De heilige Sebastiaan. Donderdag 30 Juli 191)8. 52e Jaargang. No 4382. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. Bekendmakingen |T' Binnenlandsch Nieuws. 9. Gemeente SCHAÖEM. zen Minister van Oorlog, zoo de ingelijfde tot de militie te land, door Onzen Minister van Marine, zoo de ingelijfde tot de zeemilitie behoort. Artikel 6. Is de ingelijfde zelf hoofd van het gezin, waaraan de vergoeding wordt toegekend, dan wordt deze ten behoeve van dat gezin aan de rechthebbende of rechthebbenden uitbetaald door tusschenkomst van den burgemeester der gemeente waar de ingelijfde woon plaats heeft. Woont deze buitenslands, dan kan de uitbetaling ook rechtstreeks geschieden. Ook wordt de in h'et eerste lid bedoelde tusschen komst ingeroepen, indien de op vergoeding aanspraak hebbende persoon of personen wegens onmondigheid of soortgelijke reden niet in staat wordt of worden geacht zelf over de vergoeding te kunnen beschikken. Ook voor alle andere gevallen kan Onze .Minister, die de vergoeding toekent, bepalen, dat de uitbetaling door tusschenkomst van bedoelden burgemeester zal plaats hebben. Artikel 7.^B betaald f1868.90, de rijks-ontvanger te Schermerhorn f 1865.94. Dit alles wordt voor kennisgeving aangenomen. Voorzitter deelt rond een viertal exemplaren met als opschrift: Privaten ten platte lande. Aan den heer M. Kos, onderwijzer aan school II, wordt met 1 September a.s. eervol ontslag verleend wegens zijn benoeming te Oostzaan. De oproeping voor eon nieuwen functionnaris zal geschieden met de inleve ring van de stukken op 16 Augustus a.s. De heer J. Smit te Veenhuizen berichtte dat hjj zijn benoeming als beheerder der brandspuit aldaar aannam. Van den secretaris van Getiouw Schoolbezoek was dank ingekomen voor de verleende subsidie. De heer A. Brands, het nieuwbenoemde hoofd der school, deed in een tweetal brieven mededeeling van zijn komst in de gemeente op 3 Augustus a.8. Aan de heeren F. A. Tauber en C. Gootjes werd ieder voor 8 maanden ontheffing verleend van Hoofdelijken Omslag, wegens hun vertrek uit de gemeente. De gemeenterekening was nu aan de orde. De heeren Plevier, De Boer, Van Rijn en Van Slooten werden Militiewet 1901 (Staatsblad 1901, No. 212; 1903, No. 293 het volgende is bepaald: Indien blijkt, dat ten gevolge van het verblijf on der de wapenen of in werkelijken dienst van een in gelijfde bij de militie, door het gezin, waartoe deze behoort of waarin hij is opgenomen, of door den persoon of de personen, in wiens of in wier levens onderhoud hij voorzag of hielp voorzien, zonder zijne .aanwezigheid niet of niet voldoende in eigen onder houd kan woiden voorzien, dan wordt aan dat gezin, aan dien persoon Of aan die personen, naar door Ons te stellen regelen, voor eiken dag dien de ingelijfde onder de wapenen of in werkelijken dienst 'is, op hun hoorde autoriteiten, verzoek uit s Rijks kas eene vergoeding toegekend van ten hoogste éen gulden, tenzij door Onzen Minister van Oorlog, zoo de ingelijfde tot de militie te land behoort, of door Onzen Minister van Marine, zoo de ingelijfde tol de zeemilitie behoort, aan Ons wordt voorgesteld, den ingelijfde van den werkelijken dienst te ontheffen en deze ontheffing door Ons wordt ver leend." 2o. dat het Koninklijk besluit van 24 December 19(13 (Staatsblad No. 329), houdende regelen betrek kelijk het toekennen van bovenbedoelde vergoeding, 't volgende inhoudt Artikel 1. Het hoofd van het gezin, waartoe de ingelijfde be- hoort of waarin hij is opgenomen, dan wel 'de per soon of de personen, in wiens of in wier onderhoud de ingelijfde vóór zijne inlijving of vóór zijne opkomst in werkelijken dienst voorzag of hielp voorzien, zal, om toekenning van vergoeding te kunnen erlangen, daartoe een verzoek hebben te richten tot Onzen Nfinister van Oorlog, zoo de ingelijfde tot de militie Ie land behoort, tot Onzen Minister van Marine, zoo de ingelijfde tot de zeemilitie behoort. Onze voornoemde Ministers regelen, ieder voor zoo veel hem betreft, de wijze, waarop zal worden onder zocht, of en in hoeverre er grond bestaat het verzoek in gunstige overweging te nemen. Artikel 2. Blijkt uit het ingestelde onderzoek betrekkelijk een aanvrage om vergoeding, dat er termen aanwezig zijn, den ingelijfde ingevolge de vierde, in verband met de derde zinsnede van art. 113 der Militiewet 1901 in aanmerking te doen komen óm van den werkelijken dienst te worden ontheven, dan zal Onze bij de aan vrage betrokken Minister aan den ingelijfde doen kennen, dat deze zich tot Ons zal kunnen wenden met een verzoek tot het erlangen van de ontheffing hiervcren bedoeld. Artikel 3. De vergoeding mag niet te boven gaan het bedrag aan inkomsten, dat door de vervulling van den wer kelijken dienst van den ingelijfde wordt onttrokken, hetzij aan het gezin waartoe hij behoort of waarin hij is opgenomen, hetzij aan den persoon of aan de personen, in wiens of in wier onderhoud hij voor zag of hielp voorzien. Bij het bepalen van het bedrag der vergoeding wordt - - J -I"I4.. Nationale .Militie. Kostwinners. De lo. Burgemeester der gemeente SCHAGEN brengt I Elk verzoek om vergoeding moet zijn onderteekend j aangewezen om deze na te zien en in een volgende ter kennis van wien het aangaat: j dooi' Ihem, haar of hen, die vermeent of vermeenen zitting rapport uit te brengen. De rekening werd nu lo. dat bij de eerste zinsnede van art. 113bis der daarvoor in aanmerking te komen, uitgezonderd in p08t voor post voorgelezen en ten slotte bleek, dat de het geval bij het tweede lid van artikel 6 omschre- ontvangsten bedroegen f 25028.72J, de uitgaven f22797.26J, ven. dus met een batig saldo van f2231.46 tegen f2601.75 In laatstbedoeld geval kan de onderteekening plaats vorjg jaar. By dit saldo komt evenwel nog een bedrag hebben door den persoon, aan wien de uitbetaling van van f 151.80 bijdrage van het rijk in de kosten van het de vergoeding zou geschieden. herhalingsonderwijs, waarvan het mandaat nog niet De uigelijfue zal, zoo hij daartoe niet buiten staat wa8 ontvangen, dat volgens den betaalmeester reeds is, van zijne instemming met het verzoek moeten doen ontvangen had moeten zjjn en waarover aan de regee- blijken door medc-onderteekening van het verzoek- ring was geschreven, schrift. Artikel 8. Van de beslissing op een verzoek om vergoeding wordt mededeeling gedaan aan de op het verzoek ge- 1_ 1 oordeeld tot f 5 of 1 dag hechtenis voor ieder. J.1. Donderdag hield de Gemeenteraad zijne gewone zitting. Na afwerking van de agenda kreeg deheerAlb. Esselbrugge het woord en zeide het volgende: „M. de V.l Ik heb het woord gevraagd naar aanlei ding van het gemeenteverslag, Dat verslag is of behoort te zijn een stuk geschiedenis en als zoodanig heb ik ook van vroegere jaargangen wel geprofiteerd, maar dan moet het zooveel mogelijk volledig zijn en vooral wan neer er in 't belang der volksontwikkeling iets wordt ge daan of gesticht, moet dat worden vermeld. „Daarom verwonderde het mü, dat ik er niets in vond van de Ambachtschool, wel werd die er een paar maal genoemd in verband met de financiën der gemeen te, maar van de school zelf, van de opening, van den gang van het onderwijs, van de leeraren, van dat alles vond ik niets. „Maar het meest verbaasde het mij, dat ik daar las: „Inrichtingen voor middelbaar onderwijs bestaan hier niet*. Is het aan B. en W. geheel onbekend, dat een school als deze, door het onderwijs, dat er wordt gegeven, en door de regeering wordt gekend als eene inrichting van middelbaar onderwijs? Ik wil hier 't liefst denken aan een onwillekeurig verzuim, maar ik elk geval is het een verzuim en het is maar goed dat hierin niet door straf verordening is voorzien, want dan zou er allicht f 6 boe te of één dag hechtenis opzitten". (,N. v. d. D.") Kermis te Anna Panlowna. Tot een der grootste aantrekkelijkheden der kermis, behoort zeker de Bioscope van den heer Schinkel. Niet zoodra was de tent geopend, of het publiek haastte zich een kijkje te nemen. Dat de menschen genoten, was duidelijk op te maken uit de uitroepen, vooral bij het „diabolo-spel*, „de tuchtschool", en „ik ben mijn bal kwijt". Wij twijfelen dan ook niet, of de Bioscope zal even als voorgaande jaren een groot deel van het publiek tot zich hebben weten te trekken* Uit het batig saldo moest evenwel nog worden vol daan een bedrag van f 1000 voor een uitgeloot aandeel, groot f 1000 en nog een bedrag wellicht van f 480 van verschenen coupons, plus nog eenige rente. Deze zaak stond in nauw verband met het faillissement der firma Oortman Gerlings te Utrecht, waaraan blijkbaar 3o. dat lotelingen, die bij de mihüe moeten worden dit bedrag reedg wa9 voldaan Na'ingewonnen rechts- ingelijfd, en. milicien-verlofgangers, die in werkelijken kundig advies bij den heer A. Prins advocaat te Alk- dienst moeten terugkeeren, zich bij verzoekschrift reent- maar, was de Raad besloten nogmaals te betalen. streeks tot de Koningin moeten wenden, indien zij Voorz. deelt mede dat in de vergadering van B. en W. Zondagavond woonden wn' bn de opvoering van „Lief- wenschen in aanmerking te komen, hetzij voor ont- j8 uitgeloot obligatie no. 12, welke 1 Nov. a s. zal wor-desmart", in den grooten schouwburg der firma Bakker heffing van den werkelijken dienst bij de militie, kracn- den afgelost. op onze kermis geen onbekende tens de vierde, in verband met de derde zinsnede van Bij de rondvraag vraagt de heer Plevier, of het niet Het stuk, dat blijkbaar goed ingestudeerd was, en art 113 van bovenaangehaalde wet, hetzij voor zoo- zeer gewenscht is, dat er nog een tweede vroedvrouw van een zeer boeienden inhoud is werd goed weerge- danige ontheffing, althans voor toekenning van de 111 wordt aangesteld. Spr. geeft dit aan B. en W. in over- geven. Vooral het spel van „Mathilde", was zeer aan- art. 113bis dier wet vermelde vergoeding; weging; dit l(jkt Spr. toe te zy'n in het algemeen belang, grijpend. 4o. dat verzoekschriften, welke alleen strekken tot omdat de vroedvrouw die er tegenwoordig is, door Het was jammer dat de schouwburg maar matig niemand gewild is. De vrouw doet geen dienst en zou bezet was. Te verwonderen is het echter niet, als men de Raad door een tweede vroedvrouw aan te stellen, in aanmerking neemt dat men behalve de firma Bakker voor veel menschen een goede daad verrichten. Dit is een ook nog heeft den schouwburg van den heer Wijlacker vroedvrouw zonder klanten. Spr. vertelt hoe dokter en het paardenspel van den heer Roberti. Post, bij een patiënt de wacht hebbend, deze verliet en Dr„,„| „r de vroedvrouw daar heen zond. De patiënt was over naiei. de verschijning van deze vrouw zoo ontsteld, dat door Er Z1|n menschen, die er slag van hebben om te haar alle arbeid werd gestaakt en de verlossing met un of de lieele wereld, en alles, wat er zich op doodelijken afloop geschiedde. beweegt voor hen gemaakt is. Voorz. meent dat de vroedvrouw in deze geen schuld Het nieuwste niet het minst naïef-brutale stukje had. Zij was door dokter Post gezonden, en deze had gebeurde deze week. dan ook niet behooren heen te gaan. I ooneeldrukke lange straat, waarin drukke volle De heer Pleviermet uw welnemen Voorzitter, maar looPL dokter Post loopt weg en stuurt die vroedvrouw, de r j16 me* 6611 klein, snoezig hondje in den arm), dokter had niet mogen weggaan, zooals de man van de «Gonducteur, het is hier toch in de Van Dingesstraat?" bewuste vrouw zegt. De vroedvrouw is toen gekomen, j mevrouw1." de patiënt schrikt daarvan en de verlossing is met doo delijken afloop. Het is algemeen, dat men deze vroed vrouw niet wil hebben. Dokter Post heeft het zeer I druk, en er verloopen, als men hem haalt, wel twee uur het bekomen van evenbedoelde vergoeding, aan den ter zake betrokken Minister moeten worden ingediend. Indien door belanghebbenden omtrent het indienen van de hierboven onder 3o. en 4o. vermelde verzoek schriften welke op ongezegeld papier geschreven en ongefrankeerd verzonden kunnen worden nadere inlichtingen worden verlangd, kunnen die, op iederen werkdag van 9 tol 12 uren, mondeling worden ge vraagd ter Secretarie dezer Gemeente, waar zij zoo veel mogelijk zullen worden verstrekt. Schagen, den 20 Juli 1908. De lo. Burgemeester voornoemd, 1 P. BUIS Jz. In behandeling komt nu het bekende adres der ge meente Leek in Groningen, om aan art. 20 der Woning wet een bepaling toe te voegen, aat eigenaren van woningen, tevens bewoners, vanaf 1 Januari 1908 in bun ter bewoning afgekeurde woningen zullen mogen blijven wonen tot hun vertrek of hun dood of van hunne echtgenoot». De heer De Boer meent, dat de omstandigheden ginds in Groningen geheel anders zijn dan hier, en dat w.:j ons die omstandigheden moeilijk kunnen indenken. De uv. B wet is evenwel eenmaal gemaakt en voor de menschen verder rekening gehouden [met hetgeen de ingelijfde die het treft, is het hocgst onaangenaam, maar spr. acht aan levensonderhoud kostte, hetzij aan dat gezin, het- het toch beter om op andere wijze voor deze menschen zij aan dien persoon of aan die personen, althans te zorgen, dan dat de bedoelde bepaling wordt gemaakt, indien de ingelijfde met dien persoon of met die per- j De heer Appel meent, dat er niet zoo heel veel tegen sonen samenwoonde. 1 is om de gevraagde bepaling te maken, z. i. werd dan Artikel 4. 1 veel van het onaangename weggenomen. Spr. betwijfelt Toekenning van vergoeding aan een persoon of aan 1 evenwel, of het veel zal helpen als deze gemeente personen, met wien of met wie de ingelijfde niet tot adhaesie betuigt. hetzelfde gezin behoort, mag niet geschieden, indien De heer Van Slooten is eveneens van oordeel, dat de deze persoon of deze personen den ingelijfde niet in getroffenen op de eene of andere wijze door de gemeen- bloed- of aanverwantschap bestaan, of indien de graad schap van woningen moeten worden geholpen. Spr. is van bloed- of aanverwantschap eene andere is dan er evenwel voor, dat die dusdanige woninkjes als daar- die van eigen kind, stiefkind, vader, moeder, stiefvader, ginds bewoond worden, worden opgeruimd, stiefmoeder, broeder, zuster, halfbroeder, halfzuster, De heer De Boer meent het adres voor kennisgeving grootvader, grootmoeder, behuwdvader, behuwdmoeder, te moeten aannemen, wat daarna met algemeene stem- behuwdbroeder, behuwdzuster, behuwdstiefvader, be- men geschiedt. Huad Heer-Ilugowaard. Vergadering op Maandag 27 Juli 1908, des middags ten 1 uur. Aanwezig alle leden Voorzitter de heer P. Wonder Az., Burgemeester. ^®t gebeurt dat als de verlossing Na opening der vergadering volgt de lezing en goed keuring der notulen, „U zal me waarschuwen, als we aan no. 382 zijn?" „Zeker, mevrouw!" „Zijn de even nummers aan dezen kant?" „Zeker, ziet u maar." „O ja; het is no. 382, denk u er aan!" „Zonder fout, mevrouw." Gefluit, gerammel van ijzer, gekras van een rem, j bons voorspoedig is, het kind er reeds is voor de dokter gËrmBmei rail i]zer komt. Maar een feit is het, dat men dan toch te lang verlangzamend paardengetrappel, een bons en de zonder de gewenschte hulp is. 1 dt Voorzitter: B. en W. willen er gaarne eens over °Mevrouw na 3821" denken maar het is een voorstel van ingrijpenden aard, me, het icht de rui(en want het brengt kosten met zich mee. Maar er kan vaR de tram eerst nog wel eens worden nagegaan of het noodig is. (p;n ^0( j^ar hondje overgebogen)„Zie eens, Fi- c'®t zo°' e" 18 f vruchtbaar, dan m°geri bietje, idaar is nu het huis, waar je geboren bent, we tegen de kleine kosten niet opzien. Maar het is snoesje, waar je moeders mandje stond, waar ik je nog de vraag: ls het gewenscht? _Z. huwdstiefmoeder, behuwdhallbroeder, behuwdhalfzuster, behuwdgrootvader of behuwdgrootmoeder. Artikel 5. Het bedrag der vergoeding wordt bepaald door On- EEN HUWELIJKSGESCHIEDENIS van HANS VON ZOBELTITZ Het proces verbaal dor laatste xasverificatie geeft een ontvangst aan van f 32034.46J, een uitgaaf van f 27889.531, dus was in kas en moest zjjn f 4144.93. De betaalmeester had aan den gemeente-ontvanger uit. Werkelijk Sidi dwong zich om toe te luisteren, maar het was haai' op hot gelaat te lezen, dat zij zich dwong, en wanneer hij de eene of andere vraag deed, dan zag hij dal hare gedachten bij iets heel anders waren. Mei moeite en inspanning zette hij nog eenige avon den zijn pogingen voort. Maar waar hij ook belang stelling voor poogde te linden, steeds leden zijn po gingen schipbreuk. En het eenige resultaat was ten slotte oen smartelijke verbazing: hoe kwam hel toch. dat hij nu eerst, na maanden tol de bekentenis kwam. hoe arm en klein de belangstelling zijner vrouw was? En hoe klein en eng was de omvang van haar opvoeding. Hel lag heel ver van hem, haar daarover een ver wijt te maken. Hij wist immers uit welke bekrompen verhoudingen zij zich had opgewerkt. Slechts mede lijden had hij met haar. Misschien was het nog wel verbazingwekkend, dat zij uit deze opvocdiiig het nog zoo ver had gebracht, dat zij een fatsoenlijken brief kon schrijven en dragelijk Fransch sprak en in een oppervlakkig gesprek volstrekt niet bloot gaf, dat zij eigenlijk zoo ellendig weinig wist. Maar beschamend was het voor hem, dat voelde hij maar al te duidelijk, dat hij zoo weinig wist van het innerlijk leven van zijn vrouw. En het meest beschamend was de zelfbe kentenis, die hij nu fn deze uren van nadenken moest doen: dat hij toch maar alleen door haar betooverd was geworden, alle gevoel was zinnelijk geweest. Wanneer hij op den vroegen morgen over de velden 'eed, kwelde hem die gedachte; wanneer hij buiten het oogsten was begonnen bij het maaien keek schoof die gedachte zich naar voren; wanneer hij naar huis ging was het weer hetzelfde gevoel dat hem pij nigde. En dan dacht en dacht hij: ie moet haar hori zont verwijden; aan jou is de plicht haar levendigen geest te ontwikkelen. Maar elke poging mislukte: Sidi kon men onmoge lijk opvoeden naar hij meende. Misschien was het eenige jaren geleden wel mogelijk geweest, maar nu was het ,e laat. Sidi bemerkte spoedig, hoe Erich het ook poogde 'e verbergen, dat hij veranderd was. Alle haar kleine kunstjes iK'proefde zij. Zij was zoo vriendelijk als maar Enigszins mogelijk; zij was koket en geestig; zij wilde mooi voor hem zijn, en was het. Telkens weder kreeg hem onder den indruk van haar uiterlijke bekoor lijkheid. Er waren uren, waarin hij alles vergat maar steeds volgde weer dat bitter gevoel der bescha ming. En hij begon haar gade te slaan met andere oogen en scherper dan tot nog toe. Hij wilde karaktertrek ken bij haar ontdekken, die hem weer nader tot haar zouden brengen; er moesten dan toch dingen zijn. waarin zij belang kon stellen, evenals hij het deed. Zoo sprak hij dan ook het woord, dat Sidi zoozeer gevreesd Wad: „Zou hel je geen genoegen kunnen i schenken je wat te bekwamen in huisvrouwelijke bezig- heden?" Gevreesd had zij deze vraag, maar nu die viel, nam zij het op met een zekere blijdschap. Zij zuchtte wat melancholiek„ventje ik heb er niet het minste denkbeeld van," maar zij beloofde zich van deze poging toch eenige verstrooiing. „Geen denkbeeld van?" zeide hij. „Dat is het minst erg. Men leert het. .Jij met je open oogen zult spoedig genoeg achter de geheimen van keuken en kelder zijn. En de juffrouw is een verstandig en eerlijk mensch, die je gerust kunt vertrouwen." Hel was na tafel. De bediende had het dessert op geruimd en rolde nu de kleine koffietafel binnen. Erich wilde dadelijk weer naar het veld, dronk eerst even wel nog gaarne een, kop koffie en rookte een sigaar. Ook Sidi had de gewoonte dan een sigaar aan te steken. Zij blies een geweldige rookwolk uit en keek naar den wegdrijvenden blauwen rook, die langzaam naar de zoldering opsteeg. „Ik zal net probeeren," antwoordde zij nadenkend. Haar gedachten waren reeds op een anderen weg, zij dacht na of zij liare bereidwilligheid niet een weinig productief kon maken. „Ventje zoo begon zij, „ik vind Waldow werkelijk zeer lief. Maar weet je, eigen lijk leven we hier ais kluizenaars. Het is verbazend eenzaam." „Eenzaam? Wanneer twee menschen, die elkaar liefhebben, bij elkaar zijn. mag de gedachte aan een zaamheid eigenlijk iiiut opkomen." Hij voelde wel, dat dit woord voor Sidi eigenlijk niet pasle en voegde er daarom snel aan toe„Maar ik geef toe, dat je veel glleen bent, maar ik kan dat jammer genoeg niet veranderen. Juist daarom zou ik zoo dolgaarne willen, dat ie eenige bezigheid zocht. Lieve Sidi, een leven zonder plichten is op den duur een ware ellende." „Maar men moet toch ook eens andere menschen zien. Ik heb zooveel gehoord van het gezellige verkeer op het land. Hier is men als op een eiland midden in zee." Een zacht rood steeg hem naar het gelaat. Sidi had geen ongelijk. Hij kon met haar meevoelen, dat zij de behoefte had eens te babbelen eens andere menschen te zien. Maar omgang? In gedachten liet hij de buren eens de revue passeeren. £r was geen enkele familie onder van wie nij voor zijn vrouw een vriendelijke ontvangst kon verwachten. Tenminste nu nog niet. Over jaar en dag, twee, drie jaar dan -- --r» Dvandaan gehaald heb. la, kijk maar eens goed, daar De heer Plevierer was eerst nog een vroedvrouw ra Ursem, die veel werd gehaald, dat was een practische (En met he{ natuurlijkste gezicht ter wereld): vr®uw> maar die is overleden. „Dank u wel, conducteur! Wat zegt u? Of ik uit- En bovendien is het toch veelal zoo dat jmst die men. sta£, Q moet aan het sta£on weaHL„ schen die een vroedvrouw halen, de buurt op moeten v om paard en rijtuig en als dan nog niet direct hulp is Ongeluk met een auto. te verkrijgen, dan gaat er veel te veel tijd verloren. En Zaterdagavond is onder Voerendaal (L.) een ongeluk w yJJ. J vuil VZllgVlUA gebeurd. Éen auto reed in een land op de maaimadiine. Bedde 'werden verbrijzeld. Van de 8 inzittenden der auto werd een 8-jarig meisje gedood. De overigen, on der wie dames, werden gekwetst, eenigen zeer ernstig. De auto behoorde aan de Luiksche familie Lefaire deze vrouw willen de menschen niet meer. Het is een dringende zaak, menschenlevens als er mee gemoeid zijn. Voorzitter zegt nogmaals overweging toe. Thans komen ter vergadering de heeren A. Steur en«uiv UV11W1UC iXiSJLL UC -L/UlKSCIie C. den Hartiph (Armvoogden) tot het doen van rekening en had een Maastrichtsch chauffeur. over 1907. Saldo vorig jaar als ontvangst f339.61, ont- vangst geheel f3700.44, uitgaven f3619.56, batig saldo Omtrent het auto-ongeluk te Voerendaal meldt de f18089. Goedgekeurd. I v-L j Hierna sluiting. I Vrijdagavond, omstreeks 10 uren, had bij de boeren- hofstede van den heer Langoor in het Lindenlouf Kun- Een miskende ambachtschool. rade een verschrikkelijk ongeluk plaats. Onlangs is tegen het bestuur van de Ambachtschool Een automobiel, waarin zeven passagiers en een te Hoogeveen proces-verbaal opgemaakt door het hoofd chauffeur zaten, kwam in den avond uit Heerlen in der gemeente politie, op grond datin de school ge- zoo'n dolle vaart aangerend, dat de menschen reeds smeed werd zonder vergunning (Hinderwet-ovortreding). zeiden: „als die lui geen ongeluk krijgen, dan weet ik 't niet!" De bestuursleden werden door den kantonrechter ver zou er veel anders geworden zijn, dan was men aan zijn huwelijk gewend geraakt. „Je neef Prach woont hier toch ook niet te ver af. .Hij is bepaald een net man sprak zij zoo ter loops. Heftig schudde hij het hoofd. Dat stuitte hem tegen de borst Sidi te herinneren aan het hoogmoedig igno- reeren der gravin. Met veel omslag stak hij een sigaar aan en toen deze brandde zeide hij; „Ja lieve Sidi, '.voorloopig .moeten we genoeg hebben aan ons zelf. Ik denk evenwel als ik hier een beetje op de hoogte ben, in den vroegen herfst, dan maken we een mooie reis. Naar Wiesbaden of waarheen je an ders wilt." Zij was een weinig teleurgesteld. Maar de belofte die hij deed, verzoende haar met het geval. Erich was toch een uitnemend kereltje. Instinctmatig voelde zij wel, waarom hij niet te diep op de kwestie inging. Haar had het evenwel dol veel pret gedaan den strijd met die hoogmoedige adellijke pauw eens aan te binden en de andere buurdames mochten even groote spoken zijn, het kon haar niet schelen, het gaf in elk geval wat variatie. Maar Erich was nu eenmaal zulk een overgevoelige ziel. Hij behoefde ter wille van haar geen duizend dooden te sterven die heilige Sebastiaan. Zoodoende klapte ze maar in de handen„Wiesbaden fameus. Maar dan gaan we ook een acht dagen naar Berlijn. Berlijn blijft Berlijn. Wat? En voorloopig werp ik mij met reuzenijver op het huishouden. Nu daar zult ge nu eens een wonder aan beleven." Zoo erg werd het niet. Sidi was practisch van aard en een tijdlang ging alles ook goed. Het deed haar meer plezier dan ze in den beginne zelf had verwacht. De uren gingen sneller voorbij, en zjj kwam zichzelf niet weinig gelukkig voor en vond dat een coguet schortje haar uitstekend stond en een sleutelband bijna even mooi rinkelde als een armband. Erich was uitnemend tevreden. Was blij dat zij weer frisch en vroolijk scheen, dat zij in de uren van hun samenzijn allerlei huishoudelijke vragen met hem behandelde en dat zich nu eens een soort onder werpen openbaarde, waarin zij beiden belang konden stellen. Er was ook veel pijnlijks. Sidi was tegenover liet personeel niet standvastig genoeg. Aan den eenen kant overdreven vriendelijk, ia zelfs familiaar, aan den an deren kant veel te veeleischend. Op een goeden morgen hoorde Erich hoe zijn vrouw aan de juffrouw allerlei moppen vertelde van het tooneel. Hij trad snel binnen. De juffrouw stond blijk baar als op heete kolen en toen ze hem gewaar werd, maakte ze beenen. „Maar dat mag je niet doen, Sidi," riep hij boos uit. „Wat gaat het dien menschen aan, dat je vroeger tooneelspeelster bent geweest?" Een oogenblik was zij uit het veld geslagen. Het was vervelend, dat hij juist getuige was geweest van haar gesprek. Maar dan werd ze boos. „Dat was ik toch vroeger. Het is toch zeker geen schande?" Hij liep verdrietig de kamer op en neer. „Daarvan is geen sprake. Jij weet niet het verstand van zulke menschen pp de rechte waarde te schatten. De juf frouw is bepaald nooit in een groote stad geweest, moet dus onwillekeurig denken aan de eene of andere juffrouw van een rondreizenden troep. Hoe moet ze dan respect voor je houden? En bovendien, je moet niet zulke vertrouwelijke gesprekken met je onderge schikten voeren, vooral in dezen tijd zeer voorzichtig zijn." „Jij spreekt toch ook met je ondergeschikten.'' „Ja, maar alleen over zaken. Of wanneer het iets persoonlijks is, alleen over dingen die hen betreffen. Van die zaken, die hun belangstelling opwekken." „Een mensch kan het jou nooit recht naar den zin maken." Hij was Voor haar blijven staan en keek haar in het opgewonden gelaat. „Dat kan toch niet zoo heel moeilijk zijn, Sidi," sprak hij ernstig. „Geheel onmogelijk is het. Steeds draai je rond om iets te kunnen aanmerken. Ik kan doen wat ik wil, maar goed is het nooit." Zij wond zich hoe langer hoe meer op. „Eens moet ik het toch zeggen, je bent een verschrikkelijke egoïst. Een tyran ben je. Je houdt mij hier opgesloten als een gevangene niets heb ik meer aan mijn leven. Verboeren moet ik hier totaal. En wanneer men dan een paar doodonschul dige woorden zegl, tegen de eenig levende ziel die men hier heeft, dian sta je achter de deur en luistert." „Maar Sidi Nog nooit had hij haar zoo heftig gezien. „Maar lieve Sidi herhaalde hij verwijtend. En zij hoonde hem na: „Maar Sidi! Lieve Sidi! Een mooie liefde. Wanneer ik dat alles had kunnen droomen. Wat heb ik met een massa voor jou opge offerd? Verwend was ik, geëerd, bewonderd ja! en nu? Nu kan ik heel erg blij zijn, wanneer een oude domme meid naar mij luistert. Jij spreekt nog nauwelijks een enkel woord met mij. Hoogstens als er iets moet worden bedisseld voor dat vervelende huishonden ach God, zoo ellendig vervelendDan is mijnheer de baron zoo genadig. Daarvoor ben ik precies nog goed genoeg!" Zij lachte luid. TJo4 J I— Zij o o-o Het sneed hem in het hart. Vergeefs had hij gepoogd haar hand te vatten, rukte zich van hem los. Ontzet keek hij haar aan. En hij zag plotseling weer, dat alle schijn van jeugd en schoonheid uit haar trekken was verdwenen. Vertrokken was haar gelaat, slechts de groote oogen schitterden "boos. Hii vond het zoo treurig zoo leelijk zich niet te kunnen matigen geen zelfbeheersching te hebben En hij nam zoo iets zoo zwaar op, zoo ernstig. Veel zwaarder dan het woog. Want bij Sidi was deze gevoelsuitbarsting toch nog een flinke dosis komedie. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1908 | | pagina 5