KLAAS K 0 R L, 52e Jaargang. No. 4414. Donderdag 19 Nov. 1908. TWEEDE BLAD. Gemeente Bekendmakingen. Binnenlandscb Nieuws. Buitenlandse^ Nieuws. Uit en voor de pers. FEUILLETON. de moordenaar. Gemrente Schatten. Najaarspaardenmarkt. Burgemeester en Wethouders der gemeente SCHA- GEN brengen ter kennis van belanghebbenden dat de gewone najaarspaardenmarkt (veulenmarkt) zal ge houden worden op Donderdag den 26 November 1908. Schagen, den 17 November 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, ROGGEVEEN. H. J. POT. Kostelooze inenting. Burgemeester en Wethouders der gemeente SCHA GEN maken bekend, dat op Vrijdag, den 20 Novem ber a.s. des namiddags te drie uren, de gelegenheid zal zijn opengesteld tot kostelooze inenting en herinen ting van de ingezetenen, die zich daartoe aan de open bare lagere school aanmelden. Schagen, den 14 November 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, ROGGEVEEN. H. J. POT. O— Vergunning Tappers. De Burgemeester der gemeente SCHAGEN; Gezien artikel 10 van de politieverordening dezer gemeente. Verleent vergunning aan de tappers om bij gelegenheid der veulenmarkt op Donderdag, den 26 November a.s. muziek te laten ma ken, danspartijen te doen plaats hebben en te tap pen tot des nachts een uur. Schagen, 17 November 1908. De Burgemeester, H. J. POT. Marktpolitie. Burgemeester en Wethouders der Gemeente SCHA GEN brengen ter algemeene kennis, dat bij gelegenheid der veulenmarkt op Donderdag den 26 November a.s. de aangevoerde paarden en veulens van het marktter rein moeten zijn weggevoerd voor des namiddags 4 uur. Overtreding van het vorenstaande is strafbaar met eene boete van ten hoogste 25 of hechtenis van ten hoogste 6 dagen. Schagen, den 17 November 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester ROGGEVEEN. H. J. POT. Landverhuring Zijpe. Uitslag openbare verhuring voor den tijd van 1 ja ren, gehouden ten overstaan van notaris Vrijburg, dalo 14 dezer in „Het Wapen van de Zijpe" aan de Scha- gerbrug. van zes pereeelen weiland, groot ongeveer 7 H A, behoorende aan den heer Wi Prins aldaar. Huurder is geworden de heer Jn. Bremer Pz. te Heiloo voor# 697 per jaar. Een gezonde gemeente. In de Gemeente Nibbixwoud doet zich het zeld zame geval voor dat in den tijd van vier maanden geen enkel sterfgeval is voorgekomen. De bevolking dier gemeente telt ruim 1100 zielen. Noordscharwoude. Voor de vacante betrekking van ouderwijzer aan de openbare lagere school te Noordscharwoude hebben zich, na herhaalde oproeping, slechts 3 sollicitanten aangemeld. Voor den Langedijk, waar de levensstan daard zoo hoog is, zijn de salarissen hiermee niet in overeenstemming. Zuidscharwoude. Aangezien in een vorige vergadering van de Coöpe ratieve Verhruiksvereeniging te Zuidscharwoude geen leden genoeg aanwezig waren, om tot Statutenwijziging over te gaan, werd Zaterdag 14 November weer een vergadering gehouden bij den heer P. Kistemaker te Noordscharwoude. Volgens de voorgestelde veranderin gen zal een vierde in plaats van een derde deel der «ulyere winst tot vorming van het reservefonds wor den gebruikt, zullen twee leden van het ondergeschikt personeel in het bestuur zitting mogen nemen, zal het bestuur het dienstpersoneel benoemen, schorsen en ont slaan, en zijn werkkring en arbeidsvoorwaarden re gelen, terwijl het geen besluiten mag nemen in een vergadering waarbij de meerderheid afwezig is en zonder den administrateur of meesterknecht te hebben gehoord, voor zoover het financieele of technische kwes ties betreft. In zake de winstverdeelir.g werd bepaald dat een vierde zou komen aan het reservefonds, min stens 10 procent aan de zelfstandige arbeidersbewe ging tot steun voor coöperatie enz., zoo mogelijk een dividend aan de leden naar verhouding van ieders verbruik, behoudens een door de algemeene vergade- i ing te bepalen bedrag voor overlijdensfonds, kraam vrouwenfonds enz. Al deze wijzigingen werden zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Ten slotte kwam een voorstel aan de orde, om lid te worden van de Coöperatieve Raiffeisenbank te Zuid scharwoude. Na het voor en tegen ervan te hebben over wogen, werd met slechts 3 stemmen tegen het voor stel aangenomen. Langedijk. De neutrale vereeniging van arbeiders, werkzaam bij den groentenhandel aan den Langedijk heeft besloten een schrijven te richten aan de Naamlooze Tuinbouw- en Handelsvereeniging aan den Langedijk en Omstre ken, waarbij verzocht zal worden, een gelijken loon- standaard voor losse werklieden te maken en dezen te bepalen op 2,50 per dag. Als bode is herkozen de heer S. Goudsblom, wien voortaan 3 cent per. lid en per maand vergoeding zal worden gegeven, wat tot nu toe 1 cent bedroeg. Nog werd besloten om leden voor 1 week te schorsen, die boeren om hulp vragen bil het lossen, wanneer de koopman geen twee man bij den wagen plaatst; bovendien zullen de overige leden weigeren met hen samen te werken. Broek op Langendijk. Als aanvulling van het bericht in het vorig num mer, waarin met een kort woord melding werd gemaakt van den grooten omzet aan de Broeker veiling (tot 13 November 1 millioen gulHen) kunnen we meedeelen, dat sedert Juni voor 920.000 werd verhandeld, ter wijl in de eerste 4 maanden voor 80..000 werd ver kocht. De groote stijging had vooral in de twee laatste maanden plaats: per week werden vaak meer dan 200 wagonladingen verzonden (de laatste bedroeg dit 234), en de prijzen waren zeer hoog. Bij de receptie, door de Comm. van Beheer gehouden, waren marktpersoneel, kooplieden en bouwers aanwezig. Er heerschte een angename en gezellige toon; een telegram werd ge zonden aan den directeur van den Landbouw, den heer Lovinck te 's-Gravenhage. De onthullingen van „Het Vaderland". In verband met de bekende onthullingen van Het Vaderland (Keizer en Koningin, zie vorig nr.) ont leent de Germania het volgende aan een te Berlijn verschijnend, maar niet genoemd dagblad: „Keizer Wilhelm heeft tijdens den Russisch-Japan- schen oorlog niet het initiatief genomen en Neder land gedreigd met bezetting der havens in geval Ne derland geen verdedigingsmaatregelen tegen Engeland nam. Het was Koning Eduard, die het eerst in den drang der critieke gebeurtenissen Koningin Wilhel- mina vertrouwelijk mededeelde, dat Engeland verplicht zou zijn de Nederlandsche havens te biokkeeren, wan neer Duitschland neiging mocjit vertoonen Nederlands neutraliteit te schenden. Keizer Wilhelm heeft daarvan op de eene of andere wijze de wetenschap gekregen en daarna de Koningin opmerkzaam gemaakt dat Duit- sche troepen het Nederlandsche gebied zouden betreden bijaldien zich Engelsche oorlogsschepen in de Neder landsche havens mochten vastleggen. De briefwisse ling, welke zich in het geheim-archief te 's-Graven- i hage bevindt, is door een vergissing tusschen de acte- stukken geraakt, waarin de veelbesproken affaire van een tegen Minister Kuyper frondeerend gezant werd behandeld en daardoor is de zaak in wijder kring be kend geworden." Uit Den Haag wordt verder gemeld aan het Hblad: Van de best ingelichte zijde wordt medegedeeld naar aanleiding van een in Het Vaderland verschenen ar tikel, dat nooit tijdens het uitbreken van den Russisch- Japanschen oorlog of in het algemeen in het jaar 1904 of 1905, een brief van den Duitschen keizer het onder werp heeft uitgemaakt van een gesprek tusschen de Koningin en dr. Kuyper. Hierdoor vervallen volgens den berichtgever alle daaraan vastgeknoopte beschou wingen, in het bijzonder het beweerd verband met de Noordzee-entente, waaraan men in diplomatieke krin gen dan ook nimmer heeft geloofd. In De Standaard vinden we de volgende driestar: In het Vaderland begint de man van 1905 zijn arbeid weer op het terrein der buitenlandsche politiek. Nu heet hij te putten uit de Memoires van een gewezen diplomaat. Licht te gissen op wien gedoeld wordt. En ook nu is het eigenaardige van deze onthullin gen, dat ze over geheime dingen handelen, waarvan men vooruit weet, dat geen tegenspraak kan worden gegeven, omdat de gebondenheid aan het geheim karakter der besproken zaak dit verbiedt. Ook nu blijft uit dien hoofde niet anders over, dan op volkomen afdoende gronden opnieuw te verklaren, dat ook thans weer een samenraapsel wordt geboden van fantasie en werkelijkheid. Memoires zoo het heet van een diplomaat, maar dan van een diplomaat, die wel de klok had hooren lui den, maar niet wist waar de klepel hing. Koegras. Zondag 8 en Donderdag 12 November hadden in de zaal van den heer Marees te Koegras de eerste uit voeringen plaats van de Harmoniekapel „Kunstzin", onder directie van den heer Wernecke van den Helder. Een achttal nummers werden ten gehoore gebracht- die met aandacht door het publiek gevolgd werden. In de pauze werd een voordracht gegeven door de hee- ren S. en v. F. getiteld: „Twee leden van de Iilauwe Knoop", dat zeer in den smaak viel. Tot slot kregen wij nog „Naar de Chocolademeeting", dat de lachspie ren geducht in beweging bracht. Wij kunnen niet na laten de Kapel dank te zeggen voor de mooie avonden en hopen hen in dit seizoen nog meer te ontmoeten. Jammer, zeer jammer was het dat er Donderdags op den avond voor de gehuwden, niet meer publiek was. De vereeniging had een betere opkomst verdiend. 't Was nu toch niet aan het weer te wijten? In het vervolg beter, hopen wij. Kasteleins en Huismoeders weest op uw hoede. Men schrft ons van Oudesluis: Gebruik makende van de slapte in de bouwvakken komen tegenwoordig vele bedelaars (echte schooiers I de bewoners ten plattelande op soms brutale manier lastig vallen om een aalmoes, natuurlijk voorgevende als timmerman of een ander ambacht hebbende, geen werk te kunnen krijgen. Veelal is echter aan hun tro nie te zien, dat het echte landloopers zijn, en hun manier van optreden bevestigt dit mjjar al te zeer. Zoo kwamen er j.1. Zaterdag eventjes vier in de herberg van den heer P. te Keinsmerbrug, namen heel bru-, taal plaats om de kachel. Twee ervan bestelden ieder lein werd verstrekt. Nadat zij een poosje hadden ge zeten, en goed waren doorgewarmd, zouden de twee dip de jenever hadden besteld, even bij den aldaar wo nenden timmerman gaan zien, of zij ook werk kon den krijgen, voorgevende zoo aanstonds weer terug te zullen komen. Natuurlijk gingen zij niet naar den tim merman en kwamen ook niet meer terug. Eindelijk be sloten ook de anderen om heen te gaan. De waard verzocht toen hun eerst te betalen, wharop hem heel brutaal werd geantwoord: Wij hebben toch niets be steld, dat moet je van die andere twee vangen. Van zulke klanten kan men wel hooge belasting betalen? Daarna ging het edele viertal al bedelende naar Oude sluis. Zoo kwamen zij ook aan de boerderij van een anderen heer P., waar zij van de vrouw des huizes iedei een aalmoes kregen. Toen het echter wat lang duurde eer zij van het erf gingen, ging mej. P. eens even de buiten hangende was controleeren, en jawel hoor, zij waren maar zoo vrij geweest om twee slobbroeken weg te nemen. De heer P. ging er daarop direct achter aan, waarop zij een der broeken lieten vallen, de an dere werd later in de rietschoot gevonden. Wensche- lijk ware het, dat door niemand aan dergelijke lieden iets werd gegeven, dit toch was de beste manier om eenmaal van die plaag bevrijd te worden. CHINA. Nadat reeds Vrijdagavond bericht was ontvangen, dat de Keizer van China, Kwang-Sioe, op sterven lag, heeft ons nu de doodstijding bereikt. Aan herstel viel trouwens niet meer te denken. De vorst was reeds naar het sterfvertrek in de Verboden Stad overgebracht, en de maatregelen ter instelling van het Regentschap, waren reeds alle getroffep en behoorlijk afgekondigd. De vorst leed aan verschillende ziekten, welke, elk op zichzelf beschouwd, al gevaarlijk konden worden geacht. Reeds maanden lang kon de vorst loopen noch zitten; en ofschoon men ten paleize poogde, den ernst van den toestand geheim te houden, slaagde men daar in niet ten volle. Er is op het oogenblik in China geen officieele troon opvolger, d. w. z. geen zoon of aangenomen zoon des Keizers. Wel is met de benoeming van prins Tsjoen tot Regent, diens zoon aangewezen als vermoedelijken troonopvolger, maar daarmee is de erfopvolging nog geenszins definitief geregeld. Wel was op 't Chinee- sche Nieuwjaarfeest in 1900, de toentertijd 15-jarige prins Poelsjoen, zoon van den, destijds almachtigen prins Toean bij Keizerlijk Besluit' aangewezen als troon opvolger, maar na de mislukte Boksers-beweging en de troebelen te Peking is deze prins uitdrukkelijk uit gesloten verklaard van het recht van erfopvolging. Daarmee was de zaak weer op losse schroeven gesteld. Reeds eenige maanden geleden, toen het scheen, dat het met den Keizer zou afloopen, werd een Kroon-raad gehouden, waarin over de opvolging werd beraadslaagd. Het resultaat dier besprekingen bleef geheim. Uit het jongste besluit tot instelling van het Regentschap, is nu als vermoedelijke troonopvolger aangewezen prins Poe-ji, het tweejarig zoontje van den Regent prins Tsjoen. Deze laatste is dezelfde, die na den moord op Von Ketteler en de onderdrukking van den Boksers opstand door de mogendheden, door den Keizer van China naar Duitschland is gezonden om daar ten pa leize van den Duitschen Keizer de historisch gewor den daad van boetedoening te verrichten. Daar Poe-ji nog zoo jong is, zal het Regentschap van Tsjoen een I jaar of 15, misschien 20 kunnen duren, natuurlijk als alles goed gaat en de anti-dynastieke woelingen in het Rijk van het Midden niet zoodanig aan kracht winnen, dat de Regent ervoor moet wijken. Dat laat ste zou zeer wel kunnen gebeuren, wanneer de Kei zerin-Weduwe hetzij door de gebreken van den ouder dom, hetzij door den dood, eens niet meer in staat zal zijn, met al haar geestkracht de teugels van het bewind te blijven voeren. Toen in 1875 keizer Toeng-sji stierf, liet hij geen zoon na. Het ware geheel volgens de traditie ge weest, indien van te voren door den Keizer een der prinsen uit een jongere linie als zoon ware geadop teerd; maar Toeng-sji had dit verzuimd. De weduwe van Sjeng-feng, den vader en voorgan ger van Toeng-sji, wist toen door te drijven, dat haar neef Tsai-tjen, een zoon van haar zuster Tsean, op den troon werdverheven als keizer Kwang-Sioe. Deze heeft de hoop, dat hij het voortbestaan der dynastie zou verzekeren, niet verwezenlijkt; hij bleef kinder loos. Keizer Sjeng-feng, wiens weduwe, Tse-sji, aanvan kelijk een bijvrouw van lagen rang, zich in het rijk naar voren wist te dringen en zelfs nog heden de teu gels der regeering in handen heeft, had negen zo nen nagelaten. De door hem als opvolger aangewezen zoon was in leeftijd de vierde. De oudste was prins Jl-wel, wiens oudste kleinzoon de bekende prins Poe loen is, die deze laatste maanden veel genoemd is als vermoedelijke troonopvolger. Misschien is het jam mer, dat zulks niet is geschied. Hij stond bij vele Euro peanen in hooge achting. De onzekerheid, welke ten dezen de laatste maanden bestaan heeft aan het Chi- neesche hof, brachten daar een pijnlijke gedrukte stem ming teweeg, vooral omdat men kon aannemen, dat de Keizerin-Weduwe haar maatregelen had getroffen om, indien het eenmaal zoover kwam, bSar wil te kunnen doordrijven. Zoo was b.v. de Mantsjoe-divisie van het Noordleger saamgetrokken te Peking; de politie in de hoofdstad bestond reeds in hoofdzaak uit Mantsjoes. Al deze gewapenden, zoo soldaten als politie, zijn de zaak der Keizerin-Weduwe toegedaan, en zouden haar wil ten uitvoer leggen, indien zij 't vroeg. De heersch- zuchtige oude vrouw misschien wel de merkwaar digste van alle werkelijke regeerders van onzen tijd heeft echter geen rekening gehouden met de moge lijkheid, dat zij zelve door ziekte en zwakte haar greep op den toestand zou kunnen verliezen. En juist dit laatste schijnt op het oogenblik het geval te zijn. Het gerucht gaat zelfs dat de meer dan 70-jarige op sterven ligt. In hoeverre de benoeming var. prins Tsjoen tot Regent met dan wel t< gen haar wil is geschied, bleek tot dusver nog niet. Vast staat enkel dat zij bij die benoeming tegenwoordig was enflauw viel Zeker is. dat wanneer zij zelf en haar prestige van het Chineesche siaatstooneel verdwijnen, de anti dynast ische troebelen, welke toch reeds zoo krachtig zijn, nog aanzienlijk zullen toenemen. Trouwens, een langdurig regentschap is voor een reusachtigen staat als China, waar een nieuwe orde van zaken aan het groeien is, en allen en alles in gisting en woeling verkeeren, een uiterst gevaarlijke proefneming. Tsjoen, de Regent, geldt voor een niet onscherp zinnig en daarbij welwillend en gematigd man. Hij is nog jong: 32 jaar. Latere berichten melden dat ook de Keizerin-Weduwe is overleden. Een telegram uit Peking zegt, dat de keizer van China voor zijn dood nog veel heeft geleden en hij teekenen van zinsverbijstering gaf. De keizerin-Weduwe wier dood door den aanblik van den stervenden kei zer is verhaast, stierf alleen, zonder bijstand, ofschoon een kring van deemoedige oogetuigen slechts weinige schreden van haar afstond; maar zoo heilig hielden zij de persoon der keizerin, dat zij niet nader dorsten treden. Verder zeggen de berichten, dat de dood van den keizer weinig indruk heeft gemaakt, maar die van de machtige keizerin het volk zeer heeft getroffen. Er is een rouw van drie jaar uitgeschreven. De vreem de gezantschappen worden door hun troepen bewaakt. De Engelsche gezantschapsbewaking is met 50 man uit Tiëntsin versterkt. Uit de provinciën komen geruchten van woelingen. De Times verneemt uit Peking, dat het lijk van den keizer gedurende den openbaren rouw in de zaal van het Keizerlijke Lange-leven zal blijven. In de lente zal het worden overgebracht naar een tijdelijk graf in de Oostelijke Graven, totdat er een mausoleum voor hem is gebouwd. Gedurende honderd dagen zullen er in het rijk geen vermakelijkheden worden gehouden en zullen de Chineezen zich niet het hoofd mogen sche- Iren.- De stagnatie in de sociale wetgeving. De rechterzijde deed het na de verkiezingen van 1905 voorkomen, dat indien maar dr. Kuyper met de zijnen, of althans mannen van zijn aard aan het be vind waren, de sociale verzekeringen als met toover- snelheid het Staatsblad zouden bereiken. De libe ralen hadden de sociale wetgeving in de war gestuurd. De N. R. Ct. herinnert hieraan nu de memorie van antwoord der regeering op het V. V. over hoofdstuk I der begrooting is verschenen, welk antwoord die zoete droomen komt verstoren. Daar toch wordt er op ge wezen dat men de wetten van dr. Kuyper niet kan gebruiken, dat nieuwe ontwerpen moeten worden in gediend en dat herziening der ongevallenverzekering, organisatie der ziekteverzekering aan invaliditeitsverze kering, waarbij het oog te kunnen hebben op de orga nisatie van ongevallen- en ziekteverzekering in wer king. moeten voorafgaan. Ziedaar zegt de N. R. Ct. de ontgoocheling voor de rechterzijde. Uit de M. v. A. blijkt zegt het blad:: dat naar de vaste overtuiging van „het homogeen" Kabinet." de werkmethode van dr. Kuyper totaal foutief is geweest. Met vrucht kan eerst een Invaliditeitsver zekering worden ontworpen, wanneer de herziene on gevallenverzekering en de ziekteverzekering in werking zijn. Wat meer zegt, niet onduidelijk wordt tevens te kennen gegeven, dat, ware de totstandkoming van dr. Kuvpers ontwerpen niet tijdig verstoord, wij met een stel wetten zouden verrijkt wezen, die reeds nu ge heel verouderd en onhoudbaar zouden zijn. Zelfs voor om- of bijwerking kwamen zij na een drietal jaren niet eens meer in aanmerking! Hunne waarde is, reeds nu. niet grooter dan die van oud papier. AVij willen volstrekt niet gezegd hebben, dat wij de werkwijze van minister Talma afkeuren. Integendeel, als wi) het goed begrijpen, is zijn plan ons allereerst met de ongevallenverzekering eens goed op streek te helpen, voor hij met verdere verzekeringen komt; en dat valt alleszins toe te juichen. Maar wat blijft er nu ioch over van het verwijt, dat de liberalen door- hun roekeloos ingrijpen het tot stand brengen van de sociale verzekeringen hebben verijdeld? Wie, onbevoor oordeeld, de Memorie van Antwoord doorleest, komt van niets sterker onder den indruk, dan dat het hui dige Kabinet, de liberalen voor hun campagne van 1905 Door MAX DREYF.R 13. Klaas Korl was als verlost toen de gewone terugslag weer bij haar intrad, toen zij weer in diep gepeins ver viel en met smartelijke begeerte bleef kijken naar het wrak, dat vandaag uiterst best te zien was. Nu weer zoo. Hoe wild en wispelturig was zij en hoe snel en vluchtig dacht Klaas Korl. En zijn mis hagen was hem een verweer tegenover haar. Beter reeds dit onaangename het is zekerder, meer be schermend. En nu aan den arbeid, dan heb ik beslist gewonnen spel. Hij had nauwkeurig op het zeil te letten, de wind speelde hem allerlei kunsteu, nu was hij weer eens eensklaps weg, zoodat de riemen ge bruikt moesten worden. Willig en handig greep Mieken toe en met kracht verplaatste zij het water. Klaas Korl die om op het roer te letten, naar voren roeide, en dan tegenover haar zat, had haar vlak voor zich, hij zag, welk een vreugde in den arbeid zij had, zag haar levendige trekken, met de schitterende oogeu. En jammer dacht hij, dat zij niet in werkelijkheid zoo is, als zij zich nu laat zien. Wat zou zij een goed kameraad kunnen zijn, te water en te land. Maar haar wezen, zooals zij nu eenmaal geschapen is geen mensch kon er wijs uit worden. Steeds weer komt er weer wat anders uit, wat men niet had gedacht. Het beest ja het beest en niets anders! Hij streek zich driftig door de haren. Hij haalde diep adem, toen de bries weder inzette en bet roeien weer kon ophouden. Klaas keek vast naar de watervlakte, die van te voren alle windstooten aankondigde. Nu was hij zoo ver als hij wilde gaan. De zeilen haalden zij in en hielden stil. Zij zetten steenbotnetten uit. Mieken was met haar gansche belangstelling bij de zaak. Zijn eerlijkheid gaf zonder eenigen omweg toe, dat zij hem werkelijk van dienst was. Aan iets anders dacht hij niet. Hij wilde het niet, en zijn wil bleef hem trouw. Zij echter stond bij alles wat zij deed. steeds op de loer. „Hoe zou 't er nu in zijn binnenste uitzien," zoo vroeg zij zich af. „Wat denkt hij nu over mij en wat voelt hij nu voor mij? Een lafaard is het, ik krenk hem. bé'.eedig hem, zoodat alles in zijn binnenste omdraait, en zijn gezicht een heel andere uitdrukking krijgt en een dag later zit hij eendrachtig met mij in de boot en deel ik eendrachtig met hem den arbeid. Dat is niet gewoon en daarom is het goed. „Nu zou ik evenwel wel eens wijs uit hem wil len worden. Hij geeft zich den schijn alsof ik hem maar zooveel aanga, als mijn handen hem kunnen nutten. Maar dat er meer achter steekt, dat zie ik aan zijn oogen. Daarin is iets, wat er vroeger niet was. 't Is of er een nieuwe bron in is ontsprongen. Hij verbergt het voor anderen, maar mij kan hij daarmede niet be driegen. Wat hij met mij beleefd heeft, van onze eerste ontmoeting af, dat werkt in hem en dat blijft hem ook bepaald bij." Weder werd haar strijdlust vaardig en haar zin in avonturen levendig. Mar zijn geest die zoo dikwijls door haar uit zijn hoogheid was wakker geschud, bespeurde dat heel goed. En de zoozer gehate zwoelte trok weer over hem heen- Was het nu maar frisch en boos weer geweest, met koude, storm of gevaar, of een heldere, vriendelijke zon neschijn, het was zoover niet gekomen. AIaar de lucht was evenals zij zwaar en drukkend, lastig als zij. Dat trof nu zoo te zamen, als wilde het hem van twee zijden insluiten. Hij wist het hoe verlammend al dat onklare en zware op hem inwerkte, dat hij er zich alleen met een uitbarsting van toorn van zou kunnen losmaken. De donkere bank daarboven in de verte verdween maar niet van haar plaats. Het weerlichten bleef, even als een dof en dreigend brommen. Wanneer er nu maar eens een echt onweder was losgebroken. Wat was die lucht toch ondraaglijk zwaar. Hij moest de muts afzet ten, want op zijn voorhoofd stonden dikke droppelen zweet. Mieken echter rilde, nu zij niet meer had te roeien en zij geloofde zeker, dat niet het weer de schuld van deze verbittering was. En zoo tusschendoor moest zij weer denken aan de terechtzitting, die haar wachtte, aan haar wrak en aan do wending in haar leven, die haar hier na die eene groote smart in halvevreugde en klein lijden deed ver kommeren. Waarom was er nu niet iets sterkers, ge- weldigers, opheffends voor haar? Waarom vond zij niet een mensch met een machtig gevoel, die haar kon losrukken uit haar ellende? Waarom had deze man, die daar in zijn boot zat, zulk een zwak en rustig bloed? Waarom was deze reus zoo slap? Was hij bang voor haar? Dacht hij dat zij hem weer spelend naar zich toe zou trekken om hem dan weer van zich af te stooten? Een man die bang is kan men daar anders mee doen dan spelen! Menigmaal schiet er over zijn jongensgezicht een straal die op vuur gelijkt en dan ziet hij er dreigend genoeg uit, maar men kan zich daarop in 't geheel niet verlaten Word nu toch eens wild, Klaas Korl! Bruis eens op, schuim eens over. Ik verveel mij dood in deze eentonige soliditeit. Ik ben overtuigd, dat wanneer ik de hand eens naar je roer uitstrek, je het mij weer zoudt overgeven. En dat nog wel nadat ik je de eerste maal zoo lee- lijk bedrogen heb. Jij hebt je daarvan heel wat bij zonders voorgesteld, jawel. En het moet nu maar ook heel wat bijzonders tusschen ons zijn en worden. Maar dan iets anders dan jij je hebt gedacht. Je hadt mij het roer niet mogen overgeven en vandaag na de ervaring, die je met mij hebt opgedaan, heelemaal niet. Maar juist daarom wil ik het hebben. En zult ge het mij nu niet in handen geven? Zal je niet weer een idioot, verlegen gezicht zetten? En je wil verliezen en je onderdanig toonen aan den mijnen? Zwaar zal het mij ditmaal zeker wel vallen. Maar dat is dan ook juist goed. Zij zijn met de netten klaar. Neen zoo gemakkelijk zal dat niet naar huis gaan! Ik wil eerst nog eens naar mijn wrak, 't vaarwel zeggen. Wie weet, of ik nog een maal er zal kunnen komen. Heel spoedig zullen ze het uit elkaar laten springen. Sterker wordt de bries en hij blijft ook. Nu zeilt het eerst heerlijk. Zoo alleen maar het roer in de hand hebben. „Ik zou gaarne nog eens naar het wrak willen," roept zij hem toe. Het is hem niet zeer aangenaam, dat is hem aan te zien, hij wilde liefst zoo spoedig mogelijk naar land. Ja, zoo denkt Alieken, je wilt jezelf in zekerheid brengen. Maar nu zul je er eens juist van lusten. „Laat mij de boot er zelf even heen sturen," voegt zij er zachter aan toe. Groot en vast kijken haar oogen hem aan. Daar heft hij het hoofd op, met een ruk als moest er iets buigen of breken, en stoot haar een „neen" in h^|t oor, dat ruw en toornig is. Zij wordt getroffen door den ongewonen klank, zijn grofheid brengt haar strijdlust op het kookpunt, zij siddert van vreugde, van vreugde over den strijd die haar wacht, nu hij zelf dien strijd geopend heeft. Klaas Korl zet zich tot tegenweer, hij scherpt zijn wapen, hij heeft zijn boosheid. Reeds heb ik iets van die boos heid bespeurd, denkt .Mieken, maar ik heb er nooit vol op aan kunnen gelooven. Nu zie ik die voor de eerste maal. Meen je evenwel, dat die je zal beschermen? Meen je, dat ik het roer niet in handen zal krijgen? Meen jij. dat je sterker bent dan ik, omdat deze toorn in je binnenste borrelt, die alleen het gevolg is van de slechte behandeling, die ik je heb laten ondergaan. Met zoetheid bereik ik dadelijk mijn doel. Slechts een vriendelijk woord zal ik behoeven te spreken, hoog stens een teederen blik en ik zal mijn wil kunnen door- i zetten. Al-aar ook met geweld zal ik je kunnen dwingen. Dat is trotscher. Ook in je volle boosheid zal jij mij ge hoorzamen. Beeldt jij je dat maar niet in. Klaas Korl, dat jij de man bent, die mij het hoofd zal kunnen bieden. Jij bent van te zacht hout wat zou ik er niet voor geven, als dat niet het geval was maar je bent het nu eenmaal. En zoo doende kan jij je nood lot niet ontloopen. Hij bemerkt het tintelen van haar oogen, dat ge flonker en geschitter kent hij wel. Nu werkt en woelt er weer wat in haar hoofd, waarmee zij hem aanstonds te lijf wil, hem wil verwarren, hem zwoel en zwak maken, hem wil neerwerpen, om hem dan weer uit te lachen en te bespotten. Vlammen schieten er kris en kras voor zijn oogen, en hij rukt zich aan het haar, als om zich te verde digen tegen een naderend gevaar. „Kom maar op," denkt hij. „Kom nu maar op. Ik laat mij niet meer voor den gek houden voor den gek houden en dat is mij kunnen gebeuren!" Hij spuwt geweldig voor zich uit en zijn hand klemt zich om de roerpen, als om een wapen, gereed om den beslissenden slag toe te brengen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1908 | | pagina 5