EEN ZOON C. UOEGEVEKN Cz. Junior. 52e Jaargang. No. 4401. Zondag 4 Oct. L908. TWEEDE BLAD. Arrondissement# Rechtbank te Alkmaar. FEUILLETON. Binnenlandsch Nieuws. Vraagt prijs van de gestreepte en hennepen Koedek- ken. scherp concurreerende prijzen. Paardedekken, prima kwaliteiten. Gebruikt uitsluitend Rope Hoorn Koetouwen, zijn de beste in gebruik, tegen lage prijzen. Verkrijgbaar in 4 kwaliteiten. Zadelmaker, MARKTPAATS, S C H A G E N. r EOtOk. V r I. Zitting van Dinsdag 29 September 1908. Ken heldhaftige Keizer. Een kadetjes producent uit de Zype stoffeerde heden 't, eerst den eerezetei der boosdoeners. Dat hij daarop echter een schitterende figuur maakte, kan niet worden gezegd. En wat hy heeft gedaan, strekt hem ook al waarlijk niet tot eer. 't Was uitvoering geweest in den avond van Zondag 12 Augustus dezes jaars in het lokaal van den heer Pieter Ruis te 't Zand, gemeente Zype. Onder meer andere jongelui uit die streken was daar ook geweest de held dezer geschiedenis, Gerrit Keizer, die juist een kwart-eeuw oud is. Men was van zang en dans te half 3 's nachts behoorlijk voldaan en de thuisreis werd aanvaard. Ook Marinus Hendricus van den Vreede, de gemeente veldwachter, was afgetrokken en had tot zyn niet- goringe ergernis het ongeluk, dat hij in de nabijheid van de betrokken jongelui raakte. Gert had den treurigen moed, hem „smerus" achterna te roepen en toen de veldwachter zich omkeerde en onderzooken wou, wie 'm dat lapte, kroop Gertje als een echte lafbek achter een in de nabijheid staand huis. Wat 'n kerel 1 En nu hij van zijne heldendaden rekenschap af moest leggen, zei hij, niet te weten dat smerus voor politie ambtenaren een leelfik scheldwoord is. Hij had het zoo maar 'seven gezegd, zonder bepaalde bedoeling. De O. v. J. eischte f10 boete of 14 dagen hechtenis tegen Keizer, wegens beleediging van den dienstdoenden ambtenaar. Ken heele herrie. Bartel Hoogland, een lastpost uit Alkmaar, was absent. Wat hij heeft misdreven is ook al niet van't mooiste. Best aangeschoten, dat hoort er zeker zoo bij, was mijnheer in gezelschap van eenige waardige kameraden ter Heilooér kermisviering op Dinsdag 28 Juli jj. in 'tcafé van Ruiter aan komen boemelen. Zwetsen, vechten en vloeken, niet te kort, dat snap je en in een minimum van tijd waren de heeren er dan ook uitgeknikkerd terwijl de kastelein hen heel netjes toe- bulderde „Mijne heeren 1 Heeren, zooals gij zijt, zijn eigenlijk geen heeren, mijne heeren!" Bart kwam echter, gansch niet ontmoedigd, weldra terug en schepte opnieuw den boel op. Hij smeet een volbeladen presenteerblad op den grond, en hiermee nog niet tevreden, nam hij een stoel, om er voor zoover dit werktuig zich daarvoor leende, den boel mee kort en klein te slaan. Ongelukkig voor haar was die stoel van de 21-jarige werkster Neeltje Verver, die met haar vrijer, den rijwielhersteller Dirk Smiers juist was opgestaan, ovenals Gerardus Bernanlus Terlaak en diens meisje. Het viertal wilde toch weer gaan zitten e» Neeltje, het ontbreken van haren stoel niet vermoedende, viel op den grond en schrok, wat zeer te begrijpen is, ge weldig. Ze is evenwel al wat zenuwachtig, zooals haar ge neesheer, Dr. Straver, zei en de val heeft haar dan ook eenige weken onder zijne behandeling gebracht, terwijl ze wel een paar dagen bewusteloos is geweest na den val. Dat vari zulk een voorvalletje behoorlijk aangifte geschiedde, laat zich denken. De O. v. J. achtte het bewijs geleverd, beschreof be klaagde als een twistzoekend heeischap in eischto 3 weken gevangenisstraf tegen hem. >lanr steeds door droiikenselixp. Jan Knol van Venhuizen was ook, hoewel behoorlijk gedagvaard, maar stikumpjes weggebleven. Hij had in den avond van 9 Augustus aldaar in het café van Bloemendaal wél aardig de flesch aangespro ken, maar nóg had hij niet genoeg toen het sluitings uur daar was en Volkert Roodenboog, de Rijksveld wachter, op vertrek aandrong. Knol was meteen aan de sinaasappelen, die hem een zeer welkome verfrissching boden en met de natte schillen waarvan hij Roodenboog in 't aangezicht gooide. Ook schold hij dezen ambtenaar uit, dat het bar was en het duurde heel kort of vriend Jan stond op de bon. Wat hem niet zal zijn meegevallen, want de heer Officier wist méér van hem. De Burgemeester daar zegt ook, dat hij erg lastig is en de Rijksveldwachter klaagde er zeer over, dat Jan hem herhaaldelijk met zijne hatelijkheden vervolgt. Mr. Cnopius meende dat hier van gevangenisstraf nog het meeste heil zou zijn te verwachten en stelde daarom voor, Knol wegens de eenvoudige beleediging eens dienstdoenden ambtenaars, 14 dagen in de gevangenis te laten brommen. NOVE L L F. van HELENE R A F F. Die hartstochtelijke uitval van F.li veroorzaakte een heele opschudding. Maar vóór de rechters en toehoorders van hunne verbazing waren bekomen, gebeurde er wat andere. Ongeroepen heeft Eli's vader zieh naar voren begeven, en is dicht toegetreden op de reehteretafel. Uit ;jijn gelaat spreekt dezelfde beslistheid, als bij zijn zoon de gelijkenis tusschen beiden valt plotseling een ieder op. „De heeren vergeven me ik wil alleen maar zeg gen. waar mijn, jongen in den nacht voor het ongeluk geweest is." Men wil hem niet toestaan te spreken het is zijne beurt niet. Maar hij gaat voort, vastberaden, met klanklooze doch vaste stem: ..Hij heeft daar voor liet café op mij gewacht dien nacht. Hij heeft mij gesmeekt, dal ik met hem mee zou gaan. Ik ben zoo slecht geweest, lieni te lalen staan en te gaan naar die de heeren welen bel reeds. Maar bepaald heeft hij op mijn terugkomst gewacht, misschien wel den geheelen nacht. Vraagt u 'l maar aan hem!" Onder de toeschouwers ontstaat beweging. De voor zitter gebiedt stille, en wendt zich hierna tot pli: „Beklaagde, is dat waar?" Stilte. Dan, nauwelijks te verstaan, volgt de be vestiging. „Dal is zoo. Ik heb buiten gezeten en geloofde, dat vader wel zou komen tot vroeg in clen morgen; leen ben ik naar huis gegaan." „Kil den volgenden morgen, na uw gevolgd ontslag, hebt ge Margaretha Becker opgezocht?" ...Ja Ik ik heb haar gesmeekt hem vrij te laten." Bijvalsbetuigingen hier en daar gemompel van medelijden en van verontwaardiging daartusschen. Een paar vrouwen barelen in tranen uit. Op eens is er een licht opgegaan. Allen, die eerst een verdorven jong misdadiger meenden te zien, zien nu hel beeld van een ini»t dat ia de nachtelijke koude maar wacht Op de teenen getrapt. Te St. Pancras, een oord waar je anders niet veei van hoort in de rubriek „Justitia", was 't den lOden Augustus j.1. ook een beetje hommeles. Piet Huibert, Nicolaas Trompetter en Jan Wagenaar kwamen dien Zondagavond uit de herberg aldaar en daar de beide eerstgenoemden nogal wat op hadden, kon net geen verbazing wekken, dat de een den ander op zyn voeten trapte. Nicolaas achtte zich terdege op de teenen getrapt en v-oeg, waar of dat voor diende. Ook verzocht hy Piet dringend, zulks in den vervolge te laten. Piet, nu ook kwaad geworden, zei niet veel, maar turfde d'r tamelijk gauw op los. En dat, terwyl ze anders nooit wat gehad hadden met mekaar! Nic klaagde Piet wel aan, maar thans, nu ze nuchte- ren waren, was de vijandschap vrijwel geweken. Enfin, 't rit moest toch doorgaan en de O. v. J. overwegende dat beklaagde tot nog toe niet veroordeeld is geworden, eischte slechts f7 boete, subs. 7 dagen hechtenis. Ken lastige klant. Fioris Mienis van Zuid Scharwoude hjj is arbeider van beroep en zag te Hensbroek het eerste levenslicht was den lOden Augustus j.1. te Noord-Scharwoude voor de aldaar wonende ambtenaren, rijksveldwachter C. v. d. Molen en gemeenteveldwachter M. v. d. Berg allesbehalve amusant. Inhooge mate beschonken, hatelijk en vervelend, was het al dik-op zijn beurt om 't schuurtje in te zeilen, wat voor de veiligheid in den meest uitgebreiden zin zeer bevorderlijk mocht heeten. Dat hadden beide politie mannen met hunne voor zulke dingen geoefende oogen, best in de gaten en daarom werd Floor in zijn scbab- berlakken genomen en ging het een, twee, drie, naar het arrestantenlokaal. De arrestant gaf er niet veel om dat „dienders" graag in deo pas loopen. Niet alleen dat hij hiertegen zondigde, maar hy vertikte het weldra onder krachtig protest, om één been meer te verzetten. Bom! daar liet hy zich plotseling op den grond vallen, na het terugrukken en -trekken eindelijk moe te zyn geworden. Mienis is wel eens meer thuisgebracht geworden en is dan altyd vervelend en halsstarrig en daar hy on gunstig bekend staat en vroeger ook al eens voor weder- spannigheid zich heeft moeten verantwoorden, eischte de heer Officier tegen hem 10 dagen gevangenisstraf. Ken dievegge. Adriana Elizabeth Blanken uit Den Helder was als beklaagde absent. Zy heeft indertijd, door haar bekoor lijk hanoje aan hem weg te schenken, zekeren Nicolal overgelukkig gemaakt. Den 28sten Mei j.1. maakte ze hare 62-jarige buurvrouw en naamgenoot© Adriana Nicolai (zeker een familielid van d'r man), zeer onge lukkig, door van dit arme werkvrouwtje diverse kleedingstukken te stelen, een gemeene streek, die gelukkig niet verborgen bleef. Duifje Groen, 'n bekend Heldersch koopvrouwtje, werd aldra voor wat zuiver Hollandsch geld eigenaresse van den gestolen buit, waarvan zy de herkomst waarschijnlijk niet heeft kunnen vermoeden. Toen de politie van 't geval den reuk had en genoeg gegevens bezat, heeft ze de zaak zoover gebracht, dat die heden diende. Het speet den O. v. J. dat beklaagde (wegens huise lijke omstandigheden was ze weggebleven) er heden niet was. Had Z.E G. dat geweten, dan zou hij haar door den Helderschen commissaris van politie vooraf in verhoor hebben laten nemen. Wegens verduistering luidde de eisch een week ge vangenisstraf. Van de Hoornsehe relletjes. Jan Waterman van Hoorn, een 24-jarige timmermans knecht, was wèl als beklaagde present. Trouwens, hy had ook nogal wat te verantwoorden. 'tWas de moeite om te komen wel waard. Den 27sten Augustus was 't woelig te Hoorn. Rel letjes genoeg. Méér dan genoeg! Jan Waterman wou over een straat passeeren waar op dat moment geen passage mocht worden toegelaten. Enfin, Jan gaf voor een boodschap in de nabijheid te hebben en werd tamelijk wederspannig tegen agent Harms die hem der. doortocht belette. Hy dreigde den politieman zelfs met een grooten beitel dood te zullen steken, waarop Harms de sabel trok en hem een slag op den arm gaf. Jan nog boozer en zich verwijderende gooide hij den beitel op ongeveer zes pas afstands in de richting van den agent, wien het gevaarlijke stuk gereedschap rake lings langs het hoofd vloog, gelukkig zonder eenig letsel te veroorzaken, 't Was echter mooi genoeg en Water man werd-opgekalkt. De koopman Simon Polak had een en ander gezien en was getuige a charge, evenals agent Harms. Maar er waren nog een paar getuigen a décharge ook en wel eene meneer Groen en de heer Johannes Wilson, de onmisbare regisseur en steunpilaar van West-Frisia", Hoorn's beroemde rederijkerskamer. Deze beide heeren hadden ook nogal iets te vertellen, vooral mijnheer Wilson. 't Was een lust hem voor 't ge- tuigenbankje te zieu en te hooren, waarlijk, hy was in volle actie. Met dat al gaven de getuigen a décharge toch niet veel verlichting voor beklaagde. De O. v. J. constateerde, dat de Hoornsehe relletjes nu tot 't verleden behooren en vond het jammer, dat zoo'n jonge man in de gevangenis zal terecht komen. Niettemin werd door spreker een tamelijk strenge straf noodig geacht, want hy eischte tegen Waterman 2 maanden gevangenisstraf. Mr. Reesingh uit Hoorn, beklaagde's verdediger, bracht een en ander ter verlichting by voor zijn cliënt. Gerrit Snelten en Cornelis Veer werden nu als be klaagden opgeroepen, maar Mr. Terdam, hun advocaat, liet tevergeefs op zich wachten, zoodat het tweetal wel dra weer mocht ophoepelen. Hoornsehe hondenzaakjes. Nu kregen we de rubriekovertreding van de plaat selijke (Hoornsehe) belasting, ook wel als .Honden zaakjes" aangeduid. De eerste zondaar was Jan Groes. Hjj was absent evenais zyn hond, het corpus delicti, dat hem door verzuimde aangifte op een eisch van f9 boete of 1 dag hechtenis kwam te staan. Gabriël de Koning kwam er beter af. Hy werd maar met een eisch tot f6 boete of 1 dag zitten opgeknapt. Dat lot onderging ook Piet Pranger, terwyl C. de Groot die ook zyn fikje niet had aangegeven, deswege slechts gulden boete zal hebben te betalen of 1 dag zal moeten brommen. Ken gemeene streek zwaar gestraft. Schorsching tot kwart over één. Daarna hervatting. Nu komen Gerrit Snelten en Cornelis Veer weer op de proppen. Ze zyn gedetineerd in het Huis van Be waring te Alkmaar. Ze waren onlangs 's avonds uit met zekeren Johannes ten Winkel, die hen voortdurend tracteerde, omdat ze hem zoo vriendelijk aanzagenOok 'n motiefl Enfin, de heeren, echte proevers, lieten het zich terdege smaken, dat begryp je en 't ging kroeg in, kroeg uit J met 'n y'ver, een betere zaak waardig. Eindelijk was het tweetal ondankbaar en laaghartig genoeg, Ten Winkel zyn centen af te trochelen, wat hun onder allerlei bedreigingen ten slotte gelukte. Eerst 5 of 6 losse centen zoo uit den broekzak. Later de geheele inhoud der porteinonnaieruim 70 centen. Eenige getuigen brachten genoeg by om het bewys geleverd te achten en de O. v. J. eischte tegen Snelten 2 jaar gevangenisstraf en tegen Veer 12 maanden ge vangenisstraf. Mr. Verdam, de verdediger van het waardige tweetal, verzocht een lichtere straf, daar beiden kostwinners van hunne familie zyn. Uitspraken a.s. Dinsdag. Felle brand te Rotterdam. Woensdagavond zou in de z.g. hekelloods der touw- slagery „Eendracht" van Nice Hoos aan Jaffa, voormalig Kralingen, de werkman H. de Wit het gaslicht aan steken. Door het springen van gloeikousjes kwamen HEBFST ARTIKELEN. Aanbevelend, en wacht, in eindeloos geduld, op zijn vader. Op den vader, die ter wille van een deern de zijnen heeft verlaten. Die omkeer van stemming richt zich j>ij de meesten tegen hem; en zij. die zelf niet immer en altijd de heiligheid en waardigheid van den vadernaam indaehlig waren, zoeken hun geweien door toorn tegen den diepgevallene te sussen. Maar. nietwaar, hij klaagt zichzelf aan! En het valt zwaar, met steenen te wer pen op iemand, die uit vrijen wil zich die mishandeling op den hals haalt. Zoo was het den verzamelden menschen tegenstrijdig te moede. Maar niet éen is door den loop der zaak zoo tot in zjjn binnenste getroffen als de beklaagde. Die is in de bank teruggevallen en verberg! het hoofd in de handen. Dat de weegschaal zich plolseling te zijnen gunste gekeerd heeft, treft hem niet zoo als het onverwachte wedervinden van den vader van voorheen. van den vader, wiens moed, wiens besliste oprecht heid hij als kind zoo bewonderenswaardig had gevon den. Intusschen hebben de Officier van Justitie en de verdediger hunne conclusies gesteld, de eerste heeft de geringste straf bepleit, de Iweede vrijspraak, daar hij den beklaagde elke opzei tol mishandeling had ont broken. De rechters trekken zich in raadkamer terug. Er heerseht na hetgeen er gebeurt is. geen twijfel inecr hoe de uitspraak zal luiden. Noch de voorzitter, noch de bijzittende rechters hebben hunne deelneming kun nen verbergen. Als na korte afwezigheid het gerecht weer verschijnt, dan is het zoo stil in de .volle zaal. dat men wel een speld kan hooren vallen. Onder deze ademlooze stilte wordt hel vonnis uilgesproken. Eligius WilLmann is vrijgesproken! Luid applaus, vermengd met bravogeroep, klinkt op in de zaal en de wanden weerkaatsen hel. De rechters verlaten hunne plaatsen de verdediger schudt Eli de slappe hand.'De menigte dringt naar builen; ieder wil de eerste zijn. om den buiten wachtenden, die geen plaats meer konden vinden, den uitslag mede te deelen. Voor het gerechtsgebouw" verzamelen de menschen zich in groepjes, ten deele in de nieuwsgierige hoop, den vrij gesprokene nog te zien. Daar geschiedt na de opwindende gebeurtenis, echter nogmaals iets bijzon ders; op de sloep verschijnt een magere mannenge- staltemeester Enderlein. Hij is vol van berouw na de erkenning welke de jongste uren hem hebben gebracht, dat hij er bijna aan had medegeholpen. een onschuldige in het verderf te storten. Ook het voorbeeld van den man, die in hel beslissende oogenblik zijn misstap vrijwillig had bekend, heeft krachtig op hem ingewerkt, zoodat uit aandrang om eene zelfde zelfbeschuldiging te uiten, hem. die zoo slecht ter tonge is, de tong los wordt. En de menschen scharen zich om hem heen en luisteren naar de stootende, onbeholpen woorden. „Er staat geschreven, dat er ergernis komen moet maar, zoo spreekt de Heer: wie een van deze kleinen kwaad doet. voor dien was het beter een steen om den hals te krijgen. Hoe kan het Godsrijk komen in eeuwigheid, zoolang de zielen der kinderen in droefenis en verderving vallen door onze zonden? Wee mij, ook ik ben blind geweest en heb mijne lamp laten uitgaan, zoodat ik den weg niet meer zag. Want den verstandigen en wijzen heefl de Heer het verbor gen. maar den kinderen heefl Hij het geopenhaard." Zoo predikte de berouwvolle Eivderleia Op elk ander lijdstip zouden .de toehoorders den onbegrijpelijken spreker, die daar stond te schreeuwen en met de armen te zwaaien, overluid uilgelachen hebben. Maar daar zij nu .allen ziine dwaling en zijne bekeering gedeeld hadden, glimlachten zij wel een klein beetje; maar luisterden toch naar hem met nadenkende gezich ten en het innerlijke gevoel van eene groote. gemeen schappelijke verantwoordelijkheid. Zoo was Tobias En derlein eindelijk de genade deelachtig geworden, een maal tol het gemoed te spreken van zijne medemenscheai. Toen ging hij naar beneden en het hoofd van verrukking in den nek geworpen, ging hij heen. Ifij ging naar Eli's moeder, om haar Ie zeggen, dat hij Eli alles vergaf en hem dringend verzocht, terug te komen. Hij zou voortaan voor hem zorgen en hem op alle manieren bijstaan; want bij verlangde ernstig, zijn begaan onrecht goed te maken. De op het plein achtergeblevenen wachtten nog een poosje, in de hoop den held van den dag bij het buitenkomen te kunnen begroeten. Maar toen liet te lang duurde en het bovendien ruchtbaar geworden was, dat hij door eene achterdeur het gebouw verlaten had. verstrooide de menigte zieh. Eli was vrij. Hij kon het maar niet begrijpen. Maar met eiken stap, dien hij deed. hij holde meer dan dat hij liep werd het hem duidelijker: hij was vrij. Hij ademde begeerig de lucht in zóó frisch en kostelijk was die nooit geweest. Hij liet zioh koesteren door de zon zóó had die zon nog nimmer ver warmd! Zoo vèr lag het gebeurde achter hem zóó ver, als ware hij ondertusschen een volwassen man geworden. Maar toen hij thuiskwam bij moeder toen was hy vonken in de 30.0PC a.,G. hennep in die loods aanwezig. Pogingen tot blussching faalden en spoedig stonden nog twee andere loodsen, nl. een werkplaats en een berg plaats van olie en teer in brand. De brandweer rukte met 14 spuiten en 2 stoomspuiten aan, waarvan 8 spui ten en 2 stoomspuiten in werking werden gesteld. Dank de gunstige ligging der loodsen en windstilte wist de brandweer den brand tot de loodsen te bepalen, deze brandden echter geheel af. Te acht uur was het ge vaar geweken. De politie handhaafde de orde, daar duizenden op het zien van de vuurzee waren toege stroomd. De schade is aanzienlek, doch alles is op beurspolis verzekerd. Omstreeks halftien was de brand in de touwspinnery in zooverre gebluscht, dat de brandweer kon inrukken, op een stoomspuit na, die ter bewaking achterbleef, de 3 houten loodsen met hennep, olie, pek en teer zyn on geveer met den grond gelijkgemaakt. De omliggende houten gebouwen bleven gespaard. Tijdens de blussching had een groot aantal personen plaats genomen op een stapel planken en balken, die instortte en terecht kwam in een breede sloot. Volgens een ooggetuige was een jongen onder de planken in het water verdwenen. De brandweer en politie hebben zon der resultaat gedregd. Kea „aanslag". Uit het kamp by Laren, waar het 10e regiment infanterie de afgeloopen week kampeerde, vernemen wij een alleraardigst voorval. Na de overwinning be haald te hebben, in vijandelijk land, zou het 10e reg. inf. om machtsvertoon te maken tegenover de bevolking, die de troepen vijandig gezind was, een militairen marsch maken door verschillende steden. Dit was gebeurd en de troep had zich neergevlijd om te rusten. Naby den weg, die door de heide liep, stond de com mandant van het 10e reg. inf., kolonel Neeteson. Een burger-wielryder naderde in de verte op den weg en passeerde de rustende troepen. Doch tegenover den kolonel gekomen, haalde hy uit zyn zak plots een revolver te voorschijn en schoot op deze legerautoriteit. Toen ventre a terre er van door, hy kwam te vallen, liet de fiets in den steek en rende zoo weg. Er ont stond een paniek, allen sprongen op. En de ordonnansen en andere militairen, die in de nabijheid van den kolonel stonden, stormden den bur ger achterna en hieven sabel of handen met een drei gend gebaar op. Algemeen dacht men aan een aanslag op den kolonel I In 't belang der veiligheid trad nu de luitenant der wielrijders op, die by de z.g. aanslagplaats stond, liet de vervolging staken en beduidde, dat 't geval verband hield met den geest der oefeningeen inwoner van het overwonnen land zou nl. een aanslag plegen op het leven van den kolonel. De burger was een lid van het wielryderskorpsToen algemeene vroolykheid 1 Dat kan men begrijpen. En ook de kolonel lachte mee. Want die wist er alles van. (Tijd.) De malversaties te Hollen. De ex-burgemeester van Holten, de heer K. G„ is Hoor de rechtbank Ie Almelo veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf, onder aftrek van de preventieve hech tenis. met vrijspraak van de verduistering ten nadeele van het veefonds. De eisch was 2 jaar, zonder aftrek van het voor arrest. Stemdistricten Helder. Helder, 30 September. De minister van binnenland- sehe zaken heeft voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal deze gemeente vèr- deeld in vier stemdistricten 1. Het deel, gevormd door de lijn van de kust der Noordzee bij Falga naar de Kleine Keet, den Zanddijk tot het pun( waar deze zich met den Strooweg ver- eenigt, den Strooweg tct de Doggersvaart, de Doggere vaart tot de Spoorbaan, de Spoorbaan (Noordelijk met insluiting van de Stationsgebouwen tot aan het einde bij de veelaadplaats, verder tot de Postbrug, langs en met insluiting van de huizen aan de Loodsgracht tot en met de Ixxujersteeg, vervolgens langs en met de geheele Oostslootstraat de Westzijde van de Ooststeeg (oneven), Molenbrug langs den Kruisweg, hel afsluitings kanaal langs de Marinewerf tot aan de kleine schut sluis van de Marine-binnenhaven naar den Leidam. 2. Hel deel, ingesloten door de lijn van al het Station tot de Postbrug Loodsgracht, Looijersteeg, Oostsloot straat. Ooststeeg, (Oostzijde) (even), Molenbrug langs den Kruisweg, het afsluitingskauaai langs de Marinewerf lot aan de Zuidstraat met insluiting van de Noordzijde dier straat tot aan de Keizersbrug. Keizersbrug, Keizer straat met insluiting van de Noordelijke zijde (oneven) tot aan het Stationsplein en daar aangesloten aan de lijn Spoorbaan tot de Postbrug. 3. Het deel, begrensd door de lijn, loopende van den Leidam en de kleine schutsluis (in het eerste dis trict genoemd) langs de Marine-binnenhaven en de Zuidstraat Zuidzijde tot de Keizersbrug, Keizerstraat Zuidzijde (even). Stationsplein en daar aangesloten aan de Spoorbaan, deze in zuidelijke richting tot aan de Doggersvaart. Doggersvaart Oostwaarts tot aan het Nd.- HoUandsche Kanaal en daarna den geheelen buitenom trek der gemeente in noordelijke richting tot deze zieh aansluit aan den Leidam (reeds genoemd). 4. Het geheele zuidelijk deel der gemeente, dat ge legen is bezuiden de Doggersvaart, van af het Noord- Hollandsche Kanaal tot den Strooweg en van daar langs den Strooweg en den Zanddijk tot de Kleine Keet en verder Westwaarts in rechte lijn lot Falga, met bepaling, dat het hoofdstembureau zal zitting houden in het eerste stemdistrict. weer een kind. Voor haar neergehurkt, vlijde hij het hoofd in haren schoot, terwij! hare handen hem streel den, hem betastten, of hij haar toch wel goed en wel teruggegeven wasEn dan gingen zij naast elkaar zitten, stil vergenoegd, en vroegen elkaar al het mo gelijke en onmogelijke; de zusjes, die door de scheiding eerst wat vreemd gedaan hadden, waren weldra weder de ouden. Moeder, hce duidelijk haar gelaat de sporen droeg van de doorgestane ziekte, had iets jeugdigs, meisjesachtigs in haar wezen. Zn vertelde wat Ender lein haar opgedragen had. en Eli knikte daarbij; hij was blij. het gewone werk weer te mogen opnemen, het huis weder te zien en den ouden Wendel. Ja, om Wendel was hij bizonder verheugd I Terwijl zij spraken, was het, als naderden onzekere treden de deur, De klink werd gelicht en de deur op een kier geopend dan echter weer Snel gesloten. De schreden verwijderden zich. Eli en de móéder keken elkaar aan. „Ik geloof, dat hij niet best durft," zeide de moeder beklemd. Zij had nog niet uitgesproken, of Eli was reeds op gesprongen. de kanier uitgestormd, de gang in. Bij ae huisdeur haalde hij zijn vader in. Zij stonden tegen over elkaar, oog in oog. Evenals toen voor de kroeg. De vader maakte een .beweging, als wilde hij JEU de hand reiken. Maar zij viel weder slap neer, en zijn blik bleef op den grond gevestigd. Eli keek naar hem als een vreemde; toen ontdekte hij de verandering, welke het werk was van weinige maanden. De houding van den vader was slap en moede de slapen waren ingevallen en daarover vielen reeds grijze naren, die Eli van vroeger niet kende. Een verouderd en gebroken man stond voor hem. Een oneindig medelijden welde in hem op. Hij dacht niet meer aan wat hen van elkaar gescheiden had; hij dacht alleen aan dit oogenblik, dat de vader zich om zjjnentwille had prijsgegeven aan de openbare schande. En dat hij nu als een smeekeling tegenover hem. zijn zoon. moest staan. In eene snelle opwelling strekte hij beide handen uit: „Dag, vader!" zeide hij helder, bijna vroolijk. Rudoif Willmann hief de oogen op, ongeloovig nog maar reeds was Eli naast hem en had de armen om zijn hals geslagen. Een siddering doorliep den man een heftig snikken verstikte aan Eli's schouder. „Mijn zoon," sprak hij zacht. Én hand in hand gingen zij binnen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1908 | | pagina 5