Scüetsen lil de Mtzaal. Berijmde Brieven Jaap, Goede spijsvertering ver zekert goede gezondheid. Plaatselijk Nieuws. RECLAMES Geen terugkeer in Den Helder. Mooie conifeeren zijn nog de Taxus HybeTtiica. zuil vormig groeiend, en de Taxus baccata elegantissima. goudgeel en pyramidaal groeiend. Juniperus chinensis en Juniperus Japonica en verschillende Retinospora's (is Chamaecyparis pisiferaX vooral de grijsblauwe R.-squarrosa. die een ruime standplaats verlangt, zijn bijzonder fraai. Ook de bonte Thuya's en Thuvopsiv soorten alsmede de Tsuga's verdienen hier en daar een plaatsje. Hollandsche namen dragen deze planten nietzooals «ij ze noemden, zijn ze ook getiteld in de prijscou ranten der boomkweckers. bij wie men ze bestellen kan en daarom heb ik niet geschroomd de juiste na men op te geven, al lijkt het aanvankelijk een heele mond vol. De beste pianttijd voor de conifeeren en andere groenblijvende 'heesters is de maand April en desnoods vlei. Zij worden met een kluit eraan in paklinnen uit de kweekerijen verzonden. Zoo kan men ze met het linnen erom planten, waarna ze goed begoten wor den. Als er na het planten een droge tijd volgt, moet men ze nog eenige malen tegen den avond begieten. Wellicht vraagt deze of gene. waarom deze heesters 's winters groen blijven. Het antwoord op deze vraag is gemakkelijk te geven. De bladeren dezer planten blijven één of meer jaren Lti leven. Telkenjare groeien er weer wat nieuwe bij en vallen er weer oude af. Als de winter de reine sneeuwvlokken over het groene blad der boven besproken heesters slrooit of ze in een glinsterend rijmkleed steekt zijn ze zoo intens mooi en als bij het ontwaken der Lente sneeuwklokjes en crocussen. narcissen en tulpen hun blijde bloemen in het voorjaarszonnetje doen schitteren, inaken deze voor jaarsbloemen met de groenblijvende heesters een echt zomersch plekje in tuin of park. D E LANDMAN. Redder in den nood. ...Toen 't dagmeisje den naam zei van den meneer, dien zij in bet spreekkamertje had gelaten, keken Fer en Annet elkaar aanZij was bleek geworden Vreesde dat hij iets zou vermoeden, zou gissenHij keek zoo strak voor zich uit. Fronste de wenkbrauwen even. Zwaaide 't visitekaartje op en neer; besluiteloos wat te doen. 't Meisje liet haar oogen gaan van meneer naar mèvrouw, vice-versa. 'n Vreemd zaakjeZe snoof eens en veegde met den rug van het roode, dikke werk- handje over de punt van haar zeer-brutalen wipneus. Dacht er intusschen 't hare vanSnapte toch al op 'n haartje hoe 't bij haar „volk" gesteld was. Gister middag dat smalle papiertje van de belasting, waar d'r naam als „hulsgenoote" op gezet was. Gister-avond dat schandaaltje met den schoenmaker, die al zestien maal om z'n 11,80 was geweest't Exploit van den deurwaarder, dat ze natuurlijk fijntjes had gelezen, van wege mevrouw d'r wintermantel kwam 't. Over de dertig gulden. Verleden week die historie toen ze met d'r drieën nog wel, om belasting waren geweest Nou, of Keetje 't wist. Net zoo goed als mevrouw zelve, hooriMet hun drieën waren ze gekomen. Mevrouw had wel tien minuten met ze gepraat. Kee had gehoord dat mevrouw snikte. Tja, mevrouw, dan moeten we gaan opschrijven! had die lange gezegd Mevrouw was radeloos. Had alles bij elkaar geschraapt wat er te vinden was... Er ontbrak nog drie gulden op een paar centen naWas, met gloeiende wangen, losgewoelde haren en schreiende oogen bij Kee in de keuken gekomen „Verschrikkelijk! straks bracht meneer „groot geld" meeToen ze dat zei, kon Kee zich haast niet goed houdenJa, van dat „groot geld" wist ze alles. Er moest direct betaald worden. Anders kregen ze een bewaarder in huis. En de onkosten! En de schande!... Van-middag had mevrouw juist bezoekJour" noem de zij 'tOf Kee niet eventjes... Tot morgen Maar Kee had precies een kwartje op zak. Was toen naar een oom geloopen, die een paar straten verder een vischwinkeltje had. En oom had mevrouw dan aan dc drie gulden geholpen. Tot van-avondNiet lan ger1 Want mevrouw stond al dieper bij oom in 't krijt dan hem lief was Kee dacht dus: weer een die centen moet hebben. Trok 'n mondje van: Och, maak er nou maar geen smoesjes meeDurvend, daar oom van z'n drie pop nog maar 'n daaldertje terug had Meneer voelde wat Kee dacht. Werd rood van schaam te en nijdigheid. „'t Is goed," zei hij stroef, bijterig uit de hoogte, „ik zal bij meneer komen. Zeg dat maar hoor!" Kee weg. Met 'n zwaai, waarin verontwaardiging, en nog wat meer, lag opgesloten. De deur achter zich dicht smakkendJa, zoo moesten ze maar tegen d'r deen... Dan zou ze wel eens eventjes naar oome van den vlschwinkel loopen, om te beginnen Hij, Fer, zag Annet ernstig aan. Maar ze sloeg haar oogen niet neer. Zij had den man, die in de voorkamer wachtte, sinds hun huwelijk niet gezien. Evenmin als hijToen Fer en Annet geëngageerd waren, was de vriendschap uit geweest. Karei had zich vrijwillig teruggetrokken. Dat hij Annet de Waal had willen trou wen, was algemeen bekendEn ook dat ze hem niet kon uitstaan. Hij, Karei, was eigenlijk de eenige in den kring der vrienden en kennissen die dat niet ge- looven wou. Daarvoor was hij te ijdel, te zelfingenomen trouwensMaar Annet had 't zelf verschrikkelijk gevonden dat Fer zoo intiem met 'm bevriend was... Waarschuwde hem telkens tegen Karei met z'n ont wijkende manier van kijken; z'n koud lachje en z'n plaagzucht van sarrende natuur Toen was de breuk vanzelf gekomen. Er werd „ge stookt" tegen Fer bij Annet d'r ouders, en '1 zeggen was, dat Karei achter de schermen zatFer-zelf werd boos om de veronderstelling. Had uit eigen be weging naar Karei toe willen gaanTrachten hem als vriend te behouden. Maar Annet kon, als 't er op aan kwam, d'r wil doorzetten. Beduidde hem zoo na drukkelijk, op zoo'n speciaal toontje, dat ze van Karei niet gediend was, dat hij zwichtte Ze hadden elkaar niet meer gezien. Jaren waren ver- loopen. Zorgen kwamen aansluipen in het kleine gezin, als grauwe donderwolken, die, eerst een haast onmerkbaar stipje, zich uitbreiden totdat ze de heele mooie zonnige lucht bedekken loodgrijs dreigend maken.... Hij was door 't tobben verouderd, geknakt in z'n geestkracht. Op haar energieken aard werkten de bekommernissen weer andersZe groefden lijdenslijnen op 't gelaat der nog jonge vrouw. Ze verjoegen 't blij-levenslustige uit haar oogen. Ze strooiden asch op de mooie, bruine harenMara zij hield vol, zoolang 't eenigszins nog kon...... Toen was gekomen dat verschrikkelijke van drie dagen geledenHij, Fer, had zich goed willen hou- den, 's middags aan tafel. Maar ze merkte 't direct... Legde lepel en vork neer met gebaar van verlammende] schrikZe begreep zonder dat-ie iets zeiHet accept van HeuvelmansDat nu al anderhalf jaar, boven hun hoofd dreigde, van uur tot uur. Waar Fer elke maand voor moest „bloeden". Waar-ie telkens op dat „bankkantoor" voor moest gaan smeekeiï, soebatten met geld voor de „rente" bij zich't Geld, waar ze zich 't noodzakelijkste voor moesten ontzeggen „O God. Fer!" had ze uitgeroepen, de handen tegen de slapen drukkend, „mot-ie 't hebben?" Hij zweeg... f Haalde een groot stuk stug deurwaarderspapier uit z'n zak't Protest!Reikte haar, nu ze toch alles wist, een brief overVan een procureurzijn faillissement zou worden aangevraagdBinnen en kele dagenAlles weg. Hun boeltje verkocht. Hij uit z'n betrekking gestuurdNatuurlijk, de oudste firmant was, in zulke dingen, zoo lastig Ze klampten zich nu nog vast aan de hoop, dat haar i vader redding zou kunnen brengenMaar daar zat t Willem, de zwager, achter, -- en erger nog Line, z'n vrouwDie altijd jaloersch was geweest op Annet d'r deftige manieren. Die voorspeld had, dat „ze nog eens op stroo zouden sterven". Die ronduit gezegd had, nu, dat ,,pa zijn andere kinderen bestelen" zou, wan- j neer hij...... In die zinkputIn dat bodemlooze vat „Hij doet 't niet!" Hij is er niet toe te krijgenzuchtte Fer. es de angst die om z'n hart klemde, verwrong z'n trekken... Toen kwam Kee met 't visite-kaartje. Leefde een oogen- blik in zijn hersens die afschuwelijke gedachte... waar hij zich uu voor schaamdeVroeg Fer zich, toch, af, waarom Annet zoo bang. zoo ongerust, zoo verschrikt leek, met zoo'n ontzetting de handen tegen de borst drukte, alsof er een nieuw ongeluk was gekomen. Nog grooter. nog erger dan de andere En haast werktuigelijk als droomendTerwql de folterende angst voor wat dreigde hem al wat nieuw, vreemd was, welkom deed zijnZonder dat hu eigen lijk lang erover kon nadenken. Zoo ging hij naar t spreekkamertje, waar Karei wachtte En toen de rechterhanden van de gewezen vrienden elkaar raakten, wat toch in zeven jaar niet gebeurd was Toen voelde Karei, hoe koud en beverig de ander wasToen merkte hij, 'l klamme zweet op dt vermagerde vroeger zoo stevige gespierde hand...... „Ik zal je niet lang ophouden," zei Karei, en zijn stem klonk zoo rustig, zoo bedaard, dat Fer er zich, in z'n overspanning, over verbaasdeIk wil je maar twee woorden zeggen, van Duinen. Ik weet dat je zor gen hebtzware zorgen. We kennen elkaar van kind-af, niet waar?... Kom bij me, dan zal ik je helpen. Als je van-avond wilt komen, dan vindt-je mij thuis. Van acht uur af. Zoo laat als je wiltIk ga niet meer uit van-avond...... Nou, tot ziens dus, Ik wacht je. AdieuBn hij had den knop van de deur al tusschen de vingers. Fer wou iets zeg!genMaar hij kon nietAlles warrelde en dwarrelde in z'n hoofd dooreen. Toen hij tot bezinning kwam, was Karei al weg. 't Dichtklappen van de straatdeur wekte hem uit z'n droomend peinzenKee, die een oogje wierp in de spreekkamer en hem zoo zag staan, dacht: „Nou, die is raak geweest, hoor!"Ging eens op haar gemak zitten nacijferen wat ze nu toch eigenlijk kreeg van mevrouwMet al die vijven en zessen... Alles goed en wel, maar ze verdraaide 't toch, om... En dat 't misliep, boven, dat kon een kind nu toch snap pen Toen Fer in de huiskamer terugkwam, zat Annet nog op dezelfde plaats. Zag hem aan met die ernstige, treu rige oogen, zei geen woord. Vroeg niets 't Prikkelde hem. Hij werd er in zijn geprikkelde stemming nijdig om. „Je vraagt me niks!" zei hijniet begrijpend... Maar verteederd door de ongedachte, plotselinge uit komstNu eigenlijk eerst recht inziend wat n ge lukje daar gekomen wasVertelde hijDruk pratend, opgewonden stappend door de kamerWoe dend dat Annet er zoo ijzig onder bleef... Harde, bitse woorden schreeuwend, over menschen, die ware vriendschap niet konden begrijpenover zwarte on dankbaarheidHad hij zich Goddank nooit aan be zondigdHad hij Karei niet altijd de hand boven 't hoofd gehouden?Nou zag ze 't dan. Je mooiste, meest onbaatzuchtige vriendschap. Zie-je, dat was een waar, een trouw helper in den nood Hij praatte zich schor. Hij deed haar grievende, diep- kwetsende verwijtenHij gaf zieke, leelijke plekjes in z'n karakter, die zij nooit zoo scherp had gezien, bloot Liep eindelijk weg, zonder haar een zoen te geven. En toen 't stil in de kamer was geworden, bleef Annet nog heel lang zitten turenmet zoo droevig, treurig gezicht, met zulke sombere oogen van over stelpend verdriet, zoo woelend en tastend in de franje van het canape-kussenO, Kee kende dat gedoe zoo, dat dagmeid den moed niet had om over haar „briefje" te spreken, hoe vast ze zich, vooral na dat vreemde bezoek, had voorgenomen Maar ze kon 't niet Kee was een brutaaltje, maar in d'r hart nog zoo kwaad niet van zich verkrijgen: ze had mevrouw al dikwijls verslagen en „sjagrijnig" gezien, zooals zij 't omschreef, maar nu was 't toch andersVeel erger dan vroeger Zoodat, toen ze 't dien avond aan d'r moeder vertelde deze een kloek besluit nam en zei: Nou, maar mor gen aan den dag ga ik er heen. En een knappe jon gen, die me de deur uitkrijgt zonder centenWaar op vader, die zijn gezag wilde handhaven, erbij voegde, dat „hij anders zelf zou gaan" Maar de plannen waren voorbarig, want een uurtje voordat Kee d'r moeder, den anderen dag, dien tocht naar „dat mooie volk" wou ondernemen, kwam Keetje ademloos binnenstormen: „Ze hebben centen, hoor! Bij de vleetAlles wordt betaald. De slager heeft effetjes veertig gulden gehadEu hier benne mijn centen!" Kee smeet vijf riksen op de tafel. Waarop vader de opmerking maakte, dat moeder ook altijd zoo gauw was om de menschen te wantrouwenHij, vader,, had toch altijd gezegdOf was 't soms niet waar? En moeder, in de vreugde over de vijf kostelijke zilver- plakken in d'r beurs, liet 'm ditmaal maar praten De deftig- statige chef-boekhouder, die gewoon was met mijnheer Karei Harmsen samen koffie-te-drinken voor beurstijd, vouwde nadat hij het dunne sigaartje had opgestoken, dat hij eventjes savoureerde alvorens zich te gaan afschuieren, de blanke, welverzorgde han den over den aanzwellenden buik. ...Keek den ander op eene bijzondere, extra-nadruk kelijke manier aan. Aarzelde blijkbaar, voordat hij van wal stakZei toen toch: „Vertel me eens, Harm sen, dien van Duinen hebt ge toch heel speciaal ge kend, he?" ivarel's spichtige vingers namen de cigarette uit de lippen. „Vroeger -wel", zei hij, asch wegtippend. „Nou ja, vroeger" hernam 'de chef.. „Maar je hebt toch.... Beken 't gerust.... We weten 't immers wel.... Je hebt hem later nog geholpen? en met allerlei raad terzijde gestaan. Geprobeerd dien Van Duinen op de been te helpen", ging meneer voort, Karei met oprechte bewondering aanziend, alles vruch teloos geweest, hè?.... En nu vandaag is de vent ver oordeeld, wegens valsehheid in geschrifte... Een jaar... 't Is bar!" Meneer leunde inet welbehagen in z'n stoel. Praatte als voor zich heen. Vergat half dat Karei erbij zat.... 't Hoofd van den ander was gehuld in zwoel-zwaren cigarette-damp. Door den grijzigen nevel heen klonk de vettige zeurstem van meneer.... ...„Ja, 't is meer dan bar!.... Voor jou spijit 't me ook. Die Van Duinen moet een groote ploert wezen.... En toch beweren ze.... Maar 't schijnt dat er de een of ander is geweest, die hem op slechte paden heeft gebracht... D'r wordt zooveel over gekletst... Natuur lijk, die Van Duinen was, au fond, een knippe vent En dan, dat arme, arme vrouwtje... Ze moet nage noeg op sterven liggen van verdriet... Geen wonder... Wat heeft ze, wel een jaar lang met dien man door staan, hè?... Wat een leven heeft die vent geleid... Geld stukgeslagen! Bijl lioopen... Waar zou die 't in vredesnaam vandaan hebben gehaald?... Meneer z'n sigaartje van vóór-beurstijd, was bijna opgerookt, 't Werd zoetjes aan.... Maar toen hij opkeek, zag-ie tot z'n verbazing, dal Karei bij een raam §tond. Nog eens vroeg hij naar het fijne van de historie... Naar dat haast stervende vrouwtje... En wie dan toch dien Van Duinen, door geld en door slechten raad... Maar hij kreeg geen antwoord. En toen, zooals gewoon lijk, Karei dien middag hem hielp bij 't aantrekken van de overjas, leek 't meneer of zijn hand minder vast. minder stevig was dan anders... En eerst op de wandeling naar de Beurs viel 't meneer in, hoe indelieaat hij was geweest om over al die dingen te praten, juist met dengeen, die Van Duinen zoo nobel had gesteund.... Die immers, alles gedaan had om hem te houden van den afgrond. MA1TRE CORBEAl". Paascliteotoenstellling. Algemaone vergadering van de vereeniging tot het houden -van jaarlijksche Paaschtentoonstellingen van Te# op Donderdag 12 November 1906, de* 11 uur, in het Noordhollandach Koffiehui* van den heer t Vader Az. De Voorzitter, de heer Jb. Zyp Hz., opent met een woord van welkom de vergadering, waarna de heer A C. Roggeveen, de secretaris, d# notulen leest, dl# onveranderd worden goedgekeurd. Ingekomen is een schrijven van den heer C. Huiberts te öchagen, dat door het bestuur zal worden behandeld, verder de Koninklijke goedkeuring op de verloting en de mededeeling, dat van de gemeente Schagon de ge wone subsidie zal worden ontvangen. Medegedeeld wordt, dat door het Bestuur aan den afgetreden secretaris, den heer F. d. Kamp, een blijk van waardeering voor z\jn werk is vereerd, wat door de vergadering wordt goedgekeurd. Eveneens dat aan de vereeniging Hollands Noorderkwartier de veebascule in huur is gegeven voor een bedrag van f 15. Door den secretaris wordt nu uitgebracht het loe Jaarverslag, waaruit wordt meegedeeld, dat f828 aan prijzen is oesteed, het aantal inzendingen bedroeg 311. De ontvangsten bedroegen f 2366.72, de uitgaven f1437.158, dus een batig saldo van f929.14 tegen f 1000.41 vorig jaar. De rekening der verloting sloot met een ontvangst en uitgaaf van f8942.-. Het ledental steeg van 389 tot 421, en dat wel door de bemoeiingen van het bestuur der Scoager Winkeliersvereeniging, dat daarvoor harte lijke hulde werd gebracht. Het jaarverslag werd onder dank goedgekeurd. De rekening en verantwoording van den Penning meester, den heer P. Trapman, was daarna aan de orde. De commi88ie belast met bet nazien en bestaande uit de heeren J. v. d. Maarten, J. Buis Jz. en K. A. Kaan, adviseerde tot goedkeuring, waartoe de vergadering met algemeene stemmen besloot. Daarna was aan de orde de behandeling van het Pro gramma voor de a.s. tentoonstelling. Het werd bijna ongewijzigd vastgesteld. Alleen werd door den Voor zitter opgemerkt, dat bjj de keuring van het Wolvee, de overnouders in dit speciale geval, aan heeren keur meesters onder de aandacht zal worden gebracht, dat bekroond moet worden bet beste tiental overhouders, vertegenwoordigende dus de meesie slachtwaarde, afge scheiden van welk ras zjj zijn. In oen volgende ru briek, waar Tesselsche ooien worden gevraagd, is meer gelet op de fokwaarde en kan dus de waarde van het Tesselsche ras voldoende naar voren komen en goed worden beoordeeld. De heer Zijdewind die bij de rondvraag nog eens op dit punt terugkwam, wenschte een aparte ruuriek voor de t esselsche slachtschapen. Volgens spr. konden deze niet eoncuiTeeren in zwaarte enz. mei de andere ras sen, terwijl het toch zulk een best vleesehschaap is, dal hel vooral niet mag worden achteruitgezet. Spr. ontving toezegging, dat het bestuur dit punt nog eens zal overwegen. De (heer Th. Roep wenschte voor pluimgedierte een billijker inleggekl en de bepaling, dat verkoopers van kippen, zouuen moeten vermelden, voor welken prijs zij hun kippen van de respectieve winners daarvan zouden wiLlen terug koopen. Ook dit zal worden over wogen. L>e prijzen voor bloemen en heesters werden ver hoogd en nu gebracht op f 15, f 10 en f 5. Tevens zal het bestuur zich in contact stellen met enkele ver- eenigingen, die door het uitloven van prijzen, of hel bevorderen van goede inzendingen, deze rubriek nog in waarde zullen kuimen doen toenemen. De jileer K. Koster Hz. informeert of het bestuur al reeds een beslissing heeft genomen, omtrent de ru briek stieren, voor zoover het betreft, het aanwezig zijn van enkele losse vlekken op de ondeixleelen der poolen. Zoo men weet, wordt dat beschouwd als een typisch verschijnsel van het niet zijn van zuiver in- landsch ras. Spr. vraagl of de keurmeesters hierom trent voorscluiften zullen ontvangen of vrijgelaten zul len worden. De heer 'P. Hooij zet voorop, dat de prijzen in deze rubriek met het doel worden gegeven goede fok- dieren te krijgen. Er wordt tocJi immers bepaald, dat de bekroonde stieren nog tot primo Augustus ter dek king beschikbaar moeten blijven. De Prov. regelings- cojrumissie voor de veefokkerij noemt het hebben van losse vlekken beneden knie of spronggewricht een re den tot afkeuring, een kenmerk dus van onzuiverheid van ras. Voor een buitenlandsehen verhoop zijn deze vlekjes ook beslist nadeelig. Spr. zou nu gaarne zien, dat een vereeniging als deze, mede die richting uit ging en dezelfde bepalingen als de regelingseommissie handhaafde. De heei' Zijdewind vindt, dal onze tentoonstelling nog niet zoo scherp moet optreden. Spr. oordeelt, dat als een exemplaar aan alle eischen voldoet, het heb ben van een paar losse vlekjes geen reden mag zijn tot achteruitzetting. Het meest moet toch gele wor den op een goeden vleeschvoim, melkopbrengst. enz., enz. Ook de Voorzitter, erkennende, dat, wil men het goede bevorderen, de regelingscommissie dient nage volgd te worden, acht het beter bij een vrije tentoon- sleliing als deze nieL te streng op te treden. De heer P. Hooij vraagt dan, of wanneer twee die ren gelijk staan, die zonder losse vlekjes de voor keur zal verdienen. Dit wordt algemeen toegejuicht. .Niet algemeene stemmen wordl besloten het aan tal loten te brengen van 20000 op 25000 loten. Tot bestuursleden werden gekozen de heerenA. J. Peeck, Schoor!J. Stammes, Nieuwe Niedorp en Jb. Kaan, ieringerwaard. Aftredend en niet herkies baar waren de heeren; D. A. Kaan, P. Koopman en P. Sevenhuijzen. Tot commissie belast niet het nazien der rekening van 1909 en begrooting 1910 werden benoemd de heeren: J. v. d. Maaten, Joh. Govers en K. A. Kaan. De begrooting werd onveranderd vastgesteld in ont vangst en uitgaaf op f 2069.14, waarna de sluiting volgt. die als boerenknecht in Hollands Noorderkwartier is gaan dienen, aan zijn broer Klaas, die in de Zaanstreek gebleven is. LT. Het volgend schrijven ontving ik, Klaas! Geachte Jaap! Voor een, in West Friesland op te richten weekblad (waarvan wfj den naam niet zullen noemen, omdat het vóór de geboorte zijn derden al heeft) zouden wij Uwe medewerking zeer op prijs stellen. Wij verzoeken U, aan onze Redactie een gedicht te willen zenden, behandelende de gelijkenis van den Barmhartigen Samaritaan met de toepassing. Hoogachtend. (Handteekening onleesbaar). Ik was door dit schrijven Verbluft en verrukt, Maar, dacht ook met beving; Als dat maar gelukt; De opdracht is eervol, Maar d' uitvoering zwaar; Ik las Lucas 10 toen En Jaapie was klaar. Een zeker mensch wou eens, dus leeraard' onzo Heer, Heel van Jeruzalem naar Jericho gaan loopen, Maar snoode moordenaars, die sloognn hein ter neer En namen geld en goed, waarna zij hcnenslopen; Daar lag de man, .halfdood' een Priester ging [voorbij. Maar, liet den sukkel, stil met zijn ge'-roken leden Gaar koken in zijn sop, toen kwam aan zijne zij Zooiets als een Leviet die liet hem ook met vrede Doch, tot het groot geluk van don halfdooden man Kwam een Samaritaan, zoo langs hem henon wandlen Si was bewogen en verbond de wonden, van Den sukkel en ging hem ais eigsn kind behandlen, Hij zette hem op 't paard en zelf liep hij er naast En bracht hem bij een waard, gaf penningen aan dezen En zei: .verpleeg hem goed, ik ga (want ik heb haast/ Nu verder, maar ik zal heel spoedig hier weer we^n Dan vriend! betaal ik U, voor alles wat gij deedt Aan dezen sukkelaar* Wie was nn wel de naaste? Alg gij geleerde man het antwoord nog niet weet; .Ik wel," zei Jezus toen, „de naaste was de laatste.* Nu zal ik de toepassing maken. Die halfdoode man is een Krant, De Priester een Dominé stellig, Levieten zijn aan hem verwant; Zij lieten het krantje maar liggen (Een stumperig Preekbeurtenblad) En zeide: Je bent toch een stakker, .Maar wat je mankeert, dat is; „dikt". Toen maakten zij met hunne vingers, De mines van geld-tellen na, Doch hielden de hand op de zakken. De redding kwam echter weldra: Daar kwamen ook Samaritanen: Met penningen ruim in den zak, Die zagen het sukkelende blaadje, Waardoor hun het hart bijna brak. Zij lieten arm krantje verbinden In 't Alkmaarsche krantziekenhuis, De waard daar, is in het behandlen Van zieke couranten goed thuis; Hij zalfde met wijn en met olie Plus drukinkt, de halfdoode krant. En lag tot genoegen van allen Het blad in vijfguldens-verband; De Priesters en ook de Levieten Die zagen het blaadje toen aan, En zijn op hun wijze te zamen Mee aan het genezen gegaan; Maar 't kostte dien Heeren geen penning. Zij hielden hun olie en wijn. Zij stopten het blaadje vol woorden Soms zoetlijk en soms vol venijn; Wie was nu ook hier weer de naasts? Geen Priester en ook geen Leviet, Want zonder de Samaritanen Genas het ziek blaadje vast niet. Dit stuk had ik opgezonden Aan het gecureerde blad, En ik dacht dat ik het koetje Bij de horens had gevat; Maar, o wee, daar kwam een schrijven Meldend, „dat mijn .rijmlarij' „Kwaad zou doen in hooge mate „Aan de Christen maatschappij; „Dat ik ganschelijk verkeerdltjk „Lucas 10 had uitgelegd „En uit alles bleek: de schrijver „Is een stomme boerenknecht. JAAP. i Wanneer Uwe Spijsverteringsorganen behoorlijk wer ken, trekken zij uil het voedsel dat ge eet, al de voedende bestanddeelen en inaken deze voedende stof fen gereed ter opneming in Uw gestel, zoodat het voed sel wordt omgezet in krachtig vol bloed. Op deze wijze wordt elk orgaan, elke zenuw, alle spieren en been deren behoorlijk gevoed en Uw lichaam en ledema ten zullen dientengevolge gezond en krachtig zijn. Maar wanneer ge een gebrekkige Spijsvertering hebt, hoopt tiet voedsel zich in de maag op om daarna totgis- sting en verrotting over te gaan, inplaats van behoor lijk te worden verteerd. Weldra vormt het vergiftige zuren, die in Uw bloed opgenomen worden en Uw geheele lichaam ten slotte aantasten. Uw gestel ver zwakken, jicht en rheumatiek voortbrengen, zenuw achtigheid, slapeloosheid en andere pijnlijke en wel licht doodeiijke kwalen. Moeder Seigel's Tabletten werken tonisch op de Spijsverterings Organen en helpen de Natuur bij het Spijsverterings proces. Gebruik daarom deze Tablet ten ten allen tijde dat Uw maag niet geheel in orde is. Zij zullen L weder opknappen en l gezond hou den. De Heer J. G. Mingelen, wonende Lage Zand 8, Den Haag, schrijft ons als volgt„Sedert geruimen tijd leed ik onnoemelijk aan Slechte Spijsvertering en al de daarmee gepaard gaande verschijnselen zooals: ongeregelde ontlasting, een gevoel van volheid en zwaar te in de maag. doffe pijn in den rug, slapeloosheid, en gebrek aan eetlust. Ik was zeer zwak en bij het minste werk dat ik deed gevoelde ik mij totaal uit geput. Bij geen enkel medicijn dat ik probeerde vond Lk baat, totdat ik. tenslotte Moeder Seigel's Tabletten piobeerde en weldra gevoelde ik mij een geheel ander mensch Ik heb weder een prachtigen eetlust, mijn eten smaakt mij weder en het verteerl gemakkelijk. De stoel gang gaat weder geheei geregeld en ik verheug mij in de allerbeste gezondheid." Moeder Seigel's Tabletten zijn verkrijgbaar bij alle Drogisten en bij de voornaamste Apothekers. Prijs fl. l.oO per fleschje. Te Schagen verkrijgbaar o.a. bij den J. ROTGANS; te Anna Paulowna bij de heer D. ZON. Men zegt dikwijls tegen een zieke„Gij zijt nu goed, maar neemt U wel in acht voor een terug- Keel der kwaal. Foster's Rugpijn Nieren Pillen ma ken L beter en zorgen er tevens voor, dat gij geen terugkeer krijgt Hier is het bewijs er van: De Heer A. B. Dekker, Koningdwarsstraat 60 te Den Helder meldde ons„Ruim vier maanden werd ik gekweld door een hevige pijn in den rug en in de leden; daarbij kwam nog een stekende pijn in de rech terzij en in de heupen. Ik had zeer veel moeite met het unneeren, het water kwam zeer langzaam en met tusschenpoozen en nadat dit gesthied was, kreeg ik een hevige persing. Ik was altijd zwaar vermoeid en lusteloos en ik had veel hinder van hartkloppingen. Met mijn eetlust was h.et treurig gesteld en deze werd met den dag minder. Men behandelde mij voor zenuw ziekte, maar dit leverde niet het minste resultaat op. jj3S einde raad en toen men mij -overal aan raadde eens de proef te nemen met Posters Rugpijn Nieren Pillen, liet ik een doosje komen. Ik moet rond uit zeggen, dat deze pillen mij dadelijk goed geholpen hebben na een dag of acht kon ik reeds een groote beterschap bespeuren. Ik had geen last meer met dt-urine en van de rugpijn kon ik eveneens weinig of niets meer waarnemen. Hoewel ik nog niet geheel genezen ben, gevoel ik mij toch veel flinker en sterker dan voor langen tijd het geval was; ik zal nog een tijdje i l i J1 *ioorgaan en hoop ik U spoedig mijn geheel herstel te kunnen melden." „ik kan niet anders dan U mijn groote tevreden heid betuigen over de prachtige geneeskracht vanFos- ei s Rugpijn Nieren Pillen",, aldus meldt de heerDek- ru.i7l .twee iaar later „Ik machtig U van deze verklaring naar genoegen gebruik te maken en zal mijn volkomen herstel aan een ieder bekend maken, (w.g.) A B. DEKKER. De heer Dekker werd genezen door de échte Fos- i ffP'.i11 Nieren Pillen. Overtuigt U, dat ook gij <.e t'uhte Posters Pillen krijgt en geen waardeloos© I 'r'a'ov- 'Jt zte behagen verkrijgbaar bij den heer -I. ROTGANS. Toezending geschiedt franco na ont- i vangst van postwissel f 1.75 voor één- of f 10 voor zes doozen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1908 | | pagina 10