Een Weddenschap. Gemengd Nieuws. Binnenlandsch Nieuws. •Mooie stof!die, voorgedragen door een lezer als de heer Kluijver bleek te zijn, wel moest boeien. Alleszins prijzenswaardig was de wijze, waarop Hooiers novelle werd voorgedragen. De heer Kluijver kan zich dan ook overtuigd hou den, dat het auditorium tijdens zijn optreden veel ge noot. Door de gebroeders J. en K. Olie werd daarna een voordracht met zang gegeven, getiteld „Robert en Ju lia of de mislukte serenade", op 't klavier begeleid door Aafje Olie (hunne zuster), 't Is een leuk dingetje, doch ten opzichte van den zang bleek 't voor de opvoerenden hooge eischen te stellen. Tooneel en decoratief best verzorgd! Alle hulde hiervoor. Een kwartet van Kreutzer: „Des schaapherders Zon dagslied", werd nu gezongen. De zang was zuiver en 't optreden van 't viertal (de dames T. Floor, sopraan, M. van HerwerdenSchoorl, alt, en de heeren A. Fijnheer, tenor en J. Olie, bas), beviel den toehoorenden goed. Nu kwam de gelegenheid om vrije voordrachten ten beste te geven, waarvan bet eerst werd gebruik ge maakt door de echtgenoote van den heer K. Wit van de Langereis, die met groote vrijmoedigheid „De twee spelers" voordroeg. Hierna zagen we den heer Katrines Sieswerda (ge accompagneerd door den heer K. Olie) optreden met de komische voordracht: Samuel Brommer. Na de pauze, die nu intrad, werden we aardig ver rast door een negental jonge dames: T. Heinstman, Joh. Waterdrinker, M .de Reus, B. de Vries, A. de Heer, G. Strijbis, E. Timmerman, S. Floor en A. Koppes. Zij traden onder leiding van den heer S. Prins op met een „Waaierdans", alleraardigst aangekleed en ieder van een mooien waaier voorzien. Zoo uitgerust gaven ze ons mooie standen, aardige groepjes en keu rige dansen te zien, bij dat alles kranig gesteund door de muziek, van een 5-tal leden van 't harmoniegezel schap „Excelsior", de heeren P. Haringhuizen, J. Goet, S. Arts, P. Bakker en P. Dekker. Nu volgde weer wat anders, nl. eene lezing van mijnheer Kluijver, die de aandacht vroeg voor een klein schetsje uit 't Noorsch van Larsdille: ,,'t Loon van een dichter". Prachtig gelezen!in een woord. Een paar jonge dames, S. Floor, alt en A. Koppes, sopraan vergastten ons op mooien zang van Catharina van Rennes, 't Klonk werkelijk mooi en 't onbedaar lijk applaus bracht er het tweetal toe, nogmaals het verlangde te zingen Voor 't slotnummer werden tijdens de daarvoor noo- dige voorbereidingen door de heeren van „Excelsior" nog eenige aardige stukjes geblazen. En toen 't slot nummer! Wel eindigde het fraaie programma van heden avond met een echten dikken zevenklapper, want groot was het succes dat behaald werd door de 9 dames (dezelfden van den waaierdans) die nu optraden met den Oudevrouwendans, een echte klucht in twee be- drijven Allerkoddigst aangedirkt dansten een achttal op vioolmuziek van de 9e (mej. S. Floor) een schots in 't laatste bedrijf, dat 6 weken na het eerste, waarin j ze met de passen begonnen, speelt. Ze meenden, zooals ons door den leider, den heer „Precies," zei de la Hoope met nadruk. „Ik zou hem met kersroode en paarse bloemen garneeren, zooalp de dames die nu dragen." Alle heeren barstten in lachen uit. Zij meenden dat. de la Hoope het voor de grap zei. „Maar, dat is je toch geen ernst?" „Zeker is het mij ernst. En wat meer is, ik ben vast besloten hier nu eens in voor te gaan. Morgen aan den dag ga ik met een hoed, opgemaakt, zooals ik daar zooeven zei, uit wandelen, en dan zal je eens zien hoe spoedig al de schaapjes volgen zullen." „Ik wed dat je het nooit durft doen-"' riep Chant merle. „Je zoudt je nooit op straat wagen, zelfs niet voor een uur. met zoo'n bespottelijk ding op je hoofd." „Wagen?" herhaalde de la Hoope. „Maar er kan geen sprake zijn van wagen. Iedereen zal hem bewon- i deren." „Ik wed om duizend louis (Tor, dat je liel niet. durft doen, dat je geen uur lang morgenmiddag op de boulevards en overal Je er mee durft vertoonen. „Aangenomen!" zei de Ia Hoope kalm. „Ik neem de weddenschap aan. Weest zoo goed, heeren, morgen middag om vier uur in het cafe de la Paix te zijn, om u te overtuigen dat ik de voorwaarden vervul. „Dat was een tamelijk beroerd uur, Georgie," lachte hij" toen zij den volgenden avond samen aan hun tafel tje' bij Paillard zaten, „en er waren oogenblikken dat ik mijn kop zoo rood voelde worden als de bloemen op mijn hoed. Maar het heeft er ons uitgered, he sChat! Onder ons gezegd, ik heb tevoren nooit geweten 1 hoe lang eén uur is. Het heeft mij een uitstekend begrip van de eeuwigheid gegeven. Maar niemand heeft antwoordde mevrouw de la' Hoope. „Hoe is 't mogelijk eenig vermoeden van de waarheid. Ik zeg naderhand dat je nog niet opgemerkt hebt, dat iedere dame in dat ik teleurgesteld ben, dat de menschen toch moei- Parijs nu violet en kersrood draagt? Er zijn er ook lijker van begrip zijn dan ilc gedacht had ®n 111 die er geel bij doen, maar daar ben' ik nog niet toe het ergste geval zullen zij mij voor een spleenzieken gekomen. Het was verkeerd van mij, het geld er voor Engelschman uitmaken, die zelf niet weet waar hij uit te geven; maar nu zal ik er ook hèusch een nieuwei het Zoeken zal. Wat een geluk duizend louis d or- „Dat is een vermakelijke toestand!" zuchtte hij. „Nietwaar! Zeg Cecil, ik heb zoo'n idee dat straks de rekening zal komen. Het gezicht van „madame" stond zoo heelmeaal naar betalen, toen ik haar van morgen in de vestibule tegenkwam. En als de rekening komt, dan zal zij betaald moeten worden." „Ja, dat is zeker, dat zij zal betaald moeten wor den," stemde Cecil toe. „Maar hoe?" „Dat mag de hemel weten," zeicle Cecil, „niet doof mij, stellig niet door mij. Wij zullen op straat gezet worden met pak en zak altijd iri geval zij ons pak en zak laten wil. Konden wij het nog maar drie maan- I den uitzingen, dan kreeg ik mijn toelage en waren we voor het oogenblik weer gered. Maar drie taaan- den! Geen drie weken meer, kunnen wij dien strijd op leven en dood rekken." „Je vader zou maar neen, ik weet dat hij het 1 toch niet doen zou, en wat geeft het dan om het I hem te vragen?" „Neen, hij zou niets doen. De quaestie van de toe lage is, zooals je je zult herinneren, eens voor altijd tusschen ons afgehandeld." „Het is wel jammer," zeide Georgie peinzend, „dat ik mij niet wat meer sieraden aangeschaft heb ju- weelen zijn zoo gemakkelijk te transporteeren. Je zoudt dan nog eens naar den lommerd hebben kunnen gaan." De jonge man zuchtte tot antwoord, stak een sigaret op en keek toe hoe de blanke vingers zijner vrouw de bloemen op den vilten hoed vastnaaiden. „Wat een afschuwelijk ding!" merkte hij op Ach, die combinatie van kleuren is nu in de mode;'! gegeven den ge. zijn üe voldoen jaarlijks, hoed door hebben. Kijk, hier moet de rand "opgeslagen worden zoo en daar een bouquet op dié manier zoowat." „Wat heb je voor die klungels betaald?" vroeg Cecil'. „Twee franken, schat, en dat is heel weinig." „Twee franken weggesmeten," luidde zijne kritiek. „Maar zeg nu eens oprecht, de zaak uit een geheel onpartijdig oogpunt bekeken, is het niet eenvoudig mon sterlijk, zoo'n ding? Kan je je iets léelijkers denken? En daarenboven is het krankzinnig! Wat zou jij er van zeggen als ik een bouquet vuurroode bloemen kochi en ze op mijn hoogen hoed zette? Je zou toch vra gen of ik gek was." „Heeren dragen nu eenmaal geen kunstbloemen." „Maar eigenlijk blijft het toch hetzelfde. Waarom zijn roode en paarse bloemen op jouw hoed verstandiger dan op den mijnen? En toch zou ik voor geen dui zend pond met zulke dingen op mijn hoofd over straat loopen." „Jammer dat niet iemand je de kans geeft. Dat zou eene gemakkelijke oplossing van onze moeilijkheden zijn." Hunne blikken ontmoetten elkander en zij hadden i gelijktijdig dezelfde gedachte. J „Drommels!" zei Cecil, „als er eens iemand te Kéllner, nog een flesch! Morgen vroeg rijden wij sömen uit, Georgie,'en jé zult den mooisten hoed heb ben, dien we maar vinden kunnen!" S. Prins, werd verteld, toen al een bal te kunnen ge- vinden was die zoo'n weddenschap met mij bliefde aan ven. Alleenze wilden niet met heeren dansen; 4 j te gaan"! trokken zich terug en vier dansten met heeren (ver- j q," riep Georgie, „als dat mogelijk was, schat!" kleed voorgesteld door de vier zich terugtrekkende Peinzend trok hij aan zijne sigaret. „Het is zoowaar dames) en nu wilde men laten zien wat men in die weken geleerd had. Het succes was groot en voor hunne moeite kun nen en de heer Prins en de 9 dames zich beloond achten door het groote genot dat ze den toeschou wers boden. Nu was het oogenblik gekomen van scheiden. De heer D. Kuilman sloot nu officieel de nutsvergadering en wees er op, hoe hij in bijzonderheden zou kunnen treden, hoe hij dan dank zou kunnen brengen aan den geachten spreker, den heer Kluijver, aan den ijverigen secretaris, den heer S. Prins voor de ontzaglijke moeite, die hij zich voor dezen avond heeft getroost en zoo zou kunnen worden doorgegaan, maar dat zou te ver voeren. Aan de toehoorders bracht voor zitter hartelijken dar.k voor de aandacht, den optreden den steeds betoond en hij bracht het aanbevelenswaar dige van het telken jare organiseeren van een avond als nu, den aanwezigen onder 't oog. Met blijdschap werd door de aanwezige jongelui de heugelijke tijding ontvangen, dat Burgemeester ver lof voor ,,'n dansje" had gegeven waarvan een dank baar en druk gebruik werd gemaakt. Luchtscheepvaart. Op een der dagen van de afgeloopen week heeft de heer Robijns te Brielle getracht met zijn vliegtoe stel omhoog te gaan, wat hem ongeveer een halven meter gelukt is. Toen brak er een riem van den motor, waardoor de verdere stijging belet werd. Toch heeft hij door deze proef volgens zijn overtuiging 'zeker heid verkregen van de opwaartsche beweging van zijn toestel. Weldra hoopt hij de proefnemingen te hervat ten (welke hij nog niet in het openbaar doét) en zich ook van de voorwaartsche beweging te overtuigen, waarin hij geen bezwaar ziet. Door F. C. PHILIPPS. Mevrouw Cecil Berkeley de la Hoope wist dat zij een dwaasheid had begaan, dat zij verkwistend was ge weest: zij had twee franken uitgegeven. Dat mevrouw Cecil Berkeley de Ia Hoope zichzelf verkwistend kon vinden omdat zij twee franken had uitgegeven, eischt verklaring. De la Hoope's hadden geen cent meer. Zij waren niet wat men noemt een weinig gegeneerd, zij j zaten niet „wat krap", neen, zij hadden niets meer. Zij gebruikten hunne maaltijden in hun hotel te Parijs, I omdat zij geen geld hadden om in een restaurant te j gaan eten en uit de hand te betalen; zij beefden I wanneer zij 't kamermeisje met een brief zagen binnen- komen, altijd vreezende, dat het de rekening zijn zou. En Georgina, de mooie, kleine „Georgie", die niet in de wieg was gelegd om de spaarzaamheid te beoefe nen, zag zich genoodzaakt haren ouden hoed op te ma ken met bloemen, die zij uit de goedkoopste doozen °y.er vÜftiS )'aar. als wij het beleven mogen, zullen iri den „Printemps" had uitgezocht. Die bloemen nu z'en wie het aan het rechte eind heeft gehad, waren het, die haar twee franken hadden gekost. Wij schrijden langzaam voorwaarts." Zij zat in hare slaapkamer en schikte nu de bloe- Chantmerle, die op en top een dandy was en zich men op alle mogelijke manieren, nu zus dan zoo, op ^aar n'et weinig op liet voorstaan, fronste geërgerd het haren hoed, toen de la Hoope binnentrad. In weerwil van de benarde omstandigheden, waarin hij verkeerde, was deze heer uiterst modern en elegant gekleed. De man heeft dit voor op de vrouw, dat zijne garde robe niet zoo gestadig vernieuwing behoeft. Zijne met pels gevoerde overjas met den sealskin kraag hoe lang geleden had hij die al niet gekocht! Niemand in fashionable kringen en zij verkeerden in de fashionable kringen, de de la Hoopes had er eenig vermoeden van, dat zij zoo in de klem zaten. Georgie moest vaak bij gemis aan eene geschikte japon voor eene of andere uitnoodiging bedanken; maar Cecil kon overal heengaan, en hij deed dat ook, al moest hij soms, uit gebrek aan geld voor een rijtuig, te voet gaan. Nu echter kon het niet langer, de bom moest losbarsten, en daarom keek Cecil somber toen hij de kamer binnentrad. „Wel, vrouwtje!" „Eh bien, mon petit mari?" Hij trok zijn overjas uit en trok zijn beenen bij het vuur. Het was Januari en zes uur in den na middag. eene ingeving. Het zou een financieel kunststuk zijn Maar de zaak moet op de meest delicate wijze behan deld worden een stumper zou den heelen boel be derven. Ik moet er eens over nadenken." Zijn moed keerde terug bij die gedachte. Hij schelde en bestelde een „petit verre" voor hem en een ver- mouth voor zijne vrouw. „Ik zal vanavond naar de club gaan en eens kijken wie er zijn. Laat mij dat zaakje maar eens bedisselen. Of het is mij mislukt, of wij dineëren bij Paillard met de quitantie van onze duivelsche „madame" in dén zak. Georgie, je gezegende domheid om die twee fran ken uit te geven, zal ons redden ik verzeker het je!" Hij had niet meer dan een frank vijftig op zak, toén hij dien avond naar de club slenterde en zich behaag lijk op een stoel bij het vuur nederzette. Maar zijne kleeding was onberispelijk en zijne bedaardheid was die van een hertog. Er was nog niemand toen hij kwam, en met belangstelling keek hij toe hoe het vertrek zich langzamerhand vulde. Het was voor hem dien avond eene quaestie van drijven of zinken. Wel beefden de vingers, waarmde hij zijne sigaret vasthield, een weinig, maar er was geen spoor van verlegenheid in zijne stem te bespeuren toen hij later i begon te spreken. Hij had zijne kans goed berekend, en juist dat troepje toehoorders rond zich, dat hij wenschte. „Ik draag nooit bouquetjes in mijn knoopsgat," zei hij, nadat hij ongemerkt het gesprek dien kant uit had gestuwd. „De bloemen, die de natuur Ons geeft, zijn armzalig en nietsbeteekenend in vergelijking van de fabrikaten van zijde en fluweel, die de meeste men schen minachten. Maar daar het voor mij niet staat om die te dragen, zoo verkies ik ook niet de apdere aan te doen." „Die goede Cecil!" zeide glimlachend een yan zijne toehoorders. „Hij is toch altijd zoo amusant!" „Maar het is een feit," hield de la Hoope volt „ik meen het in ernst. Die bloemen, dié" mén voor de winkelramen ziet liggen en die voor dameshoeden be stemd zijn, daarin kan men kunst bewonderen zij zijn exquis! In welke harer scheppingen geeft ons de na tuur zulk eene ontzaglijke verscheidenheid, zulke vol maakte vormen?" Hij tike de atsch van zijne sigaret, en daar hij bemerkte dat het gesprek over dit onderwerp als goed op gang kon worden beschouwd, hield hij alsof hij er al genoeg van had. „Waar ben je vanavond geweest, Chantmerle?" Vi'öëy hij met een onderdrukt geeuwen. Chantmerle beet aan. „Ik ben in het renaissance-theater geweest," zei hij lachend, „en zooals je ziet, heb ik zoo'n door |e -ge laakt bouquetje in mijn knoopsgat." „Ach, het is enkel eene zaak van smaak," zei de la Hoope gerekt, „of beter gezegd van gebrek aan smaak. Privaatpntsmetting op scholen. Volgens dr. Bauer is de voortdurende ontsmetting van privaten in scholen bepaald noodzakelijk te ach ten. Het beste geschiedt dit met Saprol, Want de Sa- prollaag sluit de faecaliën volkomen van de lucht af, waardoor tevens de verspreiding van smetstoffen door 'vliegen onmogelijk wordt gemaakt. Overeenkomstig de wetten der diffusie worden de in water oplosbare ontsmettende bestanddeelen van de bovendrijvende Saprol (kresol, koperverbindingen enz.) door den daaronder voortdurend aanwezig waterigen beerputinhoud enz. daaraan onttrokken (opgelost). Zij doortrekken en ontsmetten langzamerhand overeen komstig de wetten van de zwaartekracht den geheelen beerput- enz. inhoud. De verzadigde oplossingen zak ken naar den bodem; nieuwe massa's treden daarvoor in hun plaats. Alles wat in den beerput komt, moet de Saprollaag passeeren. Daar men af en toe kleine hoe veelheden Saprol in den beerput enz. heeft te gieten, is dus de ontsmetting met Saprol weinig kostbaar en op bovenstaande gronden doeltreffend te achten. School- en Volksbibliotheken. Uit vele onderzoekingen is gebleken, dat bladen en banden van boeken met virulente ziektekiemen bezet zijn. Daarom acht dr. Hillenberg het van belang, dat de volgende voorzorgsmaatregelen genomen worden: lo. Bij uitgifte van een boek, heeft men na te gaan of bij de familieleden van den vrager ook soms een besmettelijke ziekte heerscht, zoo ja, dan wordt geen boek afgegeven. 2o. Bij het uitleenen van een boek dient erop gewezen te worden, dat het direct terugge- l bracht moet worden, indien in het gezin een besmette lijke ziekte uitbreekt. Op den omslag van het boek kunnen deze bepa lingen geplakt worden, met het verzoek aan den lezer dat hij ten strengste vermijden moet; a. bij het om- slaan der bladeren de vingers met speeksel te bevoch- j tigen, b. bij het hoesten niet in het boek te hoesten, j Deze maatregelen zijn zeer goed voor schoolbibliothekei J uitvoerbaar. Wegen verbetering. Gewapend beton. In Amerika schijnt men er toe te willen overgaan, om de wegen te verbeteren door ge- wapend beton, hetwelk goedkooper en duurzamer is I dan asphalt en door slijtage niet glad wordt. Een nieuwe behandelingsmethode. Een Amerikaansch heer heeft in Kensington terecht gestaan omdat een zijner patiënten, een melancholicus, zich van het leven heeft beroofd nadat hij twee of driemaal door hem was „behandeld". Deze behande ling nu bestond uit een voorlezing gedurende twintig minuten, van toepasselijke lectuur. Zoo iets kan iemand wel levensmoede maken. Een ander middel van dien specialist bestaat uit „stil gebed Hij zit oen kwartier bij den zieke,, zonder iets te zeggen, en krijgt voor de eerste zitting een guinea en voor de volgende een halve guinea. Er zijn wel menschen, die nog langer» stil zitten, en daarvoor nooit een guinea of zelfs maar j de helft krijgen. Dit bewijst, in welk een onrechtvaar- dige wereld wij leven. De wet vermocht niets tegen den zwijger. Flesschentrekkerij. Een middenstander vertelde een staaltje van fles schentrekkerij, dat zich dezer dagen te Berlijn heeft Kort geleden zijn bij koninklijk besluit de stemp6|( bepaald, waarmede hel voor uitvoer bestemde vlee^ gewaarmerkt en naar drie hoedanigheden onderschep moet worden. Onmiddellijk daarop hoeft het mims„.rif van landbouw nadere bepalingen voor den uitvoer Va„ vleesch afgekondigd. Zij hebben vooral bctiokking q, de inrichting der slachterijen. Iedere slachterij (]i(. vleesch wil uitvoeren moet vergunning van het m|. nlsterie van landbouw hebben, nadat de plaatselijke j)0, litieautoritelten verklaard hebben dat zij naar de ge, stelde eischen Ingericht is. Gedurende den werktijd moet een gediplomeerd veearts aanwezig zijn om 0p te letten of alles naar behooren toegaat. Hij moet ieder stuk vleesch onderzoeken en stempelen; de slachterij moet zich naar zijn voorschriften regelen maar kan zich zoo noodig beklagen bij de door dj j regeering aangestelde inspecteurs. Verder volgen in bij. zonderheden voorschriften voor de indeeling naar hoe-1 danigheid van het vleesch, de tekst der bijgaande for. muiieren enz. Fabrieken van verduurzaamde levensmiddelen, die wil len uitvoeren, hebben ook de toestemming van het mi. nisterie van landbouw noodig, die afhankelijk wordt ge. maakt van een goede controle. Nu weer heeft het ministerie voorschriften voor de zindelijkheid in de slachterijen, en zondheidstoestand van de arbeiders daar. De slachtlokalen moeten in een toestand aan de strengste eischen der gezondheidsleer Alle lokalen moeten ten minste vier malen uitgeboend worden, ook do muren en zoldering. Er mag zich daar geen bedorven vleesch e. d. bevinden. Het personeel moet een afgescheiden plaats hebben om zich to verkleeden, en bij hun werk mogen zij slechts goed dragen van waschbare stof. Er mag niet op den grond gespuwd worden, en de bij het werk ge bruikte messen mag men niet in den mond nemen. Na het slachten moet men alle gereedschappen met kokend water reinigen. Wat de gezondheid van het personeel aangaat wordt voorgeschreven, dat ieder die aan een besmettelijke ziekte lijdt, onmiddellijk moet ophouden met werken. Opgesomd worden tyfus, roodvonk, roos, cholerine en andere ziekten, en vooral tuberculose. Verder mogen de arbeiders geen huidziekte hebben op handen, armen hoofd of in den hals. Bij overtreding van dit reglement krijgt men een boete tot een hoog6te bedrag van 400 kronen. Al deze bepalingen staan in verband met een nieuwe wet op den uitvoer, die 15 December 1.1. van kracht geworden is. Zooals men ziet, zijn het krachtige maatregelen, die men noemt om den buitenlandschen klanten alle zekerheid te verschaffen. Er zal voor het vervolg heel wat aan vast zijn een exportslachterij in te richten, en volk daarvoor te verkrijgen. Maar het geldt voor den Deenschen landbouw een levensbelang. Het wekte niet geringe ongerustheid en beroering, toen verleden jaar knoeierijen in een slachterij ontdekt werden. Men heeft toen zooveel mogelijk getracht die zaak binnen de landgrenzen af te doen. Maar tevens heeft men blijkbaar krachtige maatregelen genomen om zulke din gen te voorkomen. Aardschok in Portugal. Lissabon. 9 Jan. Er is een aardschok gevoeld te Azaruja en ie Arrayolos bij Evora. De verschrikte be volking vluchtte uit de huizen. Er werd geen schade aangericht. Kerk ingestort. Sion (Wallis). 10 Jan. Een deel van het gewelf der oude kerk te Nax, een dorp in het district Herens (Zwitserland), is Zondagmorgen ingestort tijdens den dienst. Bij deze ramp kwamen 28 personen om. en werden een dertigtal personen gewond. Mijn-ongeluk. Xew-York. 11 Jan. Bij een ontploffing in de kolen mijn Zeigler in Illinois, zijn Zondag vijf-en-twintig men schen gedood. Anti-Geheelonthouders. De geheel-onthouders zijn in Noorwegen een invloed rijke partij. De beperking, die zij reeds in den drank verkoop weten aan te brengen, gaat al ver. Maar nog lang niet genoeg, vinden zij. Op een congres, dat zij Zaterdag te Kristiania hebben gehouden, zeide de voor zitter .d« oud-minister Aarrestad dat het doel moest wezen het volstrekte verbod voor den verkoop van sterkedrank in geheel Noorwegen. Op die werking volgt uit den aard tegenwerking. Deze heeft Vrijdag te Kristiania geleid tol de oprichting van een vereni ging, die de fanatiek geachte verbodsmenschen zal be strijden. Ze heeft al een oproeping verspreid. Het verzet is in den laatsten lijd sterker gewor den. nu de Noren op de Fransche geldmarkt géén leening kunnen aangaan. De Fransche regeering volgt ten opzichte van Noorwegen toch dezelfde taktiek als ze al tegenover andere landen met veel succes ten bate van den Fransehen wijn toepast. De verkoop van den Franschen wijn vindt tegenwoordig Ln Noorwe gen zooveel belemmering door de drankbestrijding, dat de Noren nu ook voorloopig maar geen geld van de Franschen moeten leenen. Tegen Duitschland. In Zürich heeft zich een comité van actie uit mo lenaars en korenhandelaars gevormd tot organisatie om den meelboycot tegen Duitschland te organiseeren.' De Züricher Nadir, weet mede te deelen, dat in de krin gen van den meelhandel stappen worden gedaan om het onmiddellijk bijeenroepen van een buitengewone afgespeeld en dat ter waarschuwing van winkeliers i zitting van den bondsvergadering te bewerken. Vele voorhoofd. „Zouden wij mogelijk eindelijk onzen voorganger, onzen leidsman gevonden hebben?" vroeg hij ironisch. „Wie weet?" antwoordde de la Hoope. „In elk geval zou het arbeidsveld, dat die leidsman vond, ruim ge noeg wezen." Zijn blik dwaalde naar een hoed, die een van de heeren op een zijtafeltje gelegd had. „Een van zijne eerste hervormingen zou toch zeker zoo'n hoofd deksel gelden," voegde hij er bij. „O, maar daarin heb je gelijk," riep Chantmerle uit, „onze hoeden zijn leelijk, dat is ontegenzeggelijk. Maar hoe zou je daar verbetering in willen brengen?" Cecil nam de sigaret uit den mond en boog zich plechtig naar voren. „Vriend," zeide hij, „heb je wel eens een dameshoed bekeken voor hij opgemaakt wad? Geloof mij, al is ook de vorm anders, hij ziet er niet mooier uit dan en magazijnhouders even wordt meegedeeld, schrijft het Hdbld. In een deftig Berlijnsch huis van damesartikelen treedt een zeer deftig en rijk gekleede vrouw binnen, die per equipage was aangekomen. Zij laat zich bonten mantels voorleggen, maakte keus en neemt na eenig öralen er een van 600 Mark. De winkelier heeft niet aanstonds van het bankbiljet van 1000 Mark terug, dat zij ter toonbank deponeert maar zal laten wisselen. In werkelijkheid weet de winkelier met dit praatje tijd te winnen om de echtheid van het 1000-Mark-biljet even aan de naastbijzijnde bank te doen onderzoeken. De flesschentrekster weet dit echter ook zeer goed, re- ként in haar truc zelfs op dit onderzoek. Het biljet wordt goed bevonden, maar als de winke lier 400 Mark wil teruggeven, zegt de dame zich te hebben bedacht. Zij wil, voordat zij definitief besluit, nog eerst een vriendin laten oordeelen. Met haar zal ze dus dadelijk terugkomen. De winkelier heeft al spijt als haren op zijn hoofd, dat hij niet dadelijk heeft toegehapt en het biljet dat immers echt bleek heeft gewisseld. Maar hij wordt spoedig door de terugkomst van zijn koopster met haar vriendin verblijd. De laatste bekijkt het kost bare, uitverkoren stuk en vindt het schattig. Dus, ne men! De winkelier krijgt zijn biljet van 1000 Mark, geeft er 400 van terug en laat met de noodige strij kages den bonten mantel in het rijtuig deponeeren, dat nu ijlings verdwijnt. De winkelier had thans een valsch bankbiljet van 1000 Mark ontvangen! Vleeschuitvoer in Denemarken. De Kopenhaagsche correspondent van de N. R. Ct. schrijft: Het is voor Denemarken, met zijn grooten uitvoer Haé aw1, 7 V u i VTvr v van landbouwproducten, van groot belang het vertrou- dat ding daar. En toch hoe koket, hoe verrukkelijk weil zljner klanten te behouden. Op alle gebied tracht Infiêii dan ook de beste waarborgen te verschaffen voor de behandeling en hoedanigheid der waren. En wordt er eendenketen keer bedrog ontdekt, dan treedt men pt* Afdöènd 'tegen op. .r:ooqlc -oH - is zoo'n hoed als hij klaar is. Snap je de toepassing?" „Je woudt onze hoeden garneeren -— garneeren met bloemen, zooals de dameshoeden? Een hoogen een zijden hoed?" at Ijevdta tsv&tü 'jpys ".neoh «Oeffl oei SI* invloedrijke leden schijnen reeds hun toestemming te hebben gegeven voor dit plan. Een blad in St. Gallen beweert, dat de Bonds raad dc beweging der molenaars steunt. Dat bericht zal men echter met voorbehoud moeten aanvaarden. W at de schade betreft, die de boycot aan Duitsch land zal kunnen toebrengen, zij hier vermeld dat uit Duitschland in 1907 voor ongeveer 20 millioen francs ongemalcn graan werd ingevoerd. Voor 1908 is dat bedrag belangrijk hooger. Nog geen open scheepvaart. In Fi ies land zit op alle kanalen en vaarten het ijs nog vast en heeft het nog zoodanige dikte, dat Zondag op vele plaatsen werd schaatsengereden. Alleen met aanhoudend dooiweder en door strooming met al de zeesluizen, zal de scheepvaart worden her steld. Gelukkig voor Ferf. Men meldt uit Hoorn Koilen lijd geleden richtte de visschersvereeniging Eensgezindheid alhier zich met het verzoek tot de Li bero e Kiesvereniging in deze gemeente, om voor de aanstaande Kamerverkiezingen een ander dan den heer Jf i can, lat lc slellen- De Zuiderzee-visschers toch zouden hem. wegens zijn houding bij de behandeling steunen J de Tweede ^u,lcr- ni<* kunnen v?iaas 1S. aan kiesvereniging een schrijven gc- waarm wordt verzocht, bovenstaand verzoek als niet gedaan te beschouwen. me™"?*' da', d<f r«8eerill8 verkeerd Ls ingelicht en éc^Pvóp de ^oelmg van den minister om ei st vakmannen en vakorganisaties te hooreli. hopen kL™SC'/CnS ,°h SJK)edi? 101 een goed resultaat te e vertrouwen, dat de regeoring zoo spoedig dig is V°°f visschcrsbedrijf zal doen. wat noo-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1909 | | pagina 2