een BAASKNECHT,
een BoereiensMe,
een Boerenknecht,
een Boerenknecht,
UITVOERING
?an fonfleren's Mellofle
Dienstbode.
Dienstbode,
een KNECHT,
Tabaksvak
tl
Verboden.
Koolplanten.
J. KEUKEN
witte Zwanen,
een Biljart mi foebehotirei, j. de jongh
Huwelijk.
ADVERTENTIEN.
te Barsingerhorn
Vaders Verjaardag,
Asschepoetsteiv
A. KOOMEN
WOL en SAJET,
Mn. ROOZING Pz.,
RECLAMES.
Het onderwerp van alle gesprek
ken te Alkmaar.
op Donderdag 28 Mei a.s.,
De Hengstencastreerder
"b
te Nieuwe Niedorp.
geen Zwanen JSJld- westenberg t. h™,,- Lu^ilOUWkalk in
tiert
laatJ*e^flterefraa|^lkm^
floereD-4ioM«eiliDg
pakt cd op maat.
uithalen, deze werden mast elkander op de kaai van
het station neergelegd en in den beginne lagen daar
dooden en gewonden naast elkaar.
Zoo ver het oog reikte lagen zij uitgestrekt op kus
sens, matten, enz. Over de lijken lagen dekens uitge
strekt en hei gelaat was bij elk lijk bedekt.
Er werd getelegrafeerd naar Antwerpen en dadelijk
werd er een nu lp trein ingericht, die benevens een 100-
tal werklieden en oversten, uit Antwerpen ook genees
kundige hulp aanbracht, in den persoon van twee
geneestieeren van Stuyvenberg- en twee van St. Llisa-
Deth-gasthuis met alie beschikbare bedienden en wiegen.
Toen deze hulp ter plaatse was ging het werk beter
bij de hand at en kon de verzorging der gekwetsten
beter geschieden.
Inmiddels was het nieuws te Antwerpen bekend ge
worden en ontelbare nieuwsgierigen kwamen per fiets
of auto te Contich aan.
Het meest gewaardeerd was natuurlijk de hulp der
geneesheeren.
De reddingswerken gingen toen vlot van de hand,
onder de verstandige leiding van majoor Streitz, bevel
hebber van het depot.
Binnen een uur tijcLs waren, met de hulp der 100
werklieden, rond half 11 alle lijken en gekwetsten van
onder de puinen gehaald.
Alleen lag nog het eerste rijtuig op de baan en
zag men daar onder nog drie Lijken liggen.
Het gaan en komen der door soldaten gedragen
dooden en gewonden, het gezicht van bloed allerwege.
die lijken naast elkaar gelegd, die rij van bij de 100
gewonden, maakten van het geheel een schouwspel,
dat wij wei nooit van ons leven zullen vergeten.
Wat de kwetsuren aangaat, weinige gekwetsten zijn
verminkt en geen hebben ledematen verloren, zooals
eerst werd gezegd. Het zijn allen erge gebroken beenen,
zware inwendige kneuzingen en wonden aan het hoofd.
Eene beevaart van de Congregatie van O.-L.-V. van
t Heilig Hart, van Schaarbeek, oen 70tal mannen en
VTOuwen. die te beevaart gingen naar Lisp (Lier) was
uit den trein van Brussel te Contich uitgestapt en had
plaats genomen in den trein naar Lier. Zij bevonden
zich zeker geen minuut in den trein, toen de ramp
plaats had. Volgens de verhalen der beevaarders is
gefen enkel hunner groep omgekomen, doch verschei
dene zijn gewond, doch niet levensgevaarlijk.
Het grootste getal dooden en gewonden bestaat uit
dokwerkers, nienschen van uit de Kempen, die naar
de stad waren gekomen om werk te zoeken en, 'er
geen gevonden hebbend, terugkeerden naar hun dorp,
waar de landhouvvstiei nu alle armen bezagen kan.
Verder zijn er enkele bij zonderen bij en. te oordeelen
naar de kleeding, twee behoorende tot den gegoeden
stand.
De oorzaak van het ongeluk is nog onbekend. Aan
de wisselnaald schijnt er niets gehaperd te hebben.
Het parket heeft, in alle geval, een mandaat van op
leiding uitgevaardigd tegen den wisselwachter Camille
van Tuyn, wonende gehucht Duffelshoek-Contich. De
man is" onmiddellijk na de ramp als wanhopig op
de vlucht gegaan en is niet meer teruggezien.
Nu nog het verhaal van een ooggetuige, van een
die de ramp heeft meegemaakt en er, verwonderlijk,
nagenoeg ongedeerd is afgekomen: de goudborduurder
Vansina, uit de Keizerstraat, die een vaandel te Gheel
moest gaan leveren en op den trein naar Lier was:
Rechts van de statie loopen de lijnen op Brussel;
links die, welke bij middel eener bifurcatie op lier
wordt gericht.
Ik was dus in den trein voor Lier, in een comparti
ment niet-rookers, van 2e klas. Deze trein moest hier
wachten op de correspondentie van Brussel.
Wij hadden behalve de wagons 2e klas, nog een
wagon 3e klas van voor en twee of drie van achter,
waarin veel werklieden zaten.
Rechts kwam de trein van Brussel, uit welke een
aantal bedevaarders in onzen trein moesten overstap
pen Er was geen plaats genoeg in de 3e klasrijtuigen,
zoodal de statieoverste toelating gaf, de overigen in
2e klas op te nemen.
En zoo kwam het dat eene vrouw mijn compartiment
in t welk ik nog met een paar andere personen zat,
biimen wilde
Terwijl zij den voet op de trede zette stak ik de
hand uit om haar biimen te helpen, toen op eens
een gekraak, dat duidelijk aantoonde wat schrikkelijke
ramp er gebeurde, gehoord werd.
Alles bewoog rond mij; de schutsels, de plafonds,
de zijwanden, alles leefde en de vrouw zat met het
middenlijf gepletterd tusschen den wand van het rijtuig
en mijn been, dat ik tot steun had uitgestrekt om haar
binnen te helpen.
Alles wat een minuut geleden rond mij vroolijk leefde,
was nu bloedend, vormloos, verpletterd, dood, wat weel
ik! Van de vrouw hield ik alleen 't doode bovenlijf in
den arm. Het andere gedeelte stak buiten.
Het rijtuig moest daarenboven omgevallen zijn; ik
merkte dit aan den stand van banken en wanden. Ik
zat met het been vast, maar ik leefde, en dat was
de hoofdzaak. Er was nu maar kwestie los te raken,
want wie weet wat er nog kon gebeuren.
Met den eenen voet stampte ik eene wonderbaar,
nog heel gebleven ruit stuk, rukte met geweld den
anderen uit de klem, en verloor daarbij niets meer dan
den zool van mijn linker bol tien.
Die bottien bewaar ik mijn leven lang. Hoe ik alleen
dat compartiment heelhuids ben uitgekomen, is een
waar mirakel. En niet minder hoe ik, te midden van
al die brokken, al dal bloed, al die gebroken lidmaten,
niet stapelgek ben geworden.
Uit tle Volkstribune nog dit:
In een ander compartiment zaten een viertal personen
met de kaarten te spelen toen de ramp plaats greep,
zij waren op den slag dood. Toen men die vier onge-
lukkigen met bijlslagen uit de ruïne waarin zij vast-
klemd zaten had losgewerkt, hielden zij de kaarten nog
in de handen geklemd.
Te half twee waren er in het geheel 35 dooden,
waaronder 3 soldaten, die gekend zijn, en 4 vrouwen.
De andere dooden zijn hooger bedoelde dokwerkers
en de enkele bijzonderen.
Het aantal gekwetsten bedraagt circa 80.
Onmogelijk ns bet juiste getal op te geven, want
velen zijn na eerste verzorging vertrokken of gewond
weggeloopen.
Kinderhulpdag.
De particuliere correspondent van de Nieuwe Rotter-
damsche Courant te Kopenhagen schrijft een brief van
daar en bespreekt daarin een eigenaardig feest. We
nemen deze interessante corresponaentie in haar geheel
over:
In de verloopan week (dat is de vorige) is hier te
Kopenhagen een jaarlijks wederkeerend feest gevierd,
de z.g. kinderhulpdag. Het is een groot weldadigheids
feest, ten bate van noodlijdende kinderen, waaraan het
heele volk deelneemt. Over het doel, de inrichting en
uitkomsten hiervan hoop ik een ander maal te schrij
ven. Thans wil ik slechts vertellen hoe 't er hier op
Kinderhulpdag in Kopenhagen op straat uitzag en van
de feeststemming der menschen.
Van 's morgens vroeg werd alles in het werk gesteld
om geld te verzamelen voor de misdeelde kleinere Men
werd gewekt met muziek. Om zes uur reeds begonnen
de concerten op pleinen, markten, enz. Van 's morgens
7 uur af trokken er optochten door de stad, wagens
met gecostumeerden, voorafgegaan door muziek, die
schepnetten met lange stelen uitstaken, en met groote
levendigheid de voorbijgangers aanspoorden hun gaven
daarin te weipen. Een heerlijk morgenzonnetje gaf den
straten een feestelijk aanzien, en bracht, door de
muziek geholpen, de menschen in goede stemming. Om
9 uur was het reeds druk op straat. Honderden jongens
en meisjes, dames en heeren liepen met bussen rond,
hielden die rammelende de voorbijgangers voor. Reeds
toen werd men in de hoofdstraten bijna bij iederen
pas door een verleidelijk lachende eolleetante aange
stampt, en kostte het wilskracht de verlokking weer
stand te bieden, om niet na een kleine wandeling uit
geplunderd thuis te komen. En ook daar was men
niet veilig. Huisbezoeksters deden dan een aanslag op
je beurswas men dit door een offer naar zijn kraenten
te boven gekomen, en wilde men zich rustig aan het
Merk zetten, dan klonken plots liefelijke tonen van de
binnenplaats. Daar zongen een paar dames volkszangen,
en wisten opnieuw je 'hart tot mildheid te stemmen.
W ie kan aan zooveel ijver voor een goede zaak weer
stand bieden? Al deze inzamelingsijver was echter nog
maar een bescheiden voorspel van den veldtocht die
s middags ondernomen zou worden.
De lucht begon er tegen twaalf uur dreigend uit
te zien. Doch dit hield de menschen niet in huis.
De drukte op straat werd langzamerhand tot gedrang;
het getal der collectanten leek wel vertiendubheld, en
zij deden met hartstocht hun werk. Alle middelen werden
te baat genomen, de liefdelachjes, de vleiendste ver
zoeken moesten zelfs de meest verstokten tot mildheid
stemmen. Het rammelen der bussen was het voornaamste
geluid dat men hoorde. Ik ben overtuigd dat het velen
nog dagen daarna in de ooren geklonken moet heb
ben. Waar men stilstond was men onmiddellijk door
inzamelaars omzwermd. Eens telde ik er zeven om mij
heen. En het ging met koortsachtigen ijver. Wist een
lief gezichtje je te verlokken, een munt te voorschijn
te halen, dan was de verleidster dikwijls weer ver
dwenen als men zijn gave gereed had, die soms door
een slungelachtigen jongen opgevangen werd. Ik zag
een aardig collectantje bijna stampvoeten van onge
duld, toen zij een aantal wandelaars zag voorbijgaan
die er veelbelovend uitzagen, terwijl een gezette oude
heer, met zalvend gezicht en tergend langzame be
wegingen zijn scherfje, een koper geldstuk, in haar bus
tiet glijden. Bliksemsnel schoot zij de straat over, toen
de plechtigheid volbracht was, om een welkomer offer
aan te klampen. De beste vangst waren joviale oude
heeren, die zich door een frisch jong gezicht gaarne
tot een gave en een schelmsch complimentje verlokken
lieten. En frisch waren de gezichten! De ijver bij het
werk, het gehol in de drukte gaven zelfs bleeke wangen
een hooge kleur. Het was een aardig gezicht, hoe
meisjes uit de klasse der hoogere burgerij, naar het
uiterlijk echte kasplantjes, stralend van overmoed rond
liepen, in de vreugde om de vrijheid van dezen éénen
dag in de straten, los van alle banden der conventie.
En niiet alleen de begane grond was het terrein van
deze jacht; van de balkons vischte men met bussen
aan lange linten; 6tudenten zaten schrijlings in hun
venster, en bereikten de voorbijgangers met lange hen
gels tot ver in de straat. Zoo ging het op Vesterbro.
Op het Raadhuisplein waren tenten opgericht, en daar
veilden, verkochten en verlootten bekende schoonheden
uit de tooneelwereld, naast zeer bruikbare dingein, de
onzinnigste zaken, al wat het milde menschen geliefd
had de commissie toe te zenden. En of hun waren
gretig van de hand gingen! Op de andere pleinen als
Nytorv en Kongens Nytorv was weer wat anders te
zien. Daar had men een conoerttent, waar een popu
laire zangeres kinderliederen zong, een tent waar de
toekomst voorspeld werd, een waar deftige jonge dames
thee schonken, en musiceerden, bloemententjes, muziek-
tentjes enz. Hier stond een heer met een fonograaf,
daar draaide een ander aan leen orgel of het zijn
leven gold. Een paar bekende tooneelspelers bedierven
hun stem door bananen te venten. Daar reed een wagen
rond van een stellage voorzien, waarop aardig ver-
kleede kinderen dansten op de muziek van een bont
getooiden viedelaar. Een andere wagen bergde een
gezelschap krijgshaftige Wikingen, met moderne dames
in hun midden, die de inzameling bezorgden. Op alle
pleinen waren Meipalen opgericht, waarom gekostu-
meerden nationale dansen uitvoerden.
En ofschoon dit alles tallooze menschen verzamelde,
die allen grondig bewerkt werden door de busdragers,
was het nog niets vergeleken bij het leven in de rij
winkelstraten tusschen het Raadhuisplein en Kongens
Nytorv. Door heel die lange stratenreeks, die het hart
van de stad doorsnijdt, trachtten twee ononderbroken
rijen van rijtuigen, meest met gecostumeerden, zich
voort te bewegen, een pogen beter bedoeld dan gelukt.
Want als visschen in een fuik liepen de menschen daar
vast in het gewoel, zonder vooruit of terug te kunnen.
Een tocht rloor die straten was ondoenlijk, zelfs als
men alleen was. Toch lukte het mij, langs een zijstraat
telkens een ander punt bereikende veel van het gedoe
daar te zien. Dames van alle leeftijden en van elk
soort uiterlijk, in alle mogelijke kleedij. te voet als
bloemenmeisjes, te paard als cowboy; rokoko-juffers,
empire juffers, meisjes door verf op het gezicht en
ringen in ooren en neus in Oosterschen herschapen,
jongens als Indianen, Zigeuners, Turken, clowns, gorilla,
kikvorsch, Spanjaarden, enz. verkleed, waren daar in
de menigte, om het koper en zilver, dat in het ge
drang te verzamelen viel, in ontvangst te nemen. Daar
was een optocht van bewoners der Faröer, op kittige
paardjes, in de menigte vastgeloopen; daar zong een
koor van een huisschildersvereeniging liederendaar
trachtte een reusachtige wagen zich een weg te banen,
waarop breeduitgezeten v is ch vrouwen in nationale
dracht, in hun wijde schoot een regen van geldstukken
uit de vensters opvingen. De president van de hoofd
commissie zat daar op den bok; de dames hadden den
wagen, die te hunner beschikking gesteld was niet mooi
genoeg gevonden, en waren eerst goed bereid gebleken
haar onmisbare medewerking te verkenen, toen de
voorzitter zijn hoogen persoon tot verfraaiing van den
wagen aangeboden had.
Ik zou nog lang kunnen doorgaan met alle aar
dige verkleedingen op te noemen, die daar te zien
waren. Als teekenend voor den geest onder de men
schen, verdient nog een brave burgerfamilie vermel
ding, die in een huurbakje gezeten aan de inzame
ling deelnam. Een muzikale zoon stond daarin over
eind uit alle macht te riedelen, terwijl vader, moeder,
en het minder muzikale nageslacht over den rand van
den wagen hingen, en naar alle zijden met bussen
rammelden. Dat gerammel klonk over alle lawaai heen.
Het was een lust te zien, hoe kalm en opgewekt
de menschen zich hielden, ondanks alle opstopping en
benauwdheid. Niemand trachtte zich met geweld een
weg te banen. Men verdroeg elkaar en genoot de
beheerscht-opgewekte stemming. Ik heb nooit een
volksfeest bijgewoond, waar de stemming zoo kalm en
■Bil t
Ji
droeg hier toe bij, dat aanwezige hartstochten een
tegelijk echt feestelijk was. Schitterend kwam hier het
gelukkige Deensehe humeur tot zijn recht Misschien
uitweg konden vinden jn de inzamelingswoede Daar
aan gaf men zich over met een ijver of het om eer
en leven ging.
Het is voor de uitkomsten van onberekenbare schade
geweest, dat even na vier uur een plasregen de straten
ontvolkte. Eerst later in den avond werd het weer
droog, en werden de omstandigheden eenigszins gun
stiger voor het avondfeest op de terreinen van Tivoli,
en hier en daar elders. Maar toen was toch de echte)
stemming voorbij.
Ik heb slechts geschreven over het gedeelte der
feestelijkheden, dat ik zelf gezien heb. Ook in de
voorsteden is er veel gedaan, ofschoon het centrum
der stad verreweg de meeste menschen tot zich trok.
In verschillende lokalen zijn er verder variétévoorstel
lingen geïmproviseerd. Hoever de vindingrijkheid in het
inzamelen ging, bewees wel een student, die met een
soort van stofzuiger, tegen betaling naar verkiezing, de
kleeding der liefhebbers aan een oppervlakkige bewer
king onderwierp.
Deze wijze van feestvieren verdient zeker navolging.
Het bleek mij een mooie vorm van volksfeest, waaraan
alle standen deelnamen, en die groote sommen inbrengt
voor het doel waarvoor het gegeven wordt.
Wij beschouwen de inwoners van
'Alkmaar zoo te zeggen als onze buren
en wat voor hen belangrijk is, zal ons
eveneens interesseeren Het volgende
wordt thans aldaar drnk besproken:
De heer W. van Koot, Compagnie
straat te Alkmaar, deelt ons mede
Ik kan me bet oogenblik niet her
inneren, dat ik niet leed aan hevige pjjn
in den rug en de lendenen, waarschijnlijk
het gevolg eener nierziekte, waarmede
ik reeds vele jaren opgesoheept was. Te
vens had ik al dien tijd zware hoofdpijn
gepaard met duizelingen. Al het mogelijke
was met mij geprobeerd, om mij te ge
nezen van die ziekte, doch ik kwam niet
veel verder met alle voorgeschreven
medicijnen. Ik was immer zeer vermoeid
en lusteloos en wist werkelijk niet, wat
ik moest gaan aanvangen, daar al de
aan mij bestede goede zorgen tevergeefs
bleken. Ik was juist erg ziek, toen men
mij aanraadde de zoo gunstig bekende
Foster's Rugpijn Nieren Pillen te pro-
heeren en dit was mijn redding, want na
vier dagen bemerkte ik een groote ver
lichting; ik ging geregeld verder met
Uw pillen en ik ben zeer gelukkig te
kunnen melden, dat ik twee weken later
volkomen hersteld was, en niets meer
van de vroegere symptomen mijner ziekte
kon bemerken. Ik voel mij tegenover
andere lijders verplicht, publiciteit te
geven aan mijne genezing, want daardoor
zullen de oogen van veel personen
opengaan.
Ik ondergeteekende verklaar, dat het
bovenstaande waar is en machtig U het
publiek te maken op elke wijze, die U'
goeddunkt.
Een welbekend geneesheer verklaarde,
dat de ziekte der nieren de ergste is
aller ziekten, met uitzondering van tuber
culose. De reden hiervan is dat men
meestal geen notitie neemt van de ver
schijnselen der nierziekte, of dat deze
verschijnselen verward worden met andere
ziekten, terwijl de nierziekte zich meer
en meer uitbreidt en zich onopgemerkt
complicaties voordoen, totdat zij zich diep
in het gestel geworteld heeft. Let dus
op de eerste verschijnselen van pijn in de
zij, neem Uw maatregelen nog heden,
want morgen is het misschien te laat.
Verzeker U dat men U de échte
Foster's Rugpijn Nieren Pillen geeft, de
zelfde die de Heer v. Koot gehad heeft.
Wjj waarschuwen tegen namaak en ma
ken koopers er op attent, dat op iedere doos
de handteekening van James Foster voor
komt, Ze zijn te Schagen verkrijgbaar bjj
den heer J. Rotgans. Toezending ge
schiedt franco na ontvangst van post
wissel h f 1.75 voor één, of f 10.— voor
zes doosen.
In een gezin zonder kinderen wordt
met 1 Augustus gevraagd: EEN
NETTE DIENSTBODE, van den P.G.,
wasch buitenshuis.
AdresMevrouw KRIJNS, Laat,
Alkmaar.
Gevraagd, wegens huwelijk
der tegenwoordige, een nette
bij J K. B00NTJE8, Marktplaats,
Schagen.
Er wordt gevraagd:
om in het kruideniersvak opgeleid te
worden, met klein aanvangssalaris.
Inlichtingen Bureau van dit Blad.
Gevraagd:
in de Kaasfabriek „Cérès" te Keinsmer-
brug. Zich te vervoegen bjj den Kaas
maker P. VAN DER OORD.
Gevraagd;
in de Kaasfabriek „Wijde Wormer" te
Wijde Wormer. Vakkennis geen ver-
eischte'
Ter grondige opleiding in bovenge
noemd vak kan
geplaatst worden in de Stoom-tabaksfa-
briek „De Steenen Pgp".
Br. fr. aan W. H. ROGGEVEEN,
Heek Laan Scbageo.
kunnen nog
Gevraagd:
liefst goed kunnende melken, bij L.
R00DJES, 't Wad, Schagen.
Gevraagd;
goed kunnende melken, om terstond of
later in dienst te treden.
Zich aan te melden onder letter C,
Bureau dezer Courant.
Zoo spoedig mogelijk gevraagd:
bij G. MOOIJ, Nes, Schagen.
Gevraagd:
die goed kan melken. Adres: Wed.
JOH. C. MATERS, Koegras.
Gevraagd:
goed kunnende melken en met paarden
omgaan, bij J. ERIKS, Belkmerweg,
Petten.
der Kinderzangschool
in de Kolfbaan van den Heer P. SCHE-
ringa.
Opgevoerd zal worden
En
Kindercantate.
Sprookje met Zang.
Aanvang half 8. Entrée 25 Cent.
Plaatsbespreking 10 ets. extra.
van Z w a a g d ij k, specialiteit voor
Breuken van eiken aard, is alle Don
derdagen te spreken in het Café
M
Vroege roode en gele Koolplanten, die
klaar zijn, te koop bij A. OUDES,
St. Pancr&B.
Alle KLEUREN en MERKEN
destijds verkrggbaar bij den Heer
D. H. NOOIJ alhier, zijn thans
voor Nieuwe Niedorp en
Omstreken te betrekken bij
en houdt zich bij een ieder aan
bevolen.
voor 't s n ij d e n van
HENGSTEN, STIEREN,BIGGEN,enz.
thans Schagerbrug.
Gevraagd;
bij J. HOOGERDUIJN, Helder, Tele
foon No. 74.
De ondergeteekende bericht, dat hij iwvj iwvj uivï)
volstrekt is direct beschikbaar tegen le Hypotheek,
op ha, U** jNjjWkff SW i m 1|tm
Belkmerweg, Zijpe
Te koop;
W IJKER,gelegenheidsdichter
geplaatst worden tegen de hoogste
loonen en goede behandeling
Hoofd-Agent: ARNOLD WöNINK,
Vohwinkel, Kaiserstrasse 32, Duitsch
iand.
Heel eenvoudig Meisje, wees, met
eigen kapitaal, wenscht om bijzondere TE KOOP;
omstandigheden een HUWELIJK aaD ork v
te gaan. Brieven met opgave van naam, dU Él 1'Z&KK0Ï1 pUlKC
woonplaats, ouderdom, beroep en gods- Aardannolon
dienst, worden franco ingewacht onder
motto „Ernst", aan het Centraal Adver- bij C. DEKKER, Heer-Hugowaard.
tentiebureau, Van der Vennestraat 9,
Den Haag.
Handel in uitsluitend 1ste soort
onder O. K C. van het Proefstation
te Wageningen.
G. P. HUIBERTS, Inlichtingen bij C.de Boer, dood-
Kneesweg, Anna Paulowna. graver m de Hoep te Schagen,
Hoogebieren, Barsingerhorn.
H. S. CLOECK
j