Een Weddenschap.
Gemengd Nieuws.
Binnenlandsch Nieuws.
•Mooie stof!die, voorgedragen door een lezer
als de heer Kluijver bleek te zijn, wel moest boeien.
Alleszins prijzenswaardig was de wijze, waarop Hooiers
novelle werd voorgedragen.
De heer Kluijver kan zich dan ook overtuigd hou
den, dat het auditorium tijdens zijn optreden veel ge
noot.
Door de gebroeders J. en K. Olie werd daarna een
voordracht met zang gegeven, getiteld „Robert en Ju
lia of de mislukte serenade", op 't klavier begeleid door
Aafje Olie (hunne zuster), 't Is een leuk dingetje, doch
ten opzichte van den zang bleek 't voor de opvoerenden
hooge eischen te stellen. Tooneel en decoratief best
verzorgd! Alle hulde hiervoor.
Een kwartet van Kreutzer: „Des schaapherders Zon
dagslied", werd nu gezongen.
De zang was zuiver en 't optreden van 't viertal (de
dames T. Floor, sopraan, M. van HerwerdenSchoorl,
alt, en de heeren A. Fijnheer, tenor en J. Olie, bas),
beviel den toehoorenden goed.
Nu kwam de gelegenheid om vrije voordrachten ten
beste te geven, waarvan bet eerst werd gebruik ge
maakt door de echtgenoote van den heer K. Wit van
de Langereis, die met groote vrijmoedigheid „De twee
spelers" voordroeg.
Hierna zagen we den heer Katrines Sieswerda (ge
accompagneerd door den heer K. Olie) optreden met
de komische voordracht: Samuel Brommer.
Na de pauze, die nu intrad, werden we aardig ver
rast door een negental jonge dames: T. Heinstman,
Joh. Waterdrinker, M .de Reus, B. de Vries, A. de
Heer, G. Strijbis, E. Timmerman, S. Floor en A.
Koppes.
Zij traden onder leiding van den heer S. Prins op
met een „Waaierdans", alleraardigst aangekleed en
ieder van een mooien waaier voorzien. Zoo uitgerust
gaven ze ons mooie standen, aardige groepjes en keu
rige dansen te zien, bij dat alles kranig gesteund door
de muziek, van een 5-tal leden van 't harmoniegezel
schap „Excelsior", de heeren P. Haringhuizen, J. Goet,
S. Arts, P. Bakker en P. Dekker.
Nu volgde weer wat anders, nl. eene lezing van
mijnheer Kluijver, die de aandacht vroeg voor een klein
schetsje uit 't Noorsch van Larsdille: ,,'t Loon van
een dichter". Prachtig gelezen!in een woord.
Een paar jonge dames, S. Floor, alt en A. Koppes,
sopraan vergastten ons op mooien zang van Catharina
van Rennes, 't Klonk werkelijk mooi en 't onbedaar
lijk applaus bracht er het tweetal toe, nogmaals het
verlangde te zingen
Voor 't slotnummer werden tijdens de daarvoor noo-
dige voorbereidingen door de heeren van „Excelsior"
nog eenige aardige stukjes geblazen. En toen 't slot
nummer! Wel eindigde het fraaie programma van heden
avond met een echten dikken zevenklapper, want groot
was het succes dat behaald werd door de 9 dames
(dezelfden van den waaierdans) die nu optraden met
den Oudevrouwendans, een echte klucht in twee be-
drijven
Allerkoddigst aangedirkt dansten een achttal op
vioolmuziek van de 9e (mej. S. Floor) een schots
in 't laatste bedrijf, dat 6 weken na het eerste, waarin j
ze met de passen begonnen, speelt.
Ze meenden, zooals ons door den leider, den heer
„Precies," zei de la Hoope met nadruk. „Ik zou hem
met kersroode en paarse bloemen garneeren, zooalp
de dames die nu dragen."
Alle heeren barstten in lachen uit. Zij meenden dat.
de la Hoope het voor de grap zei.
„Maar, dat is je toch geen ernst?"
„Zeker is het mij ernst. En wat meer is, ik ben
vast besloten hier nu eens in voor te gaan. Morgen
aan den dag ga ik met een hoed, opgemaakt, zooals ik
daar zooeven zei, uit wandelen, en dan zal je eens
zien hoe spoedig al de schaapjes volgen zullen."
„Ik wed dat je het nooit durft doen-"' riep Chant
merle. „Je zoudt je nooit op straat wagen, zelfs niet
voor een uur. met zoo'n bespottelijk ding op je hoofd."
„Wagen?" herhaalde de la Hoope. „Maar er kan
geen sprake zijn van wagen. Iedereen zal hem bewon-
i deren."
„Ik wed om duizend louis (Tor, dat je liel niet.
durft doen, dat je geen uur lang morgenmiddag op de
boulevards en overal Je er mee durft vertoonen.
„Aangenomen!" zei de Ia Hoope kalm. „Ik neem de
weddenschap aan. Weest zoo goed, heeren, morgen
middag om vier uur in het cafe de la Paix te zijn,
om u te overtuigen dat ik de voorwaarden vervul.
„Dat was een tamelijk beroerd uur, Georgie," lachte
hij" toen zij den volgenden avond samen aan hun tafel
tje' bij Paillard zaten, „en er waren oogenblikken dat
ik mijn kop zoo rood voelde worden als de bloemen
op mijn hoed. Maar het heeft er ons uitgered, he
sChat! Onder ons gezegd, ik heb tevoren nooit geweten
1 hoe lang eén uur is. Het heeft mij een uitstekend
begrip van de eeuwigheid gegeven. Maar niemand heeft
antwoordde mevrouw de la' Hoope. „Hoe is 't mogelijk eenig vermoeden van de waarheid. Ik zeg naderhand
dat je nog niet opgemerkt hebt, dat iedere dame in dat ik teleurgesteld ben, dat de menschen toch moei-
Parijs nu violet en kersrood draagt? Er zijn er ook lijker van begrip zijn dan ilc gedacht had ®n 111
die er geel bij doen, maar daar ben' ik nog niet toe het ergste geval zullen zij mij voor een spleenzieken
gekomen. Het was verkeerd van mij, het geld er voor Engelschman uitmaken, die zelf niet weet waar hij
uit te geven; maar nu zal ik er ook hèusch een nieuwei het Zoeken zal. Wat een geluk duizend louis d or-
„Dat is een vermakelijke toestand!" zuchtte hij.
„Nietwaar! Zeg Cecil, ik heb zoo'n idee dat straks
de rekening zal komen. Het gezicht van „madame"
stond zoo heelmeaal naar betalen, toen ik haar van
morgen in de vestibule tegenkwam. En als de rekening
komt, dan zal zij betaald moeten worden."
„Ja, dat is zeker, dat zij zal betaald moeten wor
den," stemde Cecil toe.
„Maar hoe?"
„Dat mag de hemel weten," zeicle Cecil, „niet doof
mij, stellig niet door mij. Wij zullen op straat gezet
worden met pak en zak altijd iri geval zij ons pak
en zak laten wil. Konden wij het nog maar drie maan-
I den uitzingen, dan kreeg ik mijn toelage en waren
we voor het oogenblik weer gered. Maar drie taaan-
den! Geen drie weken meer, kunnen wij dien strijd
op leven en dood rekken."
„Je vader zou maar neen, ik weet dat hij het
1 toch niet doen zou, en wat geeft het dan om het
I hem te vragen?"
„Neen, hij zou niets doen. De quaestie van de toe
lage is, zooals je je zult herinneren, eens voor altijd
tusschen ons afgehandeld."
„Het is wel jammer," zeide Georgie peinzend, „dat
ik mij niet wat meer sieraden aangeschaft heb ju-
weelen zijn zoo gemakkelijk te transporteeren. Je
zoudt dan nog eens naar den lommerd hebben kunnen
gaan."
De jonge man zuchtte tot antwoord, stak een sigaret
op en keek toe hoe de blanke vingers zijner vrouw
de bloemen op den vilten hoed vastnaaiden.
„Wat een afschuwelijk ding!" merkte hij op
Ach, die combinatie van kleuren is nu in de mode;'!
gegeven
den ge.
zijn üe
voldoen
jaarlijks,
hoed door hebben. Kijk, hier moet de rand "opgeslagen
worden zoo en daar een bouquet op dié
manier zoowat."
„Wat heb je voor die klungels betaald?" vroeg Cecil'.
„Twee franken, schat, en dat is heel weinig."
„Twee franken weggesmeten," luidde zijne kritiek.
„Maar zeg nu eens oprecht, de zaak uit een geheel
onpartijdig oogpunt bekeken, is het niet eenvoudig mon
sterlijk, zoo'n ding? Kan je je iets léelijkers denken?
En daarenboven is het krankzinnig! Wat zou jij er
van zeggen als ik een bouquet vuurroode bloemen kochi
en ze op mijn hoogen hoed zette? Je zou toch vra
gen of ik gek was."
„Heeren dragen nu eenmaal geen kunstbloemen."
„Maar eigenlijk blijft het toch hetzelfde. Waarom zijn
roode en paarse bloemen op jouw hoed verstandiger
dan op den mijnen? En toch zou ik voor geen dui
zend pond met zulke dingen op mijn hoofd over straat
loopen."
„Jammer dat niet iemand je de kans geeft. Dat zou
eene gemakkelijke oplossing van onze moeilijkheden
zijn."
Hunne blikken ontmoetten elkander en zij hadden
i gelijktijdig dezelfde gedachte.
J „Drommels!" zei Cecil, „als er eens iemand te
Kéllner, nog een flesch! Morgen vroeg rijden wij
sömen uit, Georgie,'en jé zult den mooisten hoed heb
ben, dien we maar vinden kunnen!"
S. Prins, werd verteld, toen al een bal te kunnen ge- vinden was die zoo'n weddenschap met mij bliefde aan
ven. Alleenze wilden niet met heeren dansen; 4 j te gaan"!
trokken zich terug en vier dansten met heeren (ver- j q," riep Georgie, „als dat mogelijk was, schat!"
kleed voorgesteld door de vier zich terugtrekkende Peinzend trok hij aan zijne sigaret. „Het is zoowaar
dames) en nu wilde men laten zien wat men in die
weken geleerd had.
Het succes was groot en voor hunne moeite kun
nen en de heer Prins en de 9 dames zich beloond
achten door het groote genot dat ze den toeschou
wers boden.
Nu was het oogenblik gekomen van scheiden. De
heer D. Kuilman sloot nu officieel de nutsvergadering
en wees er op, hoe hij in bijzonderheden zou kunnen
treden, hoe hij dan dank zou kunnen brengen aan den
geachten spreker, den heer Kluijver, aan den ijverigen
secretaris, den heer S. Prins voor de ontzaglijke
moeite, die hij zich voor dezen avond heeft getroost
en zoo zou kunnen worden doorgegaan, maar dat
zou te ver voeren. Aan de toehoorders bracht voor
zitter hartelijken dar.k voor de aandacht, den optreden
den steeds betoond en hij bracht het aanbevelenswaar
dige van het telken jare organiseeren van een avond
als nu, den aanwezigen onder 't oog.
Met blijdschap werd door de aanwezige jongelui de
heugelijke tijding ontvangen, dat Burgemeester ver
lof voor ,,'n dansje" had gegeven waarvan een dank
baar en druk gebruik werd gemaakt.
Luchtscheepvaart.
Op een der dagen van de afgeloopen week heeft
de heer Robijns te Brielle getracht met zijn vliegtoe
stel omhoog te gaan, wat hem ongeveer een halven
meter gelukt is. Toen brak er een riem van den motor,
waardoor de verdere stijging belet werd. Toch heeft
hij door deze proef volgens zijn overtuiging 'zeker
heid verkregen van de opwaartsche beweging van zijn
toestel. Weldra hoopt hij de proefnemingen te hervat
ten (welke hij nog niet in het openbaar doét) en zich
ook van de voorwaartsche beweging te overtuigen,
waarin hij geen bezwaar ziet.
Door
F. C. PHILIPPS.
Mevrouw Cecil Berkeley de la Hoope wist dat zij een
dwaasheid had begaan, dat zij verkwistend was ge
weest: zij had twee franken uitgegeven. Dat mevrouw
Cecil Berkeley de Ia Hoope zichzelf verkwistend kon
vinden omdat zij twee franken had uitgegeven, eischt
verklaring. De la Hoope's hadden geen cent meer. Zij
waren niet wat men noemt een weinig gegeneerd, zij j
zaten niet „wat krap", neen, zij hadden niets meer.
Zij gebruikten hunne maaltijden in hun hotel te Parijs, I
omdat zij geen geld hadden om in een restaurant te j
gaan eten en uit de hand te betalen; zij beefden I
wanneer zij 't kamermeisje met een brief zagen binnen-
komen, altijd vreezende, dat het de rekening zijn zou.
En Georgina, de mooie, kleine „Georgie", die niet in
de wieg was gelegd om de spaarzaamheid te beoefe
nen, zag zich genoodzaakt haren ouden hoed op te ma
ken met bloemen, die zij uit de goedkoopste doozen °y.er vÜftiS )'aar. als wij het beleven mogen, zullen
iri den „Printemps" had uitgezocht. Die bloemen nu z'en wie het aan het rechte eind heeft gehad,
waren het, die haar twee franken hadden gekost. Wij schrijden langzaam voorwaarts."
Zij zat in hare slaapkamer en schikte nu de bloe- Chantmerle, die op en top een dandy was en zich
men op alle mogelijke manieren, nu zus dan zoo, op ^aar n'et weinig op liet voorstaan, fronste geërgerd het
haren hoed, toen de la Hoope binnentrad. In weerwil
van de benarde omstandigheden, waarin hij verkeerde,
was deze heer uiterst modern en elegant gekleed.
De man heeft dit voor op de vrouw, dat zijne garde
robe niet zoo gestadig vernieuwing behoeft. Zijne met
pels gevoerde overjas met den sealskin kraag hoe
lang geleden had hij die al niet gekocht! Niemand
in fashionable kringen en zij verkeerden in de
fashionable kringen, de de la Hoopes had er eenig
vermoeden van, dat zij zoo in de klem zaten. Georgie
moest vaak bij gemis aan eene geschikte japon voor
eene of andere uitnoodiging bedanken; maar Cecil kon
overal heengaan, en hij deed dat ook, al moest hij
soms, uit gebrek aan geld voor een rijtuig, te voet
gaan. Nu echter kon het niet langer, de bom moest
losbarsten, en daarom keek Cecil somber toen hij de
kamer binnentrad.
„Wel, vrouwtje!"
„Eh bien, mon petit mari?"
Hij trok zijn overjas uit en trok zijn beenen bij
het vuur. Het was Januari en zes uur in den na
middag.
eene ingeving. Het zou een financieel kunststuk zijn
Maar de zaak moet op de meest delicate wijze behan
deld worden een stumper zou den heelen boel be
derven. Ik moet er eens over nadenken."
Zijn moed keerde terug bij die gedachte. Hij schelde
en bestelde een „petit verre" voor hem en een ver-
mouth voor zijne vrouw.
„Ik zal vanavond naar de club gaan en eens kijken
wie er zijn. Laat mij dat zaakje maar eens bedisselen.
Of het is mij mislukt, of wij dineëren bij Paillard met
de quitantie van onze duivelsche „madame" in dén
zak. Georgie, je gezegende domheid om die twee fran
ken uit te geven, zal ons redden ik verzeker het
je!"
Hij had niet meer dan een frank vijftig op zak, toén
hij dien avond naar de club slenterde en zich behaag
lijk op een stoel bij het vuur nederzette. Maar zijne
kleeding was onberispelijk en zijne bedaardheid was die
van een hertog. Er was nog niemand toen hij kwam,
en met belangstelling keek hij toe hoe het vertrek
zich langzamerhand vulde.
Het was voor hem dien avond eene quaestie van
drijven of zinken.
Wel beefden de vingers, waarmde hij zijne sigaret
vasthield, een weinig, maar er was geen spoor van
verlegenheid in zijne stem te bespeuren toen hij later i
begon te spreken. Hij had zijne kans goed berekend,
en juist dat troepje toehoorders rond zich, dat hij
wenschte.
„Ik draag nooit bouquetjes in mijn knoopsgat," zei
hij, nadat hij ongemerkt het gesprek dien kant uit had
gestuwd. „De bloemen, die de natuur Ons geeft, zijn
armzalig en nietsbeteekenend in vergelijking van de
fabrikaten van zijde en fluweel, die de meeste men
schen minachten. Maar daar het voor mij niet staat
om die te dragen, zoo verkies ik ook niet de apdere
aan te doen."
„Die goede Cecil!" zeide glimlachend een yan zijne
toehoorders. „Hij is toch altijd zoo amusant!"
„Maar het is een feit," hield de la Hoope volt „ik
meen het in ernst. Die bloemen, dié" mén voor de
winkelramen ziet liggen en die voor dameshoeden be
stemd zijn, daarin kan men kunst bewonderen zij zijn
exquis! In welke harer scheppingen geeft ons de na
tuur zulk eene ontzaglijke verscheidenheid, zulke vol
maakte vormen?"
Hij tike de atsch van zijne sigaret, en daar hij
bemerkte dat het gesprek over dit onderwerp als goed
op gang kon worden beschouwd, hield hij alsof hij er
al genoeg van had.
„Waar ben je vanavond geweest, Chantmerle?" Vi'öëy
hij met een onderdrukt geeuwen.
Chantmerle beet aan.
„Ik ben in het renaissance-theater geweest," zei hij
lachend, „en zooals je ziet, heb ik zoo'n door |e -ge
laakt bouquetje in mijn knoopsgat."
„Ach, het is enkel eene zaak van smaak," zei de la
Hoope gerekt, „of beter gezegd van gebrek aan smaak.
Privaatpntsmetting op scholen.
Volgens dr. Bauer is de voortdurende ontsmetting
van privaten in scholen bepaald noodzakelijk te ach
ten. Het beste geschiedt dit met Saprol, Want de Sa-
prollaag sluit de faecaliën volkomen van de lucht af,
waardoor tevens de verspreiding van smetstoffen door
'vliegen onmogelijk wordt gemaakt.
Overeenkomstig de wetten der diffusie worden de in
water oplosbare ontsmettende bestanddeelen van de
bovendrijvende Saprol (kresol, koperverbindingen enz.)
door den daaronder voortdurend aanwezig waterigen
beerputinhoud enz. daaraan onttrokken (opgelost). Zij
doortrekken en ontsmetten langzamerhand overeen
komstig de wetten van de zwaartekracht den geheelen
beerput- enz. inhoud. De verzadigde oplossingen zak
ken naar den bodem; nieuwe massa's treden daarvoor
in hun plaats. Alles wat in den beerput komt, moet de
Saprollaag passeeren. Daar men af en toe kleine hoe
veelheden Saprol in den beerput enz. heeft te gieten,
is dus de ontsmetting met Saprol weinig kostbaar en
op bovenstaande gronden doeltreffend te achten.
School- en Volksbibliotheken.
Uit vele onderzoekingen is gebleken, dat bladen en
banden van boeken met virulente ziektekiemen bezet
zijn. Daarom acht dr. Hillenberg het van belang, dat
de volgende voorzorgsmaatregelen genomen worden:
lo. Bij uitgifte van een boek, heeft men na te gaan
of bij de familieleden van den vrager ook soms een
besmettelijke ziekte heerscht, zoo ja, dan wordt geen
boek afgegeven. 2o. Bij het uitleenen van een boek
dient erop gewezen te worden, dat het direct terugge-
l bracht moet worden, indien in het gezin een besmette
lijke ziekte uitbreekt.
Op den omslag van het boek kunnen deze bepa
lingen geplakt worden, met het verzoek aan den lezer
dat hij ten strengste vermijden moet; a. bij het om-
slaan der bladeren de vingers met speeksel te bevoch-
j tigen, b. bij het hoesten niet in het boek te hoesten,
j Deze maatregelen zijn zeer goed voor schoolbibliothekei
J uitvoerbaar.
Wegen verbetering.
Gewapend beton. In Amerika schijnt men er toe te
willen overgaan, om de wegen te verbeteren door ge-
wapend beton, hetwelk goedkooper en duurzamer is
I dan asphalt en door slijtage niet glad wordt.
Een nieuwe behandelingsmethode.
Een Amerikaansch heer heeft in Kensington terecht
gestaan omdat een zijner patiënten, een melancholicus,
zich van het leven heeft beroofd nadat hij twee of
driemaal door hem was „behandeld". Deze behande
ling nu bestond uit een voorlezing gedurende twintig
minuten, van toepasselijke lectuur. Zoo iets kan iemand
wel levensmoede maken. Een ander middel van dien
specialist bestaat uit „stil gebed Hij zit oen kwartier
bij den zieke,, zonder iets te zeggen, en krijgt voor
de eerste zitting een guinea en voor de volgende een
halve guinea. Er zijn wel menschen, die nog langer»
stil zitten, en daarvoor nooit een guinea of zelfs maar j
de helft krijgen. Dit bewijst, in welk een onrechtvaar-
dige wereld wij leven. De wet vermocht niets tegen
den zwijger.
Flesschentrekkerij.
Een middenstander vertelde een staaltje van fles
schentrekkerij, dat zich dezer dagen te Berlijn heeft
Kort geleden zijn bij koninklijk besluit de stemp6|(
bepaald, waarmede hel voor uitvoer bestemde vlee^
gewaarmerkt en naar drie hoedanigheden onderschep
moet worden. Onmiddellijk daarop hoeft het mims„.rif
van landbouw nadere bepalingen voor den uitvoer Va„
vleesch afgekondigd. Zij hebben vooral bctiokking q,
de inrichting der slachterijen. Iedere slachterij (]i(.
vleesch wil uitvoeren moet vergunning van het m|.
nlsterie van landbouw hebben, nadat de plaatselijke j)0,
litieautoritelten verklaard hebben dat zij naar de ge,
stelde eischen Ingericht is. Gedurende den werktijd
moet een gediplomeerd veearts aanwezig zijn om 0p
te letten of alles naar behooren toegaat. Hij moet
ieder stuk vleesch onderzoeken en stempelen; de
slachterij moet zich naar zijn voorschriften regelen
maar kan zich zoo noodig beklagen bij de door dj j
regeering aangestelde inspecteurs. Verder volgen in bij.
zonderheden voorschriften voor de indeeling naar hoe-1
danigheid van het vleesch, de tekst der bijgaande for.
muiieren enz.
Fabrieken van verduurzaamde levensmiddelen, die wil
len uitvoeren, hebben ook de toestemming van het mi.
nisterie van landbouw noodig, die afhankelijk wordt ge.
maakt van een goede controle.
Nu weer heeft het ministerie voorschriften
voor de zindelijkheid in de slachterijen, en
zondheidstoestand van de arbeiders daar.
De slachtlokalen moeten in een toestand
aan de strengste eischen der gezondheidsleer
Alle lokalen moeten ten minste vier malen
uitgeboend worden, ook do muren en zoldering. Er
mag zich daar geen bedorven vleesch e. d. bevinden.
Het personeel moet een afgescheiden plaats hebben
om zich to verkleeden, en bij hun werk mogen zij
slechts goed dragen van waschbare stof. Er mag niet
op den grond gespuwd worden, en de bij het werk ge
bruikte messen mag men niet in den mond nemen.
Na het slachten moet men alle gereedschappen met
kokend water reinigen.
Wat de gezondheid van het personeel aangaat wordt
voorgeschreven, dat ieder die aan een besmettelijke
ziekte lijdt, onmiddellijk moet ophouden met werken.
Opgesomd worden tyfus, roodvonk, roos, cholerine en
andere ziekten, en vooral tuberculose. Verder mogen
de arbeiders geen huidziekte hebben op handen, armen
hoofd of in den hals.
Bij overtreding van dit reglement krijgt men een
boete tot een hoog6te bedrag van 400 kronen.
Al deze bepalingen staan in verband met een nieuwe
wet op den uitvoer, die 15 December 1.1. van kracht
geworden is.
Zooals men ziet, zijn het krachtige maatregelen,
die men noemt om den buitenlandschen klanten alle
zekerheid te verschaffen. Er zal voor het vervolg heel
wat aan vast zijn een exportslachterij in te richten,
en volk daarvoor te verkrijgen. Maar het geldt voor
den Deenschen landbouw een levensbelang. Het wekte
niet geringe ongerustheid en beroering, toen verleden
jaar knoeierijen in een slachterij ontdekt werden. Men
heeft toen zooveel mogelijk getracht die zaak binnen
de landgrenzen af te doen. Maar tevens heeft men
blijkbaar krachtige maatregelen genomen om zulke din
gen te voorkomen.
Aardschok in Portugal.
Lissabon. 9 Jan. Er is een aardschok gevoeld te
Azaruja en ie Arrayolos bij Evora. De verschrikte be
volking vluchtte uit de huizen. Er werd geen schade
aangericht.
Kerk ingestort.
Sion (Wallis). 10 Jan. Een deel van het gewelf der
oude kerk te Nax, een dorp in het district Herens
(Zwitserland), is Zondagmorgen ingestort tijdens den
dienst.
Bij deze ramp kwamen 28 personen om. en werden
een dertigtal personen gewond.
Mijn-ongeluk.
Xew-York. 11 Jan. Bij een ontploffing in de kolen
mijn Zeigler in Illinois, zijn Zondag vijf-en-twintig men
schen gedood.
Anti-Geheelonthouders.
De geheel-onthouders zijn in Noorwegen een invloed
rijke partij. De beperking, die zij reeds in den drank
verkoop weten aan te brengen, gaat al ver. Maar nog
lang niet genoeg, vinden zij. Op een congres, dat zij
Zaterdag te Kristiania hebben gehouden, zeide de voor
zitter .d« oud-minister Aarrestad dat het doel
moest wezen het volstrekte verbod voor den verkoop
van sterkedrank in geheel Noorwegen. Op die werking
volgt uit den aard tegenwerking. Deze heeft Vrijdag
te Kristiania geleid tol de oprichting van een vereni
ging, die de fanatiek geachte verbodsmenschen zal be
strijden. Ze heeft al een oproeping verspreid.
Het verzet is in den laatsten lijd sterker gewor
den. nu de Noren op de Fransche geldmarkt géén
leening kunnen aangaan. De Fransche regeering volgt
ten opzichte van Noorwegen toch dezelfde taktiek als
ze al tegenover andere landen met veel succes ten
bate van den Fransehen wijn toepast. De verkoop van
den Franschen wijn vindt tegenwoordig Ln Noorwe
gen zooveel belemmering door de drankbestrijding, dat
de Noren nu ook voorloopig maar geen geld van de
Franschen moeten leenen.
Tegen Duitschland.
In Zürich heeft zich een comité van actie uit mo
lenaars en korenhandelaars gevormd tot organisatie om
den meelboycot tegen Duitschland te organiseeren.' De
Züricher Nadir, weet mede te deelen, dat in de krin
gen van den meelhandel stappen worden gedaan om
het onmiddellijk bijeenroepen van een buitengewone
afgespeeld en dat ter waarschuwing van winkeliers i zitting van den bondsvergadering te bewerken. Vele
voorhoofd.
„Zouden wij mogelijk eindelijk onzen voorganger,
onzen leidsman gevonden hebben?" vroeg hij ironisch.
„Wie weet?" antwoordde de la Hoope. „In elk geval
zou het arbeidsveld, dat die leidsman vond, ruim ge
noeg wezen." Zijn blik dwaalde naar een hoed, die een
van de heeren op een zijtafeltje gelegd had. „Een van
zijne eerste hervormingen zou toch zeker zoo'n hoofd
deksel gelden," voegde hij er bij.
„O, maar daarin heb je gelijk," riep Chantmerle uit,
„onze hoeden zijn leelijk, dat is ontegenzeggelijk. Maar
hoe zou je daar verbetering in willen brengen?"
Cecil nam de sigaret uit den mond en boog zich
plechtig naar voren.
„Vriend," zeide hij, „heb je wel eens een dameshoed
bekeken voor hij opgemaakt wad? Geloof mij, al is
ook de vorm anders, hij ziet er niet mooier uit dan
en magazijnhouders even wordt meegedeeld, schrijft
het Hdbld.
In een deftig Berlijnsch huis van damesartikelen
treedt een zeer deftig en rijk gekleede vrouw binnen,
die per equipage was aangekomen. Zij laat zich bonten
mantels voorleggen, maakte keus en neemt na eenig
öralen er een van 600 Mark. De winkelier heeft niet
aanstonds van het bankbiljet van 1000 Mark terug, dat
zij ter toonbank deponeert maar zal laten wisselen.
In werkelijkheid weet de winkelier met dit praatje tijd
te winnen om de echtheid van het 1000-Mark-biljet even
aan de naastbijzijnde bank te doen onderzoeken. De
flesschentrekster weet dit echter ook zeer goed, re-
ként in haar truc zelfs op dit onderzoek.
Het biljet wordt goed bevonden, maar als de winke
lier 400 Mark wil teruggeven, zegt de dame zich te
hebben bedacht. Zij wil, voordat zij definitief besluit,
nog eerst een vriendin laten oordeelen. Met haar zal
ze dus dadelijk terugkomen.
De winkelier heeft al spijt als haren op zijn hoofd,
dat hij niet dadelijk heeft toegehapt en het biljet
dat immers echt bleek heeft gewisseld. Maar hij
wordt spoedig door de terugkomst van zijn koopster
met haar vriendin verblijd. De laatste bekijkt het kost
bare, uitverkoren stuk en vindt het schattig. Dus, ne
men! De winkelier krijgt zijn biljet van 1000 Mark,
geeft er 400 van terug en laat met de noodige strij
kages den bonten mantel in het rijtuig deponeeren,
dat nu ijlings verdwijnt.
De winkelier had thans een valsch bankbiljet van
1000 Mark ontvangen!
Vleeschuitvoer in Denemarken.
De Kopenhaagsche correspondent van de N. R. Ct.
schrijft:
Het is voor Denemarken, met zijn grooten uitvoer
Haé aw1, 7 V u i VTvr v van landbouwproducten, van groot belang het vertrou-
dat ding daar. En toch hoe koket, hoe verrukkelijk weil zljner klanten te behouden. Op alle gebied tracht
Infiêii dan ook de beste waarborgen te verschaffen voor
de behandeling en hoedanigheid der waren. En wordt
er eendenketen keer bedrog ontdekt, dan treedt men
pt* Afdöènd 'tegen op.
.r:ooqlc -oH -
is zoo'n hoed als hij klaar is. Snap je de toepassing?"
„Je woudt onze hoeden garneeren -— garneeren met
bloemen, zooals de dameshoeden? Een hoogen een
zijden hoed?" at
Ijevdta tsv&tü 'jpys ".neoh «Oeffl oei SI*
invloedrijke leden schijnen reeds hun toestemming te
hebben gegeven voor dit plan.
Een blad in St. Gallen beweert, dat de Bonds
raad dc beweging der molenaars steunt. Dat bericht
zal men echter met voorbehoud moeten aanvaarden.
W at de schade betreft, die de boycot aan Duitsch
land zal kunnen toebrengen, zij hier vermeld dat uit
Duitschland in 1907 voor ongeveer 20 millioen francs
ongemalcn graan werd ingevoerd. Voor 1908 is dat
bedrag belangrijk hooger.
Nog geen open scheepvaart.
In Fi ies land zit op alle kanalen en vaarten het ijs
nog vast en heeft het nog zoodanige dikte, dat Zondag
op vele plaatsen werd schaatsengereden.
Alleen met aanhoudend dooiweder en door strooming
met al de zeesluizen, zal de scheepvaart worden her
steld.
Gelukkig voor Ferf.
Men meldt uit Hoorn
Koilen lijd geleden richtte de visschersvereeniging
Eensgezindheid alhier zich met het verzoek tot de Li
bero e Kiesvereniging in deze gemeente, om voor de
aanstaande Kamerverkiezingen een ander dan den heer
Jf i can, lat lc slellen- De Zuiderzee-visschers toch
zouden hem. wegens zijn houding bij de behandeling
steunen J de Tweede ^u,lcr- ni<* kunnen
v?iaas 1S. aan kiesvereniging een schrijven gc-
waarm wordt verzocht, bovenstaand verzoek als
niet gedaan te beschouwen.
me™"?*' da', d<f r«8eerill8 verkeerd Ls ingelicht en
éc^Pvóp de ^oelmg van den minister om
ei st vakmannen en vakorganisaties te hooreli. hopen
kL™SC'/CnS ,°h SJK)edi? 101 een goed resultaat te
e vertrouwen, dat de regeoring zoo spoedig
dig is V°°f visschcrsbedrijf zal doen. wat noo-