s
SLECHTE
VOOR
SPIJSVERTERING
TABLETTEN
et Binnenlandsch Nieuws.
Srlr s wi-S
a
RECLAMES.
ra
MOEDER
ha
.a
<10 -h Kneicrn»
•ftWoensdagnacht heeft zich boven het Koegras een
•Sf&rig onweder ontlast, dat op drie plaatsen raak is
T^SÏagen. De molen van den heer Jb. de Graaf en de
werkmanswoning van den heer D. Vries werden ge-
dRléffen, zoomede eenige telefoonpalen aan het kanaal,
MlWl de bliksem bracht slechts geringe beschadiging
IA&h; zonder brand te veroorzaken. Ook geen persoon
lijke ongelukken. Het onweder ging vergezeld van een
•^8-törten regenval.
neSÖ9t onweer van Woensdagnacht heeft ook schade
toé^bracht aan de woning van den heer K. Del ver,
•WéStdeel te Anna-Panlowna. en aan een boet van
heer J. Zeeman te Petten.
Mb57 Alkmaar, 4 Juni 1908.
lBi Hedennacht te ongeveer half drie ontstond er brand
in de brood- en koekbakker^ „De Vergulde Olifant",
ande aan het Luttikoudorp, op den hoek van de
sterdsteeg en bewoond door den bakker W. Jansen,
brand ontstond op den meelzolder door het omvallen
een petroleumlampje, tengevolge waarvan een der
if liggende zakken meel onmiddellijk vlam vatte.
vlammen grepen snel om zich heen en zetten de
ffeving in een dikken rook. Onverwijld werd de
Jie gewaarschuwd, die zoo spoedig mogelijk ter
jatse verscheen en het eerst water gaf met vier
irigen op de waterleiding. De brand had inmiddels
Sn omvang gekregen, die het noodzakelijk maakte de
Brandweer te alarmeeren, die almede met den meesten
spoed zich naar de plaats des onheils begaf. Met ver
eende krachten werd thans het blusschingswerk voort-
ïgfgflt met gunstig gevolg. Immers, dank zü het stille
weer, kon de brand beperkt blijven tot een gedeelte
van den winkel, de geheele bakkerij en den meelzolder.
Du beide laatste brandden geheel uit Assurantie dekt
de schade. De inventaris was op beurspolis verzekerd
voor f1600, de woning voor 6 a 7000 gulden bij een
particuliere maatschappij. Het kleppen der brandklok
had velen in hun nachtrust gestoord en naar den brand
optrekken.
Men schrijft ons uit Dirkshom,
„Hulp in Nood", de vrouwenvereeniging alhier hield
haar jaarvergadering. Doer de penningmeesteres werd
rekening en verantwoording gedaan. Uit de bescheiden
bleek, dat was ontvangen f 134.36 en uitgegeven
f 117.02 zoodat een batig saldo kon worden geboekt van
f 17.34.
Wat is het toch jammer, dat deze vereeniging, waar
van zoo veel goeds kan uitgaan, zoo weinig wordt ge
steund I Mochten eindelijk de burgers en burgeressen
dezer gemeente inzien, dat behoeftigen en zwakken
die geholpen worden met kleeding en voeding, niet
1e slachtoffers mogen worden van persoonlijke kwesties
en onderlinge onaangenaamheden. Vergete men nooit
de leuze: „boven alles de liefde."
De verduistering van f65.000.
Voor de 4e kamer der Rechtbank te Amsterdam
stond Donderdagmorgen terecht de 18jarige kantoor
bediende, die den 15en Mei zich wederrechtelijk heeft
toegeëigend een bedrag van ruim f65.000, door zich te
laten uitbetalen aan de Kasvereeniging 4 kasbriefjes
van de Deli-Maatschappij, die hij voor zijn patroon, de
cargadoorsfirma Meyer en Co. moest ontvangen, terwijl
hem was meegedeeld, dat de kasbriefjes niet moesten
worden geïnd.
Beklaagde heeft zich, zooals uit het verhoor blijkt,
met een ééndaagsch retour 2e klasse naar Haarlem
begeven, is naar Bloemendaal gewandeld, waar hij een
boterham met een glas melk gebruikte, is vervolgens
weer met een retour 2e klasse van Haarlem naar Den
Haag gegaan, waar hij weer eenige glazen melk dronk
en vervolgens in het Oranje-Hotel dineerde en logies
besprak. Terwijl hij 's avonds zat te lezen in zijn hotel,
is hy gearresteerd.
De jongen is 2J jaar bij zijn tegenwoordigen patroon
in dienst geweest en verdiende maandelijks f30.
Wat hem tot zijn daad gedreven beeft, weet hij zelf
niet; op de vraag van den president, of hem er toe
gebracht heeft de scherts, den vorigen dag op kantoor
gemaakt tusschen de bedienden, toen de inning van
het groote bedrag ter sprake kwam, „daar moesten wij
mee vandoor gaan," antwoordde hij bevestigend.
De ambtenaar van het O. M., jhr. mr. Quintus, memo
reert, dat de beklaagde tot zijn eigen geluk en dat van
de firma Meyer spoedig is aangehouden, en dat slechts
f 6.76 ontbrak aan het bedrag, door hem verduisterd.
In aanmerking genomen het gunstig gedrag van be
klaagde en zijn onbevlekt verleden vraagt hij zijn ver-
oordeeling tot twee jaar gevangenisstraf.
De beklaagde, die onder het pleidooi van den ver
dediger zeer aangedaan was, kon van snikken niet
antwoorden op de vraag van den president, of hij nog
iets tot zijn verdediging had aan te voeren.
De uitspraak werd bepaald op 18 Juni a.s.
Het geval van oplichting te RyswQk.
Omtrent het gemelde geval van oplichting te Rijswijk
deelt de A.v.p. nog het volgende mede:
Geruimen tijd geleden had de heer M., 'n man op
leeftijd en niet scherp van gezicht, geld noodig. H|j
stelde zich in verbinding met zekeren v. R. en wilde
met dien een transactie van f50.000 aangaan. Hij
teekende een aantal wissels tot dat bedrag en ontving
een deel van het geld baar, de rest in effecten.
Toen hij de papieren goed en wel in huis had kwam
hij op 'n kwaden morgen tot de ontdekking dat het
allemaal non-valeurs waren, wat tot gevolg had, dat
toen eenige der wissels vervielen, de heer M. weigerde
te betalen, daar hij bedrogen was. Er moet n.1. in het
contract zijn geknoeid.
Aangifte van het geval bij de politie deed hij echter
nietdoor 'n toeval kwam het ter oore van de justitie,
welke de Haagsche politie belastte met 'n onderzoek.
Deze heeft 'n gedeelte der wissels in beslag genomen.
De zaak heeft aanleiding gegeven tot civiele en waar
schijnlijk ook tot strafrechterlijke processen.
We kunnen nog mededeelen dat, wegens het niet-
betalen van één der bewuste wissels, het faillissement
van den heer M. is aangevraagd, doch dat de rechtbank
hier te stede, in raadkamer, dit verzoek nog niet heeft
ingewilligd.
Reuzenslang in „Arlis".
Eenige dagen geleden werd met een der stoomschepen
der Noordduitsche Lloyd een reuzenslang aangebracht
ongeveer 8 meter lang en 100 kilo zwaar. Het is de'
netvormige Python of Sawah-slang, afkomstig van
Sumatra; inderdaad een reuzenexemplaar, zooals in tal
van jaren niet in de collectie aanwezig is geweest.
Bergen, 3 Juni.
In de Maandag gehouden Raadszitting deelde de
Burgemeester, de heer J. van Reenen, mede, dat de
doortrekking van de tramlijn naar Bergen aan Zee
thans verzekerd was. Alle hinderpalen waren overwon
nen, nu de Minister het plan goedgekeurd had.
De inktwerper.
De inktwerper, die in de Oranje-Nassau-kazerne te
Amsterdam in voorloopig arrest gesteld is, gedraagt
zich niet als een gewone arrestant.
Naar we vernemen zit hij als versuft in de politie
kamer. Woensdag weigerde de jongen te eten en kroop
hy in een hoek, toen men hem zijn middagmaal kwam
brengen. Donderdagmorgen at hy slechts een klein
stukje brood.
Een rare kwestie.
Door de Haagsche politie moet, naar men verneemt,
op last van de justitie een onderzoek worden ingesteld
ptitLifvD v.-Vai1 £lacht van den heer M., te
Jb, dat hy door beloften en bedreigingen is be
wogen geworden tot het accepteeren van wfsse s tot
een bedrag van f 50.000, zonder dat hij iets ge™ en ha?
De booiuen open.
dmwettendhei^ vaf- "?en n^hinist van trein
863 uit Hilversum werd naby het station Bussum een
ernstig ongeluk voorkomen. Een landbouwer en diens
echtgenoote wilden, niets kwaads vermoedende daar
de boomen omhoog stonden, met paard en karretje den
spoorweg oversteken, toen de trein reeds zeer nabii
was.qEfc machinist, het gevaar bemerkende, wist nog
juist den trein voor den overweg tot staan te krijgen
Onwees.
Bli het onweder van Woensdagnacht sloeg de bliksem
in' den kerktoren te Nederhemert Er ontstond geen
brand, doch wel groote materieele schade Rheden
Woensdagochtend om vyf uur woedde Doven ruieueu
een toïSr. De bliksem sloeg in de womngvsn
mni M D Swaaben, onderwyzeres te Velp, aan oen
niet veroorzaakt. In een stuk bouwland te Worth-Rheden
Tijdens h°et0Tweder ffte Rotterdam woedde, is
h«Ar den bliksem de topgevel vernield van het met
koffie gevulde pakhuispand van het Leidsche Veem, aan
Se Wilhelminakade. De topgevel sloeg door een glazen
dak Ook het telefoonrek dat op het dak van dat pand
stond/ bekwam schade. Brand werd echter niet veroor
zaakt.
Over een uniform.
In een Indische correspondentie in „De Tyd" wordt
er op gewezen, hoe, als er soms in Indië een concessie
moet worden aangevraagd, de zaak maanden noodig
heeft om afgedaan te worden.
Zoo geschiedde het, dat de gewichtige vraag werd op-
geworpen, welke uniform de hoefsmid-onderwyzer aa.n
de Indische Hoefsmidschool moest dragen. Deze kwestie
werd niet opgelost door den directeur der Hoefsmidschool,
noch door den commaddant van het leger, noch door
den Gouverneur-Generaal, noch door den Minister van
Koloniën, maar door de KoninginDe bewuste
hoefsmid werd niet eer gerukt uit de onzekerheid welke
uniform hem toekwam, vóór Hare Majesteit de Koningin
zich met de zaak bemoeid had.
Hoeveel missives er over gewisseld zyn, zal men wel
niet te weten komen, maar onderstaand koninklyk be
sluit toont, wat er alzoo over dien smid te doen ge
weest is:
„Buitenzorg, den 12den Maart 1908, (No. Hl-
Gelet enz.
Gelezen de missive van den Minister van Koloniën
van 28 Januari 1908, afdeeling C, 2de bureau No. 48/176,
daarby ter verdere uitvoering onder meer in afschrift
aanbiedende het Koninklyk besluit van 21 Januari 1908
No. 54 luidende als volgt:
Wy Wilhelmina, by de gratie Gods Koningin der
Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onzen Minister van Koloniën
van 15 Januari 1908, afdeeling C, 2de Bureau, No. 12:
Hebben goedgevonden en verstaan
te bepalen als volgt:
Artikel een.
Aan par. 1 van artikel 3 van het koninklyk besluit
van 17 Februari 1894, No. 21, betreffende de kleeding
van het personeel by het Leger in Nederlandsch-Indië,
zooals die paragraaf laatstelijk is aangevuld ingevolge
artikel 1 van Ons besluit van 26 Februari 1907, No. 26,
wordt een nieuwe alinea toegevoegd, luidende als
volgt
„De hoefsmid onderwijzer aan de Hoefsmid school
draagt de uniform van het wapen, waarvan hy afkom
stig is.
Artikel twee.
Dit besluit treedt in werking op een door den Gou
verneur-Generaal van Nederlandsch-Indië nader te bepalen
tijdstip.
Onze Minister van Koloniën is belast met de uitvoe
ring van dit besluit, waarvan afschrift zal worden ge
zonden aan onze Ministers van Marine en van Oorlog.
's-Gravenhage, den 21sten Januari 1908.
WILHELMINA.
De Minister van Koloniën,
D. FOCK.
Accordeert met het origineel,
De Secretaris Generaal,
bij het Departement van Koloniën,
A. E. ELIAS.
De Raad van Nederlandsch-Indië gehoord;
Is goedgevonden en verstaan
Eerstelykenz.
Ten tweede: Van het koninklyk besluit van 21 Ja
nuari 1908 No. 54 aanteekening te houden.
Ten derde: enz.
Afschrift enz.
Ter ordonnantie van den Gouverneur-
Generaal van Nederlandsch-Indië:
De wd. Algemeene Secretaris,
v. d. HOUVEN van OORDT."
Zoo is de geschiedenis van een Indische pet met of
zonder galons.
Diefstal van een heiligenbeeldje.
In het Casino te 's-Hertogenbosch, alwaar Maandag,
Dinsdag en Woensdag verkooping is gehouden van
antieke schilderijen, meubels, porselein enz., behoorende
tot de nalatenschap van wijlen den heer Jos Sassen,
werd Woensdag een palmhouten heiligenbeeldje eemist
(waarde van f 400), dat waarschijnlijk is gestolen. De
photographie van het beeldje is in handen der politie^
Vezelcultonr.
De steeds toenemende beteeken is van vezelstoffen
voor de textiel industrieën voorde papierbereiding, heeft
den directeur van landbouw aanleiding gegeven, de wen-
schelijkheid te betoogen van het doen instellen van een zoo
volledig mogelijk onderzoek naar de, hier te lande
voorkomende vezelstoffen. Inmiddels is men aan dat
departement reeds begonnen met de behandeling der
vraag, op welke wijze uit bedoelde vezelstoffen nieuwe
en belangrijke uitvoer-artikelen zouden zijn te maken.
De noodzakelijkheid is daarbij gebleken om aan het
drietal deskundigen, die zich met de beantwoording dier
vraag van een scheikundig, microbiologisch en handels
standpunt bezig houden, een persoon toe te voegen, die
de mechanische zijde van het vraagstuk voor zyn reke
ning kan nemen. Tot dat einde zal, na in die richting
gedurende zes maanden eene bijzondere opleiding te
hebben genoten, een gediplomeerd scheikundig ingenieur
der technische hoogeschool te Delft worden uitgezonden.
(„Exportblad.")
Onweder. tr>
Gistermorgen tusschen 5 en 6 uur sloeg de bliksem
in de boerderij „Ripperda" te Winsum en al spoedig
kwamen rook en vlammen uit het rieten dak der
schuur. Gelukkig was de brandspuit spoedig ter plaatse
en kon men den brand meester blijven. Aan de andere
zijde van het dorp werden 1 schaap en 2 lammeren
door den bliksem godood.
Vrouwelijke leden in Waterschapsbesturen.
De commissie uit de Staten van Friesland, waaraan
was opgedragen het vaststellen van een algemeen regle
ment voor de boezemwaterschappen en voor de oprich
ting van waterschappen in de provincie, heeft, zooals
reeds met een kort woord is vermeld, aan de Staten
een uitvoerig rapport ingediend.
Omtrent de verkiesbaarheid van leden van water
schapsbesturen wordt vermeld, dat in twee afdeelingen
de wensch is uitgesproken, om vrouwen van de ver
kiesbaarheid niet uit te sluiten.
Tegen de verkiesbaarheid der vrouw werd aangevoerd,
dat de vrouw de taak van bestuurslid van een water
schap niet in allen deele naar behooren zou kunnen
vervullen. Evenals zy is vrijgesteld van den militie
plicht, omdat gelijkstelling der seksen in dezen niet
opgaat, zou haar sekse ook een beletsel zyn tegen de
richtige vervulling van sommige verplichtingen, die het
lidmaatschap van een waterstaatsbestuur oplegt.
Rapporteurs meenen, dat de vraag omtrent de geschikt
heid der vrouw niet in het algemeen kan worden be
antwoord. Alles hangt af van de persoon, van de bij
zondere gesteldheid van het waterschap en den aard
der waterschapswerken. Rapporteurs achten het niet
geraden, ingelanden de gelegenheid te ontnemen,
de eigenares van een eigendom in het waterschap tot
bestuurslid te benoemen, indien zij dat in het belang
Van ixï. waterschap achten; zy willen dus niet de
mogelijkheid uitsluiten, dat in een bijzonder reglement
de vrouw verkiesbaar wordt gesteld.
Afslag van nieuwe groenten.
Het oude marktseizoen is nauwelijks afgeloopen, of
de nieuwe markt is al weer aan den gang.
Vrijdagavond 6 uur werd de eerste afslag van nieuwe
aardappelen te Broek op Langendyk al weer gehouden.
Landverkooping.
De landerijen, behoorende tot de nalatenschap van
den heer A. Hoogeboom te Warmenhuizen, werden in
18 perceelen, samen groot 19.20 47 H.A. in bod ge
bracht op f39260.—.
Tweeling-kuikens.
Dat kippen groote eieren leggen, waar nog al eens
twee dooiers in voorkomen, is geen zeldzaamheid. Zoo
danig ei werd door iemand te St. Pancras onder een kip
ter uitbroeding gelegd, met het gunstig gevolg dat twee
springlevende kuikens ter wereld kwamen.
Onder Leidsche Proffen.
„Namen zyn hatelijk", zeiden de oude Romeinen. En
daar de brave hoogleeraar, dien dit verhaal geldt, veel
van z'n leven aan die oude Romeinen heeft gedaan,
vertellen wy de historie, de beusch gebeurde historie,
zonder namen
Professor H. dan moet 'n boek terugbrengen voor z'n
vrouw by de echtgenoote van professor Y.
„Waar woont ze?" vraagt de goedige classicus.
„Dat weet ik niet precies", zegt z'n ega, „het moet
op den Witten Singel zijn, r.o. 24 of 26..."
Professor H. gaat op weg, droomend van z'n oude
Romeinen. En aan no. 24 drukt hy op den schelknop.
Een dikke dienstmaagd opent de deur.
„Dag, meisje", glunaert de verstrooide, „woont bier
professor Y
„Dat is hier naast, meneer", is het beleefde bescheid.
Professor schelt d'r naast. Wéér opent 'n dienst
meisje de deur.
„Meisje!" zegt de prof., „ik moet hier naast wezen,
is dat hier
„Neen, meneer", zegt de gedienstige, „dat is hiernaast."
Professor schelt by 28. Hetzelfde antwoord. Enzoo-
voorts.
En 's avonds komt hy by z'n vrouw terug, zich be
klagend, dat het 'n schande is. dat in héél Leiden geen
mensch het adres weet van 'n zéé-beroemd man als
prof. Y.
Het tfloneelcostnum.
Een eigenaardig jvak, dat uit den aard der zaak
weinig bekend is, is dat van kostumier voor het too-
neel. Over dat bedrijf behoeft men waarlijk niet met
geringschatting ie denken. De kostumier voor groote
tooneelen, schouwburgen of opera's mag wel iemand
zijn van uitgebreide kennis, van doorzicht in velerlei
zaken en van goeden smaak. Hij is het hoofd van
een uitgebreide inrichting, waaraan- een talrijk perso
neel werkzaam is.
Zoo althans wordt voorgesteld een kostumiersaffaire,
die een schouwburg van voornamen rang in Parijs
bedient.
De patroon heeft daar in zijne bibliotheek kasten
vol mappen en dikke bundels platen, alles geordend en
zorgvuldig verpakt. Er zijn talrijke modeplaten van
allerlei landen ten volken en uit verschillende tijden;
er zijn afbeeldingen van maskers, van phantasie- en
ka rak te rvoors tel I in ge nin allerlei houdingen en omge
ving; er zijn schetsen van beelden uit de sprookjes
wereld en uit den riddertijd, en voorstellingen van
gruwzame tafereelen.
Al deze zaken houden verband met geschiedenis, land
en volkenkunde, heraldiek, ornamentiek, kleurenleer,
enz. enz., zoodat de kostumier een ruim veld voor
geestesarbeid voor zich heeft. Hij moet voor het minst
een belezen man zijn, om te kunnen voldoen aan de
eischen. die de artisten hem stellen, in de oneindige
verscheidenheid der tooneelbenoodigdheden.
Behalve de 'bibliotheek, waar de patroon zelf het
meeste werk heeft, behooren tot zijne inrichting andere
werkplaatsen, die elk hun afzonderlijk personeel hebben.
In eene zoogenaamde lichtzaal zijn een groot aantal
gloeilampen aanwezig, die het tooneellicht te voorschijn
kunnen brengen, waarbij door opzettelijk aangebrachte
doorschijnende gekleurde schermen, verschillende licht-
effekten werden vertoond. In deze zaal worden de
verschillende stoffen voor de kostuums uitgezocht en
tot een passend geheel samengevoegd. Stapels kleeding-
stukken van damast, fluweel en zijde, van lint en kant
en gaas liggen, op tafels en tapijten en een voorraad
van gouden snoeren, koorden en tressen, wonderlijk
gevormde strikken en glanzende colliers hangen rondom.
Vanuit de lichtzaal komen de voor een kostuum
gekozen stoffen üi het atelier van de coupeurs of cou
peuses, die de stof snijden naar het aangegeven model.
Soms ondergaan de zachte, doorzichtige, ook wel
de dichte zijden stoffen, eene afzonderlijke bewerking
door beschildering met fantastische figuren, bloemen-
ranken, enz. De luchtige gewaden voor nimfen en
feeën worden bestoven met verdunde kleurstoffen, tot
zij de verlangde tinten vertoonen. Dit geschiedt door
personen, die zoowel een kunstvaardige hand als een
vindingrijken geest bezitten. Hunne werkplaats bevat
natuunijk een groot aantal flesschen met kleurstoffen
en vochten en schildersgereedschap.
Is het kostuum in elkander gezet en aangepast, dan
gaat het naar de werkplaats, waar eenige naaisters het
verder afwerken, tot het ten laatste bezichtigd wordt
in het lichtkabinet. Hier bewegen zich de artisten van
het tooneel, gekleed in het voor hen bestemde kostuum,
te midden van reusachtige spiegels in het helderste
licht en verplaatsen zij zich in de rol, die zij in
schouwburg of opera hebben te vervullen, waarbij elke
houding, elke beweging wordt nagegaan, die het kos
tuum op het voordeel iast doet uitkomen.
Nog een ander vertrek is wat men een wapenzaal
zou kunnen noemen. Zwaarden, sabels, degens, lansen
en dolken, bijlen, helmen, schilden, ketens, kortom
volledige wapenrustingen van vroeger en lateren tijd,
een compleet museum haast treft men hier aan
en ook deze afdeeling van de omvangrijke zaak heeft
hare eigen bediening. Scepters en kronen, gordels en
ridderkruisen, met fonkelende edelgesteenten bezet, zijn
hier steeds voorradig en worden hier onderhouden voor
het tooneel.
Zoo doen de verschillende ateliers van een voornaam
kostumier zich aan ons voor als eene omvangrijke
zaak. De talrijke personen aan zulk eene inrichting
werkzaam, beoefenen een ideaal vak in zekeren zin, en
hebben stellig een niet gering aandeel in de betoove-
ring, die van het tooneel uitgaat, als honderden toe
schouwers door haar worden geboeid en voor eene
poos overgebracht in een andere wereld.
Verzending van levenden visch.
Sedert de zuurstof tamelijk zuiver en tegen lagen
prijs verkrijgbaar is in stalen cilinders, waarin het gas
onder een drukking staat van ongeveer 100 atmosferen,
zoekt men ijverig naar toepassingen.
Merkwaardig is daarvan de volgende, sedert het vorig
jaar üi Duitschland met goeden uitslag beproefd, ter
verzending over grooten afstand van levenden visch.
Wel is waai' verzendt men reeds lang verschen visch
in ijskasten, maar beter nog en aangenamer voor den
verbruiker is het om dien levend te ontvangen.
Het vervoer in opene, met water gevulde kuipen is
evenwel per spoor zeer duur, omdat men op een be
trekkelijk klein gewicht aan visch een zeer groote massa
water moet vervoeren, dal bovendien nog dikwerf ver-
verscht moet worden. Toch heeft men op die wijze
nog veelal verlies door sterfte, aangezien wegens de
geringe oplosbaarheid van zuurstof in water (onder ge
wonen luchtdruk en bij gemiddelde temperatuur bevat
het hoogstens 78 kub. c.M. per liter de oorspronkelijk
j aanwezige hoeveelheid snel verbruikt en door kool
zuur vervangen is.
Men heeft thans op Duitsche spoorwegen eenige wagens
loopen, die groote bekkens bevatten, waarin het water
dooi- middel van pomptoestellen, bewogen door benzine
motoren, in een kringloop gehouden wordt. Opgezogen
in buizen, vloeit het water over bijtende kalk. zoodat
het zijn koolzuur verliest en troebel wordt door de
gevormde koolzure kalk. Hiervan en van de slijmerige
afscheidingen der visschen wordt het nu bevrijd door
de filters die het nu passeeren moet Aldus geklaard
komt het boven in een cascaden-toren (ongeveer gelijk
aan den Gay-Lussacschen toren der zwavelzuur-fabrie
ken waarin het fijn verdeeld over stukjes kurk afdrup-
peltterwijl in tegonovergestelden zin een stroom zuur
stof opstijgt. Aldus gezuiverd en rijkelijk met levenslucht
bedoeld komt het water in het bekken terug
Deze continueele wa terver vers ching is zoo afdoende,
dat men op 25 tot 35 kilo visch slechts 15—20 liter
behoeft. Op deze wijze kan visch een 5 twee dagen
reizen en levend aankomen.
Voor de eerste, oriënteerende proeven, dooi' Erlwein
en Marquardt genomen, waren de visschen zelfs geheel
zonder water in een glazen kast geplaatst, waardoor
met waterdamp verzadigde zuurstof geleid werd. Vele
visschen, met name karpers, bleven op deze wijze
eenige dagen in leven. Noodzakelijke voorwaarde was
hierbij evenwel dat de kieuwen voortdurend goed nat
bleven en voor zeer ruimen toevoer van zuurstof ge
zorgd werd.
Bloedig arbeidsconflict.
Vigneux, ten dorp omstreeks twintig kilometers van
Parijs, is, naar telegrammen meldden, het tooneel ge
weest van een bloedige botsing tusschen werkstakers
en gendarmen.
Reeds sinds het begin van Mei staken de werküeden
in de zanderijen, ornaat de werkgevers weigerden, hun
loon tot 70 centimen per uur te verhoogen.
Naarmate de hulpmiddelen der stakers uitgeput ra
ken, neemt hun verbittering toe, en zoo kwam het Dins
dag tot een uitbarsting toen de werkgevers trachtten,
in een der zanderijen vreemde arbeiders te doen wer
ken. In den namiddag trok een paar met zand beladen
karren door het dorp Montgeron, onder geleide van
een paar gendarmen. Daar komt men tweehonderd
stakers tegen, die de karrevoerders aanvallen, de tuigen
doorsnijden en den inhoud der karren in een greppel
storten. De twee gendarmen worden tamelijk ruw be
handeld. Middelerwijl komt, een troep van omstreeks
twintig gendarmen in het dorp. Een hunner herkent
een van de voornaamste aanvallers van de eerste bot
sing; er wordt bevel gegeven hem te arresteeren en
ondanks het verzet zijner makkers wordt hij gegrepen
Dit vernemen de stakers, die in een naburige zaal
vergaderen en weldra stroomt een menigte van driehon
derd menschen toe. Deze werpen zich op de gendarmen
en er ontstaat een hevig gevecht, waarin laatstgenoem
den danig klop krijgen. Daar wordt een schot gehoord,
gevolgd door een tweede en ten slotte door een onder
houden vuur. Nu breekt de menigte en gaat loopen.
Een twaalftal der strijders lag tegen den grond. Een
der stakers was dood, een ander die een schot in de
longen had, stervende; drie hadden ernstige en twee
lichtere wonden. Aan de zijde dei' gendarmen waren
er tien min of meer ernstig gekwetst en moesten naar
het hospitaal vervoerd worden.
In verren omtrek heeft dit treurige geval groote ont
steltenis teweeggebracht. De gendarmen verzekerden dat
zij in de lucht geschoten hadden, maar van de vijf-
en-twintig kogels hebben er toch zeven geraakt. I>e
bedreigingen eener beslist optredende menigte van drie
honderd personen deed hun uit zelfverdediging naar
de vuurwapens grijpen.
De socialistische Kamerleden zullen het bloedige
conflict ten nutte maken voor een interpellatie.
De kastanjeboomen in Frankrijk.
Er wordt tegen de kastanjeboomen in Frankrijk een
felle strijd gevoerd. Die zyn hard op weg om te ver
dwijnen, voornamelijk door de looistof-nijverheid, die
byv. in 1902 niet minder dan 100.000 ten kastanje
extract, bestemd voor de ververijen, voor tinctuur enz.,
voortbracht, voor een waarde van 25 millioen francs.
Om dit voortbrengsel te verkrijgen heeft men 40 milli
oen centenaars, zegge 2 milliard K.G., kastanje-hout
noodig en daartoe zyn 200.000 kastanjeboomen gerooid
moeten worden, hetgeen gelyk staat met een ontbos-
sching van 3000 H.A.
Dat dit matig is berekend, springt in het oog als men
weet dat een fabriek 100 tot 150 ton kastanje-extract
per dag kan vervaardigen en als men aanneemt dat er
een veertigtal van die fabrieken in Frankrijk zijn, wier
productie vermogen zich nog dag aan dag uitbreidt.
Dan, behalve de boom, is er nog iets anders dat
dreigt te verdwijnen, n.1. zyn vruchtende tamme
kastanjes, die men in Parijs en elders „heet van den
rooster" genieten kan en van wier inzameling en ver
koop een groot gedeelte der bevolking in de departe
menten leeft.
Doch niet alleen dit nyverheids-vandahsme is oorzaak
van dezen achteruitgang, ook ziekte in het hout zelf
hebben daartoe bijgedragen en de laksheid van de
kastanje-kweekers in die departementen, die niets deden
om de ziekte te beperken en by het indringen der
looistoffabrieken in hun bosschige streken maar lijdelijk
bleven toezien.
En zoo kreeg Italië, overigens veel minder actief en
zeker veel zorgeloozer op dit punt, een voorsprong op
het kastanje-kweekende Frankrijk.
Gaat dit alles gedurende een zes- of zevental jaren
zoo door, dan zal er op 't laatst geen kastanjeboom in
Frankrijk meer met zijn rozenroode of sneeuwig-
bloesempracht de voorjaarsweelde tot een feest helpen
maken, noch zullen in het voorjaar de gepofte kastanjes
op aangename en voedzame wyze bijdragen tot de
instandhouding van het menschdom of tot de tevreden
gezelligheid van den oudejaarsavond.
Gezwegen nog van de ongeveer 5 millioen francs die
in de „chataigneraie" werden verdiend en die dan ook
verloren zullen zyn.
Indien ge niet kunt eten, kunt ge
onmogelijk sterk en gezond zijn.
Het is daarom onverstandig de
eerste verschijnselen van s! hte
spijsvertering te verwaarloozcu en
indien ge zulks toch doet zult ge
er voor moeten boeten. Die lichte
benauwdheid ua het eten zal
overslaan tot plotselinge pijn en
Jat loonie, zware gevoel boven Uw
oogen gaat langzamerhand over in
hoofdpijn die dag aan dag terug
keert. Neemt Moeder Seigel's
Tabletten Neemt ze nu en ge zult
.iet gevaar keeren. Er is geen
voortreffelijker geneesmiddel voor
alle ongesteldheden van Maag en
Lever, omdat ze een volkomen,
natuurlijke werking van de spijsver
teringsorganen teweegbrengen. Een
proef zal U overtuigen.
Verkrijgbaar bij alle Apothekers
en Drogisten.
Pnjs PI. 1.50 per flesehje.
Te behagen o.a. verkrijgbaar by den
I^ZON Anna Paulowna by