VERSLAG
Landbouwproefvelden
52e Jaargang. No. 4399.
bondag 27 Sept. 1908.
V1KKDE BLAD.
vanwege het Rijk gesubeidiëerde
in Noord-Holland»
gedurende 1907*
Van 1899 af tot en met 1907, was de totale uitkomst van
dit proefveld (zie verslag 1906 blz. 3) als volgt:
- OVER DE -
Proefjaar
Perceel 1
Perceel 2.
wone mest
Opbrengst
Kunstmest
Opbrengst
1899-1906
1907
Totaal
Zuivere opbrengst na af
tingskosten
f 1484
- 200
f 9344
- 1842
f 1242
- 184
f 9848
- 1820
f 1684
;rek der ternes
f 11186
f 9502
f 1426
f 11668
f 10242
6oo KG. thomas, 800 KG. kaïniet en 400 KG. chili, kostende
f 94 per H A.
De stalmest is op het land gebracht in het begin van Februari,
toen is ook de kunstmest gezaaid behalve de chili, die in 2
helften is uitgestrooid bij het opkomen der haver en tien dagen
later.
De haver, variëteit Probsteier, is gezaaid ter hoeveelheid van
140 K G per H.A. op 20 April.
De haver ontwikkelde zich goed Gedurende den geheelen
groeitijd droegen de kunstmestperceelen een prachtig gewas,
dat dat op. liet stalmestperceel vèr overtrof. Ze heeft ten slotte
iets geleden door uitwaaien van korrels voor het zichten, dat
op 8 September plaats had.
De opbrengst was per HA. gerekend als volgt:
Op het resultaat der proefnemingen heeft het weer gedurende
den groeitijd der gewassen steeds een overwegenden invloed.
Het jaar 1907 kenmerkte zich door een eigenaardige weersge
steldheid. Het was op enkele dagen in de eerste helft van Mei
na, steeds koel, winderig weer met weinig zonneschijn en een
matigen regenval.
Voor den groei van vele gewassen was dit weer echter gun
stig. Vooral granen en aardappelen gaven .flinke opbrengsten;
erwten en boonen daarentegen minder dan in andere jaren;
ook bieten muntten niet uit.
De oogsttijd viel in den koelen zomer van 1907 ongeveer
3 weken later dan gewoonlijk.
Het mooie weer in de maand September werkte een gelukkig
inzamelen van den oogst sterk in de hand.
Daar ei weinig regen viel en het weer steeds koel bleef, deed
de aardappelziekte in 1907 weinig kwaad. De hiertegen genomen
proeven hebben dit jaar dan ook niet het groote succes van
andere jaren, doch hebben toch nog geleerd, dat zelfs in jaren,
waarin de ziekte weinig schade aanricht, eene besproeiing der
aardappelen met Bordeausche pap voordeelig is.
De Commissie van Toezicht op de proefvelden in Noordhol
land was in 1907 samengesteld uit de volgende heeren:
T. L T GRONEMAN, Wieringerwaard. Voorzitter; W.
TÉENGS. Alkmaar, Secretaris-Penningmeester; Jhr. Mr. P. VAN
FOREEST. Heilo; K. BREEBAART Jz., Winkel; N. LODER,
Winkel, C WIJDENES Gz., Opperdoes; H. W. KUHN, Naar-
den, „Casa Carea"; J. H. M. EVELEIN, Haarlemmermeer.
In de negen achtereenvolgende proefjaren gaf de kunstmest
een zuiver voordeel boven de gewone bemesting van f 740 per
H A. De grond van het voortdurend met kunstmest bemeste per
ceel had bovendien eene betere structuur dan die van het ge
woon bemeste. De bemesting met kunstmest heeft het op dit
proefveld reeds negen jaren uitstekend uitgehouden tegenover
de gewone bemesting, ja ze zelfs overtroffen.
Steeds bestond het eerste gewas hier uit Duitsche muizen,
doch van „aardappelmoeheid van den grond viel tot heden
op geen der beide perceelen iets te bespeuren:
2. M. DEKKER, Nibbikswoud.
Kalkarme kleigrond. Bruine mosterd. Vorig jaar haver.
Dit proefveld, aangelegd in 1899, bestaat thans uit 4 gedeel
ten. Perceel 1, groot 4.71 Are, was in 1899 gedeeltelijk onbe-
mest, gedeeltelijk sterk bemest met kunstmest, in 1900 gedeel
telijk met stalmest, gedeeltelijk met stikstofkunstmest, in 1901
en 1902 .onbemest, in 1903 en 1904 bemest met stalmest, in
1905 onbemest, in 1906 met stalmest en in 1907 onbemest.
Perceel 2 en 3, groot 4.42 Are en 7.56 Are, zijn vanaf 1904
afzonderlijk geoogst, omdat in vorige jaren is gebleken, dat de
grond var. beide in verschillende omstandigheden verkeert.
Zij zijn sedert ,1899 ieder jaar uitsluitend bemest met kunst
mest en in 1901, 1902, 1904. 1905, 1906 en 1907 tevens met
kalk In 1907 is bemest per H A, met 1000 K G. kalk, 600
KG super 400 KG. patentkali, 200 KG. zwavelzuren ammo
niak en 200 KG. chili, kostende te zamen f 120 per H A.
Perceel 4, groot 205 Are, bestaat uit denzelfden grond als
perceel 3, is ook steeds zóó bemest, doch altijd zonder kalk.
De stalmest is in October 1905 op het land gebracht en
daarna ondergeploegd. De kalk is gestrooid op 1 December
1906, super en patentkali op 13 Februari 1907, de zwavelzure
ammoniak op 7 Maart en de chili half op 17 April en half
op 7 Mei.
De mosterd is gezaaid en ingeëgd op 20 Maart ter hoeveel
heid van 10 Liter per H A. Zij werd later uitgedund tot de
onderlinge afstand der planten 7 c.M. was. Te oordeelen naar
den aard van het gewas zou het vermoedelijk beter geweest
zijn dat de stand ruimer geweest was.
Ziekte of vreterij kwam in het gewas niet voor.
De mosterd werd gesneden en aan hokken gezet op 9 Au
gustus en gedorscht op 2 September.
Per HA gerekend was de opbrengst als volgt:
Haver Haver Stroo
in K.O. in H.L. in K.G.
(50 K.O.)
2940 59 4820
Perceel 1, stalmest
2, kunstmest z. kalk 3765 75 6350
3, m. 3645 73 6220
Opbrengst
in guldens.
f 308
- 399
- 385
tings-
kosten.
f 80
- 94
- 105
Proefvelden aangelegd met het doel aan te
toonen. dat bemesting met uitsluitend kunstmest
den grond niet uitput, als slechts alle stoffen,
waaraan de grond behoefte heeft in voldoende
hoeveelheid worden aangevoerd
Bij alle tot deze rubriek behoorende proefvelden is perceel 1
van den aanvang der proef af steeds bemest op de gebruikelijke
manier, zonder kunstmest, terwijl de overige perceelen nooit iets
anders dan kunstmest ontvingen.
t W. VALENTIJN, Hoogkarspel
Kalkrijke kleigrond Vroege aardappelen en daarna voederbieten.
Vorig jaar vroege aardappelen met roode kool.
Bestaat sedert 1899, (voorheen P. Jongert Kz.)
Dit proefveld, aangelegd in 1899, bestaat uit twee gedeelten,
waarvan perceel 1, groot 1 Are in 1899, 1900 en 1901 telkens
met slootaarde werd bemest; in 1902 en 1903 met stalmest,
in 1904 met slootaarde en trammest in de pootgaten, in 1905
met compost, in 1906 met compost en paardenmest in de gaten
en in 1907 met paardenmest in de pootgaten; terwijl perceel 2,
groot 2 Are, telken jare uitsluitend kunstmest ontving.
Perceel t is dit jaar bemest met per H A. 28.000 KG. paar
denmest in de pootgaten, kostende f 200 per H.A. Deze mest
is aangewend bij het poten der aardappelen op 3 April.
Op perceel 2 is bemest per H A. met 800 KG. super, 500
KG. patent kali, 400 KG. zwavelzure ammoniak en 400 K.G.
chili, kostende te zamen f 184 per H.A.
Super en patent kali zijn uitgestrooid op 26 Februari, zwavel
zure ammoniak en de helft der chili bij het poten pp 3 April
en de tweede helft chili op 20 April.
De poters der Duitsche muizen hadden een gemiddeld ge
wicht van 50 gram, terwijl de pootwijdte in de rijen 40 c.M.
bedroeg, terwijl de rijen beurtelings 40 en 56 c.M. van elkaar
stonden om eenige ruimte over te houden voor-het zaaien en
de eerste ontwikkeling der bieten, die op 6 Mei gezaaid wer
den om den anderen regel op 96 c.M. afstand der rijen en
28 c.M. in de rijen.
Het aardappelgewas had tijdens den groei noch van nacht
vorsten, noch van insectenschade te lijden. Op 3 Juli zijn beide
perceelen gerooid.
De opbrengst was per H.A. berekend als volgt
Aardappelen.
Gioote Kleine Kriel
H.L. H.L. H.L.
Perceel 1trammest in de gaten 300 35 16
2, kunstmest 300 34 11
Opbrengst Bemesting»*
in guldens. koeten.
f 1491 f 200
- 1486 - 184
De prijs der groote aardappelen was f 4 60 per H.L. van 70
K.G., die der kleine f 3 en die der kriel f 0.40.
De voederbieten, variëteit R o s a, werden op 9 November
gerooid pn verkocht k f 6 per 1000 K.G.
De opbrengst der voederbieten was per H.A. gerekend, als
volgt
Bi«t«u Opbrengt
K.O. guldens.
Perceel 1, trammest 58500 f 354
B 2, kunstmest 55650 - 334
De proefnemer vermeldt, dat de vorm en de qualiteit der
aardappelen op het trammestperceel matig, doch op het kunst-
mestperceel best waren, terwijl bij het rooien der bieten bleek,
dat de grond op het trammestperceel heel wat ruwer en zwaar
der was" dan op het gedeelte met kunstmest bemest.
Aardap
en bieten
f 1842
- 1820
De haver, had een H.L. gewicht van 48 K.G. en werd ver
kocht k f 4 23 de 50 K.G., terwijl het stroo f 12 per 1000 K.G.
opbracht.
Vanaf 1898 tot en met 1907 was het resultaat (zie verslag
1906 blz. 6) berekend per H.A. aldus.
Mosterd- Mosterd
zaad Baad
in K.G. in H.L.
(70 K.O.)
Perc. 1 onbemest 1019 14Vï 2547
2 kunstmest 1357 1 92/b 2986
3 B (andere grond) 1455 204/s 2910
,4 (zonder kalk) 1878 264/s 3317
K.O. Opbrengst Bemest.*
8troo. in guldens, kosten.
f 249
328 f 120
349 120
445 109
Proefjaar
Perceel 1.
Perceel 2.
Perceel 3.
Gewone
mest
Opbrengst
Kunstmest
zonder
kalk
Opbrengst
Kunstmest
met kalk
Opbrengst
1898-1906
1907
Totaal
Zuivere opbrengt
der bemesting
f 347
- 80
f 2506
- 308
f601.5
- 94.—
f 2928
- 399
f
- 105
f
- 385
f 427
t na aftrek
skosten
f 2814
f 2387
f695.5
f 3327
f2631.5
De prijs van het mosterdzaad was 22 cents per K.G. en van
het stroo 1 cent per K.G.
Evenals in alle vorige jaren is perceel 4, zonder kalk, veel
betei dan 3, met kalk. Het verschil bedroeg thans f 107 per
H A. enover alle jaren reeds f 380 in het nadeel der kalk.
Van 1899 tot en met 1907 was de totale uitkomst van dit
proefveld (zie verslag 1906 blz. 5) als volgt:
Uit bovenstaand staatje blijkt, dat het resultaat over tien proef
jaren ten gunste van den kunstmest is uitgevallen. Het zuivere
voordeel bedroeg in het geheel f 244.50. De kalkbemesting,
die hier in den regel eenigszins voordeelig werkt, heeft dit in
1907 niet gedaan.
Her proefveld stond onder toezicht van den heer A. Meilink,
voorheen hoofd van den landbouwwintercursus te Midsland.
4 C. RIJKEBOER, Hee, Terschelling.
Zandgrond. Hooiland. Ieder jaar.
Dit proefveld is aangelegd in 1899. Het bestond voorheen
uit 4 gedeelten, die thans tot 2 perceelen zijn samengevoegd.
Perceel 1, groot 3 Are, is in 1899, 1901, 1902 .cn 1903 niet
bemest, in 1900 bemest met ier, in 1904 met stalmest, in 1905
met ier, in 1906 met stalmest en in 1907 met stalmest per
H.A. 30.000 K.G., kostende f 75.
Perceel 2, groot 2 Are, is in 1899 niet bemest, in 1900 met
iet, in 1901, 1902 en 1903 met stalmest en sinds 1904 geheel
behandeld als 1
Perceel 3 en 4, samen groot 20 Are, zijn vanaf 1899 uitslui
tend bemest met kunstmest, behalve in 1900, toen een gedeelte
van 15 Are bemest werd met ier evenals 1 en 2. In vorige
jaren zijn 3 en 4 nu en dan bemest met kalk, behalve 2.5
Are van 3, welke na 1899 nimmer meer kalk ontving.
Thans is de bemesting van 3 en 4 per H.A.1000 K.G. kalk,
1000 K.G. kaïniet, 500 K.G. thomas en 300 K.G. chili, te zamen
kostende f 94 per H.A
1 De stalmest is gestrooid op 27 Januari, de kalk op 16 Decem
ber 1906, kaïniet op 12 Januari, thomas op 18 Januari, de chili
half op 2 en half op 17 April.
I Het gras is gemaaid op 27 Juni en het hooi is gewogen
op 2 Juli Het hooi was van zeer goede kwaliteit en de waarde
kan gesteld worden op f 30 per 1000 K.G.
Het etgroen ontwikkelde zich door de droogte aanvankelijk
niet veel en heeft weinig verschillen getoond.
Proefjaar
Perceel 1
Perceel 2 en 3
Perceel 4.
Gewone
mest
Opbrengst
Kunstmest
met kalk
Opbrengst
Kunstmest
zonder
kalk
Opbrengst
1899-1906
1907
Totaal
Zuivere opbreng
der bemestin
f 740
f 2598
249
f 832
120
f 3602
339
f 750
109
f 3783
445
f 740
st na aftreb
gskosten
f 2847
f 2107
f 952
f 3941
f 2989
f 859
f 4228
f 3369
De opbrengsten waren per H A berekend als volgt:
Hooi
io K.O.
5260
7870
Opbrengst
in guldens.
f 158
- 236
Bemestings-
kosten.
f 75
- 94
3 en 4, kunstmest
Van 1899 tot en met 1907 was de volledige uitkomst van
De netto-opbrengst der kunstmestperceelen met kalk, gere
kend over 9 proefjaren, bedraagt f 882 per H.A. en die van
het kunstmestperceel zonder kalk zelfs f 1262 meer dan die
van het gewoon bemeste perceel. 1
Het proefveld stond onder toezicht van den heer K. Ruyter-
man. hoofd van den landbouwwintercursus te Hauwert en de
heer K Kroon te Hauwert verleende daarbij zijne hulp.
Proefjaar
Perceel 1 en 2
Perceel 3 en 4
Gewone mest
Opbrengst
Kunstmest
Opbrengst
1899-1906
1907
Totaal
Zuivere opbrengst na ai
tingskosten
f 515
v 75
f 1039
158
f 507
94
f 1264
236
f 590
trek der bemes
f 1197
f- 607
f 601
f 1500
f 899
3. H. SCHAAP, Midsland, Terschelling.
Zandgrond. Haver. Vorig jaar rmartegerst.
Dit proefveld is aangelegd in 1898. Het bestaat uit 3 ge
deelten. Perceel I, groot 5 Are, is in 1898 en 1899 n'et bemest,
c Are ervan werden in 1900, 1901 en 1902 telkens bemest met
ongeveer 25000 KG. stalmest per HA, de overige 3 Are ont
vingen die bemesting alleen in 1900 en bleven in 1901 en 1902
onbemest. In 1903 werd het geheele perceel bemest met 32000
K.G. stalmest per H.A. In 1904 bleef het geheel onbemest, in
1903 werd het bemest met per H.A. 25.000 K.G. stalmest, in
1900 met per H.A. 36.000 Liters jer, in 1907 met per H.A.
30000 K.G. stalmest, kostende f 80 per H.A.
Perceel 2, groot 10 Are, is vanaf 1898 voortdurend bemest
met kunstmest, waarbij in 1898 per H.A. 2000 K.G. kalk en
in 1902 1000 K.G. kalk gegeven werd, terwijl het in de overige
jaren geen kalk ontving.
Perceel 3, groot 10 Are, is vanaf 1899 voortdurend bemest
met kunstmest, juist als perceel 2. In 1898 en 1899 ontving
het bovendien 2000 K.G. kalk per H.A., de helft ontving in
1901 per H.A. 2000 K.G. kalk en in 1902 per H.A 2000 K.G.
kalk. In 1904 werd dit geheele perceel opnieuw bemest met
2000 K.G." kalk per H.A. In 1905, 1906 en 1907 is telkens
op di: perceel per H.A. 2000 KG. kalk gegeven.
De bemesting der perceelen 2 en 3 was in 1907 per H A
Gedurende de negen jaren, dat uitsluitend met kunstmest be
mest is, bedroeg de zuivere winst per H.A. op dit gedeelte
f 292 meer dan op het stalmest-perceel. Naar het ons toe
schijnt is de aangenomen waarde voor ier en stalmest in den
regel te laag geweest, zoodat het winstcijfer waarschijnlijk hoo-
ger is, dan hier is berekend.
Ook dit proefveld stond onder toezicht van den heer A. Mei
link te Terschelling.
De Rij kulandbouwieeraar voor Noord-Holland,
C. NOBEL.
(Wordt vervolgd.)