Donderdag 16 Juli 1908. 52e Jaargang. No 4378. TWEEDE BLAD. Bekendmakingen INGEZONDEN. Binnenlandsch Nieuws. Gemeente SC'HAGKS. 0— Luxe- en Kjjtuis Paardenmarkt te Sehagen Burg en Weth. van Schaften brengen ter kennis van bel angheb bonden, dat in hunne gemeente de PAARDEN MARKT, welke hoofdzakelijk is best md voor Luxe en Rjjtuigpaarden, geschikt voor den buitenlandscben han del, zal worden gehouden op Vrijdag 24 Juli 1908. Gelijk bekend, heeft deze markt plaats op den dag vóór dien, waarop oenzelfde paardenmarkt vrordt gehou den te Haailemmermeer. Voor de aangevoerde paarden zal geen marktgeid verschuldigd zijn. Heeren paardenfokkers e.a. worden beleefd verzocht tot deze markt, die o.a. zeer wenscbelyk wordt geacht door het Hoofdbestuur der Vereeniging „Het Neder- landsch Paardenstamboek", door het aanvoeren hunner daarvoor geschikte dieren ook thans te willen mede werken. mede in hun eigen belang. Kunnen toch die dieren te Sehagen van de hand wor den gedaan, dan wordou daardoor de belangrijke kosten vermeden, aan het vervoeren naar verder afgelegen markten, b.v. te Haarlem en elders, verbonden. Buitenlandsrhe kooplieden hebben rebds verklaard, de markt te zullen bezoeken, indien op eenigen aanvoer gen-kend kan woreen. Sehagen, 6 Juli 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. J. POT. De Secretaris, ROGGEVEEN. o Voorkoming brandgevaar, broeien van hooi. Burgemeester en Wethouders van Sehagen brengen ter kennis van belanghebbenden, dat, ingevolge de door den Raad dier gemeente vastgestelde regeling betrek kelijk het onderzoek naar de broeiing van hooi enz.: lo. De Gemeente is verdeeld in een Noordelijke en een Zuidelijke hooistekerswijk en de scheidingslijn tus- schen die wijkon wordt geacht te zjjn getrokken vanaf do brug aan de Lange Snovert door de Hoep over de Markt naar en door de Heerenstraat, langs de Loet, den Menisweg en het pad loopende langs het Schager Wiel en vandaar langs den dijk liggende aan den Zuid kant van den polder Burghorn tot aan de Gemeente Sint Maarten; 2o. Dat voor het loopende jaar tot hooistekers zijn benoemd voor de Noordelijke wijk Willem Bloeker, Noord, wijk A no. 42, en Cornelis Tuinman, Noord, wijk A no. 22; voor de Zuidelijk wjjk Klaas Govers, Loot, wijk E no. 54, en Christiaan Speets, Dorpen, wjjk D no. 29. Tevens worden belanghebbenden herinnerd aan de volgende bepalingen der algemeeno politieverordening dezer gemeente: Art. 129. Het is verboden, hooi, stroo of andere licht ontvlambare stoffon buitenshuis te verzamelen of te bergen op minder dan 10 Meter afstand van den open baren weg, van eenige, voor het publiek toegankelijk gestelde open plaats, van eenig gebouw of getimmerte, tenzij daarvan gescheiden door eene dichte planken schutting van minstens 2 Metor. Burgemeester en Wethouders kunnen van het hier bepaalde ontheffing verleenen. Art. 130. Houders van hooi, stroo en andere licht ont vlambare stoffen zijn verplicht, van ieder ontdekt ge vaar van brand, door broeiing of eenigo andere oorzaak ontstaan, onverwijld kennis te geven aan don Burge meester, en tevens aan de daartoe vanwege de gemeen te aangestelde hooistekers, die steeds tot onderzoek daarvan moeten worden toegelaten. Z\j zijn verplicht, op last van den Burgomeester of van de hooistekers, do bedreigde voorwerpen terstond van de plaats te verwijderen, en verder al datgene aan te wenden, wat hun door of vanwege don Burgemeester of do hooistekers wordt bevolen. Art. 131. Het is verboden, aan hout, hooi, stroo of andere licht ontvlambare stoffen te arbeiden bjj ont stoken vuur; cf om hekelhuizen, timmerwinkels, lood sen of plaatsen, waar gemelde stoffen verwerkt of .bewaard worden, op e-migo andere wiize te verlichten dan door goed gesloten lantaarns, olio- of gaspitten. Overtreding dezer bepalingen wordt gestraft met hechtenis van ton hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste f25.— Tot voorkoming van moeilijkheden worden belang hebbenden ernstig aangespoord hunne verplichtingen nauwgezet na te komen. Sehagen, den 30 Juui 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd: H. J. POT, Burgemeester. ROGGEVEEN, Secretaris. XXXXIII. Thuis. Arme Dief! .Kees, zijn broer, had buiten op hem gewacht. Hij had hem nog gezegd: „Jan, wees nou wijs, doe het vandaag niet. Kijk eerst de kat uit den boom. Je weet, hoe de-ouwe is.... Je zuil zien, het helpt geen bliksem. Ga nou met me mee. Wees nou verstandig!" Maai er was geen redeneeren tegen. Eerst toen hij pas. na die acht maanden, weer op vrije voeten stond, leek het of Jan gek zou worden. Hij liep te grienen als een kind. Telkens pakte hij de hand van zijn broer, en praatte dan allerlei door elkaar: „Wat zal ze blij zijn, jo.... Met het lokaaltje ben ik in twintig minuten thuis.... Och-God, wat zal ze blij zijn... Als ze schrij ven kon, dan zou ze me wel een briefie gestuurd hebben.... Ik heb haar eergisteren nog geschreven... Dat ik afslag van straf had gekregen.... Dat ik vandaag of morgen al thuis kon wezen.... Omdat ze zoo tevre den waren.... Och God, jo, ik ben toch zoo gelukkig.... Alles zal nou wel terecht komen.... Baas Plempers neemt me direct aan. Wat docht-je dan"?.... Hij weet toch, dat ik feitelijk het slachtoffer ben geweest van dien schooier.... Neen, dat komt in orde, let op mijn woorden.... En ik mot nog een mooi jurkje koopen voor kleine Trien.... Wat zal ze groot geworden zijn in de acht maanden!".... Hij kon niet uit zijn woorden komen. En Kees rolde dé 'pruim tabak, die hij achter de kiezen had, van rechts naar links, vice-versa. Zag bleeker dan anders. Had, tegen zijn gewoonte, dien ochtend vroeg al een borrel gepakt.... Want hij wist, Kees, dat het een zware, een lamme, beroerde dag zou worden.... „Wacht maar effeties. Binnen een kwar tier ben ik terug zei Jan. En hij ging, als van ouds, den „winkel" binnen.... Alsof er, sinds die acht yiaanden, heelemaal-niks gebeurd was. Kees bleef wachten. Spuwde om-n-liaverklap tegen de straatstee- nen. Gaf, toen een kennis voorbijkwam, en iets tegen hem zei, geen antwoord, zoodat de kennis nijdig om keek, bleef staan, de schouders ophaalde en zich voor nam straks te gaan vertellen, dat die Kees Hoek, pre cies als zijn broer die laatst veroordeeld was wegens diefstal, 's morgens om elf uur al zoover „weg" was. dat-ie geen mensch meer herkende.... Kees stond te piekeren over velerlei. Wat Jan wel zeggen zou als-ie op de fabriek, hoorde dat de baas niks-meer vau hem weten wou.... Nou-ja, toen-ie pas in hechtenis was genomen had de baas hem gesust, gepaaid; maar dat kwam.... Kees wist het wel.... Omdat meneer-zelf ge zegd had: zie hem nou maar te kalmeeren, en zoo, anüers krijgen we het fijne van de zaak nooit te weten.... .Maar onlang.-,, toen Kees oeus „gevischt had ol er kans was dat zijn broer weer teruggenomen werd; ai was het tegen lager toon, en desnoods lijdelijk, ol voonoopig.... ioen nad tle uaas zicli uitgelaten: geen kwestie van, hoor! Daar hoef ik luj meneer met mee an te komen: Als ik l proneerde, man, wil-je geloo- ven, dai ik kans had om ook „gebonsjoerd te wor den?.... hees, die het dril tig temperament van zn broer kende, had t den antier met durven zeggen, telkens wanneer de woorden hem op de tippen zweel den, was t m geweest ol iemand z n keel oichtschoel- de. Hij had zien gesust: Misschien, als ze Jan ineens voor zich zien.... je kunt niet weten!.... Maar 't ergst van alles.... hu wanneer hij daaraan dacht, dan knauw de Kees, vau angst en van verdriet en van woede, z ntabakspruim reeel lijn tusschen de kiezen.... Hei ergst was ais-ie dacht aau dal andere. Van dat thuis komen. Van dat met bet, en.... ....Ineens stond zn broer naast hem. Zoo wit als een doek. Met de oogen van iemand, die door wilde wanhoop, üoor veriaiumcnden schrik, is overweldigd. „Ze wiuea me niet meer, zei Jan, en zn stem klonk neescli, schor. Hij had de vuisten gebald. „Ze willen me niet meer!' schreeuwde hij t uit, dal een paar menschen op de gracht bleven staan.... „Ze verdommen L... tk heb gezeten.... Ik ben een dief.. De baas zei, dat ais ik er nog langer op androng om meneer te motte spreken.... Menecr-zeil... Dat-ie dan... Dat-ie dan op orde van meneer.... Dat-ie dan de poliesje...." De ontslagen dief sloeg, met een ruwen smak, een van z'n hauuen voor de oogen. Hij zou t uitgebulderd hebben, als hees in niet gesust had.... Ze keken naar in.... hij most zich toch bedaard houden.... Want an dei's kwam-ie bij een anderen baas nooit terecht.... Dat pakteJan vermande zich. Hij veegde z n oogen af en klemde de tanden op elkaar. Er kwamen een stuk of wat mannen uit de fabriek, t Was schaftuur voor eersten ploeg.... Hij zag er zijn ouwen-vrind en gewezen karneraau Teun Jansen bij.... Kees pakte m nog bij een stip van zn mouw.... Wou hem terug houden. Hij wist wel, dat 'Teun niks-meei" van hem zou willen weten.... Maar Jan zette door. Ging regel recht naar Teun toe.... Stak hem de hand toe, waar alle kameraden bij waren, i'eun knikte heel-even- tjes terug, met een gezicht van laat-me-asjebiieft met-vree... Deed of-ie de hand niet merkte en stapte Jiaastiger voort. De anderen groetten heelemaal niet.... 'i'oen Liepen de twee broers voort. Kees, met zijn zeurige, zaeht-goedige stem probeerde den ander te troosten. Dat veranderde wel, die koelheid.... Dat was altijd zoo, de allereerste dagen.... Jan had 't zelf moeten inzien.... Niet zoo direct erheen moeten gian.... Later hadden de jongens zelf 't meest spijt vau hun bokkiglieid.... Jan most zich dat niet zoo antrekken. Geduld hebben. Als-ze zagen, dat-ie weer goed-en-wel aan t werk was, dan.... „Zou-je waarachtig denken?" vroeg de arme dief, op wien de sussende taal invloed had. „Meen-je dat nou Kees?" De ander bezwoer 't. Liet Jan een sigaar opsteken. Sjokte met hem rond.... Probeerde zn gedachten af te leiden. En telkens weer kwam die vraag: „Hoe laat gaat 't lokaaltje ook weer? Jö, ik mot nog inkoopen doen! Weet-je hoeveel ik teruggekregen heb van wat ik bij me had acht maan den geleden?.... Zeg, Bet zal er van opkijken Als hij dal zei, knauwde Kees-broer weer op z'n pruim en werd erger die angst in de oogen van den jongen, die zocht.... Een middel zocht, om 'hem te beduiden.... Alaai" hij vond 't niet. In 't bierhuisje, waar ze gingen zitten uitrusten.». Een eind buiten de stad. Waar ze niet telkens lui tegenkwamenDaar had Jan rust noch duur. Hij keek al-maar naar de klok...: En praatte over wat Bet zeggen zou. Hoe ze zou opkijken als-ie daar voor d'r stond.... Toch gezond en wel.... Over het jurkje voor kleine Trien, dat-ie nog moest koopen.... 1'e zeer vervuld van zijne verwach- 1 ting. Van zijn verlangen naar thuis.... Dat nu terug drong de smart over wat hij, pas ontslagen uit de gevangenis, had ondervonden.... Terugdrong zijn woede over die houding van de kameraden. Tot leun Jansen j toe, dien hij eens met veertig gulden geholpen had.... En die hem nu de hand weigerde te geven.... Niet j lettend op 't somber strakke, benauwde gezicht van Kees, die maar voor-zich uit tuurde, nauweiijlfe be- grijpend wat daar gezegd werd door den ander.... Ln wiens moedegeplaagde hersens 't zocht, zocht, naar een middel, om Jan te beduien iets van dat andere, dat verschrikkelijke, waar-ie geen flauw besef van had.... ....Toen stonden zij daar bij het station, waar Jan een kaartje zou nemen voor den locaaltrein, die hem naar huis zou brengen.... Naar Bet en z'n kleine, lieve Trienken, voor wie hij, netjes in grauw papier ver pakt, een jurkje onder z'n arm droeg.... „Je gaat na tuurlijk mee?" vroeg Jan, het grauwe zakje met centen openstrikkend..... „Kerel, leg nou niet te.... Natuurlijk ga-je mee.... Trien zou niet weten waar ze 't had, als oome Kees niet met vader meekwam...." Ziet-ge toen de arme dief dat, op zoo eeht- hartelijken toon zei, tegen z'n broer.... in de vreugde van 't nu toch spoedig bij z'n vrouw en kindje zullen i wezen.... Toen Kees zag die trouwhartig-b'iijde uitdruk- king in de oogen van z'n broer.... En de gretig-royale i beweging, waarmee Jan een gulden uit het „centen- zakje haalde.... Toen werd 't hem te machtig. Snikte I hij L uit voordat hij 't beletten kon..,. En de ander schrok daar zoo van, dat-ie den gulden op de straat- steenen liet vallen. Greep den arm van z'n broer..... Gilde 't haast uit: „Jezus-MariaWat scheelt eran, Kees?.... Wat is er.... Wat is er, thuis?.." En of Kees hem al wou bedaren, 't baatte niet. j Hij schreeuwde.... Kermde.... Hij pakte z'n broer bij de borst.... Dat er een oploopje ontstond.... Dat er een agent bij te-pas kwam.... Zij gingen een kroeg binnen, waar Kees hem mee wist te krijgen.... Om nog-erger te verhoeden En daar met een woord ol wat zei hij dan 't verschrikkelijke.... Van Bet d'r weggaan.... Toen ze gehoord had dat d'r man thuis zou komen, vroeger dan ze gedacht had.... Omdat zij bang was, dat-ie hooien zou.... Van die historie met den Duitseher van de dckenfabi'iek.... Als wezenloos lag de arme boef met 't hoofd op een arm. Hij kreunde za.chtjes. Als een kind, dat pijn lijdt De vrouw van den waard een goedige schom- mei die alles van de zaak begreep natuurlijk i had hem de slapen al gerwassch'en. Stond daar lioofd- schuddend.... Van medelijden eat verontwaardiging...... j Op den smerigen vloer lag het grauwe pak, waarin, i netjes opgevouwen, het jurkje, dat voor kleine Trientje j bestemd was geweest..,. Onaangeroerd stond, nog, de 1 borrel, die voor Jan was neergezet. En op een wenk van Kees had de waardin het glas weggenomen.... Stil- letjes.... Knipoogend van: Begrepen!.... Kees woonde dicht in de buurt. Hij zou eventjes die sombere, dreigende oogen leefde, verre was van iets, dat aandacht schonk aan de felstriemende taal van afstraffing.... Eerst toen de verdediger een tipje oplichtte van het levensdrama, waarvan men, bij de behandeling van deze zaak, een der phasen aanschouwde.... Eerst toen wendde de boel zijn dreigoogen af.... Niet willende merken laten, dat 't nog niet heelemaal in hem ge storven was.... Dat vroegere.... Dat betere, zachtere, teere.... Nog niet!.... MAïTRE CORBEAU. Losse geruchten Lit hel ingezonden stukje van D. Hoofd te Bar- singerhorn bhjkt, dat wij met onze „losse geruchten' goed waren ingelicht. Laat ons er dadelijk bijvoegen, dat wij den armen vader niet hard willen vatten. Dat hij zijn kind heeft afgestaan, terwijl hij wist, dat het een Katholieke op voeding zou ontvangen, nemen we hem niet kwalijk. Dat is een zaak, die hij voor zijn eigen geweten heeft te verantwoorden. Ook ligt het niet in ons plan on aangename dingen te zeggen aan de pleegouders: wij willen gelooven, dat deze hebben gehandeld uit zui vere menschenliefde. Toch meenen we nog eens op de zaak te moeten terugkomen en wel naar aanleiding van de twee vol genue zinnen in het stukje van D. Hoofd: „Wel werd er veel over mijn toestand gesproken, maar iets gedaan om mij te li elpen werd er niet" en „H ulp verleenen in tijd van nood be staat er bij de protestanten niet" Mij kunnen niet voldoende beoordeelen of, en in hoeverre D. Hoofd hier de waarheid zegt. Maai" een kleine toelichting van de betrokken „Protestanten" ach ten we niet ongepast. Nu we toch de pen ter hand hebben moeten nemen naar aanleiding van onze „losse geruchten" komen we ook nog eens terug op het bericht uit Kolhorn over de geheimzinnige verdwijning. Waarom heeft men dat niet tegengesproken of nader bevestigd? Of bestaat er te Kolhorn geen correspondent van de „Schager Cou rant"? Waai" men het krantenlezend pubhek dikwijls vergast op allerlei kleinigheden, meenen wij, dat zoo iets niet verzwegen had mogen worden. Of bestonden er bijzondere redenen de zaak niet te publiceeren? Dat men zulks dan mededeele aan de Kedaktie. Of is dit misschien reeds geschied? SIMON. Hondenkerkbof. Wanneer men langs den Amstel veenschen weg de hoofdstad uitgaat, treft men aan zjjn linkerhand een oud, witgekalkt huis, dat door zjjn bouwstijl, zijn ver siering van witte steenen menschenkoppen en arabesken in den voorgevel, door ztin ligging in een wat verwaar loosden tuin, met oprijlaan onder hooge boomen, het gevoel opdringt, dat men midden in een dorp te land is gekomen, in zoo een als uit de Alblasserwaard, en dat daar de burgervader wel zelf woont, de gewichtige bestuurder van het goedmoedige slag dorpsmenschen. Maar geen schijn kon ooit bedriegelijker zijn, want geen inrichting getuigt meer van de verfijnde bescha ving, welke kan overgaan tot bespottelijke, ziekelijke overgevoeligheid, als uitvloeisel vau groote-stadsleven. Wjj hebben in plaats van met een oud dorpsnotabe- lenhuis, met een pension voor honden en katten te doen, waaraan verbonden is een asphyxiatie-inrichting, benevens. kerkhof 1 De ziekelijkheid nu is niet toepasselijk op de asphyxia tie-inrichting, welke we als een zeer goede instelling beschouwen, en ook minder op het pension, waar de diverse mevrouwen haar „Azortjes" of „Mignonnetjes" een goed onderkomen bezorgen, dan wel op het kerk hofje, waar de lieve diertjes ter aarde besteld worden en waar men op den geboorte- of sterfdag vergeet-mjj- nietjos brengen gaat. Het zijn heel primitieve grafjes, hoopjes aarde, waar op allerlei bloemetjes tieren, met een wit houten bordje in den grond geplant, waarop geschilderd staat van welk lief hondje het de begraafplaats is, en daarbij een welwillend j vermelding over den aard van den over ledene, zooals„Hier rust onze lieve Piet, 10 Juni 1904" of „Hier ligt onze lieve trouwe Minnl, 6 Pebr. 1905". Enkelen hebben wat meer versiersels, zooals zwart glazen plaatjes met gouden letters. Een is er bij keu rig met viooltjes versierd, en een klein hekje er om, waarop geschreven staat: „Hier ligt mijn lieve trouwe vriendje Azor". Het schijnt het grafje van een hond, en een kind was zijn speelnoot en meester. Dit moet een waarlijk smartelijk verlies geweest zijn; het ster ven van een hondje waarmee een kind in zijn jonge jaren speelde, geeft een diep verdriet. En om één zoo'n grafje zou men bijna de ergernis vergeten over het sollen mot doode huisdieren. Hbld. Marius Brouwer. Aangaande de ontvluchting van Marius Brouwer ver neemt „Het Vad." nog het volgende: Op Oud-Rosenburg werkte de jongen onder toezicht De koppelartyzaak. Volgens de „Nijm. Ct." heeft „Duitsche Greet" zich door vertrek uit het land aan haar 6 maanden gevan genisstraf onttrokken. Waren hier geen termen voor preventieve hechtenis? vraagt „Het Vad." Er was toch zeker wel eenige vrees voor vlucht bjj deze verdachte, die bovendien in Arnhem, dus vlak by de Duitsche grens, verblijf hield. Heer-Hngowaard. Onder begunstiging van prachtig weer werd hier Zondag de harddraverij aan „de Hengstman" gehouden. Jammer, dat het aantal deelnemers slechts 6 bedroeg. De prijs werd behaald door „Vroolijk", de eerste premie door „Meta", beiden van den heer J. Brak te Zjjpe, berijder K. de Wit. De 2e premie werd behaald door „Gravin", eigenaar en berijder de heer W. van der Molen te Broek op Langendijk. Aangezien echter dit paard onder protest deelnam, werd de premie ingehou den, ten einde nader onderzoek in te stellen. Provinciale Staten. Noord Holland. Maandag zijn verschenen de rapporten uit de com- missiën der Staten, die de voordrachten tot subsidie- verleening hebben onderzocht. Tegen de meeste voor drachten worden geen bezwaren gemaakt. Eene commissie maakt de opmerking dat in de Staten-Generaal, en in de meeste gemeenteraden derge lijke voorstellen bij de begrooting worden afgedaan, en wenscht op deze wijze van handelen de aandacht der Staten te vestigen. De commissie, in wier hande% is gesteld de voor dracht tot afwijzing der subsidie voor de vereeniging „Het Botercontröle station Zuid-Holland", vereenigt zich daarmede geheel. De commissie, die de voordracht tot subsidieering der visscherij-school te IJmuiden onderzocht, wijst op het gebrek aan onderlinge samenwerking, dat bjj het bestuur dezer school schijnt te bestaan, waardoor een genoegzaam deskundig en eendrachtig beheer schijnt te ontbreken, o. a blijkende uit het niet overleggen eener begrooting. Zy adviseert de gevraagde subsidie niet toe te staan, alvorens die begrooting zal zijn inge komen. Inzake de verlichting van het Alkmaardermeer, werd in de commissie, die de voordracht om het verzoek van „Schuttevaer" af te wijzen, onderzocht, door een lid gewezen op de wenscheljjkheid om een licht te plaatsen aan den uitgang van de Stierop, met groenen, rooden en witten sector, vooral in belang van de kleinere motorbooten voor groentenvervoer. Aangezien echter niet blijkt dat iemand een licht op de Nes wil, geiijk Schuttevaer vroeg, wenachten andere leden met 't voorstel van Ged. Staten mee te gaan. De meerderheid der commissie vereenigde zich echter met het denkbeeld van het eerste lid, om Ged. Staten uit te noodigen, een licht te doen plaatsen aan de Stierop, op de daarvoor meest geschikt geoordeelde plaats. Door een fiets overreden. Vrijdagmiddag kwam de bakker v. d. B. te Doornspijk per fiets uit Nunipeet. Het zoontje van v. d. B. wilde nog even vóór de fiets de straat oversteken. Het knaapje werd door zijn vader met de fiets overreden. Bewuste loos wera hij in een huis binnengedragen, waar hersen schudding werd geconstateerd. Weer een ongeluk in een boomgaard Een derde ongeluk in een kerspnboomgaardTe Putfljjk, gem. Druten, ontplofte in den „boogerd" van den heer H. een kleine hoeveelheid kruit zoodat zekere S. ernstig in het gelaat werd gewond. Hij is naar het ziekenhuis vervoerd. („'s-Hert. Ct.") Aanbesteding Zjjpe. By de Zaterdag gehouden aanbesteding van het onderhoud der gemeente-gebouwen enz., is ingeschreven als volgt: Timmerwerk: Wed. J. Dekker, Eenigenburg, voor f645; J. Schermer, Burgerbrug, f629; J. Veuger, St. Maartensbrug, f 445; G. Plevier, Schagerbrug, f 428; H. Jonker Gz., Oudesluis, f423; M. Groen, Schagerbrug, f418; W. de Leeuw Dz., Burgervlotbrug, f415. Metselwerk: C. Sluis, St. Maartensbrug voor f 115; C. Volder, Keinsmerbrug, f 110; H. Doorn,'t Zand, f89.50; Jb? Bes, Schagerbrug, f 81.50; K. Schuijt, Schagerbrug, Schilderwerk: M. Baltus, 't Zand voor f289; K. Rezelman, Schagerbrug, f288. De werkzaamheden zjjn aan de laagste inschrijvers opgedragen. Winkel. Door het leesgezelschap alhier wordt op initiatief van de heeren Colpa c.s. een concept-reglement behandeld in zijne vergadering van Vrijdag 17 Juli a.s. De contri butie der leden is verdeeld in klassen van f7, f6, f5, f4, f3 en f2. In elke klasse kan men zich tusschenvoegen, doch men sluit achteraan aan. Op het oogenblik behooren tot het leesgezelschap 23 leden, die volgens de nieuw-ontworpen regeling te zamen f 109 zullen betalen. Winkel. Het bollenrooien is in vollen gang. Naar we vernemen valt de opbrengst niet mee. De jonge bollen zjjn klein, zoodat er weinig leverbaar goed komt. De droogte schijnt de oorzaak te zijn, dat ze zich slecht hebben ontwikkeld. Burgerbrug. Tot onderwijzer aan de o. 1. school te Burgerbrug is van den tuinman in den tuiD, en was daar een der beste werkkrachten. Zijn gedrag liet niets te wenschen v over. Daar by' als hersteld beschouwd werd, werden benoemd de heer M. Venëma teWieuwerdIfTP geen buitengewone maatregelen te zijner bewaking I i- genomen, waartoe trouwens het gesticht Oud-Rosenburg 1 rir TmAr,0;0 ,Liu„. n niet is ingericht. i x PuU?Vpredlkant te Anna Paulowna, heeft be- Óp den dag zijner ontvluchting was hij ouder gewoonte voor beroep naai Eenigenburg. in den tuin bezig onder toezicht van den tuinman. Koegras. Deze moest zich voor enkele oogenblikken verwijderen, A rij dag 10 Juli j.1. maakten de leerlingen der drie en van die gelegenheid heeft Marius gebruik gemaakt hoogste klassen van school no. 1 te Koegras, gem. om te ontvluchten. Vooraf heeft hy een broek van een Helder, een uitstapje naar Amsterdam, 's Morgens oppasser aangetrokken, en is toen waarschijnlijk door ?even uur van de halte Koegras vertrekkende, liet de sloot gewaad. Eenmaal aan de overzijde gekomen, 'tweer zich niet best aanzien, doch gelukkig was 't by viol het ontvluchten hem gemakkelijk. In den zak van aankomst te Amsterdam droog en bleef het dit ook tot den broek zat niet meer dan 12* ct. aan geld. Het allen weer goed en wel thuis waren. Bezocht werden vermoeden ligt alzoo voor de hand, dat hij op andere achtereenvolgens een bazaar, de Galerij, 't Rijksmuseum wijze aan geld is gekomen, en wist, waar hy dit ver- en Artis, en tot slot werd een tochtje naar 't Tolhuis krijgen kon. Hot eenige wat men na zijn ontvluchting gemaakt. Dat door de kinderen volop werd genoten is van hem vernomen heeft, is, dat hij uit een plaatsje üobt te begrijpen vooral in Artis en Tolhuis vermaakten bij Antwerpen een prentbriefkaart naar Medemblik ZÜ «mh uitstekend, zoodat de dag bijna nog te kort zona. j-1- p Men vermoedt, dat hij te Antwerpen is scheep ge gaan naar Amerika, waarheen eenigen tijd geleden zich ook zyn ouders begeven hebben. Kcger-spiritus. In een Museum in een onzer Universiteitssteden was aangekomen een vat, waarin zooals de bedienden spoe dig bemerkten zich spiritus bevond. Nu scheen men daar hy gebrek aan minder krachtige alcoholischo was. Daar ook de inwendige menech intusschen niet wa3 vergeten, kwamen aiien welvoldaan des avonds te elf uur aan de halte Koegras terug. Aangenaam werden zy verrast aldaar verwelkomd te worden door de tonen va.n de harmoniekapel „Kunstzin" te Koegras. Harte- lyk dank aan die voreeuiging voor die hartelijke attentie. üok mag een woord van hulde niet onthouden wor den aan den heer en mevr. v. d. Ploeg en 't verdere on- - derwijzend personeel voor de moeite, welke zy zich thuis gaan zeggen, dat Jam, dien nacht, bij hem bleef dranken, dezen spiritus niet te versmaden. Er werd om dezen dag voor de kinderen tot slapen. Had terwijl Jan nog altijd, in wezenloos- „althans behendig een klein gaatje boven in het vat ge- orgetetyke te doen worden. staren, met 't hoofd op de tafel geleund zat, gefluisterd maakt, zoo klein dat er juisl een rietje door heen kon. met de vrouw van den herbergier.... Hij was binnen tien minuten terug. Of ze op zn broer zou letten?.... Zij knikte weer geruststellend. Toen vloog hij naar z'n huis.... Maar toen Kees in de herberg terugkwam, was Jan er niet meer.... De juffrouw had gedaan wat ze kon.... Maar Jan was, zonder een woord te zeggen. Zonder te luisteren naar al wat ze redeneerde, de deur uitgeloopen... Precies een slaapwandelaar, zei de her bergierster, nog huivere tul als zij eraan dacht.... „Ik verdedig allerminst de handeling,zei de pre sident der Rechtbank, waar Jan misschien een week of zes later, voor terechtstond terzake van verduiste ring en weerspannigheid... „Ik verdedig allerminst de handeling van uwe vrouw. Maar een man, die zich op zoo'n schandelijke manöer misdraagt, onmiddellijk nadat hij uit de gevangenis ontslagen is, die heeft zich de gevolgen zelf te wijten!" En met onverholen minachting zag het grimmi;? gelaat van den voorzitter naar den boef in de bank', der beklaagden, naar den gevaarlijken recidivist. De grauwe, beenige kop van den beschuldigde, de vale, bonkige was roerloos naar de rechters gekeerd, I lij zei niets, de beschuldig de. En toen de officier ik g 't zijne gevoegd had bij de woorden van den presi< lenl, bleet nij roerloos. De diep-liggende, gloeiende oogien van den boef tuurden, naar de edelachtbaren. En 'f was mij, of wat er in Door middel van zulk een rietje werd nu door de be dienden, die in het geheim waren, zoo af en toe, vooral na drukke werkzaamheden of ook wel uit virvelit g, dat meldt de historie niet, een pittige 100 procents-be hartversterking genomen. Eindelyk lekte het geheim uit en kwam het geval ter kennis van den directeur der instelling, die er de dranklustige mannen op een gemoedelijke wjjze over onderhield. Dat ze wel eens trek konden krijgen in een bartigen dronk, kon hy zich voorstellen, maar dat ze hun lust zoo ver dreven om te snoepen uit een vat waarin zich het cadaver van een jongen neger bevond, dat vond hy wat al te erg en had by niet gedacht. De bedienden Ken spoorweg-ongeluk. Zaterdagnamiddag is de tram Haarlem-Leiden, die te 4.48 uit Sassaiiheim vertrok, bij den overweg nabij genoemde plaats, door den trein die te 3.59 uit Am sterdam was vertrokken, doormidden gereden. De oeiste etu tweede wagon werden verbrijzeld. Zes personen zijn gewond, onder wie éen levens gevaarlijk De gekwetsten werden door den trein op genomen en naar Leiden vervoerd waar ze in het Akademiseh Ziekenhuis zijn opgenomen. De oorzaak schijnt in de nalatigheid van den* boom wachter te liggen Nader meldt men aan het Hdbld. Op den overweg van de wat al te erg en had by niet gedacht. De bedienden UP den overweg van de Holl. Spoor even voorbij kregen verder geen straf. Onze directeur, die met veel Sassenhcim had Zondagnamiddag te ongeveer vijf uur genoegen het geval onder vrienden op de soos vertelde, een droevig ongeluk plaats. meende dat de daad zelf de daders al genoeg had ge- De stoomtram Haarlem—Leiden passeerde od 'den straft Dezen hebben zich dan ook ernstig voorgenomen gewonen tijd, 4 uur 28, Sassenheim Even voorbij se noemd dorp moest de tram halt houden voor den SVïL?' ïStïJK RMtoniam <tar Bas- nooit weder uit een vat spiritus te snoepen. Een uioord Zaterdagmorgen is in het volkslogement, aan den Korenmolenwal te Oudewater de vrouw van den be kenden Jut, den moordenaar van mevr. Van der Kou- nv - IUCJ1 wen, vermoord. Zy was na Jut's dood met een scharen- neen,en de twee eerste wagons bevonden zich slyper getrouwd. Het echtpaar had dit logement er .,e .trem die 3 u 59 uit Amsterdam was gekocht en woonde er nog slechts een paar dagen. De v?' de tegenovergestelde richting aankwam, man, die verdacht wordt, is voortvluchtig. hoorde een ceweMnw- seerde. Toen deze trein voorbij was, werden de sïag- boomen opgeheven en zette de tram zich weder lang zaam in beweging. De locomotief was pas over den van 1 O«ivuuug adUKWUlll. hoorde een geweldige schok gekerm en gekreun menschen, en het bleek dat de eerste twee wagons

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1908 | | pagina 5