Grenen mi Land- nu ïmntiouv. tsen mi de fiectal INGEZONDEN. <t li voor zijn fatsoen en herinnering en den toekorastigen ratuur tot pLm. 80° Fahreiiheit verlaagd en zoo ver- weemoed in haar oogen. Hij drukte haar arm vaster xn diens absentie had madame het meisje in huis ge Nobel-prtjswinners ten goede komen. Correspondentie. M. D. K. Daar kan ik u niet op antwoorden. „Wie vermag 't hart eens konings Ie doorgronden?" K. J. Ja, dat waren heerlijke uren, die ik niet ge makkelijk vergeten zal. Ik heb uw mooie boek nog niet verder kunnen lezen, omdat ik bovenstaanüeu brief schrijven moest; maar morgen ga ik 't weer lezen. Ik dank er u nogmaals zeer vriendelijk voor, en deel u gaarne mede, dat uwe brieven mij ten allen tijde zeer welkom zijn. H. d. H. XLVI1. Frissche bloemen in het hartje van den winter. December is de somberste maand van hel geheele jaar. De dagen zijn maar enkele uren lang en meestal blijlt hel winterzonnetje vele dagen geheei verscholen acuter een vaal, somber mistgordijn, tiet triestige weer bederit s menschen gemoedstoestand, of erger nog. be zorgt hem een of andere ongesieldneid. Slechts de avonden kunnen hu gezellig zijn. Overal straalt hel der licht, er is overvloed van lectuur en bijna in ieder huis geelt muziek of gezelschapsspel genot aan hel samenzijn in de lange avonduren. Het moderne leven heelt een nieuwe bron van op- vroolijking tijdens de donkere dagen gevonden in le vende bloemen. Geen fraaie meubelen, geen artistieke schilderijen zijn in slaat ons huis in den winter zoo vriendelijk te tooien als frissche bloemen, briket het zien van die schoone kinderen van Flora geeft in dezen tijd een prettigen indruk. Een paar winters geleden, vertoefde schrijver dezes eenige dagen voor het Kerstfeest in Amsterdam. Het vroor wal en ijle sneeuwvlokjes zweefden door de loodgrauwe lucht. Terwijl ik een der winkelstraten van de Hoofdstad doorschreed, viel mijn oog eensklaps op een feeërieken bloemenschat, uitgestald in een der eer ste bloemenmagazijnen. Een groote vaas was gevuld met een reusacntige pyramide van bloeiende seangen- lakken, witte en zacht-iilaklcurigc, doorsprenkeld met eenige teer-groene blaadjes. Als struisveeren krulden de fraaie nageltakken langs en over elkaar. Hoe ik mijn oogen verlustigde in den vriendelijken aanblik dezer intens mqoic bloemen trossen. Maar er was nog veel meer, wat bewondering aldwong. Ik zag groote bakken met welriekende viooltjes en geurige meiklokjes, fraaie jardinieres met bloeiende tulpen, narcissen en hyacin then; glinsterende kristallen vazen met witte en roze rozen en vuurroode anjers. Ik kon verder talrijke witte, gele en lila chrysanten bewonderen, alsmede bloeien de azalea's en cyclamen en doorbloeiende begonia 's de Lorraire. Tusschen dezen bloemenschat prijkten groote bokalen met sierlijk snijgroen en glimmend rood blad. terwijl rijzige palmen en andere bladplanten aan hel geheel een passenden achtergrond gaven. Behoeft hel nog vermelding dal ik dra besloot eenige losse bloe men te koopen oin daarmee bij mijn thuiskomst de huisgenooten te verrassen om er onze woning tijdens de kille, wintersche Kerstdagen mee op te vroolijken Sinds heb ik nog menigmaal een zonnestraaltje in huis gebracht in den vorm van een handvol bloemen. Wie eenmaal dal genot gesmaakt heeft, dat frissche bloemen 's winters verschaffen, zal nog dikwijls bij 'een bloemist aanloopen om een klein bedrag te be- steden voor een bouquetje of bloeiend plantje. Zelden -- Toen ze van elkaar gingen, had hij haar angstig zal men meer voldoening hebben van geld aan genie- aangekeken, zoo koud en beverig was haar hand. tingen besteed, dan dat wat aan bloemen is uitgegeven. 11 'l schijnsel van de lantaarn zag hij, hoe bleek ze Dat dit tegenwoordig algemeen begrepen wordt, bewijst was: 'loe blauwig-omkringd d'r oogen. En 't viel hem de groote vraag naar levende bloemen in den winter op dat het geluid van haar stem zoo zwak, gedempt, uit lijd. Hel bloemistenvak heeft in de taaiste vijf-en-twin- p,n klonk... Hij legde zijn arm over den hare tig jaren een belangrijke uitbreiding gekregen juist door en drong haar zachtjes om nog met hem op te loopen, het forceeren van bloemen voor den winter. In het ®en pas ot wat... Hij kon 't niet van zich verkrijgen, „trekken" van snijbloemen vindt thans menigeen een baar zo° te laten gaan naar boven, naar de koude, bestaan. Geen plaats waar dit sterker voorkomt, dan somber-ongezellige kamer, die hij kende, en waar het bloeiende dorp Aalsmeer, dat circa drie uur gaans de °ude man daar nu zat te wachten... met ongeduld, van Amsterdam verwijderd ligt. Deze plaats, die vóór d een Pakje onder den arm. Hij wist wel, wat de droogmaking der Haarlemmermeer, een visschers- doip was, waar ook eenige boomkweekerijen gevon den werden, is een tuinbouw-middelpunt van den eer sten rang geworden. Sinds vijftien jaren heeft men zich daar sterk op het „trekken" van bloemen in den winter Loegelegd en thans vindt men er kweekers, die van November tot Mei 20.000 bloeiende seringenlak ken kweeken, die honderdduizend Meilelietjes vervroe gen, die 2000 tot 2500 mud cokes in een seizoen ver stoken om hunne trekkassen te verwarmen. De bloe menwinkels van Amsterdam betrekken bijna alles uil Aalsmeer; maar ook tiaar den Haag, Botterdam, Lei den. enz., zelfs naar het buitenland, worden de bloe men verzonden. Van al de bovengemelde bloerpen ko men alleen de vroegste rozen, de anjers en de wel - .r T-> «V I volgens lot in de tg week, als de seringen bloeien, ae warmte nog pLm. ocP Taiueniieit Ls. Ais de bloemen gesneden zijn, worden de struiken in een schuur geuorgeii, om na den winter weer uii- gepiant te kunnen worden. De afgesneden takken worden eenige uren in water gezet, in vloei gewikkeld eu in kisten erzonden. Vooral icgcn Kerstmis eu .Nieuwjaar is er veel vraag naar seringen, die mei 10 lol la cent per tak woruen be taald. Mjltien jaar geleden had een .ondernemend man se ringen in moei geu-oKken en iiij moest de bloemen winkels at\enten om ze voor „een appel en een ei aan den inan te brengen en thans zijn er bloemisten, die in één week lOOu seringenstruiken ui de kassen zetten. Soms kan niet eens aan alle waag worden voldaan. Men trekt hoofdzakelijk maar 2 soorten: de witte Marie Eegraye en de lila Charles X. Behalve de seringen worden nog vele andere plan ten in bloei getrokkert vooral na December. Ik noem hier den sneeuwbalstruik, de dubbeie pruim rPrunus trilobaj, de dubbele appel (Malus Scheideckerij, Deulzi Gouden regen, Blauwen regen, Japanscne pirus, de Alagnoiea's, de Hortensia's, de Azalea's en de vroeg- bloeiende rhododendrons. Al deze heesters worden on geveer behandeld als de seringen en staan meestal gelijk met deze in dezelfde afdeelingen Ook bakken met tulpen, narcissen en hyacintiien trekt men veel in bloei. Reeds in Augustus worden die bollen in de bakken geplant. Mooie winterbloeiers zijn nog de Aronskelken, de pioenen, sommige phiox-soor- ten en spiraea's. Het trekken van rozen geschiedt in bijzondere kas sen, waarin de rozen zijn uitgeplant. 's Zomers neemt men het glas uit de ramen en legt het er in October weer in. Sommige kassen worden vanaf Februari ge stookt, andere krijgen geen anaere warmte dan die van de zon. Vanaf Maart zijn de Aalsineersche rozen veel mooier dan die uit de Riviera. De voornaamste rozensoorten voor de trekking zijn de roomwitte Kai- serin Augusta Victoria, de rose .Madame Caroline Testout en de dito Da France. Lelietjes der dalen of Convallaria s worden veel ge bruikt voor bouquetten en andere bloemwerken, die bi; huwelijksfeesten besteld worden. Deze trekt men in bloei in kweekbedden in warme kassen. Reeds in November begint men hiermee. Zoolang mogelijk zorgt men Chrysanthen in voorraad te houden. Deze planten staan 's zomers in potten buiten op bedden. Van palen en broeiramen maakt men daarover in October hulpkassen, die ze te Aals meer „Biarnum en Baily's" noemen. Deze naam is wel aardig gekozen zeker in zwang gekomen in den tijd, toen het groote spel van dien naam een rondreis door Nederland maakte. Wie het geluk heeft in de Kerstdagen of later in den winter verrast te worden mot wat mooie bloemen, zal er wellicht nog meer genot in hebben nu hij iets weet van de kunst om zulke planten 's winters in bloei te krijgen. Dit was de reden, waarom ik dit op stelletje schreef. D. E. LANDMAN. tegen zich aan om d'r te laten gevoelen, als 't ware, nomen, ondanks haar „gezeten-hebben", wat ze ma- zijn zin om haar te beschutten... Hij sprak over hun dame trouwens eerlijk bekend had. Den ochtend, toen ze toekomst. Alles zag er zoo goed, zoo zonnig uit, toch eigenlijk. Nog een maand of wat... .Meneer was zoo met hem ingenomen. Dan zou de promotie komen. Zou-ie driehonderd pop meer krijgen... Dan was 't te wagen. Als ze goed-en-wel getrouuwd waren, kon z'n moe der haar vijf-en-twintig gulden per maand houden. Dan was 't te doen... Dan was alles uil... Zou-le... Wat... Hij durfde 't niet zeggen, wat hij bedoelde. En de verdrietige, als om hulp zoekende bruine oogen van meisje, die hem nu zoo dankbaar, en zoo weemoe dig toch ook aankeken, waren hem... voelde hij... er kentelijk voor z'n zwijgen. Want als dat... van vader... daar... klappertandend, in gejaagde houding, plotseling voor haar stond, om zich hèen kijkend, zoo vreemd, zoo verbaasd... .Vlaar 't ging niet. De baas hield van spijkers met koppen slaan. De bezoekers, vaste klan tjes, vonden kellnerinnetje veel te stug, te verdrietig. Wat heb je aan zoo'n chagrijnig mensch, dat, als je leis tegen d'r zegt, net doet of je Chineesch praat... Staat te hunkeren om weer naar d'r hoekje aan het eind der zaal terug te komen...? De baas trad handelend op. Telde Wies uit wat d'r toekwam. Beduidde haar, dat ze gaan kon... Direct... gaf haar nog 'n riks toe... Maar dan ook direct, hoor! t 'Meisje knikte gedwee. Trok haar mantel aan, en werd aangeroerd, dan was 't W ies net of iemand met zette haar hoed op. Gaf madame de hand en merkte ruwen vinger aanraakte wonde plek die zoo-gauw gaat bloeden Ze hadden toen afscheid genomen en ze klemde dat de lippen der dikke vrouw met haar witbepoeierd gezicht, die achter 't zwaar-blinkende buffet stond, begonnen te trillenKnikte tegen den baas en zijn hand in de hare. Even... 't Was zoo doodstil op de andere meisjes... met een glimlachje... Opende de avondgrachtje... liet zij haar hoofd tegen z'n schouder rinkelende deur van de gelegenheid. Voelde hoe de rusten... Toen ging ze naar boven. Naar vader, die d'r al op hcete kolen zat te wachten Zette zij, wetend dat ze alleen daarom met zoo n ongeduld verbeid werd het halve fleschje cognac met een smak op de tafel. Ging toen, in haar eigen kamertje, haar mantel af doen. Zag, toen ze in 't woonvertrek terugkeerde, den ouden man teruggezakt in z'n armstoel, 't Dam pende grogje voor zich. In het fleschje-cognac al een j aardige bres. En de scherpe, ondeugende oogen van kille motregen haar striemde tegen het gelaat. Dat de gierende Noordenwind haar, als Ijs, op de huid sneed... Trad toch den zwarten stormavond in... Met datzelfde glimlachje van daareven MAITRE CORBEAU. I I '>l*i Aartswoud, 14 Dec. 08. den oude met iets heel-bijzonders op zijn gezicht, j r^ni-hi* RoHabin, "o. Zoodat 't Wies benauwd om 't hart werd... Ze had nog bladBii voorbaat m'ndunk plaatsje in li* niet naar bed durven gaan, uit angst voor de lamp... dank. Aan de heer H. d II Tegen dat de flesch heelemaal leeg was geworden...! Mijnheer Voor mischien een iy, jaar schreef i Ln vader, a -ronkend, t kostelijke licht zou laten ver- Mns in de Sehaaer over ..de nieuwe branden... Vader, ik wou zoo graag naar bed gaan zei Wies, en het marmerwitte van loodblauw-omkringde van haar oogen Als hij niet... Hij zei niets. Staarde haar aan met rei eene lodderigheid waarin toch... Merkte ze direct... %.el ,e Vereenvoudigde en een ver iets anders dan gewoonlijk was te hespeuren. En j„,'. nn!s \e n€rnei} van de zaak en zij, te afgemat, te overspannen, te prikkelbaar; iiMovuivii 172 jatu senreer i Schager over „de nieuwe spelling, het naar bed gaan, stok- en paradepaard van eiken halfwassen brasem, d'r gezicht, het j jk ^^j aan de Kedaktie - met verzoek om aan l' hadden hemdoor te zenden, wijl ik Uw adres niet kende een o hanr aan mpt Nog iets anders dan gewoonlijk was te bespeuren. En d ,T op lerug 'e komen. M. toch getuigde Schimmen. erin zat. Durfde er niet over te praten, want hij be sefte hoe haar dat hinderen zou... Dat ze zich zoo zou schamen over vader... „Wat scheelt er toch aan, Wies?" vroeg hij zachtjes, en pijn van deernis was er in zijn vragen. Ze had 't hoofd gebogen, want de tranen waren in haar oogen gesprongen. Ze kon 't, na den langen, ellendigen dag, dien ze achter den rug had, niet langer verkrop pen. De dame, die zij van 's ochtends negen tot 's avonds acht, gezelschap moest houden; helpen aan- ea uitkleeden, voorlezen, den „tijd verdrijvende kussens van haar ligstoel om de vijf minuten opschud den; amusant vinden als ze eens, bij hooge uitzonde ring, een malle zoutelooze flauwigheid zei... En in de grootste spanning en aandacht aanhooren wanneer ze eindelooze en ontelbaar-dikwijls herhaalde histories zich te ongelukkig voelend om er lang naar te gissen... Wetend, hoe lang... Uren soms!... zoo'n gesprek kon duren als de flesch driekwart leeg was... Wetend, ook, waar 't toch om ging... Wies flapte 't eruit, voor zij 't zelf recht wist: „Als u maar goed begrijpt, vader, geld heb ik niet. Als u dat bedoelt, bespaar u dan de moeite!" En het hart ging haar onstuimig bonsen. Want ze was toch bang voor vader. Dat had ze overgehouden van vroeger... En van dat latere... Ze keek dan ook, in schrikachtig van zichzelve ontstellen, naar z'n gezicht toen ze dat had durven... En de glinsterende oogen, waarin de alcohol-koorts gloeide, staarden haar aan. Hij had zich nieuw grogje geschonken. Anders was ie wel eens beducht, dat Wies hem, liep 't al te bar, de flesch zou wegnemen, met driftige rukjes, en wegsluiten... Maar nu voelde hij z'n overwicht. Iets in 't schamper-grijnzen van den ouden man sloeg haar als met lamheid... Dat ze hem met groot-starende oogen van matelooze vrees zat aan te kijken... Naast hem kringelden de wolkjes uit 't grogglaasje. En hij, vader, was weer half-weggegleden op z'n stoel. De satanische trekken van: Ik heb je toch in m'n knuisten, teekenden zich scherper, har der, af op zijn aangezicht van ontzenuwden alcoholist. Hij zat te praten, op lijmerigen toon, met iets sar- reads erdoor heen. En ook, toch, met iets echt-onge- rusts, angstigs, dat Wies duidelijk onderscheidde... Hij praatte door. En ze stond bij de tafel. Ze woelde met d'r linkerhand door d'r haar, dat in verwarde kringels op d'r schouders viel. Ze besefte, dat er iets waar was ln wat vader vertelde... Van dat hij gespeeld had. Met het geld dat-ie moest afdragen. Hij gaf zich uit voor „rechtskundig adviseur". Verdiende hier en daar met 't incasseeren van zeer-dubieuse postjes, een paar gulden. Quitanties, die men toch nagenoeg als scheur papier beschouwde, werden wel eens aan Velders ge geven. „Och, d'r is toch niks an verloren. Haalt-ie er wat van, meegenomen!" zelen de crediteurtjes lachend ^chok-schouderend. En Velders was een ongemakke lijke incasseerder... De kans om er een borrel of wat uit te slaan, scherpte z'n vernuft en z'n tong! Wies wist dat 't waar kon zijn wat-ie vertelde. Van de zestig gulden, die... had-ie ze niet morgen af gedragen Hoe ze hem dan zouden oppikken... De gedachte drong zich scherp aan haar op, wat 'n heerlijkheid, wat 'n uitkomst 't voor haar zou zijn, als dat gebeurde. Zij haatte hem en vond 'm een verschrikking, een afschuw, den vader... Van haar kindsche jaren af. Maar de oude wist wel dat-ie haar vast-had... Daarom grijnsde hij... Daarom zat-ie, on danks gevaar van opgepikt te worden, zoo rustig naast zijn dampend grogglas... Laat ze maar eens; als ze durft... Hij kneep de leuning' van zijn stoel of 't Wies die uitdrukking van algeheel gemis aan bekendheid met de beweging. Ik vermoedde toch wel niet, dat U om een paar voorbeelden te noemen Prof. Sijmons, Prof. Salverda de Grave, Terwey zou rekenen tot de halfwassen brasems. Hoe 't zij' U hebt er nooit asem op gegeven. Nu zie ik in Uw schrijven aan de heer Reuvers, hoe U er geen kennis van wilt nemen. Maar dan is die uitdrukking toch enigsins sterk, niet waar? Uw dw., H. v. REE. Geachte heer v. R., Het „aantal brochures over de vereenvoudigde spel ling" en het daarbij gaande „verzoek", door U ver zonden, om aan mij te zenden, heeft mij nooit bereikt. Ware dit 't geval geweest, dan zou ik indien ik die brochures al niet was gaan lezen toch zeker uw1 brief beantwoord hebben. Bij mij wordt alles dadelijk zoo spoedig mogelijk afgedaan, omdat ik anders in de war zou raken, zooals alle menschen in de war raken, die werk dat af moet, uitstellen. Ik heb nooit 'n boekje over de nieuwe spelling onder mijn oogen gehad; ook niet van Professor Sij mons. ook niet van Prof. Salverda de Grave of Ter- weij. Of die heeren nu „halfbakken brasems'' zijn, weel ik heusch niet, want ik heb niel de eer hen een van drieën te kennen. Ik wil ei' 't beste van hopen, en gelooven, dat 't verstandige menschen zijn. Aan zoo'n geleerd praedicaat hecht ik niet veel waarde; ik heb wel eens 'n professor ontmoet aan wiens gezond verstand ik twijfelde, en als Ge altijd mijn brieven trouw gelezen hebt, dan kunt Ge nu weten wien ik bedoel. Maar de man gaat voor „erg geleerd" door, behalve bij de geleerden, die 'm 'n „kwibus" oordeelen. Doctor Professor Jan ten Brink b.v. was van dat slag, jal heeft hij wel eens 'n aardig romannetje ge schreven. Maar „geleerd" was hij niet, en verstandig nog minder. Ik zeg U dit, om U duidelijk te maken, dat die titels mij niets doen, en dat voor mij de beteeken is van iemands geleerdheid afhangt van zijn gezond ver stand. Is dit in de war. dan zal zijn geleerdheid ook wel in de war wezen. Maar de door U genoemde heeren ken ik niel en ik heb voor zoover mijn herinnering gaat nooit iets van hen gelezen. Amsterdam; Dec. 1908. Achtend Uw Dw., H. d. H. riekende viooltjes uit het zoele Zuiden dei Rivièia vertelde... Ze was dien dag lastiger en plageriger dan I dl arm was... Hij had, zoo tusschen z'n woorden door, Het overige is het werk van de Aalsmeersche bloe- ooit geweest wies had op >t punt gestaan om weg boten doorglimpen dat zij best... Als ze wou... De misten. Daar ik meermalen het genoegen had, het „Eek- ken" 's winters te Aalsmeer te zien, geloof ik velen een dienst te bewijzen er een en ander over mee te deelen. oude freule, had ze zelf gezegd, liet de bankjes en muntjes soms zoo-maar rondslingeren... Vertrouwend haar blindelings... Geen haan zou ernaar kraaien Toen vader dit zei, was Wies vlak voor hem gaan staan. Hij voelde den haat, de walgende minachting, op dat marmer-bleeke gezicht.'Hij zag, hoe de aderen op d'r voorhoofd zwollen... Ze keek hem aan zoo als d'r moeder ook had gedaan... Wanneer hij haar sarde, tergde, hoonde... Maar 't wond den oude niet op. Hij zakte nog wat lager in z'n stoeltje terug. Trom melde met de spichtige grijpvingers op 't versleten Jeeren leuninkje. Gaf haar toen in z'n van bij-voor baat over toe te brengen zieleworide genieten, terug te vliegen. Maar ze had de tanden opeen geklemd, de handen ineengewrongen tot de nagels in 't vel schroei den... Ze wou zich bedwingen, inhouden, tot eiken prijs... Ze was in een stil hoekje gegaan ergens De voornaamste bloemen voor de trekkerii ziin de m L groote huis terwijl de dame visite kreeg, De voornaamste bloemen \ooi de tiekkerij zijn de en daar had ze stlllet.jes staan schreien, op den zak- sermgen. Daar is vraag naar van November tot Mei en doek bijtend ojn P aK soms reeds m October. De seringen voor de trekken, de oude Griet gekomen - de goeie, trouwe snibbige worden door de bloemisten zelf gekweekt. Drie jaar maar iu d>r han ZQ0 ,)rave meid%ie'.t al bjj'de dertf mi het veredelen kunnen ze s winters m bloe. getrek- jaren had gehard bij de t-reuIe en bij d'r vader ken worden. Na het bloeien komen ze weer twee jaar Bullebast van podagrist, wiens evenbeeld de zestig- in den tuin eni zijn andermaal voor deze kunstbewer- jarige freule Lena was... Griet die dus fijne vaën king geschikt. De seringenstruiken worden indenherfst de zaak ke„de, tot in de puntjes, en die zich niks ten enopee'pIekdielU"biFd'e kasseniieereezeL^^Bc- !;.le,men,dal meefr aantr°k vari de freule d'r geknorminachting en afkeer. „Vin-jij dat zoo erg! vVoTg vi ere doen ze vóór het trkkcn ntó Ik fb m/.im trocfend ,met 1 vooruitzicht van de vader vin-jq dat zoo verschrikkelijk?..." En. na enkele vliezen noen ze voor net treKicen met. ik neD gezien, rustige dagen op „het hotje", die haast zouden aanbre- oogenbhkken, terwijl de rauwe stem krijschender werd dat ze de hard bevroren kluiten met de bijl loshakten. ken... Griet was fijngevoeliger dan je haar zoudt heb- Krjscnende. werd Sterker nog het bevriezen is juist heel best. Als de ben geschat. Die wist best, dat juffrouw Wies er niet vorst over de seringen gegaan is, kan men ze veel ge- voor wou uitkomen... En ze was, toen ze Wies zag makkelijker ui bloei krijgen. Het mislukt ze fs heel staan schreien, op haar dikke vilten muilen dan ook SSi °te hebben*1 d^cWaari sSinT^è.i ^ëen still®kef voortgesjokt. Maar ze bleef op den loer staan meisje zooals jij... Die in Leiden in het gasthuis "heeft senngen te hebben, doch daar schijnt men nu een En toen Wies weer, met zwaar hart, naar boven, gelegen... Die d'r ouders zoo'n schande heeft aanee geschikt middel voor gevonden te hebben. Men heefl naar de freule, wou gaan, kwam oude Griet ineens als daan een goed geslaagde proef genomen, die hierin bestond, wist ze van den prins geen kwaad, te voorschijn Ze vergat alles. Zij greep de flesch met 't staart ie' dat men de seringen in het koelhuis van het „Vries- en wenkte haar; op die leuk-goedige manier Griet „taartje se veem" te Amsterdam hel bevriezen en ze daarna eigenMet oolijke knipoogen vriendelijk lachend direct in de trekkas overbracht. De planten deden het haar rooien, dik-vettigen wijsvinger door de lucht Die' prachtig! kend... Het geheele jaar door is er vraag naar bloeiende Wies moest er, in al d'r ellende, om lachen... zoo Meilelietjes en daaraan kan ook voldaan worden, dank mateloos-verdrietig als ze zich voelde. En daar stond dat-ie een meisje gaat trouwen die "voordat ze hem zij de koeUtamers, want daarin kunnen de „kiemen dan een heerlijk, geurig kopje bouillon voor haar klaar "ende... Of denk-je soms dat 'ik als vader en aK bewaard en naar behoefte in de kassen „gebroeid Dampend... Delicieus... fatsoenlijk man de verantwoordeihkhmH »7ii a wordêx. Met recht mag gezegd worden, dat dfi Aals- „Ik weet wel dat u ze boven ook kunt krijgen van... Jij wilt me met die centen niet helpen' Best meerschó kweetere op de hoogte van hun üjd blijven, net-zooveel en net zoo lekker als u verkiest," zei Juffertje, weet 't wel, maar morgen aan den"da<F" De Koeltechniek uitgedacht om spijzen te bewaren, heb- Griet, de oude brompot, „maar zoo uit den pot is 't ^'aar hij hoefde zich niet meei druk te maken tt h.a ben Ztr reeds handig dienstbaar gemaakt aan hun be- daar blijf ik bij tochde flesch al losgelaten. Zij lag bii de Tafel nt h w n, a Onderwijl laafde Wies zich aan t lekkere bouillon- deu voor 't gelaat geslagen. Terwijl 't wild-gonsde in Het trekken der seringen en andere bloemen ge- tje. En de hartelijkheid maakte dat 't net was of ze baar afgemartelde hersens. Hit ging weer ,ifJn sehiedt in trekkassen. Het zijn loodsjes van glas. rus- haar verdriet nog meer moest uitschreien... Ze kon Schonk zich, van 't staartje" noe L JZ i tend op een muurtje van 1/2 M. hoogte. De planten de waterlanders niet inhoudenzoodat Griet, die Pookte 't kacheltje op" Hoorde een h„if T komen op rabatten te slaan, die ongeveer 20 c.M. hoo- natuurlijk alles zoo fijntjes snapte, net-deed of ze iets 11 og wel het gesmoorde snikken Maar ondérJiil vilmT ger zijn dan de paden. Gewoonlijk heefl men 2 uj- in de gang hoorde... Haastig wegdribbelde, hoofdschud- de wreed-loerende oogen naar wat er van 't god 1 en in 't flikkeren van de oude loerende oogen van in casseerdertje iets was van roofvogel, die zich, nu, op z'n prooi stort. Maar wat ik erg en gemeen vind, dat is als een cognac die zij voor 'm had meegebracht... Hij voelde, de oude, dat ze... Als-ie nu niet... Maar hij was, krasser dan je van hem zou gezegd hebben opgesprongen. Maar morgen aan den dag zal jouw Dolf 't weten... Versta-je dat?... zal jouw Dolf* weten en 1 midden rabat. Om de trekkerij geregeld te kun- dend van: arme stakkert, die je toch bent... .Maar toen nen uitoefenen, heeft men 4 kassen of afdeelingen. want de meeste planten blijven 4 weken onder behan deling. Als de Ie trekken seringen in de kas geplaatst zijn, wordt alles goed nat gegoten en duchtig nat gespoten. Door matten voor het glas te zetten en er boven over uit te rollen, wordt de kas donker gemaakt en daarna verwarmd. Bloemisten verhitten hunne kassen meestal met warm waterleidingen, doch voor de trekkerij bezigt men liever kachels, b.v. salamanderkachels. De kas wordt aanvankelijk zeer heet gestookt, vóór Kerstmis 100 tot 110° Fahrenheit. Doel men dit niet. dan krijgt men wel blad maai' geen bloemen. „De bloemen moeten Wies even-later naar de freule terugging, was ze toch kalmer, 't Had 'r goed gedaan, in de keuken toen ze alleen was eens te kunnen uitschreien Nu terwijl Dolf poogde uit haar te krijgen wat goudgele vocht nog over was... Knikte hij naar denkbeeldige figuur in nu leeg-geworden kamer, cijferde hij na... Ze zouen best komen, de centjes ...Toen ze, na haar straf wegens diefstal bij haar „weldoenster en meesteres", zooals de officier 't had 1*.3l-i. 1-5— -XVI.IU v»v 011 haar dan zoo bijzonder hinderde, kwam 't terug. Liep uitgedrukt, had uitgezeten, is de bleeke vrouw met zu met gebogen hoofd, om niet te laten merken... de kwijnende, zoekend-angstige smartoogen, 'n poosje En zij vertelde hem. Van de lastigheid der freule. Kellnerin geweest, ergens iii 'n kroegje van lugubre En dat ze zoo erg vermoeid was... Eu hij wist wel, achterbuurt. De „patronne" wist wel, wat mot d'r ge- dat ze nog iets verzweeg... Hij streek haar zacht-troos- bcurd was- Maar dle bad 't voor de kameraden ver- tend over de hand en fluisterde haar in zoo-lieve, zoo- zwe6ep en Wies toch maar aangenomenZe had hartelijke woorden. Ze drentelden langs de stille avond- V0P1 1 moment niks anders gracht. Zij luisterde naar hem, en hij geloofde vast 1 En zoon wit-triestig gezichtje willen sommigen ook en stellig dat z'n taal haar troostte, kracht schonk. ^c'' zaeilyj'. ^P^foune" was, ln haar soort, niet zoo I. uw, £11 11 del 1 BUUI l, Illt3l ZOO - jj. "nüi I kwaad. Zij hield haar, zooveel 2e kon, de hand boven v„ vJ'« M»r .M „prWJttBcher" Zeer Geachte Heer H. de H. Aangezien u mij in uw zeer uitvoerig antwoord een vraag doel omtrent de schrijfwijze van '„stuitte", ben ik wel verplicht, nogmaals gastvrijheid Ie verzoeken in dit Blad. Dat u werkelik niet bekend is met de Vereenvou digde Spelling, blijkt ten duideliksle uit de vraag; an ders zou U weten, dat de Vereenv. geen wijziging heeft gebracht in de schrijfwijze van de werkwoordelike vor men. U schijnt nog van de reeds zo dikwijls weer sproken mening te zijn, dat de Vereenv. fonelies mag heten. Nu we toch zo gezellig aan 't korresponderen zijn wil ik meteen even mededelen, waarom ik het nuttig en nodig achtte, op Uw zeer krasse kritiek te reageren. Wie hoog staat, lette dubbel op zijn woorden. Dal hebben we laatst bij onze buren kunnen opmerken. E11 nu moge de heer H. d. H. geen vorst wezen, hij staat toch ook „hoog" bij een goed deel van de lezers der „Schager". Zijn oordeel heeft voor hen grote waarde, getuige de brieven, die hij van velen ontvangt. Welnu, waar hij bekend is met de waarde, die aan zijn uitspraak wordt toegewezen, was het daar niel beneden de waardigheid van de hooggeachte' schrijver der „Amsterdainsche Brieven" een zo „kras" oordeel uit te spreken over de Spellingbeweging, waar mee hij niet op de hoogte is? Wanneer de heer H. d. H. zo en passant eens wil vertellen, waarom „stoel" marmelik en „tafel" vrou- welik is, zal hij denkelik velen zeer verplichten. Hoogachtend, Uw dw., L. REUVERS. Dirkshorn, 16 Dec. 1908. M. de Red. tie Mag ik U beleefd op het overigens zeer nauwkeurig gestelde verslag van de buitengewxjne algemëene vergadering van „Het Witte Kruis" te Anna Paulowna, in hel volgend num mer van Uw blad te willen opnemen. Bij de- laatste alinea zegt uw verslaggever dat ik correspondent ben van de N.-H Vcreeniging tot be strijding der Tuberculose. Dit moet zijn de Nedcrland- sche Centrale Vereeniging; de eerste heeft geen corres pondenten voor zoover mij bekend is. Ook schijnt het uwen verslaggever ontgaan te zijn, dat zich drie aan wezigen als lid opgaven, en niet zooals hij zegt U bij voorbaat dankend, Anna Paulowna, 16 Dec. 1908. verzoeken de volgende rectifica- wezij ma me- Uw dw., J. OOSTRA.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1908 | | pagina 10