KLAAS KOR L,
feuilleton.
52e Jaargang. No. 4413.
Zondag 15 Nov. 1908.
TYVüEDE BLAD.
Binnenlandsch Nieuws.
de moordenaar.
Stuur in
1'uslzegel-autouiHtrii.
Naar aanleiding van een bericht in de bladen, dal
aan een postkantoor hier te lande proeven worden ge
nomen met een poslzegelautomaat, welk toestel moet
zijn uitgevoneden door een inwoner van Haarlem, schrijft
men aan de N. R. Crt.
Vanaf 1880 is de techniek steeds bezig een betrouw
baar en practisch toestel te vervaardigen voor den auto-
matischen verkoop van postzegels en briefkaarten. De
eerste voor dit doel vervaardigde machines toonden zoo
veel gebreken, dat de postadministraties het geraden
oordeelden ten haren opzichte een geresserveerde hou
ding te bewaren. De Duitsche post. het groote voordeel
van deze toestellen voor den dienst inziende, moedigde
de uitvinders aan en als gevolg daarvan onderwierp
de ingenieur Abel in 1900 een automatisch toestel aan
haar oordeel. De proefnemingen waren niet ongunstig.
iioch de gebreken van het toestel waren nog te groot
om het in den postdienst te gebruiken.
Drie jaren ba ter slaagde Abel er in zijn uitvinding
aanmerkelijk te verbeteren en in 1905 vertoonde zijn
derde model reeds boven de andere stelsels zulke voor
deden. dat het toestel vertoond kon worden aan de
vertegenwoordigers van 1 staten op tiet zesde inter
nationale post congres te Rome in 1906. De proeven
met dit verbeterd toestel waren zoo bevredigend, dat
de Duitsche post besloot het algemeen in te voeren.
Alvorens echter deze automaten in groot aantal op
gesteld weiden, gelukte het nog de trekstang aan het
toestel overbodig te maken en daarmede iedere mede
werking van het publiek bij ingebruikstelling van het
toestel uit te schakelen. Deze nieuwigheid was van het
grootste gewicht; want de trekstang vormit een bron
van fouten, die hoofdzakelijk daardoor ontstaan, dat hel
publiek de stang na het inwerpen het geld te vroeg
trok of door hardhandig of kwaadwillig gebruik be
schadigde. Thans heeft het publiek eenvoudig het munt
stukje in den automaat te werpen en de automatisch
uitgereikte postzegel in beslag te nemen.
Het toesteL is óf voor den postzegel- óf voor den
briefkaartenverkoop ingericht, en bevat 1000 briefkaar
ten en resp. 500 tot 1000 postzegels. Is deze voorraad
uitgeput, dan wordt het postkantoor door een electrisch
schelletje gewaarschuwd. Van niet te onderschatten be
lang is, dat de in de open lucht opgestelde postze
gel-automaten van Abel, ongevoelig zijn voor de in
vloeden van het weer.
Tengevolge van de gunstige resultaten, verkregen met
liet gebruik van de toestellen van het laatste model,
heeft de Duitsche post met de „Deutsche Abel-Post-
werizeichen-Autoinaten-Gesellsehaft'' te Berlijn een al
gemeen contract gesloten voor de levering dezer .jna-
chines en haai' gelijktijdig het onderhoud en liet
schoonhouden daaivan opgedragen.
Intusschen hebben ook de meeste overige postad-
ministratiën proeven genomen met den automaat van
Abel en zijn ten deele besloten tot de Invoering in
hun dienst. Daar echter de postadministraties bij de
aanschaffing van automaten in groot aantal, den eiseh
stellen, dat de benoodigde toestellen in het land zelf
worden vervaardigd, is te Berlijn de „Internationale
Abelsche Briefmarken-automatfti-Vertriebsgesellschaft"
gevormd, die in de verschillende landen succursalen
heeft gevestigd of de exploitatie van hare patenten aan
daar beslaande fabrieken heeft afgestaan. In Frankrijk
stelt zich een Fransdie maatschappij met een kapi
taal van 2 millioen francs voor, deze toestellen te ver
vaardigen. Zij rekent in ongeveer 6000 postkantoren
deze apparaten te kunnen plaatsen. Voor de Vereenig-
de Staten van Amerika is ook te Washington gevormd
een maatschappij van deze soort, onder den naam van
„American Stamp and Ticket Vending Machine Com-
pany", met een kapitaal van 1 millioen dollars.
De vorming van andere maatschappijen is in gang.
zoodat binnen enkele jaren de postzegelverkoop door
automaten een groote uitbreiding belooft te verkrijgen.
De prijs voor de automaten is door de „Internationale
Abelsche Briefmarkar-Automaten Vertriebsgesellseliaft
voor postzegelautomaten gesteld op 610 gulden en voor
briefkaartenautomaten op 360 gulden.
Een andere verbetering zal spoedig worden aange
bracht aan de machines van Abel door de ledige ruim
te binnen het toestel als brievenbus te benutten. De
machines zullen dus twee der belangrijkste diensten
san de post in zich vereenigen, namelijk den, post
zegelverkoop en de aanneming van brieven.
Ken prrspreees
„Land en Volk" meldt
„Wij ontvingen de volgende verklaring ter zake van
de plakjes worst, waarvoor onzen hoofdredacteur de
gevangenis dreigt.
Wij ondergeteekenden bevestigen hierdoor, dat wij
ons' op 16 October 1908, namiddags tegen 2 uur, naar
Glanerbrug (Holland) begaven om daar een knipcur
sus bij le wonen. Daar dit verblijf eenige uren zou
duren, namen wij twee boterhammen mede. Dezelve
waren met worst belegd.
„Toen wij op Hollandsch gebied het tolkantoor pas
seetxlen werden wij door den daar dienstdoen,den be
ambte binnengeroepen. In het kantoor lieten wij onze
boterhammen zien; de beambte eischte voor dezen in
voel' inkomend recht; toen wij zulks weigerden te be
talen, werd ons door die beambten gelast dezelve we-
Door
MAX DREYF.R
12.
Mieken kijkt naar den roodvlair.menden hemel. Wat
ziet dat er grootsch uit. Wat zou daar achter voor een
land liggen? Waarom kon men daar niet heen L)aai
is alles vuur en vlam. Kwam er nu maar een zeeroovei
en rukte haar met zich mee en zeilde met haar naar
dien onbekende vuurwereld. Ik geloof, zoo dacht Mie
ken, als ik mij verzette en hem mijn nagels in het ge
zicht sloeg, dan was dat een goed getuigschrift.
Jij, Klaas Kort, jij bent geen zeeroover. Je bent een
koene, brave redder uit de woeste golven en hebt daar
door gansch onverdiend, dat geef tk toe lit-
teekens op Je gezicht.
Klaas had iets gezegd, maar Mieken had daarop niet
gelet. Toch wil zij niet onvriendelijk zijn en zoo
vraagt zij hem wat hij heeft gezegd.
„Ik geloof dat wij ander weer krijgen," herhaalt hij
eenvoudig.
Ach jij, lieve God. Dat is dus alles, wat hij weet
te zeggen.
Ja, weet dan deze man niets ervan, dat het wrak op
geblazen zal worden? Natuurlijk weet hij het, allen
weten het, dat Is op het dorp het groote nieuws. En
daarvan laat hij geen enkel woord van deelneming hoo-
ren.
Heb jij mij niet het roer overgelaten en den schijn
op je geladen, alsof ik wat bijzonders voor je was??
En nu dat, waarvan mijn hart vol is, dat bestaat als 't
ware niet voor Je, daar wensch Je zelfs geen woord over
der op Duitsch gebied terug te brengen, waaraan wij
hebben gevolg gegeven.
Gronau i. vV„, November 1908.
RIK.A SCH WERING.
ELISE SCHWERING
Diefstal.
Onzen hoofdredacteur zal het dus in zijn lasterpro-
ees niet aan getuigen a décharge ontbreken.
Een 18-jarige dienstbode te s-Gravenhage heeft zich
niet haai' 15-jarig zusje ten nadeele van eene familie
in de Adelheidsiraat, hij wie zij in betrekking was,
schuldig gemaakt aan dieistal van een bedrag van f 660
uit een lessenaar.
Bij haai verhoor ontkenden de beide meisjes, iets
van den diefstal te welen en van de gestolen bank
biljetten kon geen enkel worden opgespoord.
Een paar rechercheurs, overtuigd van beider schuld,
stelden een nauwgezet en voorzichtig onderzoek in, het
welk ten nadeele van de verdachten zooveel gegevens
aan het licht bracht, dat zij ten slotte bekenden het
geld te hebben gestolen. Zij hadden er deels goede
sier van gemaakt bij het vieren van een bruiloft, en
voor een ander deel geschenken, kleedingstukken, enz.
gekocht.
Zij bekenden tevens, dat. toen zij bemerkten, dal
de politie zich verder mei de zaak bezighield en liet
wel eens verkeerd voor haar kon loopen. zij een deel
van het bankpapier, 't welk door haar verstopt was,
hadden verbrand.
Burgerbrug.
Mejuffrouw W. Tjoelker, onderwijzerec aan de o. 1.
school te Burgerbrug is deze week benoemd als zoo
danig aan school D te Zaandam.
Oude Niedorp.
Vergadering van den Raad der gemeente Oude Nie
dorp, gehouden op Donderdag 12 November 1908 des
namiddags ten 214 ure.
Voorzitter de heer A. Wonder Pz., Burgemeester.
Afwezig de heer Stam.
Opening door den voorzitter, waarna de notulen
worden gelezen, die onveranderd worden goedgekeurd.
Aan de orde wordt gesteld, het eerste en eenige punt
dat de agenda aangeeft, namelijk benoeming van een
onderwijzer aan de school te Zijdewind tin de plaats
van den heer J. Strubbe, die naar elders is vertrok
ken).
De benoeming moet geschieden uit de volgende
sollicitanten:
B1. v. d. Hoef, tijdelijk ouderwijzer te Mijdrecht en
Jacob Horst, tijdelijk onderwijzer aan de school te Zij
dewind. Bij stemming krijgt de heer Horst 4, de heer
v. d. Hoef 2 stemmen. Horst aizoo benoemd. In
diensttreding bepaald op 1 December a.s. Rondvraag
niets. Sluiting volgt.
Kolhorn.
Woensdagavond j.1. trad de heer D. de Clercq van
Bloemendaal als spreker voor de afdeeling „Kolhorn"
van den Bond voor Staatspensioen op.
Na eene onderhoudende rede, gekruid door tal van
geestige zetten, aantrekkelijk door een gezond opti
misme, zelfs niet getemperd door de millioenen hooge
onkosten van staatspensioen (een optimisme, waarvan
wij velen gemeenteraden gaarne een deel toewenschten
bij de behandeling van het bekende bondsadres) ver
toonde de spreker eene serie lichtbeelden.
Arm. oud Nederland in beeld, 't Was niets dan, wat
om ons leeft en lijdt, weergegeven door den kunste
naar.
We kennen ze, die figuren, gebogen door de jaren,
arm en ellendig. Maar bijeengebracht in droeven op
tocht, hebben we schrijnend gevoeld, de wonde plek
onzer samenleving.
Hoe jammer, dat vergaderingen als deze zoo zelden
worden bezocht door den gezeten burger; hoe jammer,
dat ons gemeentebestuur door geen zijner leden was
vertegenwoordigd, waar het straks nogmaals deze volks
ellende heeft te bespreken.
In zijnsluitingswoord deelde de voorzitter mede, dat
Woensdag 9 December a.s. voor onze afdeeling het be
kende tooneelgezelschap van Ilpendam zal optreden
met het mooie drama „Te Laat".
In Haarlem en Alkmaar, waar dit gezelschap reeds
optrad, trok het volle zalen en leverde zeer gunstig
gerecenseerd spel.
Misschien komt dan, wie nu nog gemist werd.
Ongeveer 250 personen woonden de vergadering hij,
terwijl het aantal leden der afdeeling klom tot ruim
170.
Diefstal van juweelen.
Te Amsterdam zijn, zoo meldt het N. v. d. D„
twee bijna voltooide ronde brillanten, blauwwit, zui
ver wegende resp. ongeveer vier en drie karaat, ge
stolen uit een der zalen van de bekende diamantslij
perij der firma Asseher aan de Tolstraat aldaar. De
beide steenen vertegenwoordigen een waarde van onge
veer f 7000.
Geen wonder.
Dezer dagen stapte bij hel wachthuisje aan de Kam
pervest ie Haarlem eene van Amsterdam komende dame
over op een wagen van de Ceintuurbaan. Ze moest
vandaar tot de Zijlbrug op het balkon blijven staan...
omdat de deuropening dei' eleetrische trams niet wijd
genoeg bleken om bet omvangrijke hoofddeksel der dame
door te laten.
Gebrek aan water.
Uit Hoorn meldt men aan de „N. R. Ct."
Door de langdurige droogte wordt de toestand in
Hoorn en Hollands Noorderkwartier, wat betreft het
watergebrek, steeds zorgwekkender. Ja, in Hoorn wordt
aan de gasfabiiek en aan het station water, tegen
den prijs van 1 cent per emmer beschikbaar gesteld,
maar dit neemt niet Weg, dat het voor velen een sjou-
weiig werk is, om van het eene einde der stad naar
liet andere te rijden met een vat water. En voor hoe
lang? Zoo'n vaatje water beteekent niet veel. Ook
brengt het voor sommigen verzuim van werkzaamhe
den mede. Zoodoende wordt dat water 5 1 cent per
emmertje ten slotte nog duur, want er zijn lieden,
die een ruim gebruik daarvan moeten maken, 't Is
juist de burgerij die door baar daaglijksche werkzaam^
vuil te maken.
En dat van gisteravond, dat Martin bij mij was, dat
gaat je zeker ook niet aan, he? O, jouw sufkop dat
men soms nog wel eens andere gevoelens voor je heeft,
men moest alleen om je lachen.
Neen, Klaas Korl, van jou kan geen hulp komen. Jij
jaagt die dynamietleggers niet over de duinen even
min als je collega de liedjeszanger.
Maar wat moet ik dan met jelui beginnen? Wat heb
ik nu met jelui te doen? Wat willen jelui eigenlijk van
mij? Wat valt jelui in?
Beeldt ge je in, dat ik nog langer met jelui zal
rondscharrelen? Je zult het bepaald samen vol belang
stelling aanzien, hoe mijn schip in stukken gereten
wordt! O, wanneer ik denk aan de domme snuiten die
je daarbij beiden zult trekken. Ik heb niets, niets met
jelui gemeen, ik heb mijn thuis niet onder je. Daar
heb ik mijn thuis, waar de zon zooeveu is onderge
gaan, daar in het land met die heerlijke kleuren. En
straks komt er een, die mij met zijn sterke armen op
zijn schip draagt, en die vaart mij huiswaarts!
Jij deugt niet daarvoor, Klaas Korl. Bepaald niet. Jij
deugt alleen om te slapen. Jij kunt mij niet dragen!
Waartoe deug jij eigenlijk?
Maar aan mij denken, dat zult ge ja, ja, dat zult
ge. Pas op, ik zal jelui eens een koopje bezorgen. Een
vroolijk afscheid wil ik van je nemen.
Klaas Korl had weer wat gezegd, en weer moest zij
vragen of hij het herhalen wil. „Willen wij samen nog
niet eens zeilen?"
„Ja! Zeker1 Morgenavond om zes uur en onder den
gröoten eik moet je maar op mij wachten."
Een vonkenregen schoot uit hare oogen eu Klaas Korl
merkt dat maar al te goed. Hij kent die oogen, en dat
maakt hem stil. Als zij hem met neergeslagen wimpers
de hand reikt en hem vriendelijk nog eenmaal zegt:
„Dus klokke zes onder den grooten eik," dan heeft hij
weer volkomen vertrouwen In haar en hij knikt haar
goedmoedig toe.
Zonnig en helder was ook de volgende dag; om zes
uur 's avonds was het nog helder. Mieken kon in het
kreupelhout, waarin zij zelf volkomen verborgen zat,
heden en kleine inhoudsmaat der regenbakken het meest
door dit gebrek getroffen wondt. Ook de welputten ge
ven niet ineer. bierk blijkt dit deze dagen. Verheugde
men zich algemeen over de zeer drukke veemarkt,
zoo druk, dat het Groote Noord, Hoorns hoofdstraat,
geheel gevuld was met vee, na afloop kwam men tot
de treurige ontdekking, dat de nleesten geen water had
den om straten en stoepen te reinigen. Ten slotte
moes! men wel overgaan tot het gebruiken van riool
water: Niet erg bevorderlijk voor de gezondheid, doch
nood breekt wetten
Dringend, zeer dringend noodig is het, dat spoed
wordt gemaakt met de verwezenlijking der plannen tot
aanleg van een drinkwaterleiding.
Tessels Eigen Bootoiiderneming.
Zooals men weet, is in den afgeloopen zomer, door
de samenwerking van bijna alle inwoners van Texel
een nieuwe stoomboot in de vaart gebracht tusschen
Texel en Den Helder. Die dienst beantwoordt tot he
den geheel aan de verwachting. Thans acht het bestuur
den ujd gekomen, dat het vervoer van de post, waar
voor per jaar een subsidie van f 5000 wordt betaald,
aan de nieuwe, eigen, onderneming wordt opgedragen.
Naar aanleiding daarvan is nu door den Kaad der
gemeente Texel aan den Minister van Waterstaat een
adres gezonden, houdende het verzoek het postver
voer tusschen Helder en Texel, tot nog toe in banden
van de directie der „Alkmaar Racket te willen op
dragen aan „TexeLs Eigen StoomJbootonderiieming." Zij
grondt dit verzoek onder meer op het feit, dat de
boot van T. E. S. O. speciaal ingericht is om den
dienst gedurende den winier zoo lang mogelijk te on
derhouden; dat ingevolge de statuten T. E. 8. O. geen
winstbejag beoogt, doch integendeel buitensluit, dal zij
den dienst onderhoudt zonder eenigen geldelijken steun,
en dal het pubbek belang eischt, dai de dienst van
T. E. S. O. bestaan blijft.
Wat is „Hollandsche" kaas?
De medewerker voor landbouwzaken van de N. R.
Crt. schrijft:
Gelijk bekend is wordt in den laatsten tijd hier te
lande van de zijde der kaasbereiders werk gemaakt
van de invoering van een zoogenaamde kaascontrole,
waardoor door de afnemers van goudsche of Edammer
kaas de zekerheid kan worden verkregen, dat het door
hen gekochte product althans een zeker vetgehalte be
zit. Door de concurrentie van bereiders van dergelijke
kaas uit min of meer sterk afgeroomde melk heeft de
eigenlijke volvette of vette Hollandsche kaas vrijwat
van haar gunstige reputatie in het buitetWand ingeboet
en het ligt dan in de reden, dat door de belangheb
benden naar middelen wordt omgezien om te her
winnen, wat verloren is en verdere depreciatie te
voorkomen.
Gelukkig mag men wel zeggen, dat ook in het bui-,
tenland, wellicht zonder dat rechtstreeks te bedoelen,
de behulpzame hand in die richting wordt geboden.
Ook daar heeft men blijkbaar genoeg van de wijze
waarop vaak in „Hollandsche" kaas wordtge
zwendeld en wij achten het van belang, dat zulks ook
hier te lande meer algemeen bekend wordt.
In de Berliner Markthallen Zeitung van 7 Novem
ber komt onder het opschrift: „Goedkoope Hollandsche
kaas" het volgende bericht voor:
Ten gevolge van de buitengewoon lage prijzen die
een kaashandelaar te Neu Ruppen voor „Hollandsche
kaas" noteerde, was zijn afzet in dit artikel sterk toe
genomen. Spoedig echter ontdekten zijn concurrenten,
dat de verkochte „Hollandsche" met de echte alleen
den naam en geenszins het behoorlijke vetgehalte ge
meen had. Daarop werd in 't belang van de consumen
ten bij politiever. b'epaald, dat kaas, wanneer zij als Hol
lander te koop werd aangeboden, minstens 24 pCt. vet
moest bevatten (d. w. z. 24 pCt. in de geheele massa).
De kaashandelaar kwam tegen die verordening in ver
zet en beweerde, dat de politie niet bevoegd was, een
dergelijk voorschrift te geven. Een strafprocedure
volgde, die echter ten nadeele van den handelaar af
liep. De rechter verklaarde, dat de politieverordening
volkomen van kracht was en geenszins in strijd met
de wet op de vervalsching der voedingsmiddelen.
Onze Nederlandsche kaasproducenten weten dus, dat
in hun product, willen zij het als „Hollandsche" waar
in Duitschland of althans in sommige streken van dat
land afzetten, minstens 24 pCt. vet moet aanwezig zijn.
De vraag is echter of het daarbij blijven zal en of
niet bij politie- verordening hier en daar nog hoogere
eischen aan het vetgehalte zullen worden gesteld. Im
mers het cijfer 24 is maar willekeurig gekozen; er is
ons althans geen reden bekend, waarom men niet een
lager of een hooger minimumgehalte had kunnen aan
nemen. Waar door de bovenaangehaalde verordening de
naam van onze „Hollandsche" kaas tot op zekere
hoogte wordt beschermd, is aan den anderen kant een
gevaar voor eenige willekeur niet denkbeeldig en is
het stellig van belang om met het oog daarop hier
te lande grenscijfers vast te stellen, waaraan onze
Hollandsche kaassoorten ten aanzien van het vetge
halte behooren te voldoen, om den naam Hollandsche
met volle recht te kunnen dragen. Hier behooren de
producenten en handelaren elkaar te verstaan om
althans op een deugdelijke wijze zoowel den naam van
het product te handhaven, als den afzet ervan in
Duitschland tegen toonenden prijs te bevorderen.
Naar men ons mededeelt, zijn in de Rijnprovincie
verschillende processen van bovengenoemden aard han
gende en beginnen Duitsche kooplieden bang te wor
den voor den handel in Hollandsche kaas zonder eenige
zekerheid, dat zij aan bepaalde eischen ten aanzien van
het vetgehalte voldoet.
Vergiftiging.
Drie kinderen van den landbouwer Van der Gugten
te Katwijk vonden dezer dagen in het land eenige sne
den snijkoek, die zij opaten. Eenige uren later deden
zich bij de kinderen hevige vergiftigings-verschijnselen
voor, De koek was n.1. ter verdelging van ratten, ver
mengd met arsenicum. Gelukkig heeft men door middel
van spoedig ingeroepen geneeskundige hulp bij twee
der kleinen het grootste gevaar afgewend. De toe
stand van het derde kind is echter nog ernstig.
de plaats rondom den eik nauwkeurig overzien. Zij
was het eerst op haar plaats. De volgende was Martin
Michiel, ook reeds tien minuten voor zes. In zijn
oogen was een zekere ontgoocheling, dat hij niet al
reeds werd opgewacht.
Wat Mieken zich wel inbeeldde, dat zij hem liet
wachten. Pas op, het zou spoedig anders worden.
Hij had zich in zijn beste spullen gestoken. Een
zwarte jas droeg hij en een hoed dien zij nog nooit op
zijn hoofd had gezien. Ja, ja, mooie Martin, zooveel
is zeker, je zult die fijne jas met andere gedachten
uittrekken, dan jij ze hebt aangetrokken. Wanneer ik
eerlijk zijn zal, is dat eigenlijk alles, wat ik van dit
avontuur verwacht.
Nu wordt hij ongeduldig. En toch heb ik nog vijf
minuten tijd. Zie je, Martin, zoo ben ik nu, ik heb in
mijn heele leven nog nooit zulk een ontmoetinkje ge
had, had ik het eens gehad, voor mijn tijd zou ik
bepaald toch niet zijn gekomen, eerder later. Je moet
dus xgraag of niet nog tien minuten geduld hebben.
Moest, bedoel ik, wanneer de dingen hun gewonen loop
hadden. Maar je zult nu wel met klokke zes verlost
worden. Want hij die zoo aanstonds zal verschijnen, is,
als ik mij niet vergis een zeer punctueel man.
Slechts dus nog twee of drie minuten.
Draai je snor nog maar eens parmantig op. Ook al
heeft deze voorbereiding in dit geval geen doel, het is
toch een alleraardigst tijdverdrijf. Monster nu eens je
kleinen voet en je mooien schoen, het is een vriende
lijke verpoozing.
Daar weerklonken andere schreden. Niets. Het was
een vergissing. Ja, ja, Klaas Korl had niet zulk een
groote haast. Maar het zal dien toch niet minder in
de beenen schieten.
Daar echter komt hij nu aangesjokt.
Ja, dat is hij. Nog ziet hij den ander niet onderden
eik. Hij ziet er toch bepaald beter uit dan die smid.
En hij heeft zich ook niet zoo plechtig in de kleeren
gestoken. Hij verschijnt zoo als hij gewoonlijk te vis-
schen gaat. Goed zoo, Klaas Korl, om jou heb ik er
bijna spijt van.
Maar nu! Ja, daar staat hij eensklaps stil. Hoe par-
De aankomst van H. H. de Koningin In de residentie
Men meldt uit 's-Gravenhage
De koninklijke trein, als naar gewoonte met twee
vlaggen op de locomotief, welke H. M. de Koningin
van het Loo naar de residentie bracht, reed nog twee
minuten voor den vastgestelden tijd van 3.37 n.m. het
Staatsspoorstation binnen.
Het rijtuig door H. M. bezet hield voor de vor
stelijke wachtzaal stil. Een schuin oploopende loop
plank, met looper bedekt, Werd ras tegen de tree
plank geplaatst en 't was over dit zacht hellende vlak,
dat H M. het perron bereikte.
Aldaar vond de Vorstin, die in donkerpaars najaars-
costuum met breeden gevederden hoed in dezelfde
kleur gekleed was, ter begroeting aanwezig den bur
gemeester der hoofdstad en den gouverneur der resi
dentie, benevens den waarnemenden stalmeester, jhr.
Van Reigersberg Versluijs.
Een vriendelijk woord tot de autoriteiten en daar
na een kort oogenblik in den wachtsalon van het hof.
De Rijnstraat tegenover het stationsgebouw stond
zwart van de menigte, die de verschijning van H. M.
afwachtte.
De hofruituigen stonden gereed, maar H. M. maak
te van het Hare geen gebruik, want weldra keerde
de orstin uit de wachtkamer op het plankier terug
om langs de Kade, die tegen de huizen van het Be-
zuidenhout uitmondt, te voet den weg naar het paleis
te nemen.
Toen H. M., loopende tusschen een hofdame en
den dd. adiudant-generaal Van Tuvll, en gevolgd door
een lakei, bij het verlaten van het stationsterrein in
het gezicht kwam, ontstond er uit den aard der zaak
wegens die onverwachte en ongewone wijze van aan
komst, eene beweging onder de saamgepakte menigte,
die zich uitte in een eerbiedige stilte.
Opvallend was het zeer welvarend uiterlijk van H.
M., na het tijdperk van rust en weinige beweging
in de jongste maanden op het Loo doorgebracht.
De koninklijke trein werd naar hier begeleid door
de heeren Kiveron, inspecteur der Exploitatie bij de
Staatsspoorwegen, Van Hoorn, sectie-Ingenieur der
Exploitatie-Matschappij, en Gatsonides, ingenieur van
tractie, die H. M. tot de grens van het stationsterrein
begeleidden.
Met het oog op de voor H. M. gewenschte lichaams
rest, reed, ter vermijding van schokkende beweging,
de koninklijke trein langzamer dan anders, werden de
wissels op den weg in matigen gang gepasseerd en
had H. M. gedurende het traject in den salon wagen
op een rustbank plaats genomen.
De straatweg, dien H. M. in de stad te voet volg
de, was met zand bestrooid en oneffenheden in de
straat langs de tramrails waren weggenomen door aan
plemping.
H. M. stak den Bezuidenhout schuin over en ver
volgde Haren weg op het voetpad langs den Herten
kamp.
Dit gedeelte van den weg werd door H. M. geheel
alleen, uitsluitend vergezeld van haar gevolg, afge
legd.
Bij de Koningsbrug stond een dichte menigte H.
M. af te wachten en toen klonk zeer geestdriftig ge
juich.
H. M. begaf zich nu, steeds te voet, door het Korte
Voorhout naar het Lange Voorhout, tot het afleggen
van een bezoek aan Haar Moeder.
Een zeer groote volksmenigte stond daar voor het
Paleis geschaard en juichte, ook blijkbaar ten zeer
ste verrast dat de Koningin op deze wijze zich naar
het paleis begaf, H. M. luide toe.
Ruim een kwartier bleef H. M. ten paleize der Ko
ningin-Moeder vertoeven, waarna Zij zich over het
verhoogde schelpenpad van het Lange Voorhout, tus
schen een dichte haag van steeds juichende ment-
schen, en door de Heulstraat naar het Koninklijk pa
leis in het Noordeinde begaf.
Ook daar groote verrassing van de saamgestroomde
menigte. Toen het gebruikelijke hoornsignaal der po
litie de nadering der Koningin aankondigde dacht men
ieder oogenblik het Koninklijk rijtuig te zien aanko
men. Maar daar kwam waartijk de geliefde Vorstin
kalm met de dames en heeren van haar gevolg aan
wandelen. Het was eigenlijk, daar vóór het Paleis,
een oogenblik van beteuterdheid. Maar spoedig daar
na werden luide juichkreten aangeheven.
H. M. groette minzaam naar alle kanten en nog
eenmaal, op het bordes van het paleis, alvorens bin
nen te treden.
Een record.
Een reccord van langzaamheid wordt uit Tennessee
gemeld.
Een Amerikaansch vleeschhouwer had zijn loopjon
gen ontslagen. Het bestuur van den loopjongensvak
bond, waarhij de ontslagene aangesloten was, kwam
zich bij den patroon beklagen, die als reden van ont-
slag opgaf, dat de jongen zeer langzaam was in het
bedienen zijner klanten. „Hij pleegde sabotage, zeide
de slager. Ik zond hem herhaaldelijk met kalfsvleesch
uit en wanneer heit in het bezit mijner clientèle kwam
was het inmiddels rundvleesch geworden."
Gevaarlek volk.
Bij gebrek aan daglooners op het land, gebruikt men
in Denemarken ook Poolsche arbeiders, een gevaarlijk
volkje, dat in den laatsten tijd al erge dingen heeft
uitgehaald. Bij Holte heeft een troep van zeven Polen
nu Maandagavond een gruwelijken moord gepleegd.
Zij stormden bij een boer binnen, terwijl hij met
vrouw en vier kinderen aan tafel zat, en bonden, na
een hevige worsteling, den man op zijn stoel vast.
Uit vrees dat hij los zou komen schoten zij op hem
en staken hem nog niet een mes in het lijf. Hij
stierf bijna op slag. De vrouw werd nog gevaarlijk
met een mes gewond. Twee kinderen wisten weg te
sluipen en een nabijgelegen hoeve te bereiken. De po
litie, opgetefoneerd, kwam na eenigen tijd ter plaatse.
Toen waren de Polen weg, al het draagbare uit het
huis meegenomen hebbende. Van boer en boerin wa
ren de ringen van de vingers genomen.
does staat hij stil, eerst het hoofd achterover en nu
nieuwsgierig naar voren gestrekt. Ja, ja, mijn arme
jongen, daar staat er nog een onder den eik.
Naderbij komt hij, spiedend alsof hij niet recht ge
looft wat hij ziet. En dan heft hij het hoofd op, als
wilde hij Iets van zich afschudden. Hij denkt bepaald
aan een samenloop van omstandigheden.
Neen, neen, die ander is besteld door mij, juist zoo
als jij. Wat zul je nu met hem beginnen? Zie maar,
hij wacht wacht dat is toch zeer duidelijk
merkbaar.
Een driftige beweging alsof Klaas zich op den an
der wil storten. Ja, ja, doe dat. Roep hem eens ter
verantwoording.
Maar nu is het direct weer heel anders. Hij blijft
staan. Zij ziet hoe zijn mond zich tot een glimlach
vertrekt. Maar tusschen zijn oogen komt een diepe
rimpel. Dan wordt zijn gezicht als utt staal gegoten.
Hij bedenkt zich. Martin staat daar met het gezicht
van hem afgewend en heeft hem dus nog niet gezien.
Zal hij gaan, daar hij hier toch niets meer heeft te
zoeken?
Neen. Voor iets halfs is hij niet te vinden. Wat op
gelepeld is zal hij ook opeten. En voor alles, er mag
geen schijn van onzekerheid overblijven.
Naar den eik stapt hij dus en kondigt zijn komst
al reeds roepend aan. „Zoo Martin, ben jij hier ook?"
Wat is dat voor een harde klank in zijn stem.
De smid draait zich om. „Wat wat moet jij hier?"
„Wat jij hier moet. Mieken heeft ook mij hier
besteld."
„Zij dat is niet waar."
„Ja mijn jongen. Zij heeft ons beiden bij den neus
gehad. Maar het geval ligt er nu eenmaal. Daar is
niets aan te verhelpen." Hij geeft den ander de hand.
Dan gaat hij even kalm als hij gekomen is naar
huis. Vol en flink heeft hij het geval onder de
oogen gezien. Nog eenmaal hoort zij hem lachen. Het
klinkt dreunend omhoog. Dan gaat hij stil zijn weg.
Mieken let alleen op hem, niet op Martin, die op de
plaats waar hij is, blijft, als kon htj maar niet ge-
looven wat er gebeurd is.