Plaatselijk Nieuws. Gemengd Nieuws. ttffi Zondag 7 Juni 1908. 52e Jaargang. No- 4367. VIEUDE BLAD. Uit en voor de pers. 387ste Staatsloterij. 1-^—MMmmmmmmmi^m Dn houding van dr. Kuypcr. De „Limburger Koerier" wydt een artikel aan de houding van dr. Kuyper, in welke, volgens dat blad, iets begint te komen, dat in uitgebreide kringen ter rechterzijde ontstemming wekt. Het blad zegt: Hetgeen we dan te zeggen hebben, is dit: dat in de kringen der provincie (Limburg), welke zich met staat kunde bezig houden, veelszins een ietwat pijnlijke in druk is gewekt door hetgeen de Standaard in de laatste maanden herhaaldelijk te lezen gaf. Vóór de verkiezingen van 1901 was de hooge dunk, dien men niet alleen van de begaafdheden, maar ook van het karakter van den anti-revolutionnairen leider had, in dit gewest algemeen. Tijdens de vigeur van het kabinet 1901-'05 rees die goede meening nog en steeg zelfs tot bewondering, al bleef men niet blind voor de feilen, welke met name twee gewichtige wetten van het tweede Christelijk ministerie: de Drankwet en de Loterij wet, aankleefden. Dat men dr. Kuyper bij alle critiea den eijns zijner hulde niet onthield, maakt het allooi dier vereering zeker dubbel gedegen. Sinds den dood van dr. Schaepman en by de ietwat teruggetrok ken houding van mr. De S3vornin Lobman werd dr. Kuyper ook door de onzen vrijwel als de voorman „der Rechterzijde" beschouwd. Of dit thans nog zonder meer het geval is? Het valt niet te ontkennen, dat dr. Kuyper sinds het optreden van het tegenwoordige ministerie een grond toon vasthoudt, die in vele katholieke kringen aller minst weerklank vindt. Dat herhaalde critiseeren op het ministerie, waarvan hij geen deel uitmaakt, en omtrent welks samenstelling hij niet geraadpleegd is, wekt wrevel. Men kan het zich, menschelykerwys, volkomen verklaren, dat een man met een verleden als Kuyper, die zijne party ge maakt heeft en de rechterzyde zoo in 1888 als in 1901 aan het bewind hielp brengen, zich diep gegriefd ge voelt door den loop, dien de zaken hebben genomen. Maar men had van zyne grootheid verwacht, dat hy alle persoonluke geraaktheid gesmoord zou hebben. En men voelt zich teleurgesteld, dat een man als Kuyper dit biykbaar niet van zich heeft kunnen verkrygen. Onder sommige opzichten doet Kuyper denken aan de Titans figuur, die Bismarck heeite. Ook in deze dagen, nu een ander zyn regentenplaats ingenomen heeft. Op Friedrichsruhe werd genörgelt. In de Standaard klinkt te vaak dezelfde toon. De vryzinnigdemocratische „Middelburgsche Courant" had gezegd, dat het Kamervotum, waarbij hot Kabinet De Meesier viel, opzetteiyk buiten praeadvies van dr. Kuyper is gelaten. De „Limburger Koerier" neemt de juistheid dezer bewering op gezag van de Standaard aan en vraagt: Maar op welken rechtstitel kon dr. Kuyper dan toch in 's hemels naam vorderen, dat men hem raadplegen zou over een parlementair votum Was hy lid van het parlement Neen, hy had menig maal een candidatuur geweigerd. Als leider dan? Maar indien hy zich beschouwt als „den van God ge geven leider" der anti-re7olutionnaire party, het gold toch niet alleen een votum deranti-revolutionnaire, maar ook der katholieke en der christelyk-historische Kamer leden; en het is zeker dat hy noch by de eenen, noch by de anderen eon effectieven, juridisch-houdbaren titel kan doen gelden op het interne leiderschap. Sterker: ouzes inziens hebben de rechtsche Kamerle den, toen ze tot den stormloop op Van Rappard beslo ten (we laten daar, of ze in de keuze van het oogen- blik opportuun zyn geweest) volkomen correct gehan deld door geen adviezen of instructiön te gaan halen by iemand, die stond buiten het parlement. Het stryd zeer stellig met woord en geest onzer Grondwet, die eischt dat de leden der Kamers stemmen zonder last van of ruggespraak met hen, die benoe men. In hoeverre alzoo tekort zou zyn gedaan aan hetgeen dr. Kuyper toekwam, is niet duidelyx. Evenmin als duidelyk is, op welken grond de Stan daard zoo ruimschoots het recht van critiek toepast en tegelykertyk, toen onlangs van katholieke zyde op haar beleid gecritiseerd werd, onmiddellyk antwoordde met eene herinnering aan den tyd, toen de anti-revolution- naire party in isolement hare kracht zeide te vinden. Naar aanleiding van de redevoering, door dr. Kuy per gehouden in de 20e jaarlyksche algemeene verga dering van den Ned. Bond van Jongelings Vereeni- gingen op Geref. Grondslag, zegt de Limburger Koerier: Waariyk, dergelyke redevoeringen doen geen goed,en dat méér dan één liberaal orgaan h6t verslag ervan zoo gretig overnam, is dan ook verklaarbaar. Och, dat een man met een verleden als Kuyper ons toch het schouwspel van een verkleind Friedrichsruhe mocht besparen! Indien het moet "doorgaan op deze wys, waarvan het eind niet is te voorzien, zou het wel eeus kunnen ge beuren, dat er na den zomer van 1909 wellicht geen dofgeschilderd kabinet meer zou voorhanden zyn, om de paneelen met de gepolitoerde zyde naar buiten te keeren Paardenstamboek. Donderdag 4 Juni, des morgens half twaalf ure, ver gaderde in het lokaal van den heer J. Vader de afdee- ling Noordholland van Het Nederlandsch Paarden- Dagvoorzitter de heer J. Breebaart Kz., opendo de ver gadering, de heer W. Teengs las de notulen, die onver anderd werden goedgekeurd. Voorzitter deelt mede, dat het met de reorganisatie plannen van het Paardenstamboek nog niet hard gaat, er is op dit punt een warwinkel van idéeön en meeningen. Verder wordt meegedeeld, dat van het Ryk dit jaar wordt ontvangen f4975 tegen f4770 vorig jaar. Hoewel eenigszins buiten de orde, maakt de heer K. Breebaart Jz. de opmerking dat het met de toekenning van subsidiön niet steeds gaat, zooals spr. zou wenschen. Voor den invoer van hengsten wordt een flink bedrag aan premiön uitgeloofd en bijna nooit uitgekeerd. En nu doet zich het geval voor by den hengst van den heer A de Ridder, dat dit dier wel wordt goedgekeurd voor bét stamboek, dus aan de eischen daarvoor gesteld, vol doet maar de hengst krygt geen premie. Spr. zou zoo zeggen: is de hengst goed voor het stamboek, dan ook een premie uitgekeerd; is het dier niet premiewaardig, dan ook niet in het stamboek. Spr. noemt de manier, waarop nu deze premiön worden toegekend, het dooden van hot particulier initiatief. Men koopt een duur paard en ziodaar, de commisse diskwalificeert het dier en de waarde is er af. Is zulk een dier goed voor het Stam boek, waarom dan geen invoerpremie De heer J. Breebaart Kz. wyst er op, dat niet dezelfde commissiön keuren voor het stamboek en voor de premiön. De hoer K. Breebaart Jz. merkt op dat dit verkeerd is en veranderd moet worden. De heer J. Breebaart Kz. is het met z'n zoon eens en zal er over spreken, dat een andere regeling worde ge volgd. Spr. is ook van oordeel dat, als de hengst goed is voor het stamboek, de premie eveneens moet worden uitgekeerd. De premiön moeten zooveel mogelyk wor den uitgekeerd en men geeft ze aan de beste. De heer Del Court is het in principe met deze redenee- eens maar wenscht dit niet strikt bepaald. De khmd 1W**', datby een keuring voor het stam boek de commissie een gebrek over het hoofd ziet, of dat een gebrek aan het dier later weer naar voren treedt. En dan wil spr. de commissie voor de premiön het recht geven geen premie toe te kennen. De heer K. Breebaart Jz. wyst nogmaals op het ont moedigen van het invoeren van hengsten, door de re geling van tegenwoord g. Spr. had aan de heeren De Ridder en Biesheuvel, wien nu het lot is béschoren ge weest wel hun paard goedgekeurd te zien voor het stamboek, maar geen premie te ontvangen, dat hun f250 byv. was uitgekeerd. Dan wekt men op. En als byv. een commissie uit 5 leden een gebrek over het hoofd ziet, dan wordt het meer dan tyd, dat die commissie zelf op stal wordt gezet. Voorzitter doet nogmaals toezegging, dat met de jury over deze zaak zal worden gesproken. De heer Biesheuvel brengt namens de commissie met hot nazien der rekeningen belast, rapport uit en advi seert tot goedkeuring der afdeelings- en provinciale reke ning. De eerste sluit met een batig saldo van f412.07, de laatste van f860.—. Tot afgevaardigden naar de algemeene vergadering te j Rotterdam werden gekozen de heerenK. Breebaart Jz., B. Biesheuvel en R. D. Kaan. Ten opzichtö van de toekenning van premiön aan merriën, 'twelk nu in zooverre veranderd is dat als oe merrie het le jaar geld blyft, maar het 2e jaar een veulen krygt, de premie zal worden toegekend, maakt de heer K. Breebaart Jz. de opmerking, dat als de merrie ook het 2e jaar geld blyft en dus de premie verbeurt, of dan ook merriën als plaatsvervangsters zullen worden gesteld. Spr. zag gaarne de gelden zooveel mogelyk uit gekeerd. De heer Jb. Kaan deelt mee, dat er over gesproken Is in de commissie, om die gelden te bewaren voor den i aankoop van goed fokmateriaal. Voorzitter belooft ook over deze opmerking met de regelingscommissie te zullen spreken. Niets meer aan de orde zynde, wordt de vergadering gesloten. 5de KLASSE, 6de TREKKING. HOOGE PRIJZEN. f 25000: 1581. 1500; 15670. f 1000: 797, 2470, 3155, 9132. f 400 8235, 9947, 11316. f 200: 1150, 1253, 2442, 4783, 6209, 9806, 10159. f 100 2388, 2403, 6546, 7956, 8574, 10338, 10858, 13135, 14446, 16573, 17556. Prijzen van f 70. 16 3261 5586 8198 11336 13521 110 298 542 552 360 1 565 437 622 496 518 553 624 654 694 721 862 784 993 6020 47 111 112 309 488 674 736 743 795 154 9000 290 34 1056 4212 82 224 224 312 372 496 552 900 912 929 940 2386 435 613 620 627 693 675 758 762 779 920 939 3004 5129 27 550 109 577 343 178 418 283 347 549 358 613 376 629 387 395 692 686 458 739 706 505 779 981 557 874 999 578 7021 10085 608 95 523 147 150 206 952 280 982 511 986 634 636 650 789 907 289 12072 363 96 478 525 501 765 504 854 513 14032 609 79 266 290 324 190 214 277 337 467 576 632 734 812 896 533 11031 683 57 725 312 883 335 601 924 635 13095 643 98 179 184 195 287 360 367 519 15026 535 287 377 438 475 595 602 664 792 803 804 893 390 16009 16038 210 290 294 423 428 457 531 600 806 814 872 17078 175 396 421 612 650 766 921 955 957 18313 484 623 624 652 666 681 18756 760 963 19165 234 345 450 465 472 482 571 595 752 824 863 998 20046 512 546 660 710 711 767 785 942 5de KLASSE, 7de TREKKING. HOOGE PRIJZEN, f 1000 521, 7464, 18200, 19359, 19106. f 400: 820, 3363, 7253, 9845, 13641, 14247, 16103, 14421, 20188. f 200: 5424, 6413, 12613, 12753, 16828. f 100: 1603, 3522, 15598, 19408. Prijzen van f 70. 229 2826 5449 8163 10919 13333 16346 18481 272 869 560 196 979 474 365 572 342 894 617 228 11156 587 481 621 534 910 649 320 184 838 737 838 605 962 651 404 302 843 893 952 622 968 725 640 307 914 945 19016 628 3013 869 737 359 14048 17057 50 779 18 888 889 399 312 123 104 850 38 988 9030 382 893 98 432 873 116 6074 195 412 961 127 434 882 172 221 246 541 977 137 437 889 743 367 288 566 15040 144 484 1109 791 397 313 613 172 239 601 348 848 504 484 618 219 261 659 368 913 696 489 654 415 400 777 390 999 697 515 824 505 404 782 703 4009 764 675 924 523 429 825 858 149 848 910 12061 534 455 909 880 158 7041 989 400 556 589 20029 889 227 72 10124 454 573 713 224 952 407 130 197 672 662 743 274 2000 512 190 223 757 695 787 373 186 525 329 288 880 698 864 433 193 661 471 308 889 701 889 444 231 900 491 439 894 706 895 510 280 905 517 501 942 717 956 844 322 917 618 541 961 806 993 968 443 968 724 554 963 946 18069 506 5067 894 641 13100 990 218 537 141 926 672 118 16118 419 570 283 8058 690 155 157 436 667 357 151 676 208 227 454 Weg met de huisdieren. Dr. Meany te New-York trekt, naar La Revue mee deelt, te velde tegen onze huisdieren by uitnemendheid, de honden en katten. Niet dat hy die trouwe wachters van onzen huiselyken haard wil uitroeien of dooden, gelyk men uit een oogpunt van gezondheidsleer tegen woordig de ziekte- of ziektekiemen-overbrengende ratten wil doen. Maar hy wil ze eenvoudig verwyderen uit onze huizen, omdat hy ze, gezwegen nog van de ver spreiding van ongedierte, niet minder gevaarlyk acht dan de genoemde knaagdieren. De Duitsche regeering schynt dit in te zienzy heeft althans verboden dat honden of katten in de apotheken verblyf mogen houden, ten minste in groote steden. In 1887 is er in Engeland onder de huiskatten een ernstige epidemie geweest met groote sterfte. Verschei dene kinderen uit huisgezinnen, die er katten op na hielden, stierven in dien tyd eveneens. In 1901 heerschte te Alexandrië de pest. Verscheidene matrozen van eon schip werden onder wog besmet met de ziektestof en 8 hunner stierven aan de pest. Het bleek, dat de scheepskat, natuurlyk de lieveling aan boord, de oorspronkelyke oorzaak was van deze ramp. Hoe zeer men dus gesteld is op den trouwen blik en de liefkoozingen zyner huisdieren, men neme zich in acht, opdat men niet te eeniger tyd die aanhankelyk- heid duur moet bekoopen. De geleerde schryver be pleit verwydering of weering van honden en katten uit apotheken, bakkeryen, slageryen en restauraties. Wy stemmen in beginsel met hem in, maar vinden zyn betoog niet zeer klemmend. De aangehaalde voor- boelden zouden evengoed kunnen bewyzen, dat vaak menschen en dieren tegelykertyd door dezelfde ziekte worden aangetast of dat de scheepskat een met de smetstof besmette rat had opgegeten Griezelig. Volgens de Matin is er te Cherbourg aan boord van een o iderzeesc'ne boot een griezelig ongeluk gebourd. Terwyl de boot onder water was, barstte door een ver keerden handgreep van een der opvarenden een hok met saamgeperste lucht. Den ongelukkige werd de schedel geopend, en de saamgeperste lucht, die als een wervelstorm in het klein werkte, leegde hem het hoofd. Drama te Namen. Een schrikkelyk drama is te Namen in een huis der rue Nötre Dame gebourd, aldus meldt het „Hbl. van Antw." Een leigroefwerker, Isidoro de Binne, heeft by middel van bylslagen, 'n 15 jarigen jongen, Emiel Martin, en diens vader, Jozef Martin, aangevallen in hunnen slaap. De jongen iB gedood. Die twee personen sliepen met hem op dezelfde verdieping. Dan ging hy de trap af en, beneden gekomen bracht hy de logieshoudster Marie Engelhof een zware wonde toe. Aanleiding tot die misdaad moet zyn, dat Jozef Martin de vriend is van Maria Egelhof en dat deze laatste dien vriend niet zyn afscheid wilde geven, om hem te ver vangen door De Binne. De moordenaar is gevangen genomen. De gekwetsten zyn in het gasthuis en het lyk van den jongen in het doodenhuis gebracht. Vroolijke lieeren. Zaterdagavond is de zitting van het 60e Amerikaan- sche Congres gesloten en gingen de leden van het Huis van afgevaardigden voor onbepaalden tyd huiswaarts. De heeren toonden zich in deze eindvergadering zoo jolig en speelsch, als jonge konynen die weer eens uit het hok in de wei komen. Allen hadden ter viering van dit laatste samenzyn vóór de vacantie een vlaggetje meegebracht. In de zaal vormden zy een langen stoet en deze bewoog zich in optocht en onder het galmen van don bekenden deun „tramp, tramp, tramp, de boys are marching" om den voorzitter heen. Vooraan in de processie werd aan een bezem het portret gedragen van den voorzitter, Cannon. Op de be kende melodie was een gelegenheidsgedicht vervaardigd ter eere van den populairea voorzitter. Het werd door alle leden meegezongen. Bezienswaardigheden. Zeg eens, ventje, is hier in 'tdorp nog iets byzon- ders te zien? Ja, Steven de slager kan zyn ooren bewegen en Mietje Pieters heeft een snor. 4e Internationale Zulvelcongres. Door de Fransche afdeeling van den Internationalen Zuivelbond worden voor 't4e Internationalo Zuivelcon- gres, te houden in 1909, te Boedapest, de volgende be- langryke vraagpunten aan do orde gesteld (volgens de „Milch Zeitung"): 1. Voorziening der groote steden van melk. 2. Eenheid van methode tot onderzoek van melk en hare próducten. 3. De rol, die de melk als voedingsmiddel vervult by kinderen, volwassenen en ouden van dagen. 4. Invloed van het voederrantsoen op kwaliteit en kwantiteit der melkproductie en 5. Invloed der teeltkeuze op de melkproductie. Zooals men ziet, alle punten van actueel belang, vooral het eerste, dat by vele gemeentebesturen en ge- zondheidscommis8iën veel moeilykheden geeft om op de meest afdoende wyze het melkvraagstuk op telossen. Zoo zyn onze manieren. Het Spaansche Parlement gedraagt zich tegenwoordig niet heei not. Het volgende staaltje zal wel het duide- lykste bewys leveren, dat de hitte van de laatste dagen, geen gunstigen invloed uitoefent op de hersenen van de heeren. In de laatste Kamerzitting hoeft een afgevaardigde der oppositie den minister van Binnenlandsche Zaken, wegen 8 het vergeven van een leverantie van telegraaf- isolatoren, geïnterpelleerd, wyl het daarby niet erg in don haak moet zyn toegegaan. Gedurende deze opposi- tioneele rede nu zat de onderstaatssecretaris van Bin nenlandsche Zaken, graaf Moral de Calatrava, met een vergenoegd giynzend gelaat in zyn bank. Dat ergerde den afgevaardigde Celleruelo, en hy riep: „Waar lacht cie meneer daar nu toch eigenlyx voortdurend om 't Geval is ernstig en niet om te lachen 1" De graaf springt opgewonden op. „Ik lach, wanneer en waarover ik wilDaarop brak het getier van alle kanten los. Soriano, de hoofd kemp- haan onder de republikeinen, wendde zich woedend naar de banken der ministerieelen. „Schreeuw jullie maar toe maar we zullen nog wel afrekenen met jullie flesschentrekkeryen", kreet de man, waarop de algevaardigde Pidai, de zoon van een elencaal beroepspoliticus, befaamd wegens zyn taliooze bronnen van inkomsten, giftig antwoordde „Wy doen, wnt ons past." Daarop Soriano weer„Ja, dat weten we, met veer tig verschillende salarissen heb je mooi schrot uwen en schandaal maken. Yéórtig salarissen. Meneer myn collega is 't kind van veertig salarissen I (Algemeene vroolykheid.) Nu zag men, hoe de heer Pidal zich naar den zetel van Soriano aan de uiterste linkerzyde begaf: „Wat zei meneer?" Soriano: „Ik zeg wat me belieft. Ik zeg by voorbeeld, dat ik wel uek heb, u by uw ooren te pakken." Pidal„Misselyke kerel!" Soriano „Dat ben jy 1 Eon mispunt een onmogelyk menschl" Hierop greep Pidal zyn stok stevig beet, en wilde hem op het hoofd van den geachten collega laten neerdansen, maar deze ving hem handig op, en de beide heeren vochten en worstelden eenige oogenblikken om het geïmproviseerde wapen, tot meerderen oogenlust van 't hooge regeeringscollege. Nu ontstond er in de zaal een onbeschryflyk rumoer, waardoor men 't geschreeuw van de meerderheid hoorde: „Gooit dien Soriano er nu toch eindelyk uit!" De minderheid „Siny t liever Pidal de deur uit 1" Ten einde de zaak een nog vroolyker aanzien te geven, begon men nu elkaar op de tribune eveneens af te rossen en uit te schelden. Eindelyk weer een krachtige stem, die van den ex- minister Villanueva „Om te beginnen, moest die graaf de Calatrava er reitelyk worden uitgegooid." (Toejuichingen en protesten). Pidal„Hy heeft myn vader beleedigd en ik zal me voldoening verschaffen." Soriano: „Ik vraag het woord." De meerderheid: „Neen, neen hy moet zyn snater houden." De minderheid„Waarom Wel wis en drie zal hy spreken 1 Zeg eens, is er hier dan geen president?" Soriano„Neen, die bestaat niet. Die vent daarboven kun je toch geen president noemen. Ik vraag het woord, het woord, het woord I" De president: „Afgevaardigde Soriano heeft het woord." Soriano„U is me het presidentje wèl 1 Er zyn al meer schandalen..." Maar de spreker kan zyn pas begonnen philippica niet voleindigen, want Pidal valt hem met een scham pere opmerking in de rede. Woedend springt Soriano op hem toe, en opnieuw vervallen de heeren in een boks- en ranselparty, die eindigt in 'n algemeen woord- gevecht. Epithetons van grof kaliber, als: „Canailles", „tuig", „ellendige horde", etcetera vliegen onophoudelyk van meer- naar minderheid en vice-versa. Er heerscht een volmaakte anarchie, 'n infernaal rumoer, tot men den vertwyfeldon kreet van een ander afgevaardigde, Guirgo, boven alles uit verneemt „Maar bestaat er dan in het geheel geen middel, om er dien Soriano uit te smyten?" Daarmee was men weer aan het begin van de kwes tie, en de moeilyke vraag, wie er het eerst uitgeworpen zou worden, is op dien dag niet beslist kunnen worden, ofschoon de „debatten" in denzeliden verheven styl on geveer een uur voortduurden. 't Is echter te verwachten, wanneer de hitte aanhoudt, dat de besprekingen over dit belangryke punt spoedig weer zullen worden opgenomen. Tehuis voor alleenstaande Blinden te Woll'hczen. In de Blinden wereld moeten de meesten trachten door arbeid in hun levensonderhoud te voorzien. Hun blindheid dwingt Ken tof een zeer beperkt aantal vakJ ken, die uitteraard zeer eenvoudig zijn en hun slechts een gering loon kunnen bezorgen, terwijl zij moeten concurreeren met ziende arbeiders, die zooveel op hen voor hebben door t bezit van 't onmisbaar werktuig: het gezichtsvermogen. Tal van blinden zijn dus met in staat door arbeid t noodige te verdienen voor eigen levensonderhoud en komen dus ten laste van hun familie. Meestal behoort deze zeil tot de onbemiddel- den, ot tot de arbeidende klasse en heeft t dikwijls hard te verantwoorden in den heeten strijd om het dagelijksch brood. Hoe menige blinde gevoelt toch, dat hij de zorg en kommer der zijnen verzwaart, dat hij tot last is, al laat men hem ait niet merken en dan hoe somber is voor hem de toekomst. Wat zal er van hem worden, wanneer vader of moeder komen te vallen'? Wanneer broeder of zuster zelf hun eigen zorgen hebben of wanneer de kostwinner er niet meer zal zijn? Die viaag komt zoo dikwijls op de lippen der blinden, die weten en gevoelen, dat er een tijd zal komen, dat zij feitelijk alleen zullen staan. Op die vraag der alleenstaande blinden wil de boven bedoelde Stichting een troostvol antwoord geven door het stichten en in stand houden van een tehuis, waar die alleenstaande blinden, onverschillig van welke ge zindte, welken leeftijd een goede huisvesting en liefde rijke verpleging kunnen vinden. De heer M. H. Schild, freule L. H. C. von Höevell, mej. J. M. Desmons, alten te 's Hage, die deze stich ting bij acte, 19 October 1904, voor ae notarissen Dietz en Verkoren aldaar oprichtten en daarvan het bestuur vormden, waren toen ten volle overtuigd, dat er zeer veel geld noodig zoude zijn om dat tenuis te stichten en in stand te houden, doch zij waren niet minder overtuigd van de dringende noodzakelijkheid van een tehuis voor die ongelukkigen en begonnen daarom met het oprichten van een fonds tot dat doel, in 't vast vertrouwen, dat vele hunner landgenooten hun sym pathie en steun aan dit werk der liefde zouden schen ken, om alzoo het plan tot werkelijkheid te maken, waardoor dan ook spoedig het tehuis zou kun nen verrijzen in een gezonde streek van ons land en aan goede communicatie gelegen, gesticht door de natie en als een monument, luide getuigend van den weldadigheidszin van ons volk. Dat vertrouwen van het bestuur is niet teleurgesteld, want dezer dagen, is door hen aangekocht van de erven C. Hellingman een groot terrein liggende ten noorden van het station Wolfhezen, hetwelk een deel is van het bekende landgoed Waldiriede te Arnhem en Ooster beek, thans in exploitatie voor buitenplaatsen en villa- terreinen. Het ontwerp voor de te stichten gebouwen, waarbij van het beginsel is uitgegaan dat de inrichting 'van het tehuis moet beantwoorden aan de eischen der ge zondheidsleer en rekening moet houden met de eigen aardige behoeften der blinden, is opgenomen in het verslag der vereeniging, hetgeen op aanvrage door liet bestuur gaarne wordt toegezonden. De kosten dezer gebouwen zijn geraamd op pl. m. f 160.000 en kunnen 100 blinden dan daarin gehuisvest worden en elk zijn eigen kamer hebben. Wie een steentje in den vorm van een gift tot deze stichting of tot instandhouding er van wil bijdragen zende het aan de Penningmeesteresse Mej. T. M. Des mons, Archimedesstraat 48 te 's Hage. Een kostbaar stuk. De „New-York Herald" meldt, dat rechter Lacombe van het U. S. Circuit Court den Parijschen juwelier Bernard Citroen veroordeeld heeft een extra invoer recht van 110.000 dollars te betalen voor een paarlen halssnoer, door hem aan mrs. Leeds te New-York ge leverd. De heer Citroen had voor dit kleinood reeds 22.000 doll. invoerrecht betaald, maar nu bleek dat het halssnoer, geschat op een waaide van 220.000 doll., voor 340.000 dollars aan mrs. Leeds was verkocht. De Amsterdamsche firma van dien naam is er njet bij betrokken en ze kent geen naamgenoot te Parijs. Dit ter voorkoming van misverstand. Wit op zwart. In de Vereenigde Staten willen ondernemende lie den zwart courantenpapier invoeren, met witte letters bedrukt. De bedoeling is, daardoor de kosten van de papierfabricage te verlagen en het hout dat als grond stof voor de bereiding van wit papier onmisbaar is, overbodig te maken en alzoo langs een omweg de uitroeiing der wouden tegen te gaan. Zwart papier kan namelijk zeer wel worden bereid uit andere vezel stoffen dan hout, en ook wel uit oud bedrukt couranten papier. Stiidenteuellende. Ignatus in de N. Crt. vertelt het volgende: Onlangs zijn te Moskou 500 studenten, die hun col legegelden niet konden betalen, van de universiteit weg gezonden. Thans is de beurt aan de studenten der universiteit te St. Petersburg om dezelfde reden; 1240 jongelui zullen dezer dagen ophouden student te zijn; de meesten hunner zullen soldaat moeten worden, daar ze nu, geen student meer zijnde, ook geen uitstel meer kunnen krijgen van militairen dienstplicht, welken stu deerenden na 'het eind hunner studiën kunnen vervullen. Jaar in, jaar uit herhaalt zich deze bedroevende ge schiedenis, waarbij duizenden jongen krachten de moge lijkheid wordt ontnomen, kundigheden op te doen, welke ze later èn ten eigen nutte en tot voordeel van 't land zouden kunnen aanwenden. De ellende onder de studenten heeft schrikbarende afmetingen aangenomen. Tengevolge van de algemeene werkloosheid, wordt htöt den student hoe langer hoe moeilijker iets te verdienen om in zijn onderhoud te voorzien en de overgroote meerderheid mag alleen op eigen krachten rekenen. Men tracht alle mogelijke middelen te baat te nemen om dezen toestand te verhelpen, maar de ellende onder de studenten ver mindert niet. En wat ze al niet verzinnen, om een half-hongerend bestaan in een lagen vochtigen en donkeren kelder toch voort te kunnen zetten Cn met moeite en gebrek het einde hunner studie te kunnen bereiken! Ze pachten de garderobes en kleedkamers in badinrichtingen, restaurants, hotels; verhuren zich voor kellners, zetten op aandeelen, papierwinkels en kiosken voor couranten op, om van meer intelligenten arbeid als les geven, repeteeren, kopiewerk enz. niet te spreken. In Februari jl. dus in de koudste maand van den kouden noordelijken winter is door een groep studenten aan de administratie der paardentram-maat schappij een aanbod gedaan om het schoonhouden van een gedeelte der trambaan op zich te mogen nemen. Een voorbeeld uit honderden: onlangs (in April jl.) werd te St. Petersburg, in een zolderkamer het lijk gevonden van een student, die door ophanging een eind aan zijn leven heeft gemaakt. Het officieele Ge richt luidde: „om onbekende reden". In 't kamertje welks huurprijs f 8 in de maand bedroeg, vond men geen enkel boek, noch cenig voorwerp, dat eenige geldelijke waardie had. Alles was verkocht en opge geten aldus verklaarde de verhuurster. Onder een „presse-papier" die uit een hak van een oude laars bestond, vond men eenige velletjes papier, waarop de arme drommel zijn „uitgaven" aanteekende. Ziehier eenige posten: „soep 10 kop. (12i/a cent), brood 3 kop.; i/8 pond thee 20 kop.; een postzegel 7 kop.; petroleum 4 kop.; de waschvrouw 12 kop. enz. Deze posten wis selden elkaar af, maai' niet iederen dag. Op de dagen waarop b.v. soep werd gekocht, was geen brood aan- geteekend en omgekeerd; werd er thee gekocht, dan werden gedurende eenige dagen geen andere uitgaven, behalve voor brood en petroleum, gedaan. Al deze velletjes bij elkaar genomen gaven 't volgende resul taat: van 1 Januari af tot 25 April den dag van zijn dood verspilde de student zijn geld aan 26 porties soep, 69 porties brood, 1/4 pond thee, 4 post zegels van 7 en 3 van 5 kop. en 9 liter petroleum. De gezamenlijke som der uitgaven voor 't levensonder houd gedurende bijna 4 volle maanden bedroeg 6 roe bels 38 kop. (pl. m. f 8), waaronder de waschvrouw 53 kopeken. Dus, gedurende de 4 wintermaanden gebruikte deze student voor zijn levensonderhoud bijna evenveel als oen gewone huurkoetsier of een daglooner voor een halve maand noodig heeft om te kuiuien leven. Maar al ware het slechts de helft geweest van hetgeen werke lijk uitgegeven Ls geworden, dan zelfs zou de officieele

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1908 | | pagina 13