VERSLAG Landbouwproefvelden in Noord-Holland, 52e Jaargang. No. 44lik Zondag 6 Dec. 1908. VI EK DE BLAD. vanwege het Rijk gesubsidieerde gedurende 1907* - OVER DE - resultaat ten nadeele der Kieler poudrette uit. Dat de kunstmest voor gelijke geldswaarde minder po- brengs» gaf dan die met gelijk gehalte is zeker aan andere om standigheden te wijten dan aan de bemesting, want bij gelijke geldswaarde is de hoeveelheid aangewende meststoffen groo- ter dan bij gelijk gehalte. 52. C. ROLLE. Hout Aardappelen. Perceel H.L. groote. H.L. kriel. i, super en pis 339 35 Perceel 2, alleen pis 327 28 Perceel 3. super en vaste uitwerpselen 283 38 Perceel 4» vaste uitwerpselen 259 45 Perceel 5, alleen super 279 33 Perceel 6, onbemest 273 39 Zavelgrond Blauwe aardappelen. Dit proefveld was ingericht als no 48 met 800 K.G Kieler poudrette per H A. als grondslag der vergelijking. De meststoffen werden gestrooid op 14 April, doch de chili De vaste uitwerpselen bevatten volgens onderzoek aan het Rijkslandbouw-proefstation 0.342 pCt. stikstof en de pis 0.718 p.Ct er werd dus per H A. aangewend 26320 K.G. vaste uit werpselen en 12330 K.G. pis. w j 1 - j - -^A-1 Ek uitwerking der bemesting met alleen pis en nog meer 3 21 Mei. De aardappelen werden gepoot op 16 April, 35 bij d]e van is en te same^ 1S 2eer J eest terwijl 28 c.M. wijd. Zij werden op 27 Juni en 24 Juli besproeid met d]e yan faste Ultwerpselen en super niet veel beteekende. Ei- e"ar°"ngeVeer 15 September ger00ld zonderdat genaardig is het dat de bemesting met alleen vaste uitwerp selen nadeelig gewerkt schijnt te hebben; de opbrengst van dat er zieke knollen waren. De opbrengsten waren berekend per H A. als volgt 49. J. RUITER. Yenhuizen. Kleigrond. Vroege aardappelen. Dit proefveld was ingericht als het vorige, doch alle bemes tingen waren 25 p.Ct. hooger. zoodat hier met 1000 K.G. Kie ler-poudrette per H A. werd bemest, kostende f 110 Op per ceel 4 werd per H A. bemest met 600 K.G. (super, 250 K.G. patentkali. 250 K.G. zwavelzuren ammoniak en 300 K.G. chili. De meststoffen werden gestrooid op 15 April, doch de chili op 8 Mei Het poten geschiedde op 15 April, 42 c.M. wijd. De aardappels werden op 22 Juni besproeid en op 30 Juli ge rooid. Zieke knollen werden niet gevonden. De opbrengsten waren berekend per HA. als volgt: Aardappelen. H.L. H.L. H.L. groote. poters. kriel. 1. Kieler poudrette 293 26 121 2. Kunstmest met gelijk gehalte 279 27 25 3. Kielei poudrette 283 37 127 4. Kunstmest voor gelijke geldswaarde 280 30 128 5. Onbemest 221 25 9' H.L. groote. H.L. kleine. H.L. kriel. 1. Kieler-poudrette 446 30 26 2. Kunstmest met gelijk gehalte 474 30 26 3- Kieler-poudrette 439 33 25 4- Kunstmest voor gelijke geldswaarde 494 20 22 5- Onbemest 399 29 34 Aardappelen Volgens bovenstaande cijfers was de opbrengst der perceelen met Kieler poudrette iets hooger dan die van de perceelen met kunstmest Dit resultaat klopt niet met den stand van het gewas bij een bezoek aan het proefveld op 1 Juli 1907. Toen was de stand van de perceelen met kunstmest zeer duidelijk beter dan die der perceelen met poudrette. 53. P. RUITER, Oosterleek. Zware zavelgrond. Vroege aardappelen. De inrichting van dit proefveld was gelijk aan die van no. 48, dus als grondslag der bemesting per H.A 800 K.G. Kieler-poudrette. Het uitstrooien der meststoffen en het poten der aardappe len hadden plaats op 9 April. De afstand bedroeg 42 c.M. De aardappels zijn op 15 Juni besproeid en werden in het laatst van Juli gerooid zonder dat er zieke knollen aanwezig waren. De opbrengsten waren berekend per H.A. als volgt: Aardappelen. perceel was 14 H.L. lager dan van het onbemeste. De super alleen aangewend gaf eene kleine verhooging in opbrengst. De groote waarde, die de pis van het vee bezit voor bemes ting van aardappeelen wordt door de resultaten dezer proef duidelijk in het licht gesteld. 55. J. BENNEMEER, Wijdenes. Kleigrond. Hooiland. Door te weinig medewerking van de zijde van den proefne mer is deze proef mislukt. 56 K. KAMP, Venhuizen. Zavelgrond. Vroege aardappelen. Dit proefveld was geheel ingericht als no. 58. De aardappe len werden op 22 Juli gerooid. De opbrengsten waren berekend per H.A. als volgt; Aardappelen. Perceel 1, super en pis Perceel 2, alleen pis Perceel 3, super en vaste uitwerpselen Perceel 4, vaste uitwerpselen Perceel 5, alleen super Perceel 6, onbemest H.L. groote. 363 341 330 3" 314 307 H.L. kleine. 40 30 46 48 44 29 H.L. kriel. 36 33 30 29 33 23 H.L. H.L. H.L. groote. kleine. kiieK 128 7 78 157 10 04 128 7 78 271 26 81 100 4 90 die met Kieler pou- Het resultaat was hetzelfde als bij het vorige proefveld Ook hier was de vergelijking in het nadeel der Kieler poudrette. 50. J. WATER, Hem. Lichte zavelgrond. Vroege aardappelen. De inrichting van dit proefveld was gelijk aan die van no. 48, d.i. met 800 K.G. Kieler poudrette voor f 88 per H.A. als maatstaf van vergelijking. De meststoffen werden gestrooid op 15 April, doch de chili eerst op 31 Mei. Het poten had plaats op 17 April, ter wijdte van 38 c.M. De aardappelen zijn besproeid op 18 Juni en ge rooid op 1 October zonder sporen der ziekte te vertoonen. De opbrengsten waren per H.A. berekend als volgt Aardappelen. 1Kieler poudrette 2. Kunstmest met gelijk gehalte 2. Kieler poudrette 4. Kunstmest voor gelijke geldswaarde 5. Onbemest drette zeer ver, zoodat deze vergelijking heel sterk in het na deel der Kieler poudrette uitviel. De opbrengst van perceel 4 's 'n verhouding tot die van perceel 2 zoo groot, dat de vraag gewettigd is of hier met andere omstandigheden tot die hooge opbrengst hebben mede gewerkt. 51. A. KLOMP, Hout. Zavelgrond. Vroege aardappelen- De inrichting van dit proefveld was gelijk aan die van no. 49, dus met 1000 K.G. Kieler poudrette per H.A. als maat staf van bemesting. De meststoffen werden op 16 April gestrooid en ondergespit. Dienzelfden dag werden de aardappelen gepoot op 49 c.M. wijdte. Zij zijn niet besproeid en op 16 Juli gerooid zonder .zieke knollen. De opbrengsten waren berekend per HA. als volgt: Aardappelen. 1Kieler poudrette 2. Kunstmest met gelijk gehalte 3. Kieler poudrette1 4. Kunstmest voor gelijke geldswaarde 5. Onbemest Evenals bij de vorige proeven met deze meststof viel het H.L. groote. 1. Kieler poudrette 276 2. Kunstmest met gelijk gehalte 264 3. Kieler poudrette 250 4. Kunstmest voor gelijke geldswaarde 293 5. Onbemest 214 H.L. kleine. H.L. kriel. 137 145 117 120 127 H L. H.L. H.L. groote. poters. krieL 345 53 28 37i 61 22 35° 53 24 359 41 23 307 5* 24 Kunstmest voor gelijke geldswaarde won het hier wederom van Kieler poudrette, terwijl kunstmest met gelijk gehalte even veel groote doch iets meer kleine voorbracht dan het gemid delde der Kieler prodrette. Uit de resultaten der proeven, beschreven onder no. 48 tot en met {53, blijkt, dat Kieler poudrette beduidend minder op brengst heeft gegeven dan kunstmest voor gelijke geldswaar de en daarom schijnt het voordeeliger kunstmest dan Kieler poudrette te koopen, tenzij de prijs van het laatste artikel jn overeenstemming met de uitwerking wordt verlaagd. Deze proefvelden werden aangelegd door de vereeniging van oudleerlingen van de wintercursussen te Wijdenes en Venhui zen, onder leiding van den heer J. H. Steggerda te Oterleek, hoofd van beide cursussen. lerproefv elden, aangelegd met het doel aan te t o o n e n 10. dat er groot verschil bestaat in mest waarde tussclien ier, kunstmatig bereid uit vaste uitwerpselen en water, en pis van het vee; 20. dat de bemesting met uitsluitend pis op den duur niet is vol te houden, tèrwijl dit wel het geval is, wanneer tevens met phosphorzuunnest wordt bemest. Deze proefvelden bestaan uit 6 perceelen, als volgt bemest per H.A. Perceel 1 wordt bemest met 650 K.G. superphosphaat en 90 K.G. stikstof in den vorm van pis. Perceel 2 alleen 90 K.G. stikstof in den vorm van pis Perceel 3 met 650 K.G. superphosphaat en 90 K.G. stikstof in den vorm van vaste uitwerpselen. Perceel 5 met alleen 650 K.G. superphosphaat. Perceel 6 wordt gelijk bemest of niet bemest als Ijet ove rige gedeeeelte van het stuk land. 54. P. ROOS, Oosterleek. Zware kleigrond. Blauwe aardappelen. De vaste uitwerpselen bevatten 0.331 p.Ct. stikstof en de pis 0.771 p.Ct.; er werd dus per H.A. met 27190 K.G. vaste uitwerpselen en 11560 K.G. pis bemest. Ook hier bleken super en pis tezamen eene uitstekende be mesting te zijn, terwijl pis alleen ook een goede uitwerking deed. De verhooging van opbrengst door alleen vaste uitwerp selen of alleen super was gering en door deze twee meststof fen te zamen wel wat beter, maar toch niet zoo goed als die van de bemesting met pis en pis met super. Duidelijk blijkt ook uit deze resultaten, hoe groot de waarde der pis is voor bemesting der aardappelen. 57. J. ZIJP Kz., Venhuizen. Kleigrond. Hooiland. De proefnemer was genoodzaakt de proef op te geven, zoo dat ze als mislukt beschouwd moet worden. De proefvelden genoemd onder 54 tot 57 werden aanger legd door de Vereeniging van Oudleerlingen van de winter cursussen te Wijdenes en Venhuizen, onder leiding van den heer J. EL Steggerda, hoofd van beide cursussen. 58. A. BANT, Ransdorp. Veengrond. Hooiland. Dit proefveld bestond uit 7 perceelen, elk groot 25 M2. De hoeveelheid pis, waarmee per H.A. bemest werd, bedroeg 14400 K.G. met een totaal stikstof gehalte van 0.637 P-Ct. en de hoeveelheid vaste uitwerpselen per H.A. aangewend als be mesting, bedroeg 32000 K.G., met een totaal stikstofgehalte van 0.287 P-Ct. Het uitsproeien had plaats op 8 en 10 April. De super is aangewend op 13 April ter hoeveelheid van 630 K.G. per H.A. De opbrengsten waren berekend per H.A1. als volgt: BEMESTING PEK H.A. Perceel 1. Pis en super Perceel 2. Vaste uitwerpselen alleen Perceel 3. Pis alleen Perceel 4. Vaste uitwerpselen en super Perceel 5 Onbemest Perceel 6. Super alleen Perceel 7. Onbemest Hooiopbrengat per H.A. In K.G. 5900 4200 3600 5000 3000 49OO 3600 Het land was niet voorgeweid. Het gras werd gemaaid pp 20 Juni en het hooi is gewogen op 8 Juli. Het nagras is ge weid. Uit de opbrengstcijfers blijkt, dat pis en super te zamen de beste resultaten gaf. Daar alleen pis geen uitwerking had en alleen super daarentegen een groote uitwerking, mag worden aangenomen, dat hier groote behoefte aan phosphorzuurmest bestond. Toch was er ook een vrij groot gebrek aan stikstof want super met pis gaf nog belangrijk meer. Dit proefveld werd in den herfst omgespit. Begin April zijn "f,1 Proefveld stond onder toezicht van den heer P. Rijkels, v üii.ij.111hoofd van den landbouwwintercursus te Ransdorp. de verschillende meststoffen op het land gebracht en de i>o- venste laag dun omgespit. 15 April zijn de aardappelen gepoot, op een afstand van 35 c.M. Zij werden in het begin van Juli besproeid met Bordeausche pap en in het laatst van Juli ge rooid zonder eenige ziekte te vertoonen. Elk perceel was 1 Are groot. De opbrengsten werden berekend per H.A. als volgt: De Rij kslandbou wieeraar voor Noord-Holland, C. NOBEL. (Wordt vervolgd.) Scheurkalenders. Almanakken, Rekeningpapier en ekeningboeken, bij TRAPMAN 8) CS, Laan, SCHAGEN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1908 | | pagina 13