Uitgevers: TRAPMAN Co. Zondag 13 December 1908 52ste Jaargang. No. 4421 Bureau SCHAGEN, Laan O 4. Interc. Telephoon No. 20. EERSTE BLAD. De strijd om het 14 °0. BinneBlandsch Nieuws. Tweede Kamer. 1 Alituti Niciws- Atattnic- LiiHinllii Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 Ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekdnd. bit nummer óeslaui uil vies biu&e*. Donderdagavond hield de afdeeling Harenkarspel van de Tuinbouw- en Handelsvereeniging een openbare ver gadering waar de heer Zeeman van Zuidscharwoude het woord zou voeren over het V4 pet. en den ddor de bouwers 'te volgen weg om den strijd tegen de handelaars te winnen. De vergadering had plaats in het lokaal van den heer Boon aan den Kalverdijk. De heer J. Burger opende met een hartelijk welkom deze vergadering, paste dat, welkom in de eerste plaats toe op de heeren Nobel en Zeeman, voorzitter en secre taris van het Hoofdbestuur en deelde vervolgens mede, dat de hr. Hazeloop, Rijkstuinbouwleeraar, door drukke ambtsbezigheden verhinderd was. Spr. wees er op hoe er om het vereenigingsleven een strijd werd gestre den, die werkelijk ging op leven en dood en riep alle 1300 leden der vereeniging op, om te zorgen, dat de overwinning bleef aan den kant der bouwers. De heer Zeeman het woord verkrijgend wees er op, hoe hij reeds te Eenigenburg, Noordscharwoude en \yaarland deze zaak had behandeld, zoodoende wel eens in herhaling moest treden en dus de aanwezigen wel eens dingen zouden hooren, die zij reeds in verschil lende couranten hadden gelezen. Daar ook in dit blad uitvoerig van hetgeen de heer Zeeman te Eenigenburg heeft gesproken is melding gemaakt, zullen we ditmaal ons tot de hoofdpunten bepalen. Spr. wees er ook nu weer op, hoe de bouwers on der protest de contante betaling en het daaraan vast zittend pet. korting hadden aanvaard. Dat was hen door Koophandel opgedrongen, onder de bedreiging, dat anders alle producten op 30 dagen zouden worden betaald. En lettende op de ondervinding die de bou wers in 1902 en 1903 hadden opgedaan met onsoliede kooplieden, schrikte hen dat af, en hebben zij de contante betalflig met die belasting erop aanvaard, maar toch nog onder de bepaling dat het maar voor 1 jaar als proef ging. De kooplieden beweren, dat wij bouwers deze over eenkomst niet mochten verbreken, alsof men zulk een aangegane overeenkomst niet zou mogen verbreken. Te meer mogen de bouwers dat doen, omdat de koop lieden zelf bij den strijd om de Eigen Markt de overeenkomst hebben verbroken. De vereeniging beeft geld noodig om verschillende dingen, die noodig en nuttig zijn voor del bouwers, te kunnen betalen. Meer contributie eischen van de leden gaat niet, en daarom was het eenig aangewezen middel om 14 pet. van het M; pet. in de vereeniginga- kas te storten en zoodoende geld te krijgen om allerlei dingen te bekostigen. Onze organisatie moet sterk blij ven, wij moeten in de vereeniging de zaak der bou wers kunnen blijven dienen. Maar dat alles gaat niet zonder geld. Ed nu is het toch niet te erg, dat wij, bouwers, van het geld dat wij aan de kooplieden geven de helft in onzen zak trachten te houden. Temeer nog, daar met dat geld ook dingen worden betaald waar van de kooplieden kunnen profiteeren en waaraan zij nog nooit een enkelen cent hebben betaald. Ons bouwers wordt door de kooplieden gezegd, be moei je alleen met je koolbouwen, wat behoef je tot in het oneindige te vergaderen. Door de hoofdmannen der bouwers werden maar plezierreisjes gemaakt naar het buitenland. Aan die ïeizen naar Duitschland heeft noch Koophandel, noch onze Vereeniging iets behoeven te betalen. Dat is door rijk en provincie betaald. En dat die reizen ge\olgen nebbeu gehad is later gebleken. Uit ons onderzoek uaar is toch gebleken dat Duitschland maar enkele stre keu had, waar goede kool zou kunnen worden gebouwd. Wij begrepen dat de vroege witte kool wel wat in het gedrang zou komen, maar zij hebben daar geen goede wiuterkool. Het telen van kool gaat daar niet gemakkelijk, zij hebben groote afstanden af te leggen voor het vervoer, dure werkkrachten. Dat alles wees er op dat in den eersten tijd onze kool niet zou woi- den verdrongen. Alles wijst er op, dat de pi ijs >an onze kool niet afhangt van de toltarieven, maar w"el van het al of niet gunstige gewas dat de Duitsehe kool geeft. T. Allerlei pogingen zijn aangewend om het met Koop handel eens te worden. Maar Koophandel wilde niet, maar antwoordde dat zij de bouwers om dat pet. met alle hun ten dienste staande middelen zou bestrij- Die middelen zijn gebleken niet alle eerlijk te zijn. Een ervan is dat eenige groote kooplui hebben be sloten spr. te boycotten, hem dus zullen trachten in zijn brood te benadeelen, hem het leven als landbou wer onmogelijk zullen trachten te maken, om hem zoo doende den mond te stoppen. Dat zal evenwel moei lijk gaan met iemand die graag praat, zegt spr., en bovendien opkomt voor zijn goed recht. Spr. behandelt uitvoerig alle pogingen die bij Koop handel zijn aangewend en de houding van Groenten- cultuur in deze kwestie. Het nieuwe betaalkantoor dat is opgericht door de kooplieden, is het middel om het vereenigings e\ i te fnuiken, om alle besluiten van de vereeniging e niet te doen. Houden de bouwers vol, dan is er8®®*' gevaar. Maar de strijd voor hen is nu gemakkelijk, omdat alles zoo duur is, maar het volgend jaar kan het anders zijn en alles veel goedkooper zijn. Dan zullen de bouwers gaarne verkoopen. ook al eischen de kooplui dingen die tegen de besluiten der ver eeniging zijn. Het is dus zaak dat de bouwers zich sterk maken, daarvoor moet een middel gevonden wor- den. Spr. herinnert aan de houding der kooplieden bij gelegenheid dat het millioen aan de Broeker markt vol was. Zij wenschten toen niet te komen felecitee- ren omdat de secretaris (Zeeman) er was. Men moest zoo werd er van hun kant beweerd, hem in zijn kraag nemen en er uitgooien, en het werd toegejuicht om hem te boycotten. Hoe gemakkelijk zal het boycotten van een persoon door meerdere worden gevolgd. Eerst de hoofdbestuurs leden, dan de ^bestuursleden der afdeelingen en spoe dig zal niemand meer den moed hebben iets voor hei vereenigingsleven te doen, o&dat anders de boycot \an den kant der kooplieden volgt. Men zal niet durven optreden zoodra de belangen der kooplieden er mede worden geschaad en dat kan toch zoo gemak kelijk Onze belangen en die der kooplieden komen wel eens met elkander in botsing. Maar in den strijd daarvoor kunnen we toch wel eerlijk blijven. Zooals gezegd er moeten door ons bouwers maat regelen worden genomen. Nu is het nog maar een persoon die in het gedrang komt. Het zijn nog maar enkele kooplieden die boycotten. Maar iemand, die financieel niet sterk staal, zal er spoedig het bijltje bij moeten neerleggen. Als ik mijn goed niet meer voor de volle waarde kan verkoopen zal het hoofdbestuur wel zoo royaal zijn, mij de schade te vergoeden, maar dat moet niet. Ik moet niet leven bij de genade der vereeniging. Er moet een middel in 't leven worden geroepen om onafhankelijk van Koophandel ons te i redden. Men treft mij nu wel is waar persoonlijk, maw in mij de vereeniging, omdat ik een der voormannen daarvan ben. De kooplui beweren, wij hebben oiis met de han delspolitiek niet te bemoeien. Maar ik, zegt spr., be weer juist, dat wij bouwers daar zeer veel mede noo dig hebben. Wij dienen te weten hoe ons goed in het buitenland aankomt, hoe of het verzonden wortlt, of het ginds oordeelkundig wordt verkocht, kortom of er uit ons goed finantieel gehaald wordt, wat er uit te halen is. Komt ons product verrot op de buiten- landsche markt, de Duitsehe koopman kort dat op onzen koopman en deze verhaalt dat natuurlijk op ons. Spr. wekt daarom de bouwers ook op met afle veren er zelf zorg voor te dragen dat geen rot goed tusschen de kool komt. Het is noodig, zoo gaat de heer Zeeman voort, dat er op de buitenlandsehe marklen vaklui konten en die vaklui zijn wij, de bouwers. De Duilscher die daar woont is geen vakman. ij, die dat wei zijn, moeten trachten op de buitenlandsehe markten een stand te krijgen. En het is de plicht der vereeniging, dat die daartoe neemt het initiatief. Met de afdeelingsbestu- ren is het besluit genomen, dal de heeren Hazeloop en Spr. naar het buitenland zouden gaan om een on derzoek in te stellen. Enkele groole marktplaatsen zijn bezocht en eens nagegaan of wij op een eigen stand onze producten zouden kunnen verkoopen. En dat dit kan bewijst Westland, dat er in slaagde dit jaar voor 't eerst 25000 pond druiven te plaalsen en mei succes. En ofschoon men daarvoor noodig had een nieuwe verpakking en er veel onkosten waren voor 't eerst, is er maar f 200 verloren en vele nieuwe afnemers zijn er gevonden om volgend jaar druiven te plaalsen. De Rotterdamsche Tuinbouwvereeniging zendt jnet groot succes komkommers, Beverwijk aardbeien, Beem- ster augurken, Loosduinen bloemkool. En zouden wij dat dan riiet met onze kool kunnen doen'? Het onderzoek dat is ingesteld wijst er duide lijk op, dat dit heel goed mogelijk is. Er kan door de Vereeniging een zelf handel worden begonnen. Spreker deelt zeer uitvoerig mede, hoe door den heer Hazeloop en hem een zeer geschikt persoon is gevonden, die genegen was, om als het Hoofdbestuur daarloe besloot, de producten der vereeniging te ver koopen. Ook de Pomologische vereeniging te Utrecht han delt met dezen persoon en ook op ander terrein be weegt hij zich met succes. Zoo men weet neemt ook de Nederlandsche luin- bouwraad deze zaak ter hand. Men wil dat de Neder landsche producten üi hel buitenland door één hand zullen worden verkocht. Men wil producent en con sument dichter bij elkaar breilgen. En in dit gevalkan dat alleen komen ten voordeeie van den teler. Naast dien persoon zal geplaatst worden een vak man, een man uit onze omgeving. Spr. vertelt hoe onoordeelkundig de kool in het buitenland wordt be handeld, hoe onooglijk, rot en half lredorven ze op de markt word! gepresenteerd. In dezen verkeerden toestand moet en kan de vakman verandering bren- gen. Geen enkele bouwer zal met dezen handel eenige risico beloopen. Al de risico komt voor de vereeniging, en dat alles denkt mep te betalen uit het V* P-Gt- dat nu vloeit in de kas der vereeniging. Hierdoor komt iets tot stand. Men stelt zich voor vanwege de vereeniging iemand aan te stellen, die optreedt als koopman tegen een rast percentage winst. Deze moet evenals elke andere koopman, daar koopen waar hem dat het voordeelig- ste is. Die man is jde beambte der vereeniging. Men kan zich wel voorstellen dat de handelaars den vertegenwoordiger der vereeniging in het buitenland in de wielen zullen trachten te rijden. Men zal door onder de markt te verkoopen, hem hel verkoopen wel onmogelijk trachten te maken. Maar deze persoon heeft voor zijn kool ook nog ander afzetgebied. Bovendien zal men langzaam aan beginnen. Niet de zaak for- ceeren. Het moet zijn een daad van de Tuinbouw1- en Handelsvereeniging, die slaagt. De afdeelingsbesturen hebben de zaak gelegd in han den van het Hoofdbestuur en niemand behoeft zich ongerust te maken, het kost niemand een cent. Gaat het op de eerste markt goed, dan zullen meer plaatsen op dezelfde wijze worden bewerkt. Komt er dan een minder goed jaar. de bouwer zal dan weten waar hij met zijn produet heen moet. Willen we zeker zijn van slagen, dan moet in 4 Klein worden begonnen. Want mislukt de zaak. dan is de eigenhandel weer voor jaren van den vloer. De rede van den heer Zeeman werd door de aan wezigen hartelijk toegejuicht. Nu nam de jieer A. Nobel de voorzitter der Hoofd- vereeniging hel woord en sprak hartelijk opwekkend tot hel krachtig houden der organisatie en sloot daarna de vergadering. De heer J. Burger bracht spr. en aanw ezigen dank. De vergadering was door een 70-tal bouwers bezocht. Dirkshorn. Het kiescollege alhier heeft tot ouderling gekozen den heer K. IJff en tot diaken den heer P. Berk houwer. Wolprijzen. In de wolprijzen is in de laatste dagen eene verbe tering gekomen. Thans wordt 80 cent besteed. Deze markeverhooging wordt in verband gebracht met den gespannen toestand in Oost-Europa. Bij een mogelij- keu oorlog toch zijn groote bestellingen van wollen goederen in het vooruitzicht. De Stortgronden. Op verlangen van den Minister werden onlangs de stortgronden langs het Noord-Hollandsch Kanaal op gehouden. Voor verschillende kleine landlieden was dit eene groote teleurstelling. Vele inwoners uit de Zijpe hebben zich thans per rekwest tot den minis ter gewend om op dat besluit terug te komen. Wicringen. Het jachtveld op ons eiland valt dit jaar niet mee, de jagers klagen zeer. Meestal komt men platzak thuis, een enkele maal worden nog eens een paar haasjes of wat wild gevogelte verschalkt. Men wil dit toe schrijven aan in den zomer en den herfst losloopende honden die de jonge en oude hazen verscheuren. Wij betwijfelen dit echter sterk en gelooven dat de haasjes zich in den jachttijd meer in de eendenkooien schuil houden, daar het om de eendenkooien op zeer grooten afstand verboden is te jagen. Wieringen. Bij verschillende schapenhouders op ons eiland heb ben des nachts losloopende honden, geduchte schade aan hunne schapen toegebracht. Van sommige eige naars zijn reeds schapen het slachtoffer dezer nachte lijke vernielingsbende geworden. Verschillende aangif ten zijn op de secretarie en bij de politie gedaan. Het is te wenschen dat hiertegen krasse maatregelen wor den genomen, vooral met het oog op de drachtigheid der schapen, aangezien deze rooftochten den schapen houders een enorme schade kunnen aandoen. Schagerbrug. Donderdagavond heeft in het lokaal van mej. de wed. Swarthof alhier plaats gehad eene buitengewone ver gadering van de ijsclub „de Eendracht", belegd door tien stemhebbende leden, volgens art. 15 van de Sta tuten. Aan de orde was: gezamenlijke aankoop ijsschaaf. Na eenige bespreking is besloten, met twaalf van de dertien stemmen om den afgevaardigden' vrij man daat te geven in zake gezamenlijlcen aankoop. Zondag zuilen heeren afgevaardigden te Purmerend beslissen. De hh. Eriks en Visser van Burgerbrug had den al een gunstig advies medegedeeld omtrent het model aan de Langereis in 't gebruik. Ook te Purmerend zullen nog een tweetal ijsschaven te zien zijn. Niets meer te behandelen zijnde, sloot voorzitter met een hartelijk woord deze vergadering. Langedijk. Door de plaatselijke geheelonlhouders-vereeniging is een commissie benoemd voor de eventueel te houden volksstemming in zake drankgelegenheden. Zij bestaat uit de heeren: K. Zeeman, voorzitter van genoemde ver eeniging, J. du Burek, onderwijzer, beiden te Zuid- Seharwoude, C. Keeman, lid van den raad te N.-Schar- woude en mej. N. Buurs, onderwijzeres te Zuid'-Schar- wöude. Gas- en waterleiding aan den Langedijk. De heer T. C. Bakker te Den Helder, heeft inder tijd, gelijk men weet, een adres aan de 4 Langedij- ker gemeentebesturen gezonden, waarin concessie werd aangevraagd voor een waterleiding en steenkolengas- fabriek. Tnans heeft hij zich opnieuw tot dezelfde ge meentebesturen gericht. In dit adres wordt er op ge wezen, dat in een vergadering van de Gezondheidsr commissie te Sehagen met de 4 burgemeesters uit de Langedijker dorpen besloten is, in verband met de haitgende plannen voor een groole duinwaterleiding door Noord-Holland, zijn waterleidingconcessie niet in behandeling te nemen, doch wordt er tevens in ver zocht de gasconcessie spoedig in behandeling te ne men. Hierop wordt aangedrongen om redenen, dat het waterleidingsplan zeker 2 5 3 jaren op uitvoering zal moeten wachten, dat stijging in de voor de gasfabriek noodige materialen verwacht kan worden ,en dat hij gebonden blijft op de ingezonden concessie-voorwaar den \oor eene waterleiding die waterleiding tot stand te brengen. Hoogwoud. B. en W. dezer gemeente hebben tot hooistekers herbenoemd: voor de wijk Langereis en Pade den heer K. Kooij, voor de wijk Kerkelaan, Noord- en Zuid End den beer J. G. Spaander, voor de wijk Aartswoud den heer P. Groot Jbz., voor de wijk Gouwe den heer F. A. Mijslrerg en voor de wijk Boekeiweg, Weere en Lambertschaag den lieer L. Glas. Hoogwoud. Voor het onderzoek naar het bewijs van militaire Irekwaamheid, het bewijs van lichamelijke geoefend heid of het bewijs van militaire bekwaamheid en licha melijke geoefendheid hebben zich bij den burgemeester dezer gemeente vier personen aangemeld. Het onderzoek zal plaats hebben lusschen 5 tol en met 16 Januari te Den Helder. Winkel. Bij besluit van den Minister van Landbouw, Nij verheid en Handel, is door het Rijk overgenomen een aan tuberculose lijdend rund van den heer J. Bijl, vee houder alhier. Winkel. Tot 2en Voorzitter van de IJsclub „Winkel" is be noemd de heer P. Strijker Jz. Callantsoog. Bij eene. door eenige ingezetenen dezer gemeente uitgeschreven vergadering, gehouden op Woensdag 9 dezer, s avonds 7 uur, in het lokaal van den heer K. Bakker te Kolksluis. welke door een dertigtal kie zers, die hiervoor uitnoodiging hadden ontvangen, werd bijgewoond, werd tot de oprichting van een Liberale Kiesvereeniging in deze gemeente besloten. Staande de vergadering welke door een der leden i van het voorloopig bestuur werd geleid, werd een con cept-reglement aangenomen, waarna werd overgegaan tot het kiezen van éen bestuur. 1 ot leden van het bestuur werden gekozen de hee ren: A. de Heer, Voorzitter; H. Kruisveld, vice-voorz.: Johs. Vis, secretaris-penningmeester; J. A. Vos, vice- seeretaris; P. Kooger, C. Hoogscliagen, en P. Glas, leden van het bestuur. 38 Personen traden reeds als leden toe. De marinebegrooting is voor deze Regeering het strui kelblok, misschien wel het eenige; daar liggen veel. voetangels en klemmen en als ze er niet liggen wor den ze er wel door de Kamerleden gelegd. Er is een partij, de soc.-democratische, die nu eenmaal niets te doen wil hebben met oorlogsuitgaven, een andere die er maar weinig voor voelt en slechts het allernoodzake lijkste wil toestaan, de vrijz.-democratische. Als we dus een rede hooren over de oorlogs- of marinebegrooting van een TROELSTRA of HUGEN- IIOLTZ, dan weten we direct waar we ons aan te houden hebben: ze willen er zooveel mogelijk van afhalen. De minister, die natuurlijk een heel ander standpunt inneemt; wien de verantwoordelijkheid voor 's Lands defensie op de schouderen drukt, kan daar om alleen aanvaarden een critiek op zijn beleid voor zoover die handelt over zaken die staan buiten de eigenlijke defensievragen, zoodra die critiek komt van soc.-democratische zijde. Als de heer HUGENHOLTZ dan ook in een overigens van onderzoek en studie getuigende rede spreekt over de 4M millioen die door den minister gevraagd worden voor aanbouw van nieuwe schepen, dan moeten we hem niet al te veel au serieux nemen; dat wil zeggen, we moeten goed begrijpen dat hij zoo spreken zou onder alle omstan digheden, wie ook minister was en hoe mooi diens planen ook zouden passen in een of ander stelsel van verdediging. Meerdere uitgaven voor nieuwe schepen willen de soc.-democraten nu eenmaal niet. Men leide hieruit niet af dat de andere partijen deze 4(4 mil lioen wel willen: ook de vrijz.-democraten zijn op dit punt zoo gemakkelijk niet. Ook zij zullen zich wel tegen de uitgaaf verzetten indien niet onomstootelijk vast staat dat ze volkomen gerechtigd is. Alleen het standpunt der soc.-dem. is in dezen meer exclusief, nraar o. i. minder juist. Wij zijn nog niet zoo ver dat we het zonder leger of vloot doen kunnen en we moeten ons dus daarvoor uitgaven getroosten. De vraag is of de gelden op zijn allerbest besteed wor den. Hieromtrent schijnt reden tot grooten twijfel te be slaan en het is het verdienstelijke in de rede van den heer HUGENHOLTZ dat hierop weder eens en met motieven en cijfers de aandacht is gevestigd. Hij wees er op, dat de geldverspilling voor het bestaande materiaal onverantwoordelijk is; we hebben een alle gaartje van schepen en scheepjes die alle ongevechts- waardig zijn. Al die ouwe rommel, die enorme sommen voor onderhoud vereischt, moet worden afgeschaft, op geruimd; dat zou een groote besparing geven gepaard gaande met inkrimping van personeel. De heer HU GENHOLTZ toont aan dat dit een besparing van 4 millioen ten gevolge zou hebben; voorwaar geen klei nigheid! De geldverspilling, wie heeft er niet meer van gehoord, schijnt bij marine groot. De heer HUGEN HOLTZ geeft er eenige voorbeelden van: voor het riviervaartuig „Mosa" zijn nieuwe ketels aangeschaft; toen ze klaar waren bleek het dat het schip te oud was om ze er in te plaatsen. Wij zijn benieuwd van den minister te vernemen wat er met die ketels daar na uitgevoerd is. Diezelfde „Mosa" is in 1898 buiten dienst gesteld; toch zijn er in de tien jaar die sedert verloopen zijn, nog 33.174 gulden aan uitgegeven! Zooals gezegd, voor nieuwe schepen en verwapening van 3 Kortenaers is 4)4 millioen meer aangevraagd. Al was de schatkist overvol, zegt de heer H., in plaats van als nu treurend over een te kort van 10 millioen, dan nog zou hij tegen deze uitgaaf van 4)4 millioen stemmen, voor de aanschaffing van 2 torpedojagers, een onderzeesche boot en nieuw geschut voor de 3 Kortenaers, omdat de plannen van den minister onhoudbaar zijn en zijn voorstellen niet dien stig. Zoo de verwapening der 3 Kortenaers; het zijn min derwaardige schepen die nog maar een 5-tal jaren heb' ben te leven en zelfs niet eens geschut van 28 c.M. kunnen dragen! Daarom wordt nu 21 c.M. voorgesteld, maar deze kanonnen zijn totaal onvoldoende. De onderzeeboot is te gecompliceerd en de 2 tor pedojagers kunnen we ons niet aanschaffen zoolang niet is beslist wat we voor Indië zullen doen; in ieder geval dient dan nog het beste gevraagd en wat de minister aanbiedt is 2e rangs. De heeren THOMSON en VERHEIJ zijn het met die verwapening der „Kortenaers" volkomen eens; 't is weggegooid geld, want spoedig worden deze sche pen toch bij het „oud roest" ingedeeld of voor oefe ning gebruikt. Daarvoor snelvuurgesehut aan te schaf fen en 4 ton uit te geven, achten ook deze heeren niet verantwoord De heer THOMSON is echter in beginsel voor de uitgaven ten behoeve van de aan schaffing der torpedojagers en onderzeesche boot; al leen bestaat er verschil van meening tusschen minis ter en Indische defensiecommdssie omtrent het type en heeft hij daarom een amendt opgesteld met den heer Verheij om voorloopig slechts één torpedojager te bouwen om summa summarum, een besparing op deze begrooting van 5 ton voor een torpedojager en 4 ton voor het geschut, dus van 9 ton te verkrijgen. Als de minister verstandig is, trekt hij zijn verwape ning der Kortenaers in en stelt zich niet en quatre tegen het amendtTliomson-Verheij om voorloopig slechts één torpedojager op de werf te zetten. Overigens zijn de heeren, die tot nog toe het woord voerden alle tegen de groote panlserschepen die toch minderwaardig blijken; voor onze verdediging achten zij noodig torpedojagers, onderzeesche booten en mij nen. De heeren Hugenholtz en Thomson pleitten krach tig voor salarisverhooging van het mindere personeel, terwijl allen hun licht laten schijnen over het zede lijk leven onzer Jantjes. De heer DUIJMAER VAN TWIST, die verleden jaar dezen minister tamelijk fel bestreed, terwijl deze zitting had in een liberaal mi nisterie was. nu dezelfde liberale minister in het re-htsche ministerie was overgegaan, heel wat gema tigder in zijn critiek. was zelfs voor verbetering, de voorstellen tot zedelijke verbetering van het personeel, den minister dankbaar hoewel niet voldaan. De nacht- permissie moei geheel worden afgeschaft en het pas- agieren. vooral in vreemde havens, moest niet anders worden toegestaan dan in gezelschap van oudere ma trozen Nu. meer toezicht en betere maatregelen ter bescherming van de jongens tegen geslachtsziekte»!, schijnt dringend noodzakelijk. Het aantal ziekte ge vallen is zeer groot. Vandaar dat van wege het njk aan de matrozen voorbehoedmiddelen tegen geslachtsi- ziekten worden uitgereikt, wat door den heer Duijmaer v. Twist krachtig bestreden, door den heer Verheij in sommige gevallen als bijv. om grootere besmet ting te voorkomen, verdedigd wordt. Het verbod, dat sommigen wenschen uitgevaardigd te zien. tot het bezoeken van bordeelen scnijnt zeer goed. hoewel misschien moeilijk te handhaven in de practijk; alle sprekers moedigen aan het verschaffen van gelegenheid tot het bezoeken van vereenigingslo- kalen. waar de jongens betere afleiding vinden dan in de ordinaire kroegen van sommige havenplaatsen. Alleen schijnt men van regeeringszijde bevreesd voor het aankweeken van antimilitaire gevoelens in die lo kalen, waartoe een bepaald soort lectuur vooral aan leiding schijnt te geven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1908 | | pagina 1