j^m^sars^ t?*sss& De heilige Sebastiaan. Donderdag 2 Juli 1908. 52e Jaargang. No 4374. TWEEDE BLAD. j? "rei»x tas «r** *u. m Bekendmakingen Binnenlandsch Nieuws. Gemengd Nieuws. FEUILLETON. -.eoaa11 voor de sUchUng van een sanatorium teil be- Negerhut Tevens is gevolg van deze wiize van dwn k eis ,e mJ' dal direct eene commissie voor open- hoevevan ambtenaren bij 's rijks belas^n menigeen ,.overblif° e'n df eenfm^t tïï SeMkeT F**1 hij(^r i a„ ii„;„i ,„iaa„ cUiu Anvm.ht.. onbeschofte wijze den voorzitter ver- Gemeente SCHAGEN. 0 Vasthouden van Eenden. Burgemeester en Wethouders van Schagen brengen aan belanghebbenden in herinnering het bepaalde by art. 49 der algemeene politieverordening voor deze gemeente, luidende als volgt Onverminderd de bepalingen van art. 468 van het Wetboek van Strafrecht, mogen eenden,ganzen,zwanen en kippen op eens anders eigendom, zonder toestemming van den daartoe rechthebbende, niet verblijven". „Gedurende het tijdvak van 1 Juli tot 15 September moeten eenden worden gehokt of opgesloten". Mede wordt herinnerd aan het bepaalde bij art. 50 dier verordening, volgens hetwelk de houders van zich binnen de gemeente Scbagen bevindende eenden, ganzen en zwanen verplicht zijn telkens binnen acht dagen nadat zij eenden, ganzen of zwanen hebben aan geschaft, daarvan aangifte te doen bij den Burgemeester. Overtreding wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste f25.— of hechtenis van ten hoogste 6 dagen. Schagen. den 25 Juni 1908. Burgemeoster en Wethouders voornoemd H. J. POT, Burgemeester. ROGGEVEEN, Secretaris. Toch gevonden I Men schrijft uit Winschoten Eindelijk schijnt er licht te komen in de duistere zaak van mishandeling in den avond van 20 April, toen de landbouwerszoon Tieks te Bovenpekela zoo zwaar mishandeld is, dat hij aan de gevolgen ervan is overleden. De justitie heeft thans verbaal opgemaakt tegen H., B. en de gebr. S., aldaar. Een ongeluksweek. In den loop van één week zijn er in de gemeente Maasland drie ongelukken met doodelijken afloop voor gekomen: een kind van een landbouwer werd drijvende gevonden in een landsloot; bij een anderen landbou wer dronk een kind uit een flesch met vitriool, die bij de kaasbereiding wordt gebruikt; een man, die om zeven uur Zaterdagmorgen zijn huis verliet, is een uur later drijvende gevonden in een sloot een half uur van zijn woning. Brand door spelen met lucifers. Zaterdagmiddag om vijf uur is er brand ontstaan in het bij Leerdam gelegen Oosterwijk tengevolge van het spelen van kinderen met lucifers bij een hooiberg. De woningen met schuren en bergen der landbouwers A. Klijn en W. Moot brandden geheel af. Alles was tegen brandschade verzekerd. Gezegende^ouderdom. De oudste inwoonster van Middelburg, de wed. Wes tenberg, is overleden in den ouderdom van 101 jaar en 5 maanden. de andere loopt, om niet zelden ten slotte onverrichterweet er de oorzaak van te zijn, dat het plan van uit- zake en met een platte beurs teleurgesteld naar huis terug te keeren. Nu men, door gedurende den Zondag zich met deze menschen te gaan bemoeien, hen beter kennen leert, komt het tevens uit, hoe deze wijze van verhuren hun tegen de borst stuit, waar zij volgens één hunner, „als beesten" worden ten toon gesteld, en hoe gaarne zij hierin verandering hadden. Naar wij vernemen, wordt er dan ook reeds ernstig over gedacht, of het niet mogelijk is, in sommige ge meenten arbeidsbeurzen op te richten, door welke er contact komen kan tusschen de boeren hier en de werklieden ginds, en er een einde komt aan dat erger lijk en onwaardig huren op straat, en tevens voor komen wordt, dat men een vergeefsche reis naar deze streken maakt. Het fluitende Raadslid. Aan het verslag dat De Grondwet geeft van de Don derdag gehouden vergadering van den gemeenteraad van Roosendaal en Nispen is het volgende ontleend: De voorzitter verKlaart ten kwart over negen de ver gadering voor geopend en verzoekt den secretaris voor lezing te geven van de notulen der vorige vergadering. Alvorens de secretaris hiertoe kan overgaan, neemt de heer E. van Wely het woord en zegt het navol gende Een maand of negen geleden heeft de raad zijn gevoelen kenbaar gemaakt om een commissie voor de gemeente-werkzaamheden te hebben. Dikwijls is ons daar toezegging voor gedaan, ik zou er nu echter meer van willen weten en zal het noodig zijn dat die com- Iiypn in Wchtfrieslnnd. De Overijselsche en Geldersche imkers, die hier met hun talrijke bijenkolonies de mosterdbanen bezoeken, zijn zeer tevreden over den stand der volken. Er is de laatste dagen dan ook veel honig gewonnen, zoodat de meeste korven een uitstekend gewicht hebben. Het zwermen is 1hans in vollen gang VleeHchetende slakken. Het is bekend dat onze slakken plantenelers zijn, dit is aan geen twijfel onderhevig wij hebben er in eiken tuin en op eiken akker jaar in jaar uit de voorbeelden van. Dat zij echter ook vleesch eten ont dekte ik verleden week bij toeval. Op een landweg viel mijn oog op het lichaam van een muis, dat half verpletterd was, de kop was er geheel af, en toen ik keek wat voor soort van muis dit kon zijn, bespeurde ik een aardslak, die er vlak bij was. Door mijn komst kon het dier gestoord zijn en ik hield mij dus stil. Weldra kwam er beweging in en nu zag ik dat hij zich te goed deed aan de muis. Om mij goed te over tuigen, trok ik de doode muis een eind weg Onmid dellijk trok de slak haar voelers in en hield zich stil, om echter spoedig ze weder uit te steken en er naar alle richtingen mede rond te kijken (op de voelers zitten de oogen) tot zij de muis ontdekte en er heen- kroop. Nog eens herhaalde ik dit spelletje en trok ditmaal de muis verder weg Na een poos in alle richtingen de voeler-oogen te hebben bewogen, ont dekte zij de muis weder en schoof er terstond op af. Er was geen twijfel aan dat de slak zich te goed deed, want haar kop verdween geheel in het bloederige lichaam van de muis en daar bleef zij smullen zoolang mijn waarneming duurde. (Vad.) Een kind onder tragische omstandigheden vermist. In 't gezin van den jongen van der K. te Leiden, was de vader ernstig ongesteld en omdat de kinderen voor hem hinderlijk waren, besloten de grootouders, aan den Nieuwen Rijn, de oude Van der K.'s, dezen in hunne woning op te nemen. Dit geschiedde giste ren, maar des avonds kwam men tot de treurige ont dekking, dat een vierjarig knaapje werd vermist. Alles werd rtagezocht, maar de kleine niet teruggevonden. Eindelijk moest de politie met het geval in kennis gesteld worden, doch hoewel deze den geheelen nacht heeft gezocht, was het kind Maandagmorgen te negen uur nog niet terug Men vermoedt, dat het knaapje is verdronken. Het treurig geval wordt nog tragischer, als men be denkt, dat de vader nu op sterven ligt. Een zwerversleven. Een drietal jongeheden, de photografen C. R. Goe- deljee en F. T. F. Lohmann en de kunstschilder Th. W. E. Lohmann te Leiden hebben het plan gevormd met een woonwagen, getrokken door een muildier, een avontuurlijke reis door een deel van Nederland, België en Frankrijk te doen. Hun woonwagen onderscheidt zich door fraaien bouw en doelmatige inrichting van het gewone type en be vat behalve een keuken en slaapstede ook een atelier en een donkere kamer. In het buitenland denken zij uit te komen in het costuum van Volendammer vis- schers. Het doel is aardige kiekjes en interieurs te maken en deze in de plaatsen, die worden aangedaan, aan den man te brengen, om van de opbrengst te leven. De heeren zijn vegetariërs en houden van een na- Gefopt Een grappenmaker te Delft plaatste in een blaadjemissie nu benoemd wordt. Tweedens hebt u ons wijs een advertentie, waarbij tijdens het steekspel, op den gemaakt dat het plan van uitbreiding binnen veertien Nieuwekerkstoren plaatsen te huur werden aangeboden dagen in eene afzonderlijke zitting zou behandeld wor st 25 ets., te bevragen bij den koster der kerk. Deze den en nu staat het nummer nul op de agenda. Ik had Zaterdagavond moeite om allen, die een plaats daarom dat het plan eerst behandeld wordt Ten wilden hebben, aan het verstand te brengen dat zij -1"-—l;a,- - en hij gefopt waren. Treurige zaak. Zaterdagmorgen is te Hilversum op last van de justitie opgegraven het lijkje van een voor 5 maanden overleden kind van eenige maanden oud, dat niet een natuurlijken dood gestorven zou zijn. Zekere S., die met de ongehuwde moeder van het kind, G. genaamd, samenwoont, zou de kleine van een stoel en in een hoek geschopt hebben, ten gevolge waarvan het kind zou zijn overleden. Het lijkje is naar Amsterdam ver voerd om door de justitie te worden geschouwd. Tegen den drank. Aan het 64e verslag van de Nederlandsche Vereen! derde wil ik eene goede degelijke oplossing op mijne vraag hebben waarom Bruglemans en Orthel niet mo gen bouwen op het stationsplein. Ik zou daarvoor wel eens degelijke argumenten willen weten. De voorzitter. De eerste en derde vraag zijn niet aan de orde. breiding zoo laat behandeld werd (zij die er van op de hoogte zijn weten dat geheel andere oorzaken daar aan ten grondslag liggen',. Eerst moest Van Wely antwoord "hebben op deze vragen en anders zou Ihlij van voren af aan beginnen met fluiten. De voorzitter vroeg of spreker nog iets te zeggen had en op het ontkennend antwoord verzocht hij den secretaris voorlezing te geven van het punt, dat aan de orde was. Onmiddellijk haalde v. W. een tweetal spoorfluiten voor den dag en begon hij uit alle macht te fluiten, zóó dat hooren en zien verging. De secretaris las ech ter bedaard verder, waarbij zonder een oogenblik op onthoud geaccompagneerd werd door een schril ge fluit Toen dit 3 I I minuten geduurd had, klopte de voorzitter met den hamer, de secretaris staakte de voorlezing, waarvan niemand iets kon verstaan en ook het fluitje zweeg. De voorzitter maande Van W. aan zijn gefluit te staken, daar bij zulk een ketelmuziek het houden eener vergadering onmogelijk was en hij gevaar liep met den strafrechter in aanraking te komen. De secretaris begon hierna weder van voren met de voorlezing van het request van de Kamer van Koophandel, doch ook onmiddellijk viel de fluiter in. Wederom had het zoo eenige minuten geduurd, toen de voorzitter constateerde, dat door de handelingen van v. W. van het houden eener vergadering geen sprake kon zijn en de vergadering sloot na de aanwezige rijks- en gemeente-poÜtie verzocht te hebben proces-verbaal van het voorgevallene op te maken. Toen de voor zitter zeide, dat hij de vergadering sloot zeide v. W. „Daar is het juist om te doen." D. v. N.-B. De heer E. van Wely. Ik wil er een antwoord op hebben. De voorzitter. Waar die vragen niet aan de orde zijn, behoef ik er geen antwoord op te geven. Wat punt 13 betreft om dit eerst te behandelen, heb ik geen bezwaar tegen, doch dan niet voor punt 6. De heer E. van Wely. Ik wil eerst behandeld zien de commissie, die is reeds 9 maanden aan de orde. De voorzitter. Die punten zijn niet aan de orde U ging tot Afschaffing van alcoholhoudende dranken is i,,"." "j" w» «oh ut wuu u Ret volgende ontielnd: kunt een vooarsjel doen om van de agenda af te Uit het algemeen overzicht van de 18 verschillende drankbestrijdersvereenigingen in ons land, blijkt dat het aantal georganiseerde drankbestrijders 1 Jan. 1908 totaal 95.477 bedroeg of ongeveer 3500 meer dan 1 Jan. 1907. De voornaamste vereenigingen zijnVolksbond tegen Drankmisbruik met 19.800, Sobriëtas met 48.000, Nat Chr. Geh. Onth. Vereeniging met 8800, Nederl. Ver. tot Afsch. van Alcoholh. Dranken met 6350, Leger des Heils met 6680, Algem. Ned Geh. Onth. Bond met 1627, Ger. Ver. voor Drankbestrijding met 1350 leden. In 1907 werden opgericht de Bond voor Kweekelingen EEN HUWELIJKSGESCHIEDENIS HANS VON ZOBELTITZ o— 1. Sidi Tenners zat aan het venster van haar kleedkamer en polijste ijverig den duimnagel van haar linkerhand. Haai" masseur was zooeven er neg geweest, maar Sidi bewerkte dezen duim nog eens. De nagel toonde een leelijke gleuf, die trots alle verzorging maar niet wilde ver dwijnen. Vader Tenners had eens toen de kleine Sidonie het plankje voor de houten poppen, die hij met Kerst mis bij honderden maakte, niet snel genoeg overgaf, met den hamer daarop geslagen. Zoo erg, dat het bloed tegen de jeneverflesch spoot die midden tusschen de jxippen stond. Met een zeker welbehagen dacht Sidi daar steeds aan, wanneer zij haar welverzorgde, blanke handen bekeek. Afschuwelijke pijn had het gedaan en acht dagen lang had ze met een lap om den duim geloopen, terwijl zy de straat langs liep om de poppen te vei- koopen, terwijl haar moeder vader hielp werken. Bij wind en onweer, in regen en in sneeuw. En het was juist zulk een verbazende strenge winter geweest Buiten joeg ook nu de sneeuw tegen net venster. Maar in de kamer was het heerlijk wamt. Sidi hield veel van de warmte. Zij liep ook 't liefst in een zeer dun japonnetje rond, vooral in den voormiddag voor de repetitie begon gelukkig hield het Familie-theater niet al te veel repetities, want de directeur kon, dank zei Sidi Tenners, in het heele seizoen met een paar stukken volstaan. En in den namiddag moest men toch ook zijn rust en gemak hebben. Niets conserveert een niensch meer dan rust. Tenminste voor het vak van Sidi. De sportladies en meisjes van het café-chantant, die zich van vroeg tot laat moesten traineeren, lagen haar niet al te na aan het harte Zij lachte voor zich heen. Hetzelfde zilveren lachje, dat eiken avond de schouwburgbezoekers electriseerde. Wat had oollega Wandt ook kort geleden nog gezegd: „Tenners, je wordt werkelijk onbeschaamd dik." Onbe schaamd was hij. En al was het zoo, van den zomer Geheel-Onthouders ën de Holl. Chr. Tempelbond; op geheven werd de Ned. Vrouwenbond voor Geh. Onth. Vrij belangrijk stegen de Ger. Vereeniging voor Drank bestrijding, het Leger des Heils en de Nat. Christen Geh. Onth. Ver. De stijging in ledental van den Volks bond (3.5 pet.) en Sobriëtas (1 pet.) was zeer gering. De Nederl. Ver. nam toe met 6 pet. Op 1 Jan. 1907 telde de Ned. Ver. tot Afschaffing van Alcoholh. Dran ken 6000 leden; op 1 Jan. 1908 was dat getal tot 6350 gestegen, terwijl thans, 31 Mei 1908 het ledental reeds 7234 bedraagt met nog 403 adspirant-leden. Het aantal afd bedroeg 1 Jan. 1907 133; opgeheven werden in het verloopen 'jaar de afd. Oldenzaal, Ferwerd, Schevenin- gen en Hellendoorn-Nijverdal. In 1907 werden aan de vereeniging toegevoegd 17 nieuwe afd., en in het eerste halfjaar 1908 reeds 19, zoodat de Nederl. Ver. thans 165 afdeelingen telt, als volgt verdeeld over de ver schillende provinciën: Groningen 12, Friesland 81, Drenthe 5, Overijsel 8, Gelderland 14, Utrecht 5, Nd,- holland 18, Zuidholland 20, Zeeland 1 en Noordbra bant 2 afdeelingen. In Limburg bestaat nog geen afd. Het aantal algemeene leden bedraagt in 't geheel 92. Omtrent de geschriften wordt vermeld, dat in 1907 werden gedrukt 92.125 exemplaren, tegenover een aan tal van 53.140 in 1906. Nieuwe uitgaven waren o. a. De Roode of de Blauwe Vaan, van F". U. SchmidL en de 17e druk van Liederenbundel, van Tine. In 1907 werden totaal afgeleverd 81.160 ex., tegen 63.958 in het vorige jaar. Van het orgaan De Blaauwe Vaan der Vereen, zijn in 1907 gedrukt 257.400 ex., tegen 276.675 in 1906; voor de colportage werden afgeleverd 162.000 ex. De Ned. Ver. ontving in 1907 van het rijk het gewone subsidie van f 1500, terwijl zij voor het houden van een enquête inzake het bier een buiten gewone subsidie ontving ad f 300. Een arbeidsbeurs Men schrijft uit Friesland aan „De Ned.": Wanneer bij het aanbreken van den hooioogst hon derden werklieden, vooral uit Groningen en het ooste lijk gedeelte van Friesland, aankomen, om zich bij den boer voor den hooibouw te verhuren, is het gewoonte, wijken en punt 13 vroeger te behandelen De heer E. van Wely. Ik doe geen voorstel. De voorzitter. Dan verzoek ik den secretaris voor lezing te geven van de notulen. De heer E. van Wely. U stoort zich niet aan het reglement van orde ik ook niet Noch naar wetten kijkt u. U vraagt naar niets. De voorzitter. Secretaris gaat u door met de no tulen De heer E. van Wely. Ik wil 't niet Het zal niet gebeuren Ge hebt gezegd het plan van uitbreiding in eene afzonderlijke vergadering te behandelen Dat moet gebeuren De voorzitter. Ik verzoek u u stil te houden De heer E. van Wely. Het is niet noodig ze voor te lezen De voorzitter. (Met een forschen hamerslag.) Ik ver zoek u stilte. De heer E. van Wely. Ik zwijg niet Ge hoeft ons niets wijs te maken Onderwijl de secretaris wil voortgaan met de no tulen voor te lezen haalt de heer Van Wely een paar spoorfluitjes voor den dag en begint op helsche, oor- verdoovende wijze te fluiten, zoodat niets verstaanbaar was. De voorzitter hamert verschillende malen, doch niets mocht baten Als een bezeten furie zet ons waardig raadslid zijn fluitconcert voort, zoo zelfs dat zijn stem hem eenige malen begeeft, om dan weer opnieuw aan te vangen Of zijn naastzittend lid de heer Segers al vraagt om stil te houden, het lid van Gastel al roept dat het een schandaal is, hij blijft doorgaan De voorzitter zegt daarop na een forschen hamer slag, dat hij niet wenscht deze vergadering voort te zetten, zoolang dat medelid voortgaan zoo te handelen. Steeds blijft echter dat lid maar doorfluiten. De voorzitter. Ik schors de vergadering gedurende een kwartier en verzoek het publiek zich te verwij deren. Na heropening der vergadering, begint het lid van Wely zijn gefluit opnieuw. Weer wordt de vergadering geschorst, nu voor een uur. Na heropening weer fluiten. Na heel wat gehaspel wordt het raadslid van Wely door den rijksveldwach ter uit raadzaal en raadhuis verwijderd. Vrijdag Zooals te verwachten was, woonde eene groote me nigte, belust op een relletje, de raadsvergadering bij. Nauwelijks had de voorzitter de vergadering geopend of het raadslid Eug van Wely nam, zonder dit te vragen, het woord en begon weder aanstonds, zonder zich aan reglement van orde of iets te storen, den ging men toch naar Marienbad. Maar zij stond nu toch op, en ging voor den grooten spiegel staan, rekte zich uit en liet haar handen langs liaar heupen glijden. Onzin! Goed gevuld meer niet Juist goed. Het paste ook patent bij haar rond kopje met het gleufje in de kin. Men was toch niet voor niets eerste tooneelspeelster voor jonge rollen aan den Koninklijken schouwburg. Sidi lachte weer en stak overmoedig haar tong uit tegen haar spiegelbeeld. Maar toen zij scherper toekeek gleed er toch een schaduw over haar cokette gezichtje. Daar en daar, onder de oogen, om de mondhoeken waren toch een paar rimpeltjes. Het waren nog maar zeer fijne lijntjes, en een weinig poeder bedekte ze, maai" ze waren er. Bah haar mooie oogen straalden toch nog even verleidelijk als altoos. Sidi draaide zich op haar elegante schoentjes om. Die domme spiegel die goede spiegel. Men zou dien kuimen haten en liefhebben tegelijk. Langzaam ging ze naai" haar stoel bij het venster terug en hokte daarin zoo gemakkelijk mogelijk neer. Die domme spiegel. Het was geen wonder dat de eerste teekenen zich aanmeldden, dat het met de gouden jeugd voorbij was. Men mocht het niet narekenen, de jaren niet en ook niet wat ze hadden gebracht, vanaf den eersten danspas op de soubrettenschool daar boven in Berlijn, van het eerste optreden in het kleine variété in de Elzasserstraat tot het uur, waarin toeval, geluk en talent haar den weg baanden tot het groote tooneel. En dat stijgen was ook niet in eens en zonder doornen geschied. Waar gehakt wordt vallen spanen. En de jeugd ontziet zich niet. Het wijzere huishouden leeren eerst de jaren, deze leelijke, schrikaanjagende jaren. Het was schemerig geworden. In de slaapkamer daarnaast werd het electrische licht aangedraaid en een breede lichtstreep viel door de geopende deur. Sidi wreef zich de oogen. Haar was het, alsof ze gedroomd had een leelijken droom. „Ben jij het, SisaHoe laat is het eigenlijk?" „Vier uur, juffrouw. Mag ik u de koffie brengen?" „Ja. En wat likeur en sigaretten. Maar kom eerst eens hier en steek het licht aan." Vier uur. Dus werkelijk geslapen en gedroomd. Dom tuig. Dat kwam van de schemering. Wat verschrikkelijk deze winternamiddagen. Nu in het licht zag alles er heel anders uit Lachen had Sidi nu weer gekund, die domme spiegel die goeie spiegel. Wat beteekencn nu een paar miniatuurrimpeltjes? Wat beteekenen een paar jaar meer of minder aan het tooneel. Daar was Het laatste woord. Ik zou wel eens willen weten, zei mijnheer, die warm begon te worden, terwijl hij met zijne vrouw aan het redetwisten was, waarom een vrouw altijd het laatste woord wil hebben., Dat is niet waar, zei mevrouw: dat is laster. 't Is toch zoo, vrouw. Je wilt immers altijd.... Dat weet je wel beter. Dat wil ik niet Maar ik ben er zeker van. Neen, dat kun je niet wezen, want 't is zoo niet Maar beste, weet je dan niet Neen, ik weet het niet! Maar ik weet wel, dat je heel naar tegen me bent Nu, goed, dan trek ik het in. Je wilt niet altijd het laatste woord hebben. Zeker, wil ik dat nieL Ik zie niet in waarom je dat behoeft te zeggen. Ik zal het niet weer zeggen. Omdat je wel weet, dat het niet waar is. Wie?. Evengoed als ik. Ik Je wilt het altijd hebben. Maar En dat weet je ook wel. Je kunt wel gelijk hebben, zei mijnheer en zijn hoed opzettende ging hij weg. Ik wéét, dat ik gelijk heb, riep mevrouw hem na. Kinderopvoedig. In dezen tijd, dat naar men wil de omstandig heden ons aanwijzen op crèches, kinderbewaarplaatsen, bewaarscholen; in dezen tijd, dat niet alleen, de vaders de deur uitgaan, om het dagelijksch brood te ver dienen, dcch ook vele moeders 's morgens de deur achter zich dicht trekken, buiten haar maatschappelijke dagtaak vervullen en 's avonds eerst in het gezin terugkeeren; in dezen tijd van belangrijke vrouwen kwesties, van vooruitstrevende vrouwen, die aan poli tiek willen doen, onderwijzeressen, die in deze stad wel, in geene niet, als gehuwde vrouw, als moeder, voor de Klas mogen staan; in dezen tijd trekt de moderne, conservatieve boetprediker Vader Vaughan stampvolle kerken in Engeland met zijn serie preeken over het huwelijk. Hij treedt wellicht minder op als kanselredenaar, volgens het engere begrip van dit woord, dan wel aLs algemeen kritikus van het leven om hem heen. En het zijn vooral de moeders van het heden tegen wie hij optreedt, welke hij haar tekortkomingen voorhoudt Tegen moeders, die haar moederlijke plichten ver zaken en zich aan de verantwoordelijkheid tegenover haai" kinderen onttrekken, sligert hij, als een klassieke hage-boetprediker zijn banvloeken. Zijn eerste stelling is, dat elke moeder haar eigen kinderen moet voeden, aangezien in de natuur elke moeder haar eigen jong zoogt. Was dit een zelfopoffering voor de vrouw, welaan danzoo preekt Vader Vaughan het leven van de moeder is nu eenmaal gewijd door zelf-verzaking, en de eerste school van net kind behoort te zijn in de armen van de moeder. Het vervolg van zijn prediking bestaat uit een soort practische levenswijze, volgens welke ouders hun kin deren hebben op te voeden. In het kort saamgevat luiden deze geboden: Vernietig de verbeeldingskracht van het kind niet door de kinderkamer te bevolken met poppen; deze werken belemmerend. men juist zoo oud, als men er uitzag, juist zoo jong als men verstond er uit te zien. Lachen had Sidi nu kuimen doen. Nu lachte ze werkelijk. En wel over het meisje, dat nu binnenkwam met koffie. Tien jaren jonger was Sisa bepaald en eigenlijk geen onknap ding met haar vol haar eïi blauwe oogen, maar zij zag er uit als een eerbare juffer van in de zestig. Het blonde haar was stijf op het hoofd geplakt en op haar gelaat altijd zulk een bitter zoete trek en steeds dezelfde hoekige bewegingen. Neen, een schoonheid was Sisa niet, maar aanhankelijk, bescheiden en een kunstenares met de naald. Naast de koffie lagen een paar couranten en brieven Terwijl Sidi in heele kleine slokjes haar koffie dronk, daar tusschen in een paar trekjes aan de sigaret, scheurde zij de enveloppen der brieven los: een paai" agentuur couranten, een vereerend gedicht van een Hoogere- burgerscholier-bewonderaai", twee balkaarten: het persbal en het bal van de Lustige Blatter. Dat waren toilet- zorgen. Die eeuwige toiletzorgen. Mooi moest men er uitzien, origineel, aantrekkelijk, elegant, pikant Het was een genoegen, maar ook een kwelling. Nog geheel afge scheiden van de financiën. Aan die naaistersrekeningen moest men in 't geheel niet denken. Sidi blies langzaam den zoeten sigarettenrook door het fijne neusje. Eigenlijk was de kwelling grooter dan het genoegen. Was het wel een genoegen? Bewonderd te worden, te dansen tot een mensch de adem verging; een paar glazen champagne meer dan goed was? Steeds hetzelfde altijd weer gelijk 1 En altoos lief zijn moeten, goedgeluimd, op de hcogte van alles ja, eigenlijk lag men liever op z'n bed en rustte uit. Ja wel en ergerde zich bovendien nog den volgenden mor gen, wanneer de onsterflijke criticus van de Lokal- Anzeiger niet in dat blad hiad opgenomen: onze pikante Sidi Tenners verwekte groot opzien door.... enz. enz „Anders niets, Sisa/' Het meisje stond op de teenen voor de kleerenkast en rekte haar magere gestalte om een japon te krijgen. „Een groot bloemstuk, juffrouw. Ik heb het in de badkamer neergezet, opdat het frisscher zou blijven." „Breng het maar eens hier." Het was werkelijk een bloemstuk van kolossalen omvang, een waar woud van rozen. Sidi klapte in de handen, in bloemen had ze steeds nog een kinderlijke vreugde, en van de geur van La Franee rozen hield zij zeer veel. „Geef hier, Sisa kom wat naderbij kindje er zijn toch nog goede menschen." Maar terwijl zij het neusje diep in de bloemen stak, morrelde ze met de handen het kleine witte couvert los, dat aan het hengsel van de mand was verbonden. Zjj scheurde het couvert open, eigenlijk slechts om een vluchtigen blik op het kaartje te werpen. Maar zij las de twee regels die onder den naam stonden twee maal. Zij sprong plotseling op, zoodat haar muiltjes uitvlogen, zij vatte het meisje bij de heupen en danste met haar door de kamer: „Maak mij mooi, Sisa dadelijkzeer mooi moet ik er uitzienniet te weerstaan. Erich .Kerstin stond in het salon voor het groote geschilderde portret van Sidi en wachtte. Het kamer meisje had verzekerd: „de juffrouw zal dadelijk ver schijnen," maar hij wachtte reeds tien minuten. Eerst was hij dicht bij de deur blijven staan en had gekeken naar de bonte meubileering van deze kamer. Hij kende deze kamer reeds heel goed, reeds sedert maanden, sedert Redenberg hem nier half tegen zijn zin liad binnengeleid. Maar hij verbaasde zich steeds weer, dat Sidi zich in deze omgeving zoo goed op haar gemak kon gevoelen. Juist zij, die toch zoo geheel anders was van persoon. Maar nu dacht hij daar toch niet over na. Zijn gedachten waren met andere dingen bezig. Ffij was voor haar beeltenis gaan staan, hij kende de geschiedenis van (fit portret. Een jong, heel onbekend schilder had daarmee zijn geluk gemaakt. Hij was den vorigen winter naar Sidi gekomen met de bede liaar te mogen schilderen in haar sensatie-rol van Salomé. „Ik kon het dien aardigen krullebol niet weigeren, hij keek mij zoo smeekend aan vertelde Sidi gaarne. En toen was het schilderij op de tentoonstelling ge komen en had Bruno Gelbert op eenmaal in de voorste rijen der kunstenaars gebracht. Telkenmale als Erich voor dit portret stond verdroot het hem. En toch trok het hem weer steeds opnieuw aan. Onweerstaanbaar. Hij had Sidi in deze rol twintig, dertig maal gezien. Daarbij had hij nooit een dergelijk gevoel als hier bij het portret. Daar, voor het voetlicht had hij meer malen medelijden met haar gevoeld, dat haar beroep haar dwong tot een dergelijke rol. Hier deed het hem pijn, dat zij zich zoo ten toon had gesteld. Maar toch moest hij het portret bewonderen. Het joeg hem het bloed naar de wangen. Heden ontroerde het hem meer dan ooit. Een jxiar maal streek hij met de hand over de zijden revers van zijn jasje, als moest hij er het stof van verwijderen, dat er met was. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1908 | | pagina 5