VERSLAG Landbouw proefvelden M KLAAS K0~RT," in Noord-Holland, 52e Jaargang. No. 4409. Zondag 1 Nov. 1908. TWEEDE BLAD. vanwege het Rijk gesubsidieerde gedurende 1907* s FEUILLETON. de moordenaar. - 0V1R DS Proefvelden ten doel hebbende eene vergel ij king tusschen de mestwaarde van zwavelzure ammoniak en (of) kalksalpeter en stikstofkalk te vergel ij ken met die van chili-s alpeter. De stand der aardappelen was, vooral door de aanwezigheid van veel krulzieke stoelen, slecht en ongelijk, zoodat de oogst- cijfers, die de proef heeft opgeleverd geen waarde bezitten. Wij geven deze daarom slechts volledigheidshalve zonder er eenige conclusie uit te trekken, 35. J. DEKKER. Oosterleek. Zavelgrond. Spinaziezaad. 32. R. BOUWMAN, Yenhuizen. Kleigrond. Vroege aardappelen (Duitsche muizen). Dit proefveld aangelegd op hetzelfde stuk land, waarop het proefveld, beschreven onder No. 20, was aangelegd, had even als dat sterk van ziekte te lijden; het meest op het perceel waarop kunstmest met kalksalpeter was gestrooid- Aangezien de oogstcijfers geen waarde hebben, is het beter ze niet in het verslag op te nemen. 36. L. VAN ZANDWIJK. Anna Paulowna. Zandgrond. Haver. Vorig jaar cheval.-gerst. i Dit proefveld was ingericht evenals het vorige, doch de stik- stofbemesting was zwaarder n.1. per H A. respectievelijk 450 K G. zwavelzure ammoniak, 600 K.G. chili en 700 K G. kalk salpeter. I ln plaats van kaïniet werd op dit proefveld en de drie vol gende 250 KG. patentkali per HA. toegevoegd. Dit proefveld aangelegd in 1904 (zie verslag 1906 blz. 35) Het proèfveld werd in het voorjaar gespit. Super, patentkali bestaat uit 5 perceelen. elk groot 2,4 Are. en zwavelzure ammoniak werden gestrooid op 16 Maart en De inrichting was in 1907 als volgt: ingeharkt; de chili op 8 April en 20 Mei; de kalksalpeter op Perceel 1, groot 2,40 Are, werd per H.A. bemest met .800 20 Mei. k g thomas, 500 K G. patentkali en 381 K G. chili met een De aardappels werden gepoot op 4 April, 40 c.M. in het vier kant. Het gewas leed nogal van de „koperwormen De aard appels werden op 19 Juni besproeid met Bordeausche pap en werden op 19 Juli gerooid. Zij waren toen geheel vrij van ziekte De opbrengsten waren berekend per H.A. Aardappelen 30. S. DROOG, Andijk. Zware zavelgrond. Vroege aardappelen na dito. Dit proefveld bestond uit 3 perceelen, elk groot 1 Are, die alle drie per H A. bemest waren met 600 K.G. super en 300 K G. patentkali. Perceel 1 ontving bovendien per H.A. 347 KG. chili met een stikstofgehalte van 15,75 °/°- Perceel 2 ontving bovendien per H.A. 270 KG. zwavelzuren ammoniak met een stikstofgehalte van 20,25 °/o. Perceel 3 ontving bovendien per H.A. 437 KG. kalksalpeter met een stikstofgehalte van 12,50 °/o. Het proefveld is in.den herfst onbewerkt gebleven, doth in het voorjaar gespit. De meststoffen zijn 18 Maart uitgestrooid. De aardappels werden gepoot op 25 Maart met paardenmest in de pootgaten. De poters waren van middelbare grootte, de pootafstand bedroeg 35 c.M. De aardappelen hebben niet ge leden van ziekte of nachtvorsten en werden gerooid op 16 Juni. H.L. groote. H.L. kleine. H.L. kriel. Perceel 1, chili 329 57 47 Perceel 2, zwavelzure ammoniak 350 46 5° Perceel 3, kalksalpeter 278 5o 50 Perceel 4, geen stikstofmest 250 44 5i Perceel 5, geheel onbemest 250 48 54 Er bleek vrij groote behoefte aan stikstofmest te bestaan. Zwavelzure ammoniak en chili gaven de beste resultaten. De kalksalpeter was waarschijnlijk te laat aangewend wat voor de tweede gift chili ook wel het geval kan zijn. 33. H. KOLLIS, Venhuizen. De opbrengst was berekend per H.A. Perceel 1chili Perceel 2. zwavelzure ammoniak Perceel 3. kalksalpeter Aaxdappelen. Kleigrond. Blauwe aardappelen. Dit proefveld, ingericht als No. 31, werd in den herfst diep geploegd en 's voorjaars gelijk geharkt. Super en kaïniet werden gestrooid op 9 Januari, de zwavel zure ammoniak op 8 April, de chili op 20 April en de kalk salpeter op 29 April. De aardappels werden 19 April gepoot met de boor op 38 c.M. afstand; zij werden op 27 Juni en 19 Juli besproeid met Bordeausche pap. Het rooien had plaats op 3, 4 en 6 Septem ber. Zieken werden niet gevonden. stikstofgehalte van 15,75 °/o. Perceel 2, groot 2,40 Are, ontving per H.A. 800 K.G. thomas, 500 K.G. patentkali en 296 K.G. zwavelzuren ammoniak, waar van het stikstofgehalte was 20,25 °/o. Perceel 3, groot 2,40 Are, ontving per H.A. 800 KG. thomas, 500 K.G. patentkali en 480 K.G. kalksalpeter, waarvan het stik stofgehalte 12,50 0/0 bedroeg. Perceel 4 werd bemest als 1 en perceel 5 als 2. In 1905 en 1906 ontving dit land dezelfde bemesting, doch in 1905 bovendien per H.A. 2000 K.G. kalk op de perceelen 1 en 5 en in 1906 bovendien per H.A. 1000 K.G. kalk op dezelfde perceelen. 3 Ontving in de vorige jaren geen stikstof- mest. Het land werd begin April getweevoord. Thomas werd ge zaaid op 23 Maart, patentkali op 30 Maart, zwavelzure ammo niak op 20 April, chili op 20 April en 11 Mei, telkens de helft en de kalksalpeter op 26 April. De haver werd op 18 April gepoot ter hoeveelheid van 150 K.G. per H.A. op een Tijenwijdte van 25 c.M. en een onderlingen afstand der pollen van 15 c.M. Gedurende den zomer vertoonde het proefveld een goed ge was, dat niet geleden heeft van eenige ziekte. De haver werd geoogst op 28 Augustus en gedorscht op 27 September. De opbrengsten waren per H.A. berekend als volgt: HL. groot*. 246 231 249 H.L. kleine. 68 5i 69 De zwavelzure ammoniak gaf iets minder dan de beide sal peters, die ongeveer dezelfde uitwerking hadden. Van een dergelijk proefveld bij den heer W. Dol te Andijk zijn de resultaten niet nagegaan. 31. M. RUITER, Venhuizen. Kleigrond. Blauwe aardappelen Dit proefveld bestond uit 4 perceelen, elk groot 1 Are, die alle drie per H.A. bemest werden met 600 KG. super en 600 K.G. kaïniet, die beide op 12 October 1906 werden gestrooid. Perceel 1 ontving bovendien per H.A. 250 K.G. zwavelzuren ammoniak met een stikstofgehalte van 20,78 0/0. Perceel 2 ontving bovendien per H.A. 350 K.G. chili met een stikstof gehalte van 15,4 0/0. Perceel 3 ontving bovendien per H.A. 425 K.G. kalksalpeter met eer, stikstofgehalte van 12,50 °/o. De zwavelzure ammoniak werd gegeven op 28 Maart, de chili op 8 Mei en de kalksalpeter op 20 Mei en telkens inge hakt. De aardappels zijn op 21 April gepoot op een afstand van 40 c.M. Z ijwerden besproeid met Bordeausche pap op 25 Juni en 14 Juli. Bij het rooien op 5 October was geen ziekte in de aardappelen te zien. De opbrengsten waren berekend per H.A. De opbrengsten waren berekend per H.A. Aardappelen Perceel 1, zwavelzure ammoniak Perceel 2, chili Perceel 3, kalksalpeter Perceel 4, geen stikstofmest H.L. groote. 355 363 376 388 ELL. kleine en groene. 117 154 152 154 Op alle vier perceelen is een zeer hooge opbrengst verkregén, terwijl van eenige uitwerking der stikstofmest niets is te be merken. 34. D. KEETBAAS, Venhuizen. Zavelgrond. Blauwe aardappelen. Dit proefveld werd in het voorjaar gespit. Super, patentkali en zwavelzure ammoniak werden gestrooid op 16 Maart, de chili op 11 April en de kalksalpeter op 20 Mei Zij werden met de handegge ondergewerkt. De aardappels zijn gepoot op 11 April, 45 c.M. in het vier kant. Zij werden op 22 Juni en 13 Juli besproeid en op 24 October gerooid. Van ziekte hadden zij niet te lijden. De opbrengsten waren berekend per H.A. Aardappelen a 0 H co h* H CC c5 rH i-H - 925 -1422 -1217 Idem in 1904 -225 -379 -353 3 S •3-28 M H* <N S 4 -270 -436 -440 Idem in 1906 f324 -222 O GO CO CM O r-H CO CM l^i f308 256 -300 -279 -220 Opbrengst in 1906 K.G. stroo. 5146 3541 5436 5062 3338 jio *11 CO CO kO CO <N 04 t-H rH t-H sS 39 33 46 43 33 ël® 5 2« m<S.9 1291 1166 770 708 791 i-ó w5.a 1958 1 2291 2166 1666 Bemesting Thomas, kali en chili Thomas, kali en zw. ammoniak Thomas, kali en kalksalpeter Thomas, kali en chili Thomas, kali en zw. ammoniak feeorej t-H C4 CO Hit 10 Aardappelen. H.L. H.L. H.L. groote. kleine. kriel. Perceel 1. zwavelzure ammoniak 266 43 9O Perceel 2. chili 201 28 71 Perceel 3. kalksalpeter 223 48 IOI Perceel 4 geen stikstofmest 197 36 Si m H.L. groote. H.L. kleine. H.L. kriel. Perceel 1, chili 328 37 105 Perceel i, zwavelzure ammoniak 356 36 103 Perceel 3, kalksalpeter 335 41 97 Op alle drie perceelen werd een hooge opbrengst bereikt. Zwavelzure ammoniak gaf de beste resultaten. De kalksalpeter werd waarschijnlijk te laat aangewend. Evenals in 1906 heeft de chili in 1907 een aanmerkelijk hoogere opbrengst gegeven dan de zwavelzure ammoniak. De kalksalpeter evenaar t de chili. Over alle 4 proefjaren gerekend is het voordeel van chili boven zwavelzuren ammoniak ongeveer f 200 per H.A. Op grond van deze uitkomst moet men op dit proefveld aan chili do voorkeur geven boven zwavelzuren ammoniak. De Rijkslandbouwleeraar voor Noord-Holland, C. NOBEL. (Wordt vervolgd.) Door MAX DREYER. 8. Mieken was Klaas Korl zeer dankbaar voor zijn aanwijzingen en 't bracht haar veel nader tot hem, om dat zij blij was over de duidelijkheid waarmede hij haar de plaats wees. En wanneer zij hem in haar gedachten menigmaal voor een slaapmuts had geschol- gen, een goed deel moest zij daarvan toch terugnemen, want het bleek dat hij op de zee goed thuis was. Op het water was hij bepaald een flinke kerel. Zij verlangde er naar eens met hem uit zeilen te gian. Maar dan moest het er vroolijk toegaan. En alleen mannen in de boot, die wisten wat ze doen moesten en niet bang waren voor een goede vlaag. Klaas Korl zag er juist zoo uit ais een die niet spoedig bang was. Wanneer zij hem wat beter kende, zou ze hem eens vragen uit varen te gaan. Ja. dat wilde zij. En dat zag er bijna uit, alsof er dan nog wat vreugde op de wereld was. Moeder Borgwardl bemerkte wel, dat deze twee menschen elkaar goed verdroegen. En haar was het heel goed naai- den zin dat deze twee jonge menschen, die haar het best bevielen van allen, niet meer met elkaar omgingen als een paar vreemden. Zij kon niet iialaten haar vreugde uit te spreken wanneer zij het oesprek op het eerste samentreffen van deze twee bracht, ïiaarvan was tot dusverre nooit sprake geweest, want over de bijzonderheden van de schipbreuk was nooit veel sprake geweest. Mieken wist wel dat zij door een inan was gered, en dat zij van haar schip was afge dragen en dat zij als loon dezen redder daarvoor in het gelaat had geslagen, maar zij had nooit eenige moeite gedaan dit spoor te volgen. Nu vertelde moeder Borgwardt haar, wie dat geweest was. Zij hoorde ook voor de eerste maal, hoe wild en woest zij zich had aangesteld, hoe zij hem het gezicht had opengekrabd, zoodat de litteekens wel altoos zou den blijven. „Wijs ze eens aan. Klaas Korl," zeide vrouw Mine en hij wees eenvoudig zonder een woord te zeggen naar een diepe schram onder zijn oog. „Dat had gemakkelijk het oog kunnen kosten,'' zeide de oude. Mieken echter beschouwde onverschillig het werk harer handen en wanneer er iets in haar oogen was te lezen, berouw was het niet, eerder een zeker leedvermaak. Dan haalde zij de schouders op: „ge weld tegen geweld," sprak ze toen. Voor Klaas Korl was de geschiedenis zonder eenige beteekenis en dat Mieken zoo iets als berouw "had zullen toonen, was het laatste wat hij verwachtte. Toen verdroot haar zijn geslotenheid en dat hij er zelf zoo weinig beteekenis blijkbaar aan hechtte en het dreef haar er toe een poging te wagen zijn bedaardheid eens een duw te geven. Zij hief het hoofd op, keek hem vlak in het gelaat en gaf hem frank en vrij te hooren: „Dus heb ik je geteekend. Nu moet je overal en je heèle leven door mijn teeken meedragen." Toen maakte het oude onbehagen zich weer van hem meester. En al lachte moeder Borgwardt ook over deze woorden, als over een scherts en al bracht zij het gesprek handig op andere wat vrooiijker dingen, de weerzin was toch weer in Klaas zijn hart gekropen. Toen hij weer buiten was, schudde hij de leden, toen liet het onaangename gevoel hem los en gevoelde hij zich weer vrij. Geteekend. Wat wilde zij daarmee zeggen? En wat voor oogen zette de deern daarbij. Omdat hij een schram van haai- heeft gekregen en omdat die niet meer weg gaat, daarom draagt hij iets van haar rond, iets vén haar, dat hij nooit meer kwijt kan raken. Denkt zij nu soms, dat hij niet anders kan doen dan haar aan hangen.' Nu dut zullen we dan eens zien. Wanneer zij denkt, dat zijn gedachten zich nu met haar zullen moeten bezighouden, of hij wil of niet, als ze dat meent, nu dan zal ze het mis hebben. Dat moet ze zich nu maai- niet inbeelden. Want wat hij wil, dat kan hij ook. En wat hij niet wil, welnu dat laat I hij blijven. Afhangen van dit of dat hier van zulk j een luttele schram drommels, dat zou nu juist iets voor hem zijn. Belachelijk. In den linkerschouder heeft hij een steek gehad met een mes. Dat ding ziet er heel anders uit. En denkt hij nu nog wel eens aan Ede Rucks die hem dat gelapt heeft? In zijn heele leven niet! „Ze heeft mij geteekend, zegt ze. Wanneer je zoo kinderachtig blijkt om daarom te malen, dan heeft ze gelijk als ze zegt, dat je geen knip voor den neus waard bent." Kerstmis kwam. Mieken was niet stil en kalm ge noeg van aard om veel lust te gevoelen aan de versiering van den kerstboom mee te doen. Alle vorige jaren was ze meestal op het water geweest in dezen tijd van het jaar en was er dus al heel weinig tijd en gelegenheid zich over Kerstmis druk te maken. Zoo had ze van haar jeugd af steeds het genot van zulk een echt huiselijk feest gemisL Meer zin had ze er in zich te verkleeden en als de goede verrasser de kinderen tegelijk bang en gelukkig te maken. Niemand kon zich zoo onherkenbaar ver kleeden, niemand zoo zijn stem veranderen en de roep in het dorp was algemeen, nog nooit had men zulk een mooien knecht Ruprecht gehad. Geen enkel huis uitgezonderd, overal brandde in het dorp een kerstboom. Ook Klaas Korl had den zijnen versierd; het was de eerste maal dat hij het feest alleen zou vieren, maar het was voor hem even noo- dig als zijn dagelijksch voedseL Mieken vond dat weer een uitnemende gelegenheid om hem uit te lachen en hem te vergelijken met een oude jongejuffer. Zijn eeuwige koffiepot en daar nu zijn kerstboom bij. Nu mankeerde hem nog maar een breikous en een kat op zijn schouder. Maar zij durfde haar spot niet uiten. Het Kerstfeest had in zijn oog zulk een tevreden glans gebracht, dat zij het niet over haar hart kon verkrij gen iets leelijks erover te zeggen. Mieken zelf vond onder de geschenken die moeder Borgwardt voor haar bestemd had een bijzondere ver rassing. Het was een haarpij], dien de smid Miehiel haar had geschonken. Hij had het ding zelf gemaakt, zooals vrouw Mine .Mieken vertelde het was van ijzer en dan gebronsd. En uit welk ijzer! En nu kwam eerst het groote van het geschenk uit ijzer van het gestrande schip. Wanneer Mieken dat nu niet mooi vond, dan wist ze er niets meer van. Mieken nam het geschenk echter allesbehalve opge wekt in de hand. Zij had voor een aandenken niet veel zin. Had zij een aandenken noodig gehad, zij zou zich van haar schip wel wat hebben meegeno men. Maar dan een werkelijk stuk ijzer, dat onver- vaischt en onopgepoetst tot haar zou hebben gesproken. Een ketting, losgeharsten in den strijd tegen de golven, een verbogen stang of zoo iets. Wat moest ze nu met dit vreemde sierlijke ding? Moest zij zich daar nu mee sieren? En dat was nu toch nog van haar schip en dat was verbogen, verdraaid, omgesmeed en dat zou ze nu in heur haar steken? Neen, neen, Martin MichieL Je hebt het wel goed gemeend. En ik vind hel ook heel aardig van je dat je aan mij hebt gedacht en je voor mij zooveel moeite hebt gegeven. Daarom zal ik niet boos op ie zijn. Maar ik ben toch heel anders dan jij en onze meeningen en gevoelens loopen toch te ver uit een. Vastenavond kwam in het gezicht In dien tijd kwam er in het anders zoo stille dorp toch een zekere op gewektheid en levendigheid. Op Vastenavond was er

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1908 | | pagina 13