j^m^sars^ t?*sss&
De heilige Sebastiaan.
Donderdag 2 Juli 1908.
52e Jaargang. No 4374.
TWEEDE BLAD.
j? "rei»x tas «r** *u. m
Bekendmakingen
Binnenlandsch Nieuws.
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
-.eoaa11 voor de sUchUng van een sanatorium teil be- Negerhut Tevens is gevolg van deze wiize van dwn k eis ,e mJ' dal direct eene commissie voor open-
hoevevan ambtenaren bij 's rijks belas^n menigeen ,.overblif° e'n df eenfm^t tïï SeMkeT F**1 hij(^r
i a„ ii„;„i ,„iaa„ cUiu Anvm.ht.. onbeschofte wijze den voorzitter ver-
Gemeente SCHAGEN.
0
Vasthouden van Eenden.
Burgemeester en Wethouders van Schagen brengen
aan belanghebbenden in herinnering het bepaalde by
art. 49 der algemeene politieverordening voor deze
gemeente, luidende als volgt
Onverminderd de bepalingen van art. 468 van het
Wetboek van Strafrecht, mogen eenden,ganzen,zwanen
en kippen op eens anders eigendom, zonder toestemming
van den daartoe rechthebbende, niet verblijven".
„Gedurende het tijdvak van 1 Juli tot 15 September
moeten eenden worden gehokt of opgesloten".
Mede wordt herinnerd aan het bepaalde bij art. 50
dier verordening, volgens hetwelk de houders van zich
binnen de gemeente Scbagen bevindende eenden,
ganzen en zwanen verplicht zijn telkens binnen acht
dagen nadat zij eenden, ganzen of zwanen hebben aan
geschaft, daarvan aangifte te doen bij den Burgemeester.
Overtreding wordt gestraft met eene geldboete van
ten hoogste f25.— of hechtenis van ten hoogste 6 dagen.
Schagen. den 25 Juni 1908.
Burgemeoster en Wethouders voornoemd
H. J. POT, Burgemeester.
ROGGEVEEN, Secretaris.
Toch gevonden I
Men schrijft uit Winschoten
Eindelijk schijnt er licht te komen in de duistere
zaak van mishandeling in den avond van 20 April,
toen de landbouwerszoon Tieks te Bovenpekela zoo
zwaar mishandeld is, dat hij aan de gevolgen ervan
is overleden.
De justitie heeft thans verbaal opgemaakt tegen H.,
B. en de gebr. S., aldaar.
Een ongeluksweek.
In den loop van één week zijn er in de gemeente
Maasland drie ongelukken met doodelijken afloop voor
gekomen: een kind van een landbouwer werd drijvende
gevonden in een landsloot; bij een anderen landbou
wer dronk een kind uit een flesch met vitriool, die
bij de kaasbereiding wordt gebruikt; een man, die om
zeven uur Zaterdagmorgen zijn huis verliet, is een uur
later drijvende gevonden in een sloot een half uur van
zijn woning.
Brand door spelen met lucifers.
Zaterdagmiddag om vijf uur is er brand ontstaan
in het bij Leerdam gelegen Oosterwijk tengevolge van
het spelen van kinderen met lucifers bij een hooiberg.
De woningen met schuren en bergen der landbouwers
A. Klijn en W. Moot brandden geheel af. Alles was
tegen brandschade verzekerd.
Gezegende^ouderdom.
De oudste inwoonster van Middelburg, de wed. Wes
tenberg, is overleden in den ouderdom van 101 jaar
en 5 maanden.
de andere loopt, om niet zelden ten slotte onverrichterweet er de oorzaak van te zijn, dat het plan van uit-
zake en met een platte beurs teleurgesteld naar huis
terug te keeren.
Nu men, door gedurende den Zondag zich met deze
menschen te gaan bemoeien, hen beter kennen leert,
komt het tevens uit, hoe deze wijze van verhuren hun
tegen de borst stuit, waar zij volgens één hunner, „als
beesten" worden ten toon gesteld, en hoe gaarne zij
hierin verandering hadden.
Naar wij vernemen, wordt er dan ook reeds ernstig
over gedacht, of het niet mogelijk is, in sommige ge
meenten arbeidsbeurzen op te richten, door welke er
contact komen kan tusschen de boeren hier en de
werklieden ginds, en er een einde komt aan dat erger
lijk en onwaardig huren op straat, en tevens voor
komen wordt, dat men een vergeefsche reis naar deze
streken maakt.
Het fluitende Raadslid.
Aan het verslag dat De Grondwet geeft van de Don
derdag gehouden vergadering van den gemeenteraad van
Roosendaal en Nispen is het volgende ontleend:
De voorzitter verKlaart ten kwart over negen de ver
gadering voor geopend en verzoekt den secretaris voor
lezing te geven van de notulen der vorige vergadering.
Alvorens de secretaris hiertoe kan overgaan, neemt
de heer E. van Wely het woord en zegt het navol
gende
Een maand of negen geleden heeft de raad zijn
gevoelen kenbaar gemaakt om een commissie voor de
gemeente-werkzaamheden te hebben. Dikwijls is ons
daar toezegging voor gedaan, ik zou er nu echter meer
van willen weten en zal het noodig zijn dat die com-
Iiypn in Wchtfrieslnnd.
De Overijselsche en Geldersche imkers, die hier met
hun talrijke bijenkolonies de mosterdbanen bezoeken,
zijn zeer tevreden over den stand der volken. Er is
de laatste dagen dan ook veel honig gewonnen, zoodat
de meeste korven een uitstekend gewicht hebben. Het
zwermen is 1hans in vollen gang
VleeHchetende slakken.
Het is bekend dat onze slakken plantenelers zijn,
dit is aan geen twijfel onderhevig wij hebben er in
eiken tuin en op eiken akker jaar in jaar uit de
voorbeelden van. Dat zij echter ook vleesch eten ont
dekte ik verleden week bij toeval. Op een landweg
viel mijn oog op het lichaam van een muis, dat half
verpletterd was, de kop was er geheel af, en toen ik
keek wat voor soort van muis dit kon zijn, bespeurde
ik een aardslak, die er vlak bij was. Door mijn komst
kon het dier gestoord zijn en ik hield mij dus stil.
Weldra kwam er beweging in en nu zag ik dat hij
zich te goed deed aan de muis. Om mij goed te over
tuigen, trok ik de doode muis een eind weg Onmid
dellijk trok de slak haar voelers in en hield zich stil,
om echter spoedig ze weder uit te steken en er naar
alle richtingen mede rond te kijken (op de voelers
zitten de oogen) tot zij de muis ontdekte en er heen-
kroop. Nog eens herhaalde ik dit spelletje en trok
ditmaal de muis verder weg Na een poos in alle
richtingen de voeler-oogen te hebben bewogen, ont
dekte zij de muis weder en schoof er terstond op
af. Er was geen twijfel aan dat de slak zich te goed
deed, want haar kop verdween geheel in het bloederige
lichaam van de muis en daar bleef zij smullen zoolang
mijn waarneming duurde. (Vad.)
Een kind onder tragische omstandigheden vermist.
In 't gezin van den jongen van der K. te Leiden,
was de vader ernstig ongesteld en omdat de kinderen
voor hem hinderlijk waren, besloten de grootouders,
aan den Nieuwen Rijn, de oude Van der K.'s, dezen
in hunne woning op te nemen. Dit geschiedde giste
ren, maar des avonds kwam men tot de treurige ont
dekking, dat een vierjarig knaapje werd vermist. Alles
werd rtagezocht, maar de kleine niet teruggevonden.
Eindelijk moest de politie met het geval in kennis
gesteld worden, doch hoewel deze den geheelen nacht
heeft gezocht, was het kind Maandagmorgen te negen
uur nog niet terug
Men vermoedt, dat het knaapje is verdronken.
Het treurig geval wordt nog tragischer, als men be
denkt, dat de vader nu op sterven ligt.
Een zwerversleven.
Een drietal jongeheden, de photografen C. R. Goe-
deljee en F. T. F. Lohmann en de kunstschilder Th.
W. E. Lohmann te Leiden hebben het plan gevormd
met een woonwagen, getrokken door een muildier, een
avontuurlijke reis door een deel van Nederland, België
en Frankrijk te doen.
Hun woonwagen onderscheidt zich door fraaien bouw
en doelmatige inrichting van het gewone type en be
vat behalve een keuken en slaapstede ook een atelier
en een donkere kamer. In het buitenland denken zij
uit te komen in het costuum van Volendammer vis-
schers. Het doel is aardige kiekjes en interieurs te
maken en deze in de plaatsen, die worden aangedaan,
aan den man te brengen, om van de opbrengst te
leven.
De heeren zijn vegetariërs en houden van een na-
Gefopt
Een grappenmaker te Delft plaatste in een blaadjemissie nu benoemd wordt. Tweedens hebt u ons wijs
een advertentie, waarbij tijdens het steekspel, op den gemaakt dat het plan van uitbreiding binnen veertien
Nieuwekerkstoren plaatsen te huur werden aangeboden dagen in eene afzonderlijke zitting zou behandeld wor
st 25 ets., te bevragen bij den koster der kerk. Deze den en nu staat het nummer nul op de agenda. Ik
had Zaterdagavond moeite om allen, die een plaats daarom dat het plan eerst behandeld wordt Ten
wilden hebben, aan het verstand te brengen dat zij -1"-—l;a,- -
en hij gefopt waren.
Treurige zaak.
Zaterdagmorgen is te Hilversum op last van de
justitie opgegraven het lijkje van een voor 5 maanden
overleden kind van eenige maanden oud, dat niet een
natuurlijken dood gestorven zou zijn. Zekere S., die
met de ongehuwde moeder van het kind, G. genaamd,
samenwoont, zou de kleine van een stoel en in een
hoek geschopt hebben, ten gevolge waarvan het kind
zou zijn overleden. Het lijkje is naar Amsterdam ver
voerd om door de justitie te worden geschouwd.
Tegen den drank.
Aan het 64e verslag van de Nederlandsche Vereen!
derde wil ik eene goede degelijke oplossing op mijne
vraag hebben waarom Bruglemans en Orthel niet mo
gen bouwen op het stationsplein. Ik zou daarvoor wel
eens degelijke argumenten willen weten.
De voorzitter. De eerste en derde vraag zijn niet
aan de orde.
breiding zoo laat behandeld werd (zij die er van op
de hoogte zijn weten dat geheel andere oorzaken daar
aan ten grondslag liggen',.
Eerst moest Van Wely antwoord "hebben op deze
vragen en anders zou Ihlij van voren af aan beginnen
met fluiten.
De voorzitter vroeg of spreker nog iets te zeggen
had en op het ontkennend antwoord verzocht hij den
secretaris voorlezing te geven van het punt, dat aan
de orde was.
Onmiddellijk haalde v. W. een tweetal spoorfluiten
voor den dag en begon hij uit alle macht te fluiten,
zóó dat hooren en zien verging. De secretaris las ech
ter bedaard verder, waarbij zonder een oogenblik op
onthoud geaccompagneerd werd door een schril ge
fluit Toen dit 3 I I minuten geduurd had, klopte de
voorzitter met den hamer, de secretaris staakte de
voorlezing, waarvan niemand iets kon verstaan en ook
het fluitje zweeg. De voorzitter maande Van W. aan
zijn gefluit te staken, daar bij zulk een ketelmuziek
het houden eener vergadering onmogelijk was en hij
gevaar liep met den strafrechter in aanraking te komen.
De secretaris begon hierna weder van voren met
de voorlezing van het request van de Kamer van
Koophandel, doch ook onmiddellijk viel de fluiter in.
Wederom had het zoo eenige minuten geduurd, toen
de voorzitter constateerde, dat door de handelingen van
v. W. van het houden eener vergadering geen sprake kon
zijn en de vergadering sloot na de aanwezige rijks-
en gemeente-poÜtie verzocht te hebben proces-verbaal
van het voorgevallene op te maken. Toen de voor
zitter zeide, dat hij de vergadering sloot zeide v. W.
„Daar is het juist om te doen." D. v. N.-B.
De heer E. van Wely. Ik wil er een antwoord op
hebben.
De voorzitter. Waar die vragen niet aan de orde
zijn, behoef ik er geen antwoord op te geven. Wat
punt 13 betreft om dit eerst te behandelen, heb ik
geen bezwaar tegen, doch dan niet voor punt 6.
De heer E. van Wely. Ik wil eerst behandeld zien
de commissie, die is reeds 9 maanden aan de orde.
De voorzitter. Die punten zijn niet aan de orde U
ging tot Afschaffing van alcoholhoudende dranken is i,,"." "j" w» «oh ut wuu u
Ret volgende ontielnd: kunt een vooarsjel doen om van de agenda af te
Uit het algemeen overzicht van de 18 verschillende
drankbestrijdersvereenigingen in ons land, blijkt dat het
aantal georganiseerde drankbestrijders 1 Jan. 1908 totaal
95.477 bedroeg of ongeveer 3500 meer dan 1 Jan. 1907.
De voornaamste vereenigingen zijnVolksbond tegen
Drankmisbruik met 19.800, Sobriëtas met 48.000, Nat
Chr. Geh. Onth. Vereeniging met 8800, Nederl. Ver.
tot Afsch. van Alcoholh. Dranken met 6350, Leger des
Heils met 6680, Algem. Ned Geh. Onth. Bond met
1627, Ger. Ver. voor Drankbestrijding met 1350 leden.
In 1907 werden opgericht de Bond voor Kweekelingen
EEN HUWELIJKSGESCHIEDENIS
HANS VON ZOBELTITZ
o—
1.
Sidi Tenners zat aan het venster van haar kleedkamer
en polijste ijverig den duimnagel van haar linkerhand.
Haai" masseur was zooeven er neg geweest, maar Sidi
bewerkte dezen duim nog eens. De nagel toonde een
leelijke gleuf, die trots alle verzorging maar niet wilde ver
dwijnen. Vader Tenners had eens toen de kleine Sidonie
het plankje voor de houten poppen, die hij met Kerst
mis bij honderden maakte, niet snel genoeg overgaf, met
den hamer daarop geslagen. Zoo erg, dat het bloed
tegen de jeneverflesch spoot die midden tusschen de
jxippen stond.
Met een zeker welbehagen dacht Sidi daar steeds
aan, wanneer zij haar welverzorgde, blanke handen
bekeek. Afschuwelijke pijn had het gedaan en acht
dagen lang had ze met een lap om den duim geloopen,
terwijl zy de straat langs liep om de poppen te vei-
koopen, terwijl haar moeder vader hielp werken. Bij
wind en onweer, in regen en in sneeuw. En het was
juist zulk een verbazende strenge winter geweest
Buiten joeg ook nu de sneeuw tegen net venster.
Maar in de kamer was het heerlijk wamt. Sidi hield
veel van de warmte. Zij liep ook 't liefst in een zeer
dun japonnetje rond, vooral in den voormiddag voor
de repetitie begon gelukkig hield het Familie-theater
niet al te veel repetities, want de directeur kon, dank
zei Sidi Tenners, in het heele seizoen met een paar
stukken volstaan. En in den namiddag moest men toch
ook zijn rust en gemak hebben. Niets conserveert een
niensch meer dan rust. Tenminste voor het vak van
Sidi. De sportladies en meisjes van het café-chantant,
die zich van vroeg tot laat moesten traineeren, lagen
haar niet al te na aan het harte
Zij lachte voor zich heen. Hetzelfde zilveren lachje,
dat eiken avond de schouwburgbezoekers electriseerde.
Wat had oollega Wandt ook kort geleden nog gezegd:
„Tenners, je wordt werkelijk onbeschaamd dik." Onbe
schaamd was hij. En al was het zoo, van den zomer
Geheel-Onthouders ën de Holl. Chr. Tempelbond; op
geheven werd de Ned. Vrouwenbond voor Geh. Onth.
Vrij belangrijk stegen de Ger. Vereeniging voor Drank
bestrijding, het Leger des Heils en de Nat. Christen
Geh. Onth. Ver. De stijging in ledental van den Volks
bond (3.5 pet.) en Sobriëtas (1 pet.) was zeer gering.
De Nederl. Ver. nam toe met 6 pet. Op 1 Jan. 1907
telde de Ned. Ver. tot Afschaffing van Alcoholh. Dran
ken 6000 leden; op 1 Jan. 1908 was dat getal tot 6350
gestegen, terwijl thans, 31 Mei 1908 het ledental reeds
7234 bedraagt met nog 403 adspirant-leden. Het aantal
afd bedroeg 1 Jan. 1907 133; opgeheven werden in het
verloopen 'jaar de afd. Oldenzaal, Ferwerd, Schevenin-
gen en Hellendoorn-Nijverdal. In 1907 werden aan de
vereeniging toegevoegd 17 nieuwe afd., en in het eerste
halfjaar 1908 reeds 19, zoodat de Nederl. Ver. thans
165 afdeelingen telt, als volgt verdeeld over de ver
schillende provinciën: Groningen 12, Friesland 81,
Drenthe 5, Overijsel 8, Gelderland 14, Utrecht 5, Nd,-
holland 18, Zuidholland 20, Zeeland 1 en Noordbra
bant 2 afdeelingen. In Limburg bestaat nog geen afd.
Het aantal algemeene leden bedraagt in 't geheel 92.
Omtrent de geschriften wordt vermeld, dat in 1907
werden gedrukt 92.125 exemplaren, tegenover een aan
tal van 53.140 in 1906. Nieuwe uitgaven waren o. a.
De Roode of de Blauwe Vaan, van F". U. SchmidL
en de 17e druk van Liederenbundel, van Tine. In 1907
werden totaal afgeleverd 81.160 ex., tegen 63.958 in
het vorige jaar. Van het orgaan De Blaauwe Vaan
der Vereen, zijn in 1907 gedrukt 257.400 ex., tegen
276.675 in 1906; voor de colportage werden afgeleverd
162.000 ex. De Ned. Ver. ontving in 1907 van het
rijk het gewone subsidie van f 1500, terwijl zij voor
het houden van een enquête inzake het bier een buiten
gewone subsidie ontving ad f 300.
Een arbeidsbeurs
Men schrijft uit Friesland aan „De Ned.":
Wanneer bij het aanbreken van den hooioogst hon
derden werklieden, vooral uit Groningen en het ooste
lijk gedeelte van Friesland, aankomen, om zich bij den
boer voor den hooibouw te verhuren, is het gewoonte,
wijken en punt 13 vroeger te behandelen
De heer E. van Wely. Ik doe geen voorstel.
De voorzitter. Dan verzoek ik den secretaris voor
lezing te geven van de notulen.
De heer E. van Wely. U stoort zich niet aan het
reglement van orde ik ook niet Noch naar wetten
kijkt u. U vraagt naar niets.
De voorzitter. Secretaris gaat u door met de no
tulen
De heer E. van Wely. Ik wil 't niet Het zal niet
gebeuren Ge hebt gezegd het plan van uitbreiding in
eene afzonderlijke vergadering te behandelen Dat moet
gebeuren
De voorzitter. Ik verzoek u u stil te houden
De heer E. van Wely. Het is niet noodig ze voor
te lezen
De voorzitter. (Met een forschen hamerslag.) Ik ver
zoek u stilte.
De heer E. van Wely. Ik zwijg niet Ge hoeft ons
niets wijs te maken
Onderwijl de secretaris wil voortgaan met de no
tulen voor te lezen haalt de heer Van Wely een paar
spoorfluitjes voor den dag en begint op helsche, oor-
verdoovende wijze te fluiten, zoodat niets verstaanbaar
was.
De voorzitter hamert verschillende malen, doch niets
mocht baten
Als een bezeten furie zet ons waardig raadslid zijn
fluitconcert voort, zoo zelfs dat zijn stem hem eenige
malen begeeft, om dan weer opnieuw aan te vangen
Of zijn naastzittend lid de heer Segers al vraagt
om stil te houden, het lid van Gastel al roept dat het
een schandaal is, hij blijft doorgaan
De voorzitter zegt daarop na een forschen hamer
slag, dat hij niet wenscht deze vergadering voort te
zetten, zoolang dat medelid voortgaan zoo te handelen.
Steeds blijft echter dat lid maar doorfluiten.
De voorzitter. Ik schors de vergadering gedurende
een kwartier en verzoek het publiek zich te verwij
deren.
Na heropening der vergadering, begint het lid van
Wely zijn gefluit opnieuw.
Weer wordt de vergadering geschorst, nu voor een
uur. Na heropening weer fluiten. Na heel wat gehaspel
wordt het raadslid van Wely door den rijksveldwach
ter uit raadzaal en raadhuis verwijderd.
Vrijdag
Zooals te verwachten was, woonde eene groote me
nigte, belust op een relletje, de raadsvergadering bij.
Nauwelijks had de voorzitter de vergadering geopend
of het raadslid Eug van Wely nam, zonder dit te
vragen, het woord en begon weder aanstonds, zonder
zich aan reglement van orde of iets te storen, den
ging men toch naar Marienbad.
Maar zij stond nu toch op, en ging voor den grooten
spiegel staan, rekte zich uit en liet haar handen langs
liaar heupen glijden. Onzin! Goed gevuld meer niet
Juist goed. Het paste ook patent bij haar rond kopje
met het gleufje in de kin. Men was toch niet voor
niets eerste tooneelspeelster voor jonge rollen aan den
Koninklijken schouwburg.
Sidi lachte weer en stak overmoedig haar tong uit
tegen haar spiegelbeeld. Maar toen zij scherper toekeek
gleed er toch een schaduw over haar cokette gezichtje.
Daar en daar, onder de oogen, om de mondhoeken
waren toch een paar rimpeltjes. Het waren nog maar
zeer fijne lijntjes, en een weinig poeder bedekte ze,
maai" ze waren er.
Bah haar mooie oogen straalden toch nog even
verleidelijk als altoos.
Sidi draaide zich op haar elegante schoentjes om.
Die domme spiegel die goede spiegel. Men zou dien
kuimen haten en liefhebben tegelijk.
Langzaam ging ze naai" haar stoel bij het venster
terug en hokte daarin zoo gemakkelijk mogelijk neer.
Die domme spiegel.
Het was geen wonder dat de eerste teekenen zich
aanmeldden, dat het met de gouden jeugd voorbij was.
Men mocht het niet narekenen, de jaren niet en ook
niet wat ze hadden gebracht, vanaf den eersten danspas
op de soubrettenschool daar boven in Berlijn, van het
eerste optreden in het kleine variété in de Elzasserstraat
tot het uur, waarin toeval, geluk en talent haar den
weg baanden tot het groote tooneel. En dat stijgen
was ook niet in eens en zonder doornen geschied.
Waar gehakt wordt vallen spanen. En de jeugd ontziet
zich niet. Het wijzere huishouden leeren eerst de jaren,
deze leelijke, schrikaanjagende jaren.
Het was schemerig geworden. In de slaapkamer
daarnaast werd het electrische licht aangedraaid en een
breede lichtstreep viel door de geopende deur. Sidi wreef
zich de oogen. Haar was het, alsof ze gedroomd had
een leelijken droom.
„Ben jij het, SisaHoe laat is het eigenlijk?"
„Vier uur, juffrouw. Mag ik u de koffie brengen?"
„Ja. En wat likeur en sigaretten. Maar kom eerst
eens hier en steek het licht aan."
Vier uur. Dus werkelijk geslapen en gedroomd. Dom
tuig. Dat kwam van de schemering. Wat verschrikkelijk
deze winternamiddagen. Nu in het licht zag alles er
heel anders uit Lachen had Sidi nu weer gekund,
die domme spiegel die goeie spiegel. Wat beteekencn
nu een paar miniatuurrimpeltjes? Wat beteekenen een
paar jaar meer of minder aan het tooneel. Daar was
Het laatste woord.
Ik zou wel eens willen weten, zei mijnheer, die
warm begon te worden, terwijl hij met zijne vrouw
aan het redetwisten was, waarom een vrouw altijd het
laatste woord wil hebben.,
Dat is niet waar, zei mevrouw: dat is laster.
't Is toch zoo, vrouw. Je wilt immers altijd....
Dat weet je wel beter. Dat wil ik niet
Maar ik ben er zeker van.
Neen, dat kun je niet wezen, want 't is zoo niet
Maar beste, weet je dan niet
Neen, ik weet het niet! Maar ik weet wel, dat
je heel naar tegen me bent
Nu, goed, dan trek ik het in. Je wilt niet altijd
het laatste woord hebben.
Zeker, wil ik dat nieL Ik zie niet in waarom
je dat behoeft te zeggen.
Ik zal het niet weer zeggen.
Omdat je wel weet, dat het niet waar is.
Wie?.
Evengoed als ik.
Ik
Je wilt het altijd hebben.
Maar
En dat weet je ook wel.
Je kunt wel gelijk hebben, zei mijnheer en zijn
hoed opzettende ging hij weg.
Ik wéét, dat ik gelijk heb, riep mevrouw hem na.
Kinderopvoedig.
In dezen tijd, dat naar men wil de omstandig
heden ons aanwijzen op crèches, kinderbewaarplaatsen,
bewaarscholen; in dezen tijd, dat niet alleen, de vaders
de deur uitgaan, om het dagelijksch brood te ver
dienen, dcch ook vele moeders 's morgens de deur
achter zich dicht trekken, buiten haar maatschappelijke
dagtaak vervullen en 's avonds eerst in het gezin
terugkeeren; in dezen tijd van belangrijke vrouwen
kwesties, van vooruitstrevende vrouwen, die aan poli
tiek willen doen, onderwijzeressen, die in deze stad
wel, in geene niet, als gehuwde vrouw, als moeder,
voor de Klas mogen staan; in dezen tijd trekt de
moderne, conservatieve boetprediker Vader Vaughan
stampvolle kerken in Engeland met zijn serie preeken
over het huwelijk.
Hij treedt wellicht minder op als kanselredenaar,
volgens het engere begrip van dit woord, dan wel aLs
algemeen kritikus van het leven om hem heen. En
het zijn vooral de moeders van het heden tegen wie
hij optreedt, welke hij haar tekortkomingen voorhoudt
Tegen moeders, die haar moederlijke plichten ver
zaken en zich aan de verantwoordelijkheid tegenover
haai" kinderen onttrekken, sligert hij, als een klassieke
hage-boetprediker zijn banvloeken.
Zijn eerste stelling is, dat elke moeder haar eigen
kinderen moet voeden, aangezien in de natuur elke
moeder haar eigen jong zoogt. Was dit een zelfopoffering
voor de vrouw, welaan danzoo preekt Vader
Vaughan het leven van de moeder is nu eenmaal
gewijd door zelf-verzaking, en de eerste school van
net kind behoort te zijn in de armen van de moeder.
Het vervolg van zijn prediking bestaat uit een soort
practische levenswijze, volgens welke ouders hun kin
deren hebben op te voeden.
In het kort saamgevat luiden deze geboden:
Vernietig de verbeeldingskracht van het kind
niet door de kinderkamer te bevolken met poppen;
deze werken belemmerend.
men juist zoo oud, als men er uitzag, juist zoo jong
als men verstond er uit te zien.
Lachen had Sidi nu kuimen doen. Nu lachte ze
werkelijk. En wel over het meisje, dat nu binnenkwam
met koffie. Tien jaren jonger was Sisa bepaald en
eigenlijk geen onknap ding met haar vol haar eïi
blauwe oogen, maar zij zag er uit als een eerbare juffer
van in de zestig. Het blonde haar was stijf op het
hoofd geplakt en op haar gelaat altijd zulk een bitter
zoete trek en steeds dezelfde hoekige bewegingen. Neen,
een schoonheid was Sisa niet, maar aanhankelijk,
bescheiden en een kunstenares met de naald.
Naast de koffie lagen een paar couranten en brieven
Terwijl Sidi in heele kleine slokjes haar koffie dronk,
daar tusschen in een paar trekjes aan de sigaret, scheurde
zij de enveloppen der brieven los: een paai" agentuur
couranten, een vereerend gedicht van een Hoogere-
burgerscholier-bewonderaai", twee balkaarten: het persbal
en het bal van de Lustige Blatter. Dat waren toilet-
zorgen. Die eeuwige toiletzorgen. Mooi moest men er
uitzien, origineel, aantrekkelijk, elegant, pikant Het was
een genoegen, maar ook een kwelling. Nog geheel afge
scheiden van de financiën. Aan die naaistersrekeningen
moest men in 't geheel niet denken.
Sidi blies langzaam den zoeten sigarettenrook door het
fijne neusje. Eigenlijk was de kwelling grooter dan het
genoegen. Was het wel een genoegen? Bewonderd te
worden, te dansen tot een mensch de adem verging;
een paar glazen champagne meer dan goed was? Steeds
hetzelfde altijd weer gelijk 1 En altoos lief zijn
moeten, goedgeluimd, op de hcogte van alles ja,
eigenlijk lag men liever op z'n bed en rustte uit. Ja
wel en ergerde zich bovendien nog den volgenden mor
gen, wanneer de onsterflijke criticus van de Lokal-
Anzeiger niet in dat blad hiad opgenomen: onze pikante
Sidi Tenners verwekte groot opzien door.... enz. enz
„Anders niets, Sisa/'
Het meisje stond op de teenen voor de kleerenkast
en rekte haar magere gestalte om een japon te krijgen.
„Een groot bloemstuk, juffrouw. Ik heb het in de
badkamer neergezet, opdat het frisscher zou blijven."
„Breng het maar eens hier."
Het was werkelijk een bloemstuk van kolossalen
omvang, een waar woud van rozen. Sidi klapte in de
handen, in bloemen had ze steeds nog een kinderlijke
vreugde, en van de geur van La Franee rozen hield
zij zeer veel. „Geef hier, Sisa kom wat naderbij
kindje er zijn toch nog goede menschen." Maar
terwijl zij het neusje diep in de bloemen stak, morrelde
ze met de handen het kleine witte couvert los, dat
aan het hengsel van de mand was verbonden. Zjj
scheurde het couvert open, eigenlijk slechts om een
vluchtigen blik op het kaartje te werpen. Maar zij
las de twee regels die onder den naam stonden twee
maal. Zij sprong plotseling op, zoodat haar muiltjes
uitvlogen, zij vatte het meisje bij de heupen en danste
met haar door de kamer: „Maak mij mooi, Sisa
dadelijkzeer mooi moet ik er uitzienniet te
weerstaan.
Erich .Kerstin stond in het salon voor het groote
geschilderde portret van Sidi en wachtte. Het kamer
meisje had verzekerd: „de juffrouw zal dadelijk ver
schijnen," maar hij wachtte reeds tien minuten. Eerst
was hij dicht bij de deur blijven staan en had gekeken
naar de bonte meubileering van deze kamer. Hij kende
deze kamer reeds heel goed, reeds sedert maanden,
sedert Redenberg hem nier half tegen zijn zin liad
binnengeleid. Maar hij verbaasde zich steeds weer, dat
Sidi zich in deze omgeving zoo goed op haar gemak
kon gevoelen. Juist zij, die toch zoo geheel anders
was van persoon. Maar nu dacht hij daar toch niet
over na. Zijn gedachten waren met andere dingen
bezig.
Ffij was voor haar beeltenis gaan staan, hij kende
de geschiedenis van (fit portret. Een jong, heel onbekend
schilder had daarmee zijn geluk gemaakt. Hij was den
vorigen winter naar Sidi gekomen met de bede liaar
te mogen schilderen in haar sensatie-rol van Salomé.
„Ik kon het dien aardigen krullebol niet weigeren, hij
keek mij zoo smeekend aan vertelde Sidi gaarne.
En toen was het schilderij op de tentoonstelling ge
komen en had Bruno Gelbert op eenmaal in de voorste
rijen der kunstenaars gebracht.
Telkenmale als Erich voor dit portret stond verdroot
het hem. En toch trok het hem weer steeds opnieuw
aan. Onweerstaanbaar.
Hij had Sidi in deze rol twintig, dertig maal gezien.
Daarbij had hij nooit een dergelijk gevoel als hier
bij het portret. Daar, voor het voetlicht had hij meer
malen medelijden met haar gevoeld, dat haar beroep
haar dwong tot een dergelijke rol. Hier deed het hem
pijn, dat zij zich zoo ten toon had gesteld. Maar toch
moest hij het portret bewonderen. Het joeg hem het
bloed naar de wangen.
Heden ontroerde het hem meer dan ooit. Een jxiar
maal streek hij met de hand over de zijden revers
van zijn jasje, als moest hij er het stof van verwijderen,
dat er met was.
(Wordt vervolgd.)