Scüetsen lil de Mtzaal.
Berijmde Brieven Jaap,
Goede spijsvertering ver
zekert goede gezondheid.
Plaatselijk Nieuws.
RECLAMES
Geen terugkeer in Den Helder.
Mooie conifeeren zijn nog de Taxus HybeTtiica. zuil
vormig groeiend, en de Taxus baccata elegantissima.
goudgeel en pyramidaal groeiend. Juniperus chinensis
en Juniperus Japonica en verschillende Retinospora's
(is Chamaecyparis pisiferaX vooral de grijsblauwe
R.-squarrosa. die een ruime standplaats verlangt, zijn
bijzonder fraai. Ook de bonte Thuya's en Thuvopsiv
soorten alsmede de Tsuga's verdienen hier en daar
een plaatsje.
Hollandsche namen dragen deze planten nietzooals
«ij ze noemden, zijn ze ook getiteld in de prijscou
ranten der boomkweckers. bij wie men ze bestellen
kan en daarom heb ik niet geschroomd de juiste na
men op te geven, al lijkt het aanvankelijk een heele
mond vol.
De beste pianttijd voor de conifeeren en andere
groenblijvende 'heesters is de maand April en desnoods
vlei. Zij worden met een kluit eraan in paklinnen uit
de kweekerijen verzonden. Zoo kan men ze met
het linnen erom planten, waarna ze goed begoten wor
den. Als er na het planten een droge tijd volgt, moet
men ze nog eenige malen tegen den avond begieten.
Wellicht vraagt deze of gene. waarom deze heesters
's winters groen blijven. Het antwoord op deze vraag
is gemakkelijk te geven. De bladeren dezer planten
blijven één of meer jaren Lti leven. Telkenjare groeien
er weer wat nieuwe bij en vallen er weer oude af.
Als de winter de reine sneeuwvlokken over het groene
blad der boven besproken heesters slrooit of ze in een
glinsterend rijmkleed steekt zijn ze zoo intens mooi
en als bij het ontwaken der Lente sneeuwklokjes en
crocussen. narcissen en tulpen hun blijde bloemen in
het voorjaarszonnetje doen schitteren, inaken deze voor
jaarsbloemen met de groenblijvende heesters een echt
zomersch plekje in tuin of park.
D E LANDMAN.
Redder in den nood.
...Toen 't dagmeisje den naam zei van den meneer,
dien zij in bet spreekkamertje had gelaten, keken Fer
en Annet elkaar aanZij was bleek geworden
Vreesde dat hij iets zou vermoeden, zou gissenHij
keek zoo strak voor zich uit. Fronste de wenkbrauwen
even. Zwaaide 't visitekaartje op en neer; besluiteloos
wat te doen.
't Meisje liet haar oogen gaan van meneer naar
mèvrouw, vice-versa. 'n Vreemd zaakjeZe snoof
eens en veegde met den rug van het roode, dikke werk-
handje over de punt van haar zeer-brutalen wipneus.
Dacht er intusschen 't hare vanSnapte toch al op
'n haartje hoe 't bij haar „volk" gesteld was. Gister
middag dat smalle papiertje van de belasting, waar
d'r naam als „hulsgenoote" op gezet was. Gister-avond
dat schandaaltje met den schoenmaker, die al zestien
maal om z'n 11,80 was geweest't Exploit van
den deurwaarder, dat ze natuurlijk fijntjes had gelezen,
van wege mevrouw d'r wintermantel kwam 't. Over de
dertig gulden. Verleden week die historie toen ze met
d'r drieën nog wel, om belasting waren geweest
Nou, of Keetje 't wist. Net zoo goed als mevrouw
zelve, hooriMet hun drieën waren ze gekomen.
Mevrouw had wel tien minuten met ze gepraat. Kee
had gehoord dat mevrouw snikte. Tja, mevrouw, dan
moeten we gaan opschrijven! had die lange gezegd
Mevrouw was radeloos. Had alles bij elkaar geschraapt
wat er te vinden was... Er ontbrak nog drie gulden op
een paar centen naWas, met gloeiende wangen,
losgewoelde haren en schreiende oogen bij Kee in de
keuken gekomen
„Verschrikkelijk! straks bracht meneer „groot geld"
meeToen ze dat zei, kon Kee zich haast niet
goed houdenJa, van dat „groot geld" wist ze alles.
Er moest direct betaald worden. Anders kregen ze een
bewaarder in huis. En de onkosten! En de schande!...
Van-middag had mevrouw juist bezoekJour" noem
de zij 'tOf Kee niet eventjes... Tot morgen
Maar Kee had precies een kwartje op zak. Was toen
naar een oom geloopen, die een paar straten verder
een vischwinkeltje had. En oom had mevrouw dan aan
dc drie gulden geholpen. Tot van-avondNiet lan
ger1 Want mevrouw stond al dieper bij oom in 't krijt
dan hem lief was
Kee dacht dus: weer een die centen moet hebben. Trok
'n mondje van: Och, maak er nou maar geen smoesjes
meeDurvend, daar oom van z'n drie pop nog maar
'n daaldertje terug had
Meneer voelde wat Kee dacht. Werd rood van schaam
te en nijdigheid.
„'t Is goed," zei hij stroef, bijterig uit de hoogte,
„ik zal bij meneer komen. Zeg dat maar hoor!" Kee
weg. Met 'n zwaai, waarin verontwaardiging, en nog
wat meer, lag opgesloten. De deur achter zich dicht
smakkendJa, zoo moesten ze maar tegen d'r
deen... Dan zou ze wel eens eventjes naar oome van
den vlschwinkel loopen, om te beginnen
Hij, Fer, zag Annet ernstig aan. Maar ze sloeg haar
oogen niet neer. Zij had den man, die in de voorkamer
wachtte, sinds hun huwelijk niet gezien. Evenmin als
hijToen Fer en Annet geëngageerd waren, was
de vriendschap uit geweest. Karei had zich vrijwillig
teruggetrokken. Dat hij Annet de Waal had willen trou
wen, was algemeen bekendEn ook dat ze hem niet
kon uitstaan. Hij, Karei, was eigenlijk de eenige in
den kring der vrienden en kennissen die dat niet ge-
looven wou. Daarvoor was hij te ijdel, te zelfingenomen
trouwensMaar Annet had 't zelf verschrikkelijk
gevonden dat Fer zoo intiem met 'm bevriend was...
Waarschuwde hem telkens tegen Karei met z'n ont
wijkende manier van kijken; z'n koud lachje en z'n
plaagzucht van sarrende natuur
Toen was de breuk vanzelf gekomen. Er werd „ge
stookt" tegen Fer bij Annet d'r ouders, en '1 zeggen
was, dat Karei achter de schermen zatFer-zelf
werd boos om de veronderstelling. Had uit eigen be
weging naar Karei toe willen gaanTrachten hem
als vriend te behouden. Maar Annet kon, als 't er op
aan kwam, d'r wil doorzetten. Beduidde hem zoo na
drukkelijk, op zoo'n speciaal toontje, dat ze van Karei
niet gediend was, dat hij zwichtte
Ze hadden elkaar niet meer gezien. Jaren waren ver-
loopen. Zorgen kwamen aansluipen in het kleine gezin,
als grauwe donderwolken, die, eerst een haast
onmerkbaar stipje, zich uitbreiden totdat ze de heele
mooie zonnige lucht bedekken loodgrijs dreigend
maken....
Hij was door 't tobben verouderd, geknakt in z'n
geestkracht.
Op haar energieken aard werkten de bekommernissen
weer andersZe groefden lijdenslijnen op 't gelaat
der nog jonge vrouw. Ze verjoegen 't blij-levenslustige
uit haar oogen. Ze strooiden asch op de mooie, bruine
harenMara zij hield vol, zoolang 't eenigszins nog
kon......
Toen was gekomen dat verschrikkelijke van drie
dagen geledenHij, Fer, had zich goed willen hou-
den, 's middags aan tafel. Maar ze merkte 't direct...
Legde lepel en vork neer met gebaar van verlammende]
schrikZe begreep zonder dat-ie iets zeiHet
accept van HeuvelmansDat nu al anderhalf jaar,
boven hun hoofd dreigde, van uur tot uur. Waar Fer
elke maand voor moest „bloeden". Waar-ie telkens op
dat „bankkantoor" voor moest gaan smeekeiï, soebatten
met geld voor de „rente" bij zich't Geld, waar
ze zich 't noodzakelijkste voor moesten ontzeggen
„O God. Fer!" had ze uitgeroepen, de handen tegen
de slapen drukkend, „mot-ie 't hebben?" Hij zweeg... f
Haalde een groot stuk stug deurwaarderspapier uit z'n
zak't Protest!Reikte haar, nu ze toch alles
wist, een brief overVan een procureurzijn
faillissement zou worden aangevraagdBinnen en
kele dagenAlles weg. Hun boeltje verkocht. Hij
uit z'n betrekking gestuurdNatuurlijk, de oudste
firmant was, in zulke dingen, zoo lastig
Ze klampten zich nu nog vast aan de hoop, dat haar i
vader redding zou kunnen brengenMaar daar zat t
Willem, de zwager, achter, -- en erger nog Line, z'n
vrouwDie altijd jaloersch was geweest op Annet
d'r deftige manieren. Die voorspeld had, dat „ze nog
eens op stroo zouden sterven". Die ronduit gezegd had,
nu, dat ,,pa zijn andere kinderen bestelen" zou, wan- j
neer hij...... In die zinkputIn dat bodemlooze vat
„Hij doet 't niet!"
Hij is er niet toe te krijgenzuchtte Fer. es de
angst die om z'n hart klemde, verwrong z'n trekken...
Toen kwam Kee met 't visite-kaartje. Leefde een oogen-
blik in zijn hersens die afschuwelijke gedachte... waar
hij zich uu voor schaamdeVroeg Fer zich, toch,
af, waarom Annet zoo bang. zoo ongerust, zoo verschrikt
leek, met zoo'n ontzetting de handen tegen de
borst drukte, alsof er een nieuw ongeluk was gekomen.
Nog grooter. nog erger dan de andere
En haast werktuigelijk als droomendTerwql de
folterende angst voor wat dreigde hem al wat nieuw,
vreemd was, welkom deed zijnZonder dat hu eigen
lijk lang erover kon nadenken. Zoo ging hij naar t
spreekkamertje, waar Karei wachtte
En toen de rechterhanden van de gewezen vrienden
elkaar raakten, wat toch in zeven jaar niet gebeurd
was Toen voelde Karei, hoe koud en beverig de
ander wasToen merkte hij, 'l klamme zweet op
dt vermagerde vroeger zoo stevige gespierde hand......
„Ik zal je niet lang ophouden," zei Karei, en zijn
stem klonk zoo rustig, zoo bedaard, dat Fer er zich,
in z'n overspanning, over verbaasdeIk wil je maar
twee woorden zeggen, van Duinen. Ik weet dat je zor
gen hebtzware zorgen. We kennen elkaar van
kind-af, niet waar?... Kom bij me, dan zal ik je helpen.
Als je van-avond wilt komen, dan vindt-je mij thuis.
Van acht uur af. Zoo laat als je wiltIk ga niet
meer uit van-avond...... Nou, tot ziens dus, Ik wacht
je. AdieuBn hij had den knop van de deur
al tusschen de vingers. Fer wou iets zeg!genMaar
hij kon nietAlles warrelde en dwarrelde in z'n
hoofd dooreen. Toen hij tot bezinning kwam, was
Karei al weg. 't Dichtklappen van de straatdeur wekte
hem uit z'n droomend peinzenKee, die een oogje
wierp in de spreekkamer en hem zoo zag staan, dacht:
„Nou, die is raak geweest, hoor!"Ging eens op
haar gemak zitten nacijferen wat ze nu toch eigenlijk
kreeg van mevrouwMet al die vijven en zessen...
Alles goed en wel, maar ze verdraaide 't toch, om...
En dat 't misliep, boven, dat kon een kind nu toch snap
pen
Toen Fer in de huiskamer terugkwam, zat Annet nog
op dezelfde plaats. Zag hem aan met die ernstige, treu
rige oogen, zei geen woord. Vroeg niets
't Prikkelde hem.
Hij werd er in zijn geprikkelde stemming nijdig
om.
„Je vraagt me niks!" zei hijniet begrijpend...
Maar verteederd door de ongedachte, plotselinge uit
komstNu eigenlijk eerst recht inziend wat n ge
lukje daar gekomen wasVertelde hijDruk
pratend, opgewonden stappend door de kamerWoe
dend dat Annet er zoo ijzig onder bleef... Harde, bitse
woorden schreeuwend, over menschen, die ware
vriendschap niet konden begrijpenover zwarte on
dankbaarheidHad hij zich Goddank nooit aan be
zondigdHad hij Karei niet altijd de hand boven
't hoofd gehouden?Nou zag ze 't dan. Je mooiste,
meest onbaatzuchtige vriendschap. Zie-je, dat was een
waar, een trouw helper in den nood
Hij praatte zich schor. Hij deed haar grievende, diep-
kwetsende verwijtenHij gaf zieke, leelijke plekjes
in z'n karakter, die zij nooit zoo scherp had gezien,
bloot
Liep eindelijk weg, zonder haar een zoen te geven.
En toen 't stil in de kamer was geworden, bleef
Annet nog heel lang zitten turenmet zoo droevig,
treurig gezicht, met zulke sombere oogen van over
stelpend verdriet, zoo woelend en tastend in de franje
van het canape-kussenO, Kee kende dat gedoe
zoo, dat dagmeid den moed niet had om over haar
„briefje" te spreken, hoe vast ze zich, vooral na dat
vreemde bezoek, had voorgenomen
Maar ze kon 't niet Kee was een brutaaltje, maar
in d'r hart nog zoo kwaad niet van zich verkrijgen:
ze had mevrouw al dikwijls verslagen en „sjagrijnig"
gezien, zooals zij 't omschreef, maar nu was 't toch
andersVeel erger dan vroeger
Zoodat, toen ze 't dien avond aan d'r moeder vertelde
deze een kloek besluit nam en zei: Nou, maar mor
gen aan den dag ga ik er heen. En een knappe jon
gen, die me de deur uitkrijgt zonder centenWaar
op vader, die zijn gezag wilde handhaven, erbij voegde,
dat „hij anders zelf zou gaan"
Maar de plannen waren voorbarig, want een uurtje
voordat Kee d'r moeder, den anderen dag, dien tocht
naar „dat mooie volk" wou ondernemen, kwam Keetje
ademloos binnenstormen: „Ze hebben centen, hoor! Bij
de vleetAlles wordt betaald. De slager heeft
effetjes veertig gulden gehadEu hier benne mijn
centen!"
Kee smeet vijf riksen op de tafel. Waarop vader de
opmerking maakte, dat moeder ook altijd zoo gauw was
om de menschen te wantrouwenHij, vader,, had
toch altijd gezegdOf was 't soms niet waar? En
moeder, in de vreugde over de vijf kostelijke zilver-
plakken in d'r beurs, liet 'm ditmaal maar praten
De deftig- statige chef-boekhouder, die gewoon was
met mijnheer Karei Harmsen samen koffie-te-drinken
voor beurstijd, vouwde nadat hij het dunne sigaartje
had opgestoken, dat hij eventjes savoureerde alvorens
zich te gaan afschuieren, de blanke, welverzorgde han
den over den aanzwellenden buik.
...Keek den ander op eene bijzondere, extra-nadruk
kelijke manier aan. Aarzelde blijkbaar, voordat hij van
wal stakZei toen toch: „Vertel me eens, Harm
sen, dien van Duinen hebt ge toch heel speciaal ge
kend, he?"
ivarel's spichtige vingers namen de cigarette uit de
lippen.
„Vroeger -wel", zei hij, asch wegtippend.
„Nou ja, vroeger" hernam 'de chef..
„Maar je hebt toch.... Beken 't gerust.... We weten
't immers wel.... Je hebt hem later nog geholpen? en
met allerlei raad terzijde gestaan. Geprobeerd dien Van
Duinen op de been te helpen", ging meneer voort,
Karei met oprechte bewondering aanziend, alles vruch
teloos geweest, hè?.... En nu vandaag is de vent ver
oordeeld, wegens valsehheid in geschrifte... Een jaar...
't Is bar!"
Meneer leunde inet welbehagen in z'n stoel.
Praatte als voor zich heen. Vergat half dat Karei
erbij zat.... 't Hoofd van den ander was gehuld in
zwoel-zwaren cigarette-damp. Door den grijzigen nevel
heen klonk de vettige zeurstem van meneer....
...„Ja, 't is meer dan bar!.... Voor jou spijit 't me
ook. Die Van Duinen moet een groote ploert wezen....
En toch beweren ze.... Maar 't schijnt dat er de een
of ander is geweest, die hem op slechte paden heeft
gebracht... D'r wordt zooveel over gekletst... Natuur
lijk, die Van Duinen was, au fond, een knippe vent
En dan, dat arme, arme vrouwtje... Ze moet nage
noeg op sterven liggen van verdriet... Geen wonder...
Wat heeft ze, wel een jaar lang met dien man door
staan, hè?... Wat een leven heeft die vent geleid...
Geld stukgeslagen! Bijl lioopen... Waar zou die 't in
vredesnaam vandaan hebben gehaald?...
Meneer z'n sigaartje van vóór-beurstijd, was bijna
opgerookt, 't Werd zoetjes aan....
Maar toen hij opkeek, zag-ie tot z'n verbazing, dal
Karei bij een raam §tond.
Nog eens vroeg hij naar het fijne van de historie...
Naar dat haast stervende vrouwtje... En wie dan toch
dien Van Duinen, door geld en door slechten raad...
Maar hij kreeg geen antwoord. En toen, zooals gewoon
lijk, Karei dien middag hem hielp bij 't aantrekken van
de overjas, leek 't meneer of zijn hand minder vast.
minder stevig was dan anders...
En eerst op de wandeling naar de Beurs viel 't
meneer in, hoe indelieaat hij was geweest om over
al die dingen te praten, juist met dengeen, die Van
Duinen zoo nobel had gesteund.... Die immers, alles
gedaan had om hem te houden van den afgrond.
MA1TRE CORBEAl".
Paascliteotoenstellling.
Algemaone vergadering van de vereeniging tot het
houden -van jaarlijksche Paaschtentoonstellingen van
Te# op Donderdag 12 November 1906, de*
11 uur, in het Noordhollandach Koffiehui* van den heer
t Vader Az.
De Voorzitter, de heer Jb. Zyp Hz., opent met een
woord van welkom de vergadering, waarna de heer
A C. Roggeveen, de secretaris, d# notulen leest, dl#
onveranderd worden goedgekeurd.
Ingekomen is een schrijven van den heer C. Huiberts
te öchagen, dat door het bestuur zal worden behandeld,
verder de Koninklijke goedkeuring op de verloting en
de mededeeling, dat van de gemeente Schagon de ge
wone subsidie zal worden ontvangen.
Medegedeeld wordt, dat door het Bestuur aan den
afgetreden secretaris, den heer F. d. Kamp, een blijk
van waardeering voor z\jn werk is vereerd, wat door
de vergadering wordt goedgekeurd. Eveneens dat aan de
vereeniging Hollands Noorderkwartier de veebascule
in huur is gegeven voor een bedrag van f 15.
Door den secretaris wordt nu uitgebracht het loe
Jaarverslag, waaruit wordt meegedeeld, dat f828 aan
prijzen is oesteed, het aantal inzendingen bedroeg 311.
De ontvangsten bedroegen f 2366.72, de uitgaven f1437.158,
dus een batig saldo van f929.14 tegen f 1000.41 vorig
jaar. De rekening der verloting sloot met een ontvangst
en uitgaaf van f8942.-. Het ledental steeg van 389
tot 421, en dat wel door de bemoeiingen van het bestuur
der Scoager Winkeliersvereeniging, dat daarvoor harte
lijke hulde werd gebracht. Het jaarverslag werd onder
dank goedgekeurd.
De rekening en verantwoording van den Penning
meester, den heer P. Trapman, was daarna aan de orde.
De commi88ie belast met bet nazien en bestaande uit
de heeren J. v. d. Maarten, J. Buis Jz. en K. A. Kaan,
adviseerde tot goedkeuring, waartoe de vergadering met
algemeene stemmen besloot.
Daarna was aan de orde de behandeling van het Pro
gramma voor de a.s. tentoonstelling. Het werd bijna
ongewijzigd vastgesteld. Alleen werd door den Voor
zitter opgemerkt, dat bjj de keuring van het Wolvee,
de overnouders in dit speciale geval, aan heeren keur
meesters onder de aandacht zal worden gebracht, dat
bekroond moet worden bet beste tiental overhouders,
vertegenwoordigende dus de meesie slachtwaarde, afge
scheiden van welk ras zjj zijn. In oen volgende ru
briek, waar Tesselsche ooien worden gevraagd, is meer
gelet op de fokwaarde en kan dus de waarde van het
Tesselsche ras voldoende naar voren komen en goed
worden beoordeeld.
De heer Zijdewind die bij de rondvraag nog eens op
dit punt terugkwam, wenschte een aparte ruuriek voor
de t esselsche slachtschapen. Volgens spr. konden deze
niet eoncuiTeeren in zwaarte enz. mei de andere ras
sen, terwijl het toch zulk een best vleesehschaap is,
dal hel vooral niet mag worden achteruitgezet. Spr.
ontving toezegging, dat het bestuur dit punt nog eens
zal overwegen.
De (heer Th. Roep wenschte voor pluimgedierte een
billijker inleggekl en de bepaling, dat verkoopers van
kippen, zouuen moeten vermelden, voor welken prijs
zij hun kippen van de respectieve winners daarvan
zouden wiLlen terug koopen. Ook dit zal worden over
wogen.
L>e prijzen voor bloemen en heesters werden ver
hoogd en nu gebracht op f 15, f 10 en f 5. Tevens
zal het bestuur zich in contact stellen met enkele ver-
eenigingen, die door het uitloven van prijzen, of hel
bevorderen van goede inzendingen, deze rubriek nog
in waarde zullen kuimen doen toenemen.
De jileer K. Koster Hz. informeert of het bestuur
al reeds een beslissing heeft genomen, omtrent de ru
briek stieren, voor zoover het betreft, het aanwezig
zijn van enkele losse vlekken op de ondeixleelen der
poolen. Zoo men weet, wordt dat beschouwd als een
typisch verschijnsel van het niet zijn van zuiver in-
landsch ras. Spr. vraagl of de keurmeesters hierom
trent voorscluiften zullen ontvangen of vrijgelaten zul
len worden.
De heer 'P. Hooij zet voorop, dat de prijzen in
deze rubriek met het doel worden gegeven goede fok-
dieren te krijgen. Er wordt tocJi immers bepaald, dat
de bekroonde stieren nog tot primo Augustus ter dek
king beschikbaar moeten blijven. De Prov. regelings-
cojrumissie voor de veefokkerij noemt het hebben van
losse vlekken beneden knie of spronggewricht een re
den tot afkeuring, een kenmerk dus van onzuiverheid
van ras. Voor een buitenlandsehen verhoop zijn deze
vlekjes ook beslist nadeelig. Spr. zou nu gaarne zien,
dat een vereeniging als deze, mede die richting uit
ging en dezelfde bepalingen als de regelingseommissie
handhaafde.
De heei' Zijdewind vindt, dal onze tentoonstelling
nog niet zoo scherp moet optreden. Spr. oordeelt, dat
als een exemplaar aan alle eischen voldoet, het heb
ben van een paar losse vlekjes geen reden mag zijn
tot achteruitzetting. Het meest moet toch gele wor
den op een goeden vleeschvoim, melkopbrengst. enz.,
enz.
Ook de Voorzitter, erkennende, dat, wil men het
goede bevorderen, de regelingscommissie dient nage
volgd te worden, acht het beter bij een vrije tentoon-
sleliing als deze nieL te streng op te treden.
De heer P. Hooij vraagt dan, of wanneer twee die
ren gelijk staan, die zonder losse vlekjes de voor
keur zal verdienen. Dit wordt algemeen toegejuicht.
.Niet algemeene stemmen wordl besloten het aan
tal loten te brengen van 20000 op 25000 loten.
Tot bestuursleden werden gekozen de heerenA.
J. Peeck, Schoor!J. Stammes, Nieuwe Niedorp en
Jb. Kaan, ieringerwaard. Aftredend en niet herkies
baar waren de heeren; D. A. Kaan, P. Koopman en
P. Sevenhuijzen.
Tot commissie belast niet het nazien der rekening
van 1909 en begrooting 1910 werden benoemd de
heeren: J. v. d. Maaten, Joh. Govers en K. A. Kaan.
De begrooting werd onveranderd vastgesteld in ont
vangst en uitgaaf op f 2069.14, waarna de sluiting
volgt.
die als boerenknecht in Hollands Noorderkwartier is
gaan dienen, aan zijn broer Klaas, die in
de Zaanstreek gebleven is.
LT.
Het volgend schrijven ontving ik, Klaas!
Geachte Jaap!
Voor een, in West Friesland op te richten weekblad
(waarvan wfj den naam niet zullen noemen, omdat het
vóór de geboorte zijn derden al heeft) zouden wij Uwe
medewerking zeer op prijs stellen.
Wij verzoeken U, aan onze Redactie een gedicht te
willen zenden, behandelende de gelijkenis van den
Barmhartigen Samaritaan met de toepassing.
Hoogachtend.
(Handteekening onleesbaar).
Ik was door dit schrijven
Verbluft en verrukt,
Maar, dacht ook met beving;
Als dat maar gelukt;
De opdracht is eervol,
Maar d' uitvoering zwaar;
Ik las Lucas 10 toen
En Jaapie was klaar.
Een zeker mensch wou eens, dus leeraard' onzo Heer,
Heel van Jeruzalem naar Jericho gaan loopen,
Maar snoode moordenaars, die sloognn hein ter neer
En namen geld en goed, waarna zij hcnenslopen;
Daar lag de man, .halfdood' een Priester ging
[voorbij.
Maar, liet den sukkel, stil met zijn ge'-roken leden
Gaar koken in zijn sop, toen kwam aan zijne zij
Zooiets als een Leviet die liet hem ook met vrede
Doch, tot het groot geluk van don halfdooden man
Kwam een Samaritaan, zoo langs hem henon wandlen
Si was bewogen en verbond de wonden, van
Den sukkel en ging hem ais eigsn kind behandlen,
Hij zette hem op 't paard en zelf liep hij er naast
En bracht hem bij een waard, gaf penningen aan dezen
En zei: .verpleeg hem goed, ik ga (want ik heb haast/
Nu verder, maar ik zal heel spoedig hier weer we^n
Dan vriend! betaal ik U, voor alles wat gij deedt
Aan dezen sukkelaar* Wie was nn wel de naaste?
Alg gij geleerde man het antwoord nog niet weet;
.Ik wel," zei Jezus toen, „de naaste was de laatste.*
Nu zal ik de toepassing maken.
Die halfdoode man is een Krant,
De Priester een Dominé stellig,
Levieten zijn aan hem verwant;
Zij lieten het krantje maar liggen
(Een stumperig Preekbeurtenblad)
En zeide: Je bent toch een stakker,
.Maar wat je mankeert, dat is; „dikt".
Toen maakten zij met hunne vingers,
De mines van geld-tellen na,
Doch hielden de hand op de zakken.
De redding kwam echter weldra:
Daar kwamen ook Samaritanen:
Met penningen ruim in den zak,
Die zagen het sukkelende blaadje,
Waardoor hun het hart bijna brak.
Zij lieten arm krantje verbinden
In 't Alkmaarsche krantziekenhuis,
De waard daar, is in het behandlen
Van zieke couranten goed thuis;
Hij zalfde met wijn en met olie
Plus drukinkt, de halfdoode krant.
En lag tot genoegen van allen
Het blad in vijfguldens-verband;
De Priesters en ook de Levieten
Die zagen het blaadje toen aan,
En zijn op hun wijze te zamen
Mee aan het genezen gegaan;
Maar 't kostte dien Heeren geen penning.
Zij hielden hun olie en wijn.
Zij stopten het blaadje vol woorden
Soms zoetlijk en soms vol venijn;
Wie was nu ook hier weer de naasts?
Geen Priester en ook geen Leviet,
Want zonder de Samaritanen
Genas het ziek blaadje vast niet.
Dit stuk had ik opgezonden
Aan het gecureerde blad,
En ik dacht dat ik het koetje
Bij de horens had gevat;
Maar, o wee, daar kwam een schrijven
Meldend, „dat mijn .rijmlarij'
„Kwaad zou doen in hooge mate
„Aan de Christen maatschappij;
„Dat ik ganschelijk verkeerdltjk
„Lucas 10 had uitgelegd
„En uit alles bleek: de schrijver
„Is een stomme boerenknecht.
JAAP.
i
Wanneer Uwe Spijsverteringsorganen behoorlijk wer
ken, trekken zij uil het voedsel dat ge eet, al de
voedende bestanddeelen en inaken deze voedende stof
fen gereed ter opneming in Uw gestel, zoodat het voed
sel wordt omgezet in krachtig vol bloed. Op deze wijze
wordt elk orgaan, elke zenuw, alle spieren en been
deren behoorlijk gevoed en Uw lichaam en ledema
ten zullen dientengevolge gezond en krachtig zijn. Maar
wanneer ge een gebrekkige Spijsvertering hebt, hoopt
tiet voedsel zich in de maag op om daarna totgis-
sting en verrotting over te gaan, inplaats van behoor
lijk te worden verteerd. Weldra vormt het vergiftige
zuren, die in Uw bloed opgenomen worden en Uw
geheele lichaam ten slotte aantasten. Uw gestel ver
zwakken, jicht en rheumatiek voortbrengen, zenuw
achtigheid, slapeloosheid en andere pijnlijke en wel
licht doodeiijke kwalen.
Moeder Seigel's Tabletten werken tonisch op de
Spijsverterings Organen en helpen de Natuur bij het
Spijsverterings proces. Gebruik daarom deze Tablet
ten ten allen tijde dat Uw maag niet geheel in orde
is. Zij zullen L weder opknappen en l gezond hou
den.
De Heer J. G. Mingelen, wonende Lage Zand 8,
Den Haag, schrijft ons als volgt„Sedert geruimen
tijd leed ik onnoemelijk aan Slechte Spijsvertering en
al de daarmee gepaard gaande verschijnselen zooals:
ongeregelde ontlasting, een gevoel van volheid en zwaar
te in de maag. doffe pijn in den rug, slapeloosheid,
en gebrek aan eetlust. Ik was zeer zwak en bij het
minste werk dat ik deed gevoelde ik mij totaal uit
geput. Bij geen enkel medicijn dat ik probeerde vond
Lk baat, totdat ik. tenslotte Moeder Seigel's Tabletten
piobeerde en weldra gevoelde ik mij een geheel ander
mensch Ik heb weder een prachtigen eetlust, mijn eten
smaakt mij weder en het verteerl gemakkelijk. De stoel
gang gaat weder geheei geregeld en ik verheug mij
in de allerbeste gezondheid."
Moeder Seigel's Tabletten zijn verkrijgbaar bij alle
Drogisten en bij de voornaamste Apothekers. Prijs fl.
l.oO per fleschje. Te Schagen verkrijgbaar o.a. bij den
J. ROTGANS; te Anna Paulowna bij de heer D. ZON.
Men zegt dikwijls tegen een zieke„Gij zijt nu
goed, maar neemt U wel in acht voor een terug-
Keel der kwaal. Foster's Rugpijn Nieren Pillen ma
ken L beter en zorgen er tevens voor, dat gij geen
terugkeer krijgt Hier is het bewijs er van:
De Heer A. B. Dekker, Koningdwarsstraat 60 te Den
Helder meldde ons„Ruim vier maanden werd ik
gekweld door een hevige pijn in den rug en in de
leden; daarbij kwam nog een stekende pijn in de rech
terzij en in de heupen. Ik had zeer veel moeite met
het unneeren, het water kwam zeer langzaam en met
tusschenpoozen en nadat dit gesthied was, kreeg ik
een hevige persing. Ik was altijd zwaar vermoeid en
lusteloos en ik had veel hinder van hartkloppingen.
Met mijn eetlust was h.et treurig gesteld en deze werd
met den dag minder. Men behandelde mij voor zenuw
ziekte, maar dit leverde niet het minste resultaat op.
jj3S einde raad en toen men mij -overal aan
raadde eens de proef te nemen met Posters Rugpijn
Nieren Pillen, liet ik een doosje komen. Ik moet rond
uit zeggen, dat deze pillen mij dadelijk goed geholpen
hebben na een dag of acht kon ik reeds een groote
beterschap bespeuren. Ik had geen last meer met dt-urine
en van de rugpijn kon ik eveneens weinig of niets
meer waarnemen. Hoewel ik nog niet geheel genezen
ben, gevoel ik mij toch veel flinker en sterker dan
voor langen tijd het geval was; ik zal nog een tijdje
i l i J1 *ioorgaan en hoop ik U spoedig mijn
geheel herstel te kunnen melden."
„ik kan niet anders dan U mijn groote tevreden
heid betuigen over de prachtige geneeskracht vanFos-
ei s Rugpijn Nieren Pillen",, aldus meldt de heerDek-
ru.i7l .twee iaar later „Ik machtig U van
deze verklaring naar genoegen gebruik te maken en zal
mijn volkomen herstel aan een ieder bekend maken,
(w.g.) A B. DEKKER.
De heer Dekker werd genezen door de échte Fos-
i ffP'.i11 Nieren Pillen. Overtuigt U, dat ook gij
<.e t'uhte Posters Pillen krijgt en geen waardeloos©
I 'r'a'ov- 'Jt zte behagen verkrijgbaar bij den heer
-I. ROTGANS. Toezending geschiedt franco na ont-
i vangst van postwissel f 1.75 voor één- of f 10 voor
zes doozen.